Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
DOELSTELLINGENNOTA
Deelbekkenbeheerplan Deelbekken Barebeek/Benedendijle Inventarisatie Kansen en Knelpunten Doelstellingennota
September 2007 Bonheiden, Boortmeerbeek, Kampenhout, Kortenberg, Machelen, Mechelen, Steenokkerzeel, Vilvoorde, Willebroek, Zaventem, Zemst, De Watering der Barebeek, de Polder van Willebroek, de Polder van Battenbroek, de Provincie Vlaams-Brabant en de Provincie Antwerpen.
September 2007
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
Inhoudstafel Inhoudstafel .................................................................................................- 1 0. Inleiding ....................................................................................................- 3 I. Inventaris van de knelpunten en de kansen in het deelbekken Barebeek / Benedendijle.................................................................................................- 4 1.
Waterkwantiteit..................................................................................................... - 4 BAREBEEK (VHAG 6560) / VEERLEBEEK (VHAG 6606) / MOLENBEEK (VHAG 6623 )........ - 5 OVERIGE ........................................................................................................................ - 6 2. Waterkwaliteit ....................................................................................................... - 8 ALGEMEEN .................................................................................................................... - 9 KWZI / IBA ................................................................................................................... - 11 HEMELWATERPUTTEN / INFILTRATIE / BUFFERING AAN BEDRIJVEN / SEPTISCHE PUTTEN- 13 OVERWELVEN GRACHTEN / HERWAARDERING VAN GRACHTENSTELSELS ................... - 15 SCHEIDEN RWA-DWA / AANSLUITING RIOLERING........................................................ - 16 KNELPUNTEN / KANSEN ............................................................................................... - 17 3. Ecologie .............................................................................................................. - 17 EROSIE ......................................................................................................................... - 20 RUIMEN / ONDERHOUD VAN WATERLOPEN / GRACHTEN ............................................ - 20 PESTICIDEN / SPROEISTOFFEN....................................................................................... - 22 OVERIGE ...................................................................................................................... - 22 4. Overige ............................................................................................................... - 23 -
II. Doelstellingennota ................................................................................- 26 0. Doelstellingen ........................................................................................................... - 26 Spoor 1. Maximale retentie en hergebruik van hemelwater aan de bron ........................ - 26 1.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 26 1.2. Krachtlijnen........................................................................................................... - 26 1.3. Mogelijke aandachtsgebieden ............................................................................... - 27 Spoor 2. Sanering van afvalwaterlozingen ...................................................................... - 28 2.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 28 2.2 Krachtlijnen............................................................................................................ - 29 2.3 Mogelijke aandachtsgebieden ................................................................................ - 30 Spoor 3. Bewaking en verbetering van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur ................................................................................................. - 30 3.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 30 3.2. Krachtlijnen........................................................................................................... - 30 3.3 Mogelijke aandachtsgebieden ................................................................................ - 31 Spoor 4. Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging ........................................ - 31 4.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 31 4.2. Krachtlijnen........................................................................................................... - 32 4.3. Mogelijke aandachtsgebieden ............................................................................... - 33 Spoor 5. Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop ... - 33 5.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 33 5.2 Krachtlijnen............................................................................................................ - 33 5.3 Mogelijke aandachtsgebieden ................................................................................ - 34 Spoor 6. Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer................. - 34 6.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 34 6.2. Kwantitatief waterlopenbeheer ............................................................................. - 34 6.2.1. Krachtlijnen met betrekking tot water bergen ............................................. - 34 -
September 2007
-1-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota 6.2.2 Krachtlijnen met betrekking tot vertraagd afvoeren ..................................... - 35 6.2.3. Overige krachtlijnen .................................................................................... - 35 6.2.4. Mogelijke aandachtsgebieden/waterlopen................................................... - 36 6.3. kwalitatief waterlopenbeheer................................................................................ - 36 6.3.1. Krachtlijnen .................................................................................................... - 36 6.4. Ecologisch waterlopenbeheer................................................................................ - 36 6.4.1. krachtlijnen..................................................................................................... - 36 6.5. Water - een plezier!? ............................................................................................ - 37 Spoor 7. Duurzaam drinkwatergebruik........................................................................... - 37 7.1. Doelstelling ........................................................................................................... - 37 7.2. krachtlijnen ........................................................................................................... - 37 -
September 2007
-2-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
0. Inleiding 1
De doelstellingennota is opgebouwd uit twee delen. In een eerste deel wordt een overzicht gegeven van de kansen en knelpunten in het gebied. De eigenlijke doelstellingen worden in het tweede luik beschreven. Met de opmaak van een deelbekkenbeheerplan (DuLo-plannen) wordt de realisatie van een duurzaam lokaal en integraal waterbeleid beoogd. Een waterbeleid waarbij alle actoren betrokken worden én waarin éénieder zijn verantwoordelijkheid opneemt. Hierdoor zouden ook op deelbekkenniveau de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water behaald moeten kunnen worden; met name een goede toestand van het oppervlaktewater en van het grondwater. Zowel op lokaal als bovenlokaal vlak dienen er hiertoe diverse maatregelen te worden genomen. In het eerste deel wordt een opsomming gegeven van alle knelpunten en kansen die werden aangegeven. Met de bevraging hebben we getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen. We zijn ons evenwel bewust van de mogelijkheid dat bepaalde knelpunten ontbreken of onvolledig zijn. De lijst is dan ook niet limitatief en kan verder aangevuld worden tijdens de uitwerking van het actieplan. Een uitgebreide bevraging van alle mogelijk betrokken sectoren was in dit stadium van het plan niet haalbaar. Verder dient vermeld dat de knelpunten en potenties in de lijst worden weergegeven zoals ze door de besturen werden aangebracht zonder een oordeel te vellen over de juistheid ervan. Eventueel tegengestelde meningen werden naast elkaar geplaatst en de aangehaalde mogelijke oorzaken werden nog niet onderzocht. Pas bij de uitwerking van concrete acties zullen de aangehaalde knelpunten meer in detail onderzocht worden, zowel naar gevolgen, als naar mogelijke oplossingen. Met de opsomming van al de verschillende doelstellingen, opgedeeld volgens een 7-tal sporen, wordt in het tweede deel van deze nota getracht een duidelijk beeld te geven van de manier waarop we onze algemene doelstelling willen bereiken. Met de ondertekening van de doelstellingennota onderschrijven de besturen de principes van integraal waterbeleid die, zoals gezegd, vervat zitten in de lijst met krachtlijnen. Dit wil evenwel niet zeggen dat een bestuur zichzelf daarmee ook oplegt om alle doelstellingen te realiseren. In bepaalde omstandigheden is het immers niet realistisch bepaalde krachtlijnen of doelstelling volledig na te streven. Bedoeling is wel dat de betrokken besturen de nodige inspanningen leveren om, in de mate van het mogelijke, specifieke acties uit te werken die moeten bijdragen tot de realisatie van een integraal waterbeleid. Het deelbekkenbeheerplan zal uiteindelijk integraal deel uitmaken van het bekkenbeheerplan: beiden vormen 1 geheel. De opbouw van het bekkenbeheerplan verschilt op sommige punten van deze van het deelbekkenbeheerplan. Zo gebruikt het bekkenbeheerplan niet de 7 sporen maar wel de indeling van de waterbeleidsnota met krachtlijnen, operationele doelstellingen en maatregelen. Zowel in het bekken- als deelbekkenbeheerplan vindt u een bondig overzicht waarmee u de link kunt leggen tussen de 7 sporen enerzijds en de krachtlijnen en operationele doelstellingen anderzijds. Als bijlage bij de niet-technische samenvatting vindt u een tabel die het verband aangeeft tussen het 7-sporenbeleid in de deelbekkenbeheerplannen, de krachtlijnen en operationele doelstellingen in het bekkenbeheerplan en de Europese Kaderrichtlijn Water.
1
Deze doelstellingennota houdt rekening met de randvoorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 op p. 14 en p. 15 van de Code voor goede praktijk voor duurzaam lokaal waterbeleid, voor zover de opgesomde randvoorwaarden reeds gekend zijn. Bij de verdere uitwerking van de acties zal ook rekening gehouden worden met deze randvoorwaarden.
September 2007
-3-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
I. Inventaris van de knelpunten en de kansen in het deelbekken Barebeek / Benedendijle 1.
Waterkwantiteit
In opdracht van AMINAL afd. Water voerde studiebureau Belgroma een hydraulische studie uit en werd een hydrodynamisch model opgebouwd om het afvoergedrag van de verschillende waterlopen meer in detail te kunnen bestuderen (AMINAL afd. water, 2000). In het kader van deze studie werden volgende trajecten opgemeten en gemodelleerd: e e − Barebeek over het volledige traject van de 1 en 2 categorie (uitgezonderd de vertakking ten westen van de A19), e e − Molenbeek te Steenokkerzeel over het volledige traject van 2 en 3 categorie en deels in het niet geklasseerde traject, e e − Lelle- en Leibeek over het traject van 2 en 3 categorie en deels in het niet geklasseerde traject, e − Veerlebeek over het hele traject 2 categorie (vanaf Tervuursesteenweg, Steenokkerzeel), − Bergbeek voor de laatste 200 meter voor de monding in de Barebeek. Aan de hand van dit model werden de effecten berekend van stormen met een bepaalde terugkeerperiode. De simulaties hebben aangetoond dat bij een 5 tot 10 jaarlijkse storm de capaciteit van de bovenlopen voldoende is en enkele kleinere overstromingen zullen optreden in de gekende gebieden: − aan de monding van de Barebeek in de Dijle; − stroomopwaarts het dierenpark Planckendael ten westen van kasteel Ambroos; − de Barebeek ten zuiden van Hofstade aan de Tervuursesteenweg − de Barebeek ten noorden van kasteel Roosbroeken (het Steen) langs de E19 − de Molenbeek te Steenokkerzeel In geval van 25-jaarlijkse terugkeerperiode treden belangrijke overstromingen op in de bovenlopen (o.a. Zonneboswijk in stroomafwaarts deel van Molenbeek). Bij een 50-jaarlijkse bui blijven de plaatsen gelijk, maar wordt de overstroomde oppervlakte groter. Bij een 100-jaarlijkse storm neemt de overstroomde oppervlakte sterk toe. Bijna het volledige e stroomafwaartse traject van de Barebeek, Barebeek 2 arm en Kleine Barebeek (incl. woonwijk in omgeving kasteel Ambroos) komen onder water te staan. Uit deze info blijkt dat in geval van rampscenario’s zoals in de winter van 1998, veel grotere gebieden onder water kunnen komen te staan. In geval van een rampscenario (september 1998 te Antwerpen) komt bijna het volledige gebied stroomafwaarts de spoorlijn Leuven-Mechelen en de stroomopwaarts gelegen woonwijk aan kasteel Ambroos blank te staan. Ook het Vriezenbroek komt voor een groot deel onder water te staan. Uit de hydraulische studie blijkt wel dat een groot deel van de overstromingen in de Barebeek en zijrivieren gesitueerd zijn in agrarische gebieden en broekgebieden langs de waterlopen. De grootste wateroverlast treedt op in de woonwijk Zonnebos en aan kasteel Ambroos. De overstromingen in het stroomafwaartse gedeelte van de Barebeek zijn niet zozeer een gevolg van de beperkte capaciteit van de duikers of beek zelf, maar vooral van de beperkte lozingsmogelijkheden bij hoge waterstanden in de Dijle. In het zuidelijk deel van het stroomgebied wordt de piekregenafvoer van de luchthaven van Zaventem gebufferd in de Brucargo-, Vogelzang- en de NO-wachtbekkens, het afvoerdebiet naar de Lelle- en Leibeek en de Lopende beek wordt automatisch gestuurd. De toekomstige afkoppeling van de regen- en afvalwaterstroom naar de Molenbeek, zal een positieve bijdrage
September 2007
-4-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota hebben op de maximale waterpeilen in de Molenbeek. Verder kan een efficiëntere benutting van natuurlijke overstromingsgebieden zoals het Vriezenbroek de wateroverlast in bewoonde gebieden (zoals omgeving kasteel Ambroos) verminderen (AMINAL afd. Water, 2000). Daarnaast werd er ook een ecologische inventarisatie uitgevoerd.
BAREBEEK (VHAG 6560) / VEERLEBEEK (VHAG 6606) / MOLENBEEK (VHAG 6623 ) - Zemst aan de Oude Arm Barebeek. Bij de aanleg van de E19 werd een nieuwe arm gegraven met een hoek van 90°. Dit geeft opstuwing, in het ergste geval komen kelders van huizen (zelden) en achtertuinen onder water te staan. Bovendien komt er na deze bocht water uit de gemeente Zemst bij, wat het probleem alleen maar vergroot. In de koker onder de E19 is veel slib aanwezig wat de afvoercapaciteit enorm beperkt. (Provincie : "het ruimen van de kokers is geen oplossing en zou geen invloed hebben op een betere afvoer, de kokers zijn van oorsprong te breed gedimensioneerd".) Het beheer van de waterloop na de koker is een provinciale bevoegdheid. Bijkomend knelpunt is dat er een aanvraag voor verkaveling is van een perceel weiland aan de linkeroever. Bijkomende verharding zou het probleem hier alleen maar vergroten (provincie:"De verkaveling komt er niet, er komt dus geen verharding bij."). Aquafin wil dit perceel onteigenen waardoor nog een bijkomend lozingspunt op deze arm komt. Knelpunt: de oorzaken van de problemen liggen net buiten het gebied van de Watering waardoor men ze niet kan oplossen. Over het algemeen heeft de gemeente Steenokkerzeel de laatste jaren nooit te kampen gehad met wateroverlast. Problemen die er in het verleden zijn geweest zijn opgelost. Binnen de gemeente liggen er vier wachtbekkens. Drie daarvan zijn aangelegd door of in samenwerking met de luchthaven, alle computergestuurd gecontroleerd. Eén bevindt zich op de terreinen van de luchthaven (water van de luchthaven). Een ander bekken bevindt zich op de grens met Machelen ter hoogte van het Floordambos. Dit bekken wordt enkel gevuld met water van de luchthaven. Een derde bufferbekken bevindt zich ter hoogte van Vogelzang. Dit bekken wordt deels gevuld met water afkomstig van de luchthaven, deels met water van de gemeente. Een laatste, kleiner bufferbekken, bevindt zich ter hoogte van de SintJannekensstraat-Tervuursesteenweg. Het dient enkel voor de opvang van water van de gemeente, deelgemeente Perk. (Steenokkerzeel) - Op de grens Kampenhout-Steenokkerzeel, ter hoogte van de Molenbeek, was er vroeger wateroverlast, omdat het water van het vliegveld (Zaventem/ Steenokkerzeel) in de Molenbeek werd geloosd. Ondertussen wordt het regenwater van de verharde oppervlakken van het vliegveld gebufferd en zijn de problemen daar voorlopig voorbij. Ook de provincie heeft werken uitgevoerd aan de Molenbeek. (Kampenhout) - Er is een modellering gemaakt van de Barebeek en de zijlopen. Daarin zijn een aantal gebieden aangeduid. Op Zemst zouden twee gebieden in aanmerking komen, in het Vriezenbroek en eentje tussen de Zemstse Steenweg en de Tervuurse Steenweg. Beide moeten gerealiseerd worden om afdoende effect te hebben. Uit die studie blijkt de hoge waterstand in de Dijle, waarin de Barebeek uitmondt, de oorzaak te zijn van de overlast, alsook (alhoewel daar al een oplossing is voor gevonden) de grote afvoerdebieten van de luchthaven. (Zemst) - In de buurt van de Weerdesteenweg is een verkavelingsaanvraag geweigerd. De woningen zouden gebouwd worden in overstromingsgebied, wat enkel op andere plaatsen tot overlast aanleiding zou gegeven hebben. De gemeente heeft aan de omwonenden beloofd werk te maken van de overlastproblematiek. In de eerste plaats de belanghebbenden rond de tafel te brengen (Watering der Barebeek, de provincie, afdeling Water en de gemeente), een financieringsmodel op poten te zetten en in functie van het opgebouwde model gebieden af te bakenen voor het bufferen van water om wateroverlast te vermijden. Nadien, maar eveneens belangrijk, wordt een overleg met de stromopwaarts gelegen gemeenten gepland. September 2007
-5-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
-
-
-
-
-
Er is een rioleringsproject gepland in de Steendreef. Er wordt een gescheiden riolering, de gracht doet dienst voor afvoer/opvang van regenwater. De gracht wordt geherprofileerd. (Zemst) Het gebied rond de Damstraat aan de E19 (tussen de Damstraat (N) - Steendreef (Z) Weibeemstraat/Weerdesteenweg (W) - E19 (O); tussen de Damstraat-Hondsleibeek-E19 en tussen de Damstraat en de Rubenslaan) is er regelmatig wateroverlast. Boven de Damstraat is dat geen probleem, het is landbouwgebied. Daar kan eventueel zelf als overstromingsgebied ingericht worden. Het gebied (deels) is aangekocht door Natuurpunt. Onder de Damstraat echter, krijgen ook een aantal woningen met wateroverlast te kampen. Het gaat om garages en evt. kelders. De huizen zelf zijn hoger gebouwd en blijven aldus gespaard. Problemen doen zich daar 2-3 keer per jaar voor. Achter de huizen ligt nog een grachtje langsheen de Barebeek. De gemeente stelt voor een dam aan te leggen zodanig dat de Barebeek nog wel uit haar oevers kan treden en via de grachten weg kan, maar de huizen gespaard blijven. (Zemst) Waar de Barebeek sifoneert onder het Dijlekanaal Leuven-Mechelen doen zich ook geregeld problemen voor. De inwoners van de Eilandstraat hebben daarbij iedere keer prijs. Zij hebben ondertussen zelf initiatief genomen, door de aanleg van een dijkje. Sindsdien is er geen overlast meer geweest. Het overstroomde gebied zelf is veel groter. Maar dit zijn allemaal beemden en dus geen groot probleem. (Zemst) Wat door vele inwoners wordt aangehaald als een knelpunt is de doorgang van de Barebeek -Oude Arm onder de E19 boven de Steendreef, voorbij het kruispunt met de Weerdesteenweg. (provincie : ruiming is geen garantie voor een betere afvoer)(Zemst) Ter hoogte van de samenloop van de Baarbeek en de Barebeek (langs de Rijmenamsesteenweg) overstroomt het gebied zeer regelmatig. Dit zorgt voor de nodige conflicten met de landbouwers. Zoals reeds eerder werd aangehaald is niet zozeer de waterkwantiteit (want was ook van nature overstroombaar) maar wel de waterkwaliteit het grootste probleem. Door de slechte kwaliteit van het overstromingswater ondervinden de landbouwers veel hinder bij hun landbouwactiviteiten. (Mechelen) De gemeente Zemst heeft een RUP opgemaakt met betrekking tot berging op de Barebeek. In het kader van de uitbreiding van het zuiveringstation Hofstade wordt een spaarbekken voorzien van 15.000m³. (Zemst)
OVERIGE - De Dijle grenst maar over een korte lengte aan de Polder van Willebroek, vanaf de splitsing van de Rupel in de Nete en de DIjle tot aan de splitsing van de Dijle in de BovenDijle, Kanaal Lauven en Zenne (de vroegere gemeenten Heindonk en Heffen, nu Willebroek en Mechelen). Op dit gedeelte is 1 belangrijk probleem: het kunstwerk uitwateringssluis van de Gentvlietloop die de scheiding vormt tussen Heffen en Heindonk die al 25 jaar niet werkt omdat ze te hoog geprojecteerd werd tot ergernis van de ingelanden van Heindonk. Door de goede wil van de Polder werd eerste een voorlopige verbinding gemaakt onder de Langen Dijk door middel van een buis en zo is het na ca. 25 jaar nog. De ingelanden van Heindonk beklagen zich dat zij het water van Heffen moeten opvangen,(dit is zeer storend bij zware regenval en wateroverlast.) Niettegenstaande alle opmerkignen in Polderschouwingen beweegt AWZ niet. (Polder van Willebroek) - Op de Tervuursesteenweg net op de scheiding Elewijt-Perk (kant van Perk) is er overlast. Dit knelpunt is niet gekend door de Provincie Vlaams-Brabant (beek 3e cat.) (Watering der Barebeek) - De Broekgracht te Vilvoorde kent vooral in de winter wateroverlast. Vermoedelijk loost de tuinbouwschool hier op (veel serres). In het verleden werd eveneens de Perkegracht ingebuisd en komt zo onder de Woluwelaan.(Watering der Barebeek) Dit knelpunt is niet gekend bij de provincie. Beek derde cat. De tuinbouwschool laat weten dat zij veel water
September 2007
-6-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
-
-
-
-
-
-
opvangt van de serres voor eigenn bevoorrading. Er is/was sprake een eigen waterzuivering te installeren. Broekgracht zorgt bij hevige regenval voor wateroverlast in de Kluitingsstraat. Het water loopt langs de straat. Een reden is dat de duiker onder de straat mogelijk verstopt is (slechte oude kwaliteit) en riolering misschien niet genoeg kan afvoeren. Dit moet verder onderzocht (Watering der Barebeek) Dit knelpunt is niet gekend bij de provincie. Beek derde cat. Een andere reden is het feit dat de stadsgracht, overwelfd onder de Kluitingstraat en verbonden met de Zenne, door een hoge waterstand in de Zenne niet langer kan lozen, waardoor problemen optreden. Ook de afvoer van de dienstwegen naast de woluwelaan komen in de Broekgracht terecht, evenals het hemelwater van een nieuwe verkaveling. Daar zijn nu wel pompen geplaatst om hinder in de verkaveling te voorkomen. De bouwpercelen in woongebied gelegen aan een voldoende uitgeruste weg zijn nagenoeg volgebouwd. Aanvragen voor ontwikkeling van nieuwe verkavelingen passeren uiteraard langs de gemeente. Zo werd een aanvraag tot verkavelings-wijziging geweigerd (provincie : niet geweigerd, wel werden er voorwaarden opgelegd) voor het opvoeren van het aantal kavels in een reeds vergunde verkaveling, ter hoogte van de Sparrendreef-Haachtsesteenweg omdat er een reliëfwijziging was gepland, die mogelijk gevolgen zou kunnen hebben voor de bestaande bewoning in de buurt. Onder voorwaarden is de vergunning toch toegestaan door de gemeente. Er wordt door de gemeente nogmaals op gewezen dat het zeer moeilijk is voorwaarden op te leggen voor nieuwe bebouwing. Onduidelijkheid omtrent de watertoets. (Kampenhout) Ter hoogte van de Vaartstraat, naast de camping, plant de gemeente de aanleg van een nieuwe verkaveling. Het water kan daar moeilijk weg. Als oplossing voorziet de projectontwikkelaar een infiltratiebed voor de volledige verkaveling of een afwatering naar de Goorbeek die uitmondt in de riolering in de Trianonlaan. Probleem dat dan ontstaat is dat de capaciteit van de Goorbeek te klein wordt (overwelfd?), wat stroomafwaarts dan weer wateroverlast kan veroorzaken. Eventueel komt het vervuilde water van de Goorbeek nadien in de Bergbeek terecht, wat nu nog een weinig vervuilde waterloop is. Aquafin heeft voorgesteld het regenwater van het hele gebied af te leiden naar het domein van Hofstade. Daarvoor moest de gemeente riolering leggen naar de collector. De politiek heeft dat niet goedgekeurd. (meer verduidelijking indien mogelijk?) (Boortmeerbeek) Een werk dat door aquafin wordt gepland is de afkoppeling van de Goorbeek van de riolering in de Trianonlaan. De Goorbeek zal de Trianonlaan kruisen en via het Bloso-domein in de Bergbeek terechtkomen. In de Goorbeek komt veel afvalwater van Boortmeerbeek terecht. Als de vervuilde Goorbeek nu in de Bergbeek terechtkomt zal ook deze vervuilen. Dit is een knelpunt naar Aquafin die de verdunning wil tegengaan, maar op die manier een nu propere beek gaat vervuilen. Het probleem zou uiteraard opgelost worden indien Boortmeerbeek riolering zou leggen.(Zemst) Lokaal zijn er blijkbaar, af te leiden uit de kaart van de recent overstroomde gebieden, toch nog gebieden, die in het verleden bij hevige regenval te lijden hadden onder wateroverlast. (misschien toch nog eens navraag doen bij collega's? (Boortmeerbeek) In Elewijt zijn er geregeld problemen met de Binnebeek. Problemen worden mede veroorzaakt door het pompstation in de Vekestraat, maar dat verdwijnt. De Binnebeek is aangesloten op het gemengd rioolstelsel in de Vekestraat. Op het einde van Vekestraat staat een pomp die dat water oppompt naar de Barebeek. Bij te veel regen kan de pomp dat water niet aan, en komt er water via de waterslikkers op de straat. De gemeente plant een afkoppeling van de Binnebeek van de riolering als aquafin de collector Weerde aanlegt. De Binnebeek zal waar mogelijk in ere hersteld worden. De pomp in de Vekestraat verdwijnt. Binnen twee jaar zou dat opgelost moeten zijn. (Zemst) Op verschillende plaatsen komt wateroverlast voor als gevolg van water dat niet weg kan. Altijd laaggelegen en moeilijk infiltreerbaar gebied. Het water van hogerop stroomt in de 'put'. Daar staat dan water, maar dat vormt geen groot probleem. (Prinsenveld en Elewijtsesteenweg). (Zemst)
September 2007
-7-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Er zijn een aantal kleinere bufferbekken voorzien om het water op te houden. Er wordt er eentje gebouwd in de Broekstraat. In het kader van de collector Eppegem worden de bouw van vier wachtbekkens gepland. In de stationstraat is er een bufferbekken van de gemeente. (Zemst) - Voorlopig worden er nog vergunningen toegekend maar, binnen de wettelijke beperkingen, wordt er zo veel mogelijk rekening mee gehouden om in ‘natte’ gebieden, het aantal vergunningen te beperken. Probleem is dus dat er voorlopig een wettige basis ontbreekt om in natte gebieden bouwvergunningen te weigeren. In die gevallen wordt het terrein vaak gewoon opgehoogd alvorens te bouwen. Dit gebeurde ondermeer voor de OCMWverkaveling ,langs de hooidonksestraat en in Leest. (Mechelen) - Ter hoogte van het Mechels Broek en Muizenhoek (op het grondgebeid van Mechelen) is er maar één klep waarlangs het waterniveau in dit gebied kan geregeld worden. Jammer genoeg zijn er drie belangengroepen die alle drie andere wensen hebben wat betreft de waterstand in het gebied. De beheerders van het natuurreservaat willen het gebied nat houden zodat het terug kan omgevormd worden tot een broek (oorspronkelijk was dit gebied een broek maar omwille van de Sigmawerken is het veel droger geworden en dreigt de typische broekvegetatie te verdwijnen.) De bewoners van het gebied willen uiteraard dat de zone droog wordt gehouden. De landbouwers, als derde partij, willen dan weer dat het broek in de zomer droog staat. Er zal dus een oplossing moeten gezocht worden voor het gezamenlijk beheer van de klep. De klep is van een privé-eigenaar, de stad wil deze in beheer nemen. (Mechelen) - Bijkomend probleem is dat het afvalwater van een straat in Muizen voorlopig nog gewoon via de baangrachten wordt afgevoerd. Gevolg is dat de meeste bewoners die gracht hebben in gebuisd en dat het probleem enkel zichtbaar is voor enkele huizen. Er komt wel een aquafincollector vlakbij maar er is niet voorzien dat er een aansluiting wordt gelegd. Een KWZI zou misschien logischer zijn aangezien aquafin vanuit de collector het water helemaal naar de andere kant van Mechelen zal voeren en de afvoer van het afvalwater volledig afhankelijk is van werking van de pompen op deze installatie. Momenteel wordt er een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de beste oplossing. (Mechelen) - Er worden een drietal grotere woongebieden voorzien, naast de wijk Stuivenberg (400 woningen voorzien, nt in het deelbekken), tussen de Boerenkrijgstraat en de Papenhofdreef (250 woningen voorzien) en tot slot tussen de Leuvensesteenweg en de Leuvense Vaart ter hoogt van Hofstade (600 woningen voorzien). In het laatste gebied zijn er waterproblemen. (Mechelen) - Op de Heibeek (bijna aan de monding) bevindt zich een overstort waarvan de drempel iets te hoog ligt. Bij eb kan er onvoldoende afgewaterd worden vanuit de Heibeek in de Dijle. (Willebroek) - Langsheen de Dijleweg liggen een aantal woningen in risicogebied voor overstromingen die in het recente verleden opnieuw zijn overstroomd. (Bonheiden)
2.
Waterkwaliteit
In het AWP II wordt het deelbekken van de Barebeek/Benedendijle opgenomen in het deelgebied van de Dijle na de monding van de Weesbeek (Excl.) tot de samenvloeiing met de Nete (VHA-zone 724-727). Getoetst aan de huidige Vlarem II-normen van 16 en 10 mg N/l en 1mg P/l dienen er geen reducties te worden doorgevoerd in dit gebied. Om te voldoen aan de norm van 30 mg CZV/l dient de geloosde vuilvracht in dit deelgebied met 8% af te nemen. Van de gemeten vuilvracht aan CZV, stikstof en fosfor kan respectievelijk 8%, 33% en 18 % niet worden toegewezen aan de doelgroepen. De huishoudens zijn verantwoordelijk voor 90% van de gekende CZV-vracht, voor stikstof bedraagt het aandeel 82% en voor fosfor 86%. De landbouw is verantwoordelijk voor 14 % van de stikstof- en 4% van de fosforimissies in dit deelgebied.
September 2007
-8-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota De biologische waterkwaliteit op de onbevaarbare waterlopen in het deelbekken van de Barebeek en Benedendijle varieert van matig tot zeer slecht. De molenbeek te Kampenhout (2002) en de Platte Steenbeek, op de grens Vilvoorde-Steenokkerzeel (2000) hebben een matige biologische waterkwaliteit. De Barebeek, voorbij Hostade (2002-2003) kent een zeer slechte biologische kwaliteit tot net voor de monding in de Dijle (2003), waar de kwaliteit slecht is. De Dijle heeft een matige biologische kwaliteit te Muizen (2000), meer stroomafwaarts kent ze een slechte bioloische waterkwaliteit. Het Dijlekanaal Leuven-Mechelen kent in Boortmeerbeek (2002) nog een matige biologische waterkwaliteit, voorbij Mechelen (2002) is de kwaliteit zeer goed. De chemische waterkwaliteit van de onbevaarbare waterlopen varieert van matig verontreinigd tot verontreingd. De Molenbeek te Kampenhout (2002) is matig verontreinigd, meer stroomafwaarts, op de grens Kampenhout-Steenokkerzeel (2002) is het water verontreinigd. De Platte Steenbeek te Houtem (2001) kent een matig verontreinigde toestand. De Barebeek (2001, 2003) heeft een verontreinigde chemische waterkwaliteit op alle zes de meetpunten. De Dijle heeft een matig verontreinigde tot verontreinigde chemische waterkwaliteit, het Dijlekanaal een matig verontreinigde toestand in Boortmeerbeek (2002) en een aanvaardbare kwaliteit te Mechelen (2003). De chemische waterkwaliteit in het BLOSO-domein te hofstade (2003) en het provinciaal domein Nekker te Mechelen (2003) is niet verontreinigd. In het Battel (2003) is de chemische waterkwaliteit aanvaardbaar. In het deelbekken werden 45 diffuse lozingspunten, met een totale vuilvracht van ± 6037 IE vastgesteld. Er werden 75 relevante lozingspunten geconstateerd, waarvan 46 met een vuilvracht groter dan 100 IE. De totale relevante lozingsvuilvracht bedraagt ± 98.000 IE. De vuilvracht van de Vrouwvliet, aan de monding in de Dijle bedraagt 63000IE. Er zijn 10 industriële lozingspunten vastgesteld, cijfers omtrent de geloosde vuilvracht zijn er niet.
ALGEMEEN - De verdunning van het afvalwater door aansluiting van parasitaire debieten (draineringsbuizen, grachten, waterlopen of roosters op de weg, aansluiting van verharde oppervlakte, slecht werkende of foutief aangesloten infrastructuur, infiltratie,...) is in het deelbekken van de Zuunbeek een knelpunt. Verdunning geeft aanleiding tot minder optimale zuivering, vergroot de kans op wateroverlast, zorgt voor extra aanslibbing in de riolen en heeft een negatieve impact op de werking van pompen en de overstortfrequentie. VMM stelde op basis van een voorlopig terreinonderzoek of via een onderzoeksprocedure o.a. vast dat in het deelbekken op 38 plaatsen knelpunten met betrekking tot de riolering zijn (aansluiting van grote verharde oppervlakte, aansluiting van waterlopen op de riolering,...). Deze lijst is niet limitatief en moet verder aangevuld. In vele gevallen gaat het om debieten die 'makkelijk' kunnen omgeleid worden naar de waterloop. Een overzicht van deze knelpunten wordt als bijlage toegevoegd aan de lijst met knelpunten en kansen. - Overstorten zijn inherent aan de aanleg van niet gescheiden stelsels. Door de aansluiting van parasitaire debieten en een toenemende verharde oppervlakte, stijgt de overstortfrequentie. Het first flush effect kan, vooral na lange tijden van droogte, soms voor een kortstondige vuiluitworp zorgen. In het deelbekken van de Barebeek/Benedendijle zijn er ± 20 overstorten aanwezig, gepland of in uitvoering. - Interleuven werkt aan een algemeen waterplan Kortenberg dat vooral gericht is op oplossingen voor wateroverlast en slibruiming. (Kortenberg) - Kortenberg is door de VMM aangeduid als pilootgemeente voor de opmaak van de nieuwe zoneringsplannen. De gemeente heeft deze taak tot nu naast zich neergelegd wegens tijdsgebrek. De controle op het terrein is geen eenvoudige taak. (Kortenberg) - Steenokkerzeel-Noord is pas in werking gesteld(zuivering van 10-15% van het totaal aantal inwoners van Steenokkerzeel). Voor Steenokkerzeel-zuid is er nog geen concrete planning (wel inplantingsplaats). Voor het zuiveringsgebied Melsbroek is er nog geen eensgezindheid September 2007
-9-
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota omtrent de inplantingsplaats van de RWZI. Een eerste mogelijke lokatie ligt ter hoogte van Huinhoven, een tweede meer noordelijk ter hoogte van de Molenstraat. Indien gekozen wordt voor de tweede lokatie, zou het noordelijke deel van de gemeente daar ook eventueel op kunnen aansluiten. Nu moet het afvalwater van het noordelijke deel van de gemeente nog richting RWZI Grimbergen, waarvoor de inplantingsplaats rond is en met de bouw dra van start wordt gegaan. (Steenokkerzeel) - De gemeente is voor een groot stuk niet voorzien van echte/goede riolering. Grachten zijn vaak overwelfd en doen dienst als moerriool. Dit is het geval voor de volledige Steenweg Leuven-Mechelen. Het water van die moeriolen/open riolen komt heel vaak terecht in andere waterlopen. Ook de industrie loost heel vaak, via moerriolen/open riolen of rechtstreeks op oppervlaktewater. Er is ook niet echt een goed beeld van het rioolstelsel. VMM/Aquafin zou een rioleringsplan hebben opgemaakt (nagaan?) (Boortmeerbeek) - De waterkwaliteit van de Barebeek is zeer slecht. De grote vervuilers zijn: 1. Luchthaven: BIAC is sterk verantwoordelijk voor de watervervuiling. Via de Lopende beek naar Lelle-leibeek stroomt het afvalwater het gebied binnen. De luchthaven loost eerst op drie wachtbekkens daarna op de waterloop. Knelpunt: het wachtbekken ‘Vogelzang’ van BIAC wordt niet geruimd: bij regenval stort het zwaar vervuild opgewoeld slib over naar de waterloop. De milieu-inspectie heeft aan aantal jaar geleden hier al een PV voor opgesteld omdat bepaalde bedrijven op het luchthaventerrein niet conform waren met de voorwaarden voor hun aansluiting. De Watering heeft een klacht neergelegd bij de Procureur des Konings. De reactie was een brief waar in stond dat de procureur ‘boos’ was wegens feit dat de luchthaven niet zuiverde. De BOB van de luchthaven zou ‘schotbalken’ zetten. Dit voorstel werd afgevoerd. Met de geplande waterzuivering in Peutie (grondgebied Vilvoorde) zou het afvalwater eerst naar het station en dan terug naar de Lelle-Leibeek gepompt worden. 2. Kazerne Peutie: had een zuiveringsstation dat niet meer werkte. Na reactie van de Watering werkt het terug. 3. Ziekenhuis van Melsbroek loost ook op bovenlopen Barebeek alsook een deel van de gemeente Melsbroek (deelgemeente Steenokkerzeel) zelf. (Watering der Barebeek) 4. Ook alle verkavelaars lozen op de beek. (Reactie BIAC: "BIAC heeft de afgelopen tien jaar zware inspanningen geleverd om haar afvalwater en regenwater te scheiden. Mits een aantal nog ontbrekende schakels, waarvoor een oplossing is voorzien, is ze daar ook in geslaagd. Zo loost BIAC geen afvalwater meer in de beek. Schadelijke producten, zoals Kerosine en het de-icingproduct, worden alvorens ze in de waterloop kunnen terecht komen, opgevangen (via olie-afscheiders en een aparte de-icing riolering) In het gemeentelijk wachtbekken Vogelzang komt enkel hemelwater terecht van BIAC. De zandvang, waarin het hemelwater terecht komt, wordt wel geruimd.") - Er worden geen analyses meer uitgevoerd op de kwaliteit van het oppervlaktewater tot zolang de lozingspunten niet worden opgeheven. Volgend jaar zou eventueel de Veerlebeek kunnen worden getest. Het afvalwater dat daarin werd geloosd gaat naar Steenokkerzeelnoord. (Steenokkerzeel) - Gezien de goede staat van de riolering wordt maar zeer weinig riolering vervangen. Er zijn geen budgetten om systematisch gescheiden riolering aan te leggen. Nieuwe verkavelingen (schaars) wordt wel een gescheiden stelsel opgelegd in de vergunning. Moeten er rioleringswerken gebeuren dan wordt wel geopteerd voor een gescheiden stelsel. Er komt binnen afzienbare tijd een plan met de correcte opmetingen van het rioolstelsel (type, diepte, richting, met luchtfoto's). (Zaventem) - De toestand van de riolering is goed. Het nazicht van de riolering gebeurt als er tijd voor is, de knelpuntgebieden (minieme helling) uiteraard eerst. Bij problemen gebeurt er een
September 2007
- 10 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
-
-
-
-
-
cameraonderzoek. De nieuwe heraangelegde straten/verkavelingen (schaars) worden steeds gescheiden uitgevoerd (Kleine Ham, Ter Bank, de Steenweg op Peutie). (Machelen) Gescheiden riolering worden aangelegd waar mogelijk. Al was het maar omdat de subsidie voor de aanleg hoger is. In een vijftiental straten is reeds gescheiden riolering voorzien ( lijst voorhanden). (Kortenberg) -De kostprijs voor de aanleg van een gescheiden riolering is stukken hoger dan van een gemengd stelsel. Het subsidiëringsprogramma van VMM is niet altijd even transparant en is omslachtig. Voor dringende zaken is het heel vaak te laat om subsidiedossiers in te dienen en er wordt dan ook vaak gekozen voor de aanleg van gemengde stelsels. De gemeente is er zich van bewust dat dit niet steeds de beste keuze is, maar vindt dat de subsidiërende overheid haar weinig keuze laat. (Kampenhout) Rioleringswerken worden uitgevoerd daar waar de nood het hoogst is. Dichtbebouwde gebieden komen eerst aan bod. De gemeente volgt in de eerste plaats VMM en Aquafin, die zo snel mogelijk een zo groot mogelijke vuilvracht wil inzamelen. de timing is niet altijd makkelijk om volgen. (Kampenhout) De toestand van de riolering is op sommige plaatsen behoorlijk/goed, andere straten zijn in slechte staat (Pensionaatlaan, Pastor Galmardstraat, Van Heylenstraat). Het gaat dan vooral om de oudste rioleringen. Voor de laatste zijn er plannen voor vervanging, wanneer de zuivering verder wordt ontwikkeld/aangelegd. Nieuwe rioleringen worden steeds gescheiden aangelegd. Er wordt niet steeds een nieuwe riolering aangelegd bij wegeniswerken. Rioleringswerken worden uitgevoerd op basis van werken die andere overheden uitvoeren. Het budget wordt ook daarop afgestemd. (Steenokkerzeel) In een aantal straten werd reeds een gescheiden stelsel aangelegd. De meeste rioleringen die momenteel worden aangelegd zijn gescheiden stelsels. (Vilvoorde) Er wordt niet systematisch gekozen voor gescheiden rioleringen. Veel meer opteert de gemeente ervoor het regenwater lokaal te bergen. (Boortmeerbeek) Er is geen systematisch plan voor de heraanleg van rioleringen. Er wordt waarschijnlijk(?) wel een jaarlijks bedrag voorzien voor de aanleg ervan. (Boortmeerbeek) Er wordt systematisch gekozen voor de aanleg van gescheiden stelsels, tenzij het technisch niet mogelijk is. (Zemst) Voorlopig zijn er nog niet veel zones waar er een gescheiden rioleringstelsel ligt (enkele industrieterreinen, een 10-tal straten en enkele straten in het centrum). Bij de aanleg van nieuwe straten of wegenwerken wordt er, daar waar mogelijk wel een gescheiden stelsel gelegd en indien mogelijk worden de grachten opengehouden. In het centrum wordt er een speciaal afkoppelingsbeleid gehanteerd. Het dakwater komt in principe in de Binnen-Dijle terecht (toch voor de grote dak oppervlaktes), het straat water daarentegen wordt wegens de kans op vervuiling in de Dijle gewoon via de riool afgevoerd. (Mechelen) Daar waar mogelijk worden enkel nog gescheiden stelsels aangelegd. Investeringen voor rioleringswerken worden nog vaak vooruitgeschoven. (Bonheiden) Daar waar nieuwe riolering wordt aangelegd wordt er sowieso voor een gescheiden stelsel geopteerd. Daar waar problemen met de riolering zijn, waar het wegdek wordt vervangen of waar Aquafin reeds werken plant, worden eerst rioleringwerken uitgevoerd. In sommige gevallen wordt de aansluiting op een gescheiden rioleringsstelsel door de gemeente zelf gerealiseerd. (Willebroek)
KWZI / IBA - In de gemeente zijn er maar enkele straten die niet gerioleerd zijn. Voor die straten is de kans reeël dat er nog een riolering komt, zonder al te grote kosten. Vandaar dat IBA's binnen de gemeente niet worden opgelegd, en er geen subsidie wordt voorzien. (Zaventem) - Aangezien het grootste deel van Zaventem is gerioleerd, zijn er geen gebieden waar een KWZI zou kunnen, tenzij als voorbeeldproject. (Zaventem)
September 2007
- 11 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Er is nog geen subsidiebesluit voor de aanleg van IBA's. De samenwerkings-overeenkomst verplicht de gemeente dat te doen. Anderzijds zijn er in Machelen weinig of geen lokaties die niet/nooit gerioleerd zijn/zullen worden. De gemeente stelt zich dan ook vragen bij de relevantie van zo'n besluit. De nieuwe zoneringsvoorstellen van VMM worden afgewacht. (Machelen) - De gemeente heeft een subsidieregelement voor de aanleg van een IBA (248€). De gemeente vraagt zich wel af waarom de provincie de subsidie die ze vroeger wel voorzag geanuleerd heeft. (Kortenberg) - Nieuwbouwwoningen in de C-zone, worden verplicht een IBA aan te leggen. Het wordt opgelegd in de bouwverordening. Er worden subsidies gegeven. De gemeente controleert de goede werking. De inwoners wordt aangeraden een milieuvergunning aan te vragen. Op die manier kan de afvalwaterheffing worden opgeheven. Aminal komt de werking van de IBA dan ook controleren. Zij controleren het effluent. De C-zone bevindt zich voornamelijk in het noorden van de gemeente, vanaf Bos Ter Veld. (Steenokkerzeel) - De aanleg en de inplanting van de KWZI mag niet worden overgelaten aan inwoners. Momenteel gebeurt dit nog door de inwoners maar in de toekomst zal dit waarschijnlijk worden overgenomen door Riobra. De grond waarop de KWZI staat, die paalt aan/deel uitmaakt van een woning zou in waarde kunnen dalen. Bovendien moet er voldoende open ruimte zijn om een KWZI te voorzien. (Steenokkerzeel) - Voor de aanleg van IBA’s is een subsidieregelement voorzien. Vorig jaar (2003) zijn er een drietal aanvragen geweest en gesubsidieerd. in 2004 waren er geen aanvragen. Anderzijds wacht de gemeente opnieuw op Aquafin en VMM tot de zoneringsvoorstellen definitief klaar zijn/goedgekeurd worden. Bovendien kan de gemeente de inwoners geen honderd procent zekerheid bieden. Als er in de straat dan toch riolering komt in de toekomst, zijn de inwoners veplicht aan te sluiten. (Kampenhout) - Uit de zoneringsplannen zullen eventueel locaties naar voor komen die in aanmerking komen voor de bouw van een KWZI of IBA’s. Dit zal moeten blijken uit de zoneringsplannen. (Kampenhout) - Woningen in C-zone moeten hun afvalwater zelf zuiveren en worden dus een IBA opgelegd. Er is een subsidiereglement. (Vilvoorde) - Aangezien het grootste deel van Machelen is gerioleerd, zijn er geen gebieden waar een KWZI zou kunnen/nodig wordt geacht. (Machelen) - IBA's worden opgelegd in de C-zone. Ze worden gesubsidieerd. Inwoners krijgen de vrije keuze naar model en dergelijke. Het moeten gecertificieerd zijn. De gemeente voert nadien een controle uit op de goede werking/aanleg. (Boortmeerbeek) - Aangezien er weinig C-zone gebied is en er op die plaatsen ook zeer weinig huizen geclusterd voorkomen is de aanleg van KWZI (nog) niet aan de orde. (Boortmeerbeek) - Zemst is goed voorzien van KWZI. Zemst-Kapelstraat, Zemst-Laerebeek, Zemst-Kesterbeek, Zemst-Bosstraat. Bosstraat moet nog gebouwd. (Zemst) - De gemeente heeft een subsidieregelement voor de aanleg van IBA’s, voor woningen in de czone. Zowel voor nieuwbouw als bij renovatie. Er zijn niet echt veel aanvragen. Tot op heden zijn er een 15-tal geïnstalleerd, 4-5 per jaar. (Zemst) - Naar de mogelijke aanleg van KWZI werd voorlopig nog niet gekeken. Het grote project langs de E19 is veel belangrijker en zal veel van het budget voor rioleringswerken wegnemen. (Mechelen) - Er is een subsidieregelement voor de aanleg van IBA's. KWZI's worden momenteel nog niet systematiesch ingepland vanwege de prioritaire behandeling van grotere bewoningszones. Problemen die zich voordoen zijn enerzijds het verlies van kavels (in de praktijk zal de stad een kavel moeten aankopen voor de installatie). Anderzijds is er het onderhoud van de installaties. Momenteel loopt er een voordbeeldproject ter hoogte van Muizenhoek. (Mechelen) - Er bestaat een subsidiereglement voor de aanleg van een KWZI/IBA het geldt voor bewoners woonachtig in C-zone. (Bonheiden) September 2007
- 12 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Er is een gemeentelijke premieregeling voor de bouw van een IBA. Enkel bij de installatie in C-zone. IBA’s worden voorlopig nog niet opgelegd. (Willebroek)
HEMELWATERPUTTEN / INFILTRATIE / BUFFERING AAN BEDRIJVEN / SEPTISCHE PUTTEN - Hemelwaterputten worden opgelegd bij nieuwbouw en renovatie. Voor beide is er een subsidie voorzien. Hergebruik wordt verplicht opgelegd. Bij infiltratie heeft de gemeente een beetje haar twijfels, onder meer omwille van de ondergrond. (Zaventem) - De gemeente heeft een subsidiereglement voor de aanleg van een regenwaterput. Bij nieuwbouw is het verplicht en moet de bouw conform de code van goede praktijk aangelegd worden. (Kortenberg) - Hemelwaterputten worden opgelegd bij nieuwbouw en renovatie. Bestaande woningen worden gestimuleerd met een subsidie. Hergebruik wordt verplicht opgelegd (subsidiebedrag is ermee gelinkt). Bij infiltratie heeft de gemeente een beetje twijfels, onder meer omwille van de ondergrond. (Machelen) - Zowel voor nieuwbouwwoningen als bestaande woningen wordt een subsidie gegeven voor de aanleg van een hemelwaterput. Bestaande woningen krijgen een hogere subsidie. Hergebruik wordt verplicht opgelegd. Infiltratievoorzieningen worden aan particulieren nog niet opgelegd, maar worden wel gesubsidieerd. De gemeente heeft wel een infiltratievoorziening opgelegd voor een volledige verkaveling. (Steenokkerzeel) - De aanleg van een hemelwaterput wordt opgelegd door de gemeente bij nieuwbouw en grote verbouwingen. Er is een subsidieregelement voorzien. Hergebruik wordt opgelegd, maar de controle erop is moeilijk. Infiltratie is ook verplicht, maar dat is in de praktijk niet haalbaar. -De aanleg van een hemelwaterput wordt door de gemeente bij nieuwbouw en grote verbouwingen opgelegd. Er is een subsidiereglement voorzien. Hergebruik wordt opgelegd maar de controle erop is moeilijk. Infiltratie is ook verplicht, maar dat is in de praktijk niet haalbaar. Ook voor bestaande woningen is er een subsidiereglement. In de praktijk komt daar weinig reactie op. Bovendien hebben de meeste oudere woningen een HWP(hemelwaterput). (Kampenhout) - Controle op de aanleg van een hemelwaterput en het hergebruik is in de praktijk moeilijk uitvoerbaar. (Kampenhout) - Vilvoorde heeft een subsidiereglement voor de aanleg van een hemelwaterput en infiltraitevoorzieningen, voor bestaande en (her)nieuwbouwwoningen. Hergebruik is verplicht. Bij nieuwbouw is de aanleg van een hemelwaterput en/of een infiltriateivoorziening verplicht. (Vilvoorde) - De gemeente heeft een subsidiereglement voor de aanleg van hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen. Gezien de ondergrond goed infiltreerbaar blijkt, is de gemeente zinnens strikt toe te kijken op de infiltratie, eerder dan te zorgen voor gescheiden riolering, waarvan een regenafvoerbuis naar de beek geleid wordt. De gemeente voert ook de controle uit op de goede aanleg. Meer en meer wordt geopteerd, binnen verkavelingen voor een gezamenlijke infiltratie. (Boortmeerbeek) - In zuiveringszone A is een septische put niet langer verplicht. In zone B en C is het verplicht. (Boortmeerbeek) - Er is een gemeentelijk subsidiereglement voor de aanleg van een regenwaterput en een infiltratievoorziening. Subsidies worden gegeven voor renovatie. Een deel van het water moet hergebruikt worden. Nu de provinciale verordening in voege is, wordt de provinciale gevolgd. (Zemst) - Opvang van regenwater, hergebruik en infiltratie zijn opgenomen in de geïntegreerde rioleringsverordening. (Mechelen)
September 2007
- 13 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Reglement aanwezig. Er wordt een premie uitgegeven voor de afkoppeling van regenwater. Deze bedraagt 75 euro. Het regenwater moet dan geloosd worden in een beek, gracht, vijver of bezinkingsconstructie. (Bonheiden) - Er is ook een subsidieregelement voor de aanleg van een hemelwaterput en hemelwatergebruik. (Bonheiden) - De gemeente verbindt zich er toe een gemeentelijke premie toe te kennen voor de aanleg van een infiltratievoorziening voor niet-verontreinigd hemelwater. Op de infiltratievoorziening is minstens 50 m² verharde oppervlakte aangesloten. (Bonheiden) - Bij nieuwbouw wordt de aanleg van een hemelwaterput verplicht, bij verbouwingen wordt er een subsidie voorzien. Er wordt ook voorzien in een premie bij de installatie van een infiltratievoorziening. (Willebroek) - Door de druk die er nu nog steeds is op het gemeentelijk rioolstelsel, zal het van groot belang zijn, extra buffering te voorzien bij het ontstaan van nieuwe verharde oppervlakten, en nu al eventueel uit voorzorg. Bij nieuwbouw wordt in overleg gezocht naar mogelijkheden. De gemeente vraagt bij grote projecten ook steeds advies aan studiebureau Clercks. Zij hebben het TRP opgesteld. (Zaventem) - Bestaande bedrijven wordt bij een nieuwe aanvraag van de milieuvergunning ook voorwaarden naar buffering opgelegd. Nieuwe bedrijven worden voorwaarden opgelegd bij de bouwvergunning. (Machelen) - Bij nieuwbouw-uitbreiding van industriegebied, worden voorwaarden opgelegd naar het gebruik van doorlaatbare materialen en voorwaarden voor buffering en infiltratie. De controle op de goede uitvoering is in de praktijk niet eenvoudig. (Kortenberg) - Bij grote projecten let de gemeente er wel op voorwaarden naar buffering op te leggen aan b.v. nieuwe bedrijven in de KMO-zone, een project van service-flats (ligt stil), een complex in het centrum van Steenokkerzeel. Ook aan de nieuwe gebouwen op de luchthaven worden voorwaarden opgelegd. In het zuiden van de gemeente bevindt zich de luchthaven van Zaventem. Het is een zeer grote verharde oppervlakte. (Steenokkerzeel) - Buffering aan grotere verharde oppervlakken/industrie? (Vilvoorde) - Bedrijven wordt buffering opgelegd ter compensatie van de verharde oppervlakte die ze verwezenlijken. Er wordt hen ook opgelegd te zoeken naar alternatieven voor het oppompen van grondwater. Daar waar mogelijk moet hergebruik van regenwater primeren. (Boortmeerbeek) - Aan de industrie worden voorwaarde opgelegd afhankelijk van het dakoppervlak. Regenwaterputten/vijvers worden wel opgelegd. (Zemst) - Vanaf een verharde oppervlakte van 1000 m² wordt een buffering van 100 m³/ha opgelegd. (Mechelen) - Bij grote verharde opp. wordt een buffering opgelegd volgens de code van goede praktijk. (Willebroek) - Septische putten worden niet opgelegd. Er zijn geen problemen naar verstoppingen of stagnatie in de riolering. Er zijn nog wel gebieden waar een septisch put aanwezig is. (Zaventem) - Septische putten worden niet opgelegd. Er zijn geen problemen naar verstoppingen of stagnatie in de riolering. Er zijn wel wonigen met een septische put. (Machelen) - Septische putten? verplicht? (Kortenberg) - Septische putten worden verplicht zolang er geen vooruizicht is op een collectering. Bij nieuwbouw wordt er opgelegd een kortsluiting te voorzien in afwachting van collectering. In gebieden waar de septische put niet langer in gebruik is, hebben zich nog geen problemen voorgedaan. (Steenokkerzeel) - -De bouw van een septische put wordt verplicht opgelegd. De gemeente heeft de ervaring als er geen septische putten liggen er verstoppigen optreden. Bovendien zijn de mensen bij hun eigen septische put een beetje voorzichtiger met alles wat ze doorspoelen. (Kampenhout) September 2007
- 14 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Septische putten? (Vilvoorde) - Septische putten zijn verboden indien er riolering ligt in de straat. In C-zone wordt het wel opgelegd. Er is geen weet van knelpunten met verstopte riolering. (Zemst) - Septische putten zijn wel verplicht. (Mechelen) - Septische putten worden nog opgelegd in afwachting van een duidelijker rioleringsplan. (Bonheiden) - In het oosten van de gemeente is de aanleg van een septische put verboden, in het westen van de gemeente is de aanleg ervan nog verplicht. (Willebroek)
OVERWELVEN GRACHTEN / HERWAARDERING VAN GRACHTENSTELSELS - Er zijn weinig grachten. In het kader van nieuwe projecten is het vaak niet mogelijk grachen in te schakelen (aan te leggen). (Zaventem) - Er is geen stedenbouwkundige verordening m.b.t. overwelven van grachten. (Zaventem) - Er is geen stedenbouwkundige verordening m.b.t. overwelven van grachten. Dit wordt bekeken in het kader van het milieujaarprogramma. (Machelen) - Voor de herwaardering van grachtenstelsels is het nog wachten op het plan van Inter Leuven. Daaruit kunnen zaken naar voor komen om aan herwaadering te gaan doen. (Kortenberg) - Er is een stedebouwkundige verordening die het verbiedt baangrachten geheel of gedeeltelijk dicht te maken, of te beschoeien met materialen die de infiltratie van water naar de bodem kunnen tegenwerken. Slechts om strikt technische redenen kan hiervan afgeweken worden. En mits voorafgaande en schriftelijke steden-bouwkundige vergunning. (Kortenberg) - De herwaardering van grachtenstelsels/de gelegenheid om grachtenstelsels te herwaarderen is nog niet voorgekomen. Ingebuisde grachten zullen bij de aanleg van echte riolering eerder opnieuw dienst doen als riool dan opengelegd te worden en dienst te doen voor de regenwaterafvoer. (Steenokkerzeel) - Er is een stedenbouwkundige verordening m.b.t. overwelven van grachten. Deze is van kracht. (Steenokkerzeel) - -De waterkwaliteit van de grachten is nog te slecht om het overwelven ervan te verbieden. Een ontwerpregeling over de overwelving van baangrachten zal ter evaluatie worden onderzocht en voorgelegd aan het college. Nu is dat op de meeste plaatsen sowieso niet mogelijk, omdat de overwelfde grachten heel vaak nog dienst doen als riool. (Kampenhout) - Vilvoorde heeft een gemeentelijke stedenbouwkundige verordening die het overwelven van baangrachten verbiedt. (Vilvoorde) - Er is (wschl.?) wel een verordening die de overwelving van baangrachten verbiedt. Anderzijds zijn er toch nog een aantal projecten gepland voor een langere overwelving. (Boortmeerbeek) - Herwaardering grachtenstelsels/het openleggen van grachten uit het verleden wordt bekeken. (Boortmeerbeek) - Herwaardering van grachtenstelsels wordt in de open ruimte niet over het hoofd gezien. (Zemst) - De overwelving van baangrachten is vergunningsplichtig. (Zemst) - Grachtenstelsels krijgen in het RSP, dat dateert van 1998, de nodige aandacht. Zo is er sprake van de aanleg van beeklinten (zone van 5 meter rond de waterloop). (Zemst) - Er is een reglement mbt het overwelven van baangrachten. De stad Mechelen is zelf verantwoordelijk voor het aanleggen van overwelvingen (op kosten van de aanvrager). Er wordt aandacht geschonken aan het actief heropenen van baangrachten (concrete acties). In de praktijk blijken herwaarderingsprojecten echter moeilijk uitvoerbaar vanwege sterke tegenkanting van de bewoners. (Mechelen) - Er is een grachtenplan, opgesteld naar aanleiding van de overstomingen (lokatie van open, ingebuisde grachten, verweving met riool). Stimulatie van herwaardering grachtenstelsels via maximale overwelving van max. 5 m in de nog op te stellen bouwverordening. Er werden nog geen grachten opengelegd. (Bonheiden)
September 2007
- 15 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Er is nog geen verordening om de overwelving van grachten tegen te gaan en een herwaarderig van het grachtenstelsel te bespoedigen. Er wordt wel aan gewerkt. (Willebroek) -
SCHEIDEN RWA-DWA / AANSLUITING RIOLERING - Nieuwbouwwoningen zijn verplicht een gescheiden stelsel aan te leggen. De aansluiting op de riolering gebeurt door een aannemer in opdracht van de gemeente. (Na aanvraag van de bouwheer?-verplichte aansluiting?-controle?) (Zaventem) - Bij nieuwbouwwoningen en woningen die grote renovatiewerken ondergaan, wordt een gescheiden stelsel verplicht opgelegd. Naar bestaande woningen worden geen initiatieven genomen. De inwoners kunnen de aannemer zelf kiezen, die moet geregistreerd zijn. Bedrijven worden wel voorwaarden opgelegd, tenzij het bedrijf na motivatie aantoont dat het niet kan. (Machelen) - De gemeenteraad heeft beslist de aansluitingen op het openbaar rioleringsstelsel toe te vertrouwen aan de VMW en dit vanaf 1/01/2004. Het betreft de aanleg van rioolaansluitingen vanaf twee door de VMW te plaatsen inspectieputten ter hoogte van de rioollijn tot op de openbare riool. (Kortenberg) - Inwoners moeten een rioleringsvergunning aanvragen en zijn verplicht aan te koppelen op de riolering. Riobra adviseert de rioleringsvergunningsaanvragen en vraagt de gemeente het advies over te nemen in de bouwvergunning. De drinkwatermaatschappijen voeren de aansluitingen en controles uit. (Steenokkerzeel) - Er moet verplicht worden aangekoppeld aan de riolering als die er ligt. Er is een gemeentelijke verordening. Bij bestaande woningen moet er ook gescheiden gebouwd worden. Bij bestaande, niet gescheiden aangelegde woningen, is het niet realistisch op te leggen dat er moet gescheiden aangekoppeld moet worden als er gescheiden riolering in de straat wordt voorzien. (Kampenhout-Machelen) - Bij nieuwbouw en hernieuwbouw is het verplicht een gescheiden stelsel te voorzien. Indien er riolering in de straat ligt is men verplicht op de riolering aan te sluiten. Voorafgaand aan de aansluiting moet informatie/richtlijnen worden opgevraagd bij de diensten. (Vilvoorde) - Er is (wschl.?) wel een verordening m.b.t. afkoppeling van riolering. Nieuwbouwwoningen zijn verplicht een gescheiden stelsel te voorzien. Inwoners kiezen zelf een aannemer voor de aansluiting op de riolering. De gemeente controleert de aansluiting nadien. (Boortmeerbeek) - De gemeente doet de werken tot de laatste aansluitputjes. Dan is het aan de inwoners om zelf aan te sluiten. Steekproefgewijs wordt de effectieve aansluiting wel gecontroleerd. Er worden toch wel fouten ontdekt. Ook als in een RWA leiding afvalwater zit, wordt er een controle uitgevoerd in de straat. (Zemst) - Er is geen verordening die mensen oplegt bestaande woningen te voorzien van een gescheiden stelsel. Anderzijds worden de mensen er wel toe aangezet als er rioleringswerken gebeuren in de straat. Bovendien krijgen ze er subsidies voor, tot zes maand na de werken. Voor nieuwbouw moet er een gescheiden stelsel worden aangelegd, er zijn geen subisidies voor te krijgen. (Zemst) - De aansluiting op de openbare riolering in het buitengebied gebeurt vaak niet reglementair. De verplichting bestaat om de stad de aansluiting op de openbare riolering te laten uitvoeren. Dit reglement wordt echter niet nageleefd. (Mechelen) - Er is een gemeetnelijke verordening die de lozing van huishoudelijk afvalwater regelt met een verplichte aansluiting op de riolering en de afkoppeling van hemelwater afkomstig van particuliere woningen. (Bonheiden) - Er wordt gewaakt dat er bij nieuwbouw een gescheiden stelsel wordt aangelegd. (Willebroek)
September 2007
- 16 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
KNELPUNTEN / KANSEN - De gemeente doet veel inspanningen om riolering aan te leggen (100.000.000 bef2.500.000€). Ook aquafin voert geregeld werken uit, zodoende het afvalwater naar de RWZI te brengen. Dit moet uiteindelijk leiden tot propere beken. Probleem ligt ook soms bij stroomopwaarts gelegen gemeenten. (Zemst) - Zeer uitgesproken problemen met wateroverlast komen op het grondgebied van de stad Mechelen niet echt voor. Grotere knelpunten doen zich eerder voor wat betreft de waterkwaliteit. Kleinere waterlopen in bovenstroomse gebieden worden vaak nog als lozingsgrachten gebruikt waardoor de problemen zich stroomafwaarts opstapelen. De meeste problemen van deze aard blijven wel beperkt binnen de grenzen van het grondgebied van de stad Mechelen. Alle waterlopen ontspringen namelijk op het grondgebied van de stad Mechelen, met uitzondering van de Laarbeek. (Mechelen) - Wat betreft de afbakening van de zuiveringszones is Mechelen van mening dat er dringend werk moet gemaakt worden van een definitief rioleringsplan door Aquafin. Mechelen was bijna klaar met het vorige plan toen de reglementering werd veranderd. Het oude plan zal nu verder worden aangepast aan de nieuwe vereisten. Voorlopig wordt verder gewerkt met het bestaand plan. (Mechelen) - Bijkomend probleem is dat er niet de middelen en het geld beschikbaar zijn om voldoende controle uit te voeren op mogelijke overtredingen en al zeker niet om sancties te treffen. (Mechelen)
3.
Ecologie
Daarnaast werd er ook een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Het voornaamste doel van de ecologische inventarisatie was het beheer van de waterlopen beter af te stemmen op de ecologische potenties in het stroomgebied en mogelijkheden aan te reiken voor een ecologische herwaardering van de waterloop en de aan de waterloop grenzende gebieden. Enerzijds kunnen deze ideeën gebruikt worden om, al dan niet in het kader van waterhuishoudkundige werken, de waterlopen her in te richten in functie van specifieke ecologische doelstellingen, zoals bv. via de aanleg van oever- en bufferstroken, hermeanderingsprojecten, aanleg van natuurvriendelijke oevers, … Anderzijds kunnen scenario’s opgesteld worden die ingebracht kunnen worden in modellen, en die uiteindelijk zullen bijdragen tot de visievorming over de waterloop en de vallei binnen de waterhuishoudingsplannen. Uit de analyse van het projectgebied komen een 9-tal hoofdknelpunten naar voor, waarvoor de globale graad van belangrijkheid wordt aangegeven (***: zeer belangrijk; **: belangrijk; *: minder belangrijk). (Ecologsiche Inventarisatie en Visievorming in het kader van Integraal Waterbeheer: perceel 8 Stroomgebied van de Barebeek, Aminal, Afd. Water) − (1) In het projectgebied is een toenemende ruimtelijke versnippering en isolatie van deelgebieden merkbaar (**). De versnippering is te wijten aan verschillende oorzaken, de valleigebieden worden verdeeld door allerhande infrastructuurwerken, wegen en woonkernen. Dit probleem doet zich eerder beperkt voor in het zuidelijk deel van het stroomgebied (E19, luchthaven Zaventem, woonkern Steenokkerzeel), maar is in het e noordelijk deel is het zeer uitgesproken. In het valleigebied 1 categorie vormen het domein Planckendael, de Leuvense vaart, de lintbebouwing langs de Tervuursesteenweg (N227), de verschillende spoorwegen (Brussel - Mechelen), E19 - Schumannlaan (N267) en verschillende vrij dense woonkernen migratiebarrières dwars op de Barebeekvallei. Een ander probleem op vlak van migratie zijn de wegen parallel aan de waterlopen, en de oprukkende lintbebouwing langs deze wegen (bv. Ambroossteenweg, Muizenstraat). Door deze meestal (vrij) druk bereden routes is het voor organismen moeilijk om uit de vallei te migreren naar andere, drogere gebieden. Hierdoor geraken populaties die de Barebeek en aanlandige percelen
September 2007
- 17 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
−
−
−
−
frequenteren niet geïsoleerd omdat migratie langs de waterloop vrijwel niet gehinderd wordt, terwijl soorten die loodrecht op de vallei migreren, geïsoleerd geraken. Ook de degradatie van het ecologisch netwerk draagt bij aan de ruimtelijke isolatie (o.a. door schaalvergroting in de landbouw). Afgezien van enkele kleinere ingrepen kan aan dit structurele en zeer harde knelpunten, in het streefbeeld weinig veranderd worden. (2) Het intensief landgebruik in de onmiddellijke omgeving van waterlopen en rond ecologisch belangrijke gebieden (***). Intensieve veeteelt en akkerbouw grenzen vaak tot vlak aan de waterloop zonder enige bufferstrook. Ook particuliere bewoning komt soms tot vlak bij de waterloop en laat geen ruimte voor spontane evolutie van de waterloop. Het ontbreken van deze buffers is vooral een probleem in de volledige strook van de Barebeek ten westen, noorden en noordoosten van Hofstade, en ten zuiden van de Schumannlaan (N267). (3) Waardevolle landschappelijke en ecologische gebieden worden niet optimaal beheerd (**). Het klinkt ondertussen reeds als een cliché, maar het blijft één van de belangrijkste knelpunten en het geldt zowat in het hele geïnventariseerde deel van het stroomgebied. De ruimtelijke en biologische diversiteit binnen het alluviaal vallei-ecosysteem is niet optimaal beheerd en ontwikkeld. Als het streefdoel op middellange termijn datgene is wat we in onze uitgangspunten hebben vooropgesteld, dan zal dat niet lukken met de waarden die er nu zijn. De oorspronkelijke floradiversiteit die vroeger waarschijnlijk in het ganse valleigebied van de Barebeek voorkwam, is nu nog slechts in beperkte mate aanwezig. Heel wat hooilandsoorten zijn weggeconcurreerd door gewone ruigtekruiden of door snel groeiende grassen. Ook het aantal extensief beheerde weilanden neemt verder af, en wordt vervangen door intensief beheerde. Hetzelfde geldt voor de akkers. Ook overstromingen van graslanden met het eutrofe Barebeekwater zorgt voor een verdere nutriëntenaanrijking. De voedselrijke, relatief soortenarme graslanden en moerasbossen domineren de vallei, en de verschillende bospercelen verruigen reeds vroeg op het jaar. Bij afwezigheid van een verarmend beheer ontwikkelen de graslanden en akkers tot voedselrijke ruigten. In z’n totaliteit bekeken kunnen we wel stellen dat de meeste plantensoorten nog aanwezig zijn, maar dat de aantallen van deze soorten aanzienlijk zijn afgenomen. De huidige bepalingen in natuur- en bosdecreet, en de verschillende initiatieven die momenteel bij de administraties lopen, samen met wat goeie wil van de beheerders en het nakomen van een aantal minimale beheersaspecten vermeld in deze en andere studies moeten het mogelijk maken dit knelpunt op te lossen. (4) Verdwijnen van kenmerkend landschapsbeeld en verandering in grondgebruik (*). Uit de analyse van het grondgebruik vroeger en nu is gebleken dat er duidelijke veranderingen zijn in de intensiteit en methoden van grondgebruik. Vooral in de maïsteelt en in heel wat graslanden (maar ook in heel wat andere teelten) worden tegenwoordig selectieve dicotylenbestrijdingsmiddelen (2,4,5-T) gebruikt, om hele percelen te zuiveren van dicotylen. Op die manier ontwikkelt men egale eenheden zonder biologische diversiteit. Het is een probleem dat zich in het ganse projectgebied voordoet, waar landbouw wordt bedreven. Voor het in detail onderzochte deel van het stroomgebied is dit knelpunt vooral opvallend in en rond de smalle band tussen Barebeek en Zenne. Ook het verdwijnen van de kleine landschapselementen is terug te brengen tot schaalvergroting in de landbouw en het verlies van de functionaliteit van KLE’s. Ook dit probleem is het meest prangend in de zonet aangehaalde zone. De bepalingen uit het mestdecreet samen met de ideeën die momenteel in Vlaanderen leven omtrent het terugschroeven van de landbouwintensiteit zijn reeds een goede aanzet om het op termijn mogelijk te maken de biologische diversiteit in deze gebieden terug op een min of meer natuurlijk peil te brengen. (5) De waterkwaliteit is voor een groot deel van het stroomgebied zowel fysico-chemisch als biologisch matig tot slecht (***). Alle maatregelen met betrekking tot natuurontwikkeling of een meer natuurlijk oever- en waterlopenbeheer worden gefnuikt door de slechte waterkwaliteit. Enkele kleinere zijlopen bezitten een bevredigende biologische en fysicochemische waterkwaliteit die fauna en flora herkolonisatiekansen biedt (o.a. Broekgracht,
September 2007
- 18 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota Kautesteenbeek, Plattesteenbeek, Zwarte beek, Torfbroekleibeek, …). In de andere waterlopen zijn waterplanten meestal afwezig en de oeverflora wordt meestal gedomineerd door ruigtekruiden. Verschillende beken vervullen eerder een functie als open riool dan als waterloop (o.a. Lopende beek, Lellebeek-Leibeek, Molenbeek, Veerlebeek). De oorzaak ligt bij de diverse verspreide lozingspunten van huishoudelijk afvalwater (zie § 3.2.2), en de industriële lozingen (o.a. luchthaven-afvalwater) die rechtstreeks en ongezuiverd in de bovenlopen terecht komen, zorgen voor een slechte waterkwaliteit. De lozingen van huishoudelijk afvalwater via kleinere grachten hebben een vervuilend effect op het oppervlaktewater en hypothekeren mede de ontwikkeling van gediversifieerde vegetaties in het gebied. De lokalisatie ervan is meestal niet mogelijk. Vooral in de omgeving van de verspreide woonkernen kon het probleem worden vastgesteld door o.a. de aanwezigheid van rioolschimmel. Er zitten nog een resem maatregelen in de planning die op middellange termijn moeten leiden tot een waterkwaliteitsverbetering (nl. de aanleg van RWZI, KWZI, collectoren, subsidie rietveldaanleg, …). − (6) De plaatselijk ernstige verontreiniging van de waterbodem van de Barebeek vormt een ernstig probleem naar beheer en het potentieel ecologisch herstel van de waterloop (**). De verontreiniging van de sliblaag is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de verspreide huishoudelijke en industriële lozingspunten in het gebied. Door de ruimtelijke spreiding ervan kan ook geen uitspraak gedaan worden over de graad en omvang van de vervuiling. Door de strenge milieunormering hypothekeert de slibverontreiniging het waterlopenbeheer en ecologisch herstel van de waterlopen. Door of in opdracht van de Vlaamse overheid werden reeds een aantal zones onderzocht naar slibkwaliteit in de Vlaamse rivierbekkens, maar momenteel vormt het geen hoofditem wat betreft de waterloopsaneringen. − (7) De lage structuur- en habitatkwaliteit van de waterlopen (*) is voor een belangrijk deel te wijten aan menselijke ingrepen op de waterlopen. De meeste waterlopen in het stroomgebied zijn sterk antropogeen beïnvloed door calibratie of herprofilering, terwijl kunstmatige ingrepen voor een vismigratieknelpunt kunnen vormen. Bovendien wordt bij het waterlopenbeheer en het verstevigen van oevers vaak te weinig rekening gehouden met de bestaande en potentiële structuurkwaliteit (meandering, holle oevers en stroomkuilenpatroon), en werd in het verleden een te éénvormige aanpak toegepast. Voor zo goed als alle waterlopen wordt de bedding op regelmatige basis geruimd en de oevervegetatie minimum jaarlijks gemaaid. Alleen in het Floordambos worden bepaalde stukken waterloop handmatig geruimd. Het verstevigen van oevers met diverse materialen (o.a. beton, doorgroeistenen, hout, kassei) leidt vaak tot een verlies aan diversiteit van fauna en flora en een vermindering van het zelfreinigend vermogen van de waterloop. Voor heel wat waterlopen moet het op termijn mogelijk zijn om een gedifferentieerd en ecologisch verantwoord waterlopenbeheer te voeren. In het kader van het decreet op het Integraal Waterbeheer wordt gewerkt aan de mogelijkheid om in de toekomst meer mogelijkheden te bieden voor de aanleg en inrichting van oeverzones, wat een belangrijke pijler is voor het op terrein concretiseren van de geformuleerde wensen uit het streefbeeld. − (8) In het kader van oppervlaktewaterkwantiteit kan het optreden van overstromingen (**) in bepaalde bestemmingsgebieden (bv. woon- en industriegebieden) als niet wenselijk beschouwd worden. In andere landbouwgebieden of gebieden met hoofd- of nevenfunctie natuur kunnen overstromingen wel getolereerd worden als de duur van de overstroming en de waterkwaliteit geen negatieve effecten veroorzaken. Diverse oorzaken liggen aan de grond van het probleem; hogere afvoersnelheden van beken en waterlopen, calibratie en indijking, het groter aandeel verharde oppervlakte, het niet meer optimaal gebruiken van natuurlijke overstromingszones en bufferzones…. Als gekende probleemgebieden vermelden we de woonwijk Zonnebos te Steenokkerzeel (Molenbeek), de woonwijk in de omgeving van kasteel Ambroos en enkele woningen bij de monding van de Barebeek. In andere overstromingsgebieden stelden zich geen problemen naar bewoning toe. Op termijn kan dit het realiseren van het streefbeeld enigszins parten spelen, aangezien hier de dualiteit waterkwantiteit – waterkwaliteit speelt. Het optimaliseren van de functionaliteit van September 2007
- 19 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota (bijkomende) overstromingsgebieden heeft maar zin als de oppervlaktewaterkwaliteit verbetert. − (9) Naar grondwaterkwantiteit (*) ligt het knelpunt bij de negatieve beïnvloeding van de grondwaterstand door externe factoren (winningen en drainage). Verandering van de grondwaterstand kan negatieve gevolgen hebben voor het behoud of de ontwikkeling van kwel- of grondwaterafhankelijke ecosystemen. Een globale inschatting van de negatieve effecten blijft echter moeilijk door het ontbreken van voldoende wetenschappelijke achtergrondgegevens.
EROSIE - Er is geen erosiebestrijdingsplan in opmaak. Er zijn wel knelpunten op dat vlak, onder meer ter hoogte van de Tramlaan. Bedoeling is een hoofdstuk in het milieubeleidsplan aan erosiebestrijding te weiden. (Zaventem) - Er is geen erosiebestrijdingsplan. Er zijn geen knelpunten. (Machelen-Zemst) - Er wordt geen erosiebestrijdingsplan opgemaakt. Er zijn geen knelpunten. (Steenokkerzeel) - -Er zijn weinig knelpunten rond erosie. Er wordt onderzocht of er een plan dient opgemaakt. (Kampenhout) - Er wordt geen erosiebestrijdingsplan opgemaakt (Vilvoorde) - De gemeente heeft geen erosiebestrijdingplan opgemaakt. Er zijn weinig knelputen. (Boortmeerbeek) - Naar erosie zijn er geen knelpunten. (Mechelen) - Er wordt geen erosiebestrijdingsplan opgemaakt. Er zijn geen knelpunten. (Bonheiden) - Erosie is geen probleem in de gemeente. Er wordt geen plan opgesteld. (Willebroek)
RUIMEN / ONDERHOUD VAN WATERLOPEN / GRACHTEN - De niet-geklasseerde waterlopen worden onderhouden door de arbeidersploeg (manueel ecologisch onderhoudspersoneel) van de Watering en dagelijkse stand-by (24/24h-365d/jaar) voor alle onvoorzienigheden die zich dagelijks aanbieden.(Watering der Barebeek) - Voor de waterlopen van 2de en 3de categorie wordt een openbare aanbesteding gedaan. De werken omvatten: oppervlakkige ruimingen, kruidruimingen, het maaien van de oevers, verwijderen van zwerfvuil en obstakels. Grondig ruimen wordt omwille van de hoge kostprijs niet meer gedaan op vraag van de provincie: het slib van de Barebeek is immers zwaar vervuild (provincie : Indien de noodzaak is aangetoond wordt er wel geruimd, en de kostprijs is geen argument. ) (Watering der Barebeek) - Het onderhoud van de waterlopen gebeurt zelden. Het maaien en de oppervlakkige ruiming gebeurt wel. (Zaventem) - Er zijn weinig waterlopen derde categorie in Machelen. De Vondelgracht wordt elke drie jaar oppervlakkig geruimd, slib wordt niet geruimd. De baangrachten worden in de meeste gevallen beheerd door AWV. De baangrachten die onder toezicht van de gemeente vallen zijn eerder zeldzaam, en heel vaak gebetonneerd. Er wordt twee maal per jaar gemaaid, in overeenstemming met het bermdecreet. (Machelen) - Tot op heden worden de ruimingen uitgevoerd op de klassieke manier. Dit gebeurt in principe jaarlijks. Voor de volgende ruimingen is het wachten op het waterplan waaruit moet blijken welk slib op de oever gestort kan worden, dan wel moet worden afgvoerd naar een verwerkingsinstallatie. De gemeente heeft zo'n 18-19 km waterlopen onder haar hoede. Daarbij is 1 à 2 km niet geklasseerde waterloop. (Oppervlakkige ruiming- bermbeheer?) (Kortenberg) - De waterlopen worden niet elk jaar geruimd, maar elke vijf jaar komen alle waterlopen zeker aan de beurt. In het bestek staat dat de aannemer verantwoordelijk is voor het slib (afvoerenstorten). Langsgrachten worden zelden geruimd. Er is wel een project in het beleidsplan. Er
September 2007
- 20 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
-
-
-
-
-
-
-
-
-
wordt meer geopteerd voor een oppervlakkige ruiming. De bermen worden beheerd in overeenstemming met het bermdecreet. (Steenokkerzeel) Voor het onderhoud van de waterlopen wordt er jaarlijks een programma uitgewerkt. De waterlopen van tweede categorie worden door en onder toezicht van de provincie geruimd. e De waterlopen 3 categorie worden door de gemeente en onder toezicht van de provincie geruimd. De ruimingen worden tot een minimum herleid. De kostprijs voor een grondige ruiming is veel te hoog. Mensen hebben het gevoel dat als er niet geruimd wordt er niets gebeurd aan de waterlopen. (Kampenhout) De enige waterloop 3e cat. in eigen beheer is de Lobbeek, en grotendeels overwelfd. Ze krijgt geen onderhoud. Slib afkomstig van ruimingswerken en vervuild, wordt afgevoerd naar een verwerkingsplaats. Maaisel wordt direct afgevoerd. Niet geklaseerde waterlopen worden twee maal per jaar gemaaid en gekalibreerd volgens de noodzaak. (Vilvoorde) Het beheer van de waterlopen 3e categorie staat op een laag pitje. Het ruimen gebeurt zelden (enkel bij klachten). Er worden geen slibanalyses uitgevoerd. In industriële gebieden wordt niet geruimd. Het bermdecreet wordt toegepast. Een aannemer is speciefiek bevoegd voor het maaien van de wegkanten. (Boortmeerbeek) De waterlopen worden periodisch onderhouden, om de drie-vier jaar. Er zijn eenmaal analyses uitgevoerd. Op basis daarvan wordt het slib nu afgevoerd of op de oever gedeponeerd. Ook de baangrachten en de grachten die als RWA leiding worden gebruikt worden om de 3-4 jaar geruimd. Voor de andere taken is er te weinig personeel. (Zemst) Groot probleem is de zeer hoge kostprijs van de slibverwerking. De verwerking kost vaak 20 e tot 30 maal zo veel als de ruiming zelf. Voorlopig worden er 20 à 25 km waterlopen 3 categorie onderhouden. Vanaf volgend jaar (2004) echter zullen ook de baangrachten (= groot aantal km) door de gemeente worden geruimd waardoor de hoeveelheid slib erg zal toenemen. Tot op heden gebeurde het ruimen van de baangrachten enkel op aanvraag. Ook e de waterlopen 3 categorie werden enkele jaren niet geruimd wegens geldgebrek. Preventieve maatregelen om grote hoeveelheden slib te voorkomen werden tot op heden niet genomen. Wachtbekkens zouden te veel problemen opleveren wegens de vereiste onteigeningen. Bovendien zou het meeste slib afkomstig zijn van de afspoeling van akkers. (Mechelen) Bijkomend organisatorisch probleem is dat de ruiming van de baangrachten grotendeels wordt uitbesteed waardoor er geen permanentie is vanuit de gemeente om acute problemen op te lossen. (Mechelen) Ook kruidruimingen werden wegens een gebrek een geld en middelen enkele jaren niet uitgevoerd. Vanaf 2003 is men gestart met een grondige opruimbeurt per waterloop, waarbij zowel het kruid als het slib worden geruimd en ook de oevers worden aangepakt. Door deze aanpak werden een aantal landbouwers ontlast. (Mechelen) Bonheiden zorgt voor de ruiming van de waterlopen 3e cat. Deze worden jaarlijks geruimd. Een jaarlijkse kruidruiming wordt uitgevoerd onder toezicht van de provincie. De gemeente ruimt ook de baangrachten en een aantal aftakkingen van deze baangrachten. Er zijn ook voorschriften over hoe de ruiming moet worden uitgevoerd. (Bonheiden) Baangrachten worden enkel geruimd en gemaaid wanneer het nodig blijkt te zijn. Het maaisel wordt op de kant gezet. Bij slibruimingen worden er steeds analyses uitgevoerd en vaak blijkt dat het slib moet afgevoerd worden om te saneren. De waterlopen 3e cat. worden onderhouden door de polders. Er is een contract. (Willebroek) Voor het ruimen van waterlopen zijn er normen, termijnen voor oppervlakkig ruimen en slibruimen. De provincie stelt vast dat verschillende gemeenten geen rekening houden met de spelregels (vooral bij slibruiming, leggen nog steeds het slib op de oevers, zonder enige weet van resultaten slibannalyse). Gevolg is dat de bewoners vragen stellen waarom de waterlopen van 2de cat niet worden onderhouden (volgens hun normen). Er zijn gemeenten die op waterlopen van 3de cat slibruimen en maaiingswerken uitvoeren zonder voorafgaandelijke slibannalyse. (Provincie Vlaams-Brabant)
September 2007
- 21 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Grondige ruiming (slib) gebeurt enkel ingeval van calamiteiten of op vraag. (Prov. Antwerpen) - Slibruimingen zijn kostelijk en het budget is veeleer beperkt waardoor te weinig kan geruimd worden. (Prov. Antwerpen) - Kruidruimingen gebeuren in de maanden juni en juli. Het normale jaarlijkse onderhoud van de waterlopen is beperkt tot kruidruimingen. De taluds worden jaarlijks gemaaid. (Prov. Antwerpen)
PESTICIDEN / SPROEISTOFFEN - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. Het tweede actieplan moet nog ingediend. Eerst moeten de mogelijkheden op het terrein worden nagegaan. Nu wordt veel aandacht gespendeerd aan de sensibilsiatie van het eigen personeel. Strooien doet de gemeente zelf, op een rationele wijze. (Zaventem) - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. Het tweede actieplan is ingediend. De grootste reductie is reeds gerealiseerd. Het strooien wordt uitgegeven. (Machelen) - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. De gemeente heeft op dat vlak al heel wat werk verricht. Strooizout wordt gebruikt als het nodig is, bij gebrek aan alternatieven. (Kortenberg) - Er is een reductieplan voor sproeistoffen. Er wordt zo min mogelijk gesproeid. (Steenokkerzeel) - Er is een reductieplan, zonder is gezonder, opgemaakt voor de sproeistoffen. Het strooien van zout wordt vermeden als het kan. (Kampenhout) - Er wordt selectief gestrooid (alleen wanneer het echt nodig is). Reductieplan voor sproeistoffen?) (Vilvoorde) - Er is een reductieplan, zonder is gezonder. Aangezien Boortmeerbeek een vrij kleine gemeente is, is de aankoop van bijvoorbeeld alternatieve onkruidbestrijders niet altijd eenvoudig (borstelmachine). Maar de gemeente doet verwoede pogingen om zonder bestrijdingsmiddelen het onkruid te lijf te gaan. De gemeente strooit zelf het zout, enkel als het nodig is. (Boortmeerbeek) - Er is een reductieplan. In 2005 zal er op 20% van de gemeente geen sproeistof meer worden gebruikt. Strooien gebeurt enkel op de verbindingswegen. En is dus zeer beperkt. (Zemst) - reductieplan pesticiden: geldt voor de binnenstad en Hombeek, tegen 01-2005 wordt er gestreefd naar een nulgebruik door de stadsdiensten en aandacht geschonken aan de nodige sensibilistatie. Er wordt specifiek aandacht geschonken aan diffuse verontreiniging naar waterlopen. (Mechelen) - De gemeente maakt een reductieplan voor bestrijdingsmiddelen op. (Bonheiden) - Er is een reductieplan opgesteld. (Willebroek)
OVERIGE - De laatste tijd worden weer geregeld illegale lozingen gemeld, waarschijnlijk afkomstig van het industrieterrein Guldendelle. Controle en vaststellen van die lozing is echter een moeilijke en tijdrovende taak. (Kortenberg) - Zo nu en dan wordt geconstateerd dat de ruimers de inhoud niet naar de RWZI brengen, maar in de beek lozen. (Zaventem) - Tot zolang de verschillende zuiveringsgebieden niet voorzien zijn van een RWZI en een afdoende afvoer naar de RWZI niet is gerealiseerd zullen er significante lozingen blijven. (Steenokkerzeel) - Kaderend in het integraal waterbeheer, worden waterlopen sowieso natuur-technisch beheerd, in welk gebied ze ook vallen, overstorten blijven wel een probleem. (Kampenhout) - Het Floordambos is een belangrijk natuurgebied in de gemeente. Belangrijke ontwikkelingen in de omgeving van het Floordambos worden steeds doorgestuurd naar Aminal en voorgelegd ter advies. Er moet steeds nagegaan worden, door de ontwikkelaar, wat de impact kan zijn op de grondwatertafel. (Steenokkerzeel)
September 2007
- 22 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Aan het kasteel Ter Ham staat een vijver al een hele poos leeg. Hoe dat komt is een raadsel(?).Het is gissen naar oorzaken. Een gedaalde grondwatertafel is een mogelijke oorzaak. (Steenokkerzeel) - De vijvers van het domein van Perk stonden al een hele poos vroeger droog. (Watering der Barebeek) - De natuurgebieden die er zijn (in eigendom van de gemeenten of hogere instanties), staan open voor het publiek. Er wordt wel geen promotie rond gevoerd. Het moeten in de eerste plaats natuurgebieden blijven. (Kampenhout) - Het zou interessant zijn om langsheen de waterlopen een zone af te bakenen zodat de waterloop een groen lint vormt in het landschap, bv. door middel van beheersovereenkomsten. Omwille van beheer en kwaliteit zou een vijfmeter zone nuttig zijn. (Vilvoorde) - Igo Leuven houdt zich specifiek bezig met de wandelpaden. Igo Leuven houdt zich daarnaast bezig met het onderhoud van het natuurgebied-overstromingsgebied, het knotten van wilgen, de aanleg van een natuurleerpad. (Boortmeerbeek) - Landbouw en tuinbouw: problemen met het onderhoud van private grachten en met grondgebruik tot vlak bij de grachten. (Mechelen) - Energiewinning: er zijn twee projecten goedgekeurd rond hydro-elektriciteit, één aan Battelsas en één aan de Zennegatsluis; ook op de Dijle is er reeds een voorstudie geweest. (Mechelen) - De provincie legt de bufferbekkens, op eigen waterlopen en na het uitvoeren van een modellering, aan en richt ze in. Men verwerft de gronden en geeft het gebied in beheer aan een natuurvereniging (geen standaardprocedure). (Prov. Antwerpen)
4.
Overige
- De mensen staan wel open voor sensibilisatie over hemelwaterputten/infiltratie, maar er gebeurt heel weinig rond. Er moet meer sensibilsatie gebeuren naar inwoners van bij de aanvraag vd stedenbouwkundige vergunning. (Zaventem) - Sensibilisatie wordt voorgeschreven door de SO. Er is dus een informatieblad. Daarin worden reglementen vermeld.Daarnaast worden er infoavonden georganiseerd en is er de website. (Machelen) - Subsidiereglementen worden gepubliceerd in de infokrant. Bij nieuwbouw krijgen de inwoners een 'informatiemap' met allerhande gemeentelijke folders. Er is toch een zekere onwetendheid bij de inwoners omtrent KWZI, IBA's. (Steenokkerzeel) - Mensen worden geïnformeerd als er riolering in de straat komt en er moet aangekoppeld worden. De website biedt verder nog interessante informatie. (Kampenhout) - De gemeente heeft een infoblad, daarin komen zaken aan bod. In het kader van het Sigmaplan heeft AWZ een toelichting gegeven aan de inwoners. De reactie daar is niet steeds positief, heel vaak een beetje uit schrik. Informatievergaderingen worden niet systematisch georganiseerd bij werken, ze zijn afhankelijk van de omvang van de werken. (Boortmeerbeek) - Er is een infoblad waarin werkzaamheden of zaken die verband houden met milieu aan bod komen. Bij grote rioleringswerken/wegwerkzaamheden worden de inwoners wel geïnformeerd via een informatieavond..Daarnaast worden er infoavonden georganiseerd en is er de website. ( Zemst) - Er is (te) weinig overleg met Aquafin. Er moet duidelijkheid komen over de nog uit te voeren projecten. (Zaventem) - Er is zo nu en dan wel een beetje onduidelijkheid omtrent de bevoegdheid van bepaalde beken en waterlopen. De gemeente neemt de meeste van de niet-geklasseerde waterlopen voor haar rekening. (Kortenberg)
September 2007
- 23 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Verschillende betrokken partners zijn van oordeel dat de samenwerking met de Watering en de Polder nog verbeterd kan worden. Het deelbekken moet duidelijkheid verschaffen omtrent de taken en verplichtingen van alle betrokken instanties. Bedoeling moet in ieder geval zijn de neuzen in dezelfde richting te doen kijken. - De gemeente stelt zich vragen bij de juridische grond van de 5 meter zone/Recht van doorgang (voetganger-bulldozer). Nu kan dat worden afgedwongen. Vroeger was dat niet het geval. Bovendien vraagt de burger zich af waarom een ruimte van vijf meter vrij gehouden moet worden als er toch niet meer wordt geruimd. Over wat in de wetgeving staat kan worden gediscussieerd ( 5-meter zone), als het is opgenomen in de bouwverordening, die de gemeente, na advies door verschillende instanties, aflevert, is er in principe geen discussie mogelijk. (Kampenhout) - De aanpak binnen de gemeente verloopt (nog) niet gestructureerd en met te weinig visie. (Boortmeerbeek) - Als kleine gemeente is het natuurlijk niet eenvoudig de nodige financiele middelen te vergaren. In die zin wordt heel vaak naar hogere instanties gekeken om de nodige werken uit te voeren. (Boortmeerbeek) - Klasse 1 en 2 bedrijven zijn meestal goed op de hoogte van de milieuwetgeving. Klasse 3 bedrijven zijn daar heel vaak veel minder goed van op de hoogte. De gemeente probeert hen een handje toe te steken. Elk jaar controleert de gemeente bepaalde sectoren, b.v. de restaurants, car-wash installaties. (Boortmeerbeek) - De polder houdt de stad op de hoogte van de uitgevoerde werken. Dit gebeurt echter vaak pas nadat de werken werden uitgevoerd. Een voorafgaandelijk contact is echter wenselijk zodat overleg mogelijk is mbt de manier van aanpak en uitvoering van de werken. (Mechelen) - De juridsiche wetgeving op de waterlopen is nog steeds gebaseerd op de wet op de onbevaarbare waterlopen van 1967. Deze wet is opgemaakt uit oogpunt landbouwbelangen en voorkomen van overstromingen door ruimen of vergroten van de waterafvoer. Het decreet is gesteund op nieuwe principes, maar de rechtbank steunt zijn uitspraak hier niet op(contradictie). (Prov. Vlaams-Brabant) - Voor alle initiatieven die de provincie wil ondernemen, is ze gebonden aan wat door Aminal, afdeling Natuur wordt opgelegd. Voor bepaalde werken in VEN-gebied krijgen AWV en AWZ een algemene ontheffing, de provincie daarentegen moet hiervoor een lange procedure doorlopen (individuele ontheffing aanvragen), bijvoorbeeld voor het herstel van een verzakte oever. (Prov. Vlaams-Brabant) - De provincie ervaart soms alsof het integraal waterbeheer enkel van toepassing is voor de waterloopbeheerder en niet voor particulieren of andere sectoren. (Prov. Vlaams-Brabant) - De uitvoeringsbesluiten bij het decreet ontbreken nog. De provincie heeft een eigen watertoets opgemaakt. Zit juridisch soms nog een beetje vast. (Prov. Vlaams-Brabant) - Er is te weinig personeel voor een gedegen controle. (Prov. Vlaams-Brabant) - Overtredingen op de wetgeving waterlopen: PV's worden bijna steeds geseponeerd. Nu proberen provincies om via stedenbouw (vergunningen, BPA's, RUP's en structuurplannen) ruimte voor waterlopen te scheppen (respecteren bouwafstanden e.a. ). (Prov. VlaamsBrabant) - Berging in natuurgebieden en natte gebieden zou moeten kunnen doch steeds opnieuw waterkwaliteit als knelpunt. (Prov. Vlaams-Brabant) - Bindend advies Afd. Natuur. Bij normale projecten is er een goede samenwerking. Bij de inrichting van grotere overstromingsgebieden is overleg meestal moeilijk of problematisch. (Prov. Vlaams-Brabant) - Urbanisatie en druk van bebouwing tot aan de waterloop, vertuining van oevers, herverkaveling tot vlak tegen de waterloop. (Prov. Antwerpen) - De gemeente zou de 5 meter zone in de bouwverguning moeten opnemen. (Prov. Antwerpen)
September 2007
- 24 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Aquafin verwittigt de Watering niet als er werken worden uitgevoerd. Wel draait de Watering op voor de opruiming van de waterloop na de werken. Een betere informatiedoorstroming zou gewenst zijn. (Watering der Barebeek) - Werken die buiten het gebied van de Watering worden uitgevoerd moeten niet gemeld worden maar kunnen wel serieuze implicatie hebben in het Wateringgebied. (Watering der Barebeek) - De ‘kleine waterlopen’ zijn onder beheer van de Watering. De particulieren zeggen dat ze hiervan niet op de hoogte zijn wat problemen geeft met inning van de gelden. (Watering der Barebeek)
September 2007
- 25 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
II. Doelstellingennota 0. Doelstellingen Het Duurzaam Lokaal Waterplan heeft als doelstelling te komen tot een duurzaam lokaal waterbeleid, binnen een deelbekken. Het betreft de brongerichte aanpak met betrekking tot het oplossen en voorkomen van wateroverlast, waterverontreiniging, verdroging, aantasting van het natuurlijk milieu van watersystemen, en erosie. Maatregelen genomen op lokaal vlak, met een invloed op de lokale en bovengemeentelijke waterhuishouding en waterkwaliteit, die moeten leiden tot het behalen van de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water, met name een goede toestand van het oppervlaktewater en het grondwater. Volgende tekst geeft per spoor telkens de krachtlijnen voor de nabije toekomst en de ideeën op lange termijn. Uiteraard is het noodzakelijk om telkens de krachtlijnen in heel het deelbekken na te streven, maar soms verdient een bepaalde doelstelling extra aandacht in een specifiek gebied. Indien mogelijk worden al enkele aandachtsgebieden voorgesteld waar deze gerealiseerd kunnen worden. Uiteraard zijn de voorgestelde lokaties een indicatie en zal in een gedetailleerde inventarisatie nagegaan worden welke in aanmerking komen voor de vooropgestelde doelstellingen. De lijst is niet limitatief en kan ook nog aangevuld worden tijdens de verdere uitwerking van het volledige actieplan.
Spoor 1. Maximale retentie en hergebruik van hemelwater aan de bron 1.1. Doelstelling Zo min mogelijk hemelwater wordt versneld afgevoerd naar de waterloop. Het hemelwater wordt zo veel mogelijk aan de bron opgevangen en gebruikt, geïnfiltreerd en zo nodig vertraagd afgevoerd, gescheiden van het rioolstelsel. Dit alles om piekafvoeren te voorkomen in de strijd tegen wateroverlast en erosie, infiltratie te bevorderen in de strijd tegen verdroging, en verdunning van afvalwater tegen te gaan in de strijd tegen waterverontreiniging. Bij het nemen van maatregelen ter voorkoming van wateroverlast moeten we zo veel mogelijk de prioriteitscascade volgen: eerst vasthouden en infiltreren, dan bergen en tot slot vertraagd afvoeren. Dit spoor omvat alle acties die ernaar streven het hemelwater zo veel mogelijk te hergebruiken, te laten infiltreren of lokaal te bergen. Het gevaar van diffuse verontreiniging door infiltratie van verontreinigd hemelwater wordt steeds voor ogen gehouden.
1.2. Krachtlijnen De natuurlijke opvangcapaciteit van de bovengrond wordt bepaald door de bodemsamenstelling. Daarnaast wordt infiltratie sterk beïnvloedt door het bodemgebruik. De infiltratiecapaciteit moet behouden blijven, wie die capaciteit beïnvloedt, is verplicht tot compensatie. Sinds 24 mei 2004 zijn twee provinciale verordeningen van kracht in Vlaams-Brabant, de eerste inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken, de tweede inzake afkoppeling van hemelwater afkomstig van verharde oppervlakken. De verordening inzake verharde oppervlakken is van toepassing op alle nieuwe verharde oppervlakken groter dan 150m² of uitbreidingen tot meer dan 150m², de verordening inzake afkoppeling van dakoppervlakken geldt voor de oprichting van dakoppervlakken groter dan
September 2007
- 26 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
50m², of voor het uitbreiden van een gebouw tot een gebouw met een totale dakoppervlakte groter dan 50m². Bedoeling is een verdere toename van de verharde oppervlakte af te remmen en tegen te gaan. Voor het hemelwater dat op deze wijze niet of minder kan worden geïnfiltreerd moeten compenserende maatregelen worden voorzien. Ook de provincie Antwerpen plant het opstellen van een gelijkaardige provinciale verordening. De openbare besturen passen deze verordening strikt toe en lichten de bevolking gepast in. Sinds 1 mei 2005 is ook de Gewestelijke verordening klaar. De provinciale moet in overeenstemming worden gebracht met de Gewestelijke, maar mag strenger zijn. Binnen de beschermingszones 1 en 2 voor drinkwaterwinning is het verboden het hemelwater van potentieel verharde oppervlakken te infiltreren. In de beschermingszone 3 zou het advies van de betrokken drinkwatermaatschappij moeten worden gevraagd. Op deelbekkenniveau wordt gedacht over een inventaris van de grotere verharde oppervlakken(>0.1ha). Deze inventaris kan mee helpen de oorzaken van lokale knelpunten (wateroverlast, te hoge overstortfrequentie) aan het licht te brengen. Bovendien is de inventaris een nuttige insteek bij modelleringen. De afvoer van hemelwater mag niet worden versneld. In de code van goede praktijk worden lozings-en buffervoorwaarden opgelegd vanaf een minimale verharde oppervlakte van 0.1 ha. Deze voorwaarden moeten echter gebiedsspecifiek worden aangepast/ingevuld, afhankelijk van de plaats van de lozing, de ondergrond, het gevaar op overstromingen of de waterloop waarin het water wordt geloosd en in overeenstemming met de provinciale verordening. De openbare besturen hebben een voorbeeldfunctie. Beslissingen worden gerespecteerd, uitgevoerd en gecontroleerd. Sensibilisatie is een belangrijk aspect bij de realisatie van de vooropgestelde doelen. Niet alleen naar de bevolking, maar evenzeer naar eigen personeel en de industrie. Reglementen, verordeningen en subsidiëringsprogramma's worden gecommuniceerd naar de betreffende sectoren. Bij nieuwe (gemeentelijke) rioleringsprojecten wordt gestreefd naar de aanleg van 100% (verbeterd) gescheiden stelsels. Er wordt naar gestreefd het hemelwater van privé-terreinen volledig af te koppelen en te infiltreren of -als infiltratie onmogelijk is-, te bufferen en te hergebruiken. De nieuwe code van goede praktijk voor het ontwerp van rioleringssystemen dient als leidraad. De gemeente neemt het initiatief de inwoners van bestaande woningen, bij aanleg van gescheiden riolering, te overtuigen ook gescheiden aan te sluiten (evt. via een aanmoedigingspremie). Alvorens een bouwvergunning wordt afgeleverd, voert de overheid een watertoets uit, die de impact op het watersysteem nagaat, en indien nodig, compenserende maatregelen voorstelt. Indien de impact op het watersysteem niet op een redelijke manier kan worden gecompenseerd, wordt de vergunning geweigerd.
1.3. Mogelijke aandachtsgebieden Bij de ontwikkeling van nieuwe plannen of programma's moet het regenwater verplicht gescheiden worden van het afvalwater. Indien mogelijk moet het regenwater dat na hergebruik nog rest, lokaal geïnfiltreerd en/of gebufferd. De infiltratie- en/of buffervoorziening kan zo worden ingericht dat ze een landschappelijke en recreatieve meerwaarde vormt. - ...
September 2007
- 27 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
Spoor 2. Sanering van afvalwaterlozingen 2.1. Doelstelling De verbetering van de waterkwaliteit is een prioriteit, niet enkel omwille van milieuhygiënische en ecologische redenen, ook om het gebruik van oppervlaktewater en het aanduiden en inrichten van overstrominsgebieden niet te hypothykeren. Conform Vlarem II dient iedere woning/bedrijf die gelegen is buiten de zones voor centrale zuivering (zones A en B) zelf zijn huishoudelijk afvalwater te saneren. Lozingen van voor 1995 kunnen hieraan voldoen door minimaal een goed werkende septische put, lozingen van na 1995 dienen een bijkomende biologische zuivering te voorzien. Probleem met de huidige zonering is dat de afbakening dynamisch is. Zo kan zone C zone B worden, zone B zone A. Dit systeem bood onvoldoende rechtzekerheid naar particulieren en bedrijven. Op 12 januari 2001 gaf de Minister aan Aquafin opdracht een nieuwe zonering te ontwikkelen gebaseerd op de vraagdichtheid. De vraagdichtheid van afvalwaterlozingen kan opgedeeld worden in deelaspecten: - De geografische ligging van het te bedienen perceel t.o.v. andere percelen. - Het aantal percelen dat als een gegroepeerde entiteit kan beschouwd worden. - De ligging van zo een entiteit ten opzichte van andere percelen. - De geloosde hoeveelheid afvalwater op het perceel. - De schaalgrootte van een reeds bestaand of ontworpen collectief grenzend aan de restzone. De methodologie die hiervoor door Aquafin ontworpen werd, leidt tot een 'ontwerpkaart' op gemeentelijk niveau. Deze ontwerpkaart onderscheidt volgende zones: Zone 1 : Het gebied aangesloten op een openbare waterzuveringsinstallatie na uitvoering van alle projecten opgenomen op de definitief goedgekeurde investeringsprogramma's (bovengemeentelijk investeringsprogramma tot en met 2005 en gemeentelijke subsidiëringsprogramma tot en met 2003). Deze zone is op het ontwerp zoneringsplan oranje gearceerd. Zone 2 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem lager dan of gelijk aan 70% van de kostprijs van een individuele behandeling van de lozingen en zal daarom op termijn zeker een collectief systeem worden aangelegd. De aanleg van een riolering in deze zones is dus noodzakelijk. Er wordt echter geen uitspraak gedaan over het type stelsel (gemengd/gescheiden) van deze riolering, noch over het feit of deze riolering zal aansluiten op een lokale zuiveringsinstallatie dan wel op een centrale zuiveringsinstallatie. Deze zone is op het ontwerpzoneringsplan donkergroen ingekleurd. Zone 3 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 70 % maar kleiner of gelijk aan 100% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De gemeente zal bij het opstellen van het definitief zoneringsplan moeten beslissen of deze zones voorzien zullen worden van een collectief systeem dan wel van een individueel zuiveringssysteem. Deze zone is op het ontwerplan lichtgroen ingekleurd. Zone 4 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 100% maar kleiner of gelijk aan 130% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De gemeente zal bij het opstellen van het definitief zoneringsplan moeten beslissen of deze zones voorzien zullen worden van een collectief systeem dan wel van een individueel zuiveringssysteem. De zone is geel ingekleurd op het ontwerpzoneringsplan.
September 2007
- 28 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota Zone 5 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 130% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De woningen in deze zone zullen moeten worden voorzien van een individueel waterzuiveringssysteem. Er worden in deze zone geen rioleringen aangelegd. Deze is rood ingekleurd op de ontwerpzoneringsplannen. Het wetgevend kader dat noodzakelijk is om de zoneringsplannen afdwingbaar te maken en kracht van wet te geven is tweeledig. Enerzijds is het noodzakelijk om een procedure op punt te stellen om de zonerinsplannen een wettelijk kader te geven. Anderzijds is het noodzakelijk de huidige VlaremII aan te passen aan de nieuwe zones. In een volgende fase zal dan voor het deel dat gemeenschappelijk zal worden gezuiverd een masterplan worden opgesteld. Dit plan gaat na op welke wijze men zo snel mogelijk de lozing van vervuild afvalwater naar de oppervlaktewateren kan beperken.
2.2 Krachtlijnen In een volgende fase zullen de voorontwerp-zoneringsplannen door de VMM ter aanpassing en verfijning worden voorgelegd aan de gemeenten. Elke gemeente heeft er alle belang bij (ecologisch, maatschappelijk, praktisch en financieel) om ten volle mee te werken aan de finalisering van de definitieve zoneringplannen. Het ontwerp van zonering is immers het resultaat van een computermodel dat fouten kan bevatten en de realiteit slechts benaderd. Deze resultaten moeten zeker aan de realiteit worden getoetst om problemen in de toekomst te vermijden. Voor zone 3 en zone 4, en mits motivatie ook omtrent zone 2 en 5, moet ook beslist worden of er collectief of individueel gezuiverd zal worden (als de gemeente deze beslissing niet neemt, neemt de VMM deze taak over). Ook dit is een essentiële beslissing om de rechtszekerheid van de burger te kunnen garanderen en een gemeentelijk waterzuiveringsplan op te stellen. Na de inspraak van de gemeenten, komen deze plannen ook nog in openbaar onderzoek vooraleer ze door de Vlaamse Regering worden goedgekeurd. De plannen zouden dan nog enkel om de 6 jaar (deze frequentie is nog niet zeker) herzien kunnen worden zodat de inwoners die individueel moeten zuiveren zekerheid krijgen. Ten laatste in 2007 zouden de zoneringsplannen moeten klaar zijn voor heel Vlaanderen. In afwachting van de definitieve zoneringsplannen mag het niet de bedoeling zijn te blijven stilstaan. Het gevoerde beleid moet worden verdergezet of eventueel al bijgestuurd in functie van de nieuwe zonering. Voor gerioleerde, maar nog niet gecollecteerde straten wordt nagegaan of KWZI een goedkopere optie is. Er wordt op een creatieve manier gezocht naar lokaties voor KWZI's. Bij de uitvoering of de planning van nieuwe projecten worden de nieuwe zoneringsvoorstellen als randvoorwaarde opgenomen. In C-zone/buitengebied wordt een IBA/KWZI opgelegd. Inwoners worden voldoende geïnformeerd over IBA's/KWZI. Op deelbekkenniveau wordt een discussie gestart over de controle op de goede werking ervan. Indien er nood is aan extra informatie omtrent IBA's en/of KWZI's kan dit op deelbekkenniveau worden georganiseerd. Waterlopen die zijn aangeduid als ecologisch waardevol of waterlopen die gelegen zijn in gebieden die als ecolgisch waardevol worden beschouwd, krijgen een specifieke aandacht. Opvolging en controle van lozingen op oppervlaktewater, verontreiniging van bodem en/of grondwater en verdroging door grondwaterwinningen, mag niet achterwege blijven. Er wordt gezocht naar oplossingen voor te frequent werkende overstorten.
September 2007
- 29 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
2.3 Mogelijke aandachtsgebieden In het deelbekken van de Barebeek/Benedendijle zijn er nog heel wat knelpunten alvorens de kwaliteit van het oppervlaktewater een aanvaardbare kwaliteit zal bereiken. Elk openbaar bestuur neemt binnen haar bevoegd domein zijn verantwoordelijkheid en onderneemt de nodige stappen. De sanering van afvalwater-lozingen is aldus binnen het hele deelbekken een belangrijk aandachtspunt. Op deelbekkenniveau wordt het overleg georganiseerd, zodoende binnen het deelbekken een eensgezind beleid te kunnen voeren. Binnenkort zullen door VMM -evt. na aanvraag- de voorontwerpzoneringsplannen worden voorgelegd aan de gemeenten. De openbare besturen nemen hun verantwoordelijkheid en verbinden er zich toe het voorstel te bekijken, te verfijnen en al dan niet aan te passen.
Spoor 3. Bewaking en verbetering van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur 3.1. Doelstelling De rioleringsinfrastructuur wordt op een dergelijke manier onderhouden, verbeterd en uitgebouwd dat hydraulische overbelasting en biologische onderbelasting van het rioolstelsel en de zuiveringsinfrastructuur zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Het gaat hierbij om de uitbouw van het 100% (verbeterd) gescheiden rioolstelsel, het afkoppelen van parasitaire debieten, verharde oppervlakten en zuiver effluentwater, maximale aansluiting van particulieren en verbeterde overstorten.
3.2. Krachtlijnen Indien technisch haalbaar, wordt nieuwe riolering 100% (verbeterd) gescheiden uitgevoerd. Er moet een goed beeld zijn van de huidige toestand van de rioleringen (ligging, aansluitingen, kwaliteit van de riolering). Er wordt een onderhoudsplan opgesteld voor de bestaande rioleringen. De code van goede praktijk voor het onderhoud van riolering is daarbij de leidraad. De gemeentelijke infrastructuur wordt op regelmatige basis onderworpen aan een grondige controle. Op die manier kunnen veel problemen in een vroeg stadium worden opgespoord en aangepakt. Bovendien is een regelmatige controle een garantie voor een langere levensduur. Riolen worden zoveel mogelijk zelfreinigend ontworpen, indien dit technisch haalbaar is. Tijdens de ontwerpfase wordt een onderhoudsplan opgesteld. Bij nieuwbouw wordt, in overeenstemming met de provinciale verordening, een hemelwaterput met hergebruik opgelegd, waar nodig aangevuld met een infiltratievoorziening. Controle hierop is essentieel. Voor bestaande woningen, worden burgers aangemoedigd en bijgestaan om het hemelwater af te koppelen van de riolering, om hemelwaterputten met hergebruik te installeren en om infiltratiemogelijkheden te voorzien. Premies/heffing op drinkwatergebruik zijn hier een ideaal instrument om de burger te overtuigen. Aansluitingen op de riool, zoals op de bouwplannen verplicht aangeduid, worden daadwerkelijk gecontroleerd. Op deelbekkenniveau wordt overlegd hoe de controle het best verloopt. Op deelbekkenniveau wordt gedacht aan initiatieven om een goed beeld te krijgen van verkeerde aansluitingen op de riool en 'lozingen langs achter', om ze te voorkomen en ongedaan te maken. Parasitaire debieten (vb. permanente drainage, infiltratie van grondwater, opgevangen bronnen, (afgeleid oppervlaktewater van) grachten en waterlopen, drainage van tuinen) op de riolering worden opgespoord en afgekoppeld. Het zoeken naar een oplossing voor
September 2007
- 30 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
afkoppeling van bedrijven (verharde oppervlakte-effluentwater-koelwater) gebeurt in gezamenlijk overleg met de betrokken overheden. Er moet vermeden worden dat het gecollecteerde rioolwater te snel en tegelijk op dezelfde plaats in de collectoren terechtkomt. Dit geeft alleen aanleiding tot collectoren onder druk en een grotere overstortfrequentie. Er moet zoveel mogelijk berging voorzien worden opwaarts het rioolstelsel door het gebruik van knijpconstructies, regeltoestellen, het verhogen van overstortdrempels, het aanpassen van de diepteligging van riolen en het voorzien van bergbezinkingsbekkens. Afkoppeling aan de bron moet eerst geëvalueerd. Afwaarts overstorten worden voorzieningen aangebracht zodanig dat het overstort een minimaal effect heeft op de ontvangende waterloop, zowel naar kwaliteit als kwantiteit. Voorbeelden zijn bufferbekkens met eventueel een beplanting zodat het water een stuk gezuiverd wordt en de piekdebieten afgevlakt worden. Bij kleinere opwaartse overstorten wordt de overstortrand voldoende hoog en lang gemaakt. Ook hier kunnen in de grachten of waterlopen planten worden voorzien om het geloosde water deels te zuiveren. Er moet een goed beeld komen (inventarisatie) van de afwatering van straten, banen en grotere wegen. Ideaal wordt het water vertraagd afgeleid via grachten naar een waterloop. Indien dit niet mogelijk is kan een infiltratiebed een oplossing bieden. Er moet streng gewaakt worden op de kwaliteit van het afgevoerde hemelwater (olie, PCB's, ...). Waar nodig moet een (primaire) zuivering worden voorzien om milieuschade aan de waterloop of, de bodem of het onderliggende grondwater te voorkomen. Baangrachten en afwateringsgrachten worden in geen geval nog dichtgelegd. Daar waar er mogelijkheden zijn worden ze opengelegd en geïntegreerd in de omgeving. Om een zo groot mogelijke vuilvracht in de RWZI te krijgen wordt in zones waar het afvalwater gezuiverd wordt de aanleg van een septische put, indien de toestand van de bestaande riolering het toelaat en er geen verstoppingen vallen te verwachten, niet langer opgelegd (geadviseerd in VLAREM). Tevens worden er initiatieven genomen naar bestaande wonigen om de septische put kort te sluiten. In de zone die op termijn zal aangesloten worden op de RWZI wordt in de bouwvergunning opgelegd een kortsluiting te voorzien op de septische put. De afwatering van wegenis kan in bescherminsgzones enkel vertraagd via een waterdichte buffering van het hemelwater, infilratie van hemelwater afkomstig van potentieel verharde oppervlakken is niet toegestaan.
3.3 Mogelijke aandachtsgebieden Bewaking en verbetering van de zuiveringsinfrastructuur, is een aandachtspunt binnen het volledige deelbekken. Door overleg wordt gestreefd naar een coherent beleid. De voorlopige knelpuntennlijst, opgemaakt door VMM, is een basis om verdunning van afvalwater tegen te gaan. Enkel een duidelijk gefundeerd en coherent langetermijnbeleid kan leiden tot de realisatie van de doelstellingen die worden vooropgesteld in het decreet en de kaderrichtlijn.
Spoor 4. Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging 4.1. Doelstelling Er wordt gestreefd naar het voorkomen van het gebruik/het lozen van waterschadelijke producten. Indien dit niet mogelijk is, worden ze vervangen door het gebruik van minder schadelijke alternatieven.
September 2007
- 31 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
4.2. Krachtlijnen Het afstromend water van potentieel vervuilde oppervlakken (wegen, parkings) wordt opgevangen en gezuiverd alvorens in de beek te worden geloosd. Het lozen van verontreinigd hemelwater moet aan de VLAREM-eisen voldoen. Bijgevolg kan het noodzakelijk zijn koolwaterstofafscheiders en een afscheiding van bezinkbare stoffen te voorzien voor het hemelwater dat afvloeit. Deze moeten specifiek worden opgelegd. Elke gemeente maant eigenaars van woningen die op de gracht of op de waterloop lozen, terwijl er riolering ligt in de straat, aan om op de riolering aan te sluiten. Op deelbekkenniveau worden voorstellen geformuleerd voor een afdoende controle. Er wordt op deelbekkenniveau bekeken hoe illegale lozingen het best kunnen worden opgespoord. In ieder geval wordt er streng opgetreden bij vaststelling van een illegale lozing en dit wordt duidelijk gecommuniceerd. Sluikstorten (afval in en langs de waterloop, lozen van verfresten in de riool) moet eveneens streng bestraft. Opnieuw kan een duidelijke communicatie een deel van de oplossing zijn. Een milieuverantwoord gebruik van producten en/of systemen wordt gestimuleerd naar de eigen medewerkers en de inwoners van de gemeente (SO cluster vaste stoffen). Binnen de vijf-meterzone langsheen de waterloop moet het mestdecreet worden toegepast. Het Decreet Integraal Waterbeleid hanteert oeverzones als instrument om diffuse verontreiniging van waterlopen tegen te gaan : Artikel 10 uit het Decreet betreffende het Integraal Waterbeleid § 1. In de oeverzones gelden ten minste de volgende bepalingen: 1° elke vorm van bemesting is verboden, met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing. Indien de oeverzone enkel de taluds omvat, is elke vorm van bemesting, met uitzondering van bemesting door rechtstreeks uitscheiding bij begrazing verboden binnen: a) Vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam; b) Tien meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam in het Vlaams Ecologisch Netwerk; c) Tien meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam indien een helling grenst aan het oppervlaktewaterlichaam; 2° Het aanbrengen van bestrijdingsmiddelen, met uitzondering van rodenticiden die worden aangewend in het kader van de rattenverdelging, is verboden. Indien de oeverzone enkel de taluds omvat, is het aanbrengen van bestrijdingsmiddellen verboden binnen een meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam. In geval van acute en redelijkerwijs te voorziene plagen die een gevaar inhouden voor mens of milieu of in het geval van situaties die een ernstige bedreiging vormen of kunnen vormen voor de veiligheid van de mens en waarvoor tegelijkertijd geen afdoende alternatieve bestrijdingsmiddelen voorhanden zijn, kan tijdelijk van dit verbod worden afgeweken, mits de beheerder van de oeverzone dit voorafgaandelijk meldt aan de bevoegde administratie. Binnen het deelbekken moet worden nagegaan waar deze maatregel te weinig effect heeft. Dan moeten/kunnen bredere oeverzones worden afgebakend, b.v. langsheen ecologisch zeer waardevolle waterlopen. Als in het (deel)bekkenbeheerplan zulke oeverzones worden aangeduid/afgebakend, dan kan de eigenaar beroep doen op instrumenten zoals aankoop, vergoeding of onteigening.
September 2007
- 32 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
4.3. Mogelijke aandachtsgebieden Op basis van de biologische waarderingskaart, de ecosysteemkwetsbaarheidskaart en de kaart met de ecologische kwaliteit van de waterlopen kunnen in beide deelbekkens toch een aantal waterlopen worden onderscheiden die een bijzondere aandacht vereisen. In deze gebieden moet speciale aandacht gaan naar de inpassing van mogelijke overstorten (overstortfrequentie), moeten lozingen van inwoners in de beek prioritair worden aangepakt, moet het strengst worden toegezien op illegale lozingen of sluikstorten.
Spoor 5. Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop 5.1. Doelstelling Erosie veroorzaakt tal van negatieve gevolgen voor het watersysteem en zijn directe omgeving. Een brongerichte aanpak wordt voorgesteld met als doel: - Reductie van bodemverlies door afspoeling van vruchtbare grond - Bestrijding van modderlast - Beperking van slibafzetting in het rioolstelsel en in waterlopen
5.2 Krachtlijnen Oorzaken van een toenemende hoeveelheid slib worden aangepakt. Beheersovereenkomsten en afbakening van oeverzones zijn instrumenten die in erosiegevoelige gebieden kunnen worden aangewend om sedimenttransport naar de waterloop te minimaliseren. Er wordt naar gestreefd dat er geen akkerlanden liggen langsheen waterlopen. Sedimentuitspoeling door erosie wordt op die manier vermeden langsheen de waterlopen, sedimenttransport vanop hoger gelegen delen wordt grotendeels opgevangen. Bufferstroken kunnen/moeten daar waar er een te grote interferentie is tussen de waterloop en het omliggend landgebruik worden afgebakend. De impact van frequent werkende overstorten wordt onderzocht en kan mogelijk gereduceerd worden door de aanleg van een bergbezinkings- of bufferbekken met nazuivering. Bestaande overstorten krijgen een aangepaste werking, nieuwe overstorten moeten uitgerust worden met een bergbezinkings- en een bufferbekken met nazuivering. Een aangepaste inrichting van de waterlopen in slibgevoelige zones, b.v. met sedimentvangen, zorgt er voor dat maar heel plaatselijk moet worden geruimd. Eens de kwaliteit van de waterlopen goed is, en de bodemkwaliteit niet langer achteruit kan gaan is een laatste ruiming van het vervuild slib noodzakelijk. Dan moet een plan worden opgemaakt voor de sanering van vervuilde waterbodems. De erosiebestrijdingsproblematiek wordt reeds uitvoerig en in detail behandeld in de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen. Bovenlokale erosieproblemen kunnen uit de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen worden gelicht en in het DuLo-waterplan worden opgenomen, zodat hiervoor gezamenlijke adequate oplossingen kunnen uitgewerkt worden op deelbekkenniveau. Ervaringen met erosiebestrijding kunnen via de deelbekkenwerking/waterschap worden uitgewisseld.
September 2007
- 33 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota
5.3 Mogelijke aandachtsgebieden - Voorstellen uit de erosiebestrijdingsplannen, met betrekking op waterlopen, kunnen opgenomen in het actieplan. - Gemeenten die nog geen erosiebestrijdingsplan opmaken worden overtuigd van het nut op langere termijn. - Ruiming van de waterloop om het water sneller dan nodig af te voeren wordt herzien.
Spoor 6. Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer 6.1. Doelstelling Dit omvat het ontwikkelen en instandhouden van een gezond watersysteem in het deelbekken dat aan: - de behoeften van de diverse gebruikers en de eisen van gevoelige soorten kan voldoen. - een verantwoord menselijk gebruik voor de huidige en toekomstige generaties kan waarborgen. Het watersysteem wordt in evenwicht gebracht voor het hele grondgebied waarvoor het waterplan wordt opgemaakt, rekening houdend met de functies die aan elke waterloop is toebedeeld en de aanspraak die er door de verschillende sectoren/gebruikers wordt op gemaakt. Concreet is het waterlopenbeheer gericht op vertraagde afvoer, stroomopwaartse buffering van het water, stimuleren van zelfzuiverend vermogen, herstel van het natuurlijk milieu van het watersysteem, het herstel/behoud van de structuurkenmerken,.. .De ecologische functie van watergebonden elementen wordt gemaximaliseerd (bijvoorbeeld integratie van waterlopen, grachtenstelsels en bijhorende oeverzones als verbindingseenheden natuur).
6.2. Kwantitatief waterlopenbeheer Maatregelen om wateroverlast te voorkomen moeten genomen worden met de prioriteitscascade in het achterhoofd: in eerste instantie retentie van het water, ten tweede zo veel mogelijk lokale berging/infiltratie, en ten slotte een vertraagde afvoer. Er moet op zijn minst naar gestreefd worden overstromingen in bebouwde zones te voorkomen en waterberging op een ecologisch verantwoorde wijze te organiseren.
6.2.1.Krachtlijnen met betrekking tot water bergen Er moet naar gestreefd het water zo veel mogelijk en zo lang mogelijk vast te houden in grachtenstelsels, bovenlopen en moerasgebieden. Op basis van bestaande modelleringsstudies en de bestaande NOG -en ROG kaarten worden overstroombare locaties voorgesteld die gevrijwaard moeten worden of heringericht om deze functies te vervullen. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma, dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd (DIW, watertoets). De watertoets wordt eveneens toegepast voor plannen of programma's in waterrijke gebieden. Aandachtspunten voor de keuze en de locatie zijn o.a. : September 2007
- 34 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - De laagst gelegen gebieden die van nature eerst overstromen. - Maximale spreiding van de waterberging over het volledige valleigebied. - Open ruimtegebieden zonder intensief landgebruik. - Een aanvaardbare waterkwaliteit. Indien dit niet het geval is wordt daar prioritair werk van gemaakt. - Er wordt zo weinig mogelijk kunstmatige infrastructuur voorzien en/of maximaal gebruik gemaakt van de bestaande topografie. - Een beperkte overstromingsduur, -frequentie en -hoogte. Het waterbergend vermogen kan evenzeer via kleine ingrepen stijgen. Herwaardering en heraanleg van grachtenstelsels, het opbreken van ingebuisde grachten, het verwijderen van betonnen constructies in de waterloop zodat de ruwheid van de bedding stijgt, het afschuinen van oevers, het aanleggen van plas- en drasbermen, het niet ruimen van bepaalde delen van waterlopen die een voldoende (te groot) verval kennen. De openbare besturen en beheerders van de waterlopen doen inspanningen om ook via kleine ingrepen het bergend vermogen te doen stijgen. Grote ingrepen op waterlopen worden niet onbezonnen uitgevoerd. De complexiteit van het huidige watersysteem vereist een grondige studie van de situatie om de effectiviteit (ecologisch, economisch) van de voorgestelde maatregelen na te gaan. Dergelijke studies zullen een belangrijke inbreng zijn in het DuLo-plan en het mee helpen onderbouwen. Essentieel hierbij is dat er inzicht moet verworven worden in de huidige berginscapaciteit en de capaciteit die vereist is om het water te stockeren (modelleringen). Er worden verdere initiatieven genomen naar de aanleg van poelen. Zij hebben niet enkel een bergende functie, maar ook een landschappelijk en ecologisch waardevolle functie. Binnen berschermingszones voor waterwinning dient eerst advies te worden gevraagd.
6.2.2 Krachtlijnen met betrekking tot vertraagd afvoeren Indien het water niet ter plaatse kan vastgehouden of geborgen worden, moet het water vertraagd worden afgevoerd. Een vertaagde afvoer kan worden gerealisserd door het herstel/behoud van de natuurlijke structuur van de waterloop, het niet ruimen van (bepaalde delen van) waterlopen, het aanbrengen van kunstmatige (b.v. schotten) en natuurlijke (b.v. door aanplantingen) structuren om de waterafvoer te vertragen,... Overstorten kunnen aanleiding geven tot grote debieten op korte tijd. Ook hier kan door de aanleg van bufferbekkens een vertraagde afvoer worden verwezenlijkt. Bij de aanleg van een (verbeterd) gescheiden riolering wordt steeds nagegaan of een open gracht dienst kan doen/ingeschakeld kan worden als RWA leiding. Open grachten zijn goedkoper, ze zijn makkelijker te onderhouden en de controle op (illegale) lozingen is makkelijker. Op deelbekkenniveau wordt het initiatief genomen een inventaris van het grachtenstelsel op te maken, waarbij zowel open als ingebuisde grachten worden opgenomen. Elke gemeente levert inspanningen om de waterlopen/grachten die zij in beheer heeft, van een gepast onderhoud te voorzien. Er wordt nagegaan waar ingebuisde grachten terug kunnen worden opengemaakt. Naar de aangelanden die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van hun gracht(en) worden initiatieven genomen-evt. verplichtingen opgelegd. Grachten worden opgenomen in de herberekening van het TRP en in de opmaak van andere plannen met betrekking tot waterafvoer. Communicatie moet inwoners overtuigen van het belang van grachten, zowel naar het bergen en vertraagd afvoeren van regenwater, als de landschappelijke functie.
6.2.3.Overige krachtlijnen Tijdens de interviews met de gemeente is gebleken dat enkele waterlopen niet meer bestaan, doorheen de jaren zijn verlegd, of omgekeerd: dat waterlopen die vroeger minder belangrijk
September 2007
- 35 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota waren en destijds niet geklasseerd, aan belang hebben gewonnen. Samen met het Vlaamse Gewest en andere waterbeheerders werkt de provincie aan een aanpassing van de Vlaamse Hydrografische Atlas op haar grondgebied. (Binnen dat kader kunnen aanpassingen aan de categorisering worden voorgesteld.) Op (deel)bekkenniveau moet getracht worden een uniform beleid te voeren, over provinciegrenzen of gemeentegrenzen heen. Er worden ideeën gelanceerd om dit te realiseren. Op termijn kan worden nagegaan of een bevoegdheidsherverdeling nuttig kan zijn. Waterlopen krijgen een aangepaste inrichting en beheer in functie van een evenwichtig profiel en stromingsweerstand. Er wordt gestreefd naar een zo natuurlijk mogelijke/ natuurgetrouwe toestand. Scherpe hoeken en steile randen worden weggewerkt waar mogelijk, kunstwerken worden aangepast, slecht uitgevoerde inbuizingen en overwelvingen worden verwijderd/hersteld/aangepast.
6.2.4.Mogelijke aandachtsgebieden/waterlopen De herwaardering van grachtenstelsels moet een aandachtspunt zijn in het volledige deelbekken. Op lokaal vlak stijgt het bergend vermogen en werkt de afvoer vertagend. Ook de inschakeling van poelen in het systeem werkt vertragend en doet het bergend vermogen stijgen. Bovendien is het ook naar natuurbeleving een pluspunt. Daarnaast zijn er aantal geplande projecten die bij de uitvoering de nodige aandacht moeten spenderen aan wat hierboven is vermeld. In de bovenlopen moet worden gestreefd naar een vertraagde afvoer en een groter bergend vermogen. Een aangepast ruimingsbeheer, een verhoogde ruwheid en in landelijk gebied waar mogelijk een herstel van de oorspronkellijke oeverhoogte moeten/kunnen daar mede voor zorgen.
6.3. kwalitatief waterlopenbeheer
6.3.1. Krachtlijnen Een degelijk waterlopenbeheer vereist dat de verschillende beleidsdomeinen, met onder meer het milieubeleid, het natuurbeleid en het beleid inzake ruimtelijke ordening, geïntegreerd werken. De verschillende domeinen dienen dan ook op elkaar afgestemd. Communicatie op geregelde tijdstippen is dan ook een eerste vereiste. Het deelbekkenniveau is het geschikte niveau om informatie rond projecten te verspreiden en uit te wisselen. Het deelbekkenniveau krijgt een functie als discussieforum, en als een doorgeefluik naar hogere en lagere niveaus. Ook de waterbeheerders dienen hun acties op elkaar af te stemmen.
6.4. Ecologisch waterlopenbeheer Het respecteren van de natuurlijke kenmerken van het watersysteem biedt de beste garanties voor het vermijden van problemen.
6.4.1. krachtlijnen Bij de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en uitvoeringsplannen moeten de gemeenten en provincies water(lopen) als een ordenend principe aanvaarden. Er moet aandacht worden gespendeerd aan het terug creëren van ruimte voor water. Het onderhoud van de waterloop en de omgeving moet worden afgestemd op de functie van de waterloop of het gebied waarbinnen de waterloop ligt. Ook (her)inrichtingsprojecten zijn afgestemd op beide functies:
September 2007
- 36 -
Deelbekkenbeheerplan Barebeek/Benedendijle Inventaris Kansen en Knelpunten - Doelstellingennota - Bovenlopen worden zo min mogelijk geruimd/gemaaid opdat water langer kan worden vastgehouden - Het onderhoud wordt tot een minimum beperkt of aangepast indien er specifieke vegetaties/populaties aanwezig zijn Acties in het kader van waterbeheersing of (her)inrichtingsprojecten worden uitgevoerd volgens de principes van NatuurTechnische MilieuBouw en met ecologisch herstel/behoud in het achterhoofd.
6.5. Water - een plezier!? Water wordt aanvaard als ordenend principe. Alle openbare besturen doen inspanningen de inwoners opnieuw te overtuigen van de belevingswaarde van water. Concrete projecten worden als voorbeeld uitgedragen, zachte recreatie in valleigebieden wordt gestimuleerd. Water wordt opnieuw op een creatieve manier geïntegreerd in de nabije omgeving van de mens. Onder het motto jong geleerd is oud gedaan, kunnen doelgerichte acties naar scholen en jeugdbewegingen een groot rendement halen op langere termijn. Op deelbekkenniveau wordt gecommuniceerd rond de huidige projecten en worden ideeën voor de toekomst gelanceerd.
Spoor 7. Duurzaam drinkwatergebruik 7.1. Doelstelling De druk op de grondwaterreserves wordt verminderd door het gebruik van grond- en leidingwater, daar waar mogelijk en verantwoord, te beperken. Op kwalitatief vlak wordt gestreefd naar het gebruik van laagwaardig water voor laagwaardige toepassingen(v.b. hemelwater voor wc-spoeling, oppervlaktewater als proceswater, hergebruik van gezuiverd afvalwater, ...). Op kwantitatief vlak is het de uitdaging om niet meer water te gebruiken dan nodig (v.b. installeren van waterbesparende apparatuur, meldingssystemen voor lekende kranen,..).
7.2. krachtlijnen Inzake duurzaam watergebruik hebben openbare besturen een voorbeeldfunctie. Overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst "milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling" wordt een wateraudit uitgevoerd bij elk nieuw (her)bouwproject. De bevolking moet geïnformeerd en gestimuleerd om minder hoogwaardig water te gaan gebruiken voor laagwaardige toepassingen. Er dient gestreefd naar een verschuiving van grond-en drinkwater naar hemelwater voor toepassingen als wc-spoeling, reiniging, besproeien van tuin,... . Een tweede aandachtspunt is het stimuleren van watersparende maatregelen zoals b.v. aanschaf van watersparende douchekop, meldingsapparatuur voor lekken. Ook naar industrie, land-en tuinbouw worden informatiecampagnes georganiseerd om een dalend grond -en drinkwater gebruik te realiseren. Bij een nieuwe vergunningsaanvraag worden bedrijven verplicht een waterbesparingsstudie uit te voeren. Naast de vergunde grondwaterwinningen zijn er ook een groot aantal ongekende, niet vergunde winningen. Overmatig en onbezonnen gebruik moet opgespoord en aan banden gelegd worden. Indien er in een woning een regenwatercircuit wordt aangelegd moet dit steeds volledig gescheiden worden aangelegd van het drinkwatercircuit.
September 2007
- 37 -