DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN VERNIETIGINGSRICHTLIJNEN
Uit : MARECHAL G., Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven. Richtlijn en advies. Deel III, Miscellanea Archivistiva Studia 45, Brussel, 1993.
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE
12. HANDEL EN NIJVERHEID, VERKEER EN LANDBOUW 1 12.1. INLEIDING Het is geen eenvoudige opdracht de activiteiten van de gemeentebesturen in het kader van handel en nijverheid, verkeer en landbouw te determineren en af te bakenen. Een tweetal vaststellingen: - Elk gemeentebestuur heeft i.v.m. deze materies een zekere autonomie, een zekere ruimte voor eigen initiatieven, in tegenstelling met andere functies waar de bevoegdheden wettelijk strikt omschreven zijn zoals burgerlijke stand, bevolking of financieel beheer. Voor wat betreft handel en nijverheid, verkeer en landbouw is er minder eenvormigheid. Zo kan elk gemeentebestuur specifieke activiteiten ontplooien om de nijverheid op zijn grondgebied te stimuleren. - Het is voor sommige activiteiten niet zo duidelijk of ze nu wel of niet tot deze functie behoren. Er zijn een aantal raakvlakken met andere functies. We geven enkele voorbeelden. De dossiers van hinderlijke inrichtingen kan men beschouwen als een activiteit, een bemoeienis met het economisch leven door een gemeente. Men kan ze ook bekijken vanuit het standpunt van de openbare gezondheid en milieu. Bij een aantal handelsactiviteiten zoals het open blijven van herbergen na 12 uur, het openen van hotels, de leurhandel, is gekozen om ze in de afdeling openbare veiligheid onder te brengen. Ook met de afdeling openbare werken zijn er raakpunten. Hierbij denken we b.v. aan het beschikbaar stellen van industriegronden die door de gemeente zijn aangekocht en waarvan de nutsvoorzieningen door de gemeente werden aangelegd. Het overzicht van functies en activiteiten betreffende handel en nijverheid, verkeer en landbouw, door de gemeente uitgeoefend is gebaseerd op archiefonderzoek, op doorlichting van de diensten van de gemeenteadministratie die zich met deze materies inlaat, inlichtingen van hogere overheden en op literatuur (zie achteraan voor de gedetailleerde bronnenopgave). 12.2. RICHTLIJNEN VOOR BEWARING EN VERNIETIGING 12.2.1. Handel en nijverheid 12.2.1.1. Tellingen, statistieken en verslagen
1
Gepubliceerd in: MARÉCHAL, Griet. Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven Richtlijn en advies. Deel III. Brussel, 1993, p.80-96.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
De medewerking van de burgemeester wordt gevraagd bij de organisatie van allerhande tellingen, die door de regering worden georganiseerd in uitvoering van de wet van 4 juli 1962. De benaming van deze wet werd door de fiscale herstelwet van 1 augustus 1985 gewijzigd in Wet betreffende de openbare statistiek. Aldus wordt de medewerking gevraagd bij de tienjaarlijkse volkstelling, de algemene nijverheids- en handelstelling, de land- en tuinbouwtellingen, de bostellingen e.a. De bijstand door de gemeente vindt plaats op administratief vlak (het ter beschikking stellen van administratief personeel) en op het vlak van de gemeentepolitie (vaststelling van inbreuken). Sedert het K.B. van 7 augustus 1939 is het opmaken van statistieken gecentraliseerd. Een afzonderlijke dienst (reeds opgericht in 1831) is daarvoor bevoegd. Ze ressorteert onder het ministerie van Economische Zaken en kreeg sedert 2 mei 1946 de naam van Nationaal Instituut voor de Statistiek (N.I.S.). Om de gegevens van heel wat tellingen en statistieken te verzamelen, doet het N.I.S. dus beroep op de gemeentelijke administratie. De gemeente doet dienst als doorgeefluik. In het gemeentearchief treffen we de voorbereidende stukken en documenten met cijfermateriaal aan. De eigenlijke telformulieren worden naar het N.I.S. doorgestuurd. Van bepaalde tellingen krijgt de burgemeester een afdruk toegestuurd. De door de gemeente verzamelde gegevens worden door het N.I.S. verwerkt en gepubliceerd. Hierbij dient opgemerkt dat in zijn publikaties (b.v. het Statistisch Jaarboek van België, het Regionaal Statistisch Jaarboek, trimestriële brochures en tijdschriften) geen gegevens per gemeente worden weergegeven. - Documenten met cijfergegevens (overzichtstabellen): bewaren indien niet gepubliceerd. - Bescheiden betreffende de organisatie van de telling: vernietigen. De bovenvermelde herstelwet legt de gemeentebesturen ook op, telkens wanneer ze op eigen initiatief overgaan tot het opstellen van een statistiek, hiervan kennis te geven aan het N.I.S. en hem kosteloos een exemplaar te bezorgen. - Statistieken opgemaakt op eigen initiatief: het volledige dossier bewaren. 12.2.1.2. Aanmoediging van handel en nijverheid De gemeentelijke overheid heeft een zekere autonomie tot het nemen van initiatieven om de plaatselijke handel en nijverheid te stimuleren. Dit kan rechtstreeks gebeuren, door het geven van financiele en materiële steun of onrechtstreeks, door nijverheidstentoonstellingen. Financiële en materiële steun Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
Voor nieuwe industrieën en nijverheden die in moeilijkheden verkeren, kan de gemeenteraad beslissen om subsidies toe te kennen of vrijstelling van bepaalde gemeentebelastingen te verlenen. De materiële steun gebeurt door het gratis ter beschikking stellen, goedkoop verhuren of tegen gunstvoorwaarden in concessie geven van gemeentegronden en/of gebouwen. De gemeente kan ook gronden opkopen, ze omvormen tot een industrieterrein en ze terug verkopen aan bedrijven en fabrieken (zie ook het hoofdstuk Openbare Werken). - Dossiers betreffende de steunverleuning aan de plaatselijke industrie: bewaren. Nijverheidstentoonstellingen (en handelsbeurzen) Deze tentoonstellingen kunnen een regionaal, nationaal of internationaal karakter hebben. Het deelnemen en het eventueel in de wacht slepen van een onderscheiding is voor een fabrikant of kleine zelfstandige een zekere vorm van publiciteit. Het gemeentebestuur kan de fabrikanten en ambachtslui op zijn grondgebied aanmoedigen om deel te nemen. Het kan instaan voor het verspreiden van publiciteitsmateriaal, de inschrijving en de verzending van de tentoongestelde stukken. De dossiers kunnen verder affiches, catalogi en correspondentie betreffende de organisatie bevatten. - Dossiers nijverheidstentoonstellingen: voor zover het gaat om initiatieven uitgaande van de gemeente, de beleidsdossiers bewaren; affiches en drukwerken kunnen eventueel naar een documentatiebestand overgebracht worden. 12.2.1.3. Uitvindersbrevetten Voor deze brevetten was de tussenkomst van de gemeenteadministratie zeer beperkt. De wet van 24 mei 1854 bepaalde dat de aanvraag, met de nodige stukken, diende neergelegd te worden in de griffie van de provinciehoofdplaats of bij de arrondissementscommissarissen die niet resideerden in de provinciehoofdplaats. Het eigenlijke dossier werd dan doorgestuurd naar het bevoegde ministerie, dat het brevet toekende en publiceerde. Het toegekende brevet werd via het provinciebestuur naar de gemeente van de aanvrager gestuurd. De gemeente zorgde voor de aflevering. Sedert de wet van 1 juni 1964 moet de neerlegging gebeuren bij de dienst voor Industriële en Commerciële Eigendom te Brussel of bij de griffie van het provinciebestuur, uitgezonderd deze van de provincie Brabant. In het gemeentearchief treffen we enkel uit de 19de eeuw stukken aan waaruit blijkt dat de gemeente het brevet aan de aanvrager heeft afgegeven. - Stukken betreffende uitvindersbrevetten: vernietigen. 12.2.1.4. Eretekens en erekentekens
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
Bij K.B. van 7 november 1847 werden eremedailles ingesteld om "al degenen te onderscheiden en te belonen die hun kennis, hun talent, hun toewijding, hun vaardigheid en hun ideaal ten dienste van de Arbeid zouden stellen." De bepalingen van dit besluit werden heel vaak gewijzigd. Het K.B. van 29 april 1958 bepaalde dat de eervolle onderscheiding voortaan de officiële benaming van "Ereteken van de Arbeid" zal dragen. Er zijn twee klassen. Het beheer van deze eretekens hoort tot de bevoegdheid van het CommissariaatGeneraal voor de Bevordering van de Arbeid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid of van het ministerie van Landbouw. Eretekens worden toegekend op basis van het aantal dienstjaren. Naast het Ereteken van de Arbeid zijn na verloop van tijd ook nog andere eretekens ingesteld, aangeduid als de Bijzondere Beroepsverenigingseretekens. Het oudste K.B. terzake dateert van 2 augustus 1889. De categoriën die konden aanspraak maken werden herhaaldelijk uitgebreid. De beroepsverenigingen zelf bestaan wettelijk sedert 1898 (wet van 31 maart 1898). Het criterium is ook hier het aantal jaren dat men actief is in een beroepsvereniging, mutualiteit, enz. Sedert 1932 worden de Nationale Orden 2 toegekend aan de arbeiders die reeds het Ereteken van de Arbeid van eerste klasse hebben en een "bijzonder produktieve arbeid hebben blijven uitoefenen". Ook de dragers van het bijzonder beroepsverenigingsereteken komen na het vervullen van de vereiste jaren in aanmerking voor de Nationale Orden. Bij de aanvraag en toekenning van eretekens is de gemeenteadministratie louter doorgeefluik. De aanvrager (= het bedrijf of de vereniging waar de te vereremerken persoon actief is) stuurt een voorstelstaat naar de gemeente. Deze vult een luik van dit formulier in en stuurt het op naar het bevoegde ministerie. Meestal zijn er geen dubbels van deze voorstelstaten in het gemeentearchief aan te treffen. - Dossiers eretekens: mochten ze voorkomen in de gemeente, wat weinig waarschijnlijk is, vernietigen. De Erekentekens van de Arbeid werden ingesteld op initiatief van Koning Albert met als doel, zegt het K.B. van 14 maart 1929: "de wedijver en de geest van initiatief en vooruitgang bij alle arbeiders aan te wakkeren, de kennis van hun beroep en de liefde voor hun vak uit te breiden en hun streven te belonen". Er zijn drie klassen: kadet, laureaat en eredeken van de
2
De Nationale Orden zijn de oudste en hoogste onderscheidingen. De Leopoldsorde werd ingesteld bij wet van 11 juli 1832, de Kroonorde bij wet van 15 oktober 1897 en de Orde van Leopold II bij wet van 24 augustus van 1900. Het beheer van de Nationale Orden is toevertrouwd aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
arbeid. De voornaamste voorwaarde is het afleggen van technische en vakkundige proeven door de kandidaat. De organisatie van deze proeven en toekenning is toevertrouwd aan het Commissariaat-generaal der Regering bij de Nationale Arbeidstentoonstellingen, in nauwe samenwerking met het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid-Albert I. De gemeente is enkel betrokken bij de uitreikingsplechtigheid. De diploma's worden aan de laureaten op het gemeentehuis uitgereikt. - Lijsten van gelauwerden: bewaren. - Stukken betreffende de organisatie van deze plechtigheid: vernietigen. 3.2.1.5. Activiteiten met betrekking tot de handelsvestigingen Vestigingswet – Activiteitsattesten Door de wet van 15 december 1958, vervangen door deze van 15 december 1970, kan de Koning op vraag van een beroepsfederatie, eisen stellen voor de uitoefening van activiteiten als zelfstandig zaakvoerder van een kleine of middelgrote onderneming. De personen die op het ogenblik van bekendmaking van het verzoekschrift tot reglementering van een zelfstandig beroep in het Staatsblad, reeds dit beroep uitoefenden, kunnen bij het gemeentebestuur een "activiteitsattest" bekomen. De aanvrager moet wel een bewijs voorleggen. Volgende bewijsstukken zijn geldig: inschrijving in het handelsregister, aansluiting pensioenkas, facturen, vergunning hinderlijke inrichting. De attesten worden in vier exemplaren opgemaakt, nl. voor de aanvrager, het gemeentebestuur, de Kamer van Ambachten en Neringen en het ministerie van Middenstand. Tot op heden werden een veertigtal beroepen door de Koning gereglementeerd. Een aantal voorbeelden: CODE 001 005 007 012 017 024 038 042
BEROEP Aannemer schrijnwerker-timmerman Verzekeringsmakelaar Molenaar Fietsmecanicien Fotograaf Horlogemaker Begrafenisondernemer Aannemer van sloopwerken
SEDERT 14.07.1960 26.04.1961 06.05.1961 05.11.1963 17.07.1965 08.08.1969 28.01.1983 09.12.1986
Het afleveren van de activiteitsattesten brengt voor de gemeenteadministratie volgende archiefproduktie met zich mee: aanvraagformulieren, dubbels van het afgeleverde attest en Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
lijsten van afgeleverde activiteitsattesten per beroep. Deze activiteitsattesten worden op de gemeente soms opgevraagd i.v.m. een pensioenaanvraag. - Lijsten van afgeleverde activiteitsattesten: bewaren (bieden een interessant overzicht). - Aanvragen en attesten: na 50 jaar vernietigen. Exploitatievergunningen van handelsvestigingen Door de wet op de handelsvestigingen van 29 juni 1975 is het opstarten of uitbreiden van een handelsvestiging (vanaf een bepaalde omvang) gebonden aan een aantal voorwaarden en een machtiging. De aanvraag gebeurt bij het gemeentebestuur. Bij deze aanvraag wordt een sociaal-economisch dossier gevoegd dat wordt opgemaakt door de aanvrager in 10 exemplaren (1 exemplaar blijft op de gemeente). Dit dossier gaat achtereenvolgens naar het Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie en de Provinciale Commissie voor de Distributie. Op basis van de adviezen van deze raden neemt het college van burgemeester en schepenen een beslissing houdende machtiging tot een handelsvestiging (= het toekennen van een exploitatievergunning). Een afschrift van deze beslissing wordt naar de Nationale Commissie voor Distributie gestuurd. Bij een overtreding van één van de gestipuleerde voorwaarden, kan het college de handelsrechtbank verzoeken deze machtiging in te trekken of op te schorten. - Machtigingsdossiers: bewaren. Wekelijkse rustdag en avondsluiting Door de wetten van 22 juni 1960 en 24 juli 1973 zijn alle handelaars en ambachtslieden verplicht één rustdag per week te nemen en zijn de verplichte sluitingsuren voor 5 uur en na 20 uur (soms 21 uur) vastgesteld. Enkel wanneer een andere dag dan de zondag wordt gekozen, dient de exploitant of de beroepsfederatie het gemeentebestuur daarvan op de hoogte te brengen. Voor het verkrijgen van tijdelijke afwijkingen van de wekelijkse rustdag en de vastgestelde sluitingsuren n.a.v. b.v. jaarbeurzen en braderieën, moet het college zijn goedkeuring geven. Van elke beslissing maakt het college een exemplaar over aan het ministerie van Middenstand. Het college bezit ook de bevoegdheid om de beurtrollen voor de zondagswachtdienst in nering en ambacht goed te keuren. Elk besluit wordt overgemaakt aan het ministerie van Middenstand. - Bescheiden inzake wekelijkse rustdag, avondsluiting en beurtrollen voor de zondagswachtdienst: vernietigen. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
Parafering van handelsboeken Voor het paraferen van zijn handelsboeken kan de handelaar terecht bij de rechtbank van koophandel of bij de gemeente. Deze verrichting laat in de gemeenteadministratie bijna geen sporen na. Het kan gebeuren dat er een kaartensysteem werd aangelegd om bij te houden van welke handelaars de boeken worden getekend. - Kaartensysteem: vernietigen. 3.2.1.6. Stapelhuis Een stapelhuis of entrepot is een inrichting waar goederen kunnen worden opgeslagen zonder dat er rechten (invoerrechten of andere accijnzen) tijdens de opslag worden geheven. De wet van 20 februari 1978 (uitvoeringsbesluit: K.B. van 29.01.1979) omschrijft vier soorten: openbaar, particulier, fictief en fictief voor wederuitvoer. Enkel met betrekking tot het openbaar en particulier stapelhuis heeft het gemeentebestuur een aantal taken. Openbaar stapelhuis In volgende gemeenten is er een openbaar stapelhuis: Aalst, Aarlen, Aat, Antwerpen, Bergen, Brugge, Brussel, Charleroi, Dendermonde, Doornik, Genk, Gosselies, Kortrijk, Leuven, Luik, Mechelen, Moeskroen, Montzen, Namen, Nieuwpoort, Nijvel, Oostende, Roeselare, Ronse, Sint-Niklaas, Tienen, Turnhout en Verviers. De eigenlijke administratie (bijhouden van in- en uitvoer van de goederen, het innen van de magazijnrechten) wordt verricht door de ambtenaren van Douane en Accijnzen. Volgens de hierboven vermelde wet stelt de gemeente het gebouw ter beschikking en behandelt de aanvragen om een stapelruimte te huren. Te Brussel is het niet het stadsbestuur, maar de N.V. Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel die hiervoor instaat. Voor elk stapelhuis is een commissie aangesteld. De gemeente is vertegenwoordigd door drie gemeenteraadsleden. Doorgaans wordt het secretariaat waargenomen door de gemeenteadministratie. - Verhuurcontracten en het secretariaatsarchief van de commissie: bewaren. - Voor de bescheiden betreffende het gebouw zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Werken. Particulier stapelhuis
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
De vergunning van een particulier stapelhuis is gebonden aan de voorafgaande toestemming van het gemeentebestuur van de plaats waar zich het dichtstbij gelegen openbaar stapelhuis bevindt. - Dossiers inzake vergunning: bewaren. 3.2.1.7. Markten Oprichten van markten De gemeenteraad is bevoegd om markten op te richten, op te schorten of af te schaffen. Door middel van politieverordeningen worden werking en organisatie vastgesteld. - Dossiers betreffende oprichting en reglementering van markten: bewaren. Standplaatsen De marktkramers vragen hun standplaats aan bij het gemeentebestuur. Deze aanvragen bevatten volgende gegevens: volledige identiteit, afschrift van de leurkaart en van het betalingsbewijs van de rijksbelasting "Bedrijfsvoorheffing rondleurend", omschrijving van de aangeboden koopwaren, type kraam, afmetingen. De standplaatsen worden uit de hand toegewezen door de burgemeester, na beslissing van het college van burgemeester en schepenen. De gemeenteadministratie staat in voor de administratieve afhandeling. Een marktmeester (lid van het gemeentelijk politiekorps) houdt toezicht op de praktische kant van het marktgebeuren en handhaaft de openbare orde (Zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Veiligheid, p. 25). Hij werkt nauw samen met de bevoegde gemeentedienst. - Dossiers toekenning: vernietigen; eventueel kunnen om de 10 jaar specimina bewaard worden. - Bescheiden inzake praktische organisatie: vernietigen. (De marktkramers moeten ook standgeld betalen overeenkomstig de bepalingen van de taksverordening houdende het tarief van de standrechten op de markten, zie Bewaring en vernietiging, I, Financiën.) Mercurialen Op gemeenten waar markten plaatsvinden waarop landbouwproducenten hun produkten (akkerbouw-, dierlijke en vleesprodukten; in sommige perioden ook nijverheidsprodukten) verkopen, worden door de gemeenteadministratie mercurialen of marktberichten bijgehouden. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
Mercurialen zijn periodieke staten (meestal wekelijks) van de gemiddelde prijzen en van de verkochte hoeveelheid van een bepaald produkt op een bepaalde markt. Deze staten worden soms ingebonden in een register van mercurialen. Dubbels van die staten werden tot 1963 opgestuurd naar het bestuur der Economische Diensten van het ministerie van Landbouw, vanaf 1963 naar het Landbouweconomisch Instituut. Deze dienst schrijft de cijfers per markt in op werkdocumenten en verzorgt een aantal publikaties van deze marktprijzen, zoals het maandelijkse Marktberichten en het Landbouw statistisch jaarboek. Deze periodieken bevatten geen gegevens per marktplaats, maar geven per landbouwprodukt gemiddelden per week, per maand en per jaar. Wanneer een bepaalde markt wordt afgeschaft of wanneer de hoeveelheid verkochte produkten te verwaarlozen is, wordt het bijhouden van mercurialen stop gezet. - Mercurialen van 1947 en vroeger: bewaren; mercurialen van na 1947: vernietigen (de gemiddelde marktprijzen zijn gepubliceerd en de regionale verschillen tussen de markten zijn te verwaarlozen). - Voorbereidende stukken: vernietigen. 12.2.1.8. Havenbeheer en -administratie De inrichting en uitbating behoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeente waar de haven is gelegen. De exploitatie kan door de gemeente zelf gebeuren, zoals te Oostende als een gemeentebedrijf. In dit geval is de uitbating onderworpen aan de gemeentelijke reglementering. Er is een schepen bevoegd voor het havenbeheer, hierin bijgestaan door een gemeentelijke havendienst. Deze dienst vormt het uitvoerend orgaan inzake beheer en exploitatie van de haven. De uitbating kan ook door de gemeenteraad aan een maatschappij worden toevertrouwd, zoals te Brugge aan een naamloze vennootschap, de Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen, een semi-officiële of parastatale instelling van openbaar nut. In dat laatste geval zal het archief betreffende het beheer van de haven onder deze instelling berusten. Indien de uitbating van de haven door een gemeentebedrijf wordt waargenomen, zie voor de bestemming van de bescheiden hoofdstuk 8. Gemeentebedrijven. Indien de gemeente zelf exploiteert, kan men volgende archiefbescheiden aantreffen: - Reglementering betreffende oprichting, organisatie en beheer: bewaren. - Statistieken en staten betreffende de scheepvaartbeweging: bewaren. - Boekhouding betreffende de inning van specifieke haventaksen zoals kaairechten, magazijnrechten, kraangeld. Deze documenten omvatten o.m. magazijn-, dag- en grootboeken en kwitanties: bewaren en vernietigen zoals bepaald in Bewaring en vernietiging, I, Financiën. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
-
Dossiers betreffende werken aan haveninfrastructuur (eigendom van de gemeente): zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Werken. Personeel: voor de personeeldossiers en de algemene dossiers van aanwerving, ontslag, opleiding en bevordering: zie Bewaring en vernietiging, II, Personeel. Dossiers betreffende het algemeen beheer, zoals het aantrekken van trafieken: bewaren.
12.2.1.9. Betrekkingen met handels- en nijverheidsinstellingen Tot deze instellingen behoren de Kamer van Koophandel, de Werkrechtersraad en de Koophandelsrechtbank. N.B. De Kamers van Koophandel werden in 1875 als openbare instanties opgeheven. Werkrechtersraad en Koophandelsrechtbank verdwenen in deze vorm door de gerechtelijke hervorming van 1 november 1970. Voor deze laatste twee instellingen moest de gemeente de lijsten van kiezers of stemgerechtigden samenstellen: zie Bewaring en vernietiging, I, Verkiezingen, p. 43. Het gemeentebestuur en deze instellingen correspondeerden soms over handels- en nijverheidsaangelegenheden. Men moet er op toezien dat archief van deze instellingen niet met het gemeentearchief vermengd is. Soms bekleedden schepenen of gemeentesecretarissen immers bestuursfuncties in deze instellingen. 12.2.2. Verkeer Onder de noemer verkeer bespreken we de activiteiten van een gemeentebestuur inzake het vervoer op zijn grondgebied. We onderscheiden vijf categorieën: vervoer via de weg, het spoor, het water, de lucht en tenslotte de toeristische vervoerdiensten. 12.2.2.1. Vervoer via de weg De uitbating van het vervoer was aanvankelijk in handen van privé-personen en maatschappijen. Men had vragtwagens, dilligentien en boden (zgn. Messageries). Zij legden op vaste tijdstippen bepaalde trajecten af tussen twee gemeenten. Deze lijnen werden verpacht of in concessie gegeven door die gemeenten. Met de oprichting van de Nationale Maatschappij voor Buurtspoorwegen in 1885 startte de overheid de uitbating van het openbaar personenvervoer. De steden Gent en Antwerpen hadden een eigen vervoersmaatschappij. Deze zijn nu allen verenigd in De Lijn. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
Voor het oprichten van een bepaalde lijn moest de vervoersmaatschappij de machtiging krijgen van de gemeentebesturen. Deze machtigingen konden pas toegestaan worden na een de commodo et incommodo onderzoek. Veranderingen op het vlak van uurregeling, stopplaatsen en tarieven werden telkens aan het gemeentebestuur doorgegeven. Ook jaarverslagen werden toegezonden. - Bescheiden inzake het vervoer langs de weg: bewaren. Een uitloper van het privé-vervoer van personen zijn de taxibedrijven. De vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst wordt door het college afgeleverd. De voorwaarden worden door de gemeenteraad vastgesteld (zie o.m. de wetten van 30 december 1969 en 27 december 1974; omwille van redenen van plaatselijke aard kan de gemeente een aanvullend politiereglement uitvaardigen). De aanvraag voor vergunning is onderworpen aan een de commodo et incommodo onderzoek. De gemeenteadministratie verzorgt de aflevering van exploitatievergunningen, parkeerbewijzen en bestuurdersvergunningen. Het betalen van de taksen wordt door de gemeenteontvanger bijgehouden. - Dossiers betreffende organisatie en exploitatievergunningen: daar de belangrijkste gegevens in andere bescheiden zoals de notulen voorkomen, kunnen ze vernietigd worden. - Stukken i.v.m. parkeerbewijzen en bestuurdersvergunningen (deze worden jaarlijks afgegeven): na 10 jaar vernietigen. 12.2.2.2. Vervoer via het spoor De aanleg en uitbating van de Belgische spoorwegen was in 1834 in handen van de Staat. Eens de hoofdlijnen waren aangelegd, liet de overheid de aanleg en uitbating van nieuwe spoorlijnen over aan het privé-initiatief. Naar het einde van de 19de eeuw begon de overheid deze privé-lijnen over te nemen en werden ze onder het beheer geplaatst van de in 1926 opgerichte Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen. - Dossiers betreffende de aanleg en inplanting van spoorlijnen en station op het grondgebied van de gemeente: bewaren. - Jaarverslagen betreffende de uitbating van een spoorlijn, correspondentie betreffende uurregeling, stopplaatsen, inlichtingen en klachten: van vóór 1926 bewaren; vanaf 1926 vernietigen. 12.2.2.3. Vervoer via het water
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
Ook op de waterwegen werden vervoerdiensten uitgebaat met bargen, beurtschepen of stoomboten. Het uitbaten van deze diensten was gebonden aan de toestemming van de gemeentebesturen waar een stopplaats was. Met de opkomst van het openbaar vervoer via spoor en weg, is dit personenvervoermiddel bijna helemaal verdwenen met uitzondering van enkele veerdiensten. - Bescheiden betreffende de uitbating van vervoer via het water: bewaren. 12.2.2.4. Vervoer via de lucht Bij dit soort vervoer komt de gemeente niet rechtstreeks tussenbeide. Dit behoort tot het domein van het Bestuur der Luchtvaart. De uitbating van vliegvelden is doorgaans in handen van de hogere overheden (b.v. de luchthaven van Oostende valt onder de Vlaamse Executieve). Een vliegveld kan ook door een intercommunale beheerd worden. Zo wordt het vliegveld te Wevelgem bij Kortrijk beheerd door het Westvlaamse Intercommunale Vliegveld van Wevelgem-Bissegem (W.I.V.W.B.). Daarnaast zijn er de privé-vliegvelden. De toelating tot het oprichten van dergelijke vliegvelden gebeurt door het ministerie van Verkeerswezen en het ministerie dat milieu tot zijn bevoegdheid heeft. Als een gentlemen's agreement wordt ook het advies van de burgemeester gevraagd. Onrechtstreeks is de gemeente betrokken bij o.m.: - het aanpassen van Bijzondere Plannen van Aanleg (zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Werken); - de opslag van brandstoffen en werken aan machines onderworpen aan de wetgeving van hinderlijke inrichtingen (zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Gezondheid); - lawaaihinder (ibidem). 12.2.2.5. Toeristische vervoerdiensten In toeristische centra kan men rondritten en excursies maken met huurkoetsen, huurauto's en vaartuigen. Ze zijn alle onderworpen aan een exploitatievergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen. Het is de gemeenteraad die de voorwaarden stipuleert via politieverordeningen (verschillen dus van gemeente tot gemeente). Doorgaans bepaalt het gemeentebestuur de standplaats, het parcours, de leiddraad voor commentaar en het tarief. De bescheiden betreffen de reglementering, de vergunningen en de vaststelling van het traject en de tarieven. Het betalen van de taksen wordt bijgehouden door de ontvanger. - Reglementering, trajecten en leiddraad voor commentaar: bewaren voor zover de gegevens niet in de notulen voorkomen. - Exploitatievergunningen: vernietigen. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
-
Dubbels van de jaarlijkse afgegeven chauffeurs-, koetsiers- en schippersvergunningen en de standplaatsvergunningen: na 10 jaar vernietigen.
12.2.3. Landbouw 12.2.3.1.Tellingen en statistieken Specifieke tellingen van landbouwgegevens zijn de jaarlijkse land- en tuinbouwtelling (in mei), de jaarlijkse telling van de winterbezaaiingen en van het vee (in december), varkenstellingen, bostellingen, enz. Deze tellingen gebeuren door het N.I.S. met medewerking van de gemeenten. - Voor de bestemming van de bescheiden: zie 12.2.1.1 12.2.3.2. Bestrijding besmettelijke ziektes bij huisdieren en voorkomen van schadelijke insekten Door de wet van 30 december 1882 op de diergeneeskundige politie en de schadelijke insekten was de regering gemachtigd om bij K.B. maatregelen te nemen tegen deze besmettelijke ziekten en schadelijke insekten. Er kon ook bepaald worden welke schadevergoeding zou worden uitbetaald. Deze wet is onlangs vervangen door de Dierengeneeskundige wet van 24 maart 1987 en gewijzigd door de wet van 29 december 1990. Bij vaststelling van een besmettelijke ziekte (zoals mond- en klauwzeer, runderhorzel, runderleucose, runderbrucelose, rundertuberculose, klassieke en Afrikaanse varkenspest) wordt de burgemeester en de Diergeneeskundige dienst van het ministerie van Landbouw op de hoogte gebracht. Deze dienst met gewestelijke kantoren staat in voor de verdere afhandeling. De besmette dieren worden afgeslacht (de veehouders ontvangen daarvoor een vergoeding) en in sommige perioden worden de dieren binnen een bepaalde straal ingeënt. - Registers van aangiften van besmettelijke ziekten: bewaren. - Gemeentelijke stukken i.v.m. het in- en voorlichten van de plaatselijke (landbouw)bevolking: bewaren. - Inentingsbewijzen (strookjes) en -staten: vernietigen na 10 jaar. - Afslachtingsbevelen opgesteld door de inspecteur-dierenarts en ter kennisneming ondertekend door de burgemeester: vernietigen na 10 jaar. 12.2.3.3. Toekennen van toelagen
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
De gemeente bezit op dat vlak een zekere autonomie. Toelagen kunnen toegekend worden aan een landbouwsector die tijdelijk in moeilijkheden verkeert, b.v. te Brugge een vlaspremie. Ofwel kan een aanmoedigingstoelage gegeven worden. Zo verstrekt Brugge een toelage voor het verharden van private toegangswegen tot land- en tuinbouwuitbatingen en een toelage voor het voorzien van drinkwater op land- en tuinbouwuitbatingen. - Dossiers betreffende het instellen van deze toelagen: bewaren - Dossiers aanvragen individuele toelage: vernietigen. 12.2.3.4. Landbouwwedstrijden, -foren en -tentoonstellingen Door land- en tuinbouwverenigingen worden, soms in samenwerking met gemeentelijke en provinciale overheden, tentoonstellingen, wedstrijden en keuringen gehouden. In het gemeentearchief treffen we stukken aan betreffende de organisatie: correspondentie met verenigingen en de provincie, drukwerken en affiches, staten van deelnemers en toegekende prijzen. - Dossiers landbouwwedstrijden, -foren en -tentoonstellingen: voor zover het gaat om initiatieven uitgaande van de gemeente, de beleidsdossiers bewaren; affiches en drukwerken kunnen eventueel naar een documentatiebestand. 12.2.3.5. Landbouwcommissie Elke gemeente is vrij om een landbouwcommissie te installeren. Te Brugge gebeurde dit in 1971. De schepen bevoegd voor landbouw is voorzitter. Naast hem zetelen landbouwers en afgevaardigden van landbouwersverenigingen. De bedoeling is het creëren van een adviesorgaan. Het secretariaat wordt waargenomen door een lid van de gemeenteadministratie. - Secretariaatsbescheiden (notulen en correspondentie): bewaren. 12.2.3.6. Commissie tot vaststelling van de schade in de landbouw Een rondschrijven van 8 september 1969 van het ministerie van Landbouw, bestuur van Landen Tuinbouw, beveelt de burgemeesters aan een 'Commissie tot vaststelling van de schade in de landbouw' op te richten. Ze bestaat uit de burgemeester of een schepen afgevaardigd door de burgemeester als voorzitter, de rijkslandbouwkundige ingenieur of zijn afgevaardigde, een expert-landbouwer aangeduid door de burgemeester, een expert-landbouwer aangeduid door de rijkslandbouwkundige ingenieur. Deze commissie is bevoegd voor het vaststellen van schade aan teelten te wijten aan feiten (wervelstormen en hagel b.v.) die slechts verwoestingen hebben aangericht op sommige gemeenten of op sommige bedrijven, dus niet voor het geheel van een streek. Wanneer een land- of tuinbouwer schade heeft geleden Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
veroorzaakt door een "rampspoedige gebeurtenis", roept de burgemeester deze commissie bijeen. Zij stelt een proces-verbaal op op het ogenblik van de schade en een tweede op het ogenblik van de oogst. Dit formulier wordt in vijf exemplaren opgemaakt, respectievelijk bestemd voor de gemeente, het slachtoffer, de hoofdcontroleur van de belastingen (2 x) en de rijkslandbouwkundige ingenieur. Door dit proces-verbaal kan de getroffen landbouwer aanspraak maken op belastingsvermindering. - Proces-verbalen: vernietigen. 12.2.3.7. Attest voor het houden van varkens N.a.v. de recente varkenspest is er op 6 september 1990 een ministerieel besluit uitgevaardigd waardoor een attest voor het houden van varkens verplicht is. De aanvraag tot het bekomen van dit attest gebeurt bij de gemeente. Het formulier bevat een registratieluik (met gegevens betreffende het bedrijf), een sanitair luik (in te vullen door de sanitaire dierenarts) en een luik bestemd voor het gemeentebestuur (bevestiging van ontvangst van de aanvraag). Het origineel wordt doorgestuurd naar de Diergeneeskundige dienst van het ministerie van Landbouw. Deze dienst levert een sanitair attest af, dat via de gemeente aan de varkenshouder wordt afgegeven. Op de gemeenteadministratie worden dubbels van de aanvraag en van het attest bewaard. - Dubbels aanvraag en attesten: vernietigen. 12.3. BRONNEN EN LITERATUUR Het onderzoek is voornamelijk gebaseerd op het hedendaags archief van de stad Brugge. Voor de periode vóór 1914 konden wij putten uit ons eindwerk voor de bijzondere licentie archivistiek, Structuurstudie van de afdeling handel & nijverheid van het hedendaags archief van de stad Brugge (1795-1914), Onuitgegeven licentiaatsverhandeling VUB., 1990. Voor het doornemen van het dynamisch archief van de stad Brugge konden wij vooral rekenen op de medewerking van J.-M. De Wandel, bureauchef afdeling militie, handel en nijverheid. Zijn bereidwillige hulp en zijn gedegen kennis van de huidige wetgeving en administratie hebben ons enorm geholpen. Andere personen en diensten die ons informatie hebben verschaft zijn de heer E. Claeys van de Diergeneeskundige inspectie, arrondissement Brugge - Oostende, van het ministerie van Landbouw, de heer De Mulder van het Landbouw Economisch Instituut, de heer Van Cleemput van het Bestuur der Luchtvaart, de heer W. Vallaey van het stadsarchief van Roeselare, het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Arbeid en het Nationaal Instituut voor de Statistiek. Wij betuigen allen onze dankbaarheid voor de geboden hulp.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE>LIJST
Literatuur BEAUFAYS M., Huldebetoon aan de arbeiders, Brussel, 1970. DUJARDIN J. e.a., Praktisch handboek voor gemeenterecht, Brugge, 1989. MARÉCHAL G., Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven. Richtlijn en advies, Deel I (Miscellanea archivistica. XLI), Brussel, 1986 en Deel II (Miscellanea archivistica. Studia, 7), Brussel, 1990. MARÉCHAL G., Bewaar- en vernietigingslijst voor arrondissementscommissariaatsarchief 1836-1987 (Miscellanea archivistica. Studia, 20), Brussel, 1992. STRYCKERS H. EN MAURISSEN C., De nieuwe gemeentewet in de praktijk. De Burgemeester, Brugge, Vanden Broele, 1990, losbladig. VANDEN EECKHOUT P. EN WITTE E., Bronnen voor de studie van de hedendaagse Belgische samenleving (Studiecentrum voor de informatiebronnen betreffende de maatschappijwetenschappen V.U.B.), Antwerpen - Amsterdam, 1986.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Jan D'HONDT
1993
DEEL 2 SELECTIELIJST
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE > LIJST
BEWAAR- EN VERNIETIGINGSLIJSTEN1 TOELICHTING BIJ HET GEBRUIK In de hierna volgende hoofdstukken 10-17 worden alle bescheiden die tot nu besproken werden, opgesomd met de vermelding van hun uiteindelijke bestemming: bewaren of vernietigen. Wie meer wil weten over de inhoud van de bescheiden, hun onderlinge samenhang, wetgeving en verantwoording voor de genomen beslissing, raadplege het overeenstemmende hoofdstuk 1-8. Zoals ook in de delen I en II aangestipt, zijn deze bewaar- en vernietigingslijsten opgesteld in uitvoering van de archiefwet. Artikel 5 van deze wet van 24 juni 1955 (B.S. 12.08.1955) maakt immers het vernietigen van o.m. gemeentebescheiden slechts mogelijk mits toestemming van de algemene rijksarchivaris of diens gemachtigden. Deze lijsten hebben uitdrukkelijk betrekking op gemeentebescheiden en mogen niet toegepast worden op bescheiden van andere archiefvormers zoals arrondissement, provincie, ministerie, O.C.M.W. (en voorlopers) of kerkfabriek. Voor series die op meerdere niveaus voorkomen, is immers geopteerd ze op het ene en niet op het andere niveau te bewaren en vice versa. Wel kunnen de richtlijnen voor gemeentebescheiden op de gelijkaardige bescheiden van het O.C.M.W. toegepast worden. Wat betekenen de termen bewaren en vernietigen? De term bewaren betekent bestendig, permanent bewaren; ook na het verlies van hun administratief nut moeten deze bescheiden dus behouden blijven. Het voorschrift te bewaren geldt ongeacht de drager waarop de informatie voorkomt. Het is immers de informatie die beoordeeld wordt. Of die informatie nu op de klassieke drager, papier, of op machine-leesbare drager zoals magnetische band, schijf, microfilm, microfiche, etc. voorkomt, speelt geen rol. In dit laatste geval zal men ervoor zorg dragen dat die leesbaar blijft. De nodige maatregelen daartoe dienen dus genomen te worden. Vernietigen betekent dat de algemene rijksarchivaris van oordeel is dat de bescheiden op termijn voor vernietiging in aanmerking komen. Die termijn - dit spreekt voor zich - loopt tot na het verval van het administratief nut. In de delen 1 en 2 hebben we een poging gedaan om deze (administratieve) bewaartermijnen van de voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden te vermelden. Niet zo vaak was er een wettelijk of reglementair voorschrift. Meestal moesten we ons dan ook beperken tot suggesties ontleend aan termijnen in voege in enkele gemeenten, of tot termijnen die logisch leken. Voor deel III oordeelde de algemene rijksarchivaris zich overeenkomstig de archiefwet te moeten beperken tot de vermelding van de uiteindelijke bestemming en het aan de gemeenten over te laten de termijn van 1
Gepubliceerd in: MARÉCHAL, Griet. Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven Richtlijn en advies. Deel III. Brussel, 1993, p.163-165.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Griet MARÉCHAL
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE > LIJST
administratief nut te bepalen. Wellicht is hier een taak weggelegd voor overkoepelende instanties, zoals de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten. Bescheiden van na 1945 die voor vernietiging in aanmerking komen, kunnen onder de verantwoordelijkheid van de gemeentearchivaris - bij ontstentenis onder de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en schepenen - vernietigd worden. De toelating van de algemene rijksarchivaris of zijn gemachtigden blijft noodzakelijk voor het vernietigen van bescheiden ouder dan 1946 én voor het vernietigen van bescheiden die niet in de lijsten voorkomen. Schonen is een aktiviteit die op elk dossier moet uitgevoerd worden, en ten laatste op het ogenblik dat het dossier overgebracht wordt naar het statisch archief. Schonen is de reglementaire procedure die erin bestaat de archiefbescheiden af te zonderen die niet bij het bestand horen, dubbel of blanco zijn en tevens de voor blijvende bewaring schadelijke elementen zoals metalen papierklemmen en ordners te verwijderen en te vervangen door neutrale materialen2. Alhoewel schonen een vanzelfsprekende aktiviteit zou moeten zijn, wordt ze in veel gevallen achterwege gelaten. Toch kan door schonen zeer veel ruimte gewonnen worden. Kon men recent de omvang van een modern gemeentearchief enkel daardoor niet van 40 tot 24 str.m terugbrengen3? Voor bescheiden die bij elke functie kunnen voorkomen zoals beleidsdocumenten, boekhoudkundige bewijsstukken, statistieken, briefwisseling, toegangen op het archief, enz., verwijzen we naar Bewaring en Vernietiging, II, p. 94-96.
2
COPPENS H., Archiefterminologie, p. 24, nr 50. DECAVELE J. en VANNIEUWENHUYSE J. (ed.), Hoe functioneert het Archief in de administratie en bij het bestuur van de gemeente?, p. 36. 3
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën Griet MARÉCHAL
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST
12. HANDEL EN NIJVERHEID, VERKEER EN LANDBOUW 1 12.1. HANDEL EN NIJVERHEID 12.1.1. Tellingen, statistieken en verslagen -
Bescheiden met cijfergegevens (overzichtstabellen): bewaren indien niet gepubliceerd. Bescheiden betreffende de organisatie van de telling: vernietigen. Statistieken opgemaakt op eigen initiatief van de gemeente: het volledige dossier bewaren.
12.1.2. Aanmoediging van handel en nijverheid -
Dossiers betreffende de steunverleuning aan de plaatselijke industrie: bewaren. Dossiers nijverheidstentoonstellingen (en handelsbeurzen): o van gemeentelijke initiatieven de beleidsdossiers bewaren; affiches en drukwerken kunnen naar een documentatiebestand overgebracht worden.
12.1.3. Uitvindersbrevetten -
Stukken betreffende uitvindersbrevetten: vernietigen.
12.1.4. Eretekens en erekentekens -
Bescheiden betreffende eretekens: mochten ze voorkomen in de gemeente, wat weinig waarschijnlijk is, vernietigen. Lijsten van gelauwerden met een erekenteken: bewaren. Stukken betreffende de organisatie van de uitreikingsplechtigheid van erekentekens: vernietigen.
12.1.5. Activiteiten met betrekking tot de handelsvestigingen Vestigingswet - Activiteitsattesten - Lijsten van afgeleverde activiteitsattesten: bewaren. - Aanvragen en attesten: na 50 jaar vernietigen.
1
Gepubliceerd in: MARÉCHAL, Griet. Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven Richtlijn en advies. Deel III. Brussel, 1993, p.185-189.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST
Exploitatievergunningen van handelsvestigingen - Machtigingsdossiers: bewaren. Wekelijkse rustdag en avondsluiting - Bescheiden inzake wekelijkse rustdag, avondsluiting en beurtrollen voor de zondagswachtdienst: vernietigen. Parafering van handelsboeken - Kaartensysteem: vernietigen. 12.1.6. Stapelhuis Openbaar stapelhuis - Verhuurcontracten en het archief van de stapelhuiscommissie: bewaren. - Bescheiden m.b.t. het gebouw: zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Werken, p. 60 e.v. Particulier stapelhuis - Vergunningsdossiers: bewaren. 12.1.7. Markten -
Dossiers oprichting en reglementering van markten: bewaren. Stukken betreffende de openbare orde van de markten: zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Veiligheid, p. 25. Dossiers toekenning standplaatsen: vernietigen; eventueel kunnen om de 10 jaar specimina bewaard worden. Stukken betreffende de praktische organisatie: vernietigen. Stukken betreffende het standgeld: zie Bewaring en vernietiging, I, Financiën. Mercurialen: o van 1947 en vroeger: bewaren o van na 1947: vernietigen o voorbereidende stukken: vernietigen.
12.1.8. Havenbeheer en -administratie Indien de uitbating van de haven door een gemeentebedrijf wordt waargenomen: zie hoofdstuk 8. en 16. Gemeentebedrijven. Indien de gemeenteadministratie zelf exploiteert gelden volgende richtlijnen: Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST
-
-
Dossiers reglementering van oprichting, organisatie en beheer: bewaren. Statistieken en staten van de scheepvaartbeweging: bewaren. Boekhoudingsbescheiden inzake de inning van specifieke haventaksen zoals kaairechten, magazijnrechten, kraangeld: zie Bewaring en vernietiging, I, Financiën, p. 81-85 en 107. Dossiers betreffende werken aan haveninfrastructuur (eigendom van de gemeente): zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Werken, p. 60 e.v. Bescheiden inzake personeel: zie Bewaring en vernietiging, II, Personeel. Dossiers betreffende het algemeen beheer, zoals het aantrekken van trafieken: bewaren.
12.2. VERKEER 12.2.1. Vervoer via de weg Vervoersmaatschappijen -
Bescheiden inzake de uitbating van vervoer langs de weg: bewaren.
Taxibedrijven - Dossiers betreffende de organisatie: vernietigen. - Exploitatievergunningdossiers: vernietigen. - Bescheiden i.v.m. parkeerbewijzen en bestuurdersvergunningen voor taxis: na 10 jaar vernietigen. 12.2.2. Vervoer via het spoor -
Dossiers betreffende aanleg en inplanting van spoorlijnen en station op het grondgebied van de gemeente: bewaren. Jaarverslagen betreffende de uitbating van een spoorlijn en correspondentie (betreffende uurregeling, stopplaatsen, inlichtingen en klachten): o van vóór 1926: bewaren o vanaf 1926 (oprichting N.M.B.S.): vernietigen.
12.2.3. Vervoer via het water -
Bescheiden betreffende de uitbating van vervoer via het water: bewaren.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST
12.2.4. Vervoer via de lucht -
-
Stukken m.b.t. het aanpassen van Bijzondere Plannen van Aanleg: zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Werken. Bescheiden inzake de opslag van brandstoffen en werken aan machines onderworpen aan de wetgeving van hinderlijke inrichtingen: zie Bewaring en vernietiging, II, Openbare Gezondheid. Bescheiden inzake lawaaihinder: ibidem.
12.2.5. Toeristische vervoerdiensten -
Stukken m.b.t. de reglementering, trajecten en leiddraad voor commentaar: bewaren voor zover de gegevens niet in de notulen voorkomen. Exploitatievergunningen: vernietigen. Dubbels van de jaarlijkse afgegeven chauffeurs-, koetsiers- en schippersvergunningen en de standplaatsvergunningen: vernietigen.
12.3. LANDBOUW 12.3.1. Tellingen en statistieken -
Voor de bestemming van de bescheiden: zie 12.1.1.
12.3.2. Bestrijding besmettelijke ziektes bij huisdieren en voorkomen van schadelijke insekten -
Registers van aangiften van besmettelijke ziekten: bewaren. Gemeentelijke stukken i.v.m. het in- en voorlichten van de plaatselijke (landbouw)bevolking: bewaren. Inentingsbewijzen (strookjes) en -staten: vernietigen. Afslachtingsbevelen opgesteld door de inspecteur-dierenarts en ter kennisneming ondertekend door de burgemeester: vernietigen.
12.3.3. Toekennen van toelagen in de landbouwsector -
Dossiers i.v.m. het instellen van deze toelagen: bewaren. Dossiers aanvragen individuele toelage: vernietigen.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën
1993
TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST
12.3.4. Landbouwwedstrijden, -foren en -tentoonstellingen -
Dossiers landbouwwedstrijden, -foren en -tentoonstellingen: o van gemeentelijke initiatieven: de beleidsdossiers bewaren; affiches en drukwerken kunnen naar een documentatiebestand overgebracht worden.
12.3.5. Landbouwcommissie -
Notulen en correspondentie: bewaren.
12.3.6. Commissie tot vaststelling van de schade in de landbouw -
Proces-verbalen: vernietigen.
12.3.7. Attest voor het houden van varkens -
Dubbels van aanvraag en attesten: vernietigen.
Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën
1993