Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
Deelbekkenbeheerplan Velpe Inventarisatie Kansen en Knelpunten Doelstellingennota
September 2007 Gemeenten Bekkevoort, Bierbeek, Boutersem, Glabbeek, Halen, Kortenaken, Lubbeek, Tielt-Winge, Tienen, Zoutleeuw, Wateringen van Het Velpedal, De Velpe en De Mene, Provincies Vlaams-Brabant en Limburg
September 2007
1
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
INHOUD INHOUD ..................................................................................................................................... 2 I. INVENTARISATIE KANSEN EN KNELPUNTEN................................................................... 3 I.1 Waterkwantiteit ............................................................................................................... 3 I.2 Waterkwaliteit................................................................................................................ 10 I.3 Ecologie .......................................................................................................................... 11 I.4 Diverse ............................................................................................................................ 12 II. DOELSTELLINGENNOTA.............................................................................................. 13 0. Doelstellingen ..................................................................................................................... 13 1. Maximale retentie en hergebruik van hemelwater aan de bron.................................... 13 1.1. Doelstelling ................................................................................................................... 13 1.2. Krachtlijnen/gebiedsgerichte doelstelling ..................................................................... 13 1.3. Mogelijke aandachtsgebieden ....................................................................................... 14 2. Sanering van afvalwaterlozingen ...................................................................................... 15 2.1. Doelstelling ................................................................................................................... 15 2.2 Krachtlijnen.................................................................................................................... 16 2.3 Mogelijke aandachtsgebieden ........................................................................................ 16 3. bewaking en verbetering van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur.......................................................................................................... 17 3.1. Doelstelling ................................................................................................................... 17 3.2. Krachtlijnen................................................................................................................... 17 3.3 Mogelijke aandachtsgebieden ........................................................................................ 18 4. Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging .................................................... 18 4.1. Doelstelling ................................................................................................................... 18 4.2. Krachtlijnen................................................................................................................... 18 4.3. Specifieke aandachtsgebieden....................................................................................... 19 5. Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop........... 19 5.1. Doelstelling ................................................................................................................... 19 5.2 Krachtlijnen.................................................................................................................... 20 5.3 Specifieke aandachtsgebieden........................................................................................ 20 6. Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer.......................... 20 6.1. Doelstelling ................................................................................................................... 20 6.2. Kwantitatief waterlopenbeheer ..................................................................................... 21 6.2.1. Krachtlijnen met betrekking tot water bergen............................................. 21 6.2.2 Krachtlijnen met betrekking tot vertraagd afvoeren ................................... 21 6.2.3. Overige krachtlijnen........................................................................................ 22 6.2.4. Mogelijke aandachtsgebieden/waterlopen................................................... 22 6.3. Kwalitatief waterlopenbeheer ....................................................................................... 22 6.3.1. Krachtlijnen........................................................................................................... 22 6.4. Ecologisch waterlopenbeheer........................................................................................ 23 6.4.1. krachtlijnen ........................................................................................................... 23 6.5. Water - een plezier!? ..................................................................................................... 23 7. Duurzaam drinkwatergebruik ........................................................................................... 23 7.1. Doelstelling ................................................................................................................... 23 7.2. krachtlijnen.................................................................................................................... 23
September 2007
2
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
I.
INVENTARISATIE KANSEN EN KNELPUNTEN
Aan de hand van de gebiedsanalyse en de bevraging van de betrokken waterbeheerders en sectoren werd getracht om een overzicht van kansen en knelpunten met betrekking tot water samen te stellen op deelbekkenniveau. De knelpunten en kansen zijn soms gebaseerd op hoe de situatie wordt aangevoeld door de betrokkenen. Oorzaken zijn soms gebaseerd op veronderstellingen. Tussen haakjes wordt de instantie vermeld die de kans/het knelpunt aanbracht. Er wordt geopteerd voor een opdeling volgens de waterkwantiteit, waterkwaliteit, ecologie en diverse. Nog niet alle knelpunten zijn nagekeken en/of gecorrigeerd door de betreffende partij. De Watering van het Velpedal stelt een waterhuishoudingsplan op voor het volledige deelbekken van de Velpe. De bijkomende kansen en knelpunten die uit de bijhorende inventarisatie voortvloeien zullen via de opmaak van het actieplan in rekening worden gebracht. Het actieplan zal eveneens een bondige oplijsting bevatten van de maatregelen die gepand worden via de erosiebestrijdingsplannen, die door een aantal besturen worden opgemaakt.
I.1 Waterkwantiteit Waterloopgebonden knelpunten en kansen ivm waterkwantiteit -Ter hoogte van Molen Huens komt af en toe waterkers los en ophoping zorgt voor opstuwing (gemeente Bierbeek). -Vloedgracht: opgehoogde Hoegaardsesteenweg is knelpunt (gemeente Bierbeek). -Ter hoogte van het meest zuidelijke punt van het langgerekte overstromingsgebied langs de Moergracht (aan de N3) wenst Aldi een vestiging in te planten. Roosbeek is echter geen hoofddorp. Toch werd de bouwvergunning door de Bestendige Deputatie goedgekeurd (bouwgrond in overstromingsgebied) (gemeente Boutersem). -Roosbeek thv Lubbeekstraat: potentieel voor overstromingsgebied. Er komt weinig landbouw voor, in belangrijke mate hooilanden en weiden (gemeente Boutersem). -studie: waterberging langs weilanden (mod. Velpe?) via berm in Glabbeek (stad Tienen). -Ruilverkaveling Vissenaken plant de aanleg van: • wachtbekken thv de Moutbornstraat te Glabbeek • wachtbekkens en grachten thv Breisemstraat te Roosbeek-Boutersem
September 2007
3
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota -Bij hoge neerslag is het waterpeil van de Velpe zo hoog dat de zijlopen en lokale grachten hun afvoer niet meer kunnen lozen op de Velpe. De relatief sterke hellingen in een aantal valleien van zijlopen in combinatie met de plaatselijk slechte toestand of overbelasting van rioleringen en de aanslibbing van grachten en waterlopen, veroorzaakt lokaal problemen van wateroverlast, onder meer te Tienen, Glabbeek, Lubbeek en Boutersem (watering Het Velpedal). -mogelijk overstromingsgebied Aarschotsesteenweg te Vissenaken-Tienen: 20 à 30 ha. Kan problemen voor landbouwers stroomafwaarts Aarschotsesteenweg oplossen en Halen ontlasten (gemeente Tienen) -Op een aantal plaatsen (bvb te Glabbeek, omgeving Tafelbosstraat - Kapellenstraat, Kasteel Attenrode - Torenstraat, Bunsbeekdorp) is de capaciteit van de beken of van ingebuisde gedeelten van de beken of van rioleringen, bij hevige neerslag ontoereikend. Aanslibbing en aanwezigheid van kunstwerken (opstuwing ter hoogte van bruggen) ligt hier soms mede aan de oorzaak (watering Het Velpedal, gemeente Glabbeek): ¾ Omgeving Kasteel Attenrode Afstromend water verzamelt zich via Doelaagstraat op 1 punt t.h.v. Torenstraat. Hellend gebied met akkers op hellingen (erosie). Aan Doelaagstraat ligt een lange oprit naar akkers. Woningen ondervinden 3-4 keer perjaar water/modder. Gemeente heeft ontwerper aangeduid voor riolering van Torenstarat via kasteel tot aan Attenrodesebeek. ¾
Rode Koker 1,2 x 1,2 m Winterbeek. Stroomafwaarts vernauwingen (buizen diameter 1 m). Mogelijke oplossing: afvoer Glabbeek deels afvoeren via buizen Steenbergenstraat (t.h.v. Kerkhof). Door 10-12 meter bijkomende aansluiting te realiseren naar Meenselbeek kan een bypass worden gerealiseerd voor gescheiden afvoer van hemelwater naar de Meenselbeek. Stroomopwaarts wateroverlast, geen hinder woningen.
¾
Tafelbosstraat Semi-gescheiden stelsel aangelegd (dwz afvoer vanuit huizen is gemengd). Buizen Tafelbosstraat naar Kapellestraat te klein, vervallen en verstopt. Er komt veel hemelwater toe door trechtervormige topografie. Boven aan Tafelbosstraat is een aqua-drain tegen drempel aangelegd met afvoer via open gracht aan Kapellestraat. In Tafelbosstraat werden buizen gelaten voor wat ze zijn en werd een grachtensysteem met betonnen u-profiel aangelegd voor de afvoer van hemelwater.
¾
Bunsbeekdorp Moutsbornstraat : bestaande aqua-drain voor opvangen van hemelwater is onvoldoende. In ontwerp is een tweede aqua-drain voorzien. Via een
September 2007
4
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota gracht/riolering wordt het opgevangen water stroomafwaarts afgeleid naar riolering in Bunsbeekdorp. Op termijn dient afgekoppeld te worden van de riolering. In ruilverkaveling wachtbekken voorzien in Moutsbornstraat. ¾
Bunsbeekdorp. Afkoppeling van hemelwater via riolering van de Broekstraat richting Hagerothbeek (samen met afvoer van 16 woningen). Ingebuisde Hagerotbeek versmalt (van eivormige Ø 150 naar Ø 90). Hagerotbeek heeft te geringe verval en slibt dicht. Door koker onder Eksterbeemdenbeek kan niveau niet aangepast worden. Gedeeltelijke openlegging zou optie kunnen zijn.
¾
Bunsbeek Ruekenbosstraat : Erosieprobleem + gracht te klein en afwatering beek onvoldoende. Eén laaggeleven boerderij komt onder water.
-Naast de algemene toename van verharde oppervlakte van het stedelijk gebied, veroorzaken de autostrade E40 en de hoge snelheidslijn, hoge neerslagafvoeren in het stroomopwaarts stroomgebiedsdeel van de Velpe (Boutersem). Deze afvoeren worden ongebufferd in de Velpe geloosd (watering Het Velpedal). -De waterloop "de Hagerothbeek" stroomt via de sifon onder de Eksterbeemdenbeek (Kleine Velpe). Herhaaldelijk werd vastgesteld dat er zich problemen voordoen ter hoogte van deze sifon. Deze problemen zijn te wijten aan het feit dat één buis van de sifon dichtgeslibd is omdat ze stuk is en de andere verzakt is. Bovendien is de sectie van deze buizen onvoldoende. Verwijderen bestaande sifon, de waterloop herinrichten op een natuurtechnisch vriendelijke wijze rekening houdend met de vigerende richtlijnen inzake dimensionering van de waterlopen (Glabbeek - Bunsbeek) (watering Het Velpedal). -De Ketelbeek overstroomt thv de Liebroekstraat. Stad Halen werkt aan een project om de beek te ontlasten door • aanleg van riolering • erosieprobleem thv gehucht Hontsom op te lossen via buffering ter compensatie van de hogere afvoer stroomafwaarts thv het nabijgelegen woongebied (Provincie Limburg). -Rijnnrodebeek: langs de Betserbaan (Halen) is een wachtbekken gepland (60.000 à 3 70.000 m ) waarvoor de onteigeningen lopende zijn. Begin jaren '90 werd de beek genormaliseerd met bodemvallen. Samen met het wachtbekken worden volgende begeleidende maatregelen voorzien: • plas- en drasbermen • hermeandering • amfibieënpoel (Provincie Limburg) -thv de Asbornestraat (Halen) treedt wateroverlast op wegens te lage capaciteit van de Rijnrodebeek (Ijzerenbeek) (Provincie Limburg).
September 2007
5
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota -De Ijzerenbeek (Rijnrodebeek) zorgt voor een groot deel van de afwatering in de streek van Loksbergen. Hier zijn er plannen om wachtbekkens aan te brengen. Er zijn geen echte grote problemen maar de wachtbekkens zouden dienen om de overwelving te ontlasten (het meest afwaarts gedeelte is over een lengte van ong. 1 km overwelfd behalve de laatste 300 meter.). De duiker thv de gewestweg Diest-Hasselt geeft bij hoogwater problemen. De Provincie zou dit op zich nemen. De weiden zijn van de kerkfabriek van Loksbergen die bereid zijn te verkopen. Overleg dient nog verder te gebeuren met de aanpalende eigenaars. Hier komt “Bitterzoet” voor, een waardplant voor bruinrot in de aardappelteelt. Voor de landbouw in Halen is er (nog) geen probleem. Naar de Ijzerenbeek toe is er geen noemenswaardig sedimentprobleem. De grootste erosieproblemen komen voor in de buurt van de autosnelweg. Bij zware onweders wordt er heel wat sediment afgevoerd (Watering De Velpe). -Winkelbeek (Vloedgracht) te Halen: terugstuwing bij hoogwater in Velpe. Bloemendaal - oude spoorweg - verkaveling (overstroomd in 1998. Kleppen op Winkelbeek en riolering + pompen + wachtbekken op Velpe (modellering Afd. Water) (Provincie Limburg). -Winkelbeek: hier zijn pompen aangebracht om de Winkelbeek over te pompen in de Velpe. De sifon thv de Bloemendaalstraat is niet verantwoord omdat er te weinig verval is. Het pompen lost al een deel van de problemen op. De grachten zijn dichtgemaakt en de afwatering gebeurt nu via buizen. De riolering is aangelegd tot aan het einde van Vossekot (Watering De Velpe). -industrieterrein thv Halensbroek op R.O. Velpe in overstromingsgebied. Via het rioleringsstelsel is het gelinkt met het deelbekken van de Benedengete (Provincie Limburg). -Wachtbekken Webbekomsbroek: kunstwerk thv Zelemstraat om Velpewater in Webbekomsbroek te sluizen om zo Halen-centrum te beschermen tegen opstuwing van de Velpe (stad Halen). -Afd. Water plannen inrichting van een GOG langs de Vloedgracht. Stad Halen verwacht hier veel van ter bescherming van het centrum (stad Halen). -problemen met rioleringsafvoer/overstorten/hoge waterstanden Velpe in Halen-centrum opgelost via pompen (stad Halen). -Vossenkotbeek: overstromingsgevoelige plaats. Het idee is er om er een wachtbekken te voorzien Er zijn af en toe problemen met huizen die onderlopen. Door een overgelopen vijver hebben er zich waterplanten kunnen verspreiden. Die moeten in de Vossenkotbeek regelmatig (jaarlijks tot 2-jaarlijks) verwijderd worden (Watering De Velpe).
Erosie
September 2007
6
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota Bierbeek, Boutersem, Tienen, Halen, Lubbeek hebben of werken aan een erosiebestrijdingsplan. Gedetailleerde beschrijving van knelpunten en voorgestelde maatregelen zijn hierin terug te vinden. -In het kader van de ruilverkaveling Willebringen zou de heraanleg van een aantal waterlopen mogelijk zijn, maar er is nog niets met zekerheid vastgelegd. De "Moordenaarsweg" te Opvelp is een belangrijke holle weg met ecologisch belang. Mogelijks zou op de schouder van de holle weg een buffer aangelegd worden (gemeente Bierbeek). -sedimentafsoeling richting Waversesteenweg (gemeente Bierbeek). -Culotstraat-Velpestraat: water dat vanuit Wallonië komt veroorzaakt inspoeling van sediment in de Velpestraat. In de lente zorgt modder voor ellende in huizen en garages. De Velpe is ingebuisd tot aan de Velpestraat en soms treedt ze buiten haar oevers (gemeente Bierbeek). -Het erosiebestrijdingsplan voorziet een wachtbekken ten zuiden van de "Weg tussen Twee Weiden" en ten oosten van de Waversesteenweg (gemeente Bierbeek). -Bij lokale wolkbreuken stellen zich problemen van verstopte duikers. Erosie van akkergronden veroorzaakt het dichtslibben van deze duikers (watering Het Velpedal). -In de Keizerstraat zorgt afstromend water naar een woning voor overlast (gemeente Boutersem). -Aan de Malendriesstraat thv de grens met Lubbeek zorgt afstromend water (klein Zwisterland) eveneens voor overlast (gemeente Boutersem). -Thv de Spoorwegstraat-Heulingenstraat stroomt bij hevige regenval water en modder richting woningen. Als de weg, die er zal aangelegd worden in het kader van de ruilverkaveling, voorzien wordt van een gracht, kan dit de problemen reduceren (gemeente Boutersem). -Via enkele veldwegen baant afstromend water zich een weg richting woningen aan de Bijvoordestraat. Het ploegen van de akkers tot aan de taluds vormt hier een knelpunt (gemeente Boutersem). -Water dat afgevoerd wordt via de Strijdersstraat veroorzaakt overlast (gemeente
Boutersem)
-Een eerder door studiebureau Tauw opgemaakt erosiebestrijdingsplan bleek qua oplossingen niet bevredigend. IGO-Leuven heeft een nieuw plan opgesteld (waterkwantiteit en -kwaliteit en erosie worden erin behandeld) (gemeente Boutersem). -Een LIFE- project voor erosiebestrijding in Hoegaarden/Bierbeek wordt in samenwerking met IGO-Leuven uitgewerkt (gemeente Boutersem) .
September 2007
7
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota -Een Life-project loopt momenteel met betrekking tot een bufferbekken voorzien van omliggende grachten (gemeente Boutersem).. -Ter hoogte van het Heilige Geesthof (Kerkom, Heiligegeesthofstraat) is alle grond in bezit van dezelfde landbouwer. Een aantal grachten werden gedempt om 1 groot perceel te bekomen (gemeente Boutersem). -In de Torenhofstraat werd eveneens een gracht gedempt met als gevolg dat het water via de straat richting woningen stroomt(gemeente Boutersem).. -De wateroverlast- en erosieproblemen die zich voordoen in de Pastoriestraat worden ism IGO-Leuven (brongerichte erosiebestrijdingsmaatregelen) en de watering het Velpedal (infrastructurele maatregelen) aangepakt. Modder verstopt de riolering wat overlast voor de omliggende woningen veroorzaakt. Verschillende maatregelen zijn voorgesteld: erosiepoel op particuliere grond, grasgang, grasrand aan landbouwperceel (nu maïs), rooster voorzien in Pastoriestraat, aanleggen gracht naar Velpe (gemeente Boutersem). Studiebureau Technum heeft een princiepsaanvraag opgemaakt voor de uitvoering van de werken. Uitvoering gepland voor 2006-2007 (watering Het Velpedal). -Een algemene mogelijkheid ivm erosiebestrijding bestaat in de organisatie van een infomoment waarbij landbouwers reeds uitgevoerde erosiebestrijdingsmaatregelen voorstellen aan collega-landbouwers (gemeente Boutersem).. -De Breisemstraat bevindt zich binnen de ruilverkaveling die gepland is: een aantal bufferbekkens en grachten (o.a. gracht naast Breisemstraat) zullen begeleidend worden aangelegd. De meeste maatregelen vinden plaats op grondgebied van Tienen (gemeente Boutersem). -erosie van holle wegen en slibafzetting op wegen. Erosiebestrijdingsplan voor zone Libroekstraat-Ketelbeek: fase stroomafwaarts afgerond, fase stroomopwaarts in openbaar onderzoek: plannen om beek te herleggen rond magazijn dat nu op de beek staat (stad Halen). -ten W van Zelk: erosie van talud van 15m hoog (stad Halen). -Bloemendaalstraat: hier stroomt sediment op de Bloemendaalstraat. Het probleem wordt ook veroorzaakt doordat er een duiker aanwezig is. Op het moment dat de gronden een bestemming als bouwzone kregen werd de beek ingebuisd en gesifoneerd onder de Bloemendaalstraat. In 1998 zijn de huizen op die plaats ondergelopen (Watering De Velpe). -bij zware onweders wordt er veel sediment afgevoerd in de buurt van de E314 (stad
Halen)
-In Glabbeek treedt vanop een aantal aardappelpercelen belangrijke sedimentafspoeling richting Boeslintersebeek op (Watering Het Velpedal). -Tienen krijgt subsidie voor erosiebestrijdingsplan. Momenteel wordt bestek opgemaakt (stad Tienen).
September 2007
8
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota Niet-waterloopgebonden knelpunten en kansen ivm waterkwantiteit -fruittelers maken gebruik van bekkens voor beregening tijdens vriesperiodes. Dit water wordt tevens terug opgevangen en hergebruikt (stad Halen).
September 2007
9
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
I.2 Waterkwaliteit Waterloopgebonden knelpunten en kansen ivm waterkwaliteit -Een KWZI-percolatieveld van 210 IE is voorzien thv het Blauwschuurbroeknatuurreservaat. Er zijn tevens werken gepland om twee straten, die nog niet van riolering voorzien zijn, te rioleren (gemeente Bierbeek). -Knelpunt: het afvalwater van het gemeentehuis wordt rechtstreeks in de Velpe geloosd. Een Groep-T-student heeft een studie, met daaraan gekoppeld een educatief luik, uitgewerkt waarin de verschillende mogelijkheden ter sanering van de lozing van het gemeentehuis in de Velpe worden onderzocht: IBA of aansluiting riolering (de laatste optie noodzaakt wel de installatie van een pompput). Een beleidskeuze zou nu de volgende stap moeten zijn (gemeente Boutersem).. -Langs de Velpe en Moergracht liggen reeds collectoren die naar de toekomstige RWZI Roosbeek leiden. Om Roosbeek aan te sluiten dient over een afstand van 200 meter een bovengemeentelijke leiding aangelegd te worden: project 21370 Verbindingsriolering Moergracht fase (IP 2008-2010). -Ook een gedeelte van Neervelp tussen HST en dorpskern moet nog aangesloten worden op collectorenstelsel (gemeente Boutersem). -De collector van Neervelp richting RWZI voert teveel hemelwater aan: afkoppeling is hier noodzakelijk om de goede werking van de RWZI te garanderen. -Anno '95 werd door studiebureau Segers een rioleringsstudie opgemaakt, met daarin o.a. suggesties voor de inplanting van KWZI's en IBA's. -In 2005 is de afkoppeling van de Waversesteenweg gepland via gemeentelijk rioleringsproject B203138 (gemeente Boutersem). -Een kaart met daarop de afbakening van de zones die in aanmerking komen voor KWZI's/IBA's is opgemaakt. Aanpassingen werden doorgegeven aan de VMM. Voorlopig wordt met de huidige zonering verdergewerkt (gemeente Boutersem). -In Bierbeek zijn een aantal bronnetjes aangesloten op riolering. Acties zijn gepland ter afkoppeling hiervan en enkele wachtbekkens worden voorzien te Neervelp (gemeente Boutersem). -RWZI Tienen Velpe: Vissenakenstraat, BPA in opmaak (stad Tienen). -Aan het voetbalveld van Hoeleden bevindt zich een rietveld. Het gecollecteerde afvalwater kan hierdoor geleid worden vooraleer het in de Paardebeek geloosd wordt. Een andere mogelijkheid is eventueel de Paardebeek om te leiden door het rietveld.
September 2007
10
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota Hoeleden zou zo gezuiverd worden en aldus zuiveringszone A worden (gemeente Kortenaken). -Vossekotbeek: MAP-meetpunt gaf slecht resultaat – overbemesting nitraten (6-tal MAPmeetpunten in Halen) (stad Halen). -collector Loksbergen: nu komt alles ongezuiverd in de Rijnrodebeek terecht. De collector van de Velpe moet nog verder uitgebouwd worden en er moet nog uitgemaakt worden of er eveneens een collector langs de Rijnrodebeek zal komen (stad Halen). -Waterkwaliteit enorm verbeterd de laatste jaren. Veel vis op Gete/Velpe (bij zuurstofgebrek komen ze massaal lucht happen aan de oppervlakte (stad Halen). -lozingen stookolie op Velpe ongeveer tweemaal per jaar (uitkuisen stookolietanks). Vaak vanuit Kortenaken. De milieu-inspectie werd steeds op de hoogte gebracht (stad Halen). -Van Waanrode tot Assent stroomt er afvalwater van huizen via grachten richting Ijzerenbeek. Een deel is ingebuisd, de rest is open tot aan de Ijzerenbeek. Vroeger loosden 20 à 30 huizen op de beek terwijl het er nu ongeveer 80 zijn. Het probleem is ontstaan door de vergroting van het aantal huizen. Er moet regelmatig geruimd worden (Watering De Velpe). -Naar schatting zou ongeveer 80% van de landbouwgronden rond Halen gedraineerd worden (buizendrainage). Een gedeelte van het hemelwater wordt via deze weg mee afgevoerd naar de RWZI’s waardoor dit water te verdund toekomt bij de RWZI’s. De drainage is noodzakelijk voor de landbouwgronden. Geen drainage zou betekenen dat het in het voorjaar te laat voldoende droog zou zijn en in de herfst te snel nat zou zijn. Dit betekent oogstderving. Op een diepte van 70-100 cm ligt er een ondoordringbare laag van ijzerzandsteen die zou zorgen voor problemen (te nat, te droog) Deze problemen worden gedeeltelijk opgelost met de drainage (Watering De Velpe). -via grachten treedt er veel diffuse verontreiniging op vanuit Loksbergen naar Velpe en Rijnrodebeek (Provincie Limburg).
Niet-waterloopgebonden knelpunten en kansen ivm waterkwaliteit
I.3 Ecologie -Vismigratieknelpunten in de Velpe: op vijf verschillende plaatsen werden schotten geplaatst waarvan de functie onduidelijk is. Ook de vervuiling van de Velpe zal vismigratie zeker negatief beïnvloeden (gemeente Bierbeek). -De zandwinning Wouters is een belangrijke ontginning en situeert zich tussen Kerkstraat en Kumtichsestraat. Als de ontginning lager dan de grondwaterstand wordt doorgezet, zou dit leiden tot een verlaging van de grondwaterstand.
September 2007
11
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota Bij stopzetting van de exploitatie van de zandwinning Wouters hoopt de gemeente een ecologische site te ontwikkelen met behoud van bodemstructuur zodat oeverzwaluwen en ijsvogels er terecht kunnen. Hiertoe werd een aanvraag ingediend bij de bestendige deputatie (nabestemming=woonuitbreidingsgebied) (gemeente Boutersem). -Verscheidene bermen van holle wegen worden kapotgespoten door landbouwers, met invallen van taluds als gevolg (gemeente Boutersem). -De meeste vismigratieknelpunten in het bekken van de Velpe doen zich voor op de Velpe 1ste categorie ter hoogte van de watermolens. Zeer groot hoogteverschil. Initiatiefnemer: Vlaamse Gemeenschap (watering Het Velpedal). -Binnen het werkingsgebied van de Watering zijn er vismigratieknelpunten op de Velpe 2de categorie onder vorm van watermolens, nl : Molen Kwabeekstraat, Molen Stationsstraat, Molen Huens en Breisemmolen (watering Het Velpedal). -een inbuizing van de Paardebeek dient verwijderd te worden. Er zijn geen verdere plannen om andere grachten open te maken, tenzij bij aanleg van collectoren: grachten zullen dan opengemaakt worden om hemelwater af te voeren (gemeente Kortenaken). -Pesticidengebruik in de fruitsector zorgt voor uitspoeling en diffuse verontreiniging (Kortenaken = zwart punt). Toch meent de gemeente dat de minimale dosis wordt gebruikt en dat uitspoeling onvermijdelijk is (gemeente Kortenaken). -Aan de Rotemse Molen is een vispassage en paaiplaats gepland -Ketelbeek: 3e cat. Papierfabriek heeft 20 jaar inkthoudend water geloosd. Beek snijdt zichzelf in bij hoge afvoeren. Verontreinigd slib zou moeten geruimd worden maar er wordt gewacht op een gemeentelijk rioleringsproject langs de Ketelbeek waarvan uitvoering is voorzien in 2006 (projectnr. L202083). Bijkomende werken zijn echter noodzakelijk wegens ongeschiktheid van de bodem (Watering De Velpe).
I.4 Diverse -fietsroutenetwerk vs. Habibatrichtlijngebied: verbinding Diest – Halve Maan met Schulensmeer. Njet van Afd. Natuur. Halen zoekt naar een alternatief (stad Halen).
September 2007
12
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
II.
DOELSTELLINGENNOTA
0. Doelstellingen Het Duurzaam Lokaal Waterplan heeft als doelstelling te komen tot een duurzaam lokaal waterbeleid, binnen een deelbekken. Het betreft de brongerichte aanpak met betrekking tot het oplossen en voorkomen van wateroverlast, waterverontreiniging, verdroging, aantasting van het natuurlijk milieu van watersystemen, en erosie. Maatregelen genomen op lokaal vlak, met een invloed op de lokale en bovengemeentelijke waterhuishouding en waterkwaliteit, die moeten leiden tot het behalen van de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water, met name een goede toestand van het oppervlaktewater en het grondwater. Volgende tekst geeft per spoor telkens de krachtlijnen voor de nabije toekomst en de ideeën op lange termijn. Uiteraard is het noodzakelijk om telkens de krachtlijnen in heel het deelbekken na te streven, maar soms verdient een bepaalde doelstelling extra aandacht in een specifiek gebied. Indien mogelijk worden al enkele aandachtsgebieden voorgesteld waar deze gerealiseerd kunnen worden. Uiteraard zijn de voorgestelde locaties een indicatie en zal in een gedetailleerde inventarisatie nagegaan worden welke in aanmerking komen voor de vooropgestelde doelstellingen. De lijst is niet limitatief en kan ook nog verder aangevuld worden tijdens de verdere uitwerking van het volledige actieplan.
1. Maximale retentie en hergebruik van hemelwater aan de bron 1.1. Doelstelling Zo min mogelijk hemelwater wordt versneld afgevoerd naar de waterloop. Het hemelwater wordt zo veel mogelijk aan de bron opgevangen en gebruikt, geïnfiltreerd en zo nodig vertraagd afgevoerd, gescheiden van het rioolstelsel. Dit alles om piekafvoeren te voorkomen in de strijd tegen wateroverlast en erosie, infiltratie te bevorderen in de strijd tegen verdroging, en verdunning van afvalwater tegen te gaan in de strijd tegen waterverontreiniging. Bij het nemen van maatregelen ter voorkoming van wateroverlast moeten we zo veel mogelijk de prioriteitscascade volgen: eerst vasthouden en infiltreren, dan bergen en tot slot vertraagd afvoeren. Dit spoor omvat alle acties die ernaar streven het hemelwater zo veel mogelijk te hergebruiken, te laten infiltreren of lokaal te bergen. Het gevaar van diffuse verontreiniging door infiltratie van verontreinigd hemelwater wordt steeds voor ogen gehouden.
1.2. Krachtlijnen/gebiedsgerichte doelstelling De natuurlijke opvangcapaciteit van de bovengrond wordt bepaald door de bodemsamenstelling. Daarnaast wordt infiltratie sterk beïnvloed door het bodemgebruik. De infiltratiecapaciteit moet behouden blijven, wie die capaciteit beïnvloedt, is verplicht tot compensatie. Sinds 24 mei zijn twee provinciale verordeningen van kracht, de eerste inzake de afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken, de tweede inzake afkoppeling van hemelwater afkomstig van verharde oppervlakken.
September 2007
13
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
De verordening inzake verharde oppervlakken is van toepassing op alle nieuwe verharde oppervlakken groter dan 150m² of uitbreidingen tot meer dan 150m², de verordening inzake afkoppeling van dakoppervlakken geldt voor de oprichting van dakoppervlakken groter dan 50m², of voor het uitbreiden van een gebouw tot een gebouw met een totale dakoppervlakte grotere dan 50m². Bedoeling is een verdere toename van de verharde oppervlakte af te remmen en tegen te gaan. Voor het hemelwater dat op deze wijze niet of minder kan worden geïnfiltreerd moeten compenserende maatregelen worden voorzien. De openbare besturen passen deze verordening strikt toe en lichten de bevolking gepast in. Op deelbekkenniveau wordt gedacht over een inventaris van de grotere verharde oppervlakken (>0.1ha). Deze inventaris kan mee helpen de oorzaken van lokale knelpunten (wateroverlast, te hoge overstortfrequentie) aan het licht te brengen. Bovendien is de inventaris een nuttige insteek bij modelleringen. De afvoer van hemelwater mag niet worden versneld. In de code van goede praktijk worden lozings en buffervoorwaarden opgelegd vanaf een minimale verharde oppervlakte van 0.1 ha. Deze voorwaarden moeten echter gebiedsspecifiek worden aangepast/ingevuld, afhankelijk van de plaats van de lozing, de ondergrond, het gevaar op overstromingen of de waterloop waarin het water wordt geloosd. De openbare besturen hebben een voorbeeldfunctie. Beslissingen worden gerespecteerd, uitgevoerd en gecontroleerd. Sensibilisatie is een belangrijk aspect bij de realisatie van de vooropgestelde doelen. Niet alleen naar de bevolking, maar evenzeer naar eigen personeel en de industrie. Reglementen, verordeningen en subsidiëringsprogramma's worden gecommuniceerd naar de betreffende sectoren. Bij nieuwe (gemeentelijke) rioleringsprojecten wordt gestreefd naar de aanleg van 100% (verbeterd) gescheiden stelsels. Er wordt naar gestreefd het hemelwater van privé-terreinen volledig af te koppelen en te infiltreren of -als infiltratie onmogelijk is- te bufferen. De gemeente neemt het initiatief de inwoners van bestaande woningen, bij aanleg van gescheiden riolering, te overtuigen ook gescheiden aan te sluiten (evt. via een aanmoedigingspremie). Alvorens een bouwvergunning wordt afgeleverd, voert de overheid een watertoets uit, die de impact op het watersysteem nagaat, en indien nodig compenserende maatregelen voorstelt. Indien de impact op het watersysteem niet op een redelijke manier kan worden gecompenseerd, wordt de vergunning geweigerd. Hemelwater afkomstig van verharde oppervlakten is niet altijd zuiver en kan mogelijk verontreinigd zijn; hiermee moet bij het afkoppelen en eventueel infiltreren rekening gehouden te worden. In beschermingszones 1 en 2 van waterwingebieden is infiltratie van hemelwater van potentieel verontreinigende verharde oppervlakten verboden; in beschermingszone 3 moet het advies van de betrokken drinkwatermaatschappij gevraagd worden.
1.3. Mogelijke aandachtsgebieden Bij de ontwikkeling van nieuwe plannen of programma's moet het regenwater verplicht gescheiden worden van het afvalwater. Indien mogelijk moet het regenwater dat na hergebruik nog rest, lokaal geïnfiltreerd en/of gebufferd worden. De infiltratie- en/of buffervoorziening kan zo worden ingericht dat ze een landschappelijke en recreatieve meerwaarde vormt (verplichte scheiding van afval- en regenwater geldt niet voor heraanleg van wegen of riolering in een bestaande bebouwde omgeving).
September 2007
14
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
2. Sanering van afvalwaterlozingen 2.1. Doelstelling De verbetering van de waterkwaliteit is een prioriteit, niet enkel omwille van milieuhygiënische en ecologische redenen, ook om het gebruik van oppervlaktewater en het aanduiden en inrichten van overstromingsgebieden niet te hypothekeren. Conform Vlarem II dient iedere woning/bedrijf die gelegen is buiten de zones voor centrale zuivering (zones A en B) zelf zijn huishoudelijk afvalwater te saneren. Lozingen van voor 1995 kunnen hieraan voldoen door minimaal een goed werkende septische put, lozingen van na 1995 dienen een bijkomende biologische zuivering te voorzien. Probleem met de huidige zonering is dat de afbakening dynamisch is. Zo kan zone C zone B worden, zone B zone A. Dit systeem bood onvoldoende rechtszekerheid naar particulieren en bedrijven.
Op 12 januari 2001 gaf de Minister aan Aquafin opdracht een nieuwe zonering te ontwikkelen gebaseerd op de vraagdichtheid. De vraagdichtheid van afvalwaterlozingen kan opgedeeld worden in deelaspecten: - De geografische ligging van het te bedienen perceel t.o.v. andere percelen. - Het aantal percelen dat als een gegroepeerde entiteit kan beschouwd worden. - De ligging van zo een entiteit ten opzichte van andere percelen. - De geloosde hoeveelheid afvalwater op het perceel. - De schaalgrootte van een reeds bestaand of ontworpen collectief grenzend aan de restzone. De methodologie die hiervoor door Aquafin ontworpen werd, leidt tot een 'ontwerpkaart' op gemeentelijk niveau. Deze ontwerpkaart onderscheidt volgende zones: Zone 1 : Het gebied dat na de uitvoering van alle investerings- en subsidieringsprogramma's tot en met de investeringsjaren van 2003 zal aangesloten zijn op een openbare waterzuiveringsinstallatie. Deze zone is op het ontwerp zoneringsplan oranje gearceerd. Zone 2 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem lager dan of gelijk aan 70% van de kostprijs van een individuele behandeling van de lozingen en zal daarom op termijn zeker een collectief systeem worden aangelegd. De aanleg van een riolering in deze zones is dus noodzakelijk. Er wordt echter geen uitspraak gedaan over het type stelsel (gemengd/gescheiden) van deze riolering, noch over het feit of deze riolering zal aansluiten op een lokale zuiveringsinstallatie dan wel op een centrale zuiveringsinstallatie. Deze zone is op het ontwerpzoneringsplan donkergroen ingekleurd. Zone 3 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 70 % maar kleiner of gelijk aan 100% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De gemeente zal bij het opstellen van het definitief zoneringsplan moeten beslissen of deze zones voorzien zullen worden van een collectief systeem dan wel van een individueel zuiveringssysteem. Deze zone is op het ontwerpplan lichtgroen ingekleurd. Zone 4 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 100% maar kleiner of gelijk aan 130% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De gemeente zal bij het opstellen van het definitief zoneringsplan moeten beslissen of deze zones voorzien zullen worden van een collectief systeem dan wel van een individueel zuiveringssysteem. De zone is geel ingekleurd op het ontwerpzoneringsplan.
September 2007
15
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota Zone 5 : In deze zone is de kostprijs van een collectief systeem groter dan 130% van de kostprijs van een individuele behandeling van de woningen. De woningen in deze zone zullen moeten worden voorzien van een individueel waterzuiveringssysteem. Er worden in deze zone geen rioleringen aangelegd. Deze is rood ingekleurd op de ontwerpzoneringsplannen. Het wetgevend kader dat noodzakelijk is om de zoneringsplannen afdwingbaar te maken en kracht van wet te geven is tweeledig. Enerzijds is het noodzakelijk om een procedure op punt te stellen om de zoneringsplannen een wettelijk kader te geven. Anderzijds is het noodzakelijk de huidige Vlarem II aan te passen aan de nieuwe zones. In een volgende fase zal dan voor het deel dat gemeenschappelijk zal worden gezuiverd een masterplan worden opgesteld. Dit plan gaat na op welke wijze men zo snel mogelijk de lozing van vervuild afvalwater naar de oppervlaktewateren kan beperken.
2.2 Krachtlijnen In een volgende fase zullen deze ontwerpzoneringsplannen door de VMM ter aanpassing en verfijning worden voorgelegd aan de gemeenten. Elke gemeente heeft er alle belang bij (ecologisch, maatschappelijk , praktisch en financieel) om ten volle mee te werken aan de finalisering van de definitieve zoneringplannen. Het ontwerp van zonering is immers het resultaat van een computermodel dat fouten kan bevatten en de realiteit slechts benadert. Deze resultaten moeten zeker aan de realiteit worden getoetst om problemen in de toekomst te vermijden. Voor zone 3 en zone 4 moet ook beslist worden of er collectief of individueel gezuiverd zal worden (als de gemeente deze beslissing niet neemt, neemt de VMM deze taak over). Ook dit is een essentiële beslissing om de rechtszekerheid van de burger te kunnen garanderen en een gemeentelijk waterzuiveringsplan op te stellen. Na de inspraak van de gemeenten, komen deze plannen ook nog in openbaar onderzoek vooraleer ze door de Vlaamse Regering worden goedgekeurd. De plannen zouden dan nog enkel om de 10 jaar (deze frequentie is nog niet zeker) herzien kunnen worden zodat de inwoners die individueel moeten zuiveren zekerheid krijgen. Ten laatste in 2006 zouden de zoneringsplannen moeten klaar zijn voor heel Vlaanderen. In afwachting van de definitieve zoneringsplannen mag het niet de bedoeling zijn te blijven stilstaan. Het gevoerde beleid moet worden verdergezet of eventueel al bijgestuurd in functie van de nieuwe zonering. Voor gerioleerde, maar nog niet gecollecteerde straten wordt nagegaan of KWZI een goedkopere optie is. Er wordt op een creatieve manier gezocht naar locaties voor KWZI's. Bij de uitvoering of de planning van nieuwe projecten worden de nieuwe zoneringsvoorstellen als randvoorwaarde opgenomen. In C-zone/buitengebied wordt een IBA/KWZI opgelegd. Inwoners worden voldoende geïnformeerd over IBA's/KWZI. Op deelbekkenniveau wordt een discussie gestart over de controle op de goede werking ervan. Indien er nood is aan extra informatie omtrent IBA's en/of KWZI's kan dit op deelbekkenniveau worden georganiseerd. Waterlopen die zijn aangeduid als ecologisch waardevol of waterlopen die gelegen zijn in gebieden die als ecolgische waardevol worden beschouwd, krijgen een specifieke aandacht. Opvolging en controle van lozingen op oppervlaktewater, verontreiniging van bodem en/of grondwater en verdroging door grondwaterwinningen, mag niet achterwege blijven. Er wordt gezocht naar oplossingen voor te frequent werkende overstorten.
2.3 Mogelijke aandachtsgebieden In het deelbekken van de Velpe moet nog een lange weg afgelegd worden alvorens het oppervlaktewater een aanvaardbare kwaliteit zal bereiken. Elk openbaar bestuur neemt binnen haar bevoegd domein zijn verantwoordelijkheid en onderneemt de nodige stappen. De sanering van afvalwaterlozingen is aldus binnen het hele deelbekken een belangrijk aandachtspunt. Op deelbekkenniveau wordt het overleg georganiseerd, zodoende binnen het deelbekken een eensgezind beleid te kunnen voeren.
September 2007
16
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
3. bewaking en verbetering van de kwaliteit van de riolerings- en zuiveringsinfrastructuur 3.1. Doelstelling De rioleringsinfrastructuur wordt op dergelijke manier onderhouden, verbeterd en uitgebouwd dat hydraulische overbelasting en biologische onderbelasting van het rioleringstelsel en de zuiveringsinfrastructuur zoveel mogelijk wordt tegengegaan. Het gaat hierbij om de uitbouw van het 100% (verbeterd) gescheiden rioolstelsel, het afkoppelen van parasitaire debieten, verharde oppervlakten en zuiver effluentwater, maximale aansluiting van particulieren en verbeterde overstorten.
3.2. Krachtlijnen Indien technisch haalbaar, wordt nieuwe riolering 100% (verbeterd) gescheiden uitgevoerd. Er moet een goed beeld zijn van de huidige toestand van de rioleringen (ligging, aansluitingen, kwaliteit van de riolering). Er wordt een onderhouds- en inspectieplan opgesteld voor de bestaande rioleringen. De code van goede praktijk voor het onderhoud van riolering is daarbij de leidraad. De gemeentelijke infrastructuur wordt op regelmatige basis onderworpen aan een grondige controle. Op die manier kunnen veel problemen in een vroeg stadium worden opgespoord en aangepakt. Bovendien is een regelmatige controle een garantie voor een langere levensduur. Riolen worden zoveel mogelijk zelfreinigend ontworpen, indien dit technisch haalbaar is. Tijdens de ontwerpfase wordt een onderhoudsplan opgesteld. Bij nieuwbouw wordt, in overeenstemming met de provinciale verordening, een hemelwaterput met hergebruik opgelegd, waar nodig aangevuld met een infiltratievoorziening. Controle hierop is essentieel. Voor bestaande woningen, worden burgers aangemoedigd en bijgestaan om het hemelwater af te koppelen van de riolering, om hemelwaterputten met hergebruik te installeren en om infiltratiemogelijkheden te voorzien. Premies zijn hier een ideaal instrument om de burger te overtuigen. Aansluitingen op de riool, zoals op de bouwplannen verplicht aangeduid, worden daadwerkelijk gecontroleerd. Op deelbekkenniveau wordt overlegd hoe de controle het best verloopt. Op deelbekkenniveau wordt gedacht aan initiatieven om een goed beeld te krijgen van verkeerde aansluitingen op de riool en 'lozingen langs achter', om ze te voorkomen en ongedaan te maken. Parasitaire debieten (vb. permanente drainage, infiltratie van grondwater, opgevangen bronnen, (afgeleid oppervlaktewater van) grachten en waterlopen) op de riolering worden opgespoord en afgekoppeld. Het zoeken naar een oplossing voor afkoppeling van bedrijven (verharde oppervlakte-effluentwater-koelwater) gebeurt in gezamenlijk overleg met de betrokken overheden. Er moet vermeden worden dat het gecollecteerde rioolwater te snel en tegelijk op dezelfde plaats in de collectoren terechtkomt. Dit geeft alleen aanleiding tot collectoren onder druk en een grotere overstortfrequentie. Er moet zoveel mogelijk berging voorzien worden opwaarts het rioolstelsel door het gebruik van knijpconstructies, regeltoestellen, het verhogen van overstortdrempels, het aanpassen van de diepteligging van riolen en het voorzien van bergbezinkingsbekkens.
September 2007
17
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota Afwaarts overstorten worden voorzieningen aangebracht zodanig dat het overstort een minimaal effect heeft op de ontvangende waterloop, zowel naar kwaliteit als kwantiteit. Voorbeelden zijn bufferbekkens met eventueel een beplanting zodat het water een stuk gezuiverd wordt en de piekdebieten afgevlakt worden. Bij kleinere opwaartse overstorten wordt de overstortrand voldoende hoog en lang gemaakt. Ook hier kunnen in de grachten of waterlopen planten worden voorzien om het geloosde water deels te zuiveren. Er moet een goed beeld komen (inventarisatie) van de afwatering van straten, banen en grotere wegen. Ideaal wordt het water vertraagd afgeleid via grachten naar een waterloop. Indien dit niet mogelijk is kan een infiltratiebed een oplossing bieden. Er moet streng gewaakt worden op de kwaliteit van het afgevoerde hemelwater (olie, ...). Waar nodig moet een (primaire) zuivering worden voorzien om milieuschade aan de waterloop, de bodem of het onderliggende grondwater te voorkomen. Baangrachten en afwateringsgrachten worden in geen geval nog dichtgelegd. Daar waar er mogelijkheden zijn worden ze opengelegd en geïntegreerd in de omgeving. Om een zo groot mogelijke vuilvracht in de RWZI te krijgen wordt in zones waar het afvalwater gezuiverd wordt de aanleg van een septische put niet langer opgelegd (verboden in VLAREM). Tevens worden er initiatieven genomen naar bestaande woningen om de septische put kort te sluiten. In de zone die op termijn zal aangesloten worden op de RWZI wordt in de bouwvergunning opgelegd een kortsluiting te voorzien op de septische put.
3.3 Mogelijke aandachtsgebieden Bewaking en verbetering van de zuiveringsinfrastructuur, is een aandachtspunt binnen het volledige deelbekken. Door overleg wordt gestreefd naar een coherent beleid.
4. Voorkomen en beperken van diffuse verontreiniging 4.1. Doelstelling Er wordt gestreefd naar het voorkomen van het gebruik/het lozen van waterschadelijke producten. Indien dit niet mogelijk is, worden ze vervangen door het gebruik van minder schadelijke alternatieven.
4.2. Krachtlijnen Het afstromend water van potentieel vervuilde oppervlakken (wegen, parkings) wordt opgevangen en gezuiverd alvorens in de beek te worden geloosd of alvorens het wordt geïnfiltreerd (buiten beschermingszone van een waterwingebied). Het lozen van verontreinigd hemelwater moet aan de VLAREM-eisen voldoen. Bijgevolg kan het noodzakelijk zijn koolwaterstofafscheiders en een afscheiding van bezinkbare stoffen te voorzien voor het hemelwater dat afvloeit. Het decreet Integraal Waterbeleid hanteert oeverzones als instrument om diffuse verontreiniging van waterlopen tegen te gaan :
Artikel 10 uit het Decreet betreffende het integraal waterbeleid § 1. In de oeverzones gelden ten minste de volgende bepalingen: 1° elke vorm van bemesting is verboden, met uitzondering van bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing. Indien de oeverzone enkel de taluds omvat, is elke
September 2007
18
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota vorm van bemesting, met uitzondering van bemesting door rechtstreeks uitscheiding bij begrazing verboden binnen: a) Vijf meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam; b) Tien meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam in het Vlaams Ecologisch Netwerk; c) Tien meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam indien een helling grenst aan het oppervlaktewaterlichaam; 2° Het aanbrengen van bestrijdingsmiddelen, met uitzondering van rodenticiden die worden aangewend in het kader vaan de rattenverdelging, is verboden. Indien de oeverzone enkel de taluds omvat, is het aanbrengen van bestrijdingsmiddelen verboden binnen een meter landinwaarts vanaf de bovenste rand van het talud van het oppervlaktewaterlichaam. In geval van acute en redelijkerwijs te voorziene plagen die een gevaar inhouden voor mens of milieu of in het geval van situaties die een ernstige bedreiging vormen of kunnen vormen voor de veiligheid van de mens en waarvoor tegelijkertijd geen afdoende alternatieve bestrijdingsmiddelen voorhanden zijn, kan tijdelijk van dit verbod worden afgeweken, mits de beheerder van de oeverzone dit voorafgaandelijk meldt aan de bevoegde administratie.
Binnen het deelbekken moet worden nagegaan waar deze maatregel te weinig effect heeft. Dan moeten/kunnen bredere oeverzones worden afgebakend, b.v. langsheen ecologisch zeer waardevolle waterlopen. Als in het (deel)bekkenbeheerplan zulke oeverzones worden aangeduid/afgebakend, dan kan de eigenaar beroep doen op instrumenten zoals aankoop, vergoeding of onteigening. Als alternatief kunnen beheersovereenkomsten afgesloten worden voor aan waterlopen aanpalende percelen. Elke gemeente maant eigenaars van woningen die op de gracht of op de waterloop lozen, terwijl er riolering ligt in de straat, aan om aan te sluiten op de riolering. Op deelbekkenniveau worden voorstellen geformuleerd voor een afdoende controle of voor een betere wettelijke regelgeving. Er wordt op deelbekkenniveau bekeken hoe illegale lozingen het best kunnen worden opgespoord. In ieder geval wordt er streng opgetreden bij vaststelling van een illegale lozing en dit wordt duidelijk gecommuniceerd. Sluikstorten (afval in en langs de waterloop, lozen van verfresten in de riool) moet eveneens streng bestraft. Opnieuw kan een duidelijke communicatie een deel van de oplossing zijn. Een milieuverantwoord gebruik van producten en/of systemen wordt gestimuleerd naar de eigen medewerkers en de inwoners van de gemeente (SO cluster vaste stoffen).
4.3. Specifieke aandachtsgebieden -sensibilisatie burgers omtrent gebruik van pesticiden
5. Voorkomen en beperken van erosie en sedimenttransport naar de waterloop 5.1. Doelstelling Erosie veroorzaakt tal van negatieve gevolgen voor het watersysteem en zijn directe omgeving. Een brongerichte aanpak wordt voorgesteld met als doel: - Reductie van bodemverlies door afspoeling van vruchtbare grond - Bestrijding van modderlast - Beperking van slibafzetting in het rioolstelsel en in waterlopen
September 2007
19
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota 5.2 Krachtlijnen Oorzaken van een toenemende hoeveelheid slib worden aangepakt. Beheersovereenkomsten en afbakening van oeverzones zijn instrumenten die in erosiegevoelige gebieden kunnen worden aangewend om sedimenttransport naar de waterloop te minimaliseren. Er wordt naar gestreefd dat er geen akkerlanden liggen langsheen waterlopen. Sedimentuitspoeling door erosie wordt op die manier vermeden langsheen de waterlopen, sedimenttransport vanop hoger gelegen delen wordt grotendeels opgevangen. De impact van frequent werkende overstorten wordt onderzocht en kan mogelijk gereduceerd worden door de aanleg van een bergbezinkings- of bufferbekken met nazuivering. Bestaande overstorten krijgen een aangepaste werking, nieuwe overstorten moeten uitgerust worden met bergbezinkings- en een bufferbekken met nazuivering. Deze moeten volledig waterdicht uitgevoerd zijn wanneer ze in een beschermingszone van een drinkwaterwinning gelegen zijn. Een aangepaste inrichting van de waterlopen in slibgevoelige zones, b.v. met sedimentvangen, zorgt er voor dat maar heel plaatselijk moet worden geruimd. Eens de kwaliteit van de waterlopen goed is, en de bodemkwaliteit niet langer achteruit kan gaan is een laatste ruiming van het vervuild slib noodzakelijk. Dan moet een plan worden opgemaakt voor de sanering van vervuilde waterbodems. De erosiebestrijdingsproblematiek wordt reeds uitvoerig en in detail behandeld in de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen. Bovenlokale erosieproblemen kunnen uit de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen worden gelicht en in het DuLo-waterplan worden opgenomen, zodat hiervoor gezamenlijke adequate oplossingen kunnen uitgewerkt worden op deelbekkenniveau. Ervaringen met erosiebestrijding worden via de deelbekkenwerking worden uitgewisseld.
5.3 Specifieke aandachtsgebieden De erosiebestrijdingsplannen bieden een goede basis om op korte termijn een aantal knelpunten op een verantwoorde en onderbouwde manier weg te werken.
6. Kwantitatief, kwalitatief en ecologisch duurzaam waterlopenbeheer 6.1. Doelstelling Dit omvat het ontwikkelen en instandhouden van een gezond watersysteem in het deelbekken dat aan: -de behoeften van de diverse gebruikers en de eisen van gevoelige soorten kan voldoen -een verantwoord menselijk gebruik voor de huidige en toekomstige generaties kan waarborgen. Het watersysteem wordt in evenwicht gebracht voor het hele grondgebied waarvoor het waterplan wordt opgemaakt, rekening houdend met de functies die aan elke waterloop is toebedeeld en de aanspraak die er door de verschillende sectoren/gebruikers wordt op gemaakt. Concreet is het waterlopenbeheer gericht op vertraagde afvoer, stroomopwaartse buffering van het water, stimuleren van zelfzuiverend vermogen, herstel van het natuurlijk milieu van het watersysteem, het herstel/behoud van de structuurkenmerken,.. . De ecologische functie van watergebonden elementen wordt gemaximaliseerd (bijvoorbeeld integratie van waterlopen, grachtenstelsels en bijhorende oeverzones als verbindingseenheden natuur).
September 2007
20
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota 6.2. Kwantitatief waterlopenbeheer Maatregelen om wateroverlast te voorkomen moeten genomen worden met de prioriteitscascade in het achterhoofd: in eerste instantie retentie van het water, ten tweede zo veel mogelijk lokale berging/infiltratie, en ten slotte een vertraagde afvoer. Er moet op zijn minst naar gestreefd worden overstromingen in bebouwde zones te voorkomen en waterberging op een ecologisch verantwoorde wijze te organiseren. 6.2.1. Krachtlijnen met betrekking tot water bergen Er moet naar gestreefd het water zo veel mogelijk en zo lang mogelijk vast te houden in grachtenstelsels, bovenlopen en moerasgebieden. Op basis van bestaande modelleringsstudies en de bestaande NOG- en ROG-kaarten worden overstroombare locaties voorgesteld die gevrijwaard moeten worden of heringericht om deze functies te vervullen. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma, dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd (DIW, watertoets). De watertoets wordt eveneens toegepast voor plannen of programma's in waterrijke gebieden. Aandachtspunten voor de keuze en de locatie zijn o.a. : - De laagst gelegen gebieden die van nature eerst overstromen. - Maximale spreiding van de waterberging over het volledige valleigebied. - Open ruimtegebieden zonder intensief landgebruik. - Een aanvaardbare waterkwaliteit. Indien dit niet het geval is wordt daar prioritair werk van gemaakt. - Er wordt zo weinig mogelijk kunstmatige infrastructuur voorzien en/of maximaal gebruik gemaakt van de bestaande topografie. - Een beperkte overstromingsduur, -frequentie en -hoogte. Het waterbergend vermogen kan evenzeer via kleine ingrepen stijgen. Herwaardering en heraanleg van grachtenstelsels, het opbreken van ingebuisde grachten, het verwijderen van betonnen constructies in de waterloop zodat de ruwheid van de bedding stijgt, het afschuinen van oevers, het aanleggen van plas- en drasbermen, het niet ruimen van bepaalde delen van waterlopen die een voldoende (te groot) verval kennen. De openbare besturen en beheerders van de waterlopen doen inspanningen om ook via kleine ingrepen het bergend vermogen te doen stijgen. Grote ingrepen op waterlopen worden niet onbezonnen uitgevoerd. De complexiteit van het huidige watersysteem vereist een grondige studie van de situatie om de effectiviteit(ecologisch, economisch) van de voorgestelde maatregelen na te gaan. Dergelijke studies zullen een belangrijke inbreng zijn in het DuLo-waterplan en het mee helpen onderbouwen. Essentieel hierbij is dat er inzicht moet verworven worden in de huidige bergingscapaciteit en de capaciteit die vereist is om het water te stockeren (modelleringen). Er worden verdere initiatieven genomen naar de aanleg van poelen (niet toegelaten binnen beschermingszone 1 en 2 van een waterwinning). Zij hebben niet enkel een bergende functie, maar ook een landschappelijk en ecologisch waardevolle functie. 6.2.2
Krachtlijnen met betrekking tot vertraagd afvoeren
September 2007
21
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota Indien het water niet ter plaatse kan vastgehouden of geborgen worden, moet het water vertraagd worden afgevoerd. Een vertraagde afvoer kan worden gerealiseerd door het herstel/behoud van de natuurlijke structuur van de waterloop, het niet ruimen van (bepaalde delen van) waterlopen, het aanbrengen van kunstmatige (b.v. schotten) en natuurlijke (b.v. door aanplantingen) structuren om de waterafvoer te vertragen,... Overstorten kunnen aanleiding geven tot grote debieten op korte tijd. Ook hier kan door de aanleg van bufferbekkens een vertraagde afvoer worden verwezenlijkt. Bij de aanleg van een gescheiden riolering wordt steeds nagegaan of een open gracht dienst kan doen/ingeschakeld kan worden als RWA leiding. Open grachten zijn goedkoper, ze zijn makkelijker te onderhouden en de controle op (illegale) lozingen is makkelijker. Op deelbekkenniveau wordt het initiatief genomen een inventaris van het grachtenstelsel op te maken, waarbij zowel open als ingebuisde grachten worden opgenomen. Elke gemeente levert inspanningen om de waterlopen/grachten die zij in beheer heeft, van een gepast onderhoud te voorzien. Er wordt nagegaan waar ingebuisde grachten terug kunnen worden opengemaakt. Naar de aangelanden die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van hun gracht(en) worden initiatieven genomen - evt. verplichtingen opgelegd. Grachten worden opgenomen in de herberekening van het TRP en in de opmaak van andere plannen met betrekking tot waterafvoer. Communicatie moet inwoners overtuigen van het belang van grachten, zowel naar het bergen en vertraagd afvoeren van regenwater, als de landschappelijke functie. 6.2.3. Overige krachtlijnen Tijdens de interviews met de gemeente is gebleken dat enkele waterlopen niet meer bestaan, doorheen de jaren zijn verlegd, of omgekeerd: dat waterlopen die vroeger minder belangrijk waren en destijds niet geklasseerd waren, aan belang hebben gewonnen. Samen met het Vlaamse Gewest en andere waterbeheerders werkt de provincie aan een aanpassing van de Vlaamse Hydrografische Atlas op haar grondgebied. (Binnen dat kader kunnen aanpassingen aan de categorisering worden voorgesteld.) Op (deel)bekkenniveau moet getracht worden een uniform beleid te voeren, over provinciegrenzen of gemeentegrenzen heen. Er worden ideeën gelanceerd om dit te realiseren. Op termijn kan worden nagegaan of een bevoegdheidsherverdeling nuttig kan zijn. Waterlopen krijgen een aangepaste inrichting en beheer in functie van een evenwichtig profiel en stromingsweerstand. Er wordt gestreefd naar een zo natuurlijk mogelijke /natuurgetrouwe toestand. Scherpe hoeken en steile randen worden weggewerkt waar mogelijk, kunstwerken worden aangepast, slecht uitgevoerde inbuizingen en overwelvingen worden verwijderd/hersteld/aangepast. 6.2.4. Mogelijke aandachtsgebieden/waterlopen
6.3. Kwalitatief waterlopenbeheer 6.3.1. Krachtlijnen Een degelijk waterlopenbeheer vereist dat de verschillende beleidsdomeinen, met onder meer het milieubeleid, het natuurbeleid en het beleid inzake ruimtelijke ordening, geïntegreerd werken. De verschillende domeinen dienen dan ook op elkaar afgestemd. Communicatie op geregelde tijdstippen is dan ook een eerste vereiste. Het deelbekkenniveau is het geschikte niveau om informatie rond projecten te verspreiden en uit te wisselen. Het deelbekkenniveau krijgt een functie als discussieforum, en als een
September 2007
22
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota doorgeefluik naar hogere en lagere niveaus. Ook de waterbeheerders dienen hun acties op elkaar af te stemmen.
6.4. Ecologisch waterlopenbeheer Het respecteren van de natuurlijke kenmerken van het watersysteem biedt de beste garanties voor het vermijden van problemen. 6.4.1. krachtlijnen Een beter waterkwaliteits- en -kwantiteitsbeheer biedt kansen voor de ontwikkeling van aan (grond)water gebonden ecosystemen. Het waterkwaliteits- en -kwantiteitsbeheer dient afgestemd te worden op natuurbehoudsdoelstellingen van zowel aquatische als terrestrische natuur. Bij de opmaak van ruimtelijke structuurplannen en uitvoeringsplannen moeten de gemeenten en provincies water(lopen) als een ordenend principe aanvaarden. Er moet aandacht worden gespendeerd aan het terug creëren van ruimte voor water. Het onderhoud van de waterloop en de omgeving moet worden afgestemd op de functie van de waterloop of het gebied waarbinnen de waterloop ligt. Ook (her)inrichtingsprojecten zijn afgestemd op beide functies: - Bovenlopen worden zo min mogelijk geruimd/gemaaid opdat water langer kan worden vastgehouden - Het onderhoud wordt tot een minimum beperkt of aangepast indien er specifieke vegetaties/populaties aanwezig zijn Acties in het kader van waterbeheersing of (her)inrichtingsprojecten worden uitgevoerd volgens de principes van NatuurTechnische MilieuBouw en met ecologisch herstel/behoud in het achterhoofd.
6.5. Water - een plezier!? Water wordt aanvaard als ordenend principe. Alle openbare besturen doen inspanningen de inwoners opnieuw te overtuigen van de belevingswaarde van water. Concrete projecten worden als voorbeeld uitgedragen, zachte recreatie in valleigebieden wordt gestimuleerd. Water wordt opnieuw op een creatieve manier geïntegreerd in de nabije omgeving van de mens. Onder het moto jong geleerd is oud gedaan, kunnen doelgerichte acties naar scholen en jeugdbewegingen een groot rendement halen op langere termijn. Op deelbekkenniveau wordt gecommuniceerd rond de huidige projecten en worden ideeën voor de toekomst gelanceerd.
7. Duurzaam drinkwatergebruik 7.1. Doelstelling De druk op de grondwaterreserves wordt verminderd door het gebruik van grond- en leidingwater, daar waar mogelijk en verantwoord, te beperken. Op kwalitatief vlak wordt gestreefd naar het gebruik van laagwaardig water voor laagwaardige toepassingen (v.b. hemelwater voor wc-spoeling, oppervlaktewater als proceswater, hergebruik van gezuiverd afvalwater, ...). Op kwantitatief vlak is het de uitdaging om niet meer water te gebruiken dan nodig (v.b. installeren van waterbesparende apparatuur, meldingssystemen voor lekkende kranen, ..).
7.2. krachtlijnen Inzake duurzaam watergebruik hebben openbare besturen een voorbeeldfunctie. Overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst "milieu als opstap naar duurzame
September 2007
23
Deelbekkenbeheerplan deelbekken Velpe Inventarisatie kansen en knelpunten - Doelstellingennota
ontwikkeling" wordt een wateraudit uitgevoerd bij elk nieuw (her)bouwproject. Ook voor bestaande gebouwen is dit een nuttige oefening. De bevolking moet geïnformeerd en gestimuleerd om minder hoogwaardig water te gaan gebruiken voor laagwaardige toepassingen. Er dient gestreefd naar een verschuiving van grond-en drinkwater naar hemelwater voor toepassingen als wc-spoeling, reiniging, besproeien van tuin,... . Indien een woning wordt uitgerust met een regenwatercircuit, moet dit volledig gescheiden gebeuren van het drinkwatercircuit om verontreiniging te voorkomen. Een tweede aandachtspunt is het stimuleren van watersparende maatregelen zoals b.v. aanschaf van watersparende douchekop, meldingsapparatuur voor lekken. Ook naar industrie, land- en tuinbouw worden informatiecampagnes georganiseerd om een dalend grond -en drinkwater gebruik te realiseren. Bij een nieuwe vergunningsaanvraag worden bedrijven verplicht een waterbesparingsstudie uit te voeren. Naast de vergunde grondwaterwinningen zijn er ook een groot aantal ongekende, niet vergunde winningen. Overmatig en onbezonnen gebruik moet opgespoord en aan banden gelegd worden.
September 2007
24