Diabetescentrum VUmc Jaarverslag 2007
Diabetescentrum VUmc De Boelelaan 1118 Postbus 7057 1007 MB Amsterdam www.diabetescentrum.nl 2
2
Inhoudsopgave Inleiding Missie van het diabetescentrum VUmc Taken van het diabetescentrum VUmc Diabetes Mellitus en het VUmc Dagelijks Bestuur Deelnemersoverleg, strategisch overleg Raad van Advies Participanten Het zorgpad Samenwerking met andere afdelingen DC (‘Clinics’) Diabetescentrum VUmc, ‘Binnencirkel’ Endocrinologie Interne geneeskunde Verpleegkundig Consulenten Diabetes Sectie diëtetiek en voedingswetenschappen Afdeling klinische chemie Afdeling oogheelkunde Diabetescentrum VUmc, ‘Buitencirkel’ Afdeling vaatchirugie Afdeling revalidatie Afdeling medische psychologie Afdeling verloskunde & gynaecologie Evenementen, cursussen en symposia Workshop ‘Topreferente Diabeteszorg’ Patiëntenvoorlichtingsavond Diabetesteamuitje Congres van de European Association for the Study of Diabetes (EASD) VUmc Gebouwenloop Bijlagen Huishoudelijk reglement Funduscamera Vakpublicaties Grants Lijst van afkortingen 3
5 8 8 13 14 15 15 16 18 19 22 22 24 26 32 37 39 42 44 48 55 58 60 60 62 62 64 64 67 68 71 74 82 83
4
Inleiding Dit is het negende, en tevens mijn laatste, verslag van de werkzaamheden van het diabetescentrum (DC). Het afgelopen jaar stond wederom in het teken van de reorganisatie van de afdelingen endocrinologie en algemene inwendige geneeskunde. Deze reorganisatie moest worden doorgevoerd tegen de achtergrond van verdere bezuinigingen. Deze ontwikkelingen lieten het diabetescentrum niet onberoerd; met name het wetenschappelijk onderzoek werd hierdoor zwaar getroffen. Dit laat zich eenvoudig verklaren door de gehanteerde rekenmodellen, die relatief weinig ruimte bieden voor de wetenschappelijke prestaties van de diverse afdelingen. Één van de mogelijk positieve gevolgen van de reorganisatie was de ontwikkeling van een plan voor het Zorgpad Diabetes, hetgeen ook de kwaliteit van de patiëntenzorg op de polikliniek ten goede zal kunnen komen. Het aantal zogenaamde Periodiek Groot Onderzoeken (PGO’s) is het afgelopen jaar toegenomen, maar kon helaas nog niet aan alle patiënten worden aangeboden. Het PGO omvat een gecoördineerd bezoek aan de diabetesverpleegkundige, diëtist, oogarts of funduscamera, alsook aan het laboratorium voorafgaande aan het bezoek aan de internist-diabetoloog Het PGO wordt nu door allen beschouwd wordt als een belangrijk ijkpunt in de diabeteszorg. Het positieve feit dat de PGO activiteiten konden uitbreiden is met name te danken aan de voortvarendheid, de vastbeslotenheid alsook aan de bewonderswaardige inzet van de diabetesverpleegkundigen en diëtisten, waarvoor wederom veel dank! De verdere ontwikkeling van het diabetes zorgpad ligt om diverse redenen voor de hand. Het aantal patiënten is groot, de zorgbehoefte is redelijk voorspelbaar en het multidisciplinaire zorgaanbod kan in principe goed gecoördineerd worden. De belangrijkste hindernis op weg naar volledige coördinatie en eenduidige aansturing is de moeilijkheid om afstemming te bereiken tussen afdelingen en divisies. De invoering van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD), een voor de diabeteszorg onmisbaar hulpmiddel, heeft helaas wederom op zich laten wachten. Het EPD maakt het mogelijk om inzicht te bieden in de kwaliteit van de geboden 5
zorg en daardoor ook dienst doen als fundament voor de verdere noodzakelijke innovatieve in de diabeteszorg. Het afgelopen jaar is gelukkig enige vooruitgang geboekt in het nadenken over de inhoud van het EPD. De financiering van de diabeteszorg binnen het VUmc was ook in 2007 een belangrijk aandachtspunt. De diabetes DBC is vanzelfsprekend niet toereikend voor de omvangrijke en multidisciplinaire zorg die binnen het diabetescentrum VUmc wordt gegeven. De zorg onderscheidt zich onder meer door de inzet van zeer gespecialiseerde medisch psychologen bij een belangrijk aantal patiënten dat verwezen wordt wegens een slechte metabole instelling. Het aanbod van topreferente diabetespatiënten nam toe en deze trend zal naar verwachting niet afnemen. Met de zorgverzekeraars hebben gesprekken plaatsgevonden over de financiering van deze zorg. Deze onderhandelingen zullen in 2008 hopelijk vruchten afwerpen. Het diabetesonderzoek is nu grotendeels en succesvol ondergebracht in het instituut voor cardiovasculaire research, IcaR-VU. Wat het onderzoek betreft mogen we weer zeer verheugd zijn over de fondsenwerving, alsook over het aantal en de kwaliteit van de publicaties. Ook was er wederom sprake van grote en nog immer groeiende internationale erkenning voor het onderzoek. Dit bleek onder meer uit uitnodigingen aan diverse medewerkers voor voordrachten op congressen en bijeenkomsten. Tevens hadden wij de eer om het grootste internationale diabetescongres in Amsterdam te mogen organiseren. Meer dan 15.000 personen hadden zich geregistreerd voor het jaarlijkse congress van de European Association for the Study of Diabetes (EASD) in de Amsterdam-RAI. Dit congres was zeer succesvol, niet in het minst door de enorme inzet van Lilian van ’t Hull en Alina Offringa! Het positieve onderzoeksresultaat en het aanzienlijke imago van het diabetesonderzoek aan het VUmc zijn grotendeels te danken aan de enorme inzet en betrokkenheid van de wetenschappelijke staf en de onderzoekers.. De bezuinigingen aan het VUmc raken het onderzoek 6
disproportioneel hard. Helaas wordt geen rekening gehouden met research prestaties, zoals fondsenwerving en publicaties, bij het toekennen van afdelingsbudgets. Hierdoor is een zorgwekkende situatie ontstaan die dringend aandacht nodig heeft. Allen als er doeltreffende maatregelen worden genomen kan het onderzoek op het huidige niveau doorgang vinden. Het is zeer te hopen dat het VUmc onderzoeksbeleid in 2008 wordt bijgesteld. Tot slot een persoonlijk dankwoord aan allen die zich het afgelopen jaar wederom hebben ingezet voor het diabetescentrum. Uiteraard geldt dit in het bijzonder voor de leden van het diabetesteam en de redactie van de website. Ook in dit zware jaar was het een grote eer en hartverwarmend om met jullie allen te mogen samenwerken. Omdat ik besloten heb om een uitdaging elders aan te gaan, wil ik allen, en in het bijzonder Michaela Diamant, die de dankbare maar ook zware verantwoordelijkheid van directeur van het Diabetescentrum gaat dragen, veel succes en wijsheid toewensen. Dank is zeker ook verschuldigd aan de facilitatoren, of in gewoon Nederlands, de sponsors. In 2007 waren dit Novo Nordisk, GlaxoSmithKline, Novartis Pharma, Pfizer, AstraZeneca, Boeren Medical, Eli Lilly, MSD, Roche en de firma Merck. Dankzij deze bedrijven kon opnieuw hard gewerkt worden aan het verder uitbreiden van de informatievoorziening via de wederom herziene website (www.diabetescentrum.nl).
7
Missie van het diabetescentrum VUmc De oprichting van het diabetescentrum is in eerste instantie gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de topreferente diabeteszorg, met als basis een efficiënte, geprotocolleerde reguliere diabeteszorg. In het diabetescentrum wordt de voor deze zorg noodzakelijke kennis en expertise gebundeld, onder meer door het verrichten van internationaal erkend hoogwaardig onderzoek. Dit onderzoek bestaat zowel uit fundamenteel als uit patiëntgericht klinisch onderzoek. Het wetenschappelijk onderzoek moet beschouwd worden als motor en vormgever van de diabetologie en daarmee van de diabeteszorg.
Taken van het diabetescentrum VUmc – het vervullen van een voorbeeldfunctie inzake de protocollaire diabeteszorg; – het verzorgen van de opleiding diabetologie voor internisten/endocrinologen, kinderartsen, – huisartsen, alsook aan psychologen (psychosociale diabetologie); – het ondersteunen van de zorgstructuur in en buiten de regio: dit houdt onder meer in het implementeren en evalueren van protocollaire diabetes ketenzorg (voorbeelden: Het West Fries Diabetes Zorgmodel en het Amsterdams Diabetes Project); – het verlenen van topreferente diabeteszorg; – het verrichten en faciliteren van wetenschappelijk onderzoek; – het faciliteren van de reguliere diabeteszorg binnen het ziekenhuis.
8
Onder topreferente diabeteszorg wordt verstaan: – behandeling van patiënten die door collegae specialisten zijn verwezen voor een second opinion met duidelijke afspraken over terugverwijzing; – patiënten die in aanmerking komen voor insulinepomptherapie (continue subcutane of intraperitoneale insuline infusie); – behandeling van patiënten die ondanks optimale reguliere zorg onvoldoende gereguleerd zijn en/of verwezen worden wegens ernstige psychosociale problematiek (eindpunt van verwijzing); – behandeling van zwangere diabetespatiënten en vrouwen met een kinderwens bij het bestaan van complicaties van de diabetes. Hierbij moet in het bijzonder worden gedacht aan oog- en/of nierafwijkingen (retinopathie, nefropathie); – behandeling van patiënten wegens ernstige complicaties zoals oogproblemen, nierafwijkingen en vaatschade. Deze patiënten behoeven vaak hoogwaardige zorg op de afdelingen oogheelkunde, vaatchirurgie, revalidatie, nefrologie en cardiologie (cardiochirurgie). Deze laatst genoemde topreferente zorgfunctie laat zich kortheidshalve kenmerken als ‘eindpunt van verwijzing’. De uitvoering van de geschetste taken van het diabetescentrum dienen op gezette tijden te worden getoetst, zowel ten aanzien van de geleverde zorg als de kwaliteit en kwantiteit van het wetenschappelijk onderzoek. De evaluatie van de zorg dient niet beperkt te blijven tot de zorg die verleend wordt binnen het diabetescentrum. Ook de transmurale zorg binnen de regio waarvoor het ziekenhuis een specifieke verantwoordelijkheid draagt, dient onderworpen te worden aan kwaliteitsevaluaties. 9
10
Diabetescentrum VUmc
11
12
Diabetes Mellitus en het VUmc In de bijlage is het onderzoek dat het afgelopen jaar is uitgevoerd binnen het diabetesprogramma van het ICaR-VU en het EMGO, opgenomen. Binnen deze instituten vindt in belangrijke mate het klinisch wetenschappelijk onderzoek plaats en deze instituten maken derhalve veel gebruik van de faciliteiten van het diabetescentrum. Binnen het onderzoeksinstituut ICaR-VU is de wetenschappelijke aandacht met name gericht op de pathogenese van hart- en vaatziekten, alsook van hartfalen. Het diabetesonderzoek dat vanuit het EMGO-Instituut wordt gecoördineerd vindt voor het grootste deel plaats in Hoorn. De Hoorn Studie werd in 1989 gestart. Het initiële onderzoek betrof het vaststellen van de prevalentie van afwijkende glucosetolerantie bij 2500 personen in de algemene bevolking van 50 tot 75 jaar. Voorts werd gekeken naar de mogelijke oorzakelijke factoren, zoals voeding, lichamelijke activiteiten en dergelijke. Het onderzoek is nu gericht op de pathogenese van type 2 diabetes en hart- en vaatziekten in deze populatie. In 2000 is als belangrijke activiteit toegevoegd: onderzoek naar de effectiviteit en doelmatigheid van diabeteszorg. Inmiddels is het zogenaamde West-Fries Zorgmodel van start gegaan, een samenwerkingsverband tussen huisartsen, het West-Fries Gasthuis, Zorgverzekeraar Univé en de thuiszorgorganisaties. Binnen dit zorgmodel worden nu meer dan 5000 patiënten behandeld. De nadruk van het huidige onderzoek ligt op het vaststellen van de invloed van glucose- en lipidenconcentraties na de maaltijden op vaatwandfunctie en andere factoren die de kans op hart- en vaatziekten beïnvloeden. Zie tevens de jaarverslagen en de websites www.icar.med.vu.nl www.emgo.nl 13
Dagelijks Bestuur Het diabetescentrum werd geleid door een dagelijks bestuur (DB) onder voorzitterschap van de directeur, prof. dr. R.J. Heine. De overige leden van het DB waren: de manager van cluster I: drs. A.I. Leemhuis en vertegenwoordigers van de afdelingen algemene inwendige geneeskunde: prof. dr. S.A. Danner, kindergeneeskunde: dr. J. Rotteveel, vaatchirurgie: prof. dr. J.A. Rauwerda, oogheelkunde: mevr. dr. M.S.A. Suttorp-Schulten en later mevr. dr. A.C. Moll, medische psychologie: prof. dr. F.J. Snoek . Het Dagelijks Bestuur stelt het beleid vast, coördineert de werkzaamheden binnen het centrum en bewaakt de kwaliteit van de geleverde zorg. Dit geldt in het bijzonder de procesmatige aspecten. De hoofden van de participerende ziekenhuisafdelingen in de verschillende clusters maken voor een bepaalde periode afspraken met de Raad van Bestuur inzake de inzet van middelen en personeel en stellen zich hiervoor garant. De betreffende afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor het functioneren van hun medewerkers en voor de kwaliteit van de geleverde zorg binnen het diabetescentrum. Sinds 2003 worden multidisciplinaire plannen ten bate van het diabetescentrum bij de Raad van Bestuur ingediend via Cluster I. Het Dagelijks Bestuur adviseert de Raad van Bestuur met betrekking tot de inzet van middelen ten bate van het diabetescentrum. Dit advies komt tot stand na raadpleging van de betrokken afdelingen en clusters. Het Dagelijks Bestuur brengt het jaarverslag uit. Hierin worden de activiteiten van het Dagelijks Bestuur en van de verschillende betrokken afdelingen vastgelegd alsook andere wetenswaardigheden.
14
Deelnemersoverleg, strategisch overleg Binnen het zogenaamde deelnemersoverleg wordt het te voeren beleid besproken met de officiële en gemandateerde vertegenwoordigers van de deelnemende afdelingen. Dit overleg vindt minimaal een maal per jaar plaats.
Raad van Advies De Raad van Advies werd in 1999 in het leven geroepen. De volgende personen maakten in 2007 deel uit van de Raad van Advies: drs. Ch.J. Maats, voormalig lid Raad van Bestuur VU-ziekenhuis, drs. F. Sier, directeur Arbo-dienst Den Haag en mevrouw A. Bevers, lid van het bestuur van de DVN. Deze personen werden benoemd op basis van hun contacten in de Nederlandse samenleving, hun bestuurlijke ervaring en kennis alsook affiniteit met het doel van het diabetescentrum. De Raad van Advies verstrekt gevraagd en ongevraagd advies aan de directie. Deze adviezen zijn met name gericht op het vergroten van de herkenbaarheid voor externe organisaties, zoals het Ministerie voor VWS, verzekeraars, Nederlandse Diabetes Federatie e.d. Hierbij moet ook gedacht worden aan de mogelijkheden van fondsenwerving.
15
Participanten De afdelingen endocrinologie en algemene inwendige geneeskunde (inclusief diabetesverpleegkundigen) oogheelkunde, kindergeneeskunde, vaatchirurgie, neurologie, verloskunde & gynaecologie, diëtetiek, revalidatie, medische psychologie, klinische chemie, nefrologie en cardiologie zijn aangesloten bij het diabetescentrum. Deze afdelingen hebben gemeen dat zij direct of indirect betrokken zijn bij de zorg aan de persoon met diabetes mellitus. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen afdelingen die betrokken zijn bij de zorgverlening aan alle diabetespatiënten en afdelingen die alleen bij deze zorg worden betrokken indien zich complicaties voordoen of in andere meer bijzondere omstandigheden. Dit laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn bij psychologische problematiek. De binnencirkel omvat de afdelingen die betrokken zijn bij de reguliere zorg: algemene inwendige geneeskunde, endocrinologie, kindergeneeskunde en diëtetiek. Tevens vindt in de binnencirkel het (PGO) onderzoek plaats naar complicaties, onder meer van de voeten en het oogheelkundig onderzoek. De afdeling klinische chemie verricht het periodiek onderzoek naar de betrouwbaarheid van de glucosemeters. In de binnencirkel zijn aldus de volgende disciplines werkzaam: internist-diabetologen, kinderartsen, diabetesverpleegkundigen, diëtisten, podo-therapeut en oogarts, alsook een analist van het laboratorium. In de buitencirkel zijn de afdelingen vertegenwoordigd die voor een deelpopulatie van belang zijn. Dit zijn de afdelingen oogheelkunde, nefrologie, vaatchirurgie, cardiologie, medische psychologie, neurologie, alsmede verloskunde & gynaecologie. De begeleiding van zwangere vrouwen met diabetes gebeurt in nauwe samenwerking met de afdeling verloskunde & gynaecologie.
16
Het grootste aantal reguliere patiënten komt binnen via de afdeling algemene inwendige geneeskunde. De topreferente patiënten en second opinions worden gezien op de afdeling endocrinologie. Voor de kinderen gebeurt dit via de afdeling kindergeneeskunde. Sommige afdelingen, en in het bijzonder de afdelingen oogheelkunde en revalidatie zijn terug te vinden op beide cirkels. De binnencirkel omvat het (PGO) onderzoek naar complicaties (retinacamera, voetonderzoek), de buitencirkel de behandeling van de gevonden complicaties (oogarts, podotherapeut, voetenteam).
17
Het zorgpad De volgende patiëntencategorieën kunnen worden onderscheiden binnen het DC VUmc. Basiszorg patiënten verwezen door huisarts in de regio, stromen in op de afdeling inwendige geneeskunde: patiënten met DM type 1; patiënten met DM type 2. Topreferente diabeteszorg patiënten verwezen door de specialist in- of extern, in of buiten regio, worden in eerste instantie gezien op de afdeling endocrinologie patiënten die in aanmerking voor insulinepomp (continue subcutane of intraperitoneale insuline infusie) therapie; patiënten met ernstige psychosociale problematiek; zwangere diabetespatiënten, en vrouwen met kinderwens bij het bestaan van complicaties; behandeling van patiënten die door collegae specialisten zijn verwezen (second opinions). Diabetespatiënten met co-morbiditeit patiënten verwezen door huisarts of specialist naar afdelingen in de buitencirkel DC -ook als second opinion-, of naar deze afdelingen verwezen vanuit binnencirkel DC
18
Samenwerking met andere afdelingen DC (‘Clinics’) Multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes In april 2004 is een multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes van start gegaan en in 2005 is de capaciteit uitgebreid. Op één ochtend in de week vindt dit spreekuur plaats op de poli V&G. Op grond van het in de sectie metabool van het DC geformuleerde protocol ‘Zwangerschap en diabetes’ wordt er in het multidisciplinaire spreekuur samengewerkt door een gynaecoloog, endocrinoloog, diabetesverpleegkundige en diëtist. Ook een algemeen internist maakt deel uit van de werkgroep. Het doel is om te komen tot een optimale behandeling en begeleiding van zwangere vrouwen met diabetes en een adequate nazorg. Door middel van registratie van nog te formuleren indicatoren zal deze patiëntengroep gevolgd worden en kan er wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden. Samenwerking met de kliniek: consultatieve dienst vanuit het DC Het doel hiervan is het opzetten van een consultatieve dienst vanuit het DC voor de zorg aan personen met diabetes die opgenomen zijn in het ziekenhuis. In het bijzonder wordt hierbij gedacht aan de afdelingen met veel diabetespatiënten: afdelingen oogheelkunde, vaatchirurgie, nefrologie en cardiologie. Het doel van het diabetescentrum is aan deze consultatieve dienst een positieve bijdrage te leveren door kennisoverdracht aan de arts-assistenten en consulenten (door onderwijs, bereikbaarheid en laagdrempeligheid voor advies/begeleiding), alsook door het creëren van mogelijkheden om op de afdelingen de instelling van patiënten met diabetes mellitus te optimaliseren. 19
De afdeling vaatchirurgie kwam als eerste hiervoor in aanmerking vanwege de vele opnames van patiënten met diabetes mellitus. In 2005 werd in samenwerking met de afdeling vaatchirurgie, internistconsulenten en de klinische chemie door het DC (dr. E.M.W. Eekhoff) aan de hand van geformuleerde doelstellingen een projectplan ontwikkeld waarbij de verpleging van de afdeling als eerste de glycemische ontregeling van de diabetes mellitus volgens een vast algoritme gaat behandelen. Dit vindt plaats in nauwe samenwerking tussen verpleegkundigen, diabetesverpleegkundigen en artsconsulenten onder begeleiding van mevr. dr. E.M.W. Eekhoff (en waarnemend endocrinologen). De Raad van Bestuur ondersteunt dit plan en heeft hiervoor toestemming verleend.
20
Diabetescentrum VUmc ‘Binnencirkel’
21
Diabetescentrum VUmc, ‘Binnencirkel’ In de binnencirkel zijn vertegenwoordigd de afdelingen endocrinologie, inwendige geneeskunde, kindergeneeskunde, oogheelkunde, diëtetiek en klinische chemie.
Endocrinologie Patiëntenzorg In 2007 werd doorgegaan met het structureel uitvoeren van een Periodiek Groot Onderzoek (PGO, voorheen ‘jaarcontrole’) Dit PGO wordt uitgevoerd volgens de door de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) geformuleerde richtlijnen. De internist/endocrinoloog richt zich vooral op de medische aspecten, terwijl de diabetesverpleegkundige voornamelijk preventie en educatie voor haar rekening neemt. De diabetesverpleegkundige is degene die de patiënt indien nodig doorverwijst naar de diëtist en podotherapeut of pedicure. Van patiënten met diabetes zonder oogcomplicaties of waarbij diabetes recent ontdekt is, worden twee fundusfoto’s gemaakt, welke vervolgens door een oogarts beoordeeld werden. Deze multidisciplinaire controles zijn verder uitgebreid en worden nu aangeboden aan de volledige populatie diabetespatiënten. Wekelijks worden diabetespatiënten in multidisciplinair verband besproken tijdens het diabetesteamoverleg.
22
Ten behoeve van de diabeteszorg waren in het jaar 2007 op de afdeling endocrinologie werkzaam: – 1 hoogleraar diabetologie; – 3 stafleden internist-endocrinoloog; Er wordt nauw samengewerkt met de afdeling inwendige geneeskunde, diabetesverpleegkundigen en diëtisten
Onderwijs – Dr. M. Diamant participeert in het ROIG diabetesonderwijs voor AIOS, in samenwerking met perifere opleiders (dr. A Arntzenius en dr BJ Potter Van Loon). – Dr. M. Diamant is sedert 2002 supervisor Master class studenten, later Honours Program studenten die participeren in het lopende onderzoek (o.a. ‘Postprandial metabolic and vascular responses’) VUmc, Amsterdam. Tevens bestaan er uitwisselingsprogramma’s voor 4e jaars geneeskunde studenten m.b.t. wetenschapsstage, in samenwerking met prof. dr. R.J. Heine, met prof. dr. E.S. Horton, Joslin Diabetes Center, Harvard Medical School, Boston, USA en prof. S. Kahn, University of Seattle, Seattle, USA.. – Dr. E.M.W. Eekhoff is studentencoördinator wetenschappelijke stage op de afdeling Endocrinologie, lid EVM onderwijscommissie masterclass en profielonderwijs. – Prof. dr. R.J. Heine is bestuurslid van de Diabetes Education Study Group. Hij en dr. M. Diamant verzorgen lezingen voor de jaarlijkse internistencursussen (januari) en voor de assistentencursus over de pathogenese en behandeling van type 2 diabetes.
23
Interne geneeskunde Patiëntenzorg De afdeling inwendige geneeskunde besteed op de polikliniek een belangrijk deel van de tijd en energie aan diabeteszorg. Alle nieuwe patiënten die via de eerste lijn verwezen worden en nog een groot aantal controlepatiënten worden door de stafleden en de assistenten in opleiding van de afdeling inwendige geneeskunde behandeld. Jaarlijks ondergaan bijna alle diabetespatiënten een periodiek groot onderzoek (PGO) gevolgd door een afspraak op het spreekuur van de behandelend arts. Er is een goede en constructieve samenwerking tussen afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie door middel van wekelijkse gezamenlijke patiëntenbesprekingen en frequent intercollegiaal overleg. Op dit moment wordt door twee stafleden, van beide afdelingen, een zorgpad ontwikkeld te verbetering van logistiek en efficiëntie van de diabetes zorg. Onderwijs Het onderwijs vanuit de afdeling inwendige geneeskunde betreffende diabetologie vindt in het VUmc cursorisch plaats en is ook ingebed in patiëntenbesprekingen.
24
Onderzoek Wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het metabool syndroom is en blijft een zwaartepunt van de afdeling inwendige geneeskunde.
Gezamenlijke voornemens van beide afdelingen (algemene inwendige geneeskunde en endocrinologie)voor het jaar 2008 – Reorganisatie/ vernieuwing van diabetes zorg VUmc – Ontwikkeling van zorg pad voor diabeteszorg; – Ontwikkeling en uitbreiding van richtlijnen.
25
Verpleegkundig Consulenten Diabetes Inleiding In het jaarverslag 2007 wordt ingegaan op het personeelsbeleid, de patiëntenzorg, de onderwijsactiviteiten, de onderzoeksactiviteiten, voorlichtingsbijeenkomsten, overige activiteiten en in- en externe samenwerkingsverbanden. Het afgelopen jaar is een notitie opgesteld met als doel de diabeteszorg van de verpleegkundig consulenten beter te organiseren. De organisatie van de verpleegkundig consulenten is onlosmakelijk verbonden met de organisatie van de poli Interne Geneeskunde en Endocrinologie. Door de reorganisatie van de poli interne geneeskunde en endocrinologie en het project “Herinrichting van de diabeteszorg VUmc” is de aandacht voor de notitie niet helemaal tot zijn recht gekomen. De aandacht voor de topreferente diabeteszorg schiet nog tekort.
Personeel In 2007 was de formatie voor de verpleegkundig consulenten 4,43 fte. Helaas hebben we te maken gehad met een hoog ziekteverzuim en een toestroom van veel nieuwe patiënten. Zorgvernieuwende projecten stagneerden en hierdoor zijn veel overuren gemaakt.
26
Patiëntenzorg De zorg aan patiënten vindt zowel klinisch als poliklinisch plaats. Klinisch wordt op consultbasis gewerkt. De begeleiding van deze patiënten wordt veelal poliklinisch voortgezet. Poliklinisch worden spreekuren gehouden: voor nieuwe patiënten en ‘second opinions’ (instroom) evenals Periodiek Groot Onderzoeken (PGO’s) en vervolgconsulten (blijvende begeleiding). – Afgelopen jaar zijn er 270 PGO’s in carrousel afgenomen. De patiënt ziet zowel de diëtist als de verpleegkundige consulent. De doktersassistent maakt een fundusfoto en meet de bloeddruk en het gewicht. Een welbevindenvragenlijst wordt afgenomen. Er zijn 15 verpleegkundig jaarconsulten (VJC) afgenomen, de patiënt ziet dan alleen de verpleegkundig consulent. Deze vorm van jaarconsult is in 2007 afgesloten. De patiënt wordt nu alleen nog in de carrousel voor een 1- of 2-jaarlijks PGO gezien. Er is een capaciteit van 370 PGO’s per jaar voor 1800 patiënten. Op dit moment geeft dat wachtlijsten van 6-8 weken. – In 2007 zijn 21 patiënten gestart met een subcutane insulinepomp. – Het multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes vindt plaats op 1 ochtend in de week. – Er zijn 2 dagopnames geweest. – Er is 1 patiënt met een implanteerbare pomp vervolgd – Vanaf maart 2006 is gestart met groepseducatie PRISMA (PRo-actieve Interdisciplinaire Self Management training) in samenwerking met een diëtist en een psycholoog. Deze vorm van educatie wordt aangeboden aan alle nieuwe type 2 diabetespatiënten in het VUmc. Op dit moment zijn er drie verpleegkundig consulenten opgeleid als trainer en het plan is om dit verder uit te breiden. 27
Aantal geregistreerde patiëntencontacten Soort consult
2006
2007
246
339
Telefonische consulten
2.686
2.586
Vervolgconsulten
1.371
1.337
Nieuwe patiënten
Prisma
118
Woe. Zwangeren spreekuur
303
Pompinstructie
68
62
VerpleegkundigJaarconsulten
111
15
Periodiek Groot Onderzoek
317
270
Sensormeting
90
80
niet apart geregistreerd,
niet apart geregistreerd,
schatting is 80
schatting is 90
6
6
Klinische consulten CIPII consulten
Fig. 1: Mate van patiëntenzorgactiviteiten diabetesverpleegkundigen, registratie ZIS.
28
Onderwijsactiviteiten De volgende activiteiten zijn uitgevoerd. – Het begeleiden van stagiaires van de stichting specifieke scholing verpleegkundige (SSSV), praktijkondersteuners, collega diabetesverpleegkundigen uit Nederland en België en medische studenten VUmc – Scholingsdag voor verpleegkundigen aan de Amstelacademie – Klinische lessen voor de kliniek en mampk’s – Presentatie Roche, Disetronic pompseminar – Lessen zelfmanagement post HBO- opleiding Praktijk Ondersteuning Huisartsen – Lessen Hogeschool Holland, verpleegkundige zorgverlening chronisch zieken. – Train de trainer Prisma – Detachering Hogeschool Utrecht, groepsdocent
Onderzoeksactiviteiten – Participatie HbA1c studie
Bijdrage evenementen en voorlichtingsbijeenkomsten – Patiëntenvoorlichtingsavond van het diabetescentrum. – Gebouwenloop Vumc in het teken van het Diabetescentrum Vumc Facilitater Benefit or Burden in Diabetes Care, Bayer Healthcare, Leverkusen;
29
– Presentatie Selfmanagement tijdens de FEND (Federation of Europian Nurses in Diabetes) te Amsterdam.
Overige activiteiten en in- en externe samenwerkingsverbanden – Werkgroep, richtlijn EADV, ontwikkelen richtlijn injectietechniek – Expert Werkgroep EADV – Bestuurslid Woundcare Consultant Society, diabetische voet; – Aanspreekpunt fundusspreekuur; – Sectie psychologie, Interdisciplinaire groepseducatie voor patiënten met DM type 2 (PRISMA) en het monitoren van het welbevinden; – Consultatieve dienst vaatchirurgie en implementatie neurologie en neurochirurgie gestagneerd – Bestuurslid Verpleegkundig Advies Raad; – Diverse presentaties over zwangerschap en diabetes aan Verpleegkundige Specialisatie Verloskunde VUmc en buiten het VUmc; – Participatie in de werkgroep verloskunde, kindergeneeskunde en diabeteszorg, om te komen tot een afdelingsprotocol ‘Diabeteszorg rondom de bevalling’; – Participatie werkgroep ‘Topreferente zorg’; – Ontwikkelen van protocollen ten behoeve van “Webwijzer”, VUmc. – Diverse presentaties over Prisma en Mind, zowel intern als extern. Er zijn verschillende bijscholingen gevolgd mede in het belang van het behouden van de titelregistratie ofwel het verkrijgen ervan.
30
Functiedifferentiatie De raad van bestuur heeft een start gemaakt met het invoeren van functiedifferentiatie bij de verpleegkundig consulenten diabetes. We spreken over senior verpleegkundig consulent diabetes en verpleegkundig consulent diabetes. Voorheen was er sprake van één functieniveau, namelijk diabetesverpleegkundige. Afgelopen jaar zijn deze ontwikkelingen enorm vertraagd en moeten we constateren dat invoering van de functiedifferentiatie nog niet is geïmplementeerd.
NIAZ- accreditatie Een verpleegkundig consulent diabetes is benoemd tot documentbeheerder van de protocollen van de verpleegkundig consulenten in het kwaliteitsnet. De taken van de documentbeheerder zijn onder anderen: invoering, borging en ondersteuning bij het opstellen van documenten.
Doelen 2008 Afgelopen jaar is er een helder en duidelijk plan beschreven hoe de verpleegkundig consulenten diabetes de werkzaamheden willen inrichten en wat de speerpunten zijn. Door het starten met de herinrichting van de diabeteszorg op de polkliniek, worden er een aantal verbeterpunten uitgewerkt. Het initiatief wat genomen is om de topreferente zorg duidelijker op de kaart te zetten wordt bemoeilijkt door het vertrek van Rob Heine en de reorganisatie van de afdeling Endocrinologie en Interne Geneeskunde. De wens blijft om de toprefente zorg activiteiten uit te breiden en een lang gekoesterde wens verpleegkundig onderzoek te doen.
31
Sectie diëtetiek en voedingswetenschappen Inleiding Sectie diëtetiek en voedingswetenschappen levert een belangrijke bijdrage aan het diabetescentrum op het gebied van patiëntenzorg, zowel voor kinderen als volwassenen. Ook wordt via diverse projecten, onderwijs en onderzoek een continue bijdrage geleverd aan verbetering van de diëtistische zorg voor patiënten met diabetes. Deze diëtistische diabeteszorg is onderdeel van het academiseringstraject dat de sectie diëtetiek en voedingswetenschappen voor de periode 2002-2008 heeft uitgezet en het daarbij behorende onderzoek past binnen het onderzoeksinstituut EMGO. Als onderdeel van het academiseringstraject is de Sectie Diëtetiek en Voedingswetenschappen sinds eind 2007 organisatorisch bij de afdeling Inwendige Geneeskunde ondergebracht.
32
Patiëntenzorg De zorg voor diabetespatiënten vond voornamelijk poliklinisch plaats. De consulten van Verloskunde & Gynaecologie (voornamelijk tijdens het multidisiciplinaire spreekuur voor zwangere vrouwen met diabetes) zijn vanaf 2007 in de registratie onder Endocrinologie ondergebracht. De productie is al enige jaren stabiel. Verwijzende afdelingen
Consulten
2005
2006
2007
Inwendige geneeskunde
576
544
540
Endocrinologie
506
642
615
Kindergeneeskunde
173
118
122
V & G
63
55
zie toelichting
Overige afdelingen
28
24
16
1346
1383
1293
Totaal
Activiteiten 2007 NIAZ Vumc werkt toe naar accreditatie volgens de instellingsbrede Kwaliteitsnorm Zorginstelling van het NIAZ. De sectie Diëtetiek en Voedingswetenschappen heeft in 2007 een belangrijke voortgang gemaakt met het vastleggen van de werkprocessen conform de NIAZ norm.
33
Implementatie PRISMA buiten VUmc PRISMA (PRo-actieve Interdisciplinaire SelfMAanagement educatie) is een groepseducatieprogramma voor mensen met type 2 diabetes. Zelfmanagement en empowerment zijn kernbegrippen in PRISMA. Het programma wordt geleid door 2 daartoe speciaal opgeleidde diabeteszorgverleners. Sinds 2006 is PRISMA reguliere zorg voor alle patiënten die nieuw zijn in VUmc voor hun diabetes type 2 en wordt ca. 10 x per jaar uitgevoerd door een koppel van diëtist en diabetesverpleegkundige. Ook diabeteszorgverleners buiten VUmc hebben belangstelling om met PRISMA te gaan werken. Diëtist, diabetesverpleegkundige en medisch psycholoog van VUmc hebben in 2007 2 cursussen voor diabeteszorgverleners uit eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg georganiseerd om hen vertrouwd te maken met het programma, de methodiek en het systeem van kwaliteitsbewaking. De belangstelling voor deze cursussen is zodanig dat dit een structureel aanbod voor de komende jaren lijkt te worden.
Onderwijs en Voorlichting – Begeleiden van Voeding en Diëtetiek studenten in de paramedische stage. – Begeleiding van een bachelor student Gezondheidswetenschappen. In deze stage is de patiëntenpopulatie die de diëtist tijdens het PGO spreekuur in de periode 01.01.2006 t/m 01.07.2008 heeft gezien in kaart gebracht. Doel hiervan was het verkrijgen van inzicht in de samenstelling van de patiëntenpopulatie en de indicaties voor consult diëtist te onderzoeken. 34
– Bijdrage aan landelijke bijscholingen ‘Samen voor het resultaat’ georganiseerd door o.a. NDF, met als doel de samenwerking tussen diëtisten en diabetesverpleegkundigen op gebied van voedingsadviezen bij diabetes te bevorderen. – Bijdragen aan landelijke post HBO scholingen voor diëtisten over diabetesdiëtetiek, georganiseerd door VDO/HAN. – Voorlichting over voeding bij sport voor deelnemers aan de VUmc gebouwenloop, waarbij de opbrengst van de loop dit jaar deels naar het Diabetescentrum ging. – Voorlichting over diabetes aan leerkrachten van het basisonderwijs.
Onderzoeksactiviteiten Onderzoek naar de effectiviteit van PRISMA.
Publicaties Leibbrandt A. Groepseducatie bij diabetes type 2. Ned Tijdschr voor Voeding & Diëtetiek. 2007; 62 (2) 22-24.
Overige activiteiten in 2007 – Uitvoeren van de PRISMA cursussen voor patiënten met diabetes type 2, nieuw in VUmc, gezamenlijk met diabetesverpleegkundigen – Participatie in het multidisciplinaire themaspreekuur Diabetes en zwangerschap. 35
– Participatie in het multidisciplinaire spreekuur Periodiek Groot Onderzoek (PGO). – Participatie in de ontwikkeling van het elektronisch dossier behorende bij PGO. – Ontwikkeling van diverse schriftelijke voorlichtingsmaterialen voor patiënten. – Deelname aan de redactie van de website www.diabetescentrum.nl – Implementatie van het Elektronisch Diëtetiek Dossier, een geautomatiseerd patiëntendossier dat door de dienst Diëtetiek en Voedingswetenschappen van VUmc gebruikt wordt. – Beleid ingezet ter verminderen van de No Show (wegblijven zonder annulering) onder patiënten op de polikliniek. – Participatie in NDF commissie Educatie
36
Afdeling klinische chemie Inleiding Bij de diabeteszorg in het VUmc zijn medewerkers van de afdeling klinische chemie betrokken door hun bijdragen aan zowel patiëntenzorg als wetenschappelijk onderzoek. De uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek worden elders gerapporteerd. Ten behoeve van de patiëntenzorg worden -op verzoek van artsen- klinisch chemische en hematologische bepalingen verricht (bepaling van de bloedglucoseconcentratie, van HbA1c, van specifieke hormonen en andere bepalingen). Tevens wordt intensief deelgenomen aan controles van draagbare glucosemeters. In principe wordt bij alle patiënten die zelf de glucosewaarden controleren eenmaal per jaar de meter gecontroleerd.
Activiteiten in 2007 In 2007 is het beleid van de afgelopen jaren voortgezet ten aanzien van de controles van glucosemeters. Er werden 140 glucosemeters van patiënten en afdelingen gecontroleerd. Verder is in 2007 het plan Point of Care testing (POCT) gaan lopen. Er zijn verschillende draagbare glucose meters getest op hun (pre)analytische kwaliteit. Er is een POCTcoördinator aangesteld die zorg draagt voor instructies van alle verpleegkundigen die met de draagbare glucose meter gaan werken. Tevens is deze POCT-coördinator bereikbaar voor vragen en bij problemen die zich voor kunnen doen tijdens het meten van glucose op de verpleegafdelingen. Er is in 2007 een geslaagde pilot geweest op 3 verpleegafdelingen in het VUmc met deze POCT glucose meters die in december afgerond is. 37
Beleidsvoornemens 2008 In 2008 zal een uitbreiding van de POCT met betrekking tot bloedglucose metingen naar andere afdelingen plaats vinden. Goede instructies, communicatie en controle zullen een belangrijke rol spelen bij het voorspoedig laten verlopen van dit project en bij het waarbogen van kwaliteit in de toekomst. In het kader van de kwaliteit van POCT glucose meters zal de afdeling klinische chemie zich in 2008 bezig houden met het optimaliseren van controle materiaal dat landelijk gebruikt wordt om glucose meters te toetsen.
38
Afdeling oogheelkunde Patiëntenzorg In 2007 werd in het VUmc op de poliklinieken 58733 keer een diagnose gesteld, waarvan 3283 patiënten (tevens) DM hadden. Door de polikliniek oogheelkunde werden 5362 diagnoses gesteld, waarvan 667 patiënten DM hadden. Aan het eind van 2003 is binnen het VUmc begonnen met de oogheelkundige screening van diabetespatiënten van de afdeling inwendige geneeskunde en endocrinologie door middel van fundusfotografie: in 2007 werden in totaal 305 diabetespatiënten van de afdeling interne geneeskunde op de polikliniek interne geneeskunde op deze wijze gescreend op retinopathie, en 47 patiënten kregen het advies naar aanleiding van de fotografische screening een oogarts te consulteren, waarvan 3 met een spoedverwijzing De digitale fundusfoto’s worden beoordeeld door graders, werkzaam op de afdeling oogheelkunde. Indien nodig worden patiënten doorverwezen naar de polikliniek oogheelkunde. In 2007 werden 1.328 niet invasieve retinale diktemetingen door middel van Optical Coherence Tomography (OCT), uitgevoerd, en 693 maal fluorescentie-angiografie verricht; deze aanvullende onderzoeken werden met name bij DM-patiënten gedaan. In totaal werden in 2007 862 lasercoagulatiebehandelingen uitgevoerd, ook weer voornamelijk bij patiënten met diabetische retinopathie. Ook gedurende het verslagjaar vond regelmatig overleg plaats met het diabetescentrum over gemeenschappelijke patiënten: gemiddeld om de 6 tot 8 weken. Bij deze patiëntenbesprekingen zijn behalve de behandelend artsen ook diabetesverpleegkundigen, Aio’s en co-assistenten aanwezig.
39
40
Diabetescentrum VUmc ‘Buitencirkel’
41
Diabetescentrum VUmc, ‘Buitencirkel’ In de buitencirkel zijn vertegenwoordigd de afdelingen vaatchirurgie, revalidatie, medische psychologie, verloskunde & gynaecologie.
Afdeling vaatchirugie In 2007 heeft de afdeling vaatchirurgie de in 2005 ingezette medewerking aan het door het CBO begeleide traject Proces Herinrichting verder gecontinueerd en geborgd. De eerder ingezette veranderingen in het kader van het Proces Herinrichting zijn gecontinueerd waarbij, oa door het aanstellen van een vaatverpleegkundige, waardoor het mogelijk geworden is om vanuit de visie “Patiënt centraal” het aantal polikliniekbezoeken zo veel mogelijk te reduceren tot één, waarin de diagnostiek, bezoek aan vaatlaboratorium en vaatchirurg, een behandelvoorstel alsmede het poliklinische pre-assessment worden gecombineerd. Patiënten met kritieke ischemie en diabetes mellitus worden in principe opgenomen en behandeld binnen één dag na presentatie en zonodig, binnen één week geopereerd. De vaatverpleegkundige verzorgt ook in toenemende mate en met succes de telefonische intake en zij bewaakt het voortgangsproces.
Onderwijs Opnieuw werd de tweejaarlijkse verpleegkundige vaatchirurgische landelijke bijscholing zeer druk bezocht. Hierin heeft het onderwijs over de diabetische voet een prominente plaats. The 5th International Congress on the Diabetic Foot in Noordwijkerhout in mei 2007, was een 42
groot succes met opnieuw een sterke toename van het aantal internationale bezoekers. De activiteiten van de vaatchirurgie t.b.v. de patiënt met diabetes mellitus gerelateerd vaatlijden en/of nierinsufficiëntie werden ondanks de krappe OK faciliteiten gecontinueerd en voor zover mogelijk geïntensiveerd. Het vorig jaar aangekondigde niertransplantatieprogramma in het VUmc is inmiddels in volle gang en tot op heden ontvingen 12 patiënten een nier van een levende donor.
Patiëntenzorg In 2007 was er een stijging van het aantal opgenomen patiënten op de afdeling vaatchirurgie: 1199 in vergelijking met 837 in 2006. 327 van deze opnames waren acuut in vergelijking met 255 in 2006. Ook het aantal patiënten met diabetes mellitus is weer toegenomen van 119 in 2006 tot 129 in 2007. Het aantal amputaties bleef wederom beperkt: er werden 6 teenamputaties uitgevoerd, waarvan meer dan de helft acuut wegens een geïnfecteerde diabetes voet en gangreen. Het aantal onderbeenamputaties bedroeg 7, dit is 1 meer dan in 2006. Er werden in 2007 zes bovenbeensamputaties verricht.
43
Afdeling revalidatie Inleiding De afdeling revalidatiegeneeskunde heeft taken in beide cirkels van het diabetescentrum: In de Binnencirkel gaat het om preventieve taken en supervisie. Preventie gebeurt in de vorm van een eenmalige, uitgebreide diabetische voetscreening door de podotherapeut of pedicure bij patiënten met perifere neuropathie. Supervisie en advies met betrekking tot diabetesgerelateerde problemen van voeten en bewegingsapparaat worden hoofdzakelijk gegeven aan de diabetes- en dialyseverpleegkundigen door de podotherapeut, incidenteel door de revalidatiearts. In de Buitencirkel vindt multidisciplinaire (revalidatie)behandeling van de verschillende aspecten van het ‘diabetische voet syndroom’ plaats, ook dan met aandacht voor preventie. Preventie en behandeling worden op de polikliniek revalidatiegeneeskunde gecoördineerd door de revalidatiearts. Podotherapeuten, pedicure, revalidatieverpleegkundige, revalidatiearts in opleiding en orthopedisch schoenmaker hebben hierin ieder hun taak. Daarnaast is er een intensieve en structurele samenwerking met internisten, vaatchirurgen en gipsverbandmeesters. Wanneer een amputatie niet voorkomen kan worden kan de geamputeerde patiënt poliklinisch revalideren en van een prothese worden voorzien.
44
Formatie en budget Formatie en budget vanuit het diabetescentrum is niet beschikbaar. De formatie podotherapie en pedicure van de afdeling revalidatiegeneeskunde bedraagt 1,35 fte, verdeeld over 2 podotherapeuten en een pedicure. Eén vacature podotherapie (16 uur) is sinds september 2007 niet ingevuld. Financiering van de vaak langdurige, intensieve, multidisciplinaire behandeling van patiënten met diabetische voetproblematiek vindt volledig plaats uit eerste polikliniekbezoeken en Revalidatie-behandeluren (RBU).
Activiteiten in 2007 – Lange termijn beleid met betrekking tot inhoud, kwaliteit en organisatie van voetzorg: Binnen de ‘huiskamer aandoeningen bewegingsapparaat & neuropatische voet’ van de afdeling Revalidatiegeneeskunde ontwikkelen clinici en onderzoekers initiatieven op dit terrein. Er is een in-de-schoen drukmeetsysteem aangeschaft. – Implementatie van het verslagleggingformulier diabetische voetscreening door de podotherapeuten en pedicure: de vragenlijst “toestand voeten bij DM”, ter ondersteuning van de anamnese, wordt gebruikt.
45
Onderzoek Een studente geneeskunde heeft een wetenschappelijke stage afgerond naar “Systematische voetscreening bij diabetespatienten: 1 jaar ervaring door het voetenteam”. Eind 2007 is gestart met het onderzoek “The effect of shoe fixation on the in-shoe displacement of the foot and the plantar pressure distribution in healthy subjects”.
Patiëntenzorg Poliklinisch: Vindt plaats tijdens diverse spreekuren. Klinisch: Behandeling van patiënten opgenomen in de kliniek was beperkt mogelijk.
Onderwijs – Werd gegeven tijdens de landelijke verpleegkundige bijscholing over verplegen van patiënten na een vaatchirurgische ingreep (in voor- en najaar, door revalidatiearts en podotherapeut); – Regelmatig zijn stagiaires ergotherapie, podotherapie, diabetesverpleegkundigen in opleiding, specialisten uit het buitenland, studenten geneeskunde, co-assistenten en medisch specialisten aanwezig bij spreekuren van de verschillende disciplines;
46
Scholing – Diabetic Foot, Noordwijkerhout (podotherapeuten, pedicure en revalidatiearts) – International Society of Prostetics and Orthotics (ISPO, Vancouver, Canada, revalidatiearts) – September 2007 gestart met parttime opleiding tot podotherapeut (pedicure) – WCS-wondcongres (pedicure en doktersassistente)
Plannen voor 2008 – Invullen vacature podotherapeut; – Afhankelijk van beschikbare tijd: – Voortzetten onderzoeksactiviteiten bij patiënten met DM – Aanpassen formulier diabetische voetscreening voor vervolgscreening – Voortzetten ontwikkeling groepseducatie programma voor patiënten met neuropathie – Begeleiden studenten geneeskunde bij wetenschappelijk stage – Patientenfolder Charcotvoet – Protocol crèmes & zalven bij diabetische neuropathie
47
Afdeling medische psychologie Diabetespsychologen Mw. drs. T. Mazel, drs. A. Goutbeek, mw. drs. A. de Wit-Raadsheer (kinder-en jeugd) Mw. drs. M.H.E. Hogenelst, mw. drs. Tromp-Wever, Prof.dr. F.J. Snoek (volwassenen)
Inleiding Medisch-psychologische hulp maakt een integraal onderdeel uit van de multidisciplinaire diabeteszorg vanuit het Vumc diabetescentrum. In de afgelopen jaren is bijzondere expertise opgebouwd in psychologische diagnostiek bij en begeleiding van diabetespatiënten en hun directe naasten. Naast direct patiëntgerichte activiteiten, biedt de medische psychologie consultatie en coaching op het terrein van psychologie aan de overige diabetesteamleden. De medisch psychologen bieden tevens consultatie aan externe verwijzers. Het ontwikkelen en evalueren van psycho-educatieve groepsprogramma’s voor type 1 en type 2 diabetespatienten vormt een belangrijke activiteit die ook in 2007 nadrukkelijk aandacht kreeg.
Patiëntenzorg Kinderen en jeugd In 2007 kon de formatie niet uitgebreid worden, waardoor tijdelijk een wachtlijst voor psychologische zorg is ontstaan. In het verslagjaar werden 8 nieuwe kinderen verwezen. Daarnaast 48
waren er 11 her-aanmeldingen (patiënten langer dan 1 jaar niet behandeld) en 15 doorlopende therapieën. Opnieuw was sprake van zeer complexe problematiek, waarvoor begeleiding van zowel kind als ouders geïndiceerd was. De aanmeldingen betroffen: – prik- spuit angst; – verwerkingsproblematiek; – gedrags- en sociale problemen; – pedagogische problematiek; – voorbereiding en begeleiding pomptraject; – begeleiding diabeteszorg op school Dit jaar hebben de volgende educatieactiviteiten plaatsgevonden: educatieavond voor ouders, educatie/spelmiddag voor kinderen, voorlichtingsavond voor leerkrachten van de basisschool. Gestart is met het maken van voorlichtingsmateriaal voor zowel ouders als scholen. Voorbereidingen zijn getroffen voor nieuwe educatieactiviteiten in 2007.
49
Volwassenen In het verslagjaar werden 67 patiënten patiënten aangemeld voor individuele begeleiding, waaronder 18 her-aanmeldingen. Bij 10 patiënten was sprake van een second opinion. Redenen voor verwijzing vormden: – acceptatie/adaptatieproblemen; – stemmingsklachten, m.n. depressie; – angst- en stressklachten (m.n. angst voor hypoglykemie, complicaties); – eetstoornissen (anorexia nervosa, boulimia nervosa, eetbui stoornis); – sociale- en relatieproblematiek; – cognitieve klachten (geheugen, concentratie). In 2007 werden met steun van de medische psychologie (mw. drs M. Hogenelst) zelfmanagement educatieprogramma’s verzorgd aan patiënten, de zgn. PRISMA (Pro-actieve Interdisciplinaire Self-Management) trainingen, naar het voorbeeld van DESMOND uit Engeland. Er bestaat grote belangstelling vanuit zowel 1e als 2e lijns diabetesorganisaties voor PRISMA, hetgeen heeft geleid tot het geregeld verzorgen van train-de-trainers workshops. Sinds 2006 loopt er een internationaal implementatieproject in het kader van DAWN (Diabetes Attitudes Wishes and Needs), waarbij de VUmc monitoring procedure van welbevinden als onderdeel van de PGO in 10 diabetescentra (van Latijns Amerika tot Israel) wordt uitgevoerd en geëvalueerd. Vanuit de medische psychologie wordt dit DAWN MIND (Monitoring Individual Needs in Diabetes) project gecoördineerd door mw. drs N. Zandbelt in samenwerking met Novo Nordisk. Op de EASD 2007 in Amsterdam werden eerste resultaten gepresenteerd van het VUmc.
50
Onderwijs In het verslagjaar werden stagiaires begeleid bij het schrijven van een doctoraalscriptie in het kader van de opleiding klinische psychologie VU en geneeskunde. Binnen Nederland werden door mw.drs Tromp-Wever, mw. drs. Hogenelst, dr. Pouwer en prof. Snoek presentaties verzorgd op het terrein van psychosociale diabetologie. Onder meer voor voor de DVN, het DFN en in verschillende cursussen, voor huisartsen (PAOG) en assistenten kindergeneeskunde en interne geneeskunde (DESG), in de mastersopleiding Gezondheidswetenchappen, postdoctorale opleiding to GZ en Klinisch Psycholoog (RINO).
Onderzoek In het verslagjaar werd uitvoering gegeven aan verschillende wetenschappelijke studies op het terrein van de psychosociale diabetologie. Voor een overzicht zie www.vumc/diabetespsychology.nl In het verslagjaar werd de internet-interventie voor diabetespatienten met depressie verder vorm gegeven. Onder de naam diabetergestemd.nl zal deze zelfhulp cursus in het voorjaar van 2008 aangeboden gaan worden via het Internet en geevalueerd op effectiviteit. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door mw. drs. K. Van Bastelaar van de medische psychologie in samenwerking met de afdeling Klinische Psychologie van de Vu (prof Cuijpers) en het Trimbos Instituut en gefinancierd door het Diabetes Fonds. In het verlengde van het promotie-onderzoek van mw. dr A. Wessels werd verder onderzoek naar cognitief functioneren bij Type 1 diabetes geïnitieerd, met steun van het Diabetes Fonds. Hierbij worden geavanceerde neuro-imaging technieken, zoals MEG, gebruikt om beter inzicht te verwerven in aard, ernst en oorzaken van hersenafwijkingen bij type 1 diabetespatiënten met en zonder retinopatie. Drs. E. van Duinkerken werd 51
als promovendus op dit project aangesteld. Aanhakend bij het lopende onderzoek naar “Percepties en communicatie in families rond type 2 diabetes en erfelijkheid”, uitgevoerd door mw drs S. van Esch (samenwerking met de sectie Community Genetics, Klinische Genetica VUmc, steun van het Diabetes Fonds) werd op 12 Oktober 2007 een Invitational Meeting georganiseerd samen met de Nederlandse Diabetes Federatie. De meeting was gericht op de vraag hoe toenemend inzicht in de genetische basis van type 2 diabetes vertaald moet/kan worden naar de klinische praktijk. In het verslagjaar konden de eerste resultaten worden gepresenteerd van het Kwaliteit van Leven (KvL) onderzoek bij adolescenten met diabetes, waarbij in een gerandomiseerde multi-centre trial de effecten worden bekeken van het systematisch meten en bespreken van KvL als onderdeel van het spreekuur. Uit het onderzoek, gefinancierd door het Diabetes Fonds, komt duidelijk naar voren dat deze aanpak het welbevinden van de adolescenten significant verbeterd, maar geen invloed heeft op het HbA1c. De definitieve onderzoeksresultaten zullen in 2008 beschikbaar komen. De promotie van mw. drs M. de Wit staat gepland voor het najaar 2008.
Publicaties 2007 Snoek FJ, Skovlund SE, Pouwer F.; Development and validation of the insulin treatment appraisal scale (ITAS) in patients with type 2 diabetes. Health Qual Life Outcomes. 2007 Dec 20;5(1):69 [Epub ahead of print] Snoek FJ. BMJ. Self management of type 2 diabetes. 2007 Sep 8;335(7618):458-9. Epub 2007 Aug 30.
52
Grootscholten C, Snoek FJ, Bijl M, van Houwelingen HC, Derksen RH, Berden JH Dutch Working Party of SLE.; Health-related quality of life and treatment burden in patients with proliferative lupus nephritis treated with cyclophosphamide or azathioprine/ methylprednisolone in a randomized controlled trial. J Rheumatol. 2007 Aug;34(8):1699-707. Epub 2007 Jul 15. Wessels AM, Rombouts SA, Remijnse PL, Boom Y, Scheltens P, Barkhof F, Heine RJ, Snoek FJ.; Cognitive performance in type 1 diabetes patients is associated with cerebral white matter volume. Diabetologia. 2007 Aug;50(8):1763-9. Epub 2007 Jun 2. de Wit M, Pouwer F, Gemke RJ, Delemarre-van de Waal HA, Snoek FJ. Diabetes Care. 2007 Aug;30(8):2003-6. Epub 2007 May 2. de Wit M, Delemarre-van de Waal HA, Pouwer F, Gemke RJ, Snoek FJ.; Monitoring health related quality of life in adolescents with diabetes: a review of measures. Arch Dis Child. 2007 May;92(5):434-9. Review. Wessels AM, Pouwer F, Geelhoed-Duijvestijn PH, Snel M, Kostense PJ, Scheltens P, Heine RJ, Snoek FJ.; No evidence for increased self-reported cognitive failure in Type 1 and Type 2 diabetes: a cross-sectional study. Diabet Med. 2007 Jul;24(7):735-40. Epub 2007 Apr 2.
53
de Wit M, Delemarre-van de Waal HA, Bokma JA, Haasnoot K, Houdijk MC, Gemke RJ, Snoek FJ.; Self-report and parent-report of physical and psychosocial well-being in Dutch adolescents with type 1 diabetes in relation to glycemic control. Health Qual Life Outcomes. 2007 Feb 16;5:10. Koppes LL, de Boer MR, Samoocha D, Kreuk IM, Pouwer F, Twisk JW, van Mechelen W.; Personality characteristics in adolescence predict long-term changes in body fatness. Diabetes Res Clin Pract. 2007 Dec 3; [Epub ahead of print]
Bestuurlijke functies prof dr F.J. Snoek (2007) Voorzitter van de programmacommissie ‘Stem van de Patient’ van het Diabetes Fonds Lid van de Wetenschappelijke Advies Raad (WAR) Diabetes Fonds Voorzitter van de commissie Educatie en Voorlichting van de Nederlandse Diabetes Federatie Voorzitter Congrescommissie en dagvoorzitter Congres ‘Preventie’ Nederlandse Diabetes Federatie Co-editor van Diabetes/Metabolism, Research and Reviews; Adviseur Editorial Board Patient Education and Counseling; Lid editorial board van Primary Care Diabetes
54
Afdeling verloskunde & gynaecologie Inleiding In de samenwerking tussen de afdeling verloskunde en het diabetescentrum wordt beoogd om de (poli)klinische zorg voor de (aanstaande) zwangere met diabetes te optimaliseren en het wetenschappelijk onderzoek bij deze doelgroep te stimuleren. De samenwerking betreft: een wekelijks multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes; het opstellen van gemeenschappelijke richtlijnen; de gezamenlijke opzet en uitvoer van wetenschappelijk onderzoek.
Multidisciplinair spreekuur In april 2004 werd een begin gemaakt met een multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes. In verband hiermee werd een projectgroep opgericht met het doel aan de hand van een projectplan de onderlinge samenwerking tussen de betrokken disciplines (gynaecoloog, diabetesverpleegkundige, internist-diabetoloog, algemeen internist, diëtist, oogarts en het klinisch chemisch lab) vorm te geven, met name wat betreft verantwoordelijkheden en logistiek. Eind 2005 werd het projectplan afgerond en draait het multidisciplinair spreekuur in grote lijnen naar wens. Een belangrijk probleem is echter de registratie en dataverzameling van zwangeren. In de huidige situatie wordt van elke zwangere met diabetes per discipline een afzonderlijk dossier bijgehouden. De gegevens worden voornamelijk op papier (status) bewaard en voor een klein deel digitaal (ZIS, LVR). Er bestaat behoefte aan een gemeenschappelijke elektronische opslag 55
van gegevens. Dit komt zowel de patiëntenzorg als het wetenschappelijk onderzoek ten goede. Het diabetescentrum ontwikkelt samen met de IPO een eigen EPD. De afdeling verloskunde onderzoekt de mogelijkheden tot implementatie van een aantal bestaande EPD’s (Hiscom, Mosos). Het lijkt logisch om beide ontwikkelingen op elkaar af te stemmen. De verwachting is dat voor beide ontwikkelingen op een tijdstraject van meerdere jaren gerekend moet worden. In afwachting hiervan zal reeds een aanvang met digitale registratie gemaakt worden. Hiertoe zullen relevante parameters opgesteld worden die zowel retrospectief (bestaande dossiers) als prospectief (nieuwe casuïstiek) in een elektronische database verwerkt zullen worden. De verzamelde gegevens kunnen gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast wordt gewerkt aan een optimalisering van de logistiek.
56
Gemeenschappelijke richtlijnen Richtlijnontwikkeling wordt essentieel geacht voor een goede patiëntenzorg. Er zullen 4 richtlijnen worden ontwikkeld: Preconceptionele zorg bij vrouwen met diabetes mellitus; Diabetes mellitus & zwangerschap; Zwangerschapsdiabetes; Zorg aan zwangere vrouwen met diabetes bij opname, bevalling en in het kraambed. De richtlijnen betreffende preconceptionele zorg en diabetes mellitus en zwangerschap werden eind 2004 afgerond en zullen in 2007 worden geüpdatet. Deze bevatten een protocollair overzicht van de relevante aspecten van de evidence-based poliklinische zorg voor de zwangere met diabetes mellitus. De overige richtlijnen zijn nog in ontwikkeling. Het streven is om de richtlijnen op het intranet/internet ter beschikking te stellen.
Wetenschappelijk onderzoek In 2007 zal het wetenschappelijk onderzoek zich verder richten op de relatie tussen de bevindingen van de trimestergewijze continue subcutane glucosemeting en het beloop en de uitkomst van de zwangerschap, met name foetale groei en neonataal geboortegewicht. Daarnaast zal in samenwerking met de afdeling Bewegingswetenschappen gestart worden met de uitvoering van een door ZonMw gefinancierd onderzoek betreffende de preventie van zwangerschapsdiabetes (M.N.M. van Poppel: The effect of a physical activity training program on the occurrence of gestational diabetes). Tevens zal een onderzoeksproject betreffende psychologische aspecten bij zwangeren met diabetes ontwikkeld worden. 57
58
Evenementen, cursussen en symposia in 2007
59
Evenementen, cursussen en symposia Workshop ‘Topreferente Diabeteszorg’ Op 14 mei 2007 werd voor de tweede keer een workshop ‘Topreferente Diabeteszorg’ georganiseerd in Restaurant ‘De Veranda’ op de Amstelveenseweg 764 te Amsterdam voor diabetesteams in ziekenhuizen in de regio. Voor deze workshop was tot onze vreugde opnieuw grote belangstelling. De doelstelling van de workshop was te inventariseren wat de bestaande verwachtingen en wensen zijn ten aanzien van de topreferente diabeteszorg in de regio. De deelnemers waren afkomstig uit zeven diabetesteams van ziekenhuizen in de regio (internisten, psychologen, diabetesverpleegkundigen en diëtisten). De avond werd afgesloten met een discussie.
60
Patiëntenvoorlichtingsavond In 2007 werd op maandag 21 mei 2007 in de Amstelzaal van het VU medisch centrum een patiëntenvoorlichtingsavond gehouden voor mensen met type 1 en 2 diabetes en hun familie en vrienden met als titel ‘Wie heeft er diabetes? Jij of ik? Over de invloed van diabetes op uw relatie en sociale omgeving. De avond werd druk bezocht en er werden veel vragen gesteld. Ook waren er weer veel farmaceuten aanwezig met een stand. Er werd voor het eerst een evaluatieformulier uitgedeeld om een idee te krijgen wat de bezoekers van deze voorlichtingsavond vonden en om inzicht te krijgen in waar verbetering mogelijk is. De avond werd zeer positief beoordeeld, met name de locatie, de catering, de informatie vooraf, het onderwerp en de sprekers scoorden met het cijfer 7 en hoger.
Diabetesteamuitje Op vrijdag 29 juni 2007 vond het jaarlijkse diabetesteamuitje plaats. Na het strategisch overleg vertrokken wij in de stromende regen naar Wijk aan Zee waar allerlei activiteiten op het strand gepland waren. Toen wij in de strandtent aankwamen waren wij allen ‘nat tot op ons hemd’. Gelukkig werden wij ontvangen met heerlijke warme thee en koffie. Jammer genoeg bleef het plenzen van de regen en hadden zee en lucht dezelfde grijze kleur. Men had gelukkig een alternatief voor die middag: ‘het oplossen van een moord’. Wij werden in twee teams ingedeeld en kregen allen een rol toebedeeld. Met elkaar moesten wij proberen te raden wie de moord had gepleegd. Het was heel leuk om elkaar is in een hele andere rol te zien. Zo werd de middag toch nog een succes.
62
63
Congres van de European Association for the Study of Diabetes (EASD) Van 17 tot 21 september 2007 werd het congres van de European Association for the Study of Diabetes 2007 georganiseerd in het RAI Congres Centrum te Amsterdam. Prof. dr. R.J. Heine was de president van het locale organiserend comité. Het congres werd bezocht door bijna 15.000 personen uit binnen- en buitenland en was een groot succes.
VUmc Gebouwenloop De derde VUmc Gebouwenloop vond plaats op zaterdag 27 oktober 2007 en stond dit jaar in het teken van het onderzoek naar diabetes binnen het VUmc. Deelnemers konden kiezen tussen 5 en 10 km. Bij de 10 km loop werd het parcours van 5 km tweemaal afgelegd. Ook was er een eerste VUmc Kindergebouwenloop. Van het inschrijfgeld van Euro 6,- ging Euro 1,- naar het Diabetescentrum. Er waren heel veel deelnemers, waaronder M. Hogenelst, als medisch psycholoog verbonden aan het diabetescentrum en J. Hensbergen, één van de diabetesverpleegkundigen. Ook deden er verschillende medewerkers mee van één van de sponsers van het Diabetescentrum, de firma Novo Nordisk. De gebouwenloop werd mede gesponsord door de firma GlaxoSmithKline. De diëtisten en diabetesverpleekundigen waren als leden van het diabetesteam aanwezig voor het geven van dieetadviezen en het meten van de bloedglucosewaarden. De stand werd heel druk bezocht. Het werd een hele leuke dag.
.
64
65
66
Bijlagen
67
Bijlagen Huishoudelijk reglement Inleiding Het diabetescentrum VUmc is opgericht ter facilitering van de patiëntenzorg en het patiëntgebonden wetenschappelijk onderzoek. De zorg voor personen met diabetes mellitus vindt plaats op verschillende afdelingen binnen het VUmc. Tot op heden vindt geen gecoördineerde of gestructureerde samenwerking plaats. Hierdoor geldt voor de meeste patiënten dat zij separate afspraken moeten maken voor de verschillende disciplines. Bovendien is het voor de kwaliteit van de geboden zorg van groot belang om de binnen het VUmc aanwezige expertise beter op elkaar af te stemmen. Dit bevordert de ontwikkeling van gestructureerde en geprotocolleerde diabeteszorg.
Doel Het doel is om binnen het diabetescentrum topreferente zorg te bieden aan patiënten met complexe medische en/of psychosociale problematiek. De aanwezige expertise en middelen zullen ook aangewend worden voor de zorg aan de overige patiënten met diabetes. Een tweede belangrijk doel is het faciliteren van internationaal erkend hoogwaardig patiëntgebonden onderzoek. Dit onderzoek wordt gecoördineerd en geleid vanuit de verschillende onderzoeksinstituten.
68
Deze doelen zullen als volgt worden nagestreefd: – goede coördinatie en organisatie van de multidisciplinaire patiëntenzorg voor diabetespatiënten; – bewaken van de kwaliteit van de geleverde patiëntenzorg; – bevorderen van de expertise op diabetesgebied binnen de verschillende participerende – afdelingen en van de multidisciplinaire samenwerking; – het vergroten van de herkenbaarheid voor verwijzers en externe organisaties.
Deelnemers De volgende afdelingen participeren binnen het diabetescentrum: endocrinologie; – algemene inwendige geneeskunde; – kindergeneeskunde; – oogheelkunde; – diëtetiek; – medische psychologie; – revalidatie, podotherapie; – klinische chemie; – verloskunde & gynaecologie; – heelkunde , c.q. vaatchirurgie; – cardiologie; – neurologie; – nefrologie.
69
Samenwerking De specifieke diabeteszorg vindt met name plaats op de afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie. De afdeling inwendige geneeskunde houdt zich bezig met de regionale, 2e lijns diabeteszorg en is daarmee primair verantwoordelijk voor het adherentiegebied van het VUmc. De afdeling endocrinologie richt zich primair op topreferente diabeteszorg (3e lijn). De patiënten die voor topreferente diabeteszorg in aanmerking komen worden in eerste instantie gezien door de diabetologen op de polikliniek endocrinologie. Onder topreferente diabeteszorg wordt verstaan: behandeling van patiënten die door collegae specialisten zijn verwezen (second opinions); patiënten die in aanmerking voor insulinepomp ( continue subcutane of intraperitoneale insuline infusie) therapie; patiënten met ernstige psychosociale problematiek; zwangere diabetespatiënten, en vrouwen met kinderwens bij het bestaan van complicaties. De in de binnencirkel deelnemende afdelingen, en in het bijzonder de afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie maken gebruik van de faciliteiten van het diabetescentrum. Op beide afdelingen worden dezelfde diabetesbehandelingsprotocollen gehanteerd. In het kader van de kwaliteitstoetsing worden de diabetespatiënten geregistreerd. De afdelingen van het diabetescentrum in de buitencirkel richten zich op de patiënten die verwezen worden wegens complicaties van diabetes. Deze afdelingen krijgen niet alleen hun patiënten verwezen vanuit de binnencirkel maar veelal ook als second opinion van elders. Ook deze afdelingen hebben uiteraard toegang tot de ondersteunende faciliteiten die geboden worden vanuit de binnencirkel van het diabetescentrum. 70
Funduscamera Sinds 2003 wordt de oogheelkundige screening op diabetische retinopathie van diabetespatiënten op de poliklinische zorgeenheid inwendige geneeskunde en endocrinologie door middel van fundusfotografie gedaan. Op de polikliniek inwendige geneeskunde & endocrinologie worden op indicatie jaarlijks en in combinatie met het periodiek groot onderzoek fundusfoto´s gemaakt door een dokterassistente. Deze screening wordt volgens een vastgestelde procedure uitgevoerd. Voor het maken van de foto´s wordt de visus bepaald. Om een goede kwaliteit van foto´s na te streven worden de pupillen door middel van oogdruppels verwijd. De fundusfoto´s, worden gemaakt met een digitale non-mydriatic camera. De foto´s, worden beoordeeld door een grader onder supervisie van de oogarts. Indien er afwijkingen worden geconstateerd, wordt de patiënt door de polikliniek oogheelkunde opgeroepen. In 2007 zijn er 305 fundusfoto’s met de funduscamera op de polikliniek inwendige geneeskunde & endocrinologie gemaakt, hiervan zijn 47 patiënten verwezen naar de oogarts. Onderverdeling afwijkingen: – Exsudaten: 27 – Cotton wools: 12 – Bloedingen: 43 – Neovascularisatie: 1
71
Indicatie voor maken fundusfoto: – Patiënten met diabetes mellitus bij wie nog nooit oogheelkunde afwijkingen zijn geconstateerd en patiënten met diabetes mellitus die nog nooit oogheelkundig gecontroleerd zijn. – Mensen met diabetes zonder retina-afwijkingen en/of risicofactoren dienen maximaal tweejaarlijks een oogheelkundig onderzoek te ondergaan. – Mensen met diabetes mellitus type 1 dienen binnen 5 jaar na het stellen van de diagnose een eerste oogheelkundige screening te krijgen. – Mensen met diabetes type 2, die als nieuwe patiënt binnenkomen op de polikliniek inwendige geneeskunde & endocrinologie dienen zo spoedig mogelijk in ieder geval binnen drie maanden een eerste oogheelkundige screening te krijgen. – Voorafgaand aan een snelle verbetering van de bloedglucosespiegels, bij type 2 diabetes de novo of overschakeling op een insulinepomp, zo mogelijk tevoren of zo spoedig mogelijk daarna fundusonderzoek uitvoeren. – Bij zwangerschap is onderzoek in het eerste trimester, daarna om de drie maanden frequenter, afhankelijk van de bevindingen aan te bevelen, en enkele maanden na de bevalling.
72
Rapportage en verslaglegging Het fundusregistratie formulier wordt met alle gegevens van de patiënt doorgestuurd naar de afdeling oogheelkunde. De beoordeling wordt ingevuld door de grader/oogarts en vervolgens door de dokterassistente verwerkt in de status. Mensen met oogheelkundige afwijkingen worden door de polikliniek oogheelkunde opgeroepen.
73
Publicaties Internationale publicaties Schindhelm RK, Heine RJ, Diamant M. Non-alcoholic fatty liver disease as a determinant of cardiovascular disease Response to Targher. Atherosclerosis 2007;190:20-1 Ciapaite J, Bakker SJ, Eikenhorst G van, Wagner MJ, Teerlink T, Schalkwijk CG, Fodor M, Ouwens DM, Diamant M, Heine RJ, Weseterhoff HV, Krab K. Functioning of oxidative phosphorylation in liver mitochondria of high-fat diet rats. Biochim Biophys Acta 2007;3: 307-16 Bos G, Poortvliet MC, Scheffer PG, Dekker JM, Ocke MC, Nijpels G, Stehouwer CD, Bouter LM, Teerlink T, Heine RJ. Dietary polyunsaturated fat intake is associated with low-density lipoprotein size, but not with susceptibility to oxidation in subjects with impaired glucose metabolism and type II diabetes: the Hoorn Study. Eur J Clin Nutr 2007;61:205-11 Ciapaite J, Bezu J van, Eikenhorst G van, Bakker SJ, Teerlink T, Diamant M, Heine RJ, Krab K, Westerhoff HV, Schalkwijk CG. Palmitate and oleate have distinct effects on the inflammatory phenotype of human endothelial cells. Biochim Biophys Acta 2007;2:147-54 Schindhelm RK, Diamant M, Heine RJ.Nonalcoholic fatty liver disease and cardiovascular disease risk. Curr Diab Rep 2007;7:181-7 Wessels AM, Rombouts SA, Remijnse PL, Boom Y, Scheltens P, Barkhoff F, Heine RJ, Snoek FJ.Cognitive performance in type 1 diabetes patients is associated with cerebral white matter volume. Diabetologia 2007;50:1763-9 74
Schindhelm RK, Alssema M, Scheffer PG, Diamant M, Dekker JM, Barto R, Nijpels G, Kostense PJ, Heine RJ, Schalkwijk CG, Teerlink T. Fasting and postprandial glycoxidative and lipoxidative stress are increased in women with type 2 diabetes. Diabetes Care 2007; 30:1789-94 Hermanus MM, Henry R, Dekker JM, Kooman JP, Kostense PJ, Nijpels G, Heine RJ, Stehouwer CD. Estimated glomerular filtration rate and uirinary albumin excretion are independently associated with greater arterial stiffness: the Hoorn Study. J Am Soc Nephrol 2007;18:1942-52 Snijder MB, Heijden AA van, Dam RM van, Stehouwer CD, Hiddink GJ, Nijpels G, Heine RJ, Bouter LM, Dekker JM. Is higher dairy consumption associated with lower body weight and few metabolic disturbances? The Hoorn Study. Am J Clin Nutr 2007;8:989-95 Wessels AM, Pouwer F, Geelhoed-Duijvestijn PH,Snel M, Kostense PJ, Scheltens P, Heine RJ, Snoek FJ. No evidence for increased self-reported cognitive failure in Type 1 and Type 2 diabetes: a cross-sectional study. Diab Med 2007;24:735-40 Schindhelm RK, Dekker JM, Nijpels G, Stehuwer CD, Bouter LM, Heine RJ, Diamant M. Alanine aminotransferase and the 6-year risk of the metabolic syndrome in Caucasian men and women: the Hoorn Study. Diabet Med 2007; 24:430-5 Wentholt IM, Maran A, Masurel N, Heine RJ, Hoekstra JB, DeVries JH. Nocturnal hypoglycaemia in Type 1 diabetic patients, assessed with continuous glucose monitoring: frequency, duration and associations. Diabet Med 2007;24:527-32
75
Dam RM van, Snijder MB, Dekker JM, Stehouwer CD, Boouter LM, Heine RJ, Lips P. Potentially modifiable determinants of vitamin D status in an older population in the Netherlands: the Hoorn Study. Am J Clin Nutr 2007;85:755-61 Nathan DM, Davidson MB, DeFronzo RA, Heine RJ, Henry RR, Pratley R, Zimman B, American Diabetes Association. Impaired fasting glucose and impaired glucose tolerance : implications for care. Diabetes Care 2007;30:753-9 Tushuizen ME, Nieuwland R, Rustemeijer C, Hensgens BE, Sturk A, Heine RJ, Diamant M. Elevated endothelial microparticles following consecutive meals are associated with vascular endothelial dysfunction in type 2 diabetes. Diabetes Care 2007;30:728-30 Riksen NP, Bosselaar M, Bakker SJ, Heine RJ, Rongen GA, Tack CJ, Smits P. Acute elevation of plasma non-esterified fatty acids increases pulse velocity and induces peripheral vasodilation in humans in vivo. Clin Sci 2007;113:33-40 Rijkelijkhuizen JM, Nijpels G, Heine RJ, Bouter LM, Stehouwer CD, Dekker JM. High risk cardiovascular mortality in individuals with impaired fasting glucose is explained by conversion to diabetes: the Hoorn Study. Diabetes Care 2007;30:332-6 Alssema M. Dekker JM, Kuivenhoven JA, Nijpels G, Teerlink T, Scheffer PG, Diamant M, Stehouwer CD, Bouter LM, Heine RJ. Elevated cholesteryl ester transfer protein concentration is associated with an increased risk for cardiovascular disease in women, but not in men, with Type 2 diabetes: the Hoorn Study. Diabet Med 2007;24:117-23
76
Maassen JA, Romijn JA, Heine RJ. Fatty acid induced mitochondrial uncoupling in adipocytes as a key protective factor against insulin resistance and beta cell dysfunction: a new concept in the pathogenesis of obesity-associated type 2 diabetes mellitus. Diabetologia 2007;50:2036-41 Tushuizen ME, Bunck MC, Pouwels PJ, Bontemps S, Waesberge JH van, Schindhelm RK, Mari A, Heine RJ, Diamant M. Pancreatic fat content and beta-cell function in men with and without type 2 diabetes. Diabetes Care 2007;30:2916-21 Heine RJ, Brodows R. Diabetic gastroparesis. N Engl J Med 2007;357:418 Schindhelm RK, Heine RJ, Diamant M. Prevalence of nonalcoholic fatty liver disease and its association with cardiovascular disease among diabetic patients. Diabetes Care 2007;30:e94 Diamant M. Brain insulin signaling in the regulation of energy balance and peripheral metabolism. Ideggyogy Sz (Hung: Clin Neurosci) 2007 Mar 30;60(3-4):97-108 Ouwens DM, Diamant M. Myocardial insulin action and the contribution of insulin resistance to the pathogenesis of diabetic cardiomyopathy. Archives Physiol Biochem 2007;113:76-86 Van der Meer RW, Diamant M, Westenberg JJM, Doornbos J, Bax JJ, De Roos A, Lamb HJ. Magnetic Resonance assessment of aortic pulse wave velocity, aortic distensibility, and cardiac function in uncomplicated type 2 diabetes mellitus. J Cardiov Magn Reson 2007;9:645-51
77
De Preux AS, Goosen K, Zhang W, Sima AAF, Shimano H, Ouwens DM, Diamant M, Hillebrands JL, Rozing J, Lemke G, Beckmann JS, Smit AB, Verheijen MHG, Chrast R. SREBP-1c expression in Schwann cells is affected by diabetes and nutritional status. Mol Cell Neurosci 2007;35:525-34 Ouwens DM, Diamant M, Fodor M, Habets DDJ, Pelser MMAL, El Hasnaoui M, Dang ZC, Van den Brom CE, Vlasblom R, Rietdijk A, Boer C, Coort SLM, Glatz JFC, Luiken JJFP. Cardiac contractile dysfunction in insulin resistant high-fat diet fed rats associates with elevated CD36-mediated fatty acid uptake and esterification. Diabetologia 2007;50:1938-48 Toth B, Lok CAR, Boing AN, Diamant M, Van der Post JAM, Friese K, Nieuwland R. Microparticles and exosomes: impact on normal and disturbed pregnancy. Am J Reproduct Immunol 2007;58:389-402 Van der Meer RW, Doornbos J, Kozerke S, Schär M, Bax JJ, Hammer S, Smit JWA, Romijn JA, Diamant M, Rijzewijk LJ, De Roos A, Lamb HJ. Metabolic imaging of myocardial triglyceride content: reproducibility of 1H-MR spectroscopy using respiratory navigator gating. Radiology 2007;245:251-7 Van der Meer RW, Hammer S, Smit JWA, Frölich M, Bax JJ, Diamant M, Rijzewijk LJ, De Roos A, Romijn JA, Lamb HJ. Short term caloric restriction induces accumulation of myocardial triglycerides and decreases left ventricular diastolic function in healthy subjects. Diabetes 2007;56:2849-53 Nationale publicaties Tushuizen ME, Diamant M. Het metabool syndroom of de afzonderlijke componenten als voorspellers van risico? Ned Tijschr Geneesk 2007;151:991 78
Simsek S, Diamant M, Eekhoff EMW, Heine RJ. Wat voor typen diabetes mellitus zijn er op de volwassen leeftijd en wat is het beleid? Vademecum (voor huisartsen) 2007;25(9):1-4 Kuenen JC, Diamant M, Heine RJ. Behandeling van hyperglykemie bij diabetes mellitus type 2: toe aan een heroverweging? Bijlage bij Modern Medicine 2007;31:juli/aug(7/8):1-16
79
Vakpublicaties Bunck MCM, Diamant M. Is exenatide a good choice for sub-optimally controlled type 2 diabetes? World Wide Diabetes 2007;3:1-2 Diamant M. GLP-1 receptor agonisten: wel de voordelen, maar niet de nadelen van insuline. Diabetes Specialist 2007;23:20-22; link: (http://www.diabetespecialistonline.nl/archief.php?acti on=readart&src=419&art=432&main=3&sub=8)
Chapters in Books: English Ciapaite J, Bakker SJL, Heine RJ, Krab K and Westerhoff HV. Hoofdstuk 18: A Systems Biology Perspective on Obesity and Type 2 Diabetes . In: Molecular System Bioenergetics: Energy for Life. Edited by Valdur Saks. Wiley-VCH Verlag GmBH & Co, Weinheim, Germany, 2007: p 571592 (ISBN 978-3-527-31787-5)
80
Chapters in Books: Dutch Elte JWF, Heine RJ en Valk GD. Goudswaard AN, Guchelaar H.J. Hoofdstuk 3. Endocrinologie. In: Diagnose en Therapie. Jaarboek 2008. Red.: J.J.E. van Everdingen en J.H. Glerum. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2007: 139-190 (ISBN 9798 90 313 5027 8 Nobels FRE, Heine RJ, Mathieu, Wolffenbuttel BHR. Hoofdstuk 10: Koolhydraathuishouding en diabetes mellitus. In: Endocrinologie.Red.: Krenning E.P., Wiersinga WM, Lamberts SW, Nobels F, Bouillon R. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, 2007: 209-237 (ISBN 978 90 352 2936 5)
81
Grants Projectleader: ‘Effects of Insulin detemir and Insulin glargine on brain glucose uptake and activation: a study in persons with type 1 diabetes’, together with prof. RJ Heine (Principal Applicant). 3e geldstroom Investigator Initiated Trial (IIT) Grant, 2007 (€ 700,000) Projectleader and Principal Applicant: Project ‘The effect of exenatide, a GLP-1 receptor agonist, as compared to insulin glargine injection on cardiac function and metabolism in type 2 diabetic patients with congestive heart failure (NYHA II): a randomised comparator-controlled trial. 3e geldstroom IIT Grant,2007 (€ 300,000)
82
Lijst van afkortingen ADP
Amsterdams Diabetes Programma
CGMS
Continuous Glucose Monitoring System
COO
Computerondersteund Onderwijs
CTG
College Tarieven Gezondheidszorg
DC
diabetescentrum (VUmc)
DFN
Diabetes Fonds Nederland
DIP
Diabetes Informatie Post
DM
diabetes mellitus
DOC
Diabetes Onderzoek Centrum (Hoorn)
Dvk
diabetesverpleegkundige
DVN
Diabetes Vereniging Nederland
EMGO
Instituut Extramuraal Geneeskundig Onderzoek
EPD
Elektronisch Patiënten Dossier
ICar-Vu
Onderzoeksinstituut voor Cardiovasculaire Research
ICEN
Onderzoeksinstituut voor Klinische en Experimentele Neurowetenschappen
IKD
project Integrale Kwaliteitszorg Diabetes
NDF
Nederlandse Diabetes Federatie
NHG
Nederlands Huisartsen Genootschap
OCT
Optical Coherence Tomography (oogheelkunde)
PGO
Periodiek Groot Onderzoek (voorheen: jaarcontrole, jaarconsult)
RBU
Revalidatie Behandel Uren
RvB
Raad van Bestuur (VUmc)
V&G
Verloskunde & Gynaecologie
VUmc
Vrije Universiteit medisch centrum 83
84