1 OORDEEL VAN DE ONDERZOEKSCOMMISSIE AD-HOC OVER HET FUNCTIONEREN VAN HET BESTUUR EN ANDERE ORGANEN VAN DE HIV VERENIGING NEDERLAND IN DE PERIODE VAN CA APRIL 2006 TOT AUGUSTUS 2007
1.
Inleiding en verantwoording
Het Algemeen Bestuur heeft ons begin augustus 2007 de volgende opdracht verstrekt: Geef een oordeel over het functioneren van het bestuur, Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur, in de afgelopen periode. Betrek in dat oordeel ook het functioneren van de sectie(s) en van de vereniging in bredere zin, voor zover van belang voor het functioneren van het bestuur. Culminerend in het antwoord op de vraag: Heeft het bestuur in redelijkheid de juiste dingen gedaan op de juiste momenten of hebben ze zaken niet of te laat of onjuist gedaan. Laat dat oordeel volgen door adviezen die herhaling van een vergelijkbare situatie in de toekomst kunnen voorkomen. “Wij” zijn de bestaande arbitragecommissie van de vereniging die voor dit doel als onderzoekscommissie ad hoc is opgetreden. De formulering van de (reikwijdte van de) opdracht heeft in goed overleg met het DB plaatsgevonden en is goedgekeurd door het AB. We hebben bij onze werkzaamheden gebruik kunnen maken van: - een map met stukken die ons door het DB ter beschikking is gesteld - stukken die we zelf hebben opgevraagd en die ons direct zijn verstrekt - interviews met ca 15 mensen die direct en indirect bij de gebeurtenissen van de afgelopen periode betrokken zijn - stukken, waaronder (delen) van emailwisselingen, die ons door de geïnterviewden eigener beweging ter beschikking zijn gesteld - oud en recent materiaal van diverse websites, waaronder Hivnet en Gayromeo. De geïnterviewden waren: - alle leden van het huidige DB en AB - de afgetreden voorzitter - de leden van het AB die recent afgetreden zijn - de coördinatoren en enkele leden van de kerngroep van P&P - enkele (ex-)afdelingsvoorzitters - de directeur van het verenigingsbureau Langs deze weg willen wij alle betrokkenen bedanken voor de openhartige beantwoording van onze vragen en voor het ter beschikking stellen van (aanvullende) informatie. Wij vertrouwen dat we met deze (voor sommige personen en organen wellicht pijnlijke) notitie een bijdrage leveren aan het saneren van problemen uit het recente verleden (voor zover mogelijk en nodig) en aan het leveren van aanbevelingen die een betere toekomst voor de HVN mogelijk maken.
2 2.
De voorzitter
Waar we in deze paragraaf spreken over “de voorzitter”, bedoelen we Jelle Houtsma, die in de periode van eind april 2005 t/m 28 april 2007 als voorzitter van de HVN heeft gefunctioneerd en niet Ger Brokx, die van 28 april tot 27 oktober 2007 als waarnemend voorzitter optrad. Hoewel we ons primair willen richten op het functioneren van de diverse verenigingsorganen, ontkomen we er niet aan ons oordeel te geven over het functioneren van de voorzitter van het bestuur. Zeker gedurende het eerste jaar van zijn voorzitterschap heeft hij veel goede dingen gedaan. Vooral zijn optreden naar buiten heeft de vereniging meer bekendheid en aanvankelijk ook een beter imago opgeleverd. Hij heeft recht op ruimhartige erkenning van de grote waarde voor dit deel van zijn activiteiten. Maar ook gedurende dat eerste jaar waren er al signalen over de gebreken in zijn functioneren. Die signalen zijn in het tweede jaar duidelijker naar boven gekomen: Hij heeft onvoldoende onderscheid kunnen en willen maken tussen de standpunten en belangen van de HVN die hij als voorzitter te verdedigen had en zijn eigen persoonlijke opvattingen en morele oordelen. Te vaak vond hij zijn privé operaties daarbij belangrijker dan de acties die hij in het belang van de vereniging diende te ondernemen. Te vaak en te gemakkelijk deed en schreef hij dingen op persoonlijke titel, als hij in de wandelgangen en door het bestuur ervoor gewaarschuwd werd dat hij zaken niet als voorzitter kon doen c.q. schrijven. Hij zag niet in dat er onverenigbaarheden bestaan tussen zijn voorzitterschap en zijn actieve opstelling bij de oprichting van P&P. Dat is vragen om problemen en misverstanden die dan ook niet zijn uitgebleven. Zijn switch van een van de initiatoren van P&P, inclusief de ideeën die toen in de beginfase zijn geformuleerd, naar die van open en ondergronds tegenstander zijn voor ons nog steeds onverklaarbaar, maar hebben hoe dan ook veel image en persoonlijke schade veroorzaakt. Zie ook de par. Poz & Proud. Hetzelfde geldt voor zijn actieve deelname aan de discussies op het forum; ieder bestuurslid, dus zeker een voorzitter, past een grote mate van terughoudendheid bij het gebruik van dit medium. Hij is er niet in geslaagd het DB en het AB tot een hecht team c.q. tot hechte teams te smeden. Te veel zaken werden in bilaterale overleggen besproken zonder dat er een doorverbinding naar het volledige bestuur plaatsvond. Ook na zijn aftreden als voorzitter heeft hij door zijn optreden als voorzitter de vereniging veel schade berokkend. Conclusie: De opstelling en gedragingen van de voorzitter vormen een belangrijke oorzaak voor het ontstaan en voortbestaan van de onrust die in de afgelopen periode binnen de HVN heeft geheerst. Al is hij zeker niet de enige die hierover een verwijt kan worden gemaakt. Zijn terugtreden is dan ook een besluit geweest, waarmee hij de vereniging een goede dienst heeft bewezen. Aanbeveling 1 Indien wij onze bevindingen op een eerder tijdstip hadden gepubliceerd, zouden wij niet geadviseerd hebben om de nieuwe voorzitter te zoeken buiten de kring van mensen met een politieke functie en ambitie, zoals sommige van onze gesprekspartners suggereren. Een netwerk dat zich o.a. in de persoon van de voorzitter uitstrekt tot de kring van het openbaar bestuur kan voor de vereniging van groot nut zijn. Het gaat er maar om hoe een nieuwe voorzitter met zijn verschillende verantwoordelijkheden omgaat. Wij zouden dan geadviseerd hebben vooral te zoeken naar een voorzitter die het vermogen bezit om mensen samen te brengen, teamgeest binnen het bestuur te bereiken
3 en samenhang te bevorderen tussen de diverse geledingen van de vereniging. Voor alle duidelijkheid en hopelijk ten overvloede: wij zouden dus niet geadviseerd hebben een zgn. “sterke man” aan te stellen die wel eens even orde op zaken zou gaan stellen. 3.
Het Dagelijks Bestuur (DB)
Het DB bestond aanvankelijk uit drie personen: voorzitter, secretaris en penningmeester en na het aftreden van de voorzitter in april 2007 nog uit twee personen, waarbij de penningmeester eerst eind oktober 2006 als zodanig is aangetreden en de secretaris vanaf april 2007 tevens als waarnemend voorzitter heeft gefunctioneerd.. Al eerder is vastgesteld dat het DB niet als team functioneerde. Desondanks zijn al in de periode t/m april 2007 belangrijke acties ondernomen, die weliswaar door het AB bekrachtigd zijn, maar waarvoor het DB het initiatief heeft genomen. De secretaris (tevens plaatsvervangend voorzitter vanaf mei tot 27 oktober 2007) en de penningmeester hebben vanaf mei 2007 hun uiterste best gedaan de vereniging zo goed mogelijk op de juiste koers te houden en verder onheil te voorkomen Hun reactie op de diverse perikelen was begrijpelijk, meestal adequaat, maar niet altijd snel genoeg.. Het besluit om Hivnet en het forum tijdelijk op zwart te zetten na de brief van de Minister en de gesprekken met het Fonds PGO en het RIVM achten wij wijs Wel vinden we dat het te lang heeft geduurd voordat het forum zijn rol in de discussies en meningsvorming binnen de vereniging kon hervatten. Conclusie: Het DB heeft in het algemeen goed gehandeld in een bijzonder moeilijke periode. Beide bestuursleden hebben hun uiterste best gedaan schade voor de vereniging te voorkomen en de voortgang van de werkzaamheden te bevorderen. Zij verdienen daarvoor groot respect. Wel kan en moet hen een meer of minder ernstig verwijt worden gemaakt van de volgende zaken: - het ontbreken van tegenspel tegen het solistische opereren van de voorzitter en zijn voortdurende wisseling van petten; - het blijven sauveren van de voorzitter in diens uitspraken gedaan tijdens de Martijn Verbrugge lezing op 4 december 06; - de blijvende onderschatting van de onrust die deze lezing in brede kring binnen de vereniging opriep; - de lange periode die er ligt tussen het uit de lucht halen van de website in juni en het volledig herstarten; - het niet tijdig en volledig informeren van het AB; het DB heeft bijv. in de besproken periode het AB nooit in een extra vergadering bijeen geroepen. Aanbeveling 2: Schep duidelijkheid over de positie van het DB. Is dat louter een orgaan dat AB-vergaderingen en ALV’n voorbereid, de voortgang van de dagelijkse gang van zaken verzorgt of is het een eigenstandig bestuursorgaan met eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden? Leg e.e.a. vast in de statuten. Daarin is nu niet voorzien in een DB (wij hebben overigens begrepen dat hieraan reeds wordt gewerkt). Schenk daarbij speciaal aandacht aan de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen DB en AB. Aanbeveling 3: Afhankelijk van het antwoord op aanbeveling 2: voer een discussie over de kwaliteiten die in een DB aanwezig moeten zijn: moet dat alleen bestaan uit een vakbekwame penningmeester, een secretaris die tevens een goed organisator is en een voorzitter voor overwegend externe representatie of dient het primair een denktank te zijn die leiding geeft aan de visieontwikkeling?
4 Aanbeveling 4: Bevorder een goede relatie met de subsidiegevers. Informeer hen tijdig over hetgeen binnen de HVN leeft. Wees ook zelfbewust naar de geldschieters. De vereniging heeft het recht zich te vergissen en zich te herstellen zonder dreiging met het intrekken van subsidies. Last but not least: verklein de afhankelijkheid van subsidie= verstrekkers. Hierbij past de aantekening dat volgens ons verstrekte informatie al in die richting wordt gewerkt. 4.
Het Algemeen Bestuur (AB)
Wij zijn van mening dat het Algemeen Bestuur zijn taken in vaak moeilijke omstandigheden en zonder een sturende kracht in het algemeen goed heeft verricht. Wel vinden we dat ook het AB als college onvoldoende stelling heeft genomen tegen het optreden van de voorzitter Wat ons verder opvalt is dat het bestuur primair bestaat uit portefeuillehouders, die o.i. slechts weinig betrokkenheid lijken te hebben bij de gang van zaken en het verenigingsbeleid als geheel. Het is geen beleidsvormend orgaan en het vormt geen eenheid. Een van de verklaringen daarvoor hebben we gegeven bij de paragraaf over de voorzitter, maar we moeten hier vaststellen dat binnen het AB geen andere personen aanwezig waren die die bindende kracht wel konden vormen. Verder moeten wij vermelden dat alle geïnterviewde AB-leden los van elkaar hebben verklaard dat zij zich door het DB vaak gedurende de gehele hier besproken periode te laat en onvolledig geïnformeerd hebben gevoeld…. Naar onze mening was een deel van de problemen rondom P&P te voorkomen geweest, indien er een directere relatie had bestaan tussen P&P en een daarvoor aangewezen bestuurslid. Het toont overigens ook aan dat enkele bestuursleden die a titre personel lid zijn van een sectie, geen waarborg bieden voor een goede communicatie met het bestuur alsgeheel. Conclusie: Het AB heeft in het algemeen goed gehandeld in een bijzonder moeilijke periode. Zij hebben hun uiterste best gedaan schade voor de vereniging te voorkomen en de voortgang van de werkzaamheden te bevorderen. Het AB: - werkt – voorbereid door het DB - aan een herziening van de statuten, waardoor de preventiedoelstelling meer expliciet wordt geformuleerd; e.e.a. vormt de realisatie van het besluit dat de ALV in april 2007 heeft genomen; - heeft in april 2007 een richtlijn externe communicatie laten vaststellen door de ALV; bij naleving daarvan kunnen voor AB-leden, maar ook voor anderen conflicten tussen het uiten van persoonlijke opvattingen en het representeren van verenigingsstandpunten tot het verleden gaan behoren - heeft door het opstellen van het Memorandum of Understanding in juni 07 een goede bijdrage geleverd aan de deëscalatie. Wel achten wij het onverstandig dat het AB op 2 juli 2007 bij het regio-overleg een adviesaanvraag heeft ingediend over een/de sectie homomannen met hiv. Zie verder de par. over P&P. Aanbeveling 5 Overweeg of de samenstelling van het bestuur wel primair moet plaatsvinden op basis van bezetting van portefeuilles. Dienen daarbij niet (ook) andere overwegingen een rol te spelen, zoals aanwezigheid van alle voor een goed functionerend AB benodigde kennis en vaardigheden, alsmede van waarborgen voor de instandhouding van de relaties met afdelingen, werkgroepen en secties. Zij moeten zich in een AB “vertegenwoordigd” weten.
5 Aanbeveling 6 Maak een duidelijke afbakening tussen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van DB en AB en leg die vast in statuten en huishoudelijk reglement.. 3/4
Overige aanbevelingen m.b.t. DB en AB
Aanbeveling 7 Voeg aan het bestuur een lid of een adviseur toe met kennis van PR en met entrees in de wereld van de geschreven pers, radio en TV. Hij/ zij kan het bestuur en de directeur van het bureau in voorkomende gevallen van advies dienen en zijn/haar rol spelen bij het ageren en reageren op het juiste ogenblik en met de geëigende vorm en inhoud tegenover de juiste media. Aanbeveling 8 Trek een coach of trainer of agoog aan die DB en AB kan begeleiden in de teamvorming, in het tijdig uitspreken van irritaties en verwachtingen naar elkaar en in het coachen van individuele (nieuwe) bestuursleden die daaraan behoefte hebben. 5.
De secties en werkgroepen: algemeen
We formuleren onderstaande conclusies en aanbevelingen welbewust op deze plek in ons advies, omdat delen van deze aanbevelingen en opmerkingen over de representativiteit in de gesprekken weliswaar zijn gemaakt in relatie tot de sectie P&P, terwijl ze naar ons oordeel van belang zijn voor alle secties en werkgroepen. Conclusie: Een algemeen punt is het antwoord op de vraag hoe “representatief” een sectie kan, mag of moet zijn voor de “groep” die zij vertegenwoordigt. Die vraag geldt overigens ook voor de Hiv Vereniging Nederland als zodanig. Ook het ledenbestand van de HVN is op zich zeer heterogeen. En dan hebben we het nog niet over de overgrote meerderheid van mensen met hiv, die geen lid zijn van de HVN. Toch wordt de HVN door alle partijen in de publieke opinie beschouwd als dé representant van alle mensen met hiv; dus ook van de niet-leden. Van haar kant wil de HVN, zo is in de discussies van de afgelopen maanden andermaal gebleken, naar vermogen de belangen te behartigen van alle mensen met hiv. Welnu: als de vraag naar de representativiteit van de vereniging al zo moeilijk te beantwoorden en in de praktijk waar te maken is, hoeveel te meer is dat dan niet het geval voor een afzonderlijke sectie. Aanbeveling 9 Maak duidelijk hoe secties en werkgroepen dienen te functioneren. Er zijn nu weliswaar de “Richtlijnen Samenwerking Hiv Vereniging met haar Secties” daterend van april 2005, maar deze zijn onvolledig en vertonen onvoldoende samenhang met statuten en HR. Belangrijke punten die niet geregeld zijn betreffen: - moet iemand lid zijn van de HVN, wil hij/zij lid kunnen zijn van een sectie of werkgroep (wij verwijzen hierbij ook naar motie 6 aangenomen tijdens de ALV van april 07 over de meerwaarde van het lidmaatschap) - hoe liggen de relaties tussen secties en afdelingen / regio’s - kunnen secties en werkgroepen er een eigen website en/of een eigen mailgroep, op nahouden of dienen zij verplicht gebruik te maken van Hivnet.org en het daarvan deeluitmakende forum. Aanbeveling 10 ook aanbeveling 4.
Zorg ervoor dat elke sectie een aanspreekpunt heeft in het AB. Zie
6 6.
De sectie Poz and Proud
P&P is naar onze mening een belangrijke factor geworden in de turbulentie. De sectie heeft – deels gewild, deels ongewild – daarbij een belangrijke rol gespeeld. Het Manifest van P&P, zoals gepresenteerd op de ALV van oktober 06 bevatte één passage die voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Dat was vervelend. De onduidelijkheden vinden hun oorzaak in de beginfase, toen de voorzitter van de vereniging in de eerste bijeenkomsten van de kerngroep (maart/april 06) zich sterk maakte voor de oprichting van P&P en zelfs als een van de auteurs van het Manifest is opgetreden, om vervolgens in een latere fase een draai van 180 graden te maken, zich te distantiëren van P&P en negatieve meningen over P&P te verkondigen. Anderzijds moeten wij vaststellen dat sommige P&P-leden een bijzonder laakbare rol hebben gespeeld door het zwart maken van de voorzitter. P&P deed en doet als zelfhulpgroep op basis van het voor-door principe veel goede dingen: de speeddating, de avond over serosorteren, het verzamelen en publiceren van informatie, enz. We kunnen ons niet aan de indruk ontrekken dat veel leden moeite hebben met P&P, omdat - zij (ten onrechte) de indruk hebben dat P&P zich beperkt tot het bevorderen van voorlichting en meningsvormen over seks alleen, - zij de activistische opstelling van P&P niet acceptabel vinden - zij het homo- jargon niet kunnen waarderen - P&P daardoor het gezicht van de HVN naar buiten negatief zou beïnvloeden en subsidies in gevaar zou brengen. We kunnen en willen niet ontkennen dat P&P af en toe wat handiger had kunnen optreden. Het is de toon die de muziek maakt. En een activistische toon brengt activistische muziek voort. Maar wat is er in een patiëntenbelangenorganisatie tegen activisme ? Conclusies Wij achten het –evenals de meeste leden- van groot belang dat de HVN in haar midden een goed functionerende sectie voor homomannen heeft Wij vinden dat P&P deze sectie kan zijn en dat de goede bedoelingen van P&P als geheel niet aan twijfel onderhevig zijn. We achten het laakbaar, hoewel in de commotie van die periode begrijpelijk, dat het AB op 2 juli 07 een adviesaanvraag heeft ingediend bij de afdelingen (en P&P zelf) hoe een sectie voor homomannen geconstrueerd dient te worden. P&P bestond al en werd hiermee onnodig in een uitzonderingspositie geplaatst. Lees zonder vooringenomenheid de FAQ sheet, die P&P op 11 Aanbeveling 11 september 07 heeft gepubliceerd als bijlage bij zijn advies aan het bestuur. Naar ons oordeel bevat de sheet complete en goed geformuleerde uitgangspunten voor het beleid van de HVN als geheel; slechts 1 a 2 punten kunnen als homospecifiek worden aangemerkt. Aanbeveling 12 Stel aan P&P geen andere eisen dan die aan andere secties en werkgroepen worden gesteld. Zie de vorige paragraaf.
7 7.
De regio’s
In de betreffende periode is weer eens gebleken hoe verschillend de beleving van allerlei zaken kan zijn tussen “het landelijk” en de regio’s. Wij twijfelen niet aan de inzet van het DB en van de portefeuillehouder afdelingen in het AB om de informatievoorziening en de verdere contacten met de regio’s goed te onderhouden. Desondanks is het mogelijk gebleken dat enkele regiobestuursleden zonder ruggespraak met “het landelijk” zijn opgetreden in TV-programma’s, waarbij zij (mogelijk onbedoeld) de indruk hebben gewekt dat de vereniging zou bijdragen aan onveilige seks en sommige leden met naam en toenaam in de publiciteit hebben gebracht als zijnde leden die onveilige seks zouden promoten. Het behoeft geen betoog dat wij dergelijke acties ontoelaatbaar achten. Aanbeveling 13 Intensiveer de contacten met de regio’s, zowel formeel als op het intermenselijke vlak. Aanbeveling 14 Maak met de leden van de regiobesturen de afspraak dat zij geen contacten met de media aangaan, waarin verenigingsstandpunten aan de orde komen, zonder voorafgaand contact met de portefeuillehouder publiciteit en/of d directeur van het bureau. 8.
Hivnet en het forum
Veel van de publicitaire ellende in de maand juni vond zijn aanleiding in publicaties op het forum, tot en met de dreiging van intrekken van subsidie en van een strafrechtelijke vervolging. Het is overbodig om vast te stellen dat het forum een nuttige functie vervult c.q. kan vervullen in het voeren van discussies over aangelegenheden die mensen met hiv aangaan. Het gaat c.q. dient te gaan om lotgenotencontact en het uitwisselen van ervaringsdeskundigheid. Het kan dus zowel gaan om de veiligheid van bepaalde sekstechnieken, om de werkzaamheid van een bepaald medicijn, als om negatieve ervaringen als mens met hiv in werksituaties. Het is voorts van belang om vast te stellen dat open discussies, waarin ook de grenzen worden verkend, van belang zijn voor een levendige en actuele menings- en oordeelsvorming binnen de HVN. Maar het is ook realiteit vast te stellen dat het forum: - overwegend door een kleine groep habitués wordt gebruikt - er niet toe leidt dat door uitwisseling van meningen begrip voor elkaars standpunt wordt gekweekt, maar dat de onderscheiden stellingnames juist versterkt worden - het gebruik van nicknames het gemakkelijker maakt om te gaan schelden - door het anonieme karakter de mogelijkheid in zich heeft dat verwezen wordt naar sites waar onveilige en onbeschermde seks wordt gepromoot - gedurende een aantal uren stukken kan bevatten die niet passen binnen de forumregels, omdat de moderatoren (slechts) enkele keren per dag modereren en er dus geen screening vooraf plaats vindt. Conclusies Wij achten de laatste versie van het moderatieprotocol van september 2007 en de forumregels & tips goede regels voor het omgaan met elkaar op het forum. Wij vinden dat de moderatoren hun werk goed hebben gedaan Wij achten het wijs dat Hivnet direct na de Tv-uitzendingen en de (dreigende) acties op zwart is gegaan Wij achten het niet acceptabel dat P&P langere tijd geen gebruik heeft kunnen maken van Hivnet .
8
Aanbeveling 15 Hivnet moet meer informatie verschaffen over agenda’s, besluiten en ontwikkelingen binnen DB, AB, secties, werkgroepen, afdelingen, enz., zodat de leden de gang van zaken binnen de vereniging ook tussentijds kunnen volgen. Aanbeveling 16 Aan de deelname aan het forum dienen meer voorwaarden te worden verbonden dan het verstrekken van een nickname en het onderschrijven van de forumregels. Wij achten het bijv. een voorwaarde voor deelname dat deelnemers lid zijn van de HVN. Iets anders is dat o.i. iedereen de discussies en de berichten op het forum moet kunnen lezen.. Aanbeveling 17 Secties, afdelingen (??) en werkgroepen dienen er geen eigen website op na te houden. Zij moeten gebruik maken van de “koepel” van hivnet.org en moeten daarbinnen een plaats te krijgen. Als een sectie/afdeling toch een eigen site of blog wil openen, kan dat alleen met toestemming van het bestuur en na vaststelling van een moderatieprotocol. Daarin wordt minimaal opgenomen hoe de website of blog de verenigingsdoelstellingen waarborgt en hoe er een helder onderscheid wordt gemaakt tussen standpunten en informatie van de sectie/afdeling (die dus HVN standpunten en informatie betreffen) en persoonlijke opvattingen. Aanbeveling 18 Laten alle betrokkenen zich realiseren dat slechts een relatief klein aantal mensen forum bezoeken. Ook het gebruik van andere middelen, zoals discussiebijeenkomsten en -nota’s blijven van belang! 9,
Het bureau van de HIV-vereniging Nederland
Het is niet primair onze taak om over het functioneren van het bureau en de directeur een uitspraak te doen. Desondanks willen wij enkele conclusies formuleren die zich aan ons na bestudering van het schriftelijk materiaal en het houden van de gesprekken opdringen. Conclusie De directeur heeft op een voortreffelijke manier zijn taak als woordvoerder-naar-buiten in de afgelopen periode vervuld. De directeur heeft het DB en AB waar nodig de noodzakelijke ondersteuning geboden en heeft gaten waar die dreigden te vallen opgevuld. Aanbeveling 19 Stel een directiestatuut op dat de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tussen bestuur en directeur vastlegt (we hebben begrepen dat hieraan al wordt gewerkt). Ga er daarbij van uit dat de HVN als patiëntenbelangenvereniging van relatief beperkte omvang niet gebaat is bij het bestuur-op-afstand model.
9 10.
Tenslotte
De ALV zal ons advies geruime tijd na de ALV van april en de turbulenties van juni 07 bespreken. Intussen zijn wonden mogelijk al gedeeltelijk geheeld en zijn er al diverse maatregelen genomen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Het gevaar bestaat dat ons advies die wonden weer openrijt of genomen maatregelen opnieuw ter discussie stelt. Dat is uiteraard niet onze bedoeling. In onze aanbevelingen hebben wij diverse malen voorgesteld zaken anders en beter te regelen en goed vast te leggen in statuten en protocollen e.d. Aan het eind van onze notitie willen wij echter benadrukken dat een juiste mentaliteit nog belangrijker is. Een verkeerde mentaliteit valt niet door regels te bestrijden. Een positieve gerichtheid kan lacunes in de regelgeving gemakkelijk opvullen. Wij hopen door deze notitie een bijdrage te hebben geleverd aan de verwerking van het recente verleden en enkele aanbevelingen te hebben gedaan die een goed functioneren bevorderen van de vereniging als geheel en van alle mensen en organen die daarin werkzaam zijn.
Bergen op Zoom / Den Haag / Rotterdam, 29 februari 2008 de onderzoekscommissie: Judith Holsbeek, voorzitter Sandra Binken-Faassen Herman Groen, secretaris