Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
DOELSTELLINGENNOTA
Deelbekkenbeheerplan deelbekken van de Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten Doelstellingennota
September 2007 Kortenberg, Kraainem, Machelen, Overijse, Steenokkerzeel, Tervuren, Vilvoorde, Wezembeek-Oppem, Zaventem en Provincie Vlaams-Brabant
September 2007
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
Inhoudstafel Inhoudstafel .................................................................................................- 1 0. Inleiding ....................................................................................................- 3 1.
Waterkwantiteit..................................................................................................... - 4 WOLUWE (VHAG 6555 / 10214) KLEINE MAALBEEK (VHAG 6573) + collectoren........... - 4 OVERIGE ........................................................................................................................ - 7 2. Waterkwaliteit ....................................................................................................... - 7 ALGEMEEN .................................................................................................................... - 8 KWZI / IBA ..................................................................................................................... - 9 HEMELWATERPUTTEN / INFILTRATIE / BUFFERING AAN BEDRIJVEN / SEPTISCHE PUTTEN- 10 OVERWELVEN GRACHTEN/ HERWAARDERING VAN GRACHTENSTELSELS .................... - 12 SCHEIDEN RWA-DWA / AANSLUITING RIOLERING........................................................ - 12 3. Ecologie .............................................................................................................. - 13 EROSIE ......................................................................................................................... - 13 RUIMEN / ONDERHOUD VAN WATERLOPEN / GRACHTEN ............................................ - 14 PESTICIDEN / SPROEISTOFFEN....................................................................................... - 15 OVERIGE ...................................................................................................................... - 15 4. Overige ............................................................................................................... - 16 -
II. Doelstellingennota ................................................................................- 18 0. Doelstellingen ........................................................................................................... - 18 Spoor 1. Maximale retentie en hergebruik van hemelwater aan de bron ......................... - 18 1.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 18 1.2. Krachtlijnen........................................................................................................... - 18 1.3. Mogelijke aandachtsgebieden ............................................................................... - 19 Spoor 2. Sanering van afvalwaterlozingen ...................................................................... - 20 2.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 20 2.2 Krachtlijnen............................................................................................................ - 21 2.3 Mogelijke aandachtsgebieden ................................................................................ - 22 Spoor 3. Bewaking en verbetering van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur ................................................................................................. - 22 3.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 22 3.2. Krachtlijnen........................................................................................................... - 22 3.3 Mogelijke aandachtsgebieden ................................................................................ - 23 Spoor 4. Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging ........................................ - 24 4.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 24 4.2. Krachtlijnen........................................................................................................... - 24 4.3. Mogelijke aandachtsgebieden ............................................................................... - 25 Spoor 5. Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop ... - 25 5.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 25 5.2 Krachtlijnen............................................................................................................ - 25 5.3 Mogelijke aandachtsgebieden ................................................................................ - 26 Spoor 6. Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer................. - 26 6.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 26 6.2. Kwantitatief waterlopenbeheer ............................................................................. - 26 6.2.1. Krachtlijnen met betrekking tot water bergen ............................................. - 26 6.2.2 Krachtlijnen met betrekking tot vertraagd afvoeren ..................................... - 27 6.2.3. Overige krachtlijnen .................................................................................... - 28 6.2.4. Mogelijke aandachtsgebieden/waterlopen................................................... - 28 6.3. kwalitatief waterlopenbeheer................................................................................ - 28 6.3.1. Krachtlijnen .................................................................................................... - 28 September 2007
-1-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota 6.4. Ecologisch waterlopenbeheer................................................................................ - 28 6.4.1. krachtlijnen..................................................................................................... - 29 6.5. Water - een plezier!? ............................................................................................ - 29 Spoor 7. Duurzaam drinkwatergebruik........................................................................... - 29 7.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 29 7.2. krachtlijnen ........................................................................................................... - 29 -
September 2007
-2-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
0. Inleiding 1
De doelstellingennota is opgebouwd uit twee delen. In een eerste deel wordt een overzicht gegeven van de kansen en knelpunten in het gebied. De eigenlijke doelstellingen worden in het tweede luik beschreven. Met de opmaak van een deelbekkenbeheerplan (DuLo-plannen) wordt de realisatie van een duurzaam lokaal en integraal waterbeleid beoogd. Een waterbeleid waarbij alle actoren betrokken worden én waarin éénieder zijn verantwoordelijkheid opneemt. Hierdoor zouden ook op deelbekkenniveau de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water behaald moeten kunnen worden; met name een goede toestand van het oppervlaktewater en van het grondwater. Zowel op lokaal als bovenlokaal vlak dienen er hiertoe diverse maatregelen te worden genomen. In het eerste deel wordt een opsomming gegeven van alle knelpunten en kansen die werden aangegeven. Met de bevraging hebben we getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen. We zijn ons evenwel bewust van de mogelijkheid dat bepaalde knelpunten ontbreken of onvolledig zijn. De lijst is dan ook niet limitatief en kan verder aangevuld worden tijdens de uitwerking van het actieplan. Een uitgebreide bevraging van alle mogelijk betrokken sectoren was in dit stadium van het plan niet haalbaar. Verder dient vermeld dat de knelpunten en potenties in de lijst worden weergegeven zoals ze door de besturen werden aangebracht zonder een oordeel te vellen over de juistheid ervan. Eventueel tegengestelde meningen werden naast elkaar geplaatst en de aangehaalde mogelijke oorzaken werden nog niet onderzocht. Pas bij de uitwerking van concrete acties zullen de aangehaalde knelpunten meer in detail onderzocht worden, zowel naar gevolgen, als naar mogelijke oplossingen. Met de opsomming van al de verschillende doelstellingen, opgedeeld volgens een 7-tal sporen, wordt in het tweede deel van deze nota getracht een duidelijk beeld te geven van de manier waarop we onze algemene doelstelling willen bereiken. Met de ondertekening van de doelstellingennota onderschrijven de besturen de principes van integraal waterbeleid die, zoals gezegd, vervat zitten in de lijst met krachtlijnen. Dit wil evenwel niet zeggen dat een bestuur zichzelf daarmee ook oplegt om alle doelstellingen te realiseren. In bepaalde omstandigheden is het immers niet realistisch bepaalde krachtlijnen of doelstelling volledig na te streven. Bedoeling is wel dat de betrokken besturen de nodige inspanningen leveren om, in de mate van het mogelijke, specifieke acties uit te werken die moeten bijdragen tot de realisatie van een integraal waterbeleid. Het deelbekkenbeheerplan zal uiteindelijk integraal deel uitmaken van het bekkenbeheerplan: beiden vormen 1 geheel. De opbouw van het bekkenbeheerplan verschilt op sommige punten van deze van het deelbekkenbeheerplan. Zo gebruikt het bekkenbeheerplan niet de 7 sporen maar wel de indeling van de waterbeleidsnota met krachtlijnen, operationele doelstellingen en maatregelen. Zowel in het bekken- als deelbekkenbeheerplan vindt u een bondig overzicht waarmee u de link kunt leggen tussen de 7 sporen enerzijds en de krachtlijnen en operationele doelstellingen anderzijds. Als bijlage bij de niet-technische samenvatting vindt u een tabel die het verband aangeeft tussen het 7-sporenbeleid in de deelbekkenbeheerplannen, de krachtlijnen en operationele doelstellingen in het bekkenbeheerplan en de Europese Kaderrichtlijn Water.
1
Deze doelstellingennota houdt rekening met de randvoorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 op p. 14 en p. 15 van de Code voor goede praktijk voor duurzaam lokaal waterbeleid, voor zover de opgesomde randvoorwaarden reeds gekend zijn. Bij de verdere uitwerking van de acties zal ook rekening gehouden worden met deze randvoorwaarden.
September 2007
-3-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota I. Inventaris van de knelpunten en de kansen in het deelbekken van de Woluwe
1.
Waterkwantiteit
In opdracht van AMINAL, afd. Water en de provincie Vlaams-Brabant voerde het studiebureau Talboom een studie uit die bestaat uit het opstellen van een oppervlaktewaterkwantiteitsmodel voor het stroomgebied van de Woluwe. De opdracht omvat een inventarisatie van de nodige gegevens, een hydrologische meetcampagne, een hydrologische en hydraulische studie van de bestaande toestand en het formuleren van oplossingscenario's voor de specifieke problemen in het gebied. De studie moet ook duidelijkheid verschaffen omtrent de interactiepunten tussen de collectoren en de waterlopen in het gebied. Aquafin heeft de moerriolen en de opwaartse gemeentelijke riolen gehydronaut. De bestaande toestand werd gemodelleerd.
WOLUWE (VHAG 6555 / 10214) KLEINE MAALBEEK (VHAG 6573) + collectoren - Algemeen kan gesteld worden dat collectoren in het gehele stroomgebied van de Woluwe zorgen voor wateroverlastproblemen bij hevige, korte zomerstormen. Bij winterstormen worden er geen problemen gesignaleerd. Er werden geen problemen vastgesteld gedurende de maand januari 2004, nochtans een zeer natte maand. (gegevens KMI). (OWKM Talboom) - De Woluwe is op grondgebied Machelen, bijna volledig overwelfd. Het volledige rioolstelsel van de gemeente is er op aangesloten (er zijn een 25-tal lozingspunten). Aan het kruispunt Kerklaan-Woluwelaan maakt de Woluwe een bocht van 90° en mondt ze (overwelfd-onder de Kerklaan) uit in de Zenne. Op de Woluwe (collector) staan een aantal elektronisch gestuurde schotten, beheerd door de intercommunale van de Woluwe. De schotten gaan open bij hevige regenval, zodat het water richting wachtbekken, aan de LuchthavenlaanWoluwelaan, kan gaan. Eens het wachtbekken gevuld is, gaan de schotten dicht, en moet het water opnieuw richting Zenne. Als het peil van de Zenne, door de hevige regenval of getijdenwerking, te hoog is, dan kan het water van de Woluwe niet meer worden geloosd, en komt het rioolstelsel vol. Met overlast tot gevolg, in de eerste plaats op de laagste punten, bv. de Rittwegerlaan, de Tenaertslaan, de Greefstraat, de Sint-Katarinastraat en de Gurickxstraat. Gezien de constructie is ook het kruispunt Kerklaan-Woluwelaan een kritiek punt. De overlast heeft zich tot 2003 een keer of vijf voorgedaan. Heel vaak zijn het de zomeronweders die oorzaak zijn van de overlast. (Machelen) - Aquafin plant de aanleg van een collector, om het afvalwater op te nemen en richting Brussel Noord te transporteren. De buis komt naast de Woluwe te liggen, en dan via de Budha steenweg richting RWZI. Het afvalwater boven de Buda steenweg komt ook naar dat punt. Op die manier zullen de volumes water (hemelwater-afvalwater) gescheiden worden, zal de Woluwe op termijn enkel 'proper' water vervoeren, en de overlast verkleinen door kleinere volumes. Er is nog geen volledige duidelijkheid omtrent de plannen. De ontwerpen liggen stil, omdat men de modellering van de Woluwe wenst af te wachten. De modellering is opgestart. De uitvoering van de werken zal in ieder geval geen eenvoudige zaak zijn. (Machelen) - Een aantal jaren geleden stortten een deel van de ingebuisde Woluwerivier in aan de de Conincklaan. Door de waterdruk is, op die plaats, het wegdek gedeeltelijk weggeduwd. Afsluitingen werden geplaatst, deze zijn nu nog steeds aanwezig. (OWKM -Talboom) - Het beheer van de Woluwe is geen eenvoudige zaak. Het bovengrondse gedeelte is in beheer van het gewest (Waterloop 1e Cat.), het ondergrondse deel wordt beheerd door de Intercommunale van de Woluwe. Bovendien is het niet steeds duidelijk waar (wat) nu de waterloop, dan wel de riool-moerriool ligt (is). Er is sprake de intercommunale op te doeken, en het beheer opnieuw in handen te geven van het Gewest (Aquafin). Op die manier is het beheer van een groter geheel van waterlopen mogelijk waardoor men preventiever zal kunnen optreden. Anderzijds is er de vrees dat het directe contact, dat er nu wel is met de intercommunale, zal verdwijnen. En er op die manier in noodgevallen veel tijd verloren zal September 2007
-4-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
-
-
-
-
-
-
gaan. De provincie wil in ieder geval uit de intercommunale stappen. Ook Machelen heeft de provincie het mandaat gegeven te onderhandelen over de overdracht. Als het aantal leden van de intercommunale daalt, zal dan ook de slagkracht van de intercommunale dalen? (Machelen) Er zijn twee bufferbekkens in de gemeente, alle om water van de Woluwe tijdelijk te stockeren. Er is een ondergronds bufferbekken ter hoogte van de Gurickxstraat-Tenaertslaan, 40.000m³, en een bovengronds ter hoogte van de Luchthavenlaan-Woluwelaan (grondgebied Vilvoorde). Er is, voor een hoger veiligheidsniveau, extra buffering nodig. Extra buffering binnen de gemeente lijkt geen eenvoudige zaak gezien de reeds zeer grote verstedelijking(sdruk). Er wordt gekeken naar de meer stroomopwaarts gelegen gemeenten.(Machelen) De gemeente Zaventem is in het verleden meermaals getroffen door hevige wateroverlast. Oorzaak van de overlast ligt enerzijds in de ligging van het knelpuntgebied (vallei van de Kleine Beek en vallei van de Woluwe), anderzijds aan het water dat via de moerriolen richting moerriool Woluwe wordt getransporteerd en onder druk komt. Ook het rioolstelsel komt vol met regenwater, waardoor het afvalwater geen weg meer kon, met overlast tot gevolg. Als antwoord daarop heeft de gemeente in het recente verleden (vanaf 1982) zwaar geïnvesteerd om deze problemen op te lossen. De gemeente heeft in verschillende straten bergingsriolen aangelegd, riolen met een ruim stockeringsvermogen: Mercuriusstraat-Leuvensesteenweg/ Mechelse-steenweg, Guldendelle, Van Espenlaan-H. Wautelestraat, Namenstraat, F.Goossensstraat, E. Pootstraat, Burggrachtstraat, Sterrebeekstraat, Henneau-laan... Er zijn bufferbekkens aangelegd: een open, ter hoogte van de Noskoemweg-ZevenTommen (Kleine Beek). Een tweede, gesloten, ter hoogte van de Jozef Van Damstraat/Woluwelaan, op de moerriool Woluwe. Een derde, open, ter hoogte van de Stockmansmolen/Henneaulaan (Kleine Beek). (Zaventem/OWKW-Talboom) Op grondgebied Tervuren ligt ook een wachtbekken om het afstromende water van Moorsel op te houden. (Zaventem) Op grondgebied van de gemeente Zaventem bevinden zich op twee locaties bijkomende bekkens van AWV. Het eerste bekken komt voor aan waterloop 702/36002, opwaarts de Kleine Maalbeek. Het betreft hier een bufferbekken voor hemelwater van de Ring. De aan de Ring liggende industrieterreinen zorgen zelf voor buffering. Volgens de gemeente heeft het wachtbekken nog nooit volledig volgestaan. Het tweede bekken betreft de bekkens aan de verkeerswisselaar E40. (OWKM -Talboom-Zaventem) Binnen de gemeente zijn er wel nog steeds een aantal kritieke punten, bv. ter hoogte van Molen Stockmans of de Van Damstraat. Een degelijke en regelmatige controle om opstoppingen en dergelijke, is dan ook vereist om overlast in de toekomst te voorkomen. (Zaventem) Ter hoogte van de samenvloeiing Kleine Maalbeek-Woluwe leidt een overbelast riolen/collectorennet bij heftige, korte (zomer)regenbuien iedere keer opnieuw tot wateroverlast, in de Jef Thumastraat en het onderste deel van de Jozef van Hovestraat en de Oudstrijderslaan. Potentieel een 40-tal woningen. Belangrijkste oorzaak is de grote hoeveelheid water van de grote verharde oppervlakten, te Kraainem, Wezembeek-Oppem en Sterrebeek, die ongebufferd in de collector ‘loost’. Waar -op zijn minst een deel van- dat water in de beek hoort en gebufferd/geïnfiltreerd kan/moet worden. Het probleem is niet recent, en was reeds onderwerp van een studie met actieplan (1992Prof. Berlamont). Concreet werd wateroverlast vermeden door het lokaal rioleringstelsel van Laag-Kraainem af te sluiten van de moerriolen door middel van een terugslagklep en een pompstation. De omgeving Laag-Kraainem is momenteel beveiligd tot op niveau van de Woluwelaan. Als deze onder druk komt, wordt de situatie voor de gehele omgeving kritiek. (Kraainem-OWKW Talboom) De open ruimte in Kraainem is schaars, en meestal reeds gelegen in valleigebied. Daarin zijn reeds een groot aantal vijvers gelegen. Ter hoogte van de Molenstraat, langsheen de Kleine
September 2007
-5-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
-
-
-
-
-
-
-
-
Maalbeek ligt er nog een klein gebied dat als buffer kan dienen. Het is nu nog opgehoogd. Verder zal er bij aanleg van nieuwe rioleringen steeds buffering moeten voorzien worden om het gescheiden regenwater lokaal op te houden. (Kraainem) Het opwaartse gedeelte van de moerriool Vuilbeek komt, volgens de gemeente WezembeekOppem, bij zomerstormen, onder druk. De deksels van de putten worden omhooggeduwd. Er is overlast in de Beekstraat, de Overloopstraat, de Mechelsesteenweg/Astridlaan en de Bausstraat en Diepestraat. (OWKM-Talboom-Wezembeek-Oppem) Vroeger werd wateroverlast in de Beekstraat (Wezembeek-Oppem) veroorzaakt door oppervlakteafstroming van hemelwater vanop een 20ha groot landbouwgebied. In het huidige beheer wordt bij het ploegen een gracht aangemaakt ten einde dit water op te vangen. Door middel van grachten tussen de huizen wordt het water naar de collector aangevoerd. (OWKW-Talboom-Wezembeek-Oppem) De landbouwoppervlakte Vurenveld heeft een oppervlakte van ongeveer 40 ha waarvan 20 ha afwatert richting Vuilbeek. Het hemelwater van deze velden komt, via de Windmolenstraat, aan het kruispunt Mechelsesteenweg/Astridlaan in een open koker terecht die uitmondt in de collector Vuilbeek. (OWKM - Talboom-Wezembeek-Oppem) Op dit ogenblik is nog een groot deel van de Vuilbeek overwelfd, stroomopwaarts de Lange Eikstraat. Een project voor de toekomst is eventueel het open leggen van de Vuilbeek tussen de Lange Eikstraat en de tramlijn. Regenwater die de beek moet voeden moet onder andere komen van een aan te leggen gracht achter de Beekstraat, de het regenwater van de vleden opvangt. Er is ook een idee om langsheen alle velden een gracht aan te leggen om het afstromend regenwater op te vangen.(Wezembeek-Oppem) De wateroverlast Bausstraat en Diepestraat worden veroorzaakt door de te kleine diameter van de lokale riolering door het aansluiten van een bijkomende verkaveling. Ook de afwatering van de gewestweg wordt hierdoor bemoeilijkt. (OWKW-Talboom-WezembeekOppem) Aan de spoorweg aan de Kerklaan(Machelen) / Broekstraat (Vilvoorde) wordt door de beide gemeentes wateroverlast gemeld. De oorzaak is volgens hen te vinden in de slechte afwatering van de spoorweg. Klopt dit?? De uitbouw/uitvoering van een wateropvang en -afvoer systeem in het gewestgrensoverschrijdende stroomgebied van de Woluwe werd(is) opgevat als een unitair dal-afwateringssysteem. Het heeft als voornaamste eigenschappen: - Versnelde afvoer naar 1 centraal, afwaarts gelegen punt, de uitmonding in de Zenne; - Een debiet dat kan oplopen tot 40 m³ per seconde, en meer onder druk; - extreem brutale wasregimes met frequente werking onder druk ten opzichte van de terreinoppervlaktereferentie; - Inperken van wateroverlast via tijdelijk stockeren in grote bufferbekkens; - Een dalbodem drainerend dispositief over het grootste deel van het parcours. Dit is de realiteit, daarvan moet worden uitgegaan. (Intercommunale Maatschappij) Het moerriolenstelsel wordt bovengemeentelijk beheerd en onderhouden, door de intercommunale, zij is op de hoogte van het reilen en zeilen van het systeem en weet op de weersvoorspellingen in te spelen. Ondertussen wordt gewerkt aan een dispositief van teletoezicht in opbouw waarbij het aantal sturingsparameters toeneemt en de decodering ervan wordt geoptimaliseerd. Deze aanpassingen verhogen de veiligheid van het personeel en de bedrijfszekerheid. Voor de zuivering van het afvalwater werd geopteerd voor een gewestgrensoverschrijdende samenwerking, een semi-gescheiden systeem met zuiveringsinstallatie op Brussels grondgebied. (Intercommunale Maatschappij) De afhankelijkheid van de opwaarts, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gelegen gemeenten is groot. Bij de implementatie van de principes 'ruimte voor water' en 'vasthouden-bergen-afvoeren' moet rekening worden gehouden met de eigenschappen van het bestaande net:
September 2007
-6-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota - In het opwaartse Hoofdstedelijke deel wordt niet gestreefd naar een gescheiden stelsel met herstel van de waterloop, met als functie de opvang en afvoer van regenwater. Op de grens wordt een constant, niet gescheiden watermassa aangeboden. - Het huidige systeem werd deels met een drainerend effect ontworpen, om het moerassige gebied bouwrijp te maken. Met lokale berging en infiltratie moet dan ook omzichtig worden omgesprongen en is in het gebied misschien niet mogelijk, of weinig haalbaar. (Intercommunale Maatschappij) - Het toepassen van de algemeen geldende maatregelen ter bestrijding van wateroverlast en van verdroging, zoals aangegeven door gewest en provincie, zal met de nodige omzichtigheid moeten worden toegepast. Bij het heropenen van waterlopen, het herinvoeren van grachtenstelsels, het systematiseren van de infiltratie en dergelijke, zal er, in dit sterk verstedelijkt milieu, dat kampt met een gebrek aan ruimte en waarvoor centraal globalistische oplossingen werkzaam zijn, over moeten worden gewaakt geen lokale conflictsituaties te creëren. (Intercommunale Maatschappij)
OVERIGE - Het onderhoud van de afwateringsgrachten van de Ring laat de wensen te over (zwerfvuilgrond). Op die manier verliezen ze een beetje hun functie. (Machelen) - Aan de sporthal, een van nature laaggelegen, maar nadien opgehoogd (vallei)gebied zijn er al problemen geweest. (Kraainem) - De Vuilbeek verdwijnt ter hoogte van de Arthur Lenaertsstraat in de collector klein Maalbeek. (Kraainem) - Bij de aanleg van nieuwe sporen richting luchthaven is de bouw van een bufferbekken vereist/ wordt de aanleg opgelegd als voorwaarde. Ondertussen uitgevoerd (Zaventem) - In de wijk Ban-Eik is er wel af en toe overlast. De gemeente vermoedt dat dit te wijten is aan een 'verhinderde' doorvoer van water, als gevolg van wortelinggroei in de collector, op grondgebied Zaventem en oponthoud van water in de riolering in Wezembeek-Oppem. (Wezembeek-Oppem)
2.
Waterkwaliteit
In het AWP II wordt het deelbekken van de Woluwe ingedeeld in het deelgebied van de Zenne ten noorden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VHA-zones 702 t.e.m. 705 + 112 B en C). Voor stikstof kan de gemeten vuilvracht volledig worden toegewezen aan de doelgroepen, voor CZV kan bijna 7% en voor fosfor 13% niet worden toegewezen. Om te voldoen aan de Vlarem II-norm dient de CZV-vracht met 52% gereduceerd te worden. Om de norm van 1 mg P/l te halen, dient een afname van 10% te worden gerealiseerd. Voor stikstof dient geen reductie te worden doorgevoerd binnen dit deelgebied. Voor CZV is bijna 84% van de vuilvracht afkomstig van de huishoudens, voor stikstof en fosfor is respectievelijk 78% en 93%. Het aandeel van de landbouw bedraagt voor stikstof 9% en voor fosfor minder dan 2%. (VMM, 2003. Algemeen Waterkwaliteitsplan 2 - 8. Dijle en Zenne. Vlaamse Milieumaatschappij. 70 p.) De biologische waterkwaliteit op de onbevaarbare waterlopen is slechts op twee punten bepaald in het deelbekken. De Trawool heeft, in Vilvoorde, een zeer slechte biologische waterkwaliteit. De Woluwe heeft, bij het binnenstromen in Zaventem op de grens met het Vlaamse Gewest, een goede biologische kwaliteit. De chemische waterkwaliteit varieert van matig tot zwaar verontreinigd. In Peutie heeft de Trawool nog een matig verontreinigde chemische waterkwaliteit, aan de monding in de Zenne is de kwaliteit verontreinigd. De Woluwe heeft bij het binnenstromen van het Vlaamse Gewest een aanvaardbare waterkwaliteit. Aan de monding in de Zenne is de chemische waterkwaliteit zwaar verontreinigd. De Zijbeek van de Kleine Maalbeek te Zaventem, ter hoogte van de Kennedylaan, heeft een matig verontreinigde chemische waterkwaliteit.
September 2007
-7-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota In het deelbekken werden ± 13 diffuse lozingspunten, met een totale vuilvracht van ± 1381 IE vastgesteld. Er werden ± 77 relevante lozingspunten geconstateerd, waarvan ± 65 met een vuilvracht groter dan 100 IE. De totale relevante lozingsvuilvracht bedraagt ± 70.000 IE.
ALGEMEEN - De verdunning van het afvalwater door aansluiting van parasitaire debieten (draineringbuizen, grachten, waterlopen of roosters op de weg, aansluiting van verharde oppervlakte, slecht werkende of foutief aangesloten infrastructuur, infiltratie,...) is in het deelbekken van de Zuunbeek een knelpunt. Verdunning geeft aanleiding tot minder optimale zuivering, vergroot de kans op wateroverlast, zorgt voor extra aanslibbing in de riolen en heeft een negatieve impact op de werking van pompen en de overstortfrequentie. VMM stelde op basis van een voorlopig terreinonderzoek of via een onderzoeksprocedure o.a. vast dat er in het deelbekken op 30 plaatsen knelpunten met betrekking tot de riolering zijn (aansluiting van grote verharde oppervlakte, aansluiting van waterlopen, grachten en roosters op de riolering,...). Deze lijst is niet limitatief en moet verder aangevuld. In vele gevallen gaat het om debieten die 'makkelijk' kunnen omgeleid worden naar de waterloop. Een overzicht van deze knelpunten wordt als bijlage toegevoegd aan de lijst met knelpunten en kansen. - Overstorten zijn inherent aan de aanleg van niet gescheiden stelsels. Door de aansluiting van parasitaire debieten en een toenemende verharde oppervlakte, stijgt de overstortfrequentie. Het first flush effect kan, vooral na lange tijden van droogte, soms voor een kortstondige vuiluitworp zorgen. In het deelbekken van de Woluwe zijn er ± 19 overstorten aanwezig, gepland of in uitvoering op bovengemeentelijke infrastructuur. Over de gemeentelijke overstorten is (nog) onvoldoende geweten. - Het riolennet wordt beheerd door de intercommunale van de Woluwe. Vroeger beheerde zij het volledige net van de Woluwe, in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft zich daaruit teruggetrokken. De vraag rijst nu of de intercommunale dan nog zo veel zin heeft. Deze discussie loopt. Ze beheert verschillende collectoren die doorheen Kraainem lopen. De collector Kleine Maalbeek volgt de Oudstrijderslaan en de Arthur Dezangrélaan en neemt water op van het noordelijke deel van Kraainem en Sterrebeek. De collector Kapelanebeek/Vuilbeek, die er in uitkomt, volgt de Arthur de Burburrelaan en neemt het water op van het zuiden van Kraainem, de autostrade en een deel van Wezembeek-Oppem. (Kraainem) - De gemeente vermoedt dat het afvalwater van het zuidelijke deel van de gemeente naar het zuiveringsgebied van Tervuren gaat, in tegenstelling tot wat op de kaart is aangegeven. (Kraainem) - De RWZI Brussel-Noord is nog niet operationeel, vandaar de lage zuiveringsgraad. Er zijn een aantal collectorenwerken gepland (collector Nossegem-Kleine Beek en collector SterrebeekKleine Maalbeek), maar die liggen stil omdat Aquafin de modellering van de Woluwe wenst af te wachten en de interactie moerriolen-waterloop. Tot zolang blijft het wachten op de uitvoer en een verbeterende waterkwaliteit en zullen er op verschillende plaatsen lozingspunten blijven. (Zaventem) - Er wordt geen systematisch onderhoud voorzien voor het rioolstelsel. Indien zich problemen blijken voor te doen, of bij heraanleg van wegen, wordt er een cameraonderzoek gepland ter controle. (Kraainem) - In de Ferdinand Kinnenstraat doen zich ook zo nu en dan problemen voor, te wijten aan een riool met te kleine diameter. Nog dit jaar starten er rioleringswerken om aan dit nood te verhelpen. (Kraainem) - Interleuven werkt aan een algemeen waterplan Kortenberg dat vooral gericht is op oplossingen voor wateroverlast en slibruiming. (Kortenberg)
September 2007
-8-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota - Kortenberg is door de VMM aangeduid als pilootgemeente voor de opmaak van de nieuwe zoneringsplannen. De gemeente heeft deze taak tot nu naast zich neergelegd wegens tijdsgebrek. De controle op het terrein is geen eenvoudige taak. (Kortenberg) - Tot zolang de RWZI niet alle actief zijn, blijft het wachten op een verbeterende waterkwaliteit en zullen er op verschillende plaatsen zware lozingspunten blijven. (Steenokkerzeel) - Er worden geen analyses meer uitgevoerd op de kwaliteit van het oppervlaktewater tot zolang de lozingspunten niet worden opgeheven. (Steenokkerzeel) - In enkele straten ligt een gescheiden rioleringsstelsel (Mechelsestraat, Brusselse-straat, Gemeentestraat, Peperstraat). (Tervuren) - De meeste rioleringsprojecten worden gescheiden uitgevoerd. Op korte termijn staan er een aantal op het programma: de Koning Astridlaan, tot aan het Koning Boudewijn Plein, de Bouvier-Washerstraat en Jules Adantstraat, en de Dominicanessenlaan. In de straten die richting Brussel afwateren wordt in principe een gemengd stelsel heraangelegd (uitz. Dominicanessenlaan), omdat er in Brussel enkel gemengde stelsels zijn. (Kraainem) - Gezien de goede staat van de riolering wordt maar zeer weinig riolering vervangen. Er zijn geen budgetten om systematisch gescheiden riolering aan te leggen. Nieuwe verkavelingen (schaars) wordt wel een gescheiden stelsel opgelegd in de vergunning. Moeten er rioleringswerken gebeuren dan wordt wel geopteerd voor een gescheiden stelsel. Er komt binnen afzienbare tijd een plan met de correcte opmetingen van het rioolstelsel (type, diepte, richting, met luchtfoto's). Voorlopig is dit project op 'on hold' geplaatst in afwachting van de evoluties inzake de rol van de drinkwatermaatschappijen. (Zaventem) - Gescheiden riolering worden aangelegd waar mogelijk. Al was het maar omdat de subsidie voor de aanleg hoger is. In een vijftiental straten is reeds gescheiden riolering voorzien ( lijst voorhanden). (Kortenberg) - De toestand van de riolering is goed. Het nazicht van de riolering gebeurt als er tijd voor is, de knelpuntgebieden (minieme helling) uiteraard eerst. Bij problemen gebeurt er een cameraonderzoek. De nieuwe straten/verkavelingen (schaars) worden steeds gescheiden uitgevoerd (Kleine Ham, Ter Bank, de Steenweg op Peutie). Bij de heraanleg van straten/wegen wordt er nieuwe riolering gelegd indien de toestand slecht is. (Machelen) - De toestand van de riolering is op sommige plaatsen behoorlijk/goed, andere straten zijn in slechte staat (Pensionaatlaan, Pastor Galmardstraat, Van Heylenstraat). Het gaat dan vooral om de oudste rioleringen. Voor de laatste zijn er plannen voor vervanging, wanneer de zuivering verder wordt ontwikkeld/aangelegd. Nieuwe rioleringen worden steeds gescheiden aangelegd. Er wordt niet steeds een nieuwe riolering aangelegd bij wegeniswerken. Rioleringswerken worden uitgevoerd op basis van werken die andere overheden uitvoeren. Het budget wordt ook daarop afgestemd. (Steenokkerzeel) - In een aantal straten werd reeds een gescheiden stelsel aangelegd. De meeste rioleringen die momenteel worden aangelegd zijn gescheiden stelsels. (Vilvoorde) - Bij het opnieuw watervoerend maken van waterlopen of herinvoeren van een werkzaam grachtensysteem, moet in dit sterk verstedelijkt milieu rekening worden gehouden met met het first-flush effect, en de mogelijke gevolgen naar waterkwaliteit en waterbodemkwaliteit. (Intercommunale Maatschappij) - Elke aanpassing aan het huidige stelsel en investering in het nieuwe stelsel moet ook een verbetering zijn. Op dit moment is er twijfel of de voorliggende plannen en ideeën ook daadwerkelijk zullen leiden tot een verbetering op het terrein, d.w.z. minder overlast voor de inwoners. (Intercommunale Maatschappij)
KWZI / IBA - Op een straat na, de Molenstraat, is het volledige grondgebied gerioleerd. Voor de Molenstraat, die heraangelegd wordt, moet gezocht naar een oplossing. Evt. een deel September 2007
-9-
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
-
-
-
-
gerioleerd, een deel via een rietveld. Dit moet nog verder onderzocht. Er is dus 'geen' Czone. Er worden geen IBA's opgelegd, geen subsidiereglement ook. (Kraainem) Ter hoogte van de Molenstraat is er misschien een mogelijkheid voor een rietveld, 2 woningen in Kraainem, drie in Zaventem. (Kraainem) In 2005 wordt er werk gemaakt van een subsidiereglement voor de aanleg van een IBA in Czone. (Wezembeek-Oppem) Gezien de hoge rioleringsgraad zijn er geen zones voorzien voor de aanleg van een KWZI. (Wezembeek-Oppem) In de gemeente zijn er maar enkele straten die niet gerioleerd zijn. Voor die straten is de kans reëel dat er nog een riolering komt, zonder al te grote kosten. Vandaar dat IBA's binnen de gemeente niet worden opgelegd, en er geen subsidie wordt voorzien. Er zijn slechts een drietal huizen die mogelijks een IBA moeten voorzien. (Zaventem) Aangezien het grootste deel van Zaventem is gerioleerd, zijn er geen gebieden waar een KWZI zou kunnen, tenzij als voorbeeldproject. (Zaventem) De gemeente heeft een subsidiereglement voor de aanleg van een IBA (248€). De gemeente vraagt zich wel af waarom de provincie de subsidie die ze vroeger wel voorzag geannuleerd heeft. (Kortenberg) Er is nog geen subsidiebesluit voor de aanleg van IBA's. De samenwerkingsovereenkomst verplicht de gemeente dat te doen. Anderzijds zijn er in Machelen weinig of geen locaties die niet/nooit gerioleerd zijn/zullen worden. De gemeente stelt zich dan ook vragen bij de relevantie van zo'n besluit. (Machelen) Aangezien het grootste deel van Machelen is gerioleerd, zijn er geen gebieden waar een KWZI zou kunnen/nodig wordt geacht. (Machelen) Nieuwbouwwoningen in de C-zone, worden verplicht een IBA aan te leggen. Het wordt opgelegd in de bouwverordening. Er worden subsidies gegeven. De gemeente controleert de goede werking. De inwoners wordt aangeraden een milieuvergunning aan te vragen. Op die manier kan de afvalwaterheffing worden opgeheven. Aminal komt de werking van de IBA dan ook controleren. Zij controleren het effluent. De C-zone bevindt zich voornamelijk in het noorden van de gemeente, vanaf Bos Ter Veld. (Steenokkerzeel) De aanleg en de inplanting van de KWZI mag niet worden overgelaten aan inwoners. De grond waarop de KWZI staat, die paalt aan/deel uitmaakt van een woning zou in waarde kunnen dalen. (Steenokkerzeel) Woningen in C-zone moeten hun afvalwater zelf zuiveren en worden dus een IBA opgelegd. Er is een subsidiereglement. (Vilvoorde)
HEMELWATERPUTTEN / INFILTRATIE / BUFFERING AAN BEDRIJVEN / SEPTISCHE PUTTEN - Er zijn subsidies voorzien voor hemelwaterputten/infiltratie voor bestaande woningen en voor kleine verbouwingen die niet vergunningsplichtig zijn. De gemeente speelt eveneens met de idee om de heringebruikstelling van bestaande buiten gebruik gestelde (wegens te klein gedimensioneerd) hemelwaterputten te subsidiëren. (Tervuren) - Nieuwbouwwoningen en hernieuwbouwwoningen zijn verplicht een hemelwaterput aan te leggen met hergebruik. Er wordt een controle uitgevoerd. Infiltratie is weinig haalbaar in de gemeente. Het is onderzocht in de wijk Bouvier Washer, maar niet geslaagd. Er is geen subsidiereglement. (Kraainem) - Er zijn plannen voor de opmaak (2005) van een subsidiereglement voor Hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en groendaken. (Wezembeek-Oppem) - Buffering wordt opgelegd aan de inwoners via de bouwvergunning (Wezembeek-Oppem) - Hemelwaterputten worden opgelegd bij nieuwbouw en renovatie. Voor beide is er een subsidie voorzien. Hergebruik wordt verplicht opgelegd. Bij infiltratie heeft de gemeente een beetje haar twijfels, onder meer omwille van de ondergrond. (Zaventem)
September 2007
- 10 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota - De gemeente heeft een subsidiereglement voor de aanleg van een regenwaterput. Bij nieuwbouw is het verplicht en moet de bouw conform de code van goede praktijk aangelegd worden. (Kortenberg) - Hemelwaterputten worden opgelegd bij nieuwbouw en hernieuwbouw. Bestaande woningen worden gestimuleerd met een subsidie. Hergebruik wordt verplicht opgelegd (subsidiebedrag is ermee gelinkt). Bij infiltratie heeft de gemeente een beetje twijfels, onder meer omwille van de ondergrond. (Machelen) - Zowel voor nieuwbouwwoningen als bestaande woningen wordt een subsidie gegeven voor de aanleg van een hemelwaterput. Bestaande woningen krijgen een hogere subsidie. Hergebruik wordt verplicht opgelegd. Infiltratievoorzieningen worden aan particulieren nog niet opgelegd, maar wel gesubsidieerd. De gemeente heeft wel een infiltratievoorziening opgelegd voor een volledige verkaveling. (Steenokkerzeel) - Vilvoorde heeft een subsidiereglement voor de aanleg van een hemelwaterput en infiltratievoorzieningen, voor bestaande en (her)nieuwbouwwoningen. Hergebruik is verplicht. Bij nieuwbouw is de aanleg van een hemelwaterput en/of een infiltratievoorziening verplicht. (Vilvoorde) - Grote nieuwe projecten wordt een buffering opgelegd, bv. een nieuw appartementsgebouw in de Astridlaan en een nieuwe verkaveling ter hoogte van de Pankratiuslaan. (Kraainem) - Er mag in geen geval nog extra water van verharde oppervlakken bijkomen. Daarom ook moet elke bijkomende oppervlakte gecompenseerd worden (in de provinciale verordeninggewestlijke verordening- wordt opgelegd een deel van de bestaande verharde/dak opp. mee af te koppelen). (Zaventem) - Door de druk die er nu nog steeds is op de gemeentelijke riolering, zal het van groot belang zijn, extra buffering te voorzien bij het ontstaan van nieuwe verharde oppervlakten, en eventueel nu al uit voorzorg. Bij nieuwbouw wordt in overleg gezocht naar mogelijkheden. De gemeente vraagt bij grote projecten ook steeds advies aan het studiebureau Clerckxs. Zij hebben het Totaal Riolerings Plan opgesteld. (Zaventem) - Bij nieuwbouw of uitbreiding van industriegebied, worden voorwaarden opgelegd naar het gebruik van doorlaatbare materialen en voorwaarden voor buffering en infiltratie. De controle op de goede uitvoering is in de praktijk niet eenvoudig. (Kortenberg) - Bestaande bedrijven wordt bij een nieuwe aanvraag van de milieuvergunning ook voorwaarden naar buffering opgelegd. Nieuwe bedrijven worden voorwaarden opgelegd bij de bouwvergunning, tenzij kan worden aangetoond dat het niet gaat. (Machelen) - Bij grote projecten let de gemeente er wel op voorwaarden naar buffering op te leggen aan b.v. nieuwe bedrijven in de KMO-zone. Ook aan de nieuwe gebouwen op de luchthaven worden voorwaarden opgelegd. In het zuiden van de gemeente bevindt zich de luchthaven van Zaventem. Het is een zeer grote verharde oppervlakte. (Steenokkerzeel) - Buffering aan grotere verharde oppervlakken/industrie? (Vilvoorde) - Septische putten worden niet opgelegd. Er zijn geen problemen naar verstoppingen of stagnatie in de riolering. Er zijn wel woningen met een septische put. (Machelen) - Septische putten worden niet opgelegd. Er zijn geen problemen naar verstoppingen of stagnatie in de riolering. Er zijn nog wel gebieden waar een septische put aanwezig is. (Zaventem) - Septische putten? verplicht? (Kortenberg) - Septische putten worden verplicht zolang er geen vooruitzicht is op een collectering. Bij nieuwbouw wordt er opgelegd een kortsluiting te voorzien in afwachting van collectering. In gebieden waar de septische put niet langer in gebruik is, hebben zich nog geen problemen voorgedaan. (Steenokkerzeel) - Septische putten? (Vilvoorde)
September 2007
- 11 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
- De intercommunale is van oordeel dat bij nieuw- of vernieuwbouw de Vlaamse benadering nu reeds moet worden gehanteerd, en dus de strikte scheiding van afvalen regenwater moet worden opgelegd. (Intercommunale Maatschappij) OVERWELVEN GRACHTEN/ HERWAARDERING VAN GRACHTENSTELSELS - Enkel in het noorden zijn er een paar grachten. Herwaardering is niet aan de orde. Er is geen stedenbouwkundige verordening die het overwelven van baangrachten verbiedt. Er zijn er nauwelijks. (Kraainem) - Er zijn weinig grachten. In het kader van nieuwe projecten is het vaak niet mogelijk grachten in te schakelen (aan te leggen). (Zaventem) - De aanleg van een echte gracht wordt overwogen langsheen de Beekstraat voor de opvang van afstromend hemelwater van landbouwgebied. (OWKM-Talboom-Wezembeek-Oppem) - Herwaardering is nog niet specifiek aan de orde, maar wordt wel mee opgenomen in het achterhoofd. Er zijn ideeën voor de aanleg van grachtenstelsels langsheen de landbouwzones. Er wordt gewerkt aan een verordening die het overwelven van (baan)grachten verbiedt. (Wezembeek-Oppem) - Zaventem beschikt sinds eind 2005 over een stedenbouwkundige verordening m.b.t. overwelven van grachten. (Zaventem) - Voor de herwaardering van grachtenstelsels is het nog wachten op het plan van Inter Leuven. Daaruit kunnen zaken naar voor komen om aan herwaardering te gaan doen. (Kortenberg) - Er is een stedenbouwkundige verordening die het verbiedt baangrachten geheel of gedeeltelijk dicht te maken, of te beschoeien met materialen die de infiltratie van water naar de bodem kunnen tegenwerken. Slechts om strikt technische redenen kan hiervan afgeweken worden. En mits voorafgaande en schriftelijke stedenbouwkundige vergunning. (Kortenberg) - Er is geen stedenbouwkundige verordening m.b.t. overwelven van grachten. Dit wordt bekeken in het kader van het milieujaarprogramma. (Machelen) - De herwaardering van grachtenstelsels/de gelegenheid om grachtenstelsels te herwaarderen is nog niet voorgekomen. Ingebuisde grachten zullen bij aanleg van riolering waarschijnlijk dienst doen als regenwaterafvoer maar zullen daarom niet worden opgelegd. (Steenokkerzeel) - Er is een stedenbouwkundige verordening m.b.t. overwelven van grachten. Deze is van kracht. (Steenokkerzeel) - Vilvoorde heeft een stedenbouwkundige verordening die het overwelven van baangrachten verbiedt. (Vilvoorde)
SCHEIDEN RWA-DWA / AANSLUITING RIOLERING - Er moet een vergunning worden aangevraagd bij de gemeente. Indien er een wachtaansluiting aanwezig is, dient hierop verplicht worden aangesloten. (Overijse) - De gemeente doet de gemengde aansluitingen zelf, maar vindt dat stedenbouw dit zou moeten doen achter de rioollijn. Er is een gemeentelijke verordening voor het aansluiten op de riolering en het afkoppelen van hemelwater. (Tervuren) - Er worden reeds wachtaansluitingen gelegd, zodoende de stoep later niet meer moet opengebroken worden. Bestaande woningen zijn niet verplicht gescheiden aan te sluiten. Nieuwe en hernieuwde moeten wel reeds een gescheiden stelsel voorzien. (Kraainem) - In de Jozef Bausstraat en de Burburelaan werd een gescheiden stelsel ontworpen, maar nog niet aangelegd. Rioleringswerken kosten handenvol geld en zijn niet makkelijk te verdedigen ten opzichte van het schepencollege. Subsidies worden niet langer aangevraagd. De ervaring leert dat de de aanvraag veel te lang duurt en leidt tot uitstel van de werken. (WezembeekOppem)
September 2007
- 12 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota - Bij de aanleg van een gescheiden stelsel worden reeds wachtaansluitingen aangelegd. De feitelijke aansluiting wordt uitgevoerd door de gemeente indien de werken gebeuren op het openbare domein. Indien de werken dienen uitgevoerd op privé-terrein, duidt de eigenaar zelf iemand aan. (Wezembeek-Oppem) - Nieuwbouwwoningen zijn verplicht aan te sluiten op het (gescheiden) rioolnet. Ze zijn ook verplicht een gescheiden stelsel te voorzien. (Wezembeek-Oppem) - Inwoners zijn verplicht aan te sluiten op de riolering. Er is een gemeenteraadsbeslissing. De inwoners kiezen zelf een aannemer, de gemeente controleert, indien mogelijk. Maar er kan in principe enkel worden aangesloten op de riolering, of gewerkt met een verliesput. Dus iedereen is er bij gebaat aan te sluiten op de riool. (Kraainem) - Nieuwbouwwoningen zijn verplicht een gescheiden stelsel aan te leggen. De aansluiting op de riolering gebeurt door een aannemer in opdracht van de gemeente. (Na aanvraag van de bouwheer?-verplichte aansluiting?-controle?) (Zaventem) - De gemeenteraad heeft beslist de aansluitingen op het openbaar rioleringsstelsel toe te vertrouwen aan de VMW en dit vanaf 1/01/2004. Het betreft de aanleg van rioolaansluitingen vanaf twee door de VMW te plaatsen inspectieputten ter hoogte van de rioollijn tot op de openbare riool. (Kortenberg) - Bij nieuwbouwwoningen, bedrijven en woningen die grote renovatiewerken ondergaan, wordt een gescheiden stelsel verplicht opgelegd. Naar bestaande woningen/bedrijven worden geen initiatieven genomen. De inwoners kunnen de aannemer zelf kiezen, die moet geregistreerd zijn. (Machelen) - Aanvragen voor rioleringsvergunningen worden door Riobra geadviseerd, en dit advies wordt door de gemeente in de bouwvergunning overgenomen. Het zijn de drinkwatermaatschappijen die instaan voor de uitvoering van de aansluiting. (Steenokkerzeel) - Bij nieuwbouw en hernieuwbouw is het verplicht een gescheiden stelsel te voorzien. Indien er riolering in de straat ligt is men verplicht op de riolering aan te sluiten. Voorafgaand aan de aansluiting moet informatie/richtlijnen worden opgevraagd bij de diensten. (Vilvoorde) - De intercommunale is van oordeel dat de vooropgestelde ideeën, aangestuurd vanop het Vlaamse Gewest (scheiding regenwater-afvalwater), een enorme kostprijs zullen dragen. De vraag moet gesteld, aldus de Intercommunale, of andere projecten daarom niet te verkiezen zijn? (Intercommunale Maatschappij)
3.
Ecologie
EROSIE - Het erosiebestrijdingsplan voor Tervuren, opgemaakt door IGO Leuven (maart 2001), beschrijft een 14-tal knelpunten, waarvan er drie in het deelbekken van de Woluwe zijn gesitueerd. Ondertussen werden reeds verschillende maatregelen getroffen ter reductie van de problemen: • een studiebureau werkte een project uit voor de aanpak van de erosieproblematiek in de Leopold-II-wijk (titel rapport: aanpak van de erosieproblematiek in de Leopold-II-wijk). Een bufferbekken zou hier oplossing brengen. Momenteel is gemeente Tervuren bezig met verwerving van de nodige gronden. • een 8-tal beheersovereenkomsten met landbouwers werden afgesloten om knelpunten in erosiegevoelige gebieden aan te pakken. De drie knelpunten zijn (1) thv de Moorselstraat - Voskapelstraat, (2) thv de Leeuwerikenlaan en (3) thv de Leopold II-wijk. Er is regelmatig contact met landbouwers en buurtbewoners ivm lopende erosiebestrijdings-projecten. (Tervuren) - Er is geen erosiebestrijdingsplan in opmaak. Bedoeling is een hoofdstuk in het milieubeleidsplan aan erosiebestrijding te weiden. Er werd een slibbufferbekken aangelegd,
September 2007
- 13 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
-
die een deel van het hemelwater van de noordelijke zijde van de Tramlaan buffert (holle wegen-hoge hellingsgraad terrein) (Zaventem- OWKM Talboom) De laatste tijd zijn er meer en meer problemen als gevolg van erosie, onder meer ter hoogte van de Terwenberglaan, de Tramlaan en de Medekenstraat (Zaventem) Erosie vormt niet echt een algemeen knelpunt. Er zijn wel een aantal holle wegen, waar zo nu en dan last is. Daar zal de begroeiing van de 'wanden' en eventueel de aanleg van een gracht een oplossing bieden. (Wezembeek-Oppem) Er is geen erosiebestrijdingsplan. Er zijn geen knelpunten. (Machelen) Er wordt geen erosiebestrijdingsplan opgemaakt. Er zijn geen knelpunten. (Steenokkerzeel) Er wordt geen erosiebestrijdingsplan opgemaakt (Vilvoorde)
RUIMEN / ONDERHOUD VAN WATERLOPEN / GRACHTEN - Gemiddeld worden de oevers jaarlijks gemaaid, waarbij indien technisch mogelijk het maaisel wordt afgevoerd. Slibruiming gebeuren eerder in functie van knelpunten. De omvang van de ruimingswerken bepaalt het al dan niet uitbesteden ervan. Het slib wordt meestal op de oever gedeponeerd. (Tervuren) e - Er zijn geen waterlopen 3 cat. gelegen in de gemeente. Ook (baan)grachten zijn er niet. (Kraainem) - Slibruiming gebeurt zelden. Het maaien en de oppervlakkige ruiming gebeurt wel. Er is wel toezicht op eventuele aanslibbing. Het bufferbekken ter hoogte van de Stockmansmolen is voorzien van een zandvang die wel geregeld moet worden geledigd. Dat gebeurt na voorafgaandelijke testen op vervuiling. De Kleine Beek loopt via het wachtbekken in de Woluwe. (Zaventem) - Er zijn zeer weinig waterlopen, die grotendeels overwelfd zijn. Ook (baan)grachten zijn er nauwelijks. Een specifiek onderhoud is niet voorzien. Er zijn ook geen knelpunten. In de Astridlaan zal een klein grachtje worden aangelegd bij de heraanleg van het fietspad. Op langere termijn - bij heraanleg van de weg- is de aanleg van een volwaardige gracht gepland. (Wezembeek-Oppem) - Tot op heden worden de ruimingen uitgevoerd op de klassieke manier. Dit gebeurt in principe jaarlijks. Voor de volgende ruimingen is het wachten op het waterplan waaruit moet blijken welk slib op de oever gestort kan worden, dan wel moet worden afgevoerd naar een verwerkingsinstallatie. De gemeente heeft zo'n 18-19 km waterlopen onder haar hoede. Daarbij is 1 à 2 km niet geklasseerde waterloop. (Oppervlakkige ruiming- bermbeheer?) (Kortenberg) - Er zijn weinig waterlopen derde categorie in Machelen. De Vondelgracht wordt elke drie jaar oppervlakkig geruimd, slib wordt niet geruimd. Er starten werken op de Trawoolbeek (provincie). De baangrachten worden in de meeste gevallen beheerd door AWV. De baangrachten die onder toezicht van de gemeente vallen zijn eerder zeldzaam, en heel vaak gebetonneerd. Er wordt twee maal per jaar gemaaid, in overeenstemming met het bermdecreet. (Machelen) - Het Vlaamse Gewest zal wel de ruiming van het toevoerkanaal naar het wachtbekken financieren. (Machelen) - De waterlopen worden niet elk jaar geruimd, maar elke vijf jaar komen alle waterlopen zeker aan de beurt. In het bestek staat dat de aannemer verantwoordelijk is voor het slib (afvoerenstorten). Langsgrachten worden zelden geruimd. Er is wel een project in het beleidsplan. Er wordt meer geopteerd voor een oppervlakkige ruiming. De bermen worden beheerd in overeenstemming met het bermdecreet (Steenokkerzeel). - De site rond het tuchthuis wordt volledig heringericht. Daarbij zal de afgesloten Oude Zennearm deels worden omgevormd tot een vijverpartij, de Lobbeek, afgeschaft toegevoegd bij de Trawool beek en volledig worden geherprofileerd. De beek zal dienst doen om het overtollig water van de vijver af te voeren. De stroomrichting van het water zal daarbij omdraaien. De
September 2007
- 14 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota geherprofileerde bedding wordt toegevoegd aan de Trawoolbeek. Tegelijk plant Aquafin collectorenwerken Zennecollector fase IIB. (Vilvoorde)
PESTICIDEN / SPROEISTOFFEN - Er is een gemeentelijk reductieplan voor het gebruik van sproeistoffen, met daaraan gekoppeld een jaarlijks opvolgingsverslag. (Tervuren) - Er is een reductieplan. De zone 20 (20% van het grondgebied) is afgebakend. Er werd reeds overgeschakeld op minder schadelijke producten, er wordt al minder gebruikt. Gestrooid wordt er op basis van de weerkundige kaarten. Sowieso wordt er met de betere techniek al een betere verdeling bekomen en dus minder gebruikt. (Kraainem) - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. Strooien doet de gemeente zelf. (WezembeekOppem) - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. De zone 20 (20% van het grondgebied) is afgebakend. Het tweede actieplan is ingediend. Eerst moeten de mogelijkheden op het terrein worden nagegaan. Nu wordt veel aandacht gespendeerd aan de sensibilisatie van het eigen personeel. Strooien doet de gemeente zelf, op een rationele wijze. (Zaventem) - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. De gemeente heeft op dat vlak al heel wat werk verricht. Strooizout wordt gebruikt als het nodig is, bij gebrek aan alternatieven. (Kortenberg) - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. Het tweede actieplan is ingediend. De grootste reductie is reeds gerealiseerd. Het strooien wordt uitgegeven. (Machelen) - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. Er wordt zo min mogelijk gesproeid. (Steenokkerzeel) - Er wordt selectief gestrooid (alleen wanneer het echt nodig is). Reductieplan voor sproeistoffen?) (Vilvoorde)
OVERIGE - Met Zaventem is er een project gestart voor de aanleg van een grensoverschrijdend bos van 6 ha. Het Kasteel de Burburre is een beschermd landschap. Kraainem) Het saneren van de Kapelanebeek is ook een mooi project. Nu heeft die geen natuurlijke bron meer. (Kraainem) - De gemeente heeft ideeën voor het beheer van een bosgebied langsheen de Kleine Maalbeek. (Zaventem) - Als de Kleine Beek en de Kleine Maalbeek, na de collectorwerken, een goede kwaliteit bereikt, zou een mooi project de integratie zijn van beide beken in de omgeving. (Zaventem) - Zo nu en dan wordt geconstateerd dat de ruimers de inhoud niet naar de RWZI brengen, maar in de beek lozen. (Zaventem) - Er zijn wel ideeën omtrent de waterlopen en de kasteelpark (open ruimte). Op dit ogenblik ligt het project/idee stil. (Zaventem) - Het gedeelte van de Woluwe stroomafwaarts de samenvloeiing met de Ontlastingsbeek, dus afwaarts de Lambroekstraat, werd in samenwerking met Afdeling Water rees heringericht. Een klein traject van de Woluwe werd vrijgemaakt van overwelvingen. In het kader van de bouwwerken aan een complex met kantoren, kreeg de Woluwe plaatselijk weer haar natuurlijke loop. (OWKM-Talboom) - Er zit nog geen vis in de waterlopen. De trappen die werden gebouwd om het water in de Kleine Beek op te houden, zijn wel VMKP. (Zaventem) - Het Floordambos is een belangrijk natuurgebied in de gemeente. Belangrijke ontwikkelingen in de omgeving van het Floordambos worden steeds doorgestuurd naar Aminal en voorgelegd ter advies. Er moet steeds nagegaan worden, door de ontwikkelaar, wat de impact kan zijn op de grondwatertafel. (Steenokkerzeel)
September 2007
- 15 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota - Tot zolang de verschillende zuiveringsgebieden niet voorzien zijn van een RWZI en een afdoende afvoer naar de RWZI niet is gerealiseerd zullen er significante lozingen blijven. (Steenokkerzeel) - Het zou interessant zijn om langsheen de waterlopen een zone af te bakenen zodat de waterloop een groen lint vormt in het landschap, bv. door middel van beheersovereenkomsten. Omwille van beheer en kwaliteit zou een vijfmeter zone nuttig zijn. (Vilvoorde)
4.
Overige
- Jaarlijks loopt een sensibilisatiecampagne over subsidiemogelijkheden (hemelwaterputten, ...). (Tervuren) - Sensibilisatie in de infokrant? (Kraainem) - De mensen staan wel open voor sensibilisatie over hemelwaterputten/infiltratie, maar er gebeurt heel weinig rond. Er moet meer sensibilisatie gebeuren naar inwoners van bij de aanvraag vd stedenbouwkundige vergunning. (Zaventem) - Aan de Intercommunale Maatschappij voor de Sanering en de Inrichting van de Woluwe is gevraagd een TRP op te maken. (Wezembeek-Oppem) - Sensibilisatie wordt voorgeschreven door de SO. Er is dus een informatieblad. Daarin worden reglementen vermeld. Daarnaast is er ook nog de website en de infoavonden naar aanleiding van werken. (Machelen) - Subsidiereglementen worden gepubliceerd in de infokrant. Bij nieuwbouw krijgen de inwoners een 'informatiemap' met allerhande gemeentelijke folders. Er is toch een zekere onwetendheid bij de inwoners omtrent KWZI, IBA's. (Steenokkerzeel) - De laatste tijd worden er weer geregeld illegale lozingen gemeld, waarschijnlijk afkomstig van het industrieterrein Guldendelle. Controle en vaststellen van die lozing is in de praktijk geen eenvoudige taak. (Kortenberg) - Er is (te) weinig overleg met Aquafin. Er moet duidelijkheid komen over de nog uit te voeren projecten. (Zaventem) - Er is zo nu en dan wel een beetje onduidelijkheid omtrent de bevoegdheid van bepaalde beken en waterlopen. De gemeente neemt de meeste van de niet-geklasseerde waterlopen voor haar rekening. (Kortenberg) - De juridische wetgeving op de waterlopen is nog steeds gebaseerd op de wet op de onbevaarbare waterlopen van 1967. Deze wet is opgemaakt uit oogpunt landbouwbelangen en voorkomen van overstromingen door ruimen of vergroten van de waterafvoer. Het decreet is gesteund op nieuwe principes, maar de rechtbank steunt zijn uitspraak hier niet op(contradictie). (Prov. Vlaams-Brabant) - Voor alle initiatieven die de provincie wil ondernemen, is ze gebonden aan wat door Aminal, afdeling Natuur wordt opgelegd. Voor bepaalde werken in VEN-gebied krijgen AWV en AWZ een algemene ontheffing, de provincie daarentegen moet hiervoor een lange procedure doorlopen (individuele ontheffing aanvragen), bijvoorbeeld voor het herstel van een verzakte oever. (Prov. Vlaams-Brabant) - De provincie ervaart soms alsof het integraal waterbeheer enkel van toepassing is voor de waterloopbeheerder en niet voor particulieren of andere sectoren. (Prov. Vlaams-Brabant) - De uitvoeringsbesluiten bij het decreet ontbreken nog. De provincie heeft een eigen watertoets opgemaakt. Zit juridisch soms nog een beetje vast. (Prov. Vlaams-Brabant) - Er is te weinig personeel voor een gedegen controle. (Prov. Vlaams-Brabant) - Overtredingen op de wetgeving waterlopen: PV's worden bijna steeds geseponeerd. Nu proberen provincies om via stedenbouw (vergunningen, BPA's, RUP's en structuurplannen) ruimte voor waterlopen te scheppen (respecteren bouwafstanden e.a. ). (Prov. VlaamsBrabant) - Berging in natuurgebieden en natte gebieden zou moeten kunnen doch steeds opnieuw waterkwaliteit als knelpunt. (Prov. Vlaams-Brabant)
September 2007
- 16 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota - Bindend advies Afd. Natuur. Bij normale projecten is er een goede samenwerking. Bij de inrichting van grotere overstromingsgebieden is overleg meestal moeilijk of problematisch. (Prov. Vlaams-Brabant)
September 2007
- 17 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
II. Doelstellingennota 0. Doelstellingen Het Duurzaam Lokaal Waterplan heeft als doelstelling te komen tot een duurzaam lokaal waterbeleid, binnen een deelbekken. Het betreft de brongerichte aanpak met betrekking tot het oplossen en voorkomen van wateroverlast, waterverontreiniging, verdroging, aantasting van het natuurlijk milieu van watersystemen, en erosie. Maatregelen genomen op lokaal vlak, met een invloed op de lokale en bovengemeentelijke waterhuishouding en waterkwaliteit, die moeten leiden tot het behalen van de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water, met name een goede toestand van het oppervlaktewater en het grondwater. Volgende tekst geeft per spoor telkens de krachtlijnen voor de nabije toekomst en de ideeën op lange termijn. Uiteraard is het noodzakelijk om telkens de krachtlijnen in heel het deelbekken na te streven, maar soms verdient een bepaalde doelstelling extra aandacht in een specifiek gebied. Indien mogelijk worden al enkele aandachtsgebieden voorgesteld waar deze gerealiseerd kunnen worden. Uiteraard zijn de voorgestelde locaties een indicatie en zal in een gedetailleerde inventarisatie nagegaan worden welke in aanmerking komen voor de vooropgestelde doelstellingen. De lijst is niet limitatief en kan ook nog aangevuld worden tijdens de verdere uitwerking van het volledige actieplan.
Spoor 1. Maximale retentie en hergebruik van hemelwater aan de bron 1.1. Doelstelling Zo min mogelijk hemelwater wordt versneld afgevoerd naar de waterloop. Het hemelwater wordt zo veel mogelijk aan de bron opgevangen en gebruikt, geïnfiltreerd en zo nodig vertraagd afgevoerd, gescheiden van het rioolstelsel. Dit alles om piekafvoeren te voorkomen in de strijd tegen wateroverlast en erosie, infiltratie te bevorderen in de strijd tegen verdroging, en verdunning van afvalwater tegen te gaan in de strijd tegen waterverontreiniging. Bij het nemen van maatregelen ter voorkoming van wateroverlast moeten we zo veel mogelijk de prioriteitscascade volgen: eerst vasthouden en infiltreren, dan bergen en tot slot vertraagd afvoeren. Dit spoor omvat alle acties die ernaar streven het hemelwater zo veel mogelijk te hergebruiken, te laten infiltreren of lokaal te bergen. Het gevaar van diffuse verontreiniging door infiltratie van verontreinigd hemelwater wordt steeds voor ogen gehouden.
1.2. Krachtlijnen De natuurlijke opvangcapaciteit van de bovengrond wordt bepaald door de bodemsamenstelling. Daarnaast wordt infiltratie sterk beïnvloedt door het bodemgebruik. De infiltratiecapaciteit moet behouden blijven, wie die capaciteit beïnvloedt, is verplicht tot compensatie. Sinds 24 mei 2004 zijn twee provinciale verordeningen van kracht, de eerste inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken, de tweede inzake afkoppeling van hemelwater afkomstig van verharde oppervlakken. De verordening inzake verharde oppervlakken is van toepassing op alle nieuwe verharde oppervlakken groter dan 150m² of uitbreidingen tot meer dan 150m², de verordening inzake afkoppeling van dakoppervlakken geldt voor de oprichting van dakoppervlakken groter dan 50m², of voor het uitbreiden van een gebouw tot een gebouw met een totale dakoppervlakte groter dan 50m².
September 2007
- 18 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
Bedoeling is een verdere toename van de verharde oppervlakte af te remmen en tegen te gaan. Voor het hemelwater dat op deze wijze niet of minder kan worden geïnfiltreerd moeten compenserende maatregelen worden voorzien. De openbare besturen passen deze verordening strikt toe en lichten de bevolking gepast in. Sinds 1 mei 2005 is ook de Gewestelijke verordening klaar. De provinciale moet in overeenstemming worden gebracht met de Gewestelijke, maar mag strenger zijn. Binnen de beschermingszones 1 en 2 voor drinkwaterwinning is het verboden het hemelwater van potentieel verharde oppervlakken te infiltreren. In de beschermingszone 3 zou het advies van de betrokken drinkwatermaatschappij moeten worden gevraagd. Op deelbekkenniveau wordt gedacht over een inventaris van de grotere verharde oppervlakken(>0.1ha). Deze inventaris kan mee helpen de oorzaken van lokale knelpunten (wateroverlast, te hoge overstortfrequentie) aan het licht te brengen. Bovendien is de inventaris een nuttige insteek bij modelleringen. De afvoer van hemelwater mag niet worden versneld. In de code van goede praktijk worden lozings-en buffervoorwaarden opgelegd vanaf een minimale verharde oppervlakte van 0.1 ha. Deze voorwaarden moeten echter gebiedsspecifiek worden aangepast/ingevuld, afhankelijk van de plaats van de lozing, de ondergrond, het gevaar op overstromingen of de waterloop waarin het water wordt geloosd en in overeenstemming met de provinciale verordening. De openbare besturen hebben een voorbeeldfunctie. Beslissingen worden gerespecteerd, uitgevoerd en gecontroleerd. Sensibilisatie is een belangrijk aspect bij de realisatie van de vooropgestelde doelen. Niet alleen naar de bevolking, maar evenzeer naar eigen personeel en de industrie. Reglementen, verordeningen en subsidiëringsprogramma's worden gecommuniceerd naar de betreffende sectoren. Bij nieuwe (gemeentelijke) rioleringsprojecten wordt gestreefd naar de aanleg van 100% (verbeterd) gescheiden stelsels. Er wordt naar gestreefd het hemelwater van privé-terreinen volledig af te koppelen en te infiltreren of -als infiltratie onmogelijk is-, te bufferen en te hergebruiken. De nieuwe code van goede praktijk voor het ontwerp van rioleringssystemen dient als leidraad. De gemeente neemt het initiatief de inwoners van bestaande woningen, bij aanleg van gescheiden riolering, te overtuigen ook gescheiden aan te sluiten (evt. via een aanmoedigingspremie). Alvorens een bouwvergunning wordt afgeleverd, voert de overheid een watertoets uit, die de impact op het watersysteem nagaat, en indien nodig, compenserende maatregelen voorstelt. Indien de impact op het watersysteem niet op een redelijke manier kan worden gecompenseerd, wordt de vergunning geweigerd.
1.3. Mogelijke aandachtsgebieden Bij de ontwikkeling van nieuwe plannen of programma's moet het regenwater verplicht gescheiden worden van het afvalwater. Indien mogelijk moet het regenwater dat na hergebruik nog rest, lokaal geïnfiltreerd en/of gebufferd. De infiltratie- en/of buffervoorziening kan zo worden ingericht dat ze een landschappelijke en recreatieve meerwaarde vormt. Gezien de specificiteit van de regio, de verstedelijking, de moeilijk infiltreerbare ondergrond, het van oorsprong moerassig karakter van (delen van) het deelbekken, moeten initiatieven van grote omvang met de nodige omzichtigheid worden geëvalueerd. - ...
September 2007
- 19 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
Spoor 2. Sanering van afvalwaterlozingen 2.1. Doelstelling De verbetering van de waterkwaliteit is een prioriteit, niet enkel omwille van milieuhygiënische en ecologische redenen, ook om het gebruik van oppervlaktewater en het aanduiden en inrichten van overstromingsgebieden niet te hypothekeren. Conform Vlarem II dient iedere woning/bedrijf die gelegen is buiten de zones voor centrale zuivering (zones A en B) zelf zijn huishoudelijk afvalwater te saneren. Lozingen van voor 1995 kunnen hieraan voldoen door minimaal een goed werkende septische put, lozingen van na 1995 dienen een bijkomende biologische zuivering te voorzien. Probleem met de huidige zonering is dat de afbakening dynamisch is. Zo kan zone C zone B worden, zone B zone A. Dit systeem bood onvoldoende rechtzekerheid naar particulieren en bedrijven. Op 12 januari 2001 gaf de Minister aan Aquafin opdracht een nieuwe zonering te ontwikkelen gebaseerd op de vraagdichtheid. De vraagdichtheid van afvalwaterlozingen kan opgedeeld worden in deelaspecten: - De geografische ligging van het te bedienen perceel t.o.v. andere percelen. - Het aantal percelen dat als een gegroepeerde entiteit kan beschouwd worden. - De ligging van zo een entiteit ten opzichte van andere percelen. - De geloosde hoeveelheid afvalwater op het perceel. - De schaalgrootte van een reeds bestaand of ontworpen collectief grenzend aan de restzone. De methodologie die hiervoor door Aquafin ontworpen werd, leidt tot een 'ontwerpkaart' op gemeentelijk niveau. Deze ontwerpkaart onderscheidt volgende zones: Zone 1 : Het gebied aangesloten op een openbare waterzuiveringsinstallatie na uitvoering van alle projecten opgenomen op de definitief goedgekeurde investeringsprogramma's ( bovengemeentelijk investeringsprogramma's tot en met 2005 en gemeentelijk subsidiëringsprogramma tot en met 2003) Deze zone is op het ontwerp zoneringsplan oranje gearceerd. Zone 2 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem lager dan of gelijk aan 70% van de kostprijs van een individuele behandeling van de lozingen en zal daarom op termijn zeker een collectief systeem worden aangelegd. De aanleg van een riolering in deze zones is dus noodzakelijk. Er wordt echter geen uitspraak gedaan over het type stelsel (gemengd/gescheiden) van deze riolering, noch over het feit of deze riolering zal aansluiten op een lokale zuiveringsinstallatie dan wel op een centrale zuiveringsinstallatie. Deze zone is op het ontwerpzoneringsplan donkergroen ingekleurd. Zone 3 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 70 % maar kleiner of gelijk aan 100% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De gemeente zal bij het opstellen van het definitief zoneringsplan moeten beslissen of deze zones voorzien zullen worden van een collectief systeem dan wel van een individueel zuiveringssysteem. Deze zone is op het ontwerplan lichtgroen ingekleurd. Zone 4 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 100% maar kleiner of gelijk aan 130% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De gemeente zal bij het opstellen van het definitief zoneringsplan moeten beslissen of deze zones voorzien zullen worden van een collectief systeem dan wel van een individueel zuiveringssysteem. De zone is geel ingekleurd op het ontwerpzoneringsplan.
September 2007
- 20 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota Zone 5 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 130% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De woningen in deze zone zullen moeten worden voorzien van een individueel waterzuiveringssysteem. Er worden in deze zone geen rioleringen aangelegd. Deze is rood ingekleurd op de ontwerpzoneringsplannen. Het wetgevend kader dat noodzakelijk is om de zoneringsplannen afdwingbaar te maken en kracht van wet te geven is tweeledig. Enerzijds is het noodzakelijk om een procedure op punt te stellen om de zonerinsplannen een wettelijk kader te geven. Anderzijds is het noodzakelijk de huidige VlaremII aan te passen aan de nieuwe zones. Het wetgevend kader om de zoneringsplannen afdwingbaar te maken is in opmaak In een volgende fase zal dan voor het deel dat gemeenschappelijk zal worden gezuiverd een masterplan worden opgesteld. Dit plan gaat na op welke wijze men zo snel mogelijk de lozing van vervuild afvalwater naar de oppervlaktewateren kan beperken.
2.2 Krachtlijnen In een volgende fase zullen deze voorontwerp-zoneringsplannen door de VMM ter aanpassing en verfijning worden voorgelegd aan de gemeenten. Elke gemeente heeft er alle belang bij (ecologisch, maatschappelijk, praktisch en financieel) om ten volle mee te werken aan de finalisering van de definitieve zoneringplannen. Het ontwerp van zonering is immers het resultaat van een computermodel dat fouten kan bevatten en de realiteit slechts benaderd. Deze resultaten moeten zeker aan de realiteit worden getoetst om problemen in de toekomst te vermijden. Voor zone 3 en zone 4 ( en mits motivatie ook in zone 2 en 5) moet ook beslist worden of er collectief of individueel gezuiverd zal worden (als de gemeente deze beslissing niet neemt, neemt de VMM deze taak over). Ook dit is een essentiële beslissing om de rechtszekerheid van de burger te kunnen garanderen en een gemeentelijk waterzuiveringsplan op te stellen. Na de inspraak van de gemeenten, komen deze plannen ook nog in openbaar onderzoek vooraleer ze door de Vlaamse Regering worden goedgekeurd. De plannen zouden dan nog enkel om de 6 jaar (deze frequentie is nog niet zeker) herzien kunnen worden zodat de inwoners die individueel moeten zuiveren zekerheid krijgen. Ten laatste in 2007 zouden de zoneringsplannen moeten klaar zijn voor heel Vlaanderen. In afwachting van de definitieve zoneringsplannen mag het niet de bedoeling zijn te blijven stilstaan. Het gevoerde beleid moet worden verdergezet of eventueel al bijgestuurd in functie van de nieuwe zonering. Voor gerioleerde, maar nog niet gecollecteerde straten wordt nagegaan of KWZI een goedkopere optie is. Er wordt op een creatieve manier gezocht naar locaties voor KWZI's. Bij de uitvoering of de planning van nieuwe projecten worden de nieuwe zoneringsvoorstellen als randvoorwaarde opgenomen. In C-zone/buitengebied wordt een IBA/KWZI opgelegd. Inwoners worden voldoende geïnformeerd over IBA's / KWZI. Op deelbekkenniveau wordt een discussie gestart over de controle op de goede werking ervan. Indien er nood is aan extra informatie omtrent IBA's en/of KWZI's kan dit op deelbekkenniveau worden georganiseerd. Waterlopen die zijn aangeduid als ecologisch waardevol of waterlopen die gelegen zijn in gebieden die als ecologisch waardevol worden beschouwd, krijgen een specifieke aandacht. Opvolging en controle van lozingen op oppervlaktewater, verontreiniging van bodem en/of grondwater en verdroging door grondwaterwinningen, mag niet achterwege blijven. Er wordt gezocht naar oplossingen voor te frequent werkende overstorten.
September 2007
- 21 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
2.3 Mogelijke aandachtsgebieden In het deelbekken van de Woluwe zijn er nog heel wat knelpunten alvorens de kwaliteit van het oppervlaktewater een aanvaardbare kwaliteit zal bereiken. Elk openbaar bestuur neemt binnen haar bevoegd domein zijn verantwoordelijkheid en onderneemt de nodige stappen. De sanering van afvalwater-lozingen is aldus binnen het hele deelbekken een belangrijk aandachtspunt. Op deelbekkenniveau wordt het overleg georganiseerd, zodoende binnen het deelbekken een eensgezind beleid te kunnen voeren. Binnenkort zullen door VMM -evt. na aanvraag- de ontwerpzoneringsplannen worden voorgelegd aan de gemeenten. De openbare besturen nemen hun verantwoordelijkheid en verbinden er zich toe het voorstel te bekijken, te verfijnen en al dan niet aan te passen.
Spoor 3. Bewaking en verbetering van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur 3.1. Doelstelling De rioleringsinfrastructuur wordt op een dergelijke manier onderhouden, verbeterd en uitgebouwd dat hydraulische overbelasting en biologische onderbelasting van het rioolstelsel en de zuiveringsinfrastructuur zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Het gaat hierbij om de uitbouw van het 100% (verbeterd) gescheiden rioolstelsel, het afkoppelen van parasitaire debieten, verharde oppervlakten en zuiver effluentwater, maximale aansluiting van particulieren en verbeterde overstorten.
3.2. Krachtlijnen Indien technisch haalbaar, wordt nieuwe riolering 100% (verbeterd) gescheiden uitgevoerd. Er moet een goed beeld zijn van de huidige toestand van de rioleringen (ligging, aansluitingen, kwaliteit van de riolering). Er wordt een onderhoudsplan opgesteld voor de bestaande rioleringen. De code van goede praktijk voor het onderhoud van riolering is daarbij de leidraad. De gemeentelijke infrastructuur wordt op regelmatige basis onderworpen aan een grondige controle. Op die manier kunnen veel problemen in een vroeg stadium worden opgespoord en aangepakt. Bovendien is een regelmatige controle een garantie voor een langere levensduur. Riolen worden zoveel mogelijk zelfreinigend ontworpen, indien dit technisch haalbaar is. Tijdens de ontwerpfase wordt een onderhoudsplan opgesteld. Bij nieuwbouw wordt, in overeenstemming met de provinciale verordening, een hemelwaterput met hergebruik opgelegd, waar nodig aangevuld met een infiltratievoorziening. Controle hierop is essentieel. Voor bestaande woningen, worden burgers aangemoedigd en bijgestaan om het hemelwater af te koppelen van de riolering, om hemelwaterputten met hergebruik te installeren en om infiltratiemogelijkheden te voorzien. Premies/heffing op drinkwatergebruik zijn hier een ideaal instrument om de burger te overtuigen. Aansluitingen op de riool, zoals op de bouwplannen verplicht aangeduid, worden daadwerkelijk gecontroleerd. Op deelbekkenniveau wordt overlegd hoe de controle het best verloopt. Op deelbekkenniveau wordt gedacht aan initiatieven om een goed beeld te krijgen van verkeerde aansluitingen op de riool en 'lozingen langs achter', om ze te voorkomen en ongedaan te maken. Parasitaire debieten (vb. permanente drainage, infiltratie van grondwater, opgevangen bronnen, (afgeleid oppervlaktewater van) grachten en waterlopen, drainage van tuinen) op de riolering worden opgespoord en afgekoppeld. Het zoeken naar een oplossing voor
September 2007
- 22 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
afkoppeling van bedrijven (verharde oppervlakte-effluentwater-koelwater) gebeurt in gezamenlijk overleg met de betrokken overheden. Er moet vermeden worden dat het gecollecteerde rioolwater te snel en tegelijk op dezelfde plaats in de collectoren terechtkomt. Dit geeft alleen aanleiding tot collectoren onder druk en een grotere overstortfrequentie. Er moet zoveel mogelijk berging voorzien worden opwaarts het rioolstelsel door het gebruik van knijpconstructies, regeltoestellen, het verhogen van overstortdrempels, het aanpassen van de diepteligging van riolen en het voorzien van bergbezinkingsbekkens. Afkoppeling aan de bron geniet uiteraard nog steeds de voorkeur. Afwaarts overstorten worden voorzieningen aangebracht zodanig dat het overstort een minimaal effect heeft op de ontvangende waterloop, zowel naar kwaliteit als kwantiteit. Voorbeelden zijn bufferbekkens met eventueel een beplanting zodat het water een stuk gezuiverd wordt en de piekdebieten afgevlakt worden. Bij kleinere opwaartse overstorten wordt de overstortrand voldoende hoog en lang gemaakt. Ook hier kunnen in de grachten of waterlopen planten worden voorzien om het geloosde water deels te zuiveren. Er moet een goed beeld komen (inventarisatie) van de afwatering van straten, banen en grotere wegen. Ideaal wordt het water vertraagd afgeleid via grachten naar een waterloop. Indien dit niet mogelijk is kan een infiltratiebed een oplossing bieden. Er moet streng gewaakt worden op de kwaliteit van het afgevoerde hemelwater (olie, PCB's, ...). Waar nodig moet een (primaire) zuivering worden voorzien om milieuschade aan de waterloop, de bodem of het onderliggende grondwater te voorkomen. Baangrachten en afwateringsgrachten worden in geen geval nog dichtgelegd. Daar waar er mogelijkheden zijn worden ze opengelegd en geïntegreerd in de omgeving. Om een zo groot mogelijke vuilvracht in de RWZI te krijgen wordt in zones waar het afvalwater gezuiverd wordt de aanleg van een septische put, indien de toestand van de bestaande riolering het toelaat en er geen verstoppingen vallen te verwachten, niet langer opgelegd (geadviseerd in VLAREM). Tevens worden er initiatieven genomen naar bestaande woningen om de septische put kort te sluiten. In de zone die op termijn zal aangesloten worden op de RWZI wordt in de bouwvergunning opgelegd een kortsluiting te voorzien op de septische put. De afwatering van wegenis kan in beschermingszones enkel vertraagd via een waterdichte buffering van het hemelwater, infiltratie van hemelwater afkomstig van potentieel verharde oppervlakken is niet toegestaan.
3.3 Mogelijke aandachtsgebieden Bewaking en verbetering van de zuiveringsinfrastructuur, is een aandachtspunt binnen het volledige deelbekken. Door overleg wordt gestreefd naar een coherent beleid. De voorlopige knelpuntenlijst, opgemaakt door VMM, is een basis om verdunning van afvalwater tegen te gaan. Enkel een duidelijk gefundeerd en coherent langetermijnbeleid kan leiden tot de realisatie van de doelstellingen die worden vooropgesteld in het decreet en de kaderrichtlijn. Overleg met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt georganiseerd vanop het bekkenniveau, zonodig op stroomgebiedsniveau.
September 2007
- 23 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
Spoor 4. Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging 4.1. Doelstelling Er wordt gestreefd naar het voorkomen van het gebruik/het lozen van waterschadelijke producten. Indien dit niet mogelijk is, worden ze vervangen door het gebruik van minder schadelijke alternatieven.
4.2. Krachtlijnen Het afstromend water van potentieel vervuilde oppervlakken (wegen, parkings) wordt opgevangen en gezuiverd alvorens in de beek te worden geloosd. Het lozen van verontreinigd hemelwater moet aan de VLAREM-eisen voldoen. Bijgevolg kan het noodzakelijk zijn koolwaterstofafscheiders en een afscheiding van bezinkbare stoffen te voorzien voor het hemelwater dat afvloeit. Elke gemeente maant eigenaars van woningen die op de gracht of op de waterloop lozen, terwijl er riolering ligt in de straat, aan om op de riolering aan te sluiten. Op deelbekkenniveau worden voorstellen geformuleerd voor een afdoende controle. Er wordt op deelbekkenniveau bekeken hoe illegale lozingen het best kunnen worden opgespoord. In ieder geval wordt er streng opgetreden bij vaststelling van een illegale lozing en dit wordt duidelijk gecommuniceerd. Sluikstorten (afval in en langs de waterloop, lozen van verfresten in de riool) moet eveneens streng bestraft. Opnieuw kan een duidelijke communicatie een deel van de oplossing zijn. Een milieuverantwoord gebruik van producten en/of systemen wordt gestimuleerd naar de eigen medewerkers en de inwoners van de gemeente (SO cluster vaste stoffen). Het Decreet Integraal Waterbeleid hanteert oeverzones als instrument om diffuse verontreiniging van waterlopen tegen te gaan : Artikel 10 uit het Decreet betreffende het Integraal Waterbeleid § 1. In de oeverzones gelden ten minste de volgende bepalingen: 1° elke vorm van bemesting is verboden, met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing. Indien de oeverzone enkel de taluds omvat, is elke vorm van bemesting, met uitzondering van bemesting door rechtstreeks uitscheiding bij begrazing verboden binnen: a) Vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam; b) Tien meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam in het Vlaams Ecologisch Netwerk; c) Tien meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam indien een helling grenst aan het oppervlaktewaterlichaam; 2° Het aanbrengen van bestrijdingsmiddelen, met uitzondering van rodenticiden die worden aangewend in het kader van de rattenverdelging, is verboden. Indien de oeverzone enkel de taluds omvat, is het aanbrengen van bestrijdingsmiddellen verboden binnen een meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam. In geval van acute en redelijkerwijs te voorziene plagen die een gevaar inhouden voor mens of milieu of in het geval van situaties die een ernstige bedreiging vormen of kunnen vormen voor de veiligheid van de mens en waarvoor tegelijkertijd geen afdoende alternatieve bestrijdingsmiddelen voorhanden zijn, kan tijdelijk van dit verbod worden afgeweken, mits de beheerder van de oeverzone dit voorafgaandelijk meldt aan de bevoegde administratie. September 2007
- 24 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota Binnen het deelbekken moet worden nagegaan waar deze maatregel te weinig effect heeft. Dan moeten/kunnen bredere oeverzones worden afgebakend, b.v. langsheen ecologisch zeer waardevolle waterlopen. Als in het (deel)bekkenbeheerplan zulke oeverzones worden aangeduid/afgebakend, dan kan de eigenaar beroep doen op instrumenten zoals aankoop, vergoeding of onteigening.
4.3. Mogelijke aandachtsgebieden Op basis van de biologische waarderingskaart, de ecosysteemkwetsbaarheidskaart en de kaart met de ecologische kwaliteit van de waterlopen kunnen in het deelbekken toch een aantal waterlopen worden onderscheiden die een bijzondere aandacht vereisen. In deze gebieden moet speciale aandacht gaan naar de inpassing van mogelijke overstorten (overstortfrequentie), moeten lozingen van inwoners in de beek prioritair worden aangepakt, moet het strengst worden toegezien op illegale lozingen of sluikstorten.
Spoor 5. Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop 5.1. Doelstelling Erosie veroorzaakt tal van negatieve gevolgen voor het watersysteem en zijn directe omgeving. Een brongerichte aanpak wordt voorgesteld met als doel: - Reductie van bodemverlies door afspoeling van vruchtbare grond - Bestrijding van modderlast - Beperking van slibafzetting in het rioolstelsel en in waterlopen
5.2 Krachtlijnen Oorzaken van een toenemende hoeveelheid slib worden aangepakt. Beheersovereenkomsten en afbakening van oeverzones zijn instrumenten die in erosiegevoelige gebieden kunnen worden aangewend om sedimenttransport naar de waterloop te minimaliseren. Er wordt naar gestreefd dat er geen akkerlanden liggen langsheen waterlopen. Sedimentuitspoeling door erosie wordt op die manier vermeden langsheen de waterlopen, sedimenttransport vanop hoger gelegen delen wordt grotendeels opgevangen. De impact van frequent werkende overstorten wordt onderzocht en kan mogelijk gereduceerd worden door de aanleg van een bergbezinkings- of bufferbekken met nazuivering. Bestaande overstorten krijgen een aangepaste werking, nieuwe overstorten moeten uitgerust worden met een bergbezinkings- en een bufferbekken met nazuivering. Een aangepaste inrichting van de waterlopen in slibgevoelige zones, b.v. met sedimentvangen, zorgt er voor dat maar heel plaatselijk moet worden geruimd. Eens de kwaliteit van de waterlopen goed is, en de bodemkwaliteit niet langer achteruit kan gaan is een laatste ruiming van het vervuild slib noodzakelijk. Dan moet een plan worden opgemaakt voor de sanering van vervuilde waterbodems. De erosiebestrijdingsproblematiek wordt reeds uitvoerig en in detail behandeld in de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen. Bovenlokale erosieproblemen kunnen uit de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen worden gelicht en in het DuLo-waterplan worden opgenomen, zodat hiervoor gezamenlijke adequate oplossingen kunnen uitgewerkt worden op deelbekkenniveau. Ervaringen met erosiebestrijding kunnen via de deelbekkenwerking/waterschap worden uitgewisseld.
September 2007
- 25 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
5.3 Mogelijke aandachtsgebieden - Voorstellen uit de erosiebestrijdingsplannen, met betrekking op waterlopen, kunnen opgenomen in het actieplan. - Gemeenten die nog geen erosiebestrijdingsplan opmaken worden overtuigd van het nut op langere termijn. - Ruiming van de waterloop om het water sneller dan nodig af te voeren wordt herzien.
Spoor 6. Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer 6.1. Doelstelling Dit omvat het ontwikkelen en instandhouden van een gezond watersysteem in het deelbekken dat aan: - de behoeften van de diverse gebruikers en de eisen van gevoelige soorten kan voldoen. - een verantwoord menselijk gebruik voor de huidige en toekomstige generaties kan waarborgen. Het watersysteem wordt in evenwicht gebracht voor het hele grondgebied waarvoor het waterplan wordt opgemaakt, rekening houdend met de functies die aan elke waterloop is toebedeeld en de aanspraak die er door de verschillende sectoren/gebruikers wordt op gemaakt. Concreet is het waterlopenbeheer gericht op vertraagde afvoer, stroomopwaartse buffering van het water, stimuleren van zelfzuiverend vermogen, herstel van het natuurlijk milieu van het watersysteem, het herstel/behoud van de structuurkenmerken,.. .De ecologische functie van watergebonden elementen wordt gemaximaliseerd (bijvoorbeeld integratie van waterlopen, grachtenstelsels en bijhorende oeverzones als verbindingseenheden natuur).
6.2. Kwantitatief waterlopenbeheer Maatregelen om wateroverlast te voorkomen moeten genomen worden met de prioriteitscascade in het achterhoofd: in eerste instantie retentie van het water, ten tweede zo veel mogelijk lokale berging/infiltratie, en ten slotte een vertraagde afvoer. Er moet op zijn minst naar gestreefd worden overstromingen in bebouwde zones te voorkomen en waterberging op een ecologisch verantwoorde wijze te organiseren.
6.2.1.Krachtlijnen met betrekking tot water bergen Er moet naar gestreefd het water zo veel mogelijk en zo lang mogelijk vast te houden in grachtenstelsels, bovenlopen en moerasgebieden. Op basis van bestaande modelleringsstudies en de bestaande NOG -en ROG kaarten worden overstroombare locaties voorgesteld die gevrijwaard moeten worden of heringericht om deze functies te vervullen. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma, dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd (DIW, watertoets). De watertoets wordt eveneens toegepast voor plannen of programma's in waterrijke gebieden. Aandachtspunten voor de keuze en de locatie zijn o.a. :
September 2007
- 26 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota - De laagst gelegen gebieden die van nature eerst overstromen. - Maximale spreiding van de waterberging over het volledige valleigebied. - Open ruimtegebieden zonder intensief landgebruik. - Een aanvaardbare waterkwaliteit. Indien dit niet het geval is wordt daar prioritair werk van gemaakt. - Er wordt zo weinig mogelijk kunstmatige infrastructuur voorzien en/of maximaal gebruik gemaakt van de bestaande topografie. - Een beperkte overstromingsduur, -frequentie en -hoogte. Het waterbergend vermogen kan evenzeer via kleine ingrepen stijgen. Herwaardering en heraanleg van grachtenstelsels, het opbreken van ingebuisde grachten, het verwijderen van betonnen constructies in de waterloop zodat de ruwheid van de bedding stijgt, het afschuinen van oevers, het aanleggen van plas- en drasbermen, het niet ruimen van bepaalde delen van waterlopen die een voldoende (te groot) verval kennen. De openbare besturen en beheerders van de waterlopen doen inspanningen om ook via kleine ingrepen het bergend vermogen te doen stijgen. Grote ingrepen op waterlopen worden niet onbezonnen uitgevoerd. De complexiteit van het huidige watersysteem vereist een grondige studie van de situatie om de effectiviteit (ecologisch, economisch) van de voorgestelde maatregelen na te gaan. Dergelijke studies zullen een belangrijke inbreng zijn in het DuLo-plan en het mee helpen onderbouwen. Essentieel hierbij is dat er inzicht moet verworven worden in de huidige bergingscapaciteit en de capaciteit die vereist is om het water te stockeren (modelleringen). Er worden verdere initiatieven genomen naar de aanleg van poelen. Zij hebben niet enkel een bergende functie, maar ook een landschappelijk en ecologisch waardevolle functie. Binnen berschermingszones voor waterwinning dient eerst advies te worden gevraagd.
6.2.2 Krachtlijnen met betrekking tot vertraagd afvoeren Indien het water niet ter plaatse kan vastgehouden of geborgen worden, moet het water vertraagd worden afgevoerd. Een vertraagde afvoer kan worden gerealiseerd door het herstel/behoud van de natuurlijke structuur van de waterloop, het niet ruimen van (bepaalde delen van) waterlopen, het aanbrengen van kunstmatige (b.v. schotten) en natuurlijke (b.v. door aanplantingen) structuren om de waterafvoer te vertragen,... Overstorten kunnen aanleiding geven tot grote debieten op korte tijd. Ook hier kan door de aanleg van bufferbekkens een vertraagde afvoer worden verwezenlijkt. Bij de aanleg van een (verbeterd) gescheiden riolering wordt steeds nagegaan of een open gracht dienst kan doen/ingeschakeld kan worden als RWA leiding. Open grachten zijn goedkoper, ze zijn makkelijker te onderhouden en de controle op (illegale) lozingen is makkelijker. Op deelbekkenniveau wordt het initiatief genomen een inventaris van het grachtenstelsel op te maken, waarbij zowel open als ingebuisde grachten worden opgenomen. Elke gemeente levert inspanningen om de waterlopen/grachten die zij in beheer heeft, van een gepast onderhoud te voorzien. Er wordt nagegaan waar ingebuisde grachten terug kunnen worden opengemaakt. Naar de aangelanden die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van hun gracht(en) worden initiatieven genomen-evt. verplichtingen opgelegd. Grachten worden opgenomen in de herberekening van het TRP en in de opmaak van andere plannen met betrekking tot waterafvoer. Communicatie moet inwoners overtuigen van het belang van grachten, zowel naar het bergen en vertraagd afvoeren van regenwater, als de landschappelijke functie.
September 2007
- 27 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
6.2.3.Overige krachtlijnen Tijdens de interviews met de gemeente is gebleken dat enkele waterlopen niet meer bestaan, doorheen de jaren zijn verlegd, of omgekeerd: dat waterlopen die vroeger minder belangrijk waren en destijds niet geklasseerd, aan belang hebben gewonnen. Samen met het Vlaamse Gewest en andere waterbeheerders werkt de provincie aan een aanpassing van de Vlaamse Hydrografische Atlas op haar grondgebied. (Binnen dat kader kunnen aanpassingen aan de categorisering worden voorgesteld.) Op (deel)bekkenniveau moet getracht worden een uniform beleid te voeren, over provinciegrenzen of gemeentegrenzen heen. Er worden ideeën gelanceerd om dit te realiseren. Op termijn kan worden nagegaan of een bevoegdheidsherverdeling nuttig kan zijn. Waterlopen krijgen een aangepaste inrichting en beheer in functie van een evenwichtig profiel en stromingsweerstand. Er wordt gestreefd naar een zo natuurlijk mogelijke/ natuurgetrouwe toestand. Scherpe hoeken en steile randen worden weggewerkt waar mogelijk, kunstwerken worden aangepast, slecht uitgevoerde inbuizingen en overwelvingen worden verwijderd/hersteld/aangepast.
6.2.4.Mogelijke aandachtsgebieden/waterlopen De herwaardering van grachtenstelsels moet een aandachtspunt zijn in het volledige deelbekken. Op lokaal vlak stijgt het bergend vermogen en werkt de afvoer vertragend. Ook de inschakeling van poelen in het systeem werkt vertragend en doet het bergend vermogen stijgen. Bovendien is het ook naar natuurbeleving een pluspunt. Ook al zijn er weinig mogelijkheden in het deelbekken, gezien het reeds grote percentage verharde oppervlakte en de sterke druk op de nog resterende open ruimte, deze mogelijkheden moeten net daarom steeds worden onderzocht Daarnaast zijn er aantal geplande projecten die bij de uitvoering de nodige aandacht moeten spenderen aan wat hierboven is vermeld. In de bovenlopen moet worden gestreefd naar een vertraagde afvoer en een groter bergend vermogen. Een aangepast ruimingsbeheer, een verhoogde ruwheid en in landelijk gebied waar mogelijk een herstel van de oorspronkelijke oeverhoogte moeten/kunnen daar mede voor zorgen.
6.3. kwalitatief waterlopenbeheer
6.3.1. Krachtlijnen Een degelijk waterlopenbeheer vereist dat de verschillende beleidsdomeinen, met onder meer het milieubeleid, het natuurbeleid en het beleid inzake ruimtelijke ordening, geïntegreerd werken. De verschillende domeinen dienen dan ook op elkaar afgestemd. Communicatie op geregelde tijdstippen is dan ook een eerste vereiste. Het deelbekkenniveau is het geschikte niveau om informatie rond projecten te verspreiden en uit te wisselen. Het deelbekkenniveau krijgt een functie als discussieforum, en als een doorgeefluik naar hogere en lagere niveaus. Ook de waterbeheerders dienen hun acties op elkaar af te stemmen.
6.4. Ecologisch waterlopenbeheer Het respecteren van de natuurlijke kenmerken van het watersysteem biedt de beste garanties voor het vermijden van problemen.
September 2007
- 28 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota
6.4.1. krachtlijnen Bij de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en uitvoeringsplannen moeten de gemeenten en provincies water(lopen) als een ordenend principe aanvaarden. Er moet aandacht worden gespendeerd aan het terug creëren van ruimte voor water. Het onderhoud van de waterloop en de omgeving moet worden afgestemd op de functie van de waterloop of het gebied waarbinnen de waterloop ligt. Ook (her)inrichtingsprojecten zijn afgestemd op beide functies: - Bovenlopen worden zo min mogelijk geruimd/gemaaid opdat water langer kan worden vastgehouden - Het onderhoud wordt tot een minimum beperkt of aangepast indien er specifieke vegetaties/populaties aanwezig zijn Acties in het kader van waterbeheersing of (her)inrichtingsprojecten worden uitgevoerd volgens de principes van NatuurTechnische MilieuBouw en met ecologisch herstel/behoud in het achterhoofd.
6.5. Water - een plezier!? Water wordt aanvaard als ordenend principe. Alle openbare besturen doen inspanningen de inwoners opnieuw te overtuigen van de belevingswaarde van water. Concrete projecten worden als voorbeeld uitgedragen, zachte recreatie in valleigebieden wordt gestimuleerd. Water wordt opnieuw op een creatieve manier geïntegreerd in de nabije omgeving van de mens. Onder het moto jong geleerd is oud gedaan, kunnen doelgerichte acties naar scholen en jeugdbewegingen een groot rendement halen op langere termijn. Op deelbekkenniveau wordt gecommuniceerd rond de huidige projecten en worden ideeën voor de toekomst gelanceerd.
Spoor 7. Duurzaam drinkwatergebruik 7.1. Doelstelling De druk op de grondwaterreserves wordt verminderd door het gebruik van grond- en leidingwater, daar waar mogelijk en verantwoord, te beperken. Op kwalitatief vlak wordt gestreefd naar het gebruik van laagwaardig water voor laagwaardige toepassingen(v.b. hemelwater voor wc-spoeling, oppervlaktewater als proceswater, hergebruik van gezuiverd afvalwater, ...). Op kwantitatief vlak is het de uitdaging om niet meer water te gebruiken dan nodig (v.b. installeren van waterbesparende apparatuur, meldingssystemen voor lekende kranen,..).
7.2. krachtlijnen Inzake duurzaam watergebruik hebben openbare besturen een voorbeeldfunctie. Overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst "milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling" wordt een wateraudit uitgevoerd bij elk nieuw (her)bouwproject. De bevolking moet geïnformeerd en gestimuleerd om minder hoogwaardig water te gaan gebruiken voor laagwaardige toepassingen. Er dient gestreefd naar een verschuiving van grond-en drinkwater naar hemelwater voor toepassingen als wc-spoeling, reiniging, besproeien van tuin,... . Een tweede aandachtspunt is het stimuleren van watersparende maatregelen zoals b.v. aanschaf van watersparende douchekop, meldingsapparatuur voor lekken. Ook naar industrie, land-en tuinbouw worden informatiecampagnes georganiseerd om een dalend grond -en drinkwater gebruik te realiseren. Bij een nieuwe vergunningsaanvraag worden bedrijven verplicht een waterbesparingsstudie uit te voeren.
September 2007
- 29 -
Deelbekkenbeheerplan: Woluwe Inventaris Kansen en Knelpunten-Doelstellingennota Naast de vergunde grondwaterwinningen zijn er ook een groot aantal ongekende, niet vergunde winningen. Overmatig en onbezonnen gebruik moet opgespoord en aan banden gelegd worden. Indien er in een woning een regenwatercircuit wordt aangelegd moet dit steeds volledig gescheiden worden aangelegd van het drinkwatercircuit.
September 2007
- 30 -