CONCEPT VERSLAG
Subcommissie Controle en Financiën
18 mei 2015 van 18.15 - 19.30 uur
Deelnemers Subcommissie: Peter van Corler (voorzitter), Bas Meijer, Dimitri Gilissen, Vincent Wijlhuizen, Wim Oostveen. Secretaris-adviseur: Stefanie den Dunnen.
Overige deelnemers: Gerth Molenaar (secretaris Rekenkamer), Ilhan Tekir (financieel adviseur), Annemarie Koolenbrander (strategisch adviseur), Stefan Verrips (Deloitte), Ron Killeen (Deloitte), Rob Bouman (BDO), Micha van Arkel (BDO).
Deels aanwezig: Jeroen Scholten (NAR), Jasper Woeltjes (financieel adviseur), Erik Scholten (concernjurist).
Afwezig met kennisgeving: Marleen Haage (subcie), Marcel Kiewik (griffie). Afwezig zonder kennisgeving: Steven Menke (subcie), Jeroen Kreijkamp (portefeuillehouder financiën).
Behandeling agendapunten 1.
a. Opening en mededelingen. − De voorzitter opent de vergadering en heet allen hartelijk welkom. Dhr. Molenaar stelt zich voor als nieuwe secretaris van de Rekenkamer Utrecht. − De voorzitter geeft aan dat voorafgaand aan deze vergadering het delegatieoverleg over de uitvoering van het contract met de accountant heeft plaatsgevonden. Het concept-verslag hiervan wordt zoals gebruikelijk voor een volgende subcommissievergadering geagendeerd. − De voorzitter geeft aan dat deze vergadering afscheid wordt genomen van Deloitte als accountant. − De voorzitter wijst op de planning van de jaarlijkse opdrachtbevestiging aan de accountant.
b. Vaststellen agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
2.
Verslag van 9 maart 2015. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
Ingekomen en verzonden stukken. De leden bespreken bij de agendapunten: a. Bij punt 2: Stand van zaken nav actiepunt M&O/ integriteit uit CF 09-03-15. b. Bij punt 4: Concept accountantsrapport van bevindingen jaarrekening 2014. c. Bij punt 4: Concept collegereactie op accountantsrapport van bevindingen 2014. 1 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]
d. Bij punt 5: Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen 2015-2018. e. Bij punt 6: Nota Lokale heffingen 2015-2018. f.
Bij punt 7: Nota Verbonden partijen 2015, incl. bijlagen Rapport Team Audit, Afwegingskader, Beslisboom, en Toezichtarrangement.
g. Doorgeschoven naar de volgende vergadering: In van het college: Voorstel indicatoren, mei 2015.
4.
(concept)Accountantsrapport van bevindingen 2014 en reactie college daarop. Achtergrond: Jaarlijks bespreekt de subcommissie het (concept)rapport van bevindingen van de accountant over de controle op de gemeentelijke jaarrekening, en de reactie van het college hierop. Na bespreking stelt de accountant het definitieve rapport op. De subcommissie voorziet de commissies M&S en S&R van advies over het rapport.
Bespreking: Dhr. Killeen licht toe dat het rapport nog niet volledig is, zoals weergegeven in het rapport. De accountant van BghU moet nog de controle op de belastingdebiteuren uitvoeren, waarna Deloitte hierop de review kan doen. Dit wordt begin juni verwacht. Deloitte is voornemens een goedkeurende verklaring af te geven bij de jaarrekening van de gemeente, er worden geen wijzigingen op de jaarcijfers verwacht nav de controle op BghU. Dhr. Meijer vraagt hoe het meer aandacht geven aan kansen bij risicomanagement bedoeld is, bijvoorbeeld als onderdeel van de cyclusdocumenten? Dhr. Gilissen suggereert bij grote voorstellen ook een kansenparagraaf op te nemen. Dhr. Killeen antwoordt dat dit bij de cyclusdocumenten een plek kan krijgen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement en bij grote voorstellen zou dit ook wenselijk zijn. De voorzitter vraagt of de accountant van mening is dat de risicokaart die de gemeente heeft opgenomen in de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen aansluit bij de aanbeveling van de accountant over de risicokaart; dit wordt bevestigend beantwoordt. De voorzitter vraagt of de accountant vindt dat het volume van de grondexploitaties aangepast zou moeten worden, gelet op de zinsnede ‘maar het volume is niet aangepast’. Dhr. Killeen antwoordt van niet, bedoeld is dit onder de aandacht te brengen, omdat wel de planning is verschoven in tijd, maar niet in volume. Mw. Koolenbrander geeft aan dat dit ook als aandachtspunt onderkend wordt bij alle grondexploitatierapportages. Dhr. Gilissen vraagt wat de accountant bedoelt met de aanbeveling om te zorgen voor robuustere onderbouwingen van de grondexploitaties. grondexploitaties Dhr. Killeen geeft aan dat er nog meer scenario-analyses gemaakt kunnen worden en meer inhoud aan de bandbreedtes bij het verwachte resultaat. Dhr. Meijer vraagt waarop de bandbreedte van de reserve grondexploitaties gebaseerd is. Mw. Koolenbrander geeft aan dat dit op een realistische inschatting gebeurt, niet op een worst case scenario. Dhr. Meijer vraagt of de zinsnede ‘de grondexploitaties vragen nog steeds extra aandacht’ als een classificatie bedoeld is, geantwoord wordt dat dit niet het geval is, het is een algemene opmerking. 2 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]
De voorzitter constateert dat het prettig is dat de accountant in het totstandkomingsproces van de jaarrekening een verbeterslag ziet. Dhr. Wijlhuizen vraagt of de accountant van mening is dat de aandachtspunten uit de boardletter voldoende zijn opgepakt bij de jaarrekening. Dhr. Killeen geeft aan dat de maatregelen genomen zijn die van belang zijn voor de jaarrekening, andere punten van verbetering komen weer aan de orde bij de interim-controle. De voorzitter constateert dat de huidige aandachtspunten weer geadresseerd worden in de volgende boardletter. De voorzitter wijst op de passage over tussentijdse winstneming. winstneming Vorig jaar deed de accountant ook een dergelijke aanbeveling, die de (sub)commissie niet over nam. De accountant licht toe dat het er niet om gaat om tussentijdse winstnemingen te boeken, maar wel om het beleid hierbij vast te leggen in de nota Grondbeleid, dus wel of niet boeken, en zo ja hoe. Dhr. Meijer wijst op de grondexploitaties bij o.a. Leidsche Rijn (LR), die in feite een cluster aan grondexploitaties zijn met communicerende vaten. Is het juist wenselijk of niet om dit cluster open te houden ipv af te sluiten waar gereed? Dhr. Killeen antwoordt dat het bij LR wel goed kan zijn om het cluster nog open te houden vanwege de omvang van ervan. Maar tot in de lengte der dagen openhouden maakt het mogelijk dat er nog kosten op geboekt worden die in andere delen van het cluster worden gemaakt. Dhr. Verrips vult aan dat administratief afsluiten zonder resultaat nemen wel wenselijk is. De voorzitter constateert dat de subcommissie content is met de verbeterslagen die bij POS gemaakt zijn en dat er geen aandachtspunten uit de SiSaSiSa-controle volgen. In het rapport is de aanbeveling opgenomen om het normenkader (tbv rechtmatigheid) uit te breiden met externe wet- en regelgeving en dit te vertalen in een toetsingskader. Dhr. Gilissen vraagt of de interne kaders op onderdelen bijten met de externe wet- en regelgeving. Dhr. Killeen antwoordt dat niet het geval is, het wettelijk kader is bekend en hier wordt ook aan getoetst. Mw. Koolenbrander licht toe dat de externe wet- en regelgeving niet is opgenomen omdat dit niet specifiek voor de gemeente Utrecht is, en het kader anders erg omvangrijk wordt. Dhr. Killeen geeft aan dat het voor de accountant alleen gaat om de financiële wetten/regelgeving. De voorzitter vraagt wat de accountant bedoelt met de aanbeveling om de inkoopscan te dynamiseren. dynamiseren Geantwoord wordt dat het gaat om de scan niet alleen maar achteraf uit te voeren, maar frequenter gedurende het jaar, bijvoorbeeld 4x per jaar. Dhr. Meijer vraagt hoe materieel de accountant de onderschrijding van ca. 5% vindt. Dhr. Killeen geeft aan dat bij het besluit accountantscontrole alles boven de 1% materieel is, maar dat geldt niet hier. Voor de raad is het interessant om te weten waar de onderschrijding zit. Dhr. Meijer wijst op het rapport van Team Audit dat onlangs in de subcommissie besproken is, over de kwaliteit van het begroten, en mogelijkheden zoals Zero based begroten. Mw Koolenbrander geeft aan dat het verschil in raming en 3 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]
realisatie steeds kleiner wordt. Dhr. Killeen geeft aan dat het regelmatiger bijstellen van de planningen hiervoor zorgt. De voorzitter constateert verder dat het prettig is dat: -
de accountant geen aandachtspunten meer ziet bij de registratie van de materiële materiële vaste activa, activa na de aanbeveling van vorig jaar om deze te actualiseren en aan te scherpen.
-
de accountant aangeeft dat het goed gaat met de eerdere aandachtspunten bij de inkoopprocedure en er geen fouten en onzekerheden zijn geconstateerd.
-
de accountant aangeeft dat de gecorrigeerde fouten en onzekerheden ruim binnen de marges vallen.
De accountant licht toe dat in de tabel met gecorrigeerde fouten en onzekerheden de grens van 600K is gehanteerd omdat dit 5% materialiteit is. De grens van 500K is van belang bij de niet gecorrigeerde fouten. Tot slot constateert de voorzitter dat de subcommissie niet meer verzoekt om de collegereactie integraal in het rapport op te nemen, maar wel te verwijzen naar paginanummers.
5.
Nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2015-2018. Achtergrond: De huidige nota Weerstandsvermogen en risicomanagement kent een looptijd van 2011-2014 en wordt nu geactualiseerd. Op basis van de nota wordt jaarlijks de paragraaf ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing' in de planning & control documenten opgesteld. Weerstandsvermogen komt ook aan de orde in de paragraaf ‘Weerbaarheid en wendbaarheid'.
Bespreking: Dhr. Tekir licht toe dat het proces voor risicomagement via de Leanmethode is aangepast. Ook opgenomen zijn nu kansenmanagement en niet-financiële risico’s. In 2015 zal de subcommissie nog betrokken worden bij de ontwikkeling van het ‘volwassenheidsmodel’ dat een beeld geeft van de stand van zaken van het risicomanagement in de gemeente. De voorzitter constateert dat dit wordt toegevoegd aan het jaarplan van de subcommissie. De berekening van het weerstandsvermogen is aangepast en ligt nu meer in lijn met de berekeningswijze van de G4. Hierbij heeft het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) geadviseerd. Dhr. J. Scholten (NAR) licht het toegepaste rekenmodel toe. De voorzitter vraagt hoe de vierjaarlijkse risicoscan en de halfjaarlijkse risicosimulatie zich tot elkaar verhouden. Dhr. Tekir geeft aan dat de scan een kwalitatieve insteek heeft en de simulatie een cijfermatige exercitie is. Dhr. Meijer vraagt of je ook positieve kansen kan doorrekenen. doorrekenen Dhr. J. Scholten antwoordt dat dit mogelijk is, maar dat dit vaak al in de plannen is meegenomen, en je dan een dubbeling krijgt met een te positieve uitkomst. Dhr. Gilissen vraagt hoeveel de uitkomst via de oude berekeningswijze en de uitkomst via de nieuwe berekeningswijze elkaar ontlopen. Dhr. Tekir geeft aan dat dit niet 1 op 1 te zeggen is en wijst op het stuk onder embargo bij 4 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]
de Voorjaarsnota. Mw. Koolenbrander vult aan dat het om een heel pakket gaat dat de uitkomst beïnvloedt en de berekeningswijze echt heel anders is. Dhr. Gilissen vraagt of de nota nog consequenties heeft voor de financiële verordening, verordening dit is niet het geval.
Vragen per e-mail: Ivm de volle agenda, zijn voorafgaand al enkele vragen van de voorzitter per e-mail beantwoord. Die zijn hier volledigheidshalve ook weergegeven: -
V: Afschaffen minimumnorm: minimumnorm betekent dit dat alle risico's in beeld zijn? Hoe verhoudt dit zich tot de post onvoorzien? A: De minimumnorm betrof 2% van de som van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de OZB-capaciteit en stond op 13 miljoen euro. De norm is in 2006 geïntroduceerd met het gereedkomen van de eerste nota. Motivering was destijds om daarmee een minimale dekking te hebben voor risico’s die zich onverhoopt zouden voordoen en niet in beeld waren. De hoogte van de minimumnorm is echter inhoudelijk lastig te onderbouwen. Daarnaast is er inmiddels voldoende ervaring opgedaan met risicomanagement waardoor alle risico’s worden gekwantificeerd. Dit betekent dat alle risico’s die bekend zijn en te kwantificeren zijn daadwerkelijk worden gekwantificeerd. Daarmee is de ontwikkeling van het risicomanagement in de organisatie veel verder dan in 2006. Het kan echter te allen tijde voorkomen dat bepaalde risico’s alsnog niet in beeld zijn. Dat is inherent aan risicomanagement, wat neerkomt op vooruit kijken en bepaalde ontwikkelingen zo realistisch mogelijk inschatten. Het antwoord op de vraag of alle risico’s in beeld zijn kan daarom in theorie niet bevestigend worden beantwoord. Belangrijker is dat we kunnen constateren dat risicomanagement zodanig is ingebed in de organisatie dat risico’s structureel worden geïnventariseerd en daarmee veel – majeure - risico’s in beeld zijn. Hier komt overigens bij dat het afschaffen van de minimumnorm ook moet worden gezien in relatie tot het ophogen van de mate van zekerheid van 75% naar 90%, welke een veel deugdelijkere grondslag vormt. De minimumnorm houdt geen relatie met de post onvoorzien. Het bedrag voor onvoorzien vormt een verplichte post conform artikel 8 van het BBV. Deze post betrekken wij bij de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarmee is er wel een relatie tussen de post onvoorzien en de beschikbare weerstandscapaciteit maar niet met de benodigde weerstandscapaciteit (= minimumnorm).
-
V: Voorgesteld wordt om risico's rondom het gemeentefonds op te nemen in de berekening voor benodigde weerstandscapaciteit. Kan er een indicatie gegeven worden wat de consequenties hiervan zijn? A: De impact op het weerstandvermogen is 0. De risico’s worden beperkt binnen de berekening van de verwachte uitkering uit het gemeentefonds zelf. Door behoedzaam te ramen, dat wil zeggen niet alle parameters zoals de verwachte groei van de stad en de ontwikkeling van de accressen, op het meest positieve scenario te stellen blijft er voldoende speling om negatieve ontwikkelingen (zoals herijkingen, en economische malaise) op te vangen. Daartoe volgen wij uiteraard de ontwikkelingen die van invloed zijn op het gemeentefonds van dichtbij. Hierdoor 5 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]
kunnen wij vooruitlopend op de meicirculaire alle ontwikkelingen tijdig bij het integrale afwegingsmoment (de Voorjaarsnota) betrekken. -
V: Er worden 3 categorieën externe risico's risico's onderscheiden. Dit lijkt vrij beperkt: waar vallen bijvoorbeeld milieurisico's onder? A: Milieurisico’s vallen onder de categorie ‘natuur’, waarbij de categorieën vooral gezien moeten worden als richtinggevende invalshoeken. Als een bepaald risico wel buiten deze categorieën zou vallen, dan betekent dat niet dat dat risico niet wordt opgenomen. Daarmee is de lijst van categorieën niet uitputtend.
-
V: Goed dat ook risico's met nietniet-financiële gevolgen gerapporteerd. Hoe wordt gerapporteerd over, omgegaan met, de combinatie van financiële en niet-financiële gevolgen binnen een risico? A: Niet-financiële risico’s zijn risico’s die in financiële zin nauwelijks tot niet te kwantificeren zijn. Indien bepaalde gevolgen wel te kwantificeren zijn, dan worden deze gekwantificeerd. De niet-financiële gevolgen worden vervolgens toegelicht.
-
V: Wat zijn de (financiële) gevolgen van het ophogen van de mate van zekerheid van 75% naar 90%? 90% A: Hier is geen eenduidig antwoord op te geven, omdat de mate van zekerheid de resultante is van een risicosimulatie die is gebaseerd op een bepaalde stand van het risicomodel. Zodra de stand van het risicomodel wijzigt, verandert het gevolg van de ophoging mee. Als we de huidige stand van het risicomodel als uitgangspunt nemen en daar een risicosimulatie over uitdraaien betreft het verschil tussen 75% en 90% ongeveer 6 mln. Euro. Deze toename wordt echter teniet gedaan door het afschaffen van de minimumnorm. Overigens kunnen de effecten van de verschillende maatregelen niet één op één aan elkaar worden gerelateerd, omdat de nieuwe nota een fundamenteel nieuwe berekeningswijze introduceert zonder o.a. de zogenaamde zekerheidsfactor. Deze nieuwe berekeningswijze is robuuster omdat er bij iedere actualisering van het risicomodel een nieuwe risicosimulatie wordt uitgedraaid.
-
V: Afromen van weerstandscapaciteit: weerstandscapaciteit waarom is hier gekozen voor deze vorm van dempen van het afromen (max 1/4 van overschot)? Als het gaat om een relatief kleine schommeling is het effect anders dan bij grote bedragen. Bij het vrijvallen van een groot bedrag blijft er ook een groot bedrag staan dat niet noodzakelijk is om de fluctuaties op te vangen. Zou een percentage van de benodigde weerstandscapaciteit ook een geschikte maat kunnen zijn voor het dempen van het afromen? A: De huidige systematiek van het afromen is in de nieuwe nota niet gewijzigd. Het klopt dat bij een relatief kleine schommeling het effect anders is dan bij grote bedragen. De benodigde weerstandscapaciteit is als maatstaf niet geschikt om af te romen vanwege de berekeningswijze van ons weerstandsvermogen. De beschikbare weerstandscapaciteit vormt de teller en de benodigde weerstandscapaciteit de noemer. De hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald na een inhoudelijke risico-analyse (= risicomodel) terwijl de hoogte van de beschikbare weerstandscapaciteit een gegeven is. 6 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]
De voorzitter constateert dat: -
de subcommissie met tevredenheid kennis heeft genomen van de nieuwe nota,
-
politieke vragen n.a.v. bijvoorbeeld het afromen van maximaal ¼ van het
-
de nota meeneemt in het advies aan de commissies inzake de jaarstukken.
weerstandsvermogen aan de orde kunnen komen in de commissie, en
Tot slot wijst de voorzitter erop dat de accountant in het bevindingenrapport aangaf dat risicomanagement nu toereikend aandacht krijgt. De subcommissie is daarnaast content met de wijze waarop risicomanagement besproken is nav de audit Misbruik & Oneigenlijk gebruik en de acties van HRM inzake integriteit, en met de inbedding in de nieuwe nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen en de nota Verbonden partijen. Verder komt de jaarlijkse frauderisicovraag aan de orde in het delegatie-overleg. Hiermee constateert de voorzitter dat het actiepunt uit de vergadering van 29-01-15 geborgd is: Over de visie van de raad op frauderisico’s en beheersingsmaatregelen zal een procesafspraak gemaakt worden bij behandeling van de nieuwe nota risicomanagement en de audit M&O.
6.
Nota lokale heffingen 2015-2018. Dhr. Woeltjes geeft aan dat de nota Lokale heffingen eens in de vier jaar wordt geactualiseerd. In deze nota zijn de uitgangspunten gelijk als in de vorige nota, zoals indexatie of kostendekkendheid van tarieven. Dhr. Meijer vraagt of met deze nota ook wordt besloten over het beleid over de verschillen in bedragen voor eenpersoonshuishoudens of meerpersoonshuishoudens. Dhr. Woeltjes geeft aan dat dit niet het geval is, deze nota geeft alleen een weerslag van de al gemaakte beleidskeuzes. Dhr. Gilissen wijst op de tabel met bedragen voor kwijtschelding, waarin te zien is dat de bedragen afgelopen jaar aanzienlijk zijn afgenomen, en vraagt waardoor dit komt.
Actie FIN 1
Dhr. Woeltjes geeft aan dat hij dit zal nagaan (ACTIE FIN 1).
7.
Nota Verbonden partijen. Achtergrond: De nota Verbonden partijen wordt geactualiseerd. In de boardletter 2014 gaf de accountant aan het toezicht op verbonden partijen als een belangrijk onderdeel van de kansen- en risicoanalyse te zien.
Bespreking: Dhr. E. Scholten geeft aan dat de nota Verbonden partijen elke raadsperiode geactualiseerd wordt. Nu is ingezet om de nota bondiger te maken, met ook meer beleidsmatige kanten ipv vooral juridisch. De insteek is dat het college terughoudend is bij verbonden partijen, er zijn ook andere mogelijkheden voor samenwerking. Toegevoegd is het risicomanagement. De formulieren zoals het toezichtarrangement moeten meer aan de voorkant worden ingevuld, wat ook de ambtelijke organisatie helpt. Dhr. Gilissen geeft aan de wet Markt en overheid te missen in de nota. Dhr. E. Scholten wijst op het afwegingskader. Dhr. Gilissen geeft aan dat het afwegingskader altijd een businesscase zou moeten zijn. Verder is hij positief dat de bevoegdheid van de Rekenkamer is opgenomen. Dhr. Molenaar geeft aan dat de Rekenkamer hier content 7 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]
mee is. Dhr. Meijer vraagt of rekening is gehouden met de wet op de Vennootschapsbelasting. Dhr. E. Scholten antwoordt dat dit er technisch in zit. Dhr. Wijlhuizen wijst op het auditrapport naar Verbonden partijen. Hierin staat dat nog niet duidelijk was of en hoeveel Verenigingen van Eigenaren waarvan de gemeente Utrecht lid is, een verbonden partij zijn. Dhr. E. Scholten geeft aan dat dit ambtelijk wordt opgepakt. De voorzitter vraagt hoe Right to Challenge te zien is. Dhr. E. Scholten geeft aan dat dit geen verbonden partij is, maar wel relevant. Dhr. Gilissen vraagt hoe het ondernemersfonds te zien is. Dhr. E. Scholten antwoordt dat de gemeente dit subsidieert en dit geen verbonden partij is, er zit een juridische knip.
8. Indicatoren begroting. Dit punt was onder voorbehoud geagendeerd, omwille van de tijd wordt dit doorgeschoven naar de volgende vergadering.
9.
Jaarplan 2015. Het jaarplan wordt elke vergadering geactualiseerd. Wijzigingen t.o.v. de vorige versie zijn schuin gearceerd. Alle vergaderingen vinden plaats in Stadhuis 2.16. Datum en tijdstip 2015
Onderwerpen
Zodra gereed/aan de
−
Actualisatie Verordening op de subcommissie.
orde
−
Monitoring wijzigingen n.a.v. raadsonderzoek subsidies.
−
Right to challenge (verschoven van 03-2015 naar ntb).
−
Volwassenheidsmodel risicomanagement (zie CF 05-2015, verwacht in 2015).
Ma. 28 september
Deel 1 DelegatieDelegatie-overleg (0,5 uur):
17.30u – 19.30u
Overleg accountant, voorzitter, dhr. Meijer, secretaris-adviseur, evt. andere leden subcommissie, team Audit, Financiën. −
Voortgang controle 2015 (inhoud, proces, financiën).
Deel 2 Vergadering subcommissie (1,5 uur): −
Concept Boardletter 2015 van de accountant (in aanwezigheid accountant).
−
Evt. Concept Reactie van het college op de Boardletter.
−
Programmabegroting 2016.
−
3e Technische Wijziging 2015.
−
Advies aan commissie M&S en S&R over bovenstaande punten.
−
Verslag delegatie-overleg mei 2015.
−
Evaluatie jaarrekeningcontrole 2014 (van Financiën).
Ma. 23 november
Vergadering subcommissie
18.00u – 19.30u
-
Concept-agenda/ aandachtspunten voor het overleg met accountant in december.
-
Half december, n.t.b.
Vaststellen jaarplan subcommissie 2016.
DelegatieDelegatie-overleg Overleg accountant, voorzitter, dhr. Meijer, secretaris-adviseur, evt. andere leden subcommissie, team Audit. -
Stand van zaken controle 2015 en nadere afspraken; 8 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]
10. Rondvraag en sluiting. Mw. Koolenbrander geeft aan dat de 2e Technische Wijziging niet gereed zal zijn voor de juni-vergadering van de subcommissie, maar behandeling in de volgende vergadering in september later is dan wenselijk. De secretaris zal dit verder bekijken. De voorzitter bedankt namens de subcommissie Deloitte hartelijk voor de samenwerking van de afgelopen jaren. De voorzitter sluit de vergadering. ………
9 Secretaris-adviseur subcommissie:
[email protected]