In Utrecht staat jouw talent centraal!
Uitvoeringsprogramma Sport 2011-2016 Gemeente Utrecht 23 februari 2012
1/28
Inhoud In Utrecht staat jouw talent centraal!
1
Inhoud
2
1. Inleiding
3
2. Optimale wisselwerking tussen top- en breedtesport 2.1 Visie en ambities 2.2 Hoe gaan wij dit realiseren? 2.2.1 Utrecht op weg naar olympisch niveau 2.2.2 Utrecht fietsstad 2.2.3 Samenwerking, sport in Utrecht is een teamprestatie
4 4 4 4 6 7
3. Breedtesport 2011-2016 3.1 Visie en ambities 3.2 Hoe gaan wij dit realiseren? 3.2.1 Versterken sportverenigingen 3.2.2 Sport en gezondheid in de wijk 3.2.3 Sport- en beweegaanbod op maat
9 9 9 9 13 15
4. Topsport 2011-2016 4.1 Visie en ambities 4.2 Hoe gaan wij dit realiseren? 4.2.1 Utrecht als podium voor topsporttalent 4.2.2 Topsportevenementen, ondersteuning jaarlijks terugkerende evenementen en acquisitie internationale evenementen
19 19 19 19 21
5. Kwalitatief goede sportaccommodaties
24
6. Financiën
26
Bijlage 1 Financiën Sportnota 2011-2016
27
2/28
1. Inleiding In dit uitvoeringsprogramma staat concreet uitgewerkt wat de gemeente Utrecht de komende jaren doet op sport- en beweeggebied. De kaders hiervoor zijn geformuleerd in de sportnota 2011-2016 'In Utrecht staat jouw talent centraal', die op 22 september 2011 door de Gemeenteraad is vastgesteld. In dit uitvoeringsprogramma is dezelfde indeling aangehouden als in de sportnota. Er zijn een paar uitzonderingen hierop, doordat bij sommige onderwerpen wegens voortschrijdend inzicht extra doelstellingen zijn toegevoegd, de formulering van de resultaten iets is aangepast of doelstellingen zijn samengevoegd. Als een wijziging heeft plaatsgevonden ten opzichte van de sportnota 2011-2016 dan wordt dit aan het begin van de paragraaf aangegeven. Bij de totstandkoming van dit uitvoeringsprogramma is wederom naar de mening gevraagd van betrokkenen in de Utrechtse sport. Ditmaal is dit niet gedaan middels een fysieke bijeenkomst, maar met gebruik van 'social media' in de vorm van een discussiegroep op de website LinkedIn. Alle opmerkingen die in deze discussiegroep zijn gemaakt hebben ons geholpen om te bepalen wat er moet gebeuren de komende jaren en zijn in dit uitvoeringsprogramma opgenomen, of worden meegenomen in de uitvoering van dit programma. De Beleidsbrief Sport 'Sport en Bewegen in Olympisch perspectief' van VWS en de uitwerking hiervan in het 'Programma Sport en Bewegen in de Buurt' hebben veel raakvlakken met de Utrechtse sportnota 2011-2016. Dit biedt aanknopingspunten en kansen voor het Utrechtse sportbeleid, zoals de aangekondigde uitbreiding met buurtsportcoaches. Onder regie van NOC*NSF wordt er tevens landelijk per jaar voor de Sportimpuls 10 miljoen euro en voor het actieplan 'Naar een veiliger sportklimaat' 7 miljoen euro ingezet bij de lokale sport- en beweegaanbieders. Utrecht houdt zich goed op de hoogte van de uitwerking en onderneemt waar mogelijk actie. In de komende hoofdstukken wordt concreet aangegeven wat we gaan doen. Een aantal doelstellingen is van meer algemene aard, waardoor meerdere initiatieven invloed hierop uitoefenen. Een voorbeeld hiervan is de doelstelling om de sportparticipatie te verhogen naar 75% in 2016. Vrijwel alle initiatieven leveren hier een bijdrage aan. Deze doelstellingen zijn daarom niet verder uitgewerkt, maar worden wel gemonitord. De doelstellingen zijn als volgt uitgewerkt: Situatie 2011 Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Het monitoren van dit uitvoeringsprogramma gebeurt door jaarlijks in het begin van het jaar de resultaten van het afgelopen jaar weer te geven. Zo wordt in de gaten gehouden of we op koers liggen, of dat extra initiatieven ontplooid dienen te worden om doelstellingen te behalen. De meeste acties zijn gericht op 2012 en 2013. Eind 2013 of begin 2014 wordt een tussenstand opgemaakt.
3/28
2. Optimale wisselwerking tussen top- en breedtesport 2.1 Visie en ambities Utrecht kent een sterke wisselwerking tussen top- en breedtesport. Enerzijds fungeert breedtesport als een broedplaats voor talent en anderzijds werkt topsport als vliegwiel voor de breedtesport. Daarmee wil Utrecht de volgende doelstellingen bereiken: Sterke sportverenigingen; Verhogen van de sport- en beweegdeelname; Utrecht als podium voor (topsport)talentontwikkeling; Topsport als podium voor talent; Kwalitatief goede accommodaties. Wat levert het de stad en de breedtesport op als wordt geïnvesteerd in topsport? En hoe draagt breedtesport bij aan talentontwikkeling? Deze vragen staan centraal in deze sportnota en zijn verder uitgewerkt in de thema’s breedte- en topsport. Dit hoofdstuk behandelt het gebied waar beide thema’s elkaar raken: Waar is de wederzijdse versterking het meest evident en het beste vorm te geven? Deze wisselwerking komt niet zomaar tot stand. Om het samenspel tussen beiden te versterken, investeert Utrecht op de volgende onderdelen: • Utrecht op weg naar olympisch niveau; • Utrecht Fietsstad; • Samenwerking, sport in Utrecht is een teamprestatie. Voor elk van deze onderwerpen zijn resultaten geformuleerd, die in de volgende paragrafen beschreven staan. In de sportnota 2011-2016 staat het laatste onderwerp niet in dit hoofdstuk uitgewerkt, maar in het hoofdstuk Topsport. Het onderdeel is verplaatst omdat samenwerking niet alleen nodig is voor topsport, maar voor de gehele sport in Utrecht. Er is bovendien een vierde doelstelling aan toegevoegd.
2.2 Hoe gaan wij dit realiseren? 2.2.1 Utrecht op weg naar olympisch niveau 1. Utrecht neemt deel aan de Council Olympisch Plan 2028 en aan Sportaccord Situatie in 2011 Utrecht is een van de partners in de breed samengestelde alliantie Olympisch Vuur. In het verlengde daarvan vinden verschillende activiteiten plaats, onder andere: Utrecht is lid van de alliantie Olympisch Vuur. De burgmeester vertegenwoordigt Utrecht in de hieraan verbonden council Olympisch Vuur. Coördinatie van de gemeentebrede activiteiten Utrecht en het OP 2028 gebeurt vanuit team Sport in samenwerking met Stadsontwikkeling/Strategie en afdeling Bestuurlijke, Internationale en Subsidiezaken (BIS). Ontwikkeling Olympisch profiel (ruimtelijk, sociaal en economisch) van Utrecht in het OP 2028. Een en ander hangt samen met stadskeuze en Olympische Hoofdstructuur (OHS). Tot nu toe benoemde thema's voor het Utrechtse profiel zijn: kans voor iedereen, centraal, groen, talent. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012
2012-2016
Voor de Olympische Spelen 2028 wordt op landelijk niveau de definitieve stadskeuze gemaakt (Amsterdam of Rotterdam). In vervolg daarop wordt de OHS vastgesteld; Afhankelijk van stadskeuze en OHS moet de positionering van Utrecht verder worden uitgewerkt (start 2e helft 2012). Alliantiepartner Olympisch vuur, doorlopend proces tot en met 2016; Bijdragen aan planontwikkeling, vertegenwoordiging diverse overleggen, onder andere klankbordgroep stadskeuze; In samenwerking met de G4, uitwerking aantal uitvoeringsplannen (drie speerpunten SMART maken); Draagvlak creëren OP 2028; Gemeentebrede coördinatie Utrecht in OP 2028;
4/28
Utrecht participeert in Holland Moves (G5, NBTC, NOC*NSF) 1 en is samen met de partners vertegenwoordigd bij Sportaccord 2012. Voor wat betreft de organisatie van grote topsportevenementen wordt door Utrecht ingezet op de sporten wielrennen, hockey, atletiek, jeugden multidisciplinaire sportevenementen (voor argumentatie takken van sport, zie sportnota pag. 2627). Ook tot de opties behoort een combinatie van deze sporten, zoals triatlon waar atletiek en wielrennen gecombineerd worden met zwemmen. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Met een diverse, breed samengestelde groep (onder andere G5, NBTC, NOC*NSF, Provincie, Ministerie VWS, bedrijfsleven, sportbonden en sportverenigingen, in en om Utrecht) draagt Utrecht bij aan gezamenlijke planontwikkeling van Nederland op olympisch Niveau in 2016. 2. Utrecht (stad) draagt bij aan oprichting provinciale Council Olympisch Plan 2028 Situatie in 2011 De Provincie heeft het initiatief genomen voor de oprichting van een Utrechtse Council OP 2028. Op verzoek van de provincie wordt de provinciale council van gemeentezijde ondersteund. De samenstelling, werkwijze en ondersteuning van de council zijn vastgesteld in College van B&W (maart 2011). BIS en het Kabinet van de burgemeester zijn verantwoordelijk voor de organisatorische ondersteuning van de provinciale council. Stadsontwikkeling en Sport zijn verantwoordelijk voor inhoudelijke ondersteuning en strategische advisering. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012
Provincie is in de lead. Oprichting council hangt samen met uitkomsten Verkenning Maatschappelijke Kosten en Baten analyse (VMKB) en OHS en wordt niet eerder dan medio 2012 verwacht.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Provincie, bedrijfsleven, onderwijsinstellingen, sport- en maatschappelijke organisaties; Bijdrage aan provinciale planontwikkeling Utrecht in OP 2028; Mogelijke thema's: kennis, cultuur, bereikbaarheid en landschap; Bijdrage aan Samenwerkingsagenda Almere – Amsterdam – Utrecht. 3. Utrecht neemt samen met de andere G5 steden en NOC*NSF en NBTC deel aan Sportaccord 2012, Holland Moves Situatie in 2011 Een van de activiteiten in het kader van het OP 2028 betreft gezamenlijke profilering en optrekken van G5 in het kader van de acquisitie van internationale topsportevenementen voor Nederland: Holland Moves. Daarbij ligt de nadruk op de organisatie van evenementen die een bijdrage leveren aan de profilering van Nederland in het kader van het OP 2028 Een van de uitwerkingen is gezamenlijke deelname aan Sportaccord onder de noemer Holland Moves. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012 Deelname Sportaccord 2012 en evaluatie 3 jarige samenwerking in relatie tot vervolgtraject Holland Moves; Deelname stuurgroep nationale strategische evenementenagenda met het doel tot een gezamenlijke strategische evenementenkalender (G5, NOC*NSF en VWS). Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? G5, NOC*NSF, VWS, NBTC, sport(bonden). 4. Een side event-programma in 2012 en 2013 rond het European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht Situatie in 2011 In 2011 zijn de voorbereidingen gestart voor het side events-programma op sportief, educatief en cultureel gebied dat gekoppeld is aan het European Youth Olympic Festival 2013 (zie uitwerking EYOF 2013 Utrecht in doelstelling 3 van paragraaf 4.2.2). Momenteel worden gesprekken gevoerd met mogelijke sponsoren en samenwerkingspartners uit het veld. Eind 2011 is het conceptprogramma voor 2012 en 2013 gereed. Daarnaast wordt gezocht naar extra financieringsmogelijkheden voor het programma. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd
1
De G5 is de G4 plus Eindhoven. 5/28
2011 2012 2013 2014- 2016
Overleg met partners, financieringsmogelijkheden onderzoeken en ontwikkelen van het programma 2012 en 2013. Start uitvoering side event-programma op het gebied van sport, cultuur en educatie. Concretisering van deze doelstelling naar aantallen activiteiten en bezoekersaantallen zal ook in 2012 gebeuren. Uitvoering programma en evaluatie. Op basis van evaluatie wordt het legacy programma inclusief financiering opgesteld. Activiteiten en evenementen uit het legacy programma vormen onderdeel van de structurele kalender van evenementen in Utrecht. In 2016 vinden nog steeds activiteiten plaats die als legacy zijn ontstaan uit het EYOF 2013 Utrecht.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? De partners betrokken bij de side events zijn in ieder geval de organiserende partijen van het EYOF 2013 Utrecht: gemeente Utrecht, provincie Utrecht en NOC*NSF. Daarnaast zijn per cluster aan side events nu de volgende partners te benoemen: Culturele side events: Vrede van Utrecht, met haar partners uit het culturele veld Educatieve side events: Olympische Educatie (en uitvoeringspartners), schoolbesturen voortgezet onderwijs en docenten lichamelijke opvoeding voortgezet onderwijs Sportieve side events: Sportbonden, VSU, Sportservice Midden Nederland, sportevenementenbureaus, sportverenigingen (verenigingsmanagers/combinatiefunctionarissen) en wijkwelzijnsorganisaties (beweegmakelaars)
2.2.2 Utrecht fietsstad 1. ‘Utrecht fietsstad’; een campagne is ontwikkeld voor fietsen en wielrennen, waarin de wisselwerking tussen top- en breedtesport tot uiting komt Situatie in 2011 In Utrecht vinden op het terrein van fietsen en wielrennen verschillende jaarlijks terugkerende evenementen en activiteiten plaats, zowel voor top- als breedtesport. Daarnaast wordt gewerkt aan een lange termijn strategische topsportevenementenkalender voor de stad. Daaronder vallen ook grootschalige wielerevenementen. De samen met de provincie georganiseerde finish van de etappe van de Giro d'Italia 2010 en de Utrechtse kandidatuur voor de start van de Tour de France in 2014, 2015 of 2016 zijn daar voorbeelden van (zie ook doelstelling 2 van paragraaf 4.2.2). Separaat daaraan investeert Utrecht de komende jaren vanuit het programma Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit 70 miljoen euro in de fietsvoorzieningen in de stad. De diverse fiets- en wieleractiviteiten kunnen beter op elkaar worden afgestemd. Doel van de campagne Utrecht fietsstad is om de komende jaren de deelname aan fiets- en wieleractiviteiten te vergroten door meer samenhang en verbindingen te creëren tussen de verschillende initiatieven en daarnaast activiteiten te starten om Utrechters te stimuleren om meer (recreatief/sportief) te gaan fietsen. Het plan Utrecht Fietsstad sluit aan op de infrastructurele aanpassingen voor de fiets en vooral aan de hieraan verbonden gedragscampagne. De Classico Giro is een goed voorbeeld van hoe de gemeente het fietsgebruik en de wielersport op een hoger plan wil brengen. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012 Vaststellen campagneplan in overleg met partners op het vlak van fietsen en wielrennen in Utrecht; 0- Meting uitvoeren onder aangesloten activiteiten. 2013 Uitvoering campagne; Opstarten stimuleringsprojecten. 2014-2016 Uitvoering campagne inclusief stimuleringsprojecten; Uitvoering effectmetingen. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Binnen de gemeente zijn de relevante beleidsterreinen verkeer en vervoer en stimuleren van gezonde leefstijl. Waar mogelijk wordt er binnen deze gebieden samengewerkt. Onder andere via het overleg Passie voor de Fiets. Binnen dit overleg werken de gemeente, het Milieucentrum Utrecht en de Fietsersbond samen. Tevens is het Business Peloton Utrecht (BPU) een partner. Dit netwerk van Utrechtse bedrijven ondersteunt de Utrechtse lobby voor de start van de Tour de France. Het BPU ondersteunt het fietsen en wielrennen in de stad. Daarnaast sluit de campagne aan bij de uitvoering van de impuls Nationaal Actieplan Sport & Bewegen (NASB) van de gemeente.
6/28
2. Classico Giro Utrecht is een jaarlijks terugkerend toerfietsevenement Situatie in 2011 In 2011 heeft de Classico Giro Utrecht een doorstart gemaakt na het succes van de Toerversie Giro Utrecht. Met 3.300 deelnemers was het evenement in 2011 wederom een succes en heeft het bewezen levensvatbaar te zijn als toerfietsevenement in de regio Utrecht. In 2011 is de zelfstandige stichting voor de editie van 2012 opgericht. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012 Overdracht Classico Giro Utrecht van gemeente naar zelfstandige stichting; Eerste editie Classico Giro Utrecht onder zelfstandige stichting. 2012-2016 Jaarlijkse editie Classico Giro Utrecht met minimaal 3.000 deelnemers. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Het evenement is van verschillende samenwerkingspartners afhankelijk. De stichting wordt gevormd door de regionale Utrechtse wielerverenigingen, aangevuld met partijen als de Fietskoerier Utrecht,en de Ronde van Midden Nederland. Daarnaast werkt het evenement samen met omliggende gemeentes op het vlak van vergunningen, openbare orde en veiligheid. Voor de financiering is het evenement mede afhankelijk van sponsoren en suppliers. Daarin spelen partijen als het BPU, Rabobank en Skoda een belangrijke rol. De samenwerkingspartners van de Classico zijn van belang voor de andere ambities van de gemeente Utrecht op het gebied van fietsevenementen en activiteiten (zie doelstelling 1 van deze paragraaf).
2.2.3 Samenwerking, sport in Utrecht is een teamprestatie 1. Samenwerking met de culturele sector in Utrecht op het gebied van evenementen leidt tot minimaal een evenement per jaar waarbij sport en cultuur gezamenlijk op het programma staan Situatie in 2011 Utrecht richt zich de komende beleidsperiode meer dan tevoren op samenwerking tussen de sportwereld en het culturele veld. Momenteel wordt samen met de Vrede van Utrecht bekeken hoe het European Youth Olympic Festival (EYOF) en de viering van 300 jaar vrede in 2013 aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Concrete acties 2011 2012-2013 2014-2016
en in welk jaar deze worden uitgevoerd Uitwerking samenwerking Vrede van Utrecht en EYOF 2013. Concretisering en uitvoering programma Vrede van Utrecht en EYOF voor 2013. Voor deze jaren wordt gekeken aan welke andere (top)sportevenementen culturele activiteiten gekoppeld kunnen worden of andersom.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Binnen het EYOF 2013 wordt op cultureel gebied de samenwerking gezocht met de Vrede van Utrecht en haar partners. Op het gebied van sport en gaming heeft in 2011 een verkennend gesprek plaats gevonden met de Dutch Game Garden in Utrecht. Tevens samenwerking met Achmea, als hoofdsponsor van het EYOF. 2. Sport in Utrecht is een uitkomst van gedeelde inzet en visie. Dit is vastgelegd in een brede alliantie met bedrijven, bonden en evenementenorganisatoren Situatie in 2011 Zowel voor topsport, breedtesport als voor het accommodatiebeleid is samenwerking met bedrijfsleven, onderwijsinstellingen, welzijnsinstellingen, sportieve en culturele organisaties en andere partners in en om Utrecht van groot belang. Samen krijgen we de sport in Utrecht op een hoger (olympisch) niveau. In 2011 wordt er al op verschillende manieren samengewerkt met deze partners. De komende jaren wordt er, nog meer dan tevoren, samenwerking gezocht. Dit wordt vastgelegd in een brede alliantie. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012 Verdere versterking samenwerking partners; Gezamenlijke invulling samenwerkingsagenda. 2012 – 2016 Vastleggen samenwerking in brede alliantie; Start netwerk topsportevenementen organisatoren. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren?
7/28
Naast de samenwerkingspartners die hierboven al zijn benoemd, is verdere samenwerking met de provincie Utrecht, regionale partners, de andere G4-steden en Eindhoven ook van belang. 3. Utrecht is dé locatie voor organisatoren van sportieve beurzen en congressen en de vestiging van kennisinstituten gericht op sport Situatie in 2011 Utrecht profileert zich als 'stad van kennis en cultuur'. Op het terrein van sport wil Utrecht kennis en kennisuitwisseling verder stimuleren. De aanwezigheid van de Utrechtse School voor Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO, o.a. met Master Sportbeleid- en Sportmanagement en initiator van Centrum voor Sport & Samenleving) en de vestiging van het Mulier Instituut (per oktober 2011) leveren hier een belangrijke bijdrage aan. Een voorbeeld van kennisuitwisseling in 2011 is de ondersteuning en het gastheerschap van de gemeente voor de Kennissessie Sportieve Buurt van de Nederlandse Sport Alliantie (NSA) in december 2011. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012-2016 Ondersteuning sportgerelateerde initiatieven op het gebied van kennisuitwisseling in samenwerking met USBO en Mulier Instituut; Betrokkenheid bij de ontwikkeling van de Academie voor de Stad (Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht). Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? De profilering als kennisknooppunt gaat in samenwerking met de provincie en buurgemeenten, zoals Nieuwegein en de daar gevestigde sportbonden. Belangrijke partners zijn naast de Universiteit Utrecht (inclusief USBO) en het Mulier Instituut, de onderwijsinstellingen Hogeschool Utrecht, ROC MN en ROC ASA. Een uitermate geschikte locatie voor beurzen en congressen is de Jaarbeurs Utrecht. 4. Organisatie van de jaarlijkse Uitreiking Utrechtse Sportprijzen Situatie in 2011 Vanaf 2011 (uitreiking 15 februari 2012) wordt het jaarlijkse Sportgala soberder en tegen een beperkt budget georganiseerd. Om de omvang van het evenement op peil te houden, worden sponsoren en partners gezocht om het evenement financieel te ondersteunen. Deze partners worden uitgenodigd om mee te denken over vorm en inhoud van het evenement. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012-2016 Jaarlijkse uitreiking Utrechtse sportprijzen in zeven categorieën, met minimaal 400 gasten en drie externe partners als sponsor/supplier die voor minimaal 25% bijdragen in de totale begroting van het evenement. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Voor het evenement wordt gezocht naar lokale partners en bedrijven die het evenement willen ondersteunen. Voor de uitreiking Sportprijzen 2011 wordt samengewerkt met RTV Utrecht, Rabobank Utrecht en de VSU.
8/28
3. Breedtesport 2011-2016 3.1 Visie en ambities De Utrechtse breedtesport is de broedplaats voor talent. Utrecht wil dan ook zo veel mogelijk Utrechters aan het sporten en bewegen krijgen en ook houden. In de Sportnota 2011-2016 ‘In Utrecht staat jouw talent centraal!’ zijn om dat te bereiken breedtesport doelstellingen geformuleerd. De belangrijkste daarvan zijn meer algemeen van aard. Deze worden gezien als dé overkoepelende (effect)doelstellingen voor het sportbeleid waar alle overige doelstellingen en resultaten aan bijdragen. Het gaat hierbij om de volgende doelstellingen: -
-
Utrechtse sport- en beweegdeelname naar olympisch niveau: minimaal 75 procent van de Utrechters boven de 16 jaar doet in 2016 regelmatig (minimaal een keer per maand) aan sport. Dat is nu 68 procent (Utrecht Monitor 2011) en was in 2008 nog 65 procent; Jeugdsportdeelname in krachtwijken is gemiddeld met 2 procentpunt gestegen, in niet-krachtwijken is dit gemiddeld gelijk gebleven; Het percentage Utrechters van 16 jaar en ouder in de krachtwijken dat voldoet aan de beweegnorm2 is gestegen van 62% in 2010 naar 67% in 2016. Dit staat gelijk aan het stedelijk gemiddelde van 2010, dat op 67% ligt.
In paragraaf 3.2 wordt uitgewerkt wat we willen ondernemen om de bovenstaande doelstellingen in 2016 te realiseren. We volgen hierbij de indeling van de Sportnota.
3.2 Hoe gaan wij dit realiseren? 3.2.1 Versterken sportverenigingen Voor het versterken van de sportverenigingen moeten de volgende resultaten worden bereikt in 2016; 1.
De professionalisering van verenigingen is doorontwikkeld en de verschillende vormen (verenigingsondersteuning, verenigingsmanagers en combinatiefunctionarissen) zijn op elkaar afgestemd
Tevens wordt het volgende resultaat uit paragraaf 3.2.2 Sport en gezondheid in de wijk ook in deze paragraaf behandeld: "Er is een optimale samenwerking en afstemming tussen de verschillende (sport)professionals in de wijk". Hier is voor gekozen omdat er een relatie ligt tussen de verdere professionalisering van de verenigingen en de positie van de beweegmakelaar. In de Sportnota staat dit als volgt omschreven: “Per 2013 verandert de organisatie van het welzijnswerk. De gevolgen hiervan voor de positie van de beweegmakelaar worden aan de hand van dit traject bezien. Daarbij zoeken wij naar een optimale verhouding tussen de beweegmakelaar en andere (sport)professionals in de wijk, zoals de combinatiefunctionaris en verenigingsmanager.” Situatie in 2011 - 2012 Vernieuwend Welzijn De Uitvoeringsnota Vernieuwend Welzijn is november 2011 in de raad vastgesteld, waardoor de organisatie van het welzijnswerk in 2013 anders wordt vormgegeven. De beweegmakelaars en Sport Scoort! maken deel uit van het aanbod van de huidige WWO’s. In de loop van 2012 zal in een PRINS notitie (PRofessionalisering IN de Sport) worden aangegeven hoe om te gaan met de beweegmakelaars en Sport Scoort! in het kader van Vernieuwend Welzijn. De positionering van de beweegmakelaars wordt daarbij in verband gebracht met de overige vormen van professionalisering in de sport zoals verenigingsondersteuning, verenigingsmanagers en de combinatiefunctionarissen. Gelet op de verschillende activiteiten die worden uitgevoerd staat de volgende vraag daarbij centraal: welke vorm van organisatie en aansturing leidt tot een optimale afstemming en samenwerking tussen de verschillende sportprofessionals in de wijk en een situatie waarin de gemeente haar regiefunctie optimaal kan vervullen? Dit wordt ook in samenhang bekeken met de werkzaamheden van beweegmakelaars volwassenen en ouderen / sociaal makelaars, wijkgezondheidsmedewerkers, etc. In de PRINS notitie zal daarvoor een voorstel worden gedaan. De PRINS notitie zal ook aan de raadscommissie Mens & Samenleving worden voorgelegd.
2
Beweegnorm: Dagelijks minstens een half uur ten minste matig intensieve lichamelijke activiteit (bijvoorbeeld stevig
wandelen (5 km/uur) of fietsen (16 km/uur)), op minimaal 5 dagen per week. 9/28
Verenigingsmanagement In 2011 loopt de pilot Verenigingsmanagement af. Voor 2012 is € 100.000 beschikbaar voor Verenigingsmanagement. Het voorstel is om eerst de pilot goed af te ronden: als er nog projecten zijn die meer tijd nodig hebben om op een structurele wijze binnen de verenigingen geïmplementeerd te worden, wordt daarvoor nog financiële ruimte gecreëerd vanuit de beschikbare € 100.000. In overleg met de VSU wordt in het eerste kwartaal van 2012 een voorstel gedaan hoe en onder welke voorwaarden de € 100.000 verenigingsmanagement wordt ingezet. Bij het opstellen van de PRINS notitie wordt rekening gehouden met de extra gelden die landelijk vanuit het Rijk voor de sport nog ter beschikking komen. Het gaat daarbij om de volgende budgetten: Voor de uitvoering van het Programma Sport en Bewegen in de Buurt (november 2011) stelt het Rijk in 2012 8 miljoen euro en in 2013 en verder 11 miljoen euro extra ter beschikking. Gemeenten kunnen op basis van dit budget een aanvraag indienen voor de inzet van buurtsportcoaches: een functie vergelijkbaar met een combinatiefunctionaris, maar breder inzetbaar waarbij verbindingen gelegd worden tussen sport en gezondheid, welzijn, leefbaarheid, kinderopvang, etc. Er komt een SportImpuls voor NOC * NSF ad. 10 miljoen euro per jaar om ervoor te zorgen dat lokale sporten beweegaanbieders met hun aanbod tegemoet kunnen komen aan de lokale vraag. Voor de uitvoering van het Actieplan Naar een veiliger Sportklimaat is in de periode 2012 – 2016 voor NOC*NSF 7 miljoen euro per jaar beschikbaar. Dit Actieplan wordt uitgevoerd in samenwerking met de KNVB, KNHB, VNG, MO – groep en het Ministerie van Veiligheid & Justitie. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012
2013
Afronden pilot verenigingsmanagement; Notitie met een voorstel voor optimale afstemming en samenwerking tussen de verschillende professionals in de sport. En hoe en onder welke voorwaarden het budget voor verenigingsmanagement wordt ingezet. Afhankelijk van de aanpak van het Rijk wordt in 2012 een voorstel gemaakt voor aanvragen voor de inzet van buurtsportcoaches in het kader van het Programma Sport en Bewegen in de Buurt, de samenwerking gezocht met NOC * NSF in het kader van de Sportimpuls en het Actieplan “ Naar een veiliger Sportklimaat “. Verder uitwerking PRINS notitie.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? De belangrijkste betrokken partijen in dit proces zijn sportverenigingen, VSU, WWO’s, Onderwijs / (Brede) Scholen en Bonden. 2. Verenigingen die een extra bijdrage leveren aan de Utrechtse maatschappelijke ambities worden voor hun betrokkenheid en creativiteit beloond Situatie in 2011 In de Sportnota is vanaf 2012 een beperkt stimuleringsbudget (€ 25.000 per jaar onder de titel Breedtesport stimulering) opgenomen voor verenigingen die met vernieuwende projecten of concepten komen die een extra bijdrage leveren aan de Utrechtse maatschappelijke ambities. Daarnaast worden verenigingen gestimuleerd en ondersteund om als ‘hart voor sport en bewegen' te fungeren en daarmee open te staan voor zoveel mogelijk wijkbewoners, concepten als 7 x 16 uur sportactiviteiten per week aanbieden passen daarbij. In de tekst van de programmabegroting 2012 wordt ook op deze mogelijkheid gewezen onder de doelstelling: “Stimuleren en ondersteunen van vernieuwende concepten binnen sportverenigingen”. In 2012 moet deze doelstelling ertoe leiden dat minimaal vier verenigingen gebruik hebben gemaakt van deze regeling. In 2016 moeten dat er 16 zijn. Naast dit stimuleringsbudget zijn er nog meer initiatieven die ondersteund worden. Zo is in 2011 de samenwerkingsovereenkomst van het Utrechts Totaalvoetbalplan afgesloten tussen de gemeente, KNVB, VSU en FC4YOU. In het plan zijn een aantal SMART doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de Utrechtse voetbal. De doelstelling en activiteiten gericht op sportiviteit en respect uit het Totaalvoetbalplan sluiten aan op en worden waar mogelijk in verband gebracht met acties in het kader van de Vreedzame Wijk en de Vreedzame Sportvereniging en het Actieplan “Naar een veiliger sportklimaat “. In het kader van verbetering van het sociaal - pedagogisch klimaat binnen sportverenigingen wordt ook de stichting Positief Coachen ondersteund en zij werken daarin samen met de organisatie Eduniek (uitvoerder van het concept Vreedzame Wijk). 10/28
In het kader van Vernieuwend Welzijn loopt een pilot bij vv Hoograven. In deze pilot wordt onderzocht hoe de inzet van de sociaal makelaar3 de sportvereniging kan versterken en de sociale problematiek verminderen. Vanuit de USBO wordt tevens onderzoek verricht naar het versterken van samenwerking tussen verschillende sectoren die met jeugd in aanraking komen in de wijk Hoograven. Sportbonden hebben de afgelopen jaren een groot aanbod aan innovatieve sportconcepten ontwikkeld. De succesvolle concepten worden in samenwerking met NOC*NSF en VWS in 2011 en de komende jaren ondersteund om in het land uitgezet te worden. In Utrecht is al een aantal van deze concepten van start gegaan (zoals Sport'sCool, Beeball en Denken & Doen) en er wordt samen met de bonden, NOC*NSF, NISB en de beweegmakelaars gekeken waar nog meer behoefte bestaat aan vernieuwende concepten. Het wijksportplan biedt daar een goede basis voor (zie de eerste doelstelling van paragraaf 3.2.2 Sport en gezondheid in de wijk). Tot slot loopt in het kader van het Programma Nuchter over Alcohol van de gemeente Utrecht het Convenant Sport en Alcohol in samenwerking met de VSU en worden vanuit de gemeentelijke JOGG aanpak (Jongeren Op Gezond Gewicht, zie ook 3.2.2) verenigingen ondersteund die willen werken aan een ‘gezonde sportvereniging’. Alle initiatieven mogen niet tot gevolg hebben dat er teveel regelgeving of administratieve vragen op verenigingen af komen. De VSU houdt zich om die reden bezig met maatregelen onder de titel 'Moeiteloos besturen', om sportverenigingen daarin te ondersteunen. Concrete acties en in welk jaar worden die uitgevoerd 2012 In het eerste kwartaal 2012 wordt een voorstel gemaakt op basis van welke criteria Utrechtse sportverenigingen gebruik kunnen maken van het stimuleringsbudget ad. € 25.000. Gelet op het beperkte budget moet dit een eenvoudige regeling zijn met zo min mogelijk administratieve rompslomp; Vier verenigingen maken gebruik van het stimuleringsbudget voor vernieuwende concepten; In de zomer 2012 wordt op basis van de behaalde resultaten van het Utrechts Totaalvoetbalplan bepaald of en op welke wijze de samenwerking wordt voortgezet; De uitvoering van het Convenant Sport en Alcohol wordt ondersteund en gemonitord. Bekeken wordt of de ondersteuning aan sportverenigingen die aan gezondheid willen werken, kan worden voortgezet. 2012 – 2015 Toepassing regeling vernieuwende sportconcepten. Per jaar maken vier verenigingen gebruik van het stimuleringsbudget voor vernieuwende concepten. Op basis van de verantwoording van de gesubsidieerde partijen wordt elk jaar aangegeven of de regeling aan de beoogde effecten voldoet. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? De VSU wordt in de rol van belangenbehartiger betrokken bij het opstellen van de subsidieregeling. Ook wordt de VSU uitgenodigd om te adviseren hoe deze regeling zo efficiënt mogelijk kan worden toegepast binnen de Utrechtse sportwereld. Voor de overige activiteiten zijn naast de VSU tal van partners betrokken, zie hierboven. 3. De netwerken per tak van sport worden nog beter ingezet en benut met als doel de Utrechtse sport te versterken Situatie in 2011 In het kader van het programma Verenigingsondersteuning organiseert de VSU netwerkbijeenkomsten voor de verschillende takken van sport in de stad. Tijdens deze bijeenkomsten wordt kennis en ervaring gedeeld en aandacht besteed aan het gezamenlijk organiseren van activiteiten. Deze netwerkbijeenkomsten hebben verder als resultaat dat verenigingen elkaar beter leren kennen en zij vormen een belangrijk platform voor de VSU, bonden en gemeente om nieuwe ontwikkelingen in de sport te bespreken. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012
2012-2016:
De VSU ondersteunt in totaal 14 sportnetwerken. In samenwerking met de VSU en de netwerken wordt bepaald welke onderwerpen in het kader van het versterken van de sport worden geagendeerd. In de netwerken van de takken van sport met grote wachtlijstproblematiek (voetbal, tennis en hockey) wordt daar extra aandacht aan besteed. Elk jaar wordt een gezamenlijke bijeenkomst voor alle sportnetwerken georganiseerd.
De sociaal makelaar begeeft zich voornamelijk in het domein van de bewoners en ondersteunt hen bij het versterken van hun zelforganiserend vermogen.
3
11/28
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? VSU, 16 takken van sport, betrokken bonden, combinatiefunctionarissen, beweegmakelaars en verenigingsmanagers. 4. Sportdeelname wordt voor inwoners die zich de contributie van een sportvereniging niet kunnen veroorloven, zoveel mogelijk gegarandeerd Situatie in 2011 In 2011 is de U–pas regeling voor de sport van kracht. Op basis van deze regeling kunnen kinderen tot en met 16 jaar bij een groot aantal sportverenigingen in Utrecht gratis sporten. Aanvullend is er het JeugdSportFonds, bedoeld voor kinderen die: geen U–pas korting kunnen krijgen (en door een te laag inkomen van de ouders niet kunnen sporten) en/of een sportvereniging kiezen die (nog) niet is aangesloten bij het U–pasbureau. Daarnaast bestaat er voor kinderen die met een U–pas sporten de mogelijkheid om via het JeugdSportFonds een aanvraag in te dienen voor sportattributen en/of sportkleding. Belangrijke ontwikkeling is dat het Armoedebeleid wordt herzien. Voorstellen hiervoor zijn in het eerste kwartaal 2012 gereed. Dankzij een landelijke lobby blijft het gratis of met korting sporten voor kinderen ondanks bezuinigingen overeind. Het bestuur van het JeugdSportFonds zal gevraagd worden een voorstel te ontwikkelen om te voorkomen dat er eind 2012 voor het JeugdSportFonds weer wachtlijsten ontstaan. Aangezien er niet méér budget voorhanden is, kan dit enerzijds leiden tot scherpere of andere criteria om voor ondersteuning in aanmerking te komen en moeten er anderzijds meer sponsoren geworven worden. In de begroting van de Sportnota is een structureel bedrag van € 30.000 (onder de titel 'Kennismaking van de Jeugd' voor het JeugdSportFonds) beschikbaar. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012 Voor de zomer 2012 wordt duidelijk welke gevolgen het herziene Armoedebeleid heeft; Het bestuur van het JeugdSportFonds wordt gevraagd een voorstel te ontwikkelen om te voorkomen dat er eind 2012 voor het JeugdSportFonds weer wachtlijsten ontstaan. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Bestuur JeugdSportFonds, U–pasbureau, VSU en SportService Midden Nederland. 5. Van twaalf naar achttien combinatiefunctionarissen werkzaam in de sport Situatie in 2011 Vanuit de 'Impuls brede school, sport en cultuur' zijn voor de sportsector 18 combinatiefuncties (CF) beschikbaar. De situatie in 2011 is 11,8 FTE voor CF Sport, verdeeld over negen takken van sport. Vanuit de Beleidsbrief Sport en het programma 'Sport en Bewegen in de Buurt' ligt de focus op de inzet van meer lokale menskracht (buurtsportcoaches), zie doelstelling 1 van paragraaf 3.2.1. In 2011 zijn de Utrechtse sportverenigingen uitgenodigd om een aanvraag te doen voor de uitbreiding aan CF in 2012 met 6,2 FTE. De VSU en de bonden zijn bij deze procedure betrokken. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012
2013-2016
Alle CF zijn vanuit de Impuls brede school, sport en cultuur in 2012 aangesteld. Er worden richtlijnen opgesteld voor de CF voor zijn dienstverband van maximaal 40% binnen de sportvereniging en maximaal 60% voor de (brede) school, buurt, zorg, BSO en welzijn. Zorg voor kwaliteit en scholing CF vanuit landelijk budget. Tijdens de scholing van de CF wordt ook aandacht besteed aan hun voorbeeldrol richting de jeugd als het gaat om gezonde leefstijl. Hierbij kan ook gebruik gemaakt worden van de toolkit vanuit de bonden. Tevens aansluiting bij scholing Vreedzame Wijk, zie doelstelling 2 van paragraaf 3.2.1.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Met de VSU wordt onderzocht of het werkgeverschap voor een deel van de CF kan worden uitgevoerd door de VSU. Dit heeft consequenties voor de samenwerkingsvorm. Daarnaast wordt samenwerking gezocht met sportverenigingen, het primair en voortgezet onderwijs, de ROC‘s, welzijn, BSO en beweegmakelaars.
12/28
6. Voortzetting Subsidie Sportverenigingen Situatie in 2011 In de sportnota 2011-2016 is aangegeven dat het budget voor de Subsidie Sportverenigingen terugloopt met € 100.000 in 2013 door het wegvallen van de incidentele bijdragen uit de reserves. Op dit moment wordt de Subsidie Sportverenigingen verleend op basis van een aantal criteria. De vraag is of deze criteria gewijzigd moeten worden als het budget daalt. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012
Voor 1 juni 2012 wordt een voorstel gedaan over hoe de daling van het budget in de berekening van de subsidie vorm moet krijgen.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Bij het opstellen van dit voorstel wordt de VSU als belangenbehartiger betrokken en om advies gevraagd.
3.2.2 Sport en gezondheid in de wijk De volgende doelstelling uit de Sportnota is wegens grote overlap toegevoegd aan doelstelling 1 van paragraaf 3.2.1: Er is een optimale samenwerking en afstemming tussen de verschillende (sport)professionals in de wijk. 1. Elke wijk heeft een sport- en beweegplan op maat Situatie in 2011 Elke wijk in Utrecht heeft een beweegmakelaar Jeugd. In totaal is er 2,4 FTE beweegmakelaar Jeugd verdeeld over de stad. De beweegmakelaar Jeugd brengt per wijk de vraag op sport- en beweeggebied in beeld en stemt het af op het aanbod. De doelstelling is om meer wijkbewoners met nadruk op de jeugd structureel aan het sporten en bewegen te krijgen bij de reguliere sportaanbieders in de wijk, zoals de sportverenigingen. Naast de beweegmakelaarsuren is daarvoor het sportstimuleringsprogramma Sport Scoort! en een beperkt activiteitenbudget beschikbaar voor de beweegmakelaar. Vanuit Sport Scoort! worden door sportverenigingen kennismakingslessen onder- en naschooltijd aangeboden en tot slot op de vereniging zelf, met als doel dat geïnteresseerde kinderen kunnen doorstromen naar lidmaatschap bij de vereniging. De beweegmakelaars Jeugd hebben als taak om per wijk een wijksport- en beweegplan op maat te schrijven. Onder ‘op maat’ wordt verstaan dat een vraaggerichte aanpak wordt gekozen. In de wijken waar de sportparticipatie al hoog is (Oost, Noordoost en Binnenstad), weten bewoners de weg naar de sport en de sportvereniging al goed te vinden. In deze wijken wordt dan ook gekeken naar een ‘afgeslankte’ versie van het wijksport- en beweegplan. Dit kan zijn een plan gericht op specifieke buurten, of een jaarplan met concrete acties in plaats van een vierjarig plan. Deze vraaggerichte aanpak ligt in lijn met het Vernieuwend Welzijn. Er wordt uitgegaan van de eigen kracht van de wijk. Welke invloed de ontwikkelingen op het gebied van Vernieuwend Welzijn hebben op de positionering van de beweegmakelaars, die nu werkzaam zijn bij de Wijkwelzijnsorganisaties, is te lezen onder doelstelling 1 van paragraaf 3.2.1. De beleidsbrief Sport van VWS richt zich voor een belangrijk deel op sport en bewegen in de buurt. Daarnaast ontwikkelt VWS een buurtscan, die uitstekend aansluit op het wijksport- en beweegplan. De Utrechtse wijksport- en beweegplannen zijn derhalve een goede basis om aansluiting te zoeken bij het landelijke beleid en eventueel aanspraak te maken op de middelen die in dat kader vrij komen. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011
2012
Overleg met WWO’s en VSU over gevolgen Vernieuwend Welzijn op de positionering beweegmakelaars per 2013; Alle wijksport- en beweeg(jaar)plannen zijn gereed. Naar aanleiding van overleg met WWO’s worden de wijksport- en beweegplannen voortgezet. Qua organisatie is één en ander afhankelijk van de ontwikkelingen in het kader van Vernieuwend Welzijn; Wijksport- en beweegplan Noordwest als pilot voor de buurtscan van VWS in het kader van Sport en Bewegen in de Buurt.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? WWO’s (beweegmakelaars), alle participanten in de wijksportplannen, VSU.
13/28
2. Alle relevante organisaties werken op wijk- of buurtniveau samen aan het verhogen van de sport- en beweegdeelname Situatie in 2011 In de Utrechtse aandachtswijken voldoet 62% van de volwassenen aan de beweegnorm. Tussen de aandachtswijken onderling zijn er duidelijke verschillen. Dit komt ondermeer doordat de mate van integrale samenwerking op dit thema, nog erg verschilt. In Overvecht wordt al vanaf 2008 met Achmea (toen Agis) samengewerkt aan de 'Gezonde Wijk Overvecht' en stedelijk aan het convenant 'Utrecht Gezond!'. Aan dit convenant is in 2011 de paragraaf 'Vitaliteit en gezondheid' toegevoegd waarin preventie door middel van sport en bewegen centraal staat. Dat deze aanpak succes sorteert blijkt uit de eerste resultaten, zoals 4% minder zorgkosten en het percentage Overvechters van 19 jaar en ouder dat de beweegnorm haalt is van 54% in 2008 gestegen naar 65% in 2010. Daarmee is het nu ongeveer gelijk aan het Utrechts gemiddelde. Vanaf 2010 is in het kader van het Nationaal Actieplan Sport & Bewegen (NASB) in Overvecht al een beweegmakelaar volwassenen en ouderen actief, net als in Zuid en Noordwest. Deze beweegmakelaar heeft als belangrijkste taken een up to date overzicht hebben van al het sport- en beweegaanbod in de wijk, hierover actief communiceren en 'makelen' tussen vraag en aanbod. Het gaat hierbij om het (waar mogelijk) faciliteren en ondersteunen van met name laagdrempelig beweegaanbod voor inactieven. Daarnaast is hij de schakel tussen de eerstelijns zorg en dit beweegaanbod in de wijk, waarin hij ook samenwerkt met de wijkgezondheidswerkers van de GG&GD. Utrecht is samen met Amsterdam, Den Haag en Rotterdam partner van het convenant Gezond Gewicht. Dit convenant bouwt aan een landelijke JOGG beweging (Jongeren Op Gezond Gewicht). JOGG staat voor een lokale (of wijkgerichte), intersectorale aanpak waarbij kinderen/jongeren en hun ouders centraal staan. Kenmerkend voor deze aanpak is dat alle belanghebbende partijen in de wijk gemobiliseerd worden om de gezonde keuze gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Utrecht is sinds 2010 koplopergemeente JOGG en richt de JOGG aanpak voornamelijk op de aandachtswijken en daarbinnen sterk op de basisscholen en op de jongere leeftijdsgroepen (9 maanden tot 4 jaar). Jeugd boven de 12 heeft minder prioriteit. De rol van de gemeente op sportgebied is om de integrale aanpak van partners op het vlak van sport en bewegen te stimuleren en daar waar mogelijk de link met gezonde leefstijl te leggen. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011 2011-2012 2012
2013 2013-2016
Aanstelling totaal 0,67 fte beweegmakelaars Volwassenen & Ouderen in Zuidwest en Leidsche Rijn op basis van incidentele middelen NASB. (In het kader van de Beweegkuur Impuls) Realisering van een "warme overdracht" van de eerstelijnszorg naar het reguliere sport- en beweegaanbod in Overvecht en Kanaleneiland. De invoering van een certificeringsysteem voor sport- en beweegaanbieders wordt onderzocht in samenwerking met de 1ste lijnszorg; Het beweegaanbod is per wijk in beeld gebracht en via beweegfolders en op verschillende websites wordt eenduidige informatie gecommuniceerd (o.a. jekuntmeer.nl en sportutrecht.nl); Deze folders (waarin de websites staan vermeld) worden verspreid bij (en door) de 1ste lijnszorg en onder wijkbewoners. Structurele inbedding van de functie ‘beweegmakelaar voor volwassenen en ouderen’. Een structurele samenwerking met Achmea; Samenwerking en kennisuitwisseling met de partners van JOGG.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Om te komen tot één aansluitende keten van de zorg naar geschikt sport- en beweegaanbod (in de wijk), werkt Utrecht samen met: Achmea, sportverenigingen, VSU, sportbonden, NOC*NSF, fitnessaanbieders, eerstelijnszorg, sociaal makelaars, beweegmakelaars, Stadsmaatschap Utrecht, Raedelijn, NISB.
14/28
3.2.3 Sport- en beweegaanbod op maat Binnen deze paragraaf worden de doelstellingen uitgewerkt aan de hand van dezelfde tweedeling als ook in de Sportnota 2011-2016 is aangehouden: A. Gericht op leeftijdscategorieën B. Voor specifieke groepen
A.
Gericht op leeftijdscategorieën
1. Binnen 10 verschillende takken van sport zijn vernieuwende sportconcepten of -strategieën gericht op de diverse leeftijdscategorieën geïntroduceerd bij minimaal 20 sportverenigingen Situatie in 2011 Kinderen (6-12 jaar) Er worden diverse sport- en beweegprogramma's aangeboden. Sport Scoort!, schoolsporttoernooien, sportactiviteiten tijdens de Verlengde Leertijd en de inzet van combinatiefunctionarissen dragen bij aan het verhogen van de sportdeelname. Jongeren (13-17 jaar) De nadruk ligt vooral op het verhogen van de sportparticipatie op vmbo scholen. De interventies van SportU, schoolsporttoernooien, JOGG en de combinatiefunctionaris Sport leveren daartoe een bijdrage. Tevens is extra aandacht voor allochtone meiden vanuit de beweegmakelaars en VSU in wijken met een hoog percentage allochtone bewoners. Vanuit het Totaalvoetbalplan worden voetbalverenigingen met veel mannelijke allochtone sporters gestimuleerd ook voor meiden mogelijkheden te creëren. Hier wordt in de netwerkbijeenkomsten van de VSU ook aandacht aan besteed. Studenten (18-23 jaar) Studenten weten hun weg naar de sportvereniging vaak goed te vinden. In 2011 hebben er gesprekken plaatsgevonden met belangenbehartigers van studenten(sportverenigingen), om voor de komende periode te onderzoeken wat studenten en de gemeente voor elkaar kunnen betekenen. Er liggen veel kansen in de sfeer van vrijwillige inzet van studenten bij sportverenigingen en het betrekken van studentensportverenigingen bij de wijk. Een goed voorbeeld van dit laatste is Stichting Move, ontstaan uit studentenroeivereniging Orca. De gemeente heeft de maatschappelijke projecten van stichting Move in 2011 waar mogelijk ondersteund. Volwassenen (24-44 jaar) Er is nog geen expliciete aandacht voor het aan het sporten en bewegen brengen van de ouders van jeugdleden. Mediors (45-64 jaar) Er wordt steeds meer gekeken naar de innovatieve sportconcepten van de sportbonden. Onder andere fithockey en 45+ voetbal (incidenteel) worden bij Utrechtse verenigingen aangeboden. Op Sportpark Maarschalkerweerd is een nieuw concept ontwikkeld voor 55plussers: PlusSport. Een aantal verenigingen/sportaanbieders werkt samen met de VSU om in de ochtenduren op hetzelfde moment verschillende sporten aan te bieden. Seniors (65+) Zie doelstelling 3 van deze paragraaf. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012 – 2016
Kinderen (6-12 jaar) Beweegmakelaars en combinatiefunctionarissen worden ingezet om ouders en opvoeders te ondersteunen bij het realiseren van een gezonde leefstijl, voldoen aan de beweegnorm en aansluiten bij de 'gezonde school' aanpak. Bij sportbonden, VSU, WWO's en scholen wordt aandacht gevraagd voor verlengde leertijd en ouderparticipatie in relatie tot de huidige doelstellingen. Jongeren (13-17 jaar) Aanbod richten op sportief chillen via schoolsport of (school)sportvereniging. De jongeren zien de sportvereniging vooral voor het verhogen van technische vaardigheden en spelen van competitie. De inzet is gericht om sportverenigingen aantrekkelijker te maken voor de jongeren; Interventie JOGG uitbreiden naar andere wijken; Ondersteunen van ouders en opvoeders voor het realiseren van een gezonde leefstijl. 15/28
Voor (allochtone) meiden sport(en) aanbieden via Ladyfit om sportparticipatie te verhogen. Daarnaast voetbal specifiek aanbod realiseren en (Volks)dansen zien als bewegingsvorm waardoor beweegnorm wordt gehaald. Bij de sportbonden, de VSU, de WWO's en de scholen wordt aandacht gevraagd voor ouderparticipatie in relatie tot de huidige doelstellingen. Studenten (18-23 jaar) Studentensportverenigingen worden ingezet om kennismakingscursussen in het VO te verzorgen; worden gehoord en betrokken bij sport- en beweegprogramma’s; meer participatie tussen burger- en studentensportverenigingen; aansluiten van studentensportverenigingen bij netwerkbijeenkomsten VSU; de gemeente blijft gesprekpartner om gezamenlijk met studenten(sportverenigingen) tot oplossingen van eventuele knelpunten te komen. Volwassenen (24-44 jaar) Binnen twintig sportverenigingen is er expliciete aandacht voor het aan het sporten en bewegen brengen van de ouders van jeugdleden. Bijvoorbeeld door ouders te vragen welke sport/beweegactiviteit ze leuk vinden en deze te faciliteren tijdens de training van hun kinderen: hardlopen, "trimmen, of het gebruik maken van een sportzaaltje bij een Multifunctionele Accommodatie (MFA). De sportprofessionals in de wijk spelen hierin een belangrijke rol. Mediors (45-64 jaar) De netwerken van de VSU worden gebruikt om, onder andere in samenwerking met de sportbonden, nieuwe concepten onder de aandacht te brengen van de verenigingen. Waar nodig zullen de verenigingen worden ondersteund bij de implementatie van deze concepten. Daarnaast wordt de kennis van Plussport gebruikt om in de overige harten van de sport in de wijk (totaal 7) in de daluren ook aanbod te realiseren voor mediors/seniors. De kwaliteit van dit aanbod zal worden gewaarborgd, door hier het 'Plussport' label aan te koppelen. Aan dit label worden voorwaarden gehangen onder andere met betrekking tot de opleiding van de trainers. Seniors (65+) Binnen deze leeftijdscategorie wordt nog verder onderscheid gemaakt tussen mensen die zelfstandig wonen en mensen die gebruik maken van voorzieningen voor ouderen (aanleunwoning, verzorgingshuis of verpleeghuis). Voor concrete acties, zie doelstelling 3 van deze paragraaf. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren?, Sportverenigingen, VSU, onderwijs, sportbonden, NOC*NSF, overige sport- en beweegaanbieders, JOGG wijkprojectleiders, ouders en opvoeders, eerstelijnszorg, beweegmakelaars, Sport Service Midden Nederland. 2. Drie jeugdkaderopleidingen opzetten in het Voorgezet Onderwijs, gericht op inzet van jeugd binnen sportverenigingen, bijvoorbeeld als jeugdtrainer, coach, begeleider, scheidsrechter etc. Situatie in 2011 In 2011 is er geen jeugdkaderopleiding in het Voortgezet Onderwijs. Middels de netwerkbijeenkomsten van de VSU en de bonden wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor minimaal drie jeugdkaderopleidingen. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011-2012 Gesprekken met diverse partners; Realisatie minimaal twee Krajicek Scholarships. 2012-2013 Werving cursisten en één kaderopleiding. 2013-2014 Evalueren opleiding, aanscherpen en werving cursisten. 2016 Drie jeugdkader opleidingen met maximaal 50 cursisten in 3 takken van sport. Te denken valt aan teamsporten voetbal, basketbal, hockey etc. 2016 Op elke playground in de wijk (RKF of CCF) is gekwalificeerd kader actief vanuit de kaderopleiding Meedoen, Leren, Winnen of een Krajicek scholarship. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? De samenwerkingspartners op dit gebied zijn de nog te benoemen kaderopleidingen, de bijbehorende sportbonden en de voortgezet onderwijs scholen. Daarnaast kunnen de netwerkbijeenkomsten van de VSU, ROC’s en het platform Sport en Bewegen een rol spelen in de ondersteuning.
16/28
3. Er is een convenant gesloten met vijf zorglocaties/-instellingen over het in beweging krijgen van hun bewoners Situatie in 2011 Aveant en AxionContinu zijn gestart hun bewoners meer te laten bewegen door het beweegaanbod te verbeteren, begeleiders te scholen op het belang van dagelijks bewegen, en activiteiten op te stellen voor buurtbewoners. Er is één beweegtuin in Overvecht (Vechtzoompark). Deze is gerealiseerd naast een verzorgingshuis en is een bewonersinitiatief. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012
2012-2013
Afsluiten convenant met vijf zorginstellingen over het in beweging krijgen van hun bewoners en de buurt; Het specifieke sport- en beweegaanbod voor 65plussers in de stad is in beeld en staat op één website en in de Plusgids van Stade; De mogelijkheden voor een lokaal Fit for Life netwerk Utrecht worden onderzocht. Realisering van minimaal twee beweegtuinen in de buurt van zorginstellingen die geschikt zijn voor ouderen. Een dergelijke beweegtuin wordt alleen gerealiseerd wanneer samenwerking plaatsvindt tussen sociaal makelaars, de beweegmakelaar en een zorginstelling (+ fysiotherapeut).
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Sportverenigingen, VSU, Zorginstellingen (AxionContinu, Aveant), Achmea, beweegmakelaars, wijkgezondheidswerkers en sociaal makelaars.
B.
Voor specifieke groepen
Wij zorgen ervoor dat mensen met een lichamelijke, verstandelijke of langdurig psychische beperking kunnen sporten en bewegen. Regulier waar het kan en speciaal waar het moet. Hierbij wordt gewerkt vanuit de (latente) vraag, die zeer divers is. Sommige mensen willen sporten met mensen zonder beperking bij een reguliere sportvereniging en anderen sporten liever in de voor hen veilige omgeving van bijvoorbeeld een woonvoorziening met mensen die hen 'begrijpen'. Er wordt gewerkt volgens de methodiek 'Agenda 22', waarmee we streven naar het inweven van mensen met een beperking in bestaand beleid en ontwikkelingen. Hiervoor wordt afgestemd met de belangenorganisaties in Utrecht en omgeving. Aangepast Sporten Onder aangepast sporten vallen de volgende twee doelstellingen: 4. Toename van 23 naar 38 verenigingen met sportaanbod voor mensen met een beperking 5. Minimaal 8 verenigingen hebben geschikte trainers en aanbod voor de (O)GGZ-doelgroep Situatie in 2011 In het kader van het NASB is vanaf 1 januari 2011 een consulent aangepast sporten (CAS) in dienst bij de VSU, werkzaam. Deze is begonnen met een basis van 23 sportverenigingen die aangepast sportaanbod hebben voor mensen met een beperking. Bij deze verenigingen zijn nog geen geschikte trainers specifiek voor de (O)GGZ-doelgroep. Vanaf 2012 is er geen gemeentelijk projectleider voor deze doelgroep meer, maar dit wordt wel geïntegreerd in de CAS functie. Om mensen met een beperking aan het sporten te krijgen is fysieke toegankelijkheid van de sportaccommodaties van belang. Hier is al rekening mee gehouden bij nieuwe accommodaties, maar de bestaande accommodaties moeten nog worden gecontroleerd en aangepast. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011 2012
Aanstelling CAS bij de VSU (eindigt in 2014) op basis van financiering uit het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen; Samenwerking met zorginstellingen zoals Reinaerde ('Zo kan het ook'), Abrona en Amerpoort & 's Heeren Loo; Aantal verenigingen met geschikt aanbod voor de (O)GGZ-doelgroep stijgt naar 2; Het aantal verenigingen met aanbod voor mensen met een beperking stijgt naar 30; Eén website waarop het regionale sportaanbod staat voor mensen met een beperking; Samenwerking met MEE (waardoor begeleiders het belang van bewegen wordt bijgebracht en meer mensen, via de CAS, worden toegeleid naar sportaanbod); De grote sportevenementen in Utrecht (de Jaarbeurs Utrecht Marathon, Singelloop, EYOF etc) houden rekening met bezoekers met een beperking; Aanstelling CF speciaal Onderwijs (2012); De CAS stimuleert en ondersteunt sportverenigingen om trainers voor de (O)GGZ op te leiden. 17/28
2012-2013 2013
2014 2015 2016
Een bezoek gebracht aan bestaande sportaccommodaties om de toegankelijkheid te onderzoeken en aan te passen. Het aantal verenigingen met aanbod voor mensen met een beperking stijgt naar 32; Het aantal verenigingen met geschikt aanbod voor de (O)GGZ-doelgroep stijgt naar 4; Eén of twee sportevenementen voor mensen met een beperking in het kader van de side events EYOF 2013 Utrecht. Het aantal verenigingen met aanbod voor mensen met een beperking stijgt naar 34; Het aantal verenigingen met geschikt aanbod voor de (O)GGZ-doelgroep stijgt naar 6. Het aantal verenigingen met aanbod voor mensen met een beperking stijgt naar 36; Het aantal verenigingen met geschikt aanbod voor de (O)GGZ-doelgroep stijgt naar 8. Het aantal verenigingen met aanbod voor mensen met een beperking stijgt naar 38.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Om mensen met een beperking die inactief zijn aan het sporten te krijgen, dienen ze te worden gestimuleerd door hun (naaste) omgeving. Deze omgeving kan hierin worden ondersteund door hen te wijzen op het belang van sporten en bewegen en duidelijk te maken waar men terecht kan. Er moet voldoende aanbod zijn dat aansluit bij de vraag vanuit deze doelgroep en hierover moet duidelijk worden gecommuniceerd. Hiervoor wordt samengewerkt met: sportverenigingen, VSU, Sportservice Midden Nederland, Gehandicaptensport Nederland, Special Heroes, SFC de Hoogstraat, MEE, Reinaerde, Abrona, Leger des Heils, de SBWU, Altrecht Talent, Centrum Maliebaan, Stichting Klein Galgenwaard, Centrum Vaartserijn en de Tussenvoorziening.
18/28
4. Topsport 2011-2016 4.1 Visie en ambities De belangrijkste topsportambitie van Utrecht is: Het creëren van een optimaal topsportklimaat waarbinnen talenten en topsporters zich kunnen ontwikkelen tot medaillewinnaars en met hun prestaties vele Utrechters kunnen inspireren. Om deze ambities te realiseren, investeert Utrecht in deze beleidsperiode in: • Utrecht als podium voor topsporttalent; • Topsportevenementen, ondersteuning jaarlijks terugkerende evenementen en acquisitie internationale evenementen. De ambitie ‘samenwerking, topsport in Utrecht is een teamprestatie’ is verplaatst naar paragraaf 2.2.3, op één doelstelling na: "Faciliteren platform Sport in Utrecht voor het bedrijfsleven, sportbonden en evenementenorganisatoren", deze is opgenomen in doelstelling 1 van paragraaf 4.2.2.
4.2 Hoe gaan wij dit realiseren? 4.2.1 Utrecht als podium voor topsporttalent 1. Utrecht biedt, in samenwerking met de partners, sporttalenten door middel van facilitering van talentcentra het beste klimaat om zich te ontwikkelen tot succesvolle topsporters Situatie in 2011 Utrecht heeft in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Zwem Bond (KNZB) het Nationaal Topsport Centrum (NTC) Waterpolo opgericht waar zowel de dames (Senioren) als de heren (Senioren -1) een fulltime waterpoloprogramma draaien. Dit centrum heeft een accreditatie vanuit NOC*NSF tot 31 augustus 2012. De gemeente Utrecht levert een strategisch coördinator voor dit centrum en heeft een detacheringovereenkomst met de VSU voor een operationeel coördinator. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011-2012 Gemeente Utrecht voert de strategische coördinatie over het NTC Waterpolo. Daarnaast voert de gemeente de regie over de operationeel coördinator. Dit alles gebeurt in overleg met de KNZB; In 2012 wordt het beleid op de CTO's en NTC's door NOC*NSF opnieuw vastgesteld, voor het NTC Waterpolo wordt hiervoor opnieuw een accreditatie voor 2012-2016 aangevraagd. 2013-2016 Uitvoering strategische coördinatie, regie operationeel coördinator alles in afstemming met de KNZB; Het NTC Waterpolo Utrecht is in 2016 nog steeds een samenwerking tussen de gemeente Utrecht en de KNZB in samenwerking met de diverse verbonden partners en heeft een fulltime programma voor heren en dames Senioren en Senioren -1. Dit is bevestigd in de accreditatie van NOC*NSF. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Het NTC Waterpolo Utrecht kent de volgende samenwerkingspartners: NOC*NSF, KNZB, VSU, Mitros, SSH, ROC Midden Nederland, Hogeschool Utrecht, Universiteit Utrecht. Daarnaast is een aantal commerciële partijen verbonden aan het NTC Waterpolo Utrecht. Dit zijn experts op het gebied van fysieke begeleiding, mentale begeleiding, medische begeleiding en voeding. 2. Vestiging van minimaal een tweede nationaal trainingscentrum in Utrecht, in vervolg op het NTC Waterpolo Situatie in 2011 Met verschillende partijen wordt de mogelijke vestiging van een Nationaal Topsport Centrum in Utrecht bekeken. De sporten waar over gesproken wordt zijn hockey, cricket en parazwemmen. De gemeente steunt de plannen van Omnivereniging Kampong en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB) om bij sportpark Maarschalkerweerd een Nationaal Hockey Centrum te realiseren. Hiervoor is door de gemeente een Startdocument Nationaal Hockeycentrum opgesteld dat door het college is vastgesteld en in september in de raadscommissie is besproken. De volgende stap is het opstellen van een Stedenbouwkundig Programma van Eisen. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 19/28
2012
Op- en vaststellen van het Stedenbouwkundig Programma van Eisen en het bestemmingsplan; Verkrijgen van toestemming van de provincie aangezien de locatie buiten de rode contour valt van het vigerende Structuurplan; Sluiten van overeenkomsten met Stichting Studenten Huisvesting en Kampong; Verkennen mogelijkheden NTC Cricket; Verkennen mogelijkheden NTC parazwemmen in Utrecht met start in 2013.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Hockey: SV Kampong, KNHB en stichting Studenten Huisvesting (SSH). Cricket: SV Kampong. Parazwemmen: KNZB en Stichting Exploitatie Zwembad Krommerijn. Bij realisatie van een tweede centrum worden diverse ander partijen betrokken op het gebied van huisvesting, onderwijs, fysieke begeleiding, mentale begeleiding, medische begeleiding en voeding. Deze worden aangesloten op het moment dat de plannen concreet worden. NOC*NSF is een belangrijke partner als het gaat om de verstrekking van de accreditatie. 3. De VSU draagt zorg voor begeleiding van individuele topsporters en talenten woonachtig in Utrecht of als lid van een Utrechtse sportvereniging Situatie in 2011 De ondersteuning van individuele topsporters wordt in Utrecht uitgevoerd door de VSU. Begeleiding van deze individuele topsporters bestaat onder andere uit fysieke en mentale begeleiding, inzet van een voedingsdeskundige en advies op het gebied van studie en huisvesting Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011-2016 Begeleiding van minimaal 75 (potentiële) topsporters door VSU. Gemeente Utrecht monitort de uitvoering en stelt op basis van input van de VSU het beleid waar nodig, bij. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? De VSU is de uitvoeringspartner voor ondersteuning van individuele topsporters. Hierin werkt de VSU samen met een netwerk van suppliers. Deze suppliers zijn tevens van belang voor het kernsport- en RTC (Regionale Talent Centra) beleid. 4. Vaststellen en uitvoeren (in samenwerking met VSU) kernsportbeleid 2011 – 2016 Situatie in 2011 De afgelopen vijf jaar is in Utrecht ervaring opgedaan met kernsportbeleid. Uit de evaluatie is gebleken dat deze vorm van ondersteuning van topsportverenigingen in Utrecht een gewaardeerd instrument is. Het kernsportbeleid wordt gecontinueerd in de komende beleidsperiode. Naar aanleiding van de evaluatie en de veel gehoorde roep om meer focus in het kernsportbeleid, wordt het beschikbare budget over een kleiner aantal sporten en verenigingen verdeeld dan tot nu toe. De focus en daarmee de keuze voor sporten binnen het kernsportbeleid vertoont overlap met de focus op het gebied van evenementen waarvoor in de sportnota 2011-2016 is gekozen. Op het gebied van evenementen kiest Utrecht voor hockey, wielrennen, atletiek (of combinaties daarvan zoals thriatlon), multidisciplinaire en jeugdevenementen. Er is een logisch verband met het kernsportbeleid, maar de keuze binnen het evenementenbeleid is niet leidend voor het bepalen van de kernsporten. In 2011 zijn er nog 10 kernsporten, met 14 kernsportverenigingen en RTC's met een kernsportstatus. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011
2012-2015 2015
Vaststellen kernsporten voor periode 2012-2015 op basis van eerder uitgevoerde evaluatie kernsportbeleid 2006-2010. Het beleid voor de periode 2012-2015 wordt vastgesteld in samenspraak met de VSU en de betreffende kernsportverenigingen. Uitvoering van het kernsportbeleid door de VSU; Monitoren van het kernsportbeleid in afstemming met de VSU. Evaluatie kernsportbeleid 2012-2015; Vaststellen vervolg kernsportbeleid na 2015.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Binnen het kernsportbeleid wordt nadrukkelijk samengewerkt met de VSU en de betreffende kernsportverenigingen. Als tegenprestatie voor de ondersteuning van de verenigingen, zetten deze verenigingen zich in voor ambassadeursactiviteiten. 20/28
5. Ondersteuning RTC ontwikkelingen in relatie tot kernsportbeleid Situatie in 2011 Naast de ontwikkeling van de landelijke talentcentra wil Utrecht in samenwerking met de partners de vestiging van Regionale Talent Centra (RTC's) faciliteren op voorwaarde dat ze bijdragen aan het sportieve profiel van de stad en aansluiting hebben bij één van de kernsporten. In 2011 wordt bekeken welke kernsporten Utrecht vanaf 2012 benoemt. Hieraan gekoppeld worden de mogelijkheden onderzocht om RTC's van deze sporten in de stad te vestigen. Binnen het kernsportbeleid wordt een beperkt deel van de middelen gereserveerd voor ondersteuning van de RTC's. Deze regeling voor RTC's geldt alleen voor RTC’s die een directe link hebben met een of meerdere Utrechtse verenigingen en door de nationale bond erkende RTC's. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011 Benoemen kernsporten en daaraan gekoppeld de kernsportverenigingen en RTC's voor periode 2012-2015 2012 In samenwerking met kernsportverenigingen en sportbonden onderzoeken of het mogelijk is een RTC in Utrecht te realiseren of te ondersteunen. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Alle acties binnen deze doelstelling worden in samenwerking met de VSU opgepakt. Zij geven uitvoering aan het huidige en toekomstige kernsportbeleid. Verder zijn de samenwerkingspartners op dit gebied de nog te benoemen kernsportverenigingen voor de jaren 2012 -2015 en de bijbehorende sportbonden. Daarnaast kan het faciliteitennetwerk van de VSU een rol spelen in de ondersteuning. 6. Minimaal 10 topsporters en/of topsportverenigingen zijn zichtbaar in de stad en zetten zich in als ambassadeurs voor top- en breedtesport Situatie in 2011 De afgelopen jaren heeft Utrecht verschillende ervaringen opgedaan met de inzet van ambassadeurs en rolmodellen. Voorbeelden hiervan zijn de betrokkenheid van oud-Tourwinnaar Jan Janssen voor de Touracquisitie en het project 'Toppers bij jou op school' van de VSU. Voor de komende beleidsperiode wil Utrecht de inzet van ambassadeurs en rolmodellen verder uitwerken. Dit gebeurt uiteraard in overleg met de beoogde rolmodellen en ambassadeurs op basis van beschikbaarheid en interesses. FC Utrecht is een belangrijke partner op topsportgebied als betaald voetbal organisatie in de stad. Met de maatschappelijk betrokken stichting FC4YOU is op veel vlakken samenwerking, zoals de FC4YOU Street League, en Utrechts Totaalvoetbalplan en de inzet van rolmodellen bij breedtesportevenementen. De gemeente is tevens elk jaar vertegenwoordigd op het gala dat voor de stichting FC4YOU wordt gehouden. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011-2012 2012 2012-2016
Uitwerking plan inzet ambassadeurs en rolmodellen; Benoemen ambassadeurs en rolmodellen. Nadere verkenning hoe activiteiten van FC Utrecht, FC4YOU en de gemeente elkaar kunnen versterken. Inzetten van minimaal 10 topsporters en/of topsportverenigingen.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Hierin werken wij samen met de VSU, FC4YOU en de betreffende ambassadeurs.
4.2.2 Topsportevenementen, ondersteuning jaarlijks terugkerende evenementen en acquisitie internationale evenementen 1. Behoud en versterking van de jaarlijks terugkerende Utrechtse topsportevenementen Situatie in 2011 In 2011 kent Utrecht een aantal jaarlijks terugkerende topsportevenementen. Het gaat daarbij om de Jaarbeurs Marathon Utrecht, het Paasworsteltoernooi, de Rijwielpaleis Bilthoven Triatlon, de Rabobank Ronde van Midden Nederland en de ABN Amro Singelloop. Vanwege het gelijkblijvende budget voor de jaarlijkse topsportevenementen is ervoor gekozen om het aantal jaarlijks terugkerende evenementen niet verder uit te breiden, maar juist de bestaande evenementen te versterken door de organisatie nadrukkelijker te ondersteunen en adviseren. Hierin wordt ook gestart
21/28
met kennisuitwisseling tussen de verschillende organisatoren. Samenwerking tussen de evenementen kan winst opleveren bijvoorbeeld door gezamenlijke inkoop, afstemming sponsoracquisitie, communicatie en inzet vrijwilligers. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012-2016 Opstarten en voortzetten platform kennisuitwisseling en samenwerking evenementenorganisatoren. 2012-2016 Uitvoering jaarlijkse topsportevenementen. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? De samenwerking tussen de verschillende evenementenorganisatoren moet winst opleveren op het gebied van materiaalinkoop, vrijwilligers, vergunningen, communicatie, promotie en sponsoren. Daarnaast zorgt het overleg voor het afstemmen van de jaarlijkse en lange termijn evenementenagenda. 2. Utrecht is kandidaat voor de start van de Tour de France in 2014, 2015 of 2016 Situatie in 2011 Nadat in 2008 met een bandbreedte verschil de kandidaatstelling voor de start van de Tour de France in 2010 van Rotterdam werd verloren, is in overleg met de Tour-directie besloten de kandidatuur van Utrecht voor de start van de Tour de France te handhaven voor een start in 2014, 2015 of 2016 De kandidatuur van Utrecht voor de start van de Tour de France is gestart als initiatief van de Stichting Tour sous le Dom (2002). In 2006 is ter ondersteuning van het initiatief een platform voor het bedrijfsleven opgericht, de Stichting Businesspeloton Utrecht (BPU). Beide organisaties steunen de kandidatuur van Utrecht voor een start in 2014, 2015 of 2016. Tussen Rotterdam en Utrecht is afgesproken dat gebruik kan worden gemaakt van de opgedane kennis en ervaring van Rotterdam als het gaat om de start van de Tour de France in 2010. De start van de Tour de France maakt onderdeel uit van de strategische evenementenkalender van Utrecht 2018, waarbij Utrecht zich nadrukkelijker op de internationale bühne begeeft. Met Utrecht fietsstad (zie doelstelling 1 van paragraaf 2.2.2) wordt de koppeling top- en breedtesport op het terrein van fietsen en wielrennen verder gewaarborgd. Als de start van de Tour de France aan Utrecht wordt toegekend, wordt in samenwerking met de partners een uitgebreid (sportief, educatief en cultureel) side-event programma georganiseerd. De start van de Tour de France in Utrecht is onderdeel van de landelijke strategische evenementenagenda, wat een voorwaarde is om in aanmerking te komen voor de subsidieregeling grootschalige evenementen van VWS. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012-2016 Afhankelijk van de standpuntbepaling van de ASO, de beschikbare gemeentelijke capaciteit en voor dit doel beschikbare middelen worden in samenwerking met de partners, de (bestuurlijke) lobby- en netwerkactiviteiten in 2012, 2013 en 2014 verder vorm en inhoud gegeven. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het ontwikkelen van een communicatie- en marketingstrategie, met daarin onder andere het benoemen van de legacy Utrechtse Tour-kandidatuur (fietsen, duurzaamheid). Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Op stedelijk, provinciaal en (inter)nationaal niveau zijn diverse organisaties betrokken bij de kandidatuur van Utrecht voor een start van de Tour de France in 2014, 2015 en 2016. Deze partijen kunnen bijdragen aan: delen van kennis en knowhow ten aanzien van de acquisitie en organisatie van het evenement; verbreding maatschappelijk draagvlak; uitwisseling kennis en ervaring samenwerkingspartners (Stichting Tour sous le Dom, bedrijfsleven (BPU), provincie, Universiteit Utrecht, KNWU en VWS); participatie/sponsoring uitvoeringstraject. Daarnaast is bestuurlijk met de gemeente Rotterdam afgesproken, dat gebruik kan worden gemaakt van de opgedane kennis en ervaring van Rotterdam met betrekking tot de start van de Tour de France in 2010.
3. Van 14 – 19 juli 2013 wordt in Utrecht het European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht georganiseerd Situatie in 2011 Utrecht is samen met NOC*NSF verantwoordelijk voor de organisatie van het European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht (EYOF 2013 Utrecht). Provincie en gemeente hebben in de periode 2006 – 2010 besloten om samen te werken aan de topsportontwikkeling van Utrecht. De finish van de Giro in 2010 en de organisatie van het EYOF 2013 Utrecht past bij deze ambitie. Daarbij komt dat Nederland de ambitie heeft om in 2028 de Olympische Spelen te organiseren en daarom wil laten zien dat het een sportland is. Dat betekent ook het organiseren van grote sportevenementen. Het EYOF Utrecht 2013 is de komende jaren het enige multidisciplinaire topsportevenement in Nederland. Inmiddels is 22/28
voor het EYOF 2013 Utrecht een projectdirecteur benoemd en wordt gewerkt aan de verdere opbouw van de organisatie en het projectplan. Het EYOF wordt toegankelijk voor mensen met een beperking. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011-2012 Verdere opbouw projectorganisatie en opstellen van een totaal plan van aanpak (accommodaties, infrastructuur, huisvesting, accreditatie, programma, inspecties, presentaties etc.). Sponsoracquisitie 2013 Uitvoering evenement. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Voor een succesvolle organisatie van het EYOF 2013 Utrecht wordt nauw samengewerkt met een groot aantal partijen. Onder andere NOC*NSF, onderwijs, bedrijfsleven, sport(bonden), VSU, provincie, Universiteit Utrecht en de Vrede van Utrecht. Het evenement wordt mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van gemeente Utrecht, provincie Utrecht, NOC*NSF, VWS en het bedrijfsleven.
23/28
5. Kwalitatief goede sportaccommodaties Om meer Utrechters te laten sporten en bewegen en (topsport) talenten te laten ontwikkelen, zijn goed ingerichte en gemakkelijk bereikbare sportaccommodaties een randvoorwaarde. Daarbij gaat het niet alleen om de gemeentelijke sportaccommodaties maar ook om particuliere accommodaties, verenigingsaccommodaties en (studenten) sportvoorzieningen, wij denken actief mee bij vernieuwing en verbetering van deze accommodaties. Een heel groot deel van het jaarlijkse sportbudget gaat dan ook op aan de sportaccommodaties. Uitgangspunt voor het sportaccommodatiebeleid is dat per wijk een basispakket aan kwalitatief goede sportvoorzieningen wordt aangeboden. Wat verstaat Utrecht onder kwalitatief goede sportaccommodaties? Allereerst is van belang dat er voldoende accommodaties met een goede spreiding over de stad zijn, zodat Utrechters sport- en beweeglocaties gemakkelijk kunnen bereiken. Vervolgens dient de kwaliteit van de accommodaties op dusdanig niveau te zijn dat men wordt uitgenodigd om in beweging te komen. Om dit te bereiken, investeert Utrecht in: • terugdringen van wachtlijsten; • voldoende basisaccommodaties en uitnodigende multifunctionele accommodaties; • realisatie van playgrounds en courts; • optimale toegankelijkheid nieuwe accommodaties. 1. Accommodatiebeleid gericht op het terugdringen van wachtlijsten bij sportverenigingen mede gebaseerd op de evaluatie uit 2011 Situatie in 2011 In 2009 is in het kader van de wachtlijstenproblematiek éénmalig geld ter beschikking gesteld voor uitbreiding van capaciteit/velden op plekken waar de nood het hoogst was (hockeyvelden en voetbal). Deze uitbreiding is voor een deel al gerealiseerd (twee hockeyvelden Fletiomare, twee hockeyvelden Zwaluwen, één voetbalveld SV Kampong) en voor een deel nog in uitvoering (drie hockeyvelden SV Kampong en één voetbalveld VV de Meern). Ook loopt nog een project wachtlijstbeheer 2009-2011 bij de VSU. Dit project wordt voor het eind van 2011 afgerond. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011 Afronding aanleg velden SV Kampong en VV de Meern; Afronding project wachtlijstbeheer door de VSU. 2012 Voorstel voortzetting wachtlijstbeheer; Er wordt een voorstel ontwikkeld voor investeringen in de sportaccommodaties de komende drie jaar. Voor deze investeringen moet nog financiering gezocht worden. 2013 Uitvoering wachtlijstbeheer. 2014 Tussenrapportage wachtlijstbeheer. 2015 Uitvoering wachtlijstbeheer. 2016 Evaluatie wachtlijstbeheer. Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? De problematiek van de wachtlijsten is een samenwerking tussen gemeente, VSU, verenigingen en KNVB en andere bonden. Het is een samenspel tussen organisatorische maatregelen, samenwerking tussen verenigingen, jeugdcompetities op zondag, verruiming van wedstrijdtijden/trainingstijden en eventueel uitbreiding van velden of omzettingen van natuurgras naar kunstgras. Ook de KNVB is met name in het kader van het voetbaltotaalplan een belangrijke partner. 2. Realisatie voorzieningenkaarten met als doel efficiënt accommodatiegebruik Situatie in 2011 De gemeente werkt aan een digitale voorzieningenkaart. In dit systeem worden alle maatschappelijke voorzieningen opgenomen. Hieraan gekoppeld wordt een databestand met onder andere gegevens over het gebruik en de bezetting. Deze kaarten worden ook gebruikt om inzicht te verschaffen in de aanbod–vraag verhouding. Daarbij wordt gewerkt aan verbetering van de bevolkingsprognoses op wijk- en buurtniveau. Verder vinden er wijktafelgesprekken plaats om na te gaan of meer samenwerking/efficiency te bereiken is tussen de verschillende aanbieders van maatschappelijke voorzieningen (zoals onderwijs, welzijn, sport en gezondheidszorg). Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2011
Bijdrage aan ontwikkeling plan van aanpak digitale voorzieningenkaarten; 24/28
2012
2013 – 2016
Deelname bij 'Wijktafelgesprekken' in de wijken. Herhaling onderzoek behoefte (veld)sportvoorzieningen (middelen moeten nog worden gevonden); Bijdrage aan realisatie digitale voorzieningenkaarten; Deelname bij 'Wijktafelgesprekken' in de wijken. Implementatie.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Welzijnsorganisaties, sportverenigingen en overige participanten van de wijktafelgesprekken. 3. Alle niet-krachtwijken beschikken over één kwalitatief hoogwaardig sport- en beweegveld Situatie in 2011 Alle krachtwijken hebben reeds één of meer kwalitatief goede sport- en beweegvelden. De volgende stap is om alle niet-krachtwijken te bedienen waar ook behoefte aan dergelijke velden is. De vraag naar een sport- en beweegveld moet uit de wijk zelf komen. Er vindt dan ook een participatietraject plaats voorafgaand aan het aanleggen van een veld. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012 2012-2016
Inventarisatie van de mogelijkheden en de wensen uit de wijk Inzet middelen naar aanleiding van wensen
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Binnen de gemeente wordt gezocht naar (financiële) mogelijkheden, zoals het budget voor het opknappen van speelpleinen. Samenwerking vindt plaats met Beweegmakelaars, wijkaccountmanagement en wijkbureaus. 4. Optimale benutting van de sport- en beweegvelden door samen te werken met Richard Krajicek Foundation en Johan Cruyff Foundation Situatie in 2011 Vanuit de Richard Krajicek Foundation worden Krajicek Scholarships aangeboden. Dit houdt in dat een lokale bewoner (meestal een jongere) die actief is op de Playground 100 uur vrijwilligerswerk op het pleintje in de wijk verricht. In ruil daarvoor financiert de Richard Krajicek Foundation de opleiding van de scholarshipper. In 2011 zijn er in Utrecht scholarshippers actief in Overvecht en Kanaleneiland. Daarnaast heeft een aantal Meedoen, Leren, Winnen (MLW) trajecten vanuit de Johan Cruyff Foundation gedraaid in deze wijken. In Kanaleneiland is de finale van het straatvoetbaltoernooi Cruyff Courts Kampioenen in 2011 georganiseerd vanuit een MLW-traject. In 2012 zijn er mogelijkheden voor jongerenwerkers om een cursus te volgen tot MLW-coach. Als deze opleiding is afgerond kunnen zij zelfstandig MLW-trajecten draaien met jongeren uit de wijk. In samenwerking met de Cruyff Foundation, beweegmakelaars en stichting JoU wordt gezocht naar geschikte kandidaten die de cursus tot MLW-coach wil volgen. FC4YOU, stichting JoU, Cumulus en Portes zijn september 2011 gestart met de straatvoetbalcompetitie FC4YOU Street League in de wijken Noordoost, Noordwest, West en Vleuten-De Meern. Jongeren in de leeftijd 12 tot en met 15 jaar trainen wekelijks, spelen wedstrijden en doen wijkklussen. Concrete acties en in welk jaar deze worden uitgevoerd 2012
2013 – 2016
Minimaal elke Cruyff Court heeft een jongerenwerker die de cursus tot MLW coach voltooid heeft; Per Cruyff Court heeft minimaal één MLW-traject plaatsgevonden; Voortzetting Krajicek Scholarships: zie doelstelling 2 van paragraaf 3.2.3 (pag. 15); Aan de hand van een evaluatie wordt bepaald hoe de FC4YOU Street League voortgezet wordt. Eventueel uitbreiding met leeftijdscategorie 12-, door het KNVB straatvoetbaltoernooi en Cruyff Courts Kampioenen onder de vlag van de FC4YOU Street League te laten plaatsvinden. Zodoende toewerken naar één straatvoetbaltoernooi. Verdere ontwikkelingen afhankelijk van evaluatie 2012.
Met welke samenwerkingspartners gaan we dit realiseren? Er wordt samengewerkt met Richard Krajicek Foundation, Johan Cruyff Foundation, Beweegmakelaars, JoU, VSU, FC4YOU en de KNVB. Gekeken wordt naar de koppeling van scholarshippers/MLW trajecten aan straatvoetbal toernooien zoals in Kanaleneiland is gebeurd.
25/28
6. Financiën In dit hoofdstuk worden enkel de voorstellen samengevat uit de voorgaande hoofdstukken met een nadrukkelijk financieel component. Breedtesport 1. Verenigingsmanagement In de periode 2006-2011 waren er incidenteel middelen beschikbaar voor de pilot verenigingsmanagement. In 2011 loopt deze pilot af. Voor 2012 is € 100.000 beschikbaar voor Verenigingsmanagement. Het voorstel is om eerst de pilot goed af te ronden: als er nog projecten zijn die meer tijd nodig hebben om op een structurele wijze binnen de verenigingen geïmplementeerd te worden, wordt daarvoor nog financiële ruimte gecreëerd vanuit de beschikbare € 100.000. In overleg met de VSU wordt in het eerste kwartaal van 2012 een voorstel gedaan hoe en onder welke voorwaarden de € 100.000 verenigingsmanagement wordt ingezet. Dit voorstel gaat onderdeel uitmaken van de in paragraaf 3.2.1 genoemde PRINS notitie. 2. Breedtesport Stimulering Op basis van de sportnota 2011-2016 komt er vanaf 2012 een klein stimuleringsbudget van € 25.000 per jaar onder de naam 'Breedtesport Stimulering' beschikbaar voor verenigingen die met vernieuwende projecten / concepten komen, die een extra bijdrage leveren aan de Utrechtse maatschappelijke ambities. Hierdoor kan het aantal maatschappelijk betrokken verenigingen in Utrecht toenemen. Criteria voor de toekenning van de subsidie worden uitgewerkt in het eerste kwartaal 2012. 3. Voortzetting Subsidie Sportverenigingen In de sportnota 2011-2016 is aangegeven dat het budget voor de Subsidie Sportverenigingen terugloopt met € 100.000 in 2013 door het wegvallen van de incidentele bijdragen uit de reserves. Op dit moment wordt de Subsidie Sportverenigingen verleend op basis van een aantal criteria. De vraag is of deze criteria gewijzigd moeten worden als het budget daalt. Voor 1 juni 2012 wordt een voorstel gedaan over hoe de daling van het budget in de berekening van de subsidie vorm moet krijgen.
Topsport 1.Sportgala Vanaf 2011 (uitreiking 15 februari 2012) loopt het budget voor de uitreiking van de Sportprijzen (sportgala) terug van € 45.000 naar € 15.000. Om de omvang van het evenement op peil te houden, worden jaarlijks sponsoren en partners gezocht om het evenement financieel te ondersteunen.
26/28
Bijlage 1 Financiën Sportnota 2011-2016
27/28
28/28