DIABETESCENTRUM VUmc JAARVERSLAG 2006
Diabetescentrum VUmc De Boelelaan 1118 Postbus 7057 1007 MB Amsterdam www.diabetescentrum.nl
Inhoudsopgave Inleiding
5
Missie van het diabetescentrum VUmc Taken van het diabetescentrum VUmc
8 8
Diabetes Mellitus en het VUmc
13
Dagelijks Bestuur Deelnemersoverleg, strategisch overleg Raad van Advies Participanten Het zorgpad Samenwerking met andere afdelingen DC ('Clinics') Diabetescentrum VUmc, ‘Binnencirkel’
15 16 16 17 19 20 25
Endocrinologie Algemene inwendige geneeskunde Diabetesverpleegkundigen Dienst diëtetiek en voedingswetenschappen Afdeling klinische chemie Afdeling oogheelkunde
25 27 29 35 41 43
Diabetescentrum VUmc, ‘Buitencirkel’
53
Afdeling vaatchirugie Afdeling revalidatie Afdeling medische psychologie Afdeling verloskunde & gynaecologie
53 57 63 69
Evenementen, cursussen en symposia
77
Patiëntenvoorlichtingsavonden Workshop ‘Topreferente Diabeteszorg’ Changing Diabetes World Tour Sponsorfietstocht Diabetesteamuitje
77 77 78 80 82
Bijlagen
87
Huishoudelijk reglement Funduscamera Publicaties Lijst van afkortingen
87 91 95 106 3
Inleiding Dit is het achtste verslag van de werkzaamheden van het diabetescentrum (DC). Het afgelopen jaar stond in het teken van de reorganisatie van de afdeling endocrinologie, na het emeritaat van prof. dr. J.C. Netelenbos. Tevens werden binnen het cluster de nodige voorbereidingen getroffen voor de totstandkoming van de divisie. Deze ontwikkelingen hebben ook repercussies gehad voor het diabetescentrum. Één van de positieve gevolgen is dat de aansturing van de medewerkers op de werkvloer, en in het bijzonder op de polikliniek, alsook het ontwikkelen van het Zorgpad Diabetes nu meer aandacht hebben gekregen. Ook de kwaliteit van de patiëntenzorg op de polikliniek krijgt nu meer aandacht. De aanvankelijk bestaande lange wachttijden en het achterblijven van het aantal PGO’s [periodiek groot onderzoek] zijn nu teruggedrongen. Deze voortvarendheid is mede te danken aan de bewonderswaardige inzet van de diabetesverpleegkundigen, waarvoor wederom veel dank! Het PGO omvat een gecoördineerd bezoek aan de diabetesverpleegkundige, diëtist, oogarts of funduscamera, alsook aan het laboratorium voorafgaande aan het bezoek aan de internistdiabetoloog. De implementatie van dit nieuwe, innovatieve zorgtraject is goed verlopen en maakt nu integraal onderdeel uit van de zorg. Het uitgangspunt is dat alle patiënten met diabetes dit onderzoek eenmaal per 1 tot eventueel 2 jaar ondergaan.
5
Het diabetes zorgpad ligt om diverse redenen voor de hand. Het aantal patiënten is groot, de zorgbehoefte is redelijk voorspelbaar en het multidisciplinaire zorgaanbod kan in principe goed georganiseerd worden. Deze factoren maken het ook aantrekkelijk als voorbeeldfunctie voor andere chronische aandoeningen. De belangrijkste drempel in het organiseren van een afdelings- en clusteroverstijgend zorgpad is de gescheiden aansturing van de betrokken afdelingen en clusters. Het afgelopen jaar is gelukkig enige vooruitgang geboekt in het slechten van deze grenzen en barrières.
Het diabetesonderzoek is nu grotendeels en succesvol ondergebracht in het instituut voor cardiovasculaire research, IcaR-VU. Wat het onderzoek betreft mogen we weer zeer verheugd zijn over de voortgang, de fondsenwerving, alsook over het aantal en de kwaliteit van de publicaties. Ook was er wederom sprake van internationale erkenning voor het onderzoek. Dit bleek onder meer uit uitnodigingen aan diverse medewerkers voor voordrachten op congressen en bijeenkomsten. De financiering van de diabeteszorg was ook in 2006 een aandachtspunt. De diabetes DBC is vanzelfsprekend niet toereikend voor de omvangrijke en multidisciplinaire zorg die binnen het VUmc wordt gegeven. Dit wordt in het bijzonder veroorzaakt door het grote en toenemende aanbod van topreferente patiënten. Deze patiëntenpopulatie heeft veelal een grote (psychosociale) zorgbehoefte. Het afgelopen jaar heeft overleg plaatsgevonden met verschillende regionale diabetesteams. Uit dit overleg kwam duidelijk naar voren dat er behoefte is aan topreferente diabeteszorg, en aan structureel periodiek overleg over de aangewezen behandeling van moeilijk instelbare patiënten. Met de zorgverzekeraars zal gesproken moeten worden over de financiering van deze zorg.
6
Tot slot een dankwoord aan allen die zich het afgelopen jaar wederom hebben ingezet voor het diabetescentrum. Uiteraard geldt dit in het bijzonder voor de leden van het diabetesteam en de redactie van de website. Dank is zeker ook verschuldigd aan de facilitatoren, of in gewoon Nederlands, de sponsors. In 2006 waren dit Novo Nordisk, GlaxoSmithKline, Novartis Pharma, Pfizer, AstraZeneca, Boeren Medical, Eli Lilly MSD, Roche en de firma Merck. Dankzij deze bedrijven kon opnieuw hard gewerkt worden aan het verder uitbreiden van de informatievoorziening via de wederom herziene (!) website (www.diabetescentrum.nl)
7
Missie van het diabetescentrum VUmc De oprichting van het diabetescentrum is in eerste instantie gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de topreferente diabeteszorg, met als basis een efficiënte, geprotocolleerde reguliere diabeteszorg. In het diabetescentrum wordt de voor deze zorg noodzakelijke kennis en expertise gebundeld, onder meer door het verrichten van internationaal erkend hoogwaardig onderzoek. Dit onderzoek bestaat zowel uit fundamenteel als uit patiëntgericht klinisch onderzoek. Het wetenschappelijk onderzoek moet beschouwd worden als motor en vormgever van de diabetologie en daarmee van de diabeteszorg.
Taken van het diabetescentrum VUmc
−
het vervullen van een voorbeeldfunctie inzake de protocollaire diabeteszorg;
−
het verzorgen van de opleiding diabetologie voor internisten/endocrinologen, kinderartsen, huisartsen, alsook aan psychologen (psychosociale diabetologie);
−
het ondersteunen van de zorgstructuur in en buiten de regio: dit houdt onder meer in het implementeren en evalueren van protocollaire diabetes ketenzorg (voorbeelden: Het West Fries Diabetes Zorgmodel en het Amsterdams Diabetes Project);
−
het verlenen van topreferente diabeteszorg;
−
het verrichten en faciliteren van wetenschappelijk onderzoek;
−
het faciliteren van de reguliere diabeteszorg binnen het ziekenhuis.
8
Onder topreferente diabeteszorg wordt verstaan:
−
behandeling van patiënten die door collegae specialisten zijn verwezen voor een second opinion met duidelijke afspraken over terugverwijzing;
−
patiënten die in aanmerking komen voor insulinepomptherapie (continue subcutane of intraperitoneale insuline infusie);
−
behandeling van patiënten die ondanks optimale reguliere zorg onvoldoende gereguleerd zijn en/of verwezen worden wegens ernstige psychosociale problematiek (eindpunt van verwijzing);
−
behandeling van zwangere diabetespatiënten en vrouwen met een kinderwens bij het bestaan van complicaties van de diabetes. Hierbij moet in het bijzonder worden gedacht aan oog- en/of nierafwijkingen (retinopathie, nefropathie);
−
behandeling van patiënten wegens ernstige complicaties zoals oogproblemen, nierafwijkingen en vaatschade. Deze patiënten behoeven vaak hoogwaardige zorg op de afdelingen oogheelkunde, vaatchirurgie, revalidatie, nefrologie en cardiologie (cardiochirurgie).
Deze laatst genoemde topreferente zorgfunctie laat zich kortheidshalve kenmerken als ‘eindpunt van verwijzing’.
De uitvoering van de geschetste taken van het diabetescentrum dienen op gezette tijden te worden getoetst, zowel ten aanzien van de geleverde zorg als de kwaliteit en kwantiteit van het wetenschappelijk onderzoek.
9
De evaluatie van de zorg dient niet beperkt te blijven tot de zorg die verleend wordt binnen het diabetescentrum. Ook de transmurale zorg binnen de regio waarvoor het ziekenhuis een specifieke verantwoordelijkheid draagt, dient onderworpen te worden aan kwaliteitsevaluaties.
10
DIABETESCENTRUM VUmc
Diabetes Mellitus en het VUmc In de bijlage is het onderzoek dat het afgelopen jaar is uitgevoerd binnen het diabetesprogramma van het EMGO en ICaR-VU opgenomen. Binnen deze instituten vindt in belangrijke mate het klinisch wetenschappelijk onderzoek plaats en deze instituten maken derhalve veel gebruik van de faciliteiten van het diabetescentrum. Binnen het onderzoeksinstituut ICaR-VU is de wetenschappelijke aandacht met name gericht op de pathogenese van hart- en vaatziekten, alsook van hartfalen. Het diabetesonderzoek dat vanuit het EMGO-Instituut wordt gecoördineerd vindt voor het grootste deel plaats in Hoorn. De Hoorn Studie werd in 1989 gestart. Het initiële onderzoek betrof het vaststellen van de prevalentie van afwijkende glucosetolerantie bij 2500 personen in de algemene bevolking van 50 tot 75 jaar. Voorts werd gekeken naar de mogelijke oorzakelijke factoren, zoals voeding, lichamelijke activiteiten en dergelijke. Het onderzoek is nu gericht op de pathogenese van type 2 diabetes en hart- en vaatziekten in deze populatie. In 2000 is als belangrijke activiteit toegevoegd: onderzoek naar de effectiviteit en doelmatigheid van diabeteszorg. Inmiddels is het zogenaamde West-Fries Zorgmodel van start gegaan, een samenwerkingsverband tussen huisartsen, het West-Fries Gasthuis, Zorgverzekeraar Univé en de thuiszorgorganisaties. Binnen dit zorgmodel worden nu meer dan 5000 patiënten behandeld. De nadruk van het huidige onderzoek ligt op het vaststellen van de invloed van glucose- en lipidenconcentraties na de maaltijden op vaatwandfunctie en andere factoren die de kans op hart- en vaatziekten beïnvloeden.
13
Zie tevens de jaarverslagen en de websites
−
www.icar.med.vu.nl
−
www.emgo.nl
14
Dagelijks Bestuur Het diabetescentrum wordt geleid door een dagelijks bestuur (DB) onder voorzitterschap van de directeur, prof. dr. R.J.Heine. De overige leden van het DB zijn: de manager van cluster I: drs. A.I. Leemhuis en vertegenwoordigers van de afdelingen algemene inwendige geneeskunde: dr. F. Stam en prof. dr. S.A. Danner, kindergeneeskunde: dr. J. Rotteveel, vaatchirurgie: prof. dr. J.A. Rauwerda, oogheelkunde: mevr. dr. M.S.A. Suttorp-Schulten en later mevr. dr. A.C. Moll, medische psychologie: prof. dr. F.J. Snoek . Het Dagelijks Bestuur stelt het beleid vast, coördineert de werkzaamheden binnen het centrum en bewaakt de kwaliteit van de geleverde zorg. Dit geldt in het bijzonder de procesmatige aspecten. De hoofden van de participerende ziekenhuisafdelingen in de verschillende clusters maken voor een bepaalde periode afspraken met de Raad van Bestuur inzake de inzet van middelen en personeel en stellen zich hiervoor garant. De betreffende afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor het functioneren van hun medewerkers en voor de kwaliteit van de geleverde zorg binnen het diabetescentrum. Sinds 2003 worden multidisciplinaire plannen ten bate van het diabetescentrum bij de Raad van Bestuur ingediend via Cluster I. Het Dagelijks Bestuur adviseert de Raad van Bestuur met betrekking tot de inzet van middelen ten bate van het diabetescentrum. Dit advies komt tot stand na raadpleging van de betrokken afdelingen en clusters. Het Dagelijks Bestuur brengt het jaarverslag uit. Hierin worden de activiteiten van het Dagelijks Bestuur en van de verschillende betrokken afdelingen vastgelegd alsook andere wetenswaardigheden.
15
Deelnemersoverleg, strategisch overleg Binnen het zogenaamde deelnemersoverleg wordt het te voeren beleid besproken met de officiële en gemandateerde vertegenwoordigers van de deelnemende afdelingen. Dit overleg vindt minimaal een maal per jaar plaats.
Raad van Advies De Raad van Advies werd in 1999 in het leven geroepen. De volgende personen maakten in 2006 deel uit van de Raad van Advies: drs. Ch.J. Maats, voormalig lid Raad van Bestuur VUziekenhuis, drs. F. Sier, directeur Arbo-dienst Den Haag en mevrouw A. Bevers, lid van het bestuur van de DVN. Deze personen werden benoemd op basis van hun contacten in de Nederlandse samenleving, hun bestuurlijke ervaring en kennis alsook affiniteit met het doel van het diabetescentrum. De Raad van Advies verstrekt gevraagd en ongevraagd advies aan de directie. Deze adviezen zijn met name gericht op het vergroten van de herkenbaarheid voor externe organisaties, zoals het Ministerie voor VWS, verzekeraars, Nederlandse Diabetes Federatie e.d. Hierbij moet ook gedacht worden aan de mogelijkheden van fondsenwerving.
16
Participanten De afdelingen endocrinologie en algemene inwendige geneeskunde (inclusief diabetesverpleegkundigen) oogheelkunde, kindergeneeskunde, vaatchirurgie, neurologie, verloskunde & gynaecologie, diëtetiek, revalidatie, medische psychologie, klinische chemie, nefrologie en cardiologie zijn aangesloten bij het diabetescentrum.
Deze afdelingen hebben gemeen dat zij direct of indirect betrokken zijn bij de zorg aan de persoon met diabetes mellitus. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen afdelingen die betrokken zijn bij de zorgverlening aan alle diabetespatiënten en afdelingen die alleen bij deze zorg worden betrokken indien zich complicaties voordoen of in andere meer bijzondere omstandigheden. Dit laatste kan bijvoorbeeld het geval zijn bij psychologische problematiek.
De binnencirkel omvat de afdelingen die betrokken zijn bij de reguliere zorg: algemene inwendige geneeskunde, endocrinologie, kindergeneeskunde en diëtetiek. Tevens vindt in de binnencirkel het (PGO) onderzoek plaats naar complicaties, onder meer van de voeten en het oogheelkundig onderzoek. De afdeling klinische chemie verricht het periodiek onderzoek naar de betrouwbaarheid van de glucosemeters. In de binnencirkel zijn aldus de volgende disciplines werkzaam: internist-diabetologen, kinderartsen, diabetesverpleegkundigen, diëtisten, podotherapeut en oogarts, alsook een analist van het laboratorium. In de buitencirkel zijn de afdelingen vertegenwoordigd die voor een deelpopulatie van belang zijn. Dit zijn de afdelingen oogheelkunde, nefrologie, vaatchirurgie, cardiologie, medische psychologie, neurologie, alsmede verloskunde & gynaecologie. De begeleiding van zwangere vrouwen met diabetes gebeurt in nauwe samenwerking met de afdeling verloskunde & gynaecologie. 17
Het grootste aantal reguliere patiënten komt binnen via de afdeling algemene inwendige geneeskunde. De topreferente patiënten en second opinions worden gezien op de afdeling endocrinologie. Voor de kinderen gebeurt dit via de afdeling kindergeneeskunde.
Sommige afdelingen, en in het bijzonder de afdelingen oogheelkunde en revalidatie zijn terug te vinden op beide cirkels. De binnencirkel omvat het (PGO) onderzoek naar complicaties (retinacamera, voetonderzoek), de buitencirkel de behandeling van de gevonden complicaties (oogarts, podotherapeut, voetenteam).
18
Het zorgpad De volgende patiëntencategorieën kunnen worden onderscheiden binnen het DC VUmc.
Basiszorg patiënten verwezen door huisarts in de regio, stromen in op de afdeling inwendige geneeskunde:
−
patiënten met DM type 1;
−
patiënten met DM type 2.
Topreferente diabeteszorg patiënten verwezen door de specialist in- of extern, in of buiten regio, worden in eerste instantie gezien op de afdeling endocrinologie
−
patiënten die in aanmerking voor insulinepomp (continue subcutane of intraperitoneale insuline infusie) therapie;
−
patiënten met ernstige psychosociale problematiek;
−
zwangere diabetespatiënten, en vrouwen met kinderwens bij het bestaan van complicaties;
−
behandeling van patiënten die door collegae specialisten zijn verwezen (second opinions).
Diabetespatiënten met co-morbiditeit patiënten verwezen door huisarts of specialist naar afdelingen in de buitencirkel DC -ook als second opinion-, of naar deze afdelingen verwezen vanuit binnencirkel DC 19
Samenwerking met andere afdelingen DC ('Clinics') Multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes In april 2004 is een multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes van start gegaan en in 2005 is de capaciteit uitgebreid. Op één ochtend in de week vindt dit spreekuur plaats op de poli V&G. Op grond van het in de sectie metabool van het DC geformuleerde protocol 'Zwangerschap en diabetes' wordt er in het multidisciplinaire spreekuur samengewerkt door een gynaecoloog, endocrinoloog, diabetesverpleegkundige en diëtist. Ook een algemeen internist maakt deel uit van de werkgroep. Het doel is om te komen tot een optimale behandeling en begeleiding van zwangere vrouwen met diabetes en een adequate nazorg. Door middel van registratie van nog te formuleren indicatoren zal deze patiëntengroep gevolgd worden en kan er wetenschappelijk onderzoek plaatsvinden.
Samenwerking met de kliniek: consultatieve dienst vanuit het DC Het doel hiervan is het opzetten van een consultatieve dienst vanuit het DC voor de zorg aan personen met diabetes die opgenomen zijn in het ziekenhuis. In het bijzonder wordt hierbij gedacht aan de afdelingen met veel diabetespatiënten: afdelingen oogheelkunde, vaatchirurgie, nefrologie en cardiologie.
20
Het doel van het diabetescentrum is aan deze consultatieve dienst een positieve bijdrage te leveren door kennisoverdracht aan de arts-assistenten en consulenten (door onderwijs, bereikbaarheid en laagdrempeligheid voor advies/begeleiding), alsook door het creëren van mogelijkheden om op de afdelingen de instelling van patiënten met diabetes mellitus te optimaliseren. De afdeling vaatchirurgie kwam als eerste hiervoor in aanmerking vanwege de vele opnames van patiënten met diabetes mellitus. In 2005 werd in samenwerking met de afdeling vaatchirurgie, internistconsulenten en de klinische chemie door het DC (dr. E.M.W. Eekhoff) aan de hand van geformuleerde doelstellingen een projectplan ontwikkeld waarbij de verpleging van de afdeling als eerste de glycemische ontregeling van de diabetes mellitus volgens een vast algoritme gaat behandelen. Dit vindt plaats in nauwe samenwerking tussen verpleegkundigen, diabetesverpleegkundigen en artsconsulenten onder begeleiding van mevr. dr. E.M.W. Eekhoff (en waarnemend endocrinologen). De Raad van Bestuur ondersteunt dit plan en heeft hiervoor toestemming verleend.
21
22
DIABETESCENTRUM VUmc ‘BINNENCIRKEL’
Diabetescentrum VUmc, ‘Binnencirkel’ In de binnencirkel zijn vertegenwoordigd de afdelingen endocrinologie, inwendige geneeskunde, kindergeneeskunde, oogheelkunde, diëtetiek en klinische chemie.
Endocrinologie Patiëntenzorg In 2006 werd doorgegaan met het structureel uitvoeren van een Periodiek Groot Onderzoek (PGO, voorheen 'jaarcontrole') Dit PGO wordt uitgevoerd volgens de door de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) geformuleerde richtlijnen. De internist/endocrinoloog richt zich vooral op de medische aspecten, terwijl de diabetesverpleegkundige voornamelijk preventie en educatie voor haar rekening neemt. De diabetesverpleegkundige is degene die de patiënt indien nodig doorverwijst naar de diëtist en podotherapeut of pedicure. Van patiënten met diabetes zonder oogcomplicaties of waarbij diabetes recent ontdekt is, worden twee fundusfoto’s gemaakt, welke vervolgens door een oogarts beoordeeld werden. Deze multidisciplinaire controles zijn verder uitgebreid en worden nu aangeboden aan de volledige populatie diabetespatiënten. Wekelijks worden diabetespatiënten in multidisciplinair verband besproken tijdens het diabetesteamoverleg.
25
Ten behoeve van de diabeteszorg waren in het jaar 2006 op de afdeling endocrinologie werkzaam:
−
1 hoogleraar diabetologie;
−
3 stafleden internist-endocrinoloog;
−
1 coördinator/stafadviseur (tot 1 februari 2006).
Er wordt nauw samengewerkt met de afdeling inwendige geneeskunde, diabetesverpleegkundigen en diëtisten
Onderwijs
−
Dr. M. Diamant i.s.m. dr. C.B. Brouwer, OLVG, dr. R.P. Michels, AMC, Diabetes Onderwijs Amsterdam (DOA): Diabetesbehandeling in de praktijk (cursus voor arts-assistenten regio I en II, Amsterdam).
−
Dr. M. Diamant is sedert 2002 supervisor Master class Student ('Postprandial metabolic and vascular responses') VUmc, Amsterdam (in samenwerking met prof. dr. R.J. Heine en prof. dr. E.S. Horton, Joslin Diabetes Center, Harvard Medical School, Boston, USA).
−
Dr. E.M.W. Eekhoff is studentencoördinator wetenschappelijke stage op de afdeling Endocrinologie, lid EVM onderwijscommissie masterclass en profielonderwijs.
−
Prof. dr. R.J. Heine is bestuurslid van de Diabetes Education Study Group en verzorgt lezingen voor de jaarlijkse internistencursussen (januari) en voor de assistentencursus over de pathogenese en behandeling van type 2 diabetes.
26
Algemene inwendige geneeskunde Patiëntenzorg De afdeling inwendige geneeskunde (tweede lijn) besteed op de polikliniek een belangrijk deel van de tijd en energie aan diabeteszorg. Alle nieuwe patiënten die via de eerste lijn verwezen worden en nog een groot aantal controlepatiënten worden door de stafleden en de assistenten in opleiding van de afdeling inwendige geneeskunde behandeld. Jaarlijks ondergaan bijna alle diabetespatiënten een periodiek groot onderzoek (PGO) gevolgd door een afspraak op het spreekuur van de behandelend arts. Er is een goede en constructieve samenwerking tussen afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie door middel van wekelijkse gezamenlijke patiëntenbesprekingen en frequent intercollegiaal overleg. Op dit moment wordt door twee stafleden, van beide afdelingen, een zorgpad ontwikkeld te verbetering van logistiek en efficiëntie van de diabetes zorg.
Onderwijs Het onderwijs vanuit de afdeling inwendige geneeskunde betreffende diabetologie vindt in het VUmc cursorisch plaats en is ook ingebed in patiëntenbesprekingen.
27
Onderzoek Wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het metabool syndroom is en blijft een zwaartepunt van de afdeling inwendige geneeskunde.
Gezamenlijke voornemens van beide afdelingen (algemene inwendige geneeskunde en endocrinologie)voor het jaar 2007
−
Invoeren elektronisch patiëntendossier (EPD);
−
Ontwikkeling van zorg pad voor diabeteszorg;
−
Ontwikkeling en uitbreiding van richtlijnen.
28
Diabetesverpleegkundigen Inleiding In het jaarverslag 2006 wordt ingegaan op het personeelsbeleid, de patiëntenzorg, de onderwijsactiviteiten, de onderzoeksactiviteiten, voorlichtingsbijeenkomsten, overige activiteiten en in- en externe samenwerkingsverbanden.
Personeelsbeleid Na een turbulent jaar met vele personeelswisselingen, een hoog ziekteverzuim, een continu gevoel van krapte en een hoge werkdruk is het jaar 2006 afgesloten met de opdracht tot het schrijven van een notitie over hoe verbeteringen aan te brengen in de bedrijfsvoering van de verpleegkundig consulenten diabetes.
Patiëntenzorg De zorg aan patiënten vindt zowel klinisch als poliklinisch plaats. Klinisch wordt op consultbasis gewerkt. De begeleiding van deze patiënten wordt veelal poliklinisch voortgezet. Poliklinisch worden spreekuren gehouden: voor nieuwe patiënten en ‘second opinions’ (instroom) evenals Periodiek Groot Onderzoeken (PGO’s) en vervolgconsulten (blijvende begeleiding).
29
−
Afgelopen jaar zijn er 317 PGO’s in carrousel afgenomen. De patiënt ziet zowel de diëtist als de verpleegkundige consulent. De doktersassistent maakt een fundusfoto en meet de bloeddruk en het gewicht. Een welbevindenvragenlijst wordt afgenomen. Er zijn 111 verpleegkundig jaarconsulten (VJC) afgenomen, de patiënt ziet dan alleen de verpleegkundig consulent. Deze vorm van jaarconsult is in december 2006 afgesloten. De patiënt wordt nu alleen nog in de carrousel voor een 1- of 2-jaarlijks PGO gezien. Er is een capaciteit van 370 PGO’s per jaar voor 1800 patiënten. Op dit moment geeft dat wachtlijsten van 6-8 weken. Het PGO had te maken met een enorme no show. Vanaf april 2006 wordt er door de doktersassistent een herinneringsbrief gestuurd, daardoor is de no show enorm afgenomen.
−
In 2006 zijn 25 patiënten gestart met een subcutane insulinepomp.
−
Het multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes vindt plaats op 1 ochtend in de week.
−
Er zijn 2 dagopnames geweest.
−
Er zijn 2 patiënten met een implanteerbare pomp vervolgd
−
Er is gestart met groepseducatie PRISMA (PRo-actieve Interdisciplinaire Self Management training) in samenwerking met een diëtist en een psycholoog. Eind 2005 is er eerst een pilot geweest. Vanaf maart 2006 wordt deze vorm van educatie aangeboden aan alle nieuwe type 2 diabetespatiënten in het VUmc. Op dit moment zijn er twee verpleegkundig consulenten opgeleid als trainer en het plan is om dit verder uit te breiden.
30
Aantal geregistreerde patiëntencontacten Soort consult Nieuwe patiënten Telefonische consulten Vervolgconsulten Pompinstructie Jaarconsulten Periodiek Groot Onderzoek Sensormeting Klinische consulten CIPII consulten
2005 2006 246 246 2.956 2.686 1.868 1.371 87 68 338 111 70 317 100 90 niet apart geregistreerd, schatting is niet apart geregistreerd, schatting is 100 80 18 6
Fig. 1: Mate van patiëntenzorgactiviteiten diabetesverpleegkundigen, registratie ZIS.
In 2006 kon de formatie diabetesverpleegkundigen worden uitgebreid van 3,6 fte naar 4,43 fte. Helaas hebben we te maken gehad met een hoog ziekteverzuim en vele personeelswisselingen, waardoor de productieaantallen zijn afgenomen ten opzichte van 2005. Voor research activiteiten is er een formatie beschikbaar van 0,6 fte.
31
Onderwijsactiviteiten De volgende activiteiten zijn uitgevoerd.
−
Het begeleiden van stagiaires van de stichting specifieke scholing verpleegkundige (SSSV), en medische studenten VUmc.
−
Scholingsdag voor de verpleegkundigen van afdeling inwendige geneeskunde
−
Klinische lessen voor de kliniek en mampk’s
−
Presentatie Roche, Disetronic pompseminar
−
Les zelfmanagement post HBO- opleiding Praktijk Ondersteuning Huisartsen
−
Lessen Hogeschool Holland, verpleegkundige zorgverlening chronisch zieken.
Onderzoeksactiviteiten
−
Participatie HbA1c studie
−
Participatie Exenatide studie
32
Bijdrage evenementen en voorlichtingsbijeenkomsten
−
Presentatie over neuropathie en over sport en diabetes tijdens de patiëntenvoorlichtingsavonden van het diabetescentrum op 15 mei en 20 november 2006;
−
Facilitater Benefit or Burden in Diabetes Care, Bayer HealtCare, Leverkusen;
−
Posterpresentatie ‘monitoring van het welbevinden’ bij de jaarlijkse FEND (Federation of Europian Nurses in Diabetes)-conferentie te Kopenhagen, met verzoek tot publicatie;
−
Presentatie subcutane pomptherapie en sensormetingen op het EADV symposium.
Overige activiteiten en in- en externe samenwerkingsverbanden
−
Werkgroep, richtlijn EADV, ontwikkelen richtlijn retinopathie;
−
Werkgroep richtlijn EADV, ontwikkelen richtlijn zelfcontrole;
−
Bestuurslid Woundcare Consultant Society, diabetische voet;
−
Aanspreekpunt fundusspreekuur;
−
Sectie psychologie, ontwikkelen van de interdisciplinaire groepseducatie voor patiënten met DM type 2 (PRISMA) en het monitoren van het welbevinden;
−
Opzetten consultatieve dienst vaatchirurgie;
−
Bestuurslid Verpleegkundig Advies Raad;
−
Diverse presentaties over zwangerschap en diabetes aan Verpleegkundige Specialisatie Verloskunde VUmc en buiten het VUmc;
−
Participatie in de werkgroep verloskunde, kindergeneeskunde en diabeteszorg, om te komen tot een afdelingsprotocol ‘Diabeteszorg rondom de bevalling’;
−
Participatie werkgroep ‘Topreferente zorg’;
−
Ontwikkelen van protocollen ten behoeve van “Webwijzer”, VUmc. 33
Er zijn verschillende bijscholingen gevolgd mede in het belang van het behouden van de titelregistratie ofwel het verkrijgen ervan.
Functiedifferentiatie De raad van bestuur heeft een start gemaakt met het invoeren van functiedifferentiatie bij de verpleegkundig consulenten diabetes. We spreken over senior verpleegkundig consulent diabetes en verpleegkundig consulent diabetes. Voorheen was er sprake van één functieniveau, namelijk diabetesverpleegkundige. Afgelopen jaar zijn deze ontwikkelingen enorm vertraagd en moeten we constateren dat invoering van de functiedifferentiatie nog niet is geïmplementeerd.
Doelen 2007 De wens om in dit afgelopen jaar een heroriëntatie te maken ten aanzien van de taak van de verpleegkundig consulenten diabetes in de diabeteszorg is door eerder genoemde redenen niet gelukt. In samenwerking met de Poliklinische Werkeenheid Interne Geneeskunde & Endocrinologie zijn er nieuwe initiatieven genomen met als uitgangspunt in 2007 een aantal verbeterplannen te realiseren. Kort te noemen: het verhelderen van de aansturing en het structureren van de bedrijfsvoering.
34
Dienst diëtetiek en voedingswetenschappen Inleiding Dienst diëtetiek en voedingswetenschappen levert een belangrijke bijdrage aan het diabetescentrum op het gebied van patiëntenzorg, zowel voor kinderen als volwassenen. Ook wordt via diverse projecten, onderwijs en onderzoek een continue bijdrage geleverd aan verbetering van de diëtistische zorg voor patiënten met diabetes. Deze diëtistische diabeteszorg is onderdeel van het academiseringstraject dat de dienst diëtetiek en voedingswetenschappen voor de periode 2002-2008 heeft uitgezet. Het daarbij behorende onderzoek past binnen de onderzoeksinstituten EMGO en IcarVU.
In de diabetesdiëtetiek stonden in 2006 twee zorgelementen centraal: PRISMA en PGO.
35
Patiëntenzorg De zorg voor diabetespatiënten vond voornamelijk poliklinisch plaats. De productiecijfers over 2006 zijn licht verhoogd ten opzichte van 2005.
Verwijzende afdelingen Inwendige geneeskunde Endocrinologie Kindergeneeskunde V&G Overige afdelingen Totaal
Consulten 2004 700 497 305 159 19 1680
2005 576 506 173 63 28 1346
2006 544 642 118 55 24 1383
Activiteiten 2006 Implementatie PRISMA in het VUmc PRISMA (PRo-actieve Interdisciplinaire SelfMAanagement training) is een groepseducatieprogramma voor mensen met type 2 diabetes die nieuw in het VUmc komen voor hun diabetesbehandeling. PRISMA is ontstaan in samenwerking met de medische psychologie en de diabetesverpleegkundigen. Sinds 2004 is intensief aan de ontwikkeling van het programma gewerkt, naar voorbeeld van het DESMOND programma uit Groot Brittanië. In 2006 is gestart met het aanbieden van PRISMA als reguliere zorg in het VUmc. Hiertoe werden collega’s (diëtisten en diabetesverpleegkundigen) getraind, zodat zij PRISMA kunnen uitvoeren en na PRISMA een passend vervolg in de individuele begeleiding kunnen aanbieden.
36
Vanaf maart 2006 wordt PRISMA iedere 4-6 weken aangeboden, in 2006 werden 8 groepen gedraaid. Hieraan namen 50 patiënten deel. Daarnaast zijn er voorbereidingen getroffen voor de implementatie van PRISMA buiten het VUmc.
Periodiek Groot Onderzoek Sinds najaar 2005 wordt het Periodiek Groot Onderzoek één- of tweejaarlijks aangeboden aan alle patiënten van het diabetescentrum. In dit multidisciplinaire spreekuur heeft de diëtist een diagnostische rol. Dit spreekuur is in 2006 sterk verbeterd, onder andere door multidisciplinaire samenwerking en de optimalisering van de formulieren.
Onderwijs en Voorlichting
−
Begeleiden van Voeding & Diëtetiek studenten in de paramedische stage;
−
Begeleiding van een afstudeerscriptie Voeding & Diëtetiek waarin literatuuronderzoek naar de dieetadvisering bij diabetische gastroparese werd gedaan;
−
Presentaties over PRISMA op de Diëtistendagen en op het 1e Voedings- en Gezondheidscongres;
−
Presentatie over rol van de diëtist bij CGMS op de Diëtistendagen;
−
Bijdrage aan de voorlichtingsavond over sport voor patiënten met diabetes in VUmc
−
Bijdragen aan de landelijke bijscholing voor diëtisten over diabetesdiëtetiek;
−
Bijdrage aan de VUmc patiëntendag voor mensen met diabetes;
−
Bijdrage aan de voorlichtingsavond voor leerkrachten en groepsleiders over kinderen met diabetes mellitus type 1.
37
Onderzoeksactiviteiten Onderzoek naar de effectiviteit van PRISMA.
Overige activiteiten in 2006
−
Participatie in het multidisciplinaire themaspreekuur Diabetes en zwangerschap;
−
Ontwikkeling van diverse schriftelijke voorlichtingsmaterialen voor patiënten;
−
Deelname aan de redactie van de website www.diabetescentrum.nl;
−
Participatie in de landelijke werkgroep Herziening Voedingsrichtlijnen bij Diabetes van de Nederlandse Diabetes Federatie;
−
Bijdrage aan de ontwikkeling van de landelijke bijscholing voor diëtisten over Overgewicht;
−
Implementatie van het Elektronisch Diëtetiek Dossier, een geautomatiseerd patiëntendossier dat door de dienst diëtetiek en voedingswetenschappen van het VUmc gebruikt wordt;
−
Participatie in onderzoek van de afdeling endocrinologie.
38
Voornemens voor 2007
−
Implementatie van PRISMA in instellingen elders.
−
Verminderen van de no-show (wegblijven zonder annulering) onder diabetespatiënten op de polikliniek.
Publicaties
−
NDF werkgroep Voedingsrichtlijnen bij diabetes. (oktober 2006);
−
Voedingsrichtlijnen bij diabetes. Nederlandse Diabetes Federatie, Amersfoort.
39
40
Afdeling klinische chemie Inleiding Bij de diabeteszorg in het VUmc zijn medewerkers van de afdeling klinische chemie betrokken door hun bijdragen aan zowel patiëntenzorg als wetenschappelijk onderzoek. De uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek worden elders gerapporteerd. Ten behoeve van de patiëntenzorg worden -op verzoek van artsen- klinisch chemische en hematologische bepalingen verricht (bijvoorbeeld bepaling van de bloedglucoseconcentratie, van HbA1c, van specifieke hormonen en andere bepalingen). Tevens wordt intensief deelgenomen aan controles van draagbare glucosemeters. In principe wordt bij alle patiënten die zelf de glucosewaarden controleren eenmaal per jaar de meter gecontroleerd.
Activiteiten in 2006 In 2006 is het beleid van de afgelopen jaren voortgezet ten aanzien van de controles van glucosemeters. Er werden 550 glucosemeters van patiënten en afdelingen gecontroleerd. De manier van controleren is verder geoptimaliseerd. Het preanalytisch aspect is in de controleprocedure meegenomen. Op deze manier wordt het hele proces van glucose meten gecontroleerd.
41
In 2006 is een onderzoek uitgevoerd naar de analytische kwaliteit van glucosemeters op de Nederlandse markt. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Isala Klinieken te Zwolle en TNO Certification. De meters moeten nu voldoen aan een CE markering, maar de analytische eisen in de CE directive zijn onvoldoende waarborg voor een juiste meting. De uitkomsten zijn verkort gepubliceerd in Diabetes Specialist, oktober 2006, pag 28-30. Binnenkort verschijnt de internationale publicatie.
Beleidsvoornemens 2007 Eind 2006 is begonnen met het plan Point of Care testing. Daarbij zullen in de loop van 2007 op de afdelingen in het ziekenhuis draagbare glucosemeters geplaatst worden, welke gekoppeld zijn aan het ZIS. Daardoor zullen minder administratieve fouten worden gemaakt en worden alle glucose-uitslagen in het ZIS gerapporteerd.
42
Afdeling oogheelkunde Patiëntenzorg In 2006 werd in het VUmc op de poliklinieken 61.820 keer een diagnose gesteld, waarvan 2.707 patiënten (tevens) DM hadden. Door de polikliniek oogheelkunde werden 9.031 diagnoses gesteld, waarvan 1.464 patiënten DM hadden (54% van het totaal aantal (nieuwe) DM patiënten in het VUmc). Aan het eind van 2003 is binnen het VUmc begonnen met de oogheelkundige screening van diabetespatiënten van de afdeling inwendige geneeskunde en endocrinologie door middel van fundusfotografie. In 2006 werden in totaal 346 diabetespatiënten op de polikliniek interne geneeskunde en endocrinologie op deze wijze gescreend op retinopathie. 70 patiënten kregen naar aanleiding van de fotografische screening het advies een oogarts te consulteren, waarvan 2 met een spoedverwijzing. De digitale fundusfoto’s worden beoordeeld door graders, werkzaam op de afdeling oogheelkunde. In 2006 werden 1.328 niet invasieve retinale diktemetingen door middel van Optical Coherence Tomography (OCT), uitgevoerd, en 486 maal fluorescentie-angiografie verricht; deze aanvullende onderzoeken werden met name bij DM-patiënten gedaan. In totaal werden in 2006 747 lasercoagulatiebehandelingen uitgevoerd, ook weer voornamelijk bij patiënten met diabetische retinopathie. Ook gedurende het verslagjaar vond regelmatig overleg plaats met het diabetescentrum over gemeenschappelijke patiënten: gemiddeld om de 6 tot 8 weken. Bij deze patiëntenbesprekingen zijn behalve de behandelend artsen ook diabetesverpleegkundigen, Aio’s en co-assistenten aanwezig.
43
Patiënteneducatie en voorlichting Iedere donderdagochtend zijn enkele leden van de Diabetesvereniging Nederland, afdeling Amsterdam, aanwezig op de polikliniek oogheelkunde om voorlichting te geven. Ook in 2006 werd deze Diabetesinformatie of DIP-post in het VUmc druk bezocht.
Patiëntenvoorlichtingsfolders over diabetische retinopathie, laserbehandeling en fluorescentieangiografie zijn nu ook beschikbaar via de website van het VUmc en/of via de website van het diabetescentrum.
Samenwerking met DVN ‘Ogen in beweging’, voordracht in verband met het 60-jarig bestaan van de afdeling Amsterdam (5 november 2006, De Rode Hoed).
Onderwijs
−
College diabetische retinopathie (Blok ‘zintuigen’, januari 2006, vierde studiejaar Curriculum ’91);
−
Wetenschappelijke stage met als onderwerp: ‘Droge ogen bij diabetes en niet-diabetes’, uitgevoerd door drs. E.G.H. Hui, medisch student, van 4 september tot 8 december 2006, onder supervisie van prof. dr. B.C.P. Polak. Resultaten: droge ogen komen vaker voor bij diabeten, en komen ook op jongere leeftijd voor dan bij niet-diabeten.
44
Postacademisch onderwijs
−
PAOG-cursus ‘Screening op diabetische retinopathie’ op 11 december 2006, georganiseerd door prof. dr. B.C.P. Polak en F. Smolders;
−
Refereeravond, in samenwerking met het AMC, met als thema: ‘diabetische retinopathie’ op 2 februari 2006 (vanwege promotie van drs. M.V. van Hecke op 10 februari 2006).
Onderzoek
−
Diabetes mellitus behoort tot de voornaamste onderzoekslijnen van de afdeling oogheelkunde en maakt binnen het onderzoekprogramma van het VUmc deel uit van Thema 1: ‘Oogheelkundige complicaties van chronische ziekten’, Thema 4: ‘Transmuraal en extramuraal oogheelkundig onderzoek’ en Thema 5: ‘Beeldvormende technieken’. Onderzoeksprojecten op deze terreinen waren in 2006 ondergebracht in het onderzoeksinstituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek EMGO.
−
Het oogheelkundig onderzoek, uitgevoerd in het Diabetes Onderzoek Centrum in Hoorn, valt onder de onderzoekslijn Diabetes Mellitus van EMGO. Manon van Hecke is op 10 februari 2006 gepromoveerd. Haar onderzoek had als onderwerp:’retinopathie in relatie tot hart- en vaatziekten, sterfte en risicofactoren bij DM type 2 en 1’ (Hoorn studie, respectievelijk EURODIAB studie; promotoren: Prof. dr. B.C.P. Polak, Prof. dr. C.D.A. Stehouwer; begeleiders: Prof. dr. Ir. J.M. Dekker, Prof. dr. G. Nijpels).
45
(Onderzoek, vervolg)
−
In mei 2005 werd een aanvang gemaakt met het onderzoeksproject ‘Changes in the anterior segment of the human eye with diabetes mellitus’. Dit 4e geldstroom-onderzoek, eveneens ondergebracht bij het EMGO instituut, wordt uitgevoerd door Nanouk Wiemer, arts-onderzoeker (promotoren: Prof. dr. B.C.P. Polak, Prof. dr. P.J. Ringens; begeleider: dr. M. Dubbelman).
−
Nieuw onderzoek binnen de Hoornstudie is gestart in 2006 door Hata Zavrelova: ‘Het ontwikkelen van een prognostisch model voor retinopathie bij type 2 diabetes patiënten’. Het project valt onder het onderzoeksproject ‘diabetes and overweight’ van het EMGOinstituut. Promotoren: Prof. dr. B.C.P. Polak en Prof. dr. Ir. J.M. Dekker, co-promotoren: Prof. dr. G. Nijpels en dr. A.C. Moll. Het doel van het promotie onderzoek is het ontwikkelen van richtlijnen voor de frequentie van oogscreening, afhankelijk van reeds aanwezige retinopathie, diabetesduur en andere risicofactoren. Data, waaronder retinafoto’s, uit het Diabetes Onderzoek Centrum in Hoorn, zullen worden gebruikt om onderstaande onderzoeksvraag te beantwoorden: Wat is de 10-jaarsincidentie van retinopathie bij door screening gediagnosticeerde diabetespatiënten en bij patiënten in de gebruikelijke diabeteszorg en wat is de verhouding met andere diabetes complicaties?
−
Voortzetting dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek in samenwerking met Lilly naar de werkzaamheid van een selectieve proteïne kinase C-inhibitor bij diabetische retinopathie met niet-klinisch significant macula-oedeem. Inmiddels zijn er drie patiënten in de studie, maar de inclusie wordt voortgezet in 2007.
46
Rapporten Polak BCP. Richtlijn diabetische retinopathie: screening, diagnostiek en behandeling. 2006. Van Zuiden communications B.V., Alphen aan den Rijn. De nieuwe richtlijnen diabetische retinoapthie werd in maart 2006 geaccordeerd tijdens de Ledenvergadering van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap in Groningen. De voorzitter van de werkgroep richtlijn screening en behandeling van diabetische retinopathie was prof. dr. B.C.P. Polak, het secretariaat was gevestigd in het VUmc en werd waargenomen door Wanda Hartstra, basisarts en AGNIO voor de kwaliteitsverbetering van de diabeteszorg in het AMC, momenteel AIOS in Nijmegen . Ook Prof. dr. P.J. Ringens, Dr. M.S.A. Suttorp-Schulten en M.C.G. Dekker, diabetesverpleegkundige in het VUmc, maakten deel uit van genoemde werkgroep.
Voordrachten
−
Moll AC, Pathologie Corpus Vitreum , Retina, Retinoblastoom, VOVZ, VUmc, Amsterdam, 14 maart 2006;
−
Moll AC, Retinopathie en macula degeneratie, Gerion Verpleegtehuisartsen. Amsterdam, 19 april 2006;
−
Moll AC, Retinale vaatocclusie, Vasculaire geneeskunde VUmc, 22 juni 2006;
−
Moll AC, Pathologie Corpus Vitreum , Retina, Retinoblastoom, VOVZ, VUmc, Amsterdam, 19 oktober 2006;
−
Moll AC. Echocursus, Groningen, 20 mei 2006;
47
(Voordrachten, vervolg)
−
Reichert-Thoen JWM, de Vries-Knoppert WAEJ, Ringens PJ. Intravitreaal triamcinolon bij diabetisch macula oedeem, Groningen, 22 maart 2006;
−
XReichert-Thoen Groningen. PAOG cursus ´Screening op diabetische retinopathie´, voordracht: Diabetische retinopathie en de behandelingsmogelijkheden, VUmc, 11 december 2006;
−
Reichert-Thoen JWM, Operatieve behandelingsmogelijkheden van diabetische retinopathie, 2 februari 2006;
−
Tangelder GJM, van der Heijde GL, Polak BCP, Ringens PJ, Beoordeling van de reproduceerbaarheid van instrumenten voor retinale diktemeting in patiënten met diabetes mellitus en gezonde vrijwilligers OCT of RTA ?, 200e vergadering Nederlands Oogheelkundig Gezelschap, 22 maart 2006;
−
Van Hecke MV, The eye is not a risk marker for cardiovascular morbidity and mortality; ADA, Washington DC, USA, 9-13 juni 2006 (invited speaker);
−
Van Hecke MV, Homocysteine metabolism in relation to retinal vascular disorders; the Hoorn Studie, NOG, Groningen, maart 2006;
−
Wiemer NGM, Verandering in het voorsegment van het oog bij diabetes mellitus, NOG, Groningen, maart 2006;
−
Wiemer NGM, Verandering in het voor segment van het oog bij diabetes mellitus, Landelijke TOA dag, Amsterdam, april 2006;
−
Wiemer NGM, Dubbelman M, Sicam VA, Ringens PJ, Polak BCP. The influence of diabetes mellitus on the optical aberrations of the human eye, 16th European Association for the Study of Diabetic Eye Complications (EASDec) meeting, Aarhus, Denemarken, 26-28 mei 2006. 48
Congres bezoek Moll AC
−
NOG, Groningen, maart 2006;
−
Werkgroep diabetische oogziekten, Groningen, 24 maart 2006;
−
Refereeravond diabetische retinopathie, Amsterdam , 2 feb 2006;
−
Retina debate, Amsterdam 11 december 2006;
−
Grader Cursus diabetische retinopathie, 11 december 2006.
Polak BCP
−
16th meeting of the European Association for the Study of diabetic eye complications(EASDec); 26-28 mei 2006, Aarhus, Denemarken;
−
19th World Diabetes Congress (International Diabetes Federation); 3-7 december 2006, Kaapstad, Zuid-Afrika.
Van Hecke MV
−
NOG Maart 2006 Groningen;
−
ADA, June 2006, Washington USA.
Wiemer NGM
−
200e Jaarvergadering Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG), Groningen;
−
16th European Association for the Study of Diabetic Eye Complications (EASDec) meeting, May 26-28, 2006 in Aarhus, Denemarken;
−
19th World Diabetes Congress, IDF 2006. December 3-7, 2006 in Cape Town, Zuid-Afrika.
49
Werkbezoeken binnenland Polak BCP 10 jaar diabeteszorg West-Friesland: Terugblik en toekomstvisie; 3-2-2006, Hoorn.
Bezochte cursussen 2006 Wiemer NGM
−
Postinitieel Masteronderwijs Epidemiologie: ‘Systematische reviews: theorie en praktijk’, EMGO instituut, juni 2006;
−
Postinitieel Masteronderwijs Epidemiologie: ‘Principes van epidemiologische data-analyse’, EMGO instituut, 4-13 oktober 2006;
−
Postinitieel Masteronderwijs Epidemiologie: ‘Lineaire regressie en variantie-analyse’ EMGO instituut, 25-27 oktober 2006;
−
Postinitieel Masteronderwijs Epidemiologie: ‘Logistische regressie en analyse van overlevingsduren’, EMGO instituut, 9-17 november 2006.
− Publicaties Zie pag.103 e.v. Publicaties Oogheelkunde
50
DIABETESCENTRUM VUmc ‘BUITENCIRKEL’
Diabetescentrum VUmc, ‘Buitencirkel’ Afdeling vaatchirugie In 2006 heeft de afdeling vaatchirurgie de in 2005 ingezette medewerking aan het door het CBO begeleide traject Proces Herinrichting gecontinueerd en geborgd. Dit vond namens het VUmc plaats te samen met de afdeling KNO daar zowel de afdeling KNO als vaatchirurgische patiënten behandelen met complexe aandoeningen. In het Proces Herinrichting is ook de patiënt met kritieke ischemie meegenomen. Hierdoor is het mogelijk geworden om vanuit de visie ‘Patiënt centraal’, de introductie van het ‘one-stop-shop’ principe, het aanstellen van een vaatverpleegkundige, het aantal polikliniekbezoeken zo veel mogelijk te reduceren tot één, waarin de diagnostiek, bezoek aan vaatlaboratorium en vaatchirurg, een behandelvoorstel alsmede het poliklinische pre-assessment te combineren. Op basis van ‘best practices’, literatuuronderzoek en eigen ervaring is hierdoor de wacht- en doorlooptijd tussen polikliniekbezoek en behandeling opnieuw sterk teruggebracht. Ook voor patiënten met diabetes mellitus en carotispathologie, zich uitend in amaurosis fugax cq TIA’s, is het one-stop-shop principe ingevoerd en worden patiënten binnen 2 weken geopereerd hetgeen in vrijwel alle gevallen is gerealiseerd. Voor patiënten met kritieke ischemie en diabetes mellitus wordt hetzelfde principe gehanteerd. Er volgt opname binnen één week en operatie binnen één week. De in 2005 aangestelde vaatverpleegkundige verzorgt met succes de telefonische intake en zij bewaakt het voortgangsproces.
53
Onderwijs Opnieuw werd de tweejaarlijkse verpleegkundige vaatchirurgische landelijke bijscholing zeer druk bezocht. Hierin heeft het onderwijs over de diabetische voet een prominente plaats. Voorbereidingen werden getroffen voor het organiseren van the 5th International Congress on the Diabetic Foot in Noordwijkerhout in mei 2007, dat inmiddels heeft plaatsgevonden met opnieuw een sterke toename van het aantal internationale bezoekers.
Patiëntenzorg De activiteiten van de vaatchirurgie t.b.v. de patiënt met aan diabetes mellitus gerelateerd vaatlijden en/of nierinsufficiëntie werden ondanks de krappe OK faciliteiten gecontinueerd en voor zover mogelijk geïntensiveerd. Voorbereidingen voor een niertransplantatieprogramma in het VUmc werden getroffen en inmiddels is dit sinds enige maanden geïmplementeerd.
In het kader van het Proces Herinrichting is de afdeling vaatchirurgie uitgekozen, samen met de afdeling KNO, te dienen voor het uitwerken van diverse behandelstraten onder leiding van het CBO. Voor wat betreft de vaatchirurgie komt die overeen met de Zorgpaden carotislijden, aneurysmata en perifeer vaatlijden. Wat betreft dit laatste valt duidelijk ook de diabetische voet onder deze zorgstraat. In 2007 zal dit proces van herinrichting van zorgpaden afgerond zijn.
54
In 2006 nam het aantal patiënten met vasculaire problemen en diabetes opnieuw toe. Van de 837 patiënten die werden opgenomen op de afdeling vaatchirurgie, waarvan 255 acuut, hadden er 119 diabetes mellitus. Het aantal amputaties bleef wederom beperkt: er werden 7 teenamputaties uitgevoerd, waarvan meer dan de helft acuut wegens een geïnfecteerde diabetes voet en gangreen. Het aantal onderbeenamputaties bedroeg 6, dit is 2 meer dan in 2005.
55
56
Afdeling revalidatie Inleiding De afdeling revalidatiegeneeskunde heeft taken in beide cirkels van het diabetescentrum:
In de Binnencirkel gaat het om preventieve taken en supervisie. Preventie gebeurt in de vorm van een eenmalige, uitgebreide diabetische voetscreening door de podotherapeut of pedicure bij patiënten met perifere neuropathie. Supervisie en advies met betrekking tot diabetesgerelateerde problemen van voeten en bewegingsapparaat worden hoofdzakelijk gegeven aan de diabetes- en dialyseverpleegkundigen door de podotherapeut, incidenteel door de revalidatiearts.
In de Buitencirkel vindt multidisciplinaire (revalidatie)behandeling van de verschillende aspecten van het ‘diabetische voet syndroom’ plaats, ook dan met aandacht voor preventie. Preventie en behandeling worden op de polikliniek revalidatiegeneeskunde gecoördineerd door de revalidatiearts. Podotherapeuten, pedicure, revalidatieverpleegkundige, revalidatiearts in opleiding en orthopedisch schoenmaker hebben hierin ieder hun taak. Daarnaast is er een intensieve en structurele samenwerking met internisten, vaatchirurgen en gipsverbandmeesters. Wanneer een amputatie niet voorkomen kan worden kan de geamputeerde patiënt poliklinisch revalideren en van een prothese worden voorzien.
Formatie en budget Formatie en budget vanuit het diabetescentrum is niet beschikbaar. 57
De formatie podotherapie en pedicure van de afdeling revalidatiegeneeskunde bedraagt 1,35 fte, verdeeld over 2 podotherapeuten en 1 pedicure. Financiering van de vaak langdurige, intensieve, multidisciplinaire behandeling van patiënten met diabetische voetproblematiek vindt volledig plaats uit eerste polikliniekbezoeken en Revalidatie-behandeluren (RBU).
Activiteiten in 2006
−
Lange termijn beleid met betrekking tot inhoud, kwaliteit en organisatie van voetzorg: Binnen de ‘huiskamer aandoeningen bewegingsapparaat & neuropatische voet’ van de afdeling revalidatiegeneeskunde ontwikkelen clinici en onderzoekers initiatieven op dit terrein. In 2006 is de huiskamer uitgebreid met fysiotherapeuten en ergotherapeuten. Er is gestart met fondswerving t.b.v. een in-de-schoen drukmeetsysteem.
−
Implementatie van het verslagleggingformulier diabetische voetscreening door de podotherapeuten en pedicure: de gestandaardiseerde diabetische voetscreening en het bijbehorende verslagleggingformulier wordt bij alle patiënten met DM toegepast. De verslaglegging naar de verwijzer gebeurt nog op de gebruikelijke manier. Tevens is een vragenlijst ‘toestand voeten bij DM’, ter ondersteuning van de anamnese, uitgeprobeerd op bekende patiënten.
−
Teambesprekingen diabetescentrum: een podotherapeut is één keer per maand aanwezig bij de teambespreking.
−
Patiëntenvoorlichting: Er is een presentatie gehouden over sportschoenen op de patiëntenvoorlichtingsavond over diabetes en sport.
58
Onderzoek Twee studenten geneeskunde hebben een wetenschappelijke stage afgerond naar ‘Sta-en loopbalans bij patiënten met diabetische neuropathie’ en ‘Loopvaardigheid en stabalans bij patiënten met diabetes mellitus type 2’. Deelname aan het multicenter onderzoek naar de effectiviteit van plantaire drukmeting in het voorkomen van drukulcera van de voet bij hoogrisico diabeten (afdeling revalidatiegeneeskunde AMC) is verder uitgewerkt. Ook is gestart met het schrijven van een eigen onderzoeksvoorstel.
Patiëntenzorg Poliklinisch: vindt plaats tijdens diverse spreekuren.
−
Gestart is met de ontwikkeling van een groepseducatie programma voor patiënten met neuropathie.
−
Deelname door de podotherapeuten en revalidatiearts aan de workshop ‘Topreferente diabeteszorg’, georganiseerd door het diabetescentrum.
Klinisch: behandeling van patiënten opgenomen in de kliniek was beperkt mogelijk.
59
Onderwijs
−
Werd gegeven tijdens de landelijke verpleegkundige bijscholing over verplegen van patiënten na een vaatchirurgische ingreep (in voor- en najaar, door revalidatiearts en podotherapeut);
−
Regelmatig zijn stagiaires ergotherapie, podotherapie, diabetesverpleegkundigen in opleiding, specialisten uit het buitenland, studenten geneeskunde, co-assistenten en medisch specialisten aanwezig bij spreekuren van de verschillende disciplines;
−
Klinische lessen podotherapie en diabetische voetinspectie herhaald voor internisten in opleiding en diabetesverpleegkundigen.
Scholing
−
Congres Diabetic Foot in Malvern, UK (podotherapeuten en pedicure)
−
NVVP: Evidence Based Practice (podotherapeut)
−
NVVP: podotherapie en kindergeneeskunde (podotherapeut)
−
Combicare lezing (podotherapeut)
−
4de wereldcongres neurorevalidatie (WCNR, revalidatiearts)
60
Plannen voor 2007
−
Gebruik vragenlijst ‘toestand voeten bij DM’;
−
Aanpassen formulier diabetische voetscreening voor vervolgscreening;
−
Voortzetten ontwikkeling groepseducatie programma voor patiënten met neuropathie;
−
Begeleiden studenten geneeskunde bij wetenschappelijk stage;
−
Voortzetten onderzoeksactiviteiten bij patiënten met DM;
−
Protocol crèmes & zalven bij diabetische neuropathie;
−
Pedicure start in september met parttime opleiding podotherapie.
61
62
Afdeling medische psychologie Diabetespsychologen: Mevr. drs. T. Mazel, mevr. drs. A. Goutbeek, mevr. drs. A. de Wit-Raadsheer (kinder-en jeugd) Mevr. drs. M.H.E. Hogenelst, mevr. drs. Tromp-Wever, Prof.dr. F.J. Snoek (volwassenen)
Inleiding Medisch-psychologische hulp maakt een integraal onderdeel uit van de multidisciplinaire diabeteszorg vanuit het VUmc diabetescentrum. In de afgelopen jaren is bijzondere expertise opgebouwd in psychologische diagnostiek bij en begeleiding van diabetespatiënten en hun directe naasten. Naast direct patiëntgerichte activiteiten, biedt de medische psychologie consultatie en coaching op het terrein van psychologie aan de overige diabetesteamleden. De medisch psychologen bieden tevens consultatie aan externe verwijzers. Het ontwikkelen en evalueren van psycho-educatieve groepsprogramma’s voor type 1 en type 2 diabetespatiënten vormt een belangrijke activiteit die ook in 2006 nadrukkelijk aandacht kreeg.
63
Patiëntenzorg Kinderen en jeugd In 2006 moest een deel van het jaar met beperkte formatie worden gewerkt na het vertrek van mevr. drs. T. Mazel. Vanaf september 2006 werd het team versterkt met de komst van een nieuwe collega mevr. drs. A. Goutbeek, kinderpsychologe. Er werden 15 kinderen verwezen voor psychologische hulp. Daarnaast waren er 5 heraanmeldingen (patiënten langer dan 1 jaar niet behandeld) en 12 doorlopende therapieën. De aanmeldingen betroffen:
−
spuitangst;
−
acceptatie problematiek;
−
gedrags- en sociale problemen;
−
pedagogische problematiek.
Voorbereidingen zijn getroffen voor nieuwe educatieactiviteiten in 2007.
Volwassenen In het verslagjaar werden 59 patiënten aangemeld voor individuele begeleiding, waaronder 7 her-aanmeldingen. Bij 13 patiënten was sprake van een second opinion.
64
Redenen voor verwijzing vormden:
−
acceptatie/adaptatieproblemen;
−
stemmingsklachten, m.n. depressie;
−
angst- en stressklachten (m.n. angst voor hypoglykemie, complicaties);
−
eetstoornissen (anorexia nervosa, boulimia nervosa, eetbui stoornis);
−
sociale- en relatieproblematiek;
−
cognitieve klachten (geheugen, concentratie).
In 2006 werd een nieuw groeps zelfmanagement educatieprogramma geïntroduceerd, naar het voorbeeld van DESMOND uit het Verenigd Koninkrijk, hier PRISMA genaamd (PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement training). Mevr. drs. Hogenelst van de medische psychologie heeft een belangrijke rol in het implementeren en superviseren van PRISMA, tezamen met mevr. drs. A. Leibbrandt (diëtetiek) en mevr. Lubach (diabetesverpleegkundige). Een multicenter effect onderzoek naar PRISMA en een follow-up programma staan gepland voor 2007.
65
In het verslagjaar werd een door de medische psychologie ontwikkelde en beproefde gecomputeriseerde methode geïntroduceerd om het welbevinden van patiënten in kaart te brengen en te bespreken als onderdeel van de ‘jaarcontrole” oftewel Periodiek Groot Onderzoek (PGO). De procedure is in handen van de diabetesverpleegkundigen, met ondersteuning van doktersassistente en verloopt naar tevredenheid. Inmiddels zijn verschillende centra in Nederland voornemens de VUmc procedure in te voeren en kan zo op grotere schaal inzicht verkregen worden in het welbevinden van poliklinische diabetespatiënten. Eerste analyse van ruim 300 patiënten van het VUmc (50% man; 47% Type1 diabetes; HbA1c 7.9% (5.1-11.5%) laat zien dat ruim ¾ van patiënten (76%) een bevredigend welbevinden rapporteert. Van de resterende groep heeft 8% een indicatie voor depressie. Bijna 5% heeft zowel een indicatie voor depressie als sterk verhoogde diabetes-distress. Opvallend is dat welbevinden scores geen relatie laten zien met HbA1c.
Onderwijs In het verslagjaar werden stagiaires begeleid bij het schrijven van een doctoraalscriptie in het kader van de opleiding klinische psychologie VU en geneeskunde. Binnen Nederland werden door mevr.drs. Tromp-Wever, mevr. drs. Hogenelst, dr. Pouwer en prof. dr. Snoek presentaties verzorgd op het terrein van psychosociale diabetologie. Onder meer voor de DVN, het DFN en in verschillende cursussen voor huisartsen (PAOG) en assistenten kindergeneeskunde en interne geneeskunde (DESG) in de mastersopleiding Gezondheids-wetenchappen, postdoctorale opleiding tot GZ en Klinisch Psycholoog (RINO).
66
Onderzoek
−
In het verslagjaar werd uitvoering gegeven aan verschillende wetenschappelijke studies op het terrein van de psychosociale diabetologie. Voor een overzicht, zie www.diabetespsychology.nl.
−
Mevr. dr. A.M. Wessels rondde haar dissertatie af ‘Type 1 diabetes and the brain’, waarop zij op 17 november 2006 promoveerde aan de VU. In het verlengde hiervan zal de relatie tussen cognitief functioneren en microvasculaire schade bij type 1 diabetes verder worden onderzocht.
−
In het verslagjaar werd een aanvang genomen met het interventieproject gefinancierd door het Diabetes Fonds Nederland (DFN), getiteld: ‘Online: Web-based cognitive-behavioural therapy for diabetic adults with minor to moderately severe depression. A randomised controlled trial’. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door mevr. drs. K. van Bastelaar en beoogt na te gaan hoe effectief internettherapie is bij diabetespatiënten met depressieve klachten, gebruik makend van een aangepaste versie van de cursus ‘In de put, uit de put’. Rond dit project wordt samengewerkt met het Trimbos Instituut en de vakgroep Klinische Psychologie van de VU.
−
Een aanvang werd gemaakt met het onderzoek naar ‘Percepties en communicatie in families rond type 2 diabetes en erfelijkheid’, uitgevoerd door mevr. drs. Suzanne van Esch, psychologe, in samenwerking met de sectie Community Genetics van de afdeling Klinische Genetica VUmc en met steun van het Diabetes Fonds Nederland.
Publicaties 2006 Zie voor publicaties van de afdeling medische psychologie 2006, pag. 95 e.v. 67
68
Afdeling verloskunde & gynaecologie Inleiding In de samenwerking tussen de afdeling verloskunde en het diabetescentrum wordt beoogd om de (poli)klinische zorg voor de (aanstaande) zwangere met diabetes te optimaliseren en het wetenschappelijk onderzoek bij deze doelgroep te stimuleren. De samenwerking betreft:
−
een wekelijks multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes;
−
het opstellen van gemeenschappelijke richtlijnen;
−
de gezamenlijke opzet en uitvoer van wetenschappelijk onderzoek.
Multidisciplinair spreekuur In april 2004 werd een begin gemaakt met een multidisciplinair spreekuur voor zwangeren met diabetes. In verband hiermee werd een projectgroep opgericht met het doel aan de hand van een projectplan de onderlinge samenwerking tussen de betrokken disciplines (gynaecoloog, diabetesverpleegkundige, internist-diabetoloog, algemeen internist, diëtist, oogarts en het klinisch chemisch lab) vorm te geven, met name wat betreft verantwoordelijkheden en logistiek. Eind 2005 werd het projectplan afgerond en draait het multidisciplinair spreekuur in grote lijnen naar wens.
69
Een belangrijk probleem is echter de registratie en dataverzameling van zwangeren. In de huidige situatie wordt van elke zwangere met diabetes per discipline een afzonderlijk dossier bijgehouden. De gegevens worden voornamelijk op papier (status) bewaard en voor een klein deel digitaal (ZIS, LVR). Er bestaat behoefte aan een gemeenschappelijke elektronische opslag van gegevens. Dit komt zowel de patiëntenzorg als het wetenschappelijk onderzoek ten goede. Het diabetescentrum ontwikkelt samen met de IPO een eigen EPD. De afdeling verloskunde onderzoekt de mogelijkheden tot implementatie van een aantal bestaande EPD's (Hiscom, Mosos). Het lijkt logisch om beide ontwikkelingen op elkaar af te stemmen. De verwachting is dat voor beide ontwikkelingen op een tijdstraject van meerdere jaren gerekend moet worden. In afwachting hiervan zal reeds een aanvang met digitale registratie gemaakt worden. Hiertoe zullen relevante parameters opgesteld worden die zowel retrospectief (bestaande dossiers) als prospectief (nieuwe casuïstiek) in een elektronische database verwerkt zullen worden. De verzamelde gegevens kunnen gebruikt worden voor wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast wordt gewerkt aan een optimalisering van de logistiek.
70
Gemeenschappelijke richtlijnen Richtlijnontwikkeling wordt essentieel geacht voor een goede patiëntenzorg. Er zullen 4 richtlijnen worden ontwikkeld:
−
Preconceptionele zorg bij vrouwen met diabetes mellitus;
−
Diabetes mellitus & zwangerschap;
−
Zwangerschapsdiabetes;
−
Zorg aan zwangere vrouwen met diabetes bij opname, bevalling en in het kraambed.
De richtlijnen betreffende preconceptionele zorg en diabetes mellitus en zwangerschap werden eind 2004 afgerond en zullen in 2007 worden geüpdatet. Deze bevatten een protocollair overzicht van de relevante aspecten van de evidence-based poliklinische zorg voor de zwangere met diabetes mellitus. De overige richtlijnen zijn nog in ontwikkeling. Het streven is om de richtlijnen op het intranet/internet ter beschikking te stellen.
71
Wetenschappelijk onderzoek
−
Klein I, Diabetes mellitus type I en pré-eclampsie, Wetenschappelijke stage, 2004.
−
Rezaei H, Sallé T, Wijze van baring, zwangerschapsduur en complicaties bij zwangere vrouwen met diabetes mellitus type I, Wetenschappelijke stage, 2004.
−
Hartman W, Eijsvogel I, Jeuring I.J, Zwangeren-diabetespoli VUmc: een verbetering, Wetenschappelijke stage, 2005.
−
Euring I, Tevredenheidsonderzoek zwangeren diabetes polikliniek, Wetenschappelijke stage 2005.
−
Ahmed M, Continuous Glucose Monitoring System bij vrouwen met diabetes mellitus, Wetenschappelijke stage 2006.
−
Eekhoff EMW, Gelderman ELG, Wouters MGAJ, Hofsteenge ELG, Hensbergen JF, Thijs A, Heine RJ, Snoek FJ, No impact of Continuous Glucose Monitoring on Mood and Self-care in Pregnant Insulin-treated Diabetic Women. 2007, in progress
−
Eekhoff EMW, de Valk HW., Wouters, MGAJ, Brouwer CB, Bekedam, D, Thijs A, Mijnhout, GS, Diamant, M, Simsek, S, Schreuder, MCJ, Geelhoed-Duijvestijn, PH, Heine. RJ, Orale glucoseverlagende en zwangerschap: nieuwe inzichten? NTVG in revision
72
In 2007 zal het wetenschappelijk onderzoek zich verder richten op de relatie tussen de bevindingen van de trimestergewijze continue subcutane glucosemeting en het beloop en de uitkomst van de zwangerschap, met name foetale groei en neonataal geboortegewicht. Daarnaast zal in samenwerking met de afdeling Bewegingswetenschappen gestart worden met de uitvoering van een door ZonMw gefinancierd onderzoek betreffende de preventie van zwangerschapsdiabetes (M.N.M. van Poppel: The effect of a physical activity training program on the occurrence of gestational diabetes). Tevens zal een onderzoeksproject betreffende psychologische aspecten bij zwangeren met diabetes ontwikkeld worden.
Publicaties Publicaties verloskunde & Gynaecologie, zie pag. 105.
73
74
EVENEMENTEN, CURSUSSEN EN SYMPOSIA IN 2006
Evenementen, cursussen en symposia Patiëntenvoorlichtingsavonden In 2006 werden er in de Amstelzaal van het VU medisch centrum twee voorlichtingsavonden voor patiënten gehouden:
−
maandag 15 mei 2006: ‘Neuropathie en pijn’.
−
maandag 20 november 2006: ‘Het hoeft niet altijd een marathon te zijn’.
Veel farmaceutische industrieën waren aanwezig met een stand. Er werden veel vragen gesteld. De avonden waren een succes.
Workshop ‘Topreferente Diabeteszorg’ Op maandag 27 november 2006 werd voor het eerst een workshop ‘Topreferente Diabeteszorg’ georganiseerd in het Novotel te Amsterdam voor diabetesteams uit ziekenhuizen in de regio. Voor deze workshop was tot onze vreugde grote belangstelling. Een kleine 80 personen schreven zich in, afkomstig uit negen diabetesteams van ziekenhuizen in de regio (internisten, psychologen, diabetesverpleegkundigen, diëtisten en zelfs een psychiater). De doelstelling van deze workshop was te inventariseren wat de bestaande wensen en verwachtingen ten aanzien van de topreferente diabeteszorg in de regio zijn (‘luisteren naar de regio’). De workshop was zo’n groot succes dat men besloot een tweede workshop in het voorjaar van 2007 te organiseren
. 77
Changing Diabetes World Tour Van september 2006 tot en met december 2007 vindt de Changing Diabetes World Tour plaats. De World Tour is een initiatief van Novo Nordisk. De Changing Diabetes truck rijdt door een groot aantal landen om aandacht te vragen voor het toenemend aantal mensen met diabetes wereldwijd en steun te krijgen voor de VN-resolutie ‘UNite for Diabetes’. De reis start op 13 september in Kopenhagen en gaat via ondermeer Duitsland, Nederland, België en Frankrijk naar Kaapstad voor het driejaarlijkse IDF-congres in december 2006. Vervolgens gaat de truck naar de Verenigde Staten om daar op 14 november 2007 in New York aan te komen. Iedereen (mensen met èn zonder diabetes, politici, artsen, verpleegkundigen, zorgverzekeraars etc) is welkom om zich in de truck te laten informeren over diabetes, diabeteszorg en verschillende wereldwijde en lokale initiatieven. Daarnaast kan men zich laten onderzoeken op risicofactoren. Van 4 tot en met 15 oktober 2006 bezocht de truck verschillende evenementen en locaties in Nederland. Op 6 oktober 2006 bezocht de truck het VUmc in Amsterdam. De truck stond midden op de parkeerplaats naast de polikliniek van het VUmc. De dag werd ingeleid met een toespraak van prof. dr. R.J. Heine, die aangaf dat diabetes een wereldwijde pandemie zal worden wanneer wij nu niet in actie komen. Na de presentatie van prof. Heine gaf Wietske Wits een presentatie over het Novo Nordisk Young Voices programma. (‘Young Voices’ is een speciaal blad voor jonge mensen met diabetes) Hierna opende de Changing Diabetes Bus haar deuren voor de bezoekers van het VUmc. Ondanks het regenachtige weer lieten meer dan 400 bezoekers hun bloedglucosewaarden controleren en tekenden 501 personen de petitie voor de VN resolutie ‘UNite for diabetes’. 78
79
Sponsorfietstocht Op 13 oktober 2007 overhandigden Jelle Sprée en zijn vriendin Henriëtte van Aalderen een cheque met daarop het bedrag van € 6.715 aan prof. dr. Rob Heine en dr. Alette Wessels van het diabetescentrum. Dit bedrag is de opbrengst van de fietstocht van Kopenhagen naar de Noordkaap die de twee sportievelingen afgelopen zomer hebben afgelegd. In vier weken tijd legden zij 2.500 km af.
Particulieren en bedrijven hebben hun actie gesteund met een financiële bijdrage. De vliegtickets, fietskleding en begeleiding bij het trainen vooraf, werden kosteloos ter beschikking gesteld door verschillende bedrijven. Jelle is zelf diabetespatiënt en wil laten zien dat dit geen belemmering hoeft te vormen om een bijzondere, sportieve prestatie neer te zetten. Vorig jaar heeft hij deze boodschap uitgedragen door het lopen van de halve marathon van Egmond. Ook met die actie heeft hij geld bijeengebracht voor een onderzoek binnen het diabetescentrum. Het bedrag dat Jelle en Henriëtte dit jaar bijeen hebben getrapt, wordt gebruikt voor een onderzoek dat Alette Wessels onder leiding van Rob Heine uitvoert naar de relatie tussen diabetes type I en de cognitieve ontwikkeling. Heine: “Uiteraard zijn we blij met de bijdrage voor het onderzoek. Maar vooral ben ik onder de indruk van het feit dat twee jonge mensen zich op deze manier inzetten voor het diabetescentrum”. Een reisverslag met foto’s van de sponsorfietstocht én de bloedsuikercurves van Jelle onderweg is te vinden op www.projectsporter.nl
80
81
Diabetesteamuitje Op vrijdag 23 juni 2006 vond het jaarlijkse diabetesteamuitje plaats. Het was prachtig weer. Tot onze grote verrassing gingen wij naar een boerderij gelegen aan de Amstel in Ouderkerk aan de Amstel. Hier werden wij in 5 teams verdeeld. Wij leerden op een tractor te rijden, een vlot te bouwen van houten palen en hiermee te varen in de Amstel (natuurlijk vielen er teamleden in de Amstel), een omheining te timmeren voor de schapen en deze bij elkaar te drijven in de omheining en hout te hakken met een echte bijl. Er werd heel veel gelachen. En natuurlijk zat er ook dit jaar weer een wedstrijd element in.
‘s Avonds werd er buiten, in de zon, geborreld met elkaar op het terras van restaurant ‘De voetangel’, gelegen aan de Ronde Hoep in Ouderkerk aan de Amstel. De dag werd afgesloten met een heerlijk diner. Al met al was het een heel geslaagde dag.
82
83
84
BIJLAGEN
Bijlagen Huishoudelijk reglement Inleiding Het diabetescentrum VUmc is opgericht ter facilitering van de patiëntenzorg en het patiëntgebonden wetenschappelijk onderzoek. De zorg voor personen met diabetes mellitus vindt plaats op verschillende afdelingen binnen het VUmc. Tot op heden vindt geen gecoördineerde of gestructureerde samenwerking plaats. Hierdoor geldt voor de meeste patiënten dat zij separate afspraken moeten maken voor de verschillende disciplines. Bovendien is het voor de kwaliteit van de geboden zorg van groot belang om de binnen het VUmc aanwezige expertise beter op elkaar af te stemmen. Dit bevordert de ontwikkeling van gestructureerde en geprotocolleerde diabeteszorg.
Doel Het doel is om binnen het diabetescentrum topreferente zorg te bieden aan patiënten met complexe medische en/of psychosociale problematiek. De aanwezige expertise en middelen zullen ook aangewend worden voor de zorg aan de overige patiënten met diabetes.
Een tweede belangrijk doel is het faciliteren van internationaal erkend hoogwaardig patiëntgebonden onderzoek. Dit onderzoek wordt gecoördineerd en geleid vanuit de verschillende onderzoeksinstituten.
87
Deze doelen zullen als volgt worden nagestreefd:
−
goede coördinatie en organisatie van de multidisciplinaire patiëntenzorg voor diabetespatiënten;
−
bewaken van de kwaliteit van de geleverde patiëntenzorg;
−
bevorderen van de expertise op diabetesgebied binnen de verschillende participerende afdelingen en van de multidisciplinaire samenwerking;
−
het vergroten van de herkenbaarheid voor verwijzers en externe organisaties.
Deelnemers De volgende afdelingen participeren binnen het diabetescentrum:
−
endocrinologie;
−
algemene inwendige geneeskunde;
−
kindergeneeskunde;
−
oogheelkunde;
−
diëtetiek;
−
medische psychologie;
−
revalidatie, podotherapie;
−
klinische chemie;
−
verloskunde & gynaecologie;
−
heelkunde , c.q. vaatchirurgie;
−
cardiologie;
−
neurologie;
−
nefrologie. 88
Samenwerking De specifieke diabeteszorg vindt met name plaats op de afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie. De afdeling inwendige geneeskunde houdt zich bezig met de regionale, 2e lijns diabeteszorg en is daarmee primair verantwoordelijk voor het adherentiegebied van het VUmc. De afdeling endocrinologie richt zich primair op topreferente diabeteszorg (3e lijn). De patiënten die voor topreferente diabeteszorg in aanmerking komen worden in eerste instantie gezien door de diabetologen op de polikliniek endocrinologie.
Onder topreferente diabeteszorg wordt verstaan:
−
behandeling van patiënten die door collegae specialisten zijn verwezen (second opinions);
−
patiënten die in aanmerking voor insulinepomp ( continue subcutane of intraperitoneale insuline infusie) therapie;
−
patiënten met ernstige psychosociale problematiek;
−
zwangere diabetespatiënten, en vrouwen met kinderwens bij het bestaan van complicaties.
89
De in de binnencirkel deelnemende afdelingen, en in het bijzonder de afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie maken gebruik van de faciliteiten van het diabetescentrum. Op beide afdelingen worden dezelfde diabetesbehandelingsprotocollen gehanteerd. In het kader van de kwaliteitstoetsing worden de diabetespatiënten geregistreerd. De afdelingen van het diabetescentrum in de buitencirkel richten zich op de patiënten die verwezen worden wegens complicaties van diabetes. Deze afdelingen krijgen niet alleen hun patiënten verwezen vanuit de binnencirkel maar veelal ook als second opinion van elders. Ook deze afdelingen hebben uiteraard toegang tot de ondersteunende faciliteiten die geboden worden vanuit de binnencirkel van het diabetescentrum.
90
Funduscamera Sinds 2003 wordt de oogheelkundige screening op diabetische retinopathie van diabetespatiënten op de poliklinische zorgeenheid inwendige geneeskunde en endocrinologie door middel van fundusfotografie gedaan. Op de polikliniek inwendige geneeskunde & endocrinologie worden op indicatie jaarlijks en in combinatie met het periodiek groot onderzoek fundusfoto´s gemaakt door een dokterassistente of diabetesverpleegkundige. Deze screening wordt volgens een vastgestelde procedure uitgevoerd. Voor het maken van de foto´s wordt de visus bepaald. Om een goede kwaliteit van foto´s na te streven worden de pupillen door middel van oogdruppels verwijd. De fundusfoto´s, worden gemaakt met een digitale non-mydriatic camera. De foto´s, worden beoordeeld door een grader onder supervisie van de oogarts. Indien er afwijkingen worden geconstateerd, wordt de patiënt door de polikliniek oogheelkunde opgeroepen.
In 2006 zijn er 346 foto's met de funduscamera op de polikliniek inwendige geneeskunde & endocrinologie gemaakt, hiervan zijn 70 patiënten verwezen naar de oogarts.
91
Indicatie voor maken fundusfoto:
−
patiënten met diabetes mellitus bij wie nog nooit oogheelkunde afwijkingen zijn geconstateerd en patiënten met diabetes mellitus die nog nooit oogheelkundig gecontroleerd zijn.
−
Mensen met diabetes zonder retina-afwijkingen en/of risicofactoren dienen maximaal tweejaarlijks een oogheelkundig onderzoek te ondergaan.
−
Mensen met diabetes mellitus type 1 dienen binnen 5 jaar na het stellen van de diagnose een eerste oogheelkundige screening te krijgen.
−
Mensen met diabetes type 2, die als nieuwe patiënt binnenkomen op de polikliniek inwendige geneeskunde & endocrinologie dienen zo spoedig mogelijk in ieder geval binnen drie maanden een eerste oogheelkundige screening te krijgen.
−
Voorafgaand aan een snelle verbetering van de bloedglucosespiegels, bij type 2 diabetes de novo of overschakeling op een insulinepomp, zo mogelijk tevoren of zo spoedig mogelijk daarna fundusonderzoek uitvoeren.
−
Bij zwangerschap is onderzoek in het eerste trimester, daarna om de drie maanden frequenter, afhankelijk van de bevindingen aan te bevelen, en enkele maanden na de bevalling.
92
Rapportage en verslaglegging Het fundusregistratie formulier wordt met alle gegevens van de patiënt doorgestuurd naar de afdeling oogheelkunde. De beoordeling wordt ingevuld door de grader/oogarts en vervolgens door de dokterassistente verwerkt in de status. Mensen met oogheelkundige afwijkingen worden door de polikliniek oogheelkunde opgeroepen.
93
94
Publicaties Internationale publicaties Koppes LLJ, Dekker JM, Hendriks HFJ, Bouter LM, Heine RJ. Meta-analysis of the relationship between alcohol consumption and coronary heart disease and mortality in type 2 diabetic patients. Diabetologia 2006; 49:648-52
Snijder MB, Heine RJ, Seidell JC, Bouter LM, Stehouwer CD, Nijpels G, Funahashi T, Matsuzawa Y, Shimomura I, Dekker JM. Associations of adiponectin levels with incident impaired glucose metabolism and type 2 diabetes in older men and women: the Hoorn study. Diabetes Care 2006;29:2498-503
Hove EC van, Hansen T, Dekker JM, Reiling E, Nijpels G, Jorgensen T, Borch-Johnsen K, Hamid YH, Heine RJ, Pedersen O, Maassen JA, Hart LM ‘t . The HADHSC Gene Encoding Short-Chain L-3-Hidroxyacyl-CoA Dehydrogenase (SCHAD) and Type 2 Diabetes Susceptibility: The DAMAGE Study. Diabetes 2006;55:3193-6
Ciapaite J, Bakker SJ, Diamant M, Eikenhorst G van, Heine RJ, Westerhoff HV, Krab K. Metabolic control of mitochondrial properties by adenine nucleotide translocator determines palmitoyl-CoA effects. FEBS J 2006;23:5288-302
Tushuizen ME, Bunck MC, Pouwels PJ, Waesberge JH van, Diamant M, Heine RJ. Incretin mimetics as a novel therapeutic option for hepatic steatosis. Liver Int 2006;26: 1015-7 95
Siberani RP, Rudijanto A, Dekker J, Heine RJ. Correlation between left ventricular mass and visceral fat thickness in obese women. Acta Med Indones 2006;38:142-4
Adriaanse MC, Dekker JM, Nijpels G, Heine RJ, Snoek FJ, Pouwer F. Associations between depressive symptoms and insulin resistance: The Hoorn Study. Diabetologia 2006;49:2874-7
Galan BE de, Simsek S, Tack CJ, Heine RJ. Efficacy and safety of inahaled insulin in the treatment of diabetes mellitus. Neth J. Med 2006;64:319-25
Nathan DM, Buse JB, Davidson MB, Heine RJ, Holman RR, Sherwin R, Zinman B. Management of hyperglycemia in type 2 diabetes : a consensus algorithm for the initiation and adjustment of therapy ; a consensus statement from the American Diabetes Association and the European Association for the Study of Diabetes. Diabetes Care 2006;29:1963-72. Diabetologia 2006:49:1711-21
Schindhelm RK, Diamant M, Dekker JM, Tushuizen ME, Teerlink T, Heine RJ. Alanine aminottransferase as a marker of non-alcoholic fatty liver disease in relation to type 2 diabetes mellitus and cardiovascular disease. Diabetes Metab Res Rev 2006;22:437-43
Wessels AM, Simsek S, Remijnse PL, Veltman DJ, Biessels GJ, Barkhof F, Scheltens P, Snoek FJ, Heine RJ, Rombouts SA. Voxel-based morphometry demonstrates reduced grey matter density on brain MRI in patients with diabetic retinopathy. Diabetologia 2006;49:2474-80
96
Tushuizen ME, Nieuwland R, Scheffer PG, Sturk A, Heine RJ, Diamant M. Two consecutive high-fat meals affect endothelial-dependent vasodilation, oxidative stress and cellular microparticles in healthy men. J Thromb Haemost 2006;4:1003-10
Schindhelm RK, Dekker JM, Nijpels G, Bouter LM, Stehouwer CD, Heine RJ, Diamant M. Alanine aminotransferase preditcs coronary heart disease events: A 10-year follow-up of the Hoorn Study. Atherosclerosis 2006;22:437-43
Mijnhout GS, Scheltens P, Diamant M, Biessels GJ, Wessels AM, Simsek S, Snoek FJ, Heine RJ. Duiabetic encephalopathy: A concept in need of a definition. Diabetologia 2006;49:1447-8
Nieuwdorp M, Mooij HL, Kroon J, Atasever B, Spaan JA, Ince C, Holleman F, Diamant M, Heine RJ, Hoekstra JB, Kastelein JJ, Stroes ES, Vink H. Endothelial glycocalyx damage coincides with macroalbuminuria in type 1 diabetes. Diabetes 2006;55:1127-32
Heine RJ. The role of postprandial hyperglycemia and hyperlipidemia in CVD risk. Curr Diab Rep 2006;6:1-2
Knol MJ, Twisk JW, Beekman AT, Heine RJ, Snoek FJ, Pouwer F. Depression as a risk factor for the onset of type2 diabetes mellitus. A meta-analysis. Diabetologia 2006;49: 837-45
97
Jager J de, Dekker JM, Kooy A, Kostense PJ, Nijpels G, Heine RJ, Bouter LM, Stehouwer CD. Endothelial dysfunction and low-grade inflammation explain much of the excess cardiovascular mortality in individuals with type 2 diabetes: the Hoorn Study. Arterioscler Thromb Vasc Biol 2006;26:1086-93
Wessels AM, Rombouts SA, Simsek S, Kuijer JP, Kostense PJ, Barkhof F, Scheltens P, Snoek FJ, Heine RJ. Microvascular disease in type 1 diabetes alters brain activation: a functional magnetic resonance imaging study. Diabetes 2006;55:334-40
Hecke MV van, Dekker JM, Nijpels G, Stolk RP, Henry RM, Heine RJ, Bouter LM, Stehouwer CD, Polak BC. Are retinal microvascular abnormalities associated with large artery endothelial dysfunction and intima-media thickness? The Hoorn Study. Clin Sci 2006;110:597-604
Stam F, Guldener C, Becker A, Dekker JM, Heine RJ, Bouter LM, Stehouwer CD. Endothelial dysfunction contributes to renal function-associated cardiovascular mortality in a population with mild renal insufficiency; the Hoorn study. J Am Soc Nephrol 2006;17:537-45
Heine RJ, Diamant M, Mbanya JC, Nathan DM. Management of hyperglycaemia in type 2 diabetes: the end of recurrent failure. BMJ 2006;9:1200-4
Mukuddem-Petersen J, Snijder MB, Dam RM van, Dekker JM, Bouter LM, Stehouwer CD, Heine RJ, Nijpels G, Seidell JC. Sagittal abdominal diameter: no advantage compared with other anthropometric measures asacorrelate of components of the metabolic syndrome in elderly from the Hoorn Study. Am J Clin Nutr 2006;84:995-1002 98
Diamant M, Tushuizen ME. Metabolic syndrome and endothelial dysfunction: a common highway to type 2 diabetes and cardiovascular disease? Current Diabetes Reports 2006;6:27986
Nascimento EBM, Fodor M, Vlasblom, R, Baan B, Eckel J, Maassen JA, Diamant M, Ouwens DM. Insulin-stimulated phosphorylation of the novel proline-rich Akt-substrate PRAS40 is impaired in insulin target tissues of high-fat diet fed rats. Diabetes 2006;55:3221-8
Esch SC van, Cornel MC, Snoek FJ. Type 2 diabetes and inheritance: what information do diabetes organizations provide on the Internet? Diabet Med. 2006;23:1233-1238
Peyrot M, Rubin RR, Lauritzen T, Skovulunfd SE, Snoek FJ, Matthews DR, Landgraf R. Patient and provider perceptions of care for diabetes: results of the cross-national DAWN study. Diabetologia 2006;49:279-288
Adriaanse MC, Snoek FJ. Tyhe Psychological impact of screening for type 2 diabetes. Diabetes Metabolism Research and Reviews 2006;22:20-25
Pouwer F, Lubach CHC, Beekman AJ, Snoek FJ. Nurses' recognition and registration of depression, anxiety and diabetes-specific emotional problems in outpatients with diabetes mellitus. Patient Educ Couns 2006;60:235-240
99
Letters to the editor Heine RJ. Trial of pioglitazone for the secondary prevention of cardiovascular events in patients with diabetes mellitus type 2: insufficient evidence. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150:930-1
Snoek FJ. Diabetes and psychological well-being: crossing borders to achieve optimum care. Pract Diabet Int, July/August 2006;23:1-2
Nationale publicaties Simsek S, Galan BE de, Tack CJ, Heine RJ. Behandeling van patiënten met diabetes mellitus door middel van inhalatie-insuline. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150:829-832
Simsek S, Diamant M, Eekhoff EMW, Heine RJ. Diabetes mellitus: eenvoudige classificatie en bijpassende behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150:1007-12
Tushuizen ME, Diamant M. Insuline resistentie verhoogt het risico op hartfalen. Ned Tijschr Geneesk 2006;150:218-19
Welchen LM, Bloemendal E, Nijpels G, Dekker JM, Heine RJ, Stalman WA, Bouter LM. Selfmonitoring of bloodglucose probably an effective way to improve glycaemic control in patients with type 2 diabetes not taking insulin. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150:1826-9
100
Rustemeijer C, Bunck MCM, Heine RJ, Diamant M. Treatment of diabetic dyslipidemia (Behandeling van dislipidemie bij patiënten met diabetes mellitus type 2: “statins for all?”). Ned Tijschr voor Diabetologie (paper in Dutch) 2006;4:2-9
Hoofdstukken in boeken Heine RJ, Stehouwer CDA, Brand HS. Hoofdstuk 15. In: Algemene Ziekteleer voor Tandartsen. Red.: H.S. Brand, D.E. van Diermen en P.C. Makkes. Tweede, herziene druk. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2006:p. 199-211 (ISBN 90 313 4816 3)
Heine RJ. Diabetes mellitus in vogelvlucht. Aspecten van multidisciplinaire diabeteszorg. Voorwoord. In: Diabetes mellitus in vogelvlucht. Prof. dr. R.J. Heine (Red.). Van Zuiden Communications B.V., Alphen aan den Rijn, 2006: p. 5 (ISBN 90-8523-132-9)
Simsek S en Heine RJ. Toedienings- en doseringsvormen van insuline. In: Diabetes mellitus in vogelvlucht. Aspecten van multidisciplinaire diabeteszorg. Prof. dr. R.J. Heine (Red.). Van Zuiden Communications B.V., Alphen aan den Rijn, 2006: p.19-30 (ISBN 90-8523-132-9)
Sonnaville JJJ de, Heine RJ. Diabetes mellitus type 2 : presentatie en behandeling. In: Diabetes mellitus in vogelvlucht. Prof. dr. R.J. Heine (Red.). Van Zuiden Communications B.V., Alphen aan den Rijn, 2006: p. 31-43 (ISBN 90-8523-132-9)
101
Elte JWF, Heine RJ en Valk GD. Hoofdstuk 3. Endocrinologie. In: Diagnose en Therapie. Jaarboek 2007. Red.: J.J.E. van Everdingen en J.H. Glerum. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, 2006:p. 139-190 (ISBN 9798 90 313 4793 3)
Snoek FJ, De Ridder DTD. Coping. In: Kaptein AA, Erdman RAM, Prin JB, Van de Wiel HBM (red.) Medische Psychologie., Bohn Stafleu van Loghum, 2006:p. 113-118
102
Publicaties oogheelkunde Moll AC, Polak BCP. Diabetische retinopathie. Bijblijven. Visus stoornissen en refractieafwijkingen. Bohn Stafleu van Loghum. 2006/22/4;18-23.
Van Hecke MV, Dekker JM, Nijpels G, Stolk RP, Henry RMA, Heine RJ, Bouter LM, Stehouwer CDA, Polak BCP Are retinal microvascular abnormalities associated with large artery endothelial dysfunction and intima-media thickness? The Hoorn Study. Clin Sci (Lond) 110(5):597-604, 2006
Wiemer NG, Polak BC, Veckeneer MA. Therapeutische mogelijkheden voor diabetisch macula oedeem Ned Tijdschr Geneeskd. 2006 Oct 7;150(40):2183-7.
Abstracts Wiemer NGM, Dubbelman M, Sicam VA, Ringens PJ, Polak BCP. The influence of diabetes mellitus on the optical aberrations of the human eye. Eur J Ophthalmol 2006:16(3);502.
Wiemer NGM, Dubbelman M, Ringens PJ, Polak BCP. Optical properties of the diabetic eye during changes in blood glucose. Diabetic Medicine 2006:23(suppl.4);545.
103
Vakpublicaties Polak BCP. Diabetes en glaucoom, vooral alert blijven. In: Oogappel; 2006: 8-11. Uitgave Glaucoomvereniging, Leiden.
Polak BCP. Nieuwe richtlijnen retinopathie: ogen controleren wordt makkelijker.In: Diabc; oktober 2006: 18-19. Uitgave Diabetesvereniging Nederland, Leusden.
Rapporten Polak BCP. Richtlijn diabetische retinopathie: screening, diagnostiek en behandeling. 2006. Van Zuiden communications B.V., Alphen aan den Rijn. De nieuwe richtlijnen diabetische retinoapthie werd in maart 2006 geaccordeerd tijdens de Ledenvergadering van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap in Groningen. De voorzitter van de werkgroep richtlijn screening en behandeling van diabetische retinopathie was prof. dr. B.C.P. Polak, het secretariaat was gevestigd in het VUmc en werd waargenomen door Wanda Hartstra, basisarts en AGNIO voor de kwaliteitsverbetering van de diabeteszorg in het AMC, momenteel AIOS in Nijmegen . Ook Prof. dr. P.J. Ringens, Dr. M.S.A. Suttorp-Schulten en M.C.G. Dekker, diabetesverpleegkundige in het VUmc, maakten deel uit van genoemde werkgroep.
Posters Wiemer NGM, Dubbelman M, Ringens PJ, Polak BCP. Optical properties of the diabetic eye during changes in blood glucose. 19th World Diabetes Congress, IDF December 3-7th 2006. December 6th 2006 in Cape Town, South-Africa. 104
(Publicaties Oogheelkunde, vervolg) GJM Tangelder, M Dubbelman, PJ Ringens. ATOA2006 congres, Paramaribo, Suriname, poster presentation : 18-11-05 Sugar Cracks, A Case-Report of Sudden Onset Reversible Osmotic Lens Damage following Initiation of Metformine Therapy in a Diabetes Mellitus Patient with Severe Hyperglycemia.
Publicaties Verloskunde & Gynaecologie Wouters MGAJ Preconception care of women with diabetes. In: International Congress Series. Gynaecology, Obstetrics and reproductive Medicine in Daily Practice. Amsterdam: Elsevier, 2005: 53-9.
Wouters MGAJ, Snoek FJ, Psychological issues in the management of diabetes and pregnancy. In: Snoek F.J., T.C., eds. Psychology in Diabetes Care. Chichester: Wiley, 2005:271-2.
105
Lijst van afkortingen ADP
Amsterdams Diabetes Programma
CBO
= Kwaliteistinstituut voor de Gezondheidszorg
CGMS
Continuous Glucose Monitoring System
COO
Computerondersteund Onderwijs
CTG
College Tarieven Gezondheidszorg
DC
diabetescentrum (VUmc)
DFN
Diabetes Fonds Nederland
DIP
Diabetes Informatie Post
DM
diabetes mellitus
DOC
Diabetes Onderzoek Centrum (Hoorn)
Dvk
diabetesverpleegkundige
DVN EMGO
Diabetes Vereniging Nederland Instituut Extramuraal Geneeskundig Onderzoek
EPD ICar-Vu ICEN
Elektronisch Patiënten Dossier Onderzoeksinstituut voor Cardiovasculaire Research Onderzoeksinstituut voor Klinische en Experimentele Neurowetenschappen
IKD
project Integrale Kwaliteitszorg Diabetes
NDF
Nederlandse Diabetes Federatie
NHG
Nederlands Huisartsen Genootschap
OCT
Optical Coherence Tomography (oogheelkunde)
PGO
Periodiek Groot Onderzoek (voorheen: jaarcontrole, jaarconsult)
RBU
Revalidatie Behandel Uren
RvB
Raad van Bestuur (VUmc) 106
V&G
Verloskunde & Gynaecologie
VUmc
Vrije Universiteit medisch centrum
107