“Devices” in de collegezaal: zegen of vloek? DANIEL JANSSEN, UNIVERSITEIT UTRECHT
Wie ben ik? Hoofddocent Communicatie- en informatiewetenschappen Universiteit Utrecht Onderwijs over invloed van media op menselijke interactie Onderzoek naar e-mail, voicemail, sms Onderzoek naar lezen op e-readers (in vergelijking met papier) Onderzoek en ontwikkeling van e-learning op terrein van schrijfvaardigheid en statistiek Interesse in ‘leren’ en ‘ontwikkelen’
Moderne leren?
Moderne leren?
Digitale revolutie in het onderwijs Kennis is (of: feiten zijn) overal en direct toegankelijk via personal devices Feiten kennen lijkt dus overbodig geworden Onderwijs moet zich meer richten op zoeken en beoordelen van informatie ‘Klassikaal onderwijs’ is van beperkte waarde/heeft zijn langste tijd gehad: individualisering en maatwerk Traditionele indeling in vakken moet grondig worden herzien: projectonderwijs? Kinderen moeten leren typen in plaats van met hand leren schrijven (Schnabel)
Hebben we dit niet al eens eerder meegemaakt?
Boeken direct in het brein (rond 1900)
Film vervangt het boek (Edison 1914)
Radio maakt boeken én scholen overbodig (1930)
Televisie maakt scholen overbodig (1935)
Lp’s maken boeken en docenten overbodig (1935)
Talenpractica maken docenten overbodig (‘70)
Toch lijkt het onderwijs van nu verrassend veel op dat van 150 jaar geleden.
Toeval?
Mogelijk niet Boeken zijn bij uitstek geschikt om kennis te verspreiden Boeken zijn uitstekend geschikt om feiten in samenhang te presenteren Lezen van een device is niet hetzelfde als lezen van papier Leren vereist inspanning (van docent, maar vooral van de student); het gaat niet vanzelf Leren is in belangrijke mate ook een sociale activiteit; mensen leren vooral van elkaar via “modelling” (Bandura 1997) Doceren is te vergelijken met podiumkunsten: je kunt een opera beluisteren op een cd of (samen) zien op een dvd, maar er gaat niets boven ‘instant creatie’ Devices kunnen dat proces van ‘instant creatie’ verstoren
Een paar thema’s om uit te diepen Laptops en andere devices in de klas Lezen van devices (in vergelijking met lezen van papier) Goede voorbeelden van gebruik technologie in het onderwijs
Laptops en devices in collegezalen 2014 experiment met college ’Communicatie in context’ In het college stond het effect van media op ‘onszelf’ centraal: wat doen wij met media (via devices) en wat doen die media en devices met ons? Gebruik van laptops en andere devices werd verboden in hoorcolleges (na twee weken) Veel rumoer in de media
Achtergrond bij ‘experiment’ Onderzoek naar laptops in de klas wijst onder meer uit: Studenten doen (ook/vooral) andere dingen op hun device dan aantekeningen maken en relevante informatie opzoeken De aanwezigheid van schermen leidt af. Niet alleen de gebruiker, maar ook anderen die het scherm kunnen zien Studenten (alle mensen eigenlijk) overschatten hun vermogen tot multitasken en zien dus geen probleem in ‘afleiding’ Gevolg is: minder onthouden! 50% langere studietijd; 1,5-2 x meer fouten; 1-1,5 punt lager
Achtergrond bij ‘experiment’ Onderzoek naar aantekeningen maken op laptops wijst uit: Studenten die aantekeningen maken op de laptop hebben de neiging om ‘mee te schrijven’ Argument voor laptop-gebruik is ook vaak: ‘anders kan ik het niet bijhouden’ Meeschrijven leidt tot oppervlakkige verwerking: dus slechtere prestaties op retentietoetsen Studenten die met de hand aantekeningen maken, moeten selecteren en bewerken Daarvoor moet je beter luisteren Handschrift biedt meer mogelijkheden om structuur te geven aan je aantekeningen
Ervaringen Grote groep studenten vond devicevrije colleges ‘een verademing’ ’Andere energie’ | ‘minder afleiding’ | ‘meer focus’ Kleine groep studenten was woedend, zocht de publiciteit, wilde genoegdoening Docenten: heerlijk!
Waarom zo boos? Device fungeert als ‘extended identity’ (vgl ‘extended memory’). Er staat niet alleen informatie op die je wilt bewaren, maar ook informatie die je als een essentieel deel van jezelf beschouwt (foto’s, berichten, etc.). Als je die ‘afpakt’ dan neem je een deel van de identiteit af.
Lezen: papier versus scherm Lezen is een tamelijk complexe activiteit Informatie uit een lineaire tekst met omgezet worden in een hiërarchisch representatie in het brein Lezers doen dat door twee soorten representaties te maken: Een representatie van de tekst zelf: text model Een representatie van de informatie in de tekst, gekoppeld aan voorkennis: situation model (Kintsch & Van Dijk)
Hoe complexer de tekst (bijvoorbeeld langer, meer relaties, interactie taal-beeld), hoe moeilijker het opbouwen van die representatie is.
Lezen: papier versus scherm Lezen op een e-reader verandert niets aan de fundamentele processen bij tekstverwerking Lezen op een e-reader reduceert het ’leesoppervlak’ Lezen op een e-reader vraagt om meer ondersteunende leeshandelingen (scrollen, swipen, aantikken, etc.): vragen aandacht E-tekst wordt van onderen ‘belicht’: vermoeiender voor ogen E-tekst is vloeiend: locaties zijn niet gefixeerd en dat bemoeilijkt onthouden Hyperlinks halen lezers uit de tekst: bemoeilijkt opbouw representatie Problemen worden groter naarmate teksten langer worden, meer beeld bevatten en complexer zijn, zoals studieteksten
Wat leert onderzoek over e-lezen? Vaak geen verschil tussen e-lezen en gewoon lezen van papier (bij krantenartikelen en nieuwsberichten bijvoorbeeld) Als er verschil is dan in het voordeel van papier De verschillen worden groter als: Teksten langer worden (bijvoorbeeld korte literaire verhalen) Teksten complexer worden Teksten veel tekst-beeld interactie vragen
In vrijwel al het onderzoek gaat het dan om papieren bronnen die gedigitaliseerd zijn en niet om speciaal digitaal leermateriaal
Digitaal leren: biedt mogelijkheden Veel pogingen om digitaal leermateriaal te ontwikkelen mislukken Educatieve uitgeverijen (met expertise) zien er weinig in: geen goed verdienmodel Veel individuele initiatieven van docenten en opleidingen met opvallende tekortkomingen: Niet meer dan digitaal beschikbaar stellen van ‘stof’ Losse onderdelen zonder integratie Vaak her en der vandaan gehaald Elke docent doet het op zijn eigen manier
Simpel maar briljant: WRTS Programma om woordjes te overhoren in elke taal Kinderen voeren zelf de woordenlijst in Programma randomiseert en genereert oefenrijtjes Kinderen krijgen direct feedback op hun prestaties Kinderen kunnen zelf bepalen wanneer ze tevreden zijn: 85% goed? Moeilijke woorden komen vaker terug Cruciaal is mijns inziens: zelf de woorden invoeren! (handschrift herkenning zou nog mooier zijn)
WRTS
Complex en veel minder briljant:
Schrijven voor de wetenschap
E-learning •
Gericht op oefening en toetsing basisvaardigheden: •
samenhangende teksten schrijven
•
stijl, grammatica en spelling
•
Zelfstudie
•
Toegespitste feedback
•
Afgestemd op basisboek
•
Integratie basisboek in e-learning (ook als e-pub)
Diagnostische toets
E-learning
Zegen of vloek? Zegen Devices lossen veel logistieke problemen op Devices dagen ons uit om nieuwe dingen te bedenken Integratie van bewegend beeld en geluid met tekst kan leerprocessen versterken
Vloek Devices leiden af Gebruik ervan lijkt soms doel op zichzelf te zijn, probleemanalyse ontbreekt Effecten van digitalisering worden sterk overschat, traditioneel onderwijs zou daaronder kunnen gaan lijden