Rapport
VUURWERK
Draagvlak voor gemeentelijke vuurwerkshow in combinatie met vuurwerkverbod particulieren Onderzoek i.o.v. Binnenlands Bestuur, december 2015
www.ioresearch.nl
COLOFON
Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015/179 Datum December 2015 Opdrachtgever Binnenlands Bestuur Auteurs Peter Kanne Wouke Gerritsma Laurens Klein Kranenburg Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever.
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron (I&O Research) duidelijk wordt vermeld.
Vuurwerk • Colofon
INHOUDSOPGAVE
1.
Belangrijkste uitkomsten............................................................................................. 5
2.
Inleiding ...................................................................................................................... 7
3.
4.
2.1
Aanleiding voor het onderzoek ................................................................................. 7
2.2
Onderzoeksvragen .................................................................................................. 7
2.3
Verantwoording...................................................................................................... 7
Omgang met en perceptie van vuurwerk ..................................................................... 9 3.1
Afsteekgedrag........................................................................................................ 9
3.2
Afsteektijden ....................................................................................................... 12
3.3
Vuurwerkvrije zones ............................................................................................. 13
3.4
Vuurwerkverbod en andere alternatieven ................................................................ 14
3.5
Alternatieven voor particulier vuurwerk ................................................................... 17
3.6
Overlast .............................................................................................................. 18
Onderzoeksverantwoording ....................................................................................... 21
Vuurwerk • Inhoudsopgave
1 HOOFDSTUK
Belangrijkste uitkomsten
Vuurwerk • Belangrijkste uitkomsten
4
1. Belangrijkste uitkomsten Populariteit van zelf vuurwerk afsteken neemt iets af Op dit moment is 12 procent van de Nederlanders van plan om dit jaar tijdens oud en nieuw vuurwerk af te steken. In 2014 was dit 14 procent. Circa driekwart van de Nederlandse bevolking gaat zelf zeker geen vuurwerk afsteken. Jongeren (18-24) en 35-49 jarigen (met kinderen) gaan dit jaar het vaakst vuurwerk afsteken. Ook in 2014 was dit het geval. Draagvlak voor gemeentelijke vuurwerkshow in combinatie met vuurwerkverbod particulieren Bijna de helft van de Nederlanders (49 procent) is voor een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren. Als het vuurwerkverbod wordt gecombineerd met een professionele vuurwerkshow georganiseerd door de gemeente is een meerderheid van 54 procent hier voorstander van. Ruim zes op de tien Nederlanders vinden dat hun gemeente een centrale vuurwerkshow moet regelen, los van de vraag of er een vuurwerkverbod voor particulieren komt. De voorkeur voor een professionele vuurwerkshow blijkt ook als Nederlanders moeten kiezen uit alternatieven, in het scenario dat er sprake is van een algemeen vuurwerkverbod. Volgens 61 procent van de Nederlanders is een professionele vuurwerkshow op een centrale plaats in de gemeente een goed alternatief, mocht het tot een vuurwerkverbod komen. Circa twee op de tien vinden dat een alternatief in zo’n geval overbodig is. Brede steun voor vuurwerkvrije zones, maar ook onbekendheid Het instellen van vuurwerkvrije zones kan in het algemeen op breed draagvlak onder de Nederlandse bevolking rekenen. Bijna acht op de tien Nederlanders zijn hier voorstander van. Ook in 2014 was hier een ruime meerderheid (76 procent) voor te vinden. Van degenen die denken dat er in hun gemeente een vuurwerkvrije zone is, geeft circa driekwart aan hier blij mee te zijn. Niettemin zegt ook bijna de helft van de Nederlanders niet te weten of er in hun gemeente een vuurwerkvrije zone is ingesteld. VVD- en CDA-kiezers hechten het meest aan vuurwerktraditie. Zeven op de tien VVD- en CDA-kiezers vinden het afsteken van vuurwerk een mooie traditie die in stand moet worden gehouden. Deze mening wordt gedeeld door ruim zes op de tien ChristenUnie- en PVV-stemmers. De vuurwerktraditie wordt het minst gewaardeerd door kiezers van GroenLinks (35 procent), SGP (40 procent) en Partij voor de Dieren (46 procent). Negen van de tien omstanders dragen geen vuurwerkbril Een vuurwerkbril wordt door zes op de tien vuurwerkafstekers niet gedragen tijdens het afsteken. Twee op de tien vuurwerkafstekers dragen altijd een beschermende bril en de rest draagt deze meestal of soms. Omstanders die zelf geen vuurwerk afsteken, dragen negen van de tien keer geen beschermende bril. Overlast: harde knallen en vuurwerkrestanten op straat grootste bron van overlast Driekwart van alle Nederlanders ervaart in enigerlei mate overlast van vuurwerk. De grootste groep (47 procent) ervaart af en toe overlast, maar een op de zeven heeft naar eigen zeggen altijd hinder van vuurwerk. De grootste bron van overlast zijn harde knallen en vuurwerkrestanten op straat. Ook gestreste huisdieren worden door vier op de tien mensen die overlast ervaren, genoemd.
Vuurwerk • Belangrijkste uitkomsten
5
2 HOOFDSTUK
Inleiding
Vuurwerk • Inleiding
6
2. Inleiding 2.1 Aanleiding voor het onderzoek Binnenlands Bestuur is hét vakblad voor binnenlandse bestuurders en ambtenaren bij gemeenten, provincies, waterschappen en rijksoverheid. Binnenlands Bestuur en I&O Research zijn een samenwerking aangegaan: in acht metingen wordt onderzocht hoe burgers staan tegenover zaken die te maken hebben met thema's die voor bestuurders en ambtenaren relevant zijn of kunnen worden. In de eerste twee metingen stonden de bezuinigingen door gemeenten en de transities in het sociaal domein centraal. Dit onderzoek is de derde meting. Met de jaarwisseling in zicht gaat dit onderzoek over het afsteken van vuurwerk en het verloop van de jaarwisseling. Ook de mate van steun voor alternatieven voor het afsteken van vuurwerk door particulieren komt aan bod. Een van de maatregelen betreft het aanwijzen van vuurwerkvrije zones, bijvoorbeeld rond verzorgingstehuizen, scholen of kinderboerderijen. Uit een inventarisatie van het AD blijkt dat zeker 56 gemeenten dit jaar vuurwerkvrije zones instellen.1 Dat zijn er volgens het AD 13 meer dan vorig jaar.
2.2 Onderzoeksvragen I&O Research heeft dit onderzoek uitgevoerd onder inwoners van 18 jaar en ouder met als centrale vragen: 1 In hoeverre zijn Nederlanders voor of tegen het afsteken van vuurwerk door particulieren en onder welke voorwaarden? 2 Hoe denken Nederlanders over alternatieven voor het afsteken van vuurwerk door particulieren? 3 Verandert het afsteekgedrag (van degenen die nu vuurwerk afsteken) door het aanbieden van alternatieven? 4 In hoeverre ervaren Nederlanders overlast van (het afsteken van) vuurwerk tijdens de jaarwisseling?
2.3 Verantwoording I&O Research voerde van donderdag 3 tot en met dinsdag 8 december 2015 een online onderzoek uit naar de standpunten en ervaringen van Nederlanders met betrekking tot vuurwerk en het verloop van de jaarwisseling. In deze periode werkten 2.492 Nederlanders (18+) mee aan het onderzoek. I&O Research heeft een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd in 2014, in de laatste week voor oud en nieuw (26-28 december 2014). Zie hoofdstuk 4 voor een nadere onderzoeksverantwoording.
1
Aan het onderzoek van het AD namen 281 van de 393 gemeenten in Nederland deel. Winterman, P. en Schildkamp, V. (2015),
“Steeds meer gemeenten doen vuurwerk in de ban”, Algemeen Dagblad, 26 november 2015. Geraadpleegd via: http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/4195854/2015/11/26/Steeds-meer-gemeenten-doen-vuurwerk-in-de-ban.dhtml
Vuurwerk • Inleiding
7
3 HOOFDSTUK
Omgang met en perceptie van vuurwerk
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
8
3. Omgang met en perceptie van vuurwerk 3.1 Afsteekgedrag De meerderheid van de Nederlanders (69 procent) geeft in 2015 aan doorgaans geen vuurwerk af te steken rond de jaarwisseling. Dit is iets meer dan in 2014. Dit betreft een lichte stijging van 2 procentpunt ten opzichte van 2014 (tabel 3.1). Tabel 3.1 Steekt u doorgaans vuurwerk af rond de jaarwisseling? 2014
2015
Ja, altijd
7%
6%
Ja, meestal wel
7%
5%
Het ene jaar wel, het andere niet
6%
6%
Een enkele keer
13%
14%
Nooit
67%
69%
100%
100%
TOTAAL
Op de vraag of mensen dit jaar van plan zijn met oud en nieuw vuurwerk af te steken, geeft 12 procent aan dit (waarschijnlijk) te gaan doen (tabel 3.2). In 2014 was dit nog 14 procent, maar mogelijk speelt een tijdseffect hier een rol. Dit jaar is het onderzoek zo’n drie weken eerder uitgevoerd dan in 2014.2 Wellicht besluit een aantal mensen in de komende periode alsnog vuurwerk te gaan afsteken. Verder zien we dat het overgrote deel (73 procent) dit jaar zeker geen vuurwerk gaat afsteken. In 2014 was dit 75 procent. Jongeren (18-24 jaar) en 35-49 jarigen met kinderen zijn verhoudingsgewijs het vaakst van plan om dit jaar vuurwerk af te steken (zie ook tabel 3.3). Mannen (15 procent) zijn gemiddeld vaker voornemens om vuurwerk af te steken dan vrouwen (9 procent). Tabel 3.2 Bent u dit jaar van plan vuurwerk af te gaan steken rond de jaarwisseling? 2014 Ja, zeker wel
7%
Steekt vuurwerk af:
5%
Steekt vuurwerk af:
Waarschijnlijk wel
6%
14%
7%
12%
Waarschijnlijk niet
9%
10%
75%
73%
3%
4%
100%
100%
Zeker niet Weet ik (nog) niet TOTAAL
2
2015
In 2014 is het onderzoek tussen 26 en 28 december uitgevoerd. Dit jaar hebben deelnemers de vragenlijst ingevuld tussen 3 en 8
december 2015.
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
9
De traditie van het zelf vuurwerk afsteken lijkt zich vooral te concentreren in Oost-Nederland. In Overijssel, Gelderland en Flevoland zijn verhoudingsgewijs de meeste inwoners van plan om dit jaar tijdens oud en nieuw vuurwerk af te steken. In Zeeland (5 procent) en Limburg (4 procent) is het aandeel inwoners dat vuurwerk gaat afsteken het kleinst, hoewel in het geval van Zeeland enige voorzichtigheid is geboden bij het interpreteren van de uitkomsten vanwege het wat kleinere aantal deelnemers. Tabel 3.3 Voorgenomen afsteekgedrag (komende jaarwisseling) naar leeftijd (%) 18-24
25-34
35-49
50-64
65+
TOTAAL
35%
13%
31%
8%
3%
12%
Zeker / waarschijnlijk niet
48%
81%
62%
88%
95%
84%
Weet ik (nog) niet
17%
6%
7%
4%
2%
4%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Zeker / waarschijnlijk wel
TOTAAL
Grafiek 1.1 Voorgenomen afsteekgedrag (komende jaarwisseling) naar provincie (met tussen haakjes het aantal respondenten) (% zeker / waarschijnlijk wel)
Overijssel (164)
21%
Gelderland (319)
20%
Flevoland (58)
19%
Noord-Holland (394)
12%
Utrecht (176)
12%
Drenthe (70)
11%
Noord-Brabant (382)
10%
Zuid-Holland (527)
9%
Groningen (77)
8%
Friesland (66)
8%
Zeeland (57)
5%
Limburg (197)
4% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
Zes op de tien vuurwerkafstekers dragen nooit een veiligheidsbril Van degenen die zelf weleens vuurwerk afsteken tijdens de jaarwisseling draagt 62 procent nooit een veiligheidsbril. Fanatieke vuurwerkafstekers dragen niet vaker een veiligheidsbril dan degenen die een enkele keer tijdens de jaarwisseling vuurwerk afsteken. Twee op de tien vuurwerkafstekers dragen altijd een beschermende bril en de rest draagt deze meestal of soms. Onder omstanders die zelf geen vuurwerk afsteken, draagt zelfs 90 procent nooit een veiligheidsbril.
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
10
Tabel 3.4 Het dragen van een veiligheidsbril naar frequentie van afsteken STEEKT U DOORGAANS VUURWERK AF ROND DE JAARWISSELING? Als u zelf vuurwerk afsteekt, draagt u dan een veiligheidsbril?
Ja, altijd
Het ene jaar wel, het andere niet
Ja, meestal wel
Een enkele keer
Totaal
Altijd
18%
20%
15%
18%
18%
Meestal
12%
11%
11%
10%
11%
Af en toe
9%
9%
16%
9%
10%
Nooit
61%
61%
58%
64%
62%
100%
100%
100%
100%
100%
TOTAAL
Professionele vuurwerkshow zou drie op de tien vuurwerkafstekers doen stoppen Het percentage mensen dat (waarschijnlijk) zal stoppen met zelf vuurwerk afsteken is opgelopen van 23 procent in 2014 naar 28 procent nu. Hoewel het hier om zelfrapportage gaat, zijn vuurwerkafstekers in vergelijking met vorig jaar vaker geneigd om te stoppen als een professionele vuurwerkshow in hun gemeente wordt georganiseerd. Nu zegt 38 procent van de Nederlanders die vuurwerk gaan afsteken dat zij hiermee zeker niet gaan stoppen. Met andere woorden, het afsteekgedrag van deze groep zal niet veranderen door het organiseren van een vuurwerkshow. In 2014 gaf nog 45 procent aan zeker niet te zullen stoppen met zelf vuurwerk afsteken. Verder is de groep die nog niet weet of zij haar afsteekgedrag zal aanpassen iets groter dan vorig jaar, maar dit komt waarschijnlijk ook door de eerdere afname van de enquête. Tabel 3.5 Stel dat er in uw gemeente bij de jaarwisseling op een centrale plaats een professionele vuurwerkshow wordt georganiseerd. Zou u dan stoppen of minderen met vuurwerk kopen en afsteken? 2014
2015 Zal (waarschijnlijk) stoppen:
9%
Zal (waarschijnlijk) stoppen:
19%
28%
Zeker wel stoppen met zelf vuurwerk afsteken
9%
Waarschijnlijk wel stoppen met zelf vuurwerk afsteken
13%
Niet stoppen, maar minder eigen vuurwerk afsteken
24%
22%
Zeker niet stoppen, ook niet minder eigen vuurwerk afsteken
45%
38%
8%
12%
100%
100%
Weet ik (nog) niet TOTAAL
23%
Zes op de tien vuurwerkafstekers zouden stoppen na invoering vuurwerkverbod Op de vraag of men helemaal zou stoppen of minderen met zelf vuurwerk kopen en afsteken wanneer een algeheel verbod op vuurwerk wordt ingevoerd, geeft het grootste deel (39 procent) van de vuurwerkafstekers aan zeker te zullen stoppen. In 2014 was dit percentage vrijwel gelijk met 38 procent. Twintig procent zegt waarschijnlijk te zullen stoppen met zelf vuurwerk afsteken. Per saldo zouden zes op de tien vuurwerkafstekers (waarschijnlijk) stoppen na invoering van een vuurwerkverbod. Dit is onveranderd ten opzichte van 2014.
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
11
Tabel 3.6 Stel dat het helemaal verboden wordt om vuurwerk af te steken. Zou u dan stoppen of minderen met zelf vuurwerk kopen en afsteken? 2014
2015
Zeker wel stoppen met zelf vuurwerk afsteken
38%
39%
Waarschijnlijk wel stoppen met zelf vuurwerk afsteken
22%
20%
Niet stoppen, maar minder eigen vuurwerk afsteken
15%
12%
Zeker niet stoppen, ook niet minder eigen vuurwerk afsteken
17%
18%
9%
11%
100%
100%
Weet ik (nog) niet TOTAAL
3.2 Afsteektijden Weten Nederlanders op welke tijdstippen vuurwerk mag worden afgestoken? Wat betreft de aanvangstijd geven de meeste Nederlanders (46 procent) het goede antwoord, namelijk 31 december vanaf 18 uur ‘s avonds. In 2014 lag dit percentage aanzienlijk hoger: 71 procent. Enerzijds kan deze daling te maken hebben met het feit dat de enquête dit jaar drie weken vroeger is afgenomen.3 Zo zien we dat het percentage “Weet niet” met 17 procent dit jaar hoger is dan in 2014 (5 procent). Anderzijds is dit mogelijk te verklaren doordat tijdens de vorige jaarwisseling voor het eerst de gewijzigde afsteektijden golden. Deze kennis is wellicht deels weggezakt. Ook bij het noemen van de eindtijd zien we dat het juiste antwoord (1 januari tot 2 uur ’s nachts) minder vaak is gegeven dan in 2014, hoewel het verschil minder groot is (54 om 64 procent). De eindtijd is overigens in 2014 en 2015 ongewijzigd gebleven. Tabel 3.7 Weet u vanaf wanneer er vuurwerk afgestoken mag worden? 2014
2015
Nee, weet ik niet
5%
17%
Ja, in heel december
0%
0%
Ja, na de Kerstdagen
0%
0%
Ja, de laatste twee dagen van december
2%
2%
Ja, de laatste dag (31 december) vanaf 9 uur ’s ochtends
14%
28%
Ja, de laatste dag (31 december) vanaf 18 uur ‘s avonds
71%
46%
Ja, de laatste dag (31 december) vanaf 23 uur ’s avonds
4%
7%
100%
100%
TOTAAL
3
In 2014 is het onderzoek tussen 26 en 28 december uitgevoerd. Dit jaar hebben deelnemers de vragenlijst ingevuld tussen 3 en 8
december 2015.
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
12
Tabel 3.8 Weet u tot wanneer er vuurwerk afgestoken mag worden? 2014
2015
Nee, weet ik niet
17%
25%
Ja, tot 1 januari 1 uur ’s nachts
12%
11%
Ja, tot 1 januari 2 uur ’s nachts
64%
54%
Ja, tot 1 januari 5 uur in de ochtend
4%
5%
Ja, tot 1 januari 12 uur
2%
3%
Ja, tot 1 januari 18 uur
1%
1%
Ja, tot 1 januari, hele dag (tot 12 uur ’s nachts)
1%
1%
100%
100%
TOTAAL
3.3 Vuurwerkvrije zones Weten Nederlanders of er in hun gemeente vuurwerkvrije zones ingesteld worden? Net als in 2014 geeft ook ditmaal 46 procent van de Nederlanders aan niet te weten of er in de eigen gemeente een vuurwerkvrije zone is. Tabel 3.9 Zijn er in uw gemeente ook plekken aangewezen waar vuurwerk afsteken verboden is? (IN 2015 MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK)
2014 Ja
8%
2015
Ja, vorig jaar
6%
Ja, dit jaar
6%
Nee
45%
Nee
45%
Weet ik niet
46%
Weet niet
46%
Van de mensen die in hun gemeente te maken hebben met een vuurwerkvrije zone, is 72 procent blij met deze zone(s). Dit percentage is onveranderd ten opzichte van 2014. Tabel 3.10 Welke uitspraak past het best bij uw mening over de vuurwerkvrije zones in uw gemeente? 2014
2015
72%
72%
3%
5%
Het maakt mij niets uit
17%
15%
Anders
8%
8%
Weet ik niet
1%
0%
100%
100%
Ik ben daar blij mee Ik ben daar niet blij mee
TOTAAL
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
13
3.4 Vuurwerkverbod en andere alternatieven Wat vinden Nederlanders van een algemeen vuurwerkverbod en hoe kijken zij aan tegen alternatieven voor het afsteken van vuurwerk door particulieren? Helft Nederlanders voor vuurwerkverbod particulieren De helft van de Nederlanders (49 procent) is voor een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren. In 2014 was deze groep iets groter (56 procent). Als het vuurwerkverbod wordt gecombineerd met een professionele vuurwerkshow is 54 procent hier voorstander van. Bijna acht op de tien inwoners vinden dat de gemeente op bepaalde plaatsen het afsteken van vuurwerk moet verbieden. Ook in 2014 was hier een ruime meerderheid (76 procent) voor te vinden. Het instellen van vuurwerkvrije zones kan in het algemeen op breed draagvlak onder de Nederlandse bevolking rekenen. Ook zijn zes op de tien Nederlanders voorstander van een professionele vuurwerkshow, te organiseren door de gemeente. Vuurwerk wordt door zes op de tien als mooie traditie gezien Hoewel de helft van de Nederlanders een afsteekverbod voor particulieren wil, vindt 60 procent het afsteken van vuurwerk ook een mooie traditie die in stand moet worden gehouden. Tabel 3.11 Houding ten aanzien van vuurwerk (% (helemaal) eens) 2014
2015
VERSCHIL
Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden
56%
49%
-7%
De gemeente moet vuurwerk op bepaalde plaatsen verbieden (vuurwerkvrije zones)
76%
78%
3%
De gemeente moet bij de jaarwisseling op een centrale plaats een professionele vuurwerkshow organiseren
63%
62%
-1%
Het afsteken van vuurwerk is een mooie traditie die we in stand moeten houden
56%
60%
4%
Ik ben bang voor vuurwerk dat vlak bij me wordt afgestoken
57%
59%
2%
Ik durf voor en rond oudjaar niet goed de straat op vanwege het vuurwerk dat op straat wordt afgestoken
37%
37%
0%
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
14
Tabel 3.12 Houding ten aanzien van vuurwerk (% (helemaal) eens) 2014
2015
VERSCHIL
63%
62%
-1%
56%
49%
-7%
-
54%
-
1: Vuurwerkshow De gemeente moet bij de jaarwisseling op een centrale plaats een professionele vuurwerkshow organiseren 2: Verbod Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden 3: Verbod + vuurwerkshow Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden, in plaats daarvan moet er op een centrale plaats bij de jaarwisseling een professionele vuurwerkshow worden georganiseerd.
Tabel 3.13 Houding ten aanzien van vuurwerk (%)
Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden
Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden, in plaats daarvan moet er op een centrale plaats bij de jaarwisseling een professionele vuurwerkshow worden georganiseerd.
De gemeente moet vuurwerk op bepaalde plaatsen verbieden (vuurwerkvrije zones)
De gemeente moet bij de jaarwisseling op een centrale plaats een professionele vuurwerkshow organiseren
Het afsteken van vuurwerk is een mooie traditie die we in stand moeten houden
Ik ben bang voor vuurwerk dat vlak bij me wordt afgestoken
Ik durf voor en rond oudjaar niet goed de straat op vanwege het vuurwerk dat op straat wordt afgestoken
HELEMAAL EENS
GROTENDEELS MEE EENS
GROTENDEELS MEE ONEENS
HELEMAAL MEE ONEENS
WEET NIET / N.V.T
2015
29%
21%
21%
26%
4%
2014
31%
25%
18%
23%
2%
2015
32%
22%
19%
23%
4%
2014
-
-
-
-
-
2015
51%
28%
9%
8%
4%
2014
44%
32%
9%
11%
4%
2015
33%
29%
15%
18%
5%
2014
37%
27%
13%
19%
4%
2015
26%
34%
16%
21%
3%
2014
25%
31%
16%
25%
3%
2015
32%
27%
18%
20%
2%
2014
32%
25%
19%
22%
3%
2015
13%
24%
21%
38%
3%
2014
17%
20%
22%
38%
3%
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
15
Grootste steun voor particulier vuurwerkverbod onder PvdD- en GL-kiezers De steun voor een particulier vuurwerkverbod is het grootst onder kiezers van Partij voor de Dieren (80 procent) en GroenLinks (69 procent). Ook degenen die nu op de SP, D66 of PvdA zouden stemmen als er vandaag Tweede Kamerverkiezingen zouden zijn, zijn in meerderheid voor een vuurwerkverbod voor particulieren. Het aanwijzen van vuurwerkvrije zones kan op brede politieke steun van alle kiezers rekenen. Verder zien we dat de meeste kiezers voorstander zijn van een professionele vuurwerkshow die door de gemeente wordt georganiseerd, variërend van 88 procent van de PvdD-aanhangers tot 51 procent van de SGP-kiezers. Vuurwerktraditie meest gewaardeerd door VVD- en CDA-kiezers Zeven op de tien VVD- en CDA-kiezers en ruim zes op de tien CU- en PVV-stemmers vinden het afsteken van vuurwerk een mooie traditie die in stand moet worden gehouden. Onder aanhangers van andere partijen is deze steun minder groot, vooral onder kiezers van GroenLinks (35 procent), SGP (40 procent) en PvdD (46 procent). In Oost-Nederland is de steun voor een algemeen vuurwerkverbod wat lager dan in de andere regio’s, wat samenhangt met de grotere populariteit van het zelf vuurwerk afsteken (zie paragraaf 3.1). Ook is hier iets minder enthousiasme voor een professionele vuurwerkshow als alternatief, hoewel het wel een meerderheid van de bevolking betreft (57 procent). In alle regio’s zijn minstens zeven op de tien inwoners voorstander van vuurwerkvrije zones. Tabel 3.14 Houding ten aanzien van vuurwerk, naar huidige politieke voorkeur (% eens) PVDD
GL
SP
D66
PVDA
SGP
CU
50 PLUS
VVD
PVV
CDA
TOTAAL
Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden.
80%
69%
60%
53%
52%
48%
47%
47%
43%
42%
39%
49%
Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden, in plaats daarvan moet er op een centrale plaats bij de jaarwisseling een professionele vuurwerkshow worden georganiseerd.
80%
73%
63%
58%
52%
51%
58%
62%
48%
48%
42%
54%
De gemeente moet vuurwerk op bepaalde plaatsen verbieden (vuurwerkvrije zones).
94%
89%
83%
85%
75%
74%
75%
82%
72%
70%
81%
78%
De gemeente moet bij de jaarwisseling op een centrale plaats een professionele vuurwerkshow organiseren.
88%
75%
69%
69%
61%
51%
64%
71%
59%
57%
54%
62%
Het afsteken van vuurwerk is een mooie traditie die we in stand moeten houden.
46%
35%
55%
60%
56%
40%
66%
53%
72%
63%
70%
60%
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
16
Tabel 3.15 Houding ten aanzien van vuurwerk, naar regio (% eens)4 NOORDNEDERLAND
OOSTNEDERLAND
WESTNEDERLAND
ZUIDNEDERLAND
TOTAAL
Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden.
49%
46%
51%
49%
49%
Het afsteken van vuurwerk door particulieren moet helemaal worden verboden, in plaats daarvan moet er op een centrale plaats bij de jaarwisseling een professionele vuurwerkshow worden georganiseerd.
53%
48%
56%
56%
54%
De gemeente moet vuurwerk op bepaalde plaatsen verbieden (vuurwerkvrije zones).
77%
73%
80%
81%
78%
De gemeente moet bij de jaarwisseling op een centrale plaats een professionele vuurwerkshow organiseren.
62%
57%
64%
63%
62%
Het afsteken van vuurwerk is een mooie traditie die we in stand moeten houden.
53%
62%
57%
65%
60%
3.5 Alternatieven voor particulier vuurwerk Op de vraag welk alternatief Nederlanders het liefste willen zien bij een verbod op particulier vuurwerk, geeft 61 procent van de Nederlanders de voorkeur aan een professionele vuurwerkshow op een centrale plaats in de gemeente. Bijna twee op de tien Nederlanders (18 procent) geeft aan een alternatief niet nodig te vinden en vijf procent zou het liefst een groot vreugdevuur als alternatief zien. Een concert of film worden nauwelijks genoemd. In de categorie “Anders” worden verscheidene alternatieven genoemd, variërend van vuurwerkshows en activiteiten per buurt of kern en evenementen voor jong en oud (bijvoorbeeld gezamenlijk om 12 uur het glas heffen). Grafiek 1.2 Stel dat het afsteken van vuurwerk in uw gemeente voor particulieren wordt verboden, wat zou u dan graag als alternatief zien (betaald door uw gemeente)? (één antwoord mogelijk)
Een professionele vuurwerkshow
61%
Niets, alternatief is niet nodig
18%
Een groot vreugdevuur
5%
Gezamenlijk eten met stad- of dorpsbewoners
3%
Een popconcert
1%
Een klassiek concert
1%
Een publiek toegankelijke (openlucht-)film
0%
Iets anders
4%
Weet ik niet
7% 0%
4
20%
40%
60%
80%
Noord-Nederland: Groningen, Friesland, Drenthe; Oost-Nederland: Overijssel, Flevoland, Gelderland; West-Nederland: Utrecht,
Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland; Zuid-Nederland: Noord-Brabant, Limburg.
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
17
3.6 Overlast In welke mate ervaren mensen overlast rond de jaarwisseling door het afsteken van vuurwerk, en welk type overlast is het grootst? Op de vraag in hoeverre men doorgaans overlast ervaart van vuurwerk tijdens de jaarwisseling, antwoordt bijna de helft (47 procent) dat zij ‘af en toe’ overlast ervaren. Ruim een kwart (28 procent) ervaart dit meestal tot altijd. Een groep van 24 procent zegt nooit overlast te ervaren. Mannen ervaren doorgaans wat minder overlast dan vrouwen. Zo zegt 29 procent van de mannen nooit overlast te ervaren, tegen 19 procent van de vrouwen. Tabel 3.16 In hoeverre ervaart u (doorgaans) overlast van vuurwerk rond de jaarwisseling? MAN
VROUW
TOTAAL
Altijd
12%
17%
14%
Meestal
14%
15%
14%
Af en toe
45%
49%
47%
Nooit
29%
19%
24%
100%
100%
100%
TOTAAL
Aan de respondenten die weleens overlast ervaren door het afsteken van vuurwerk is gevraagd welke vorm(en) van overlast zij specifiek ervaren. Deze typen overlast zijn in random volgorde aangeboden. Harde knallen en vuurwerkrestanten op straat grootste bron van overlast Overlast door harde knallen wordt het vaakst genoemd (75 procent genoemd), gevolgd door vuurwerkrestanten op straat (66 procent). Op enige afstand worden genoemd: gestreste huisdieren (40 procent), vuurwerkrestanten in eigen tuin (33 procent) en stankoverlast (33 procent). Lichamelijk letsel wordt door slechts weinigen genoemd, maar de impact daarvan kan niettemin groot zijn. Zo zal iemand altijd last blijven houden van een beschadigd oog of het verlies van een aantal vingers of een hand. In de categorie “Anders” worden verschillende vormen van overlast naar voren gebracht, variërend van het vroegtijdig afsteken van vuurwerk en angstige kinderen tot schade aan persoonlijke goederen (waaronder auto’s en kleding).
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
18
Grafiek 1.3 Wat voor overlast ervaart u (of heeft u ervaren?) (% genoemd, meerdere antwoorden mogelijk) Basis: degenen die weleens overlast ervaren (n = 1895)
Harde knallen
75%
Vuurwerkrestanten op straat
66%
Gestreste huisdieren
40%
Vuurwerkrestanten in mijn tuin
33%
Stankoverlast
33%
Lichtflitsen
5%
Lichamelijk letsel bij mijzelf of bekenden
3%
Weet ik niet
1%
Anders
11% 0%
Vuurwerk • Omgang met en perceptie van vuurwerk
20%
40%
60%
80%
100%
19
4 HOOFDSTUK
Onderzoeksverantwoording
Vuurwerk • Onderzoeksverantwoording
20
4. Onderzoeksverantwoording I&O Research voerde van donderdag 3 december tot en met dinsdag 8 december 2015 een online onderzoek uit naar de standpunten en ervaringen van Nederlanders met betrekking tot vuurwerk en het verloop van de jaarwisseling. De deelnemers zijn geselecteerd uit het I&O Research Panel. In totaal hebben in deze periode 2.492 Nederlanders (18+) deelgenomen aan het onderzoek. Het I&O Research Panel is geworven op basis van aselecte personen- en huishoudensteekproeven op traditionele manier (geen zelfaanmelding). De respondenten hebben geen financiële vergoeding gehad voor hun aanmelding voor het panel. Ook voor deelname aan dit onderzoek kregen respondenten geen vergoeding. De onderzoeksresultaten van burgers zijn na herweging op geslacht, leeftijd, regio en opleidingsniveau representatief voor Nederlanders van 18 jaar en ouder, voor wat betreft deze achtergrondkenmerken. Dit is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. In 2014 is het onderzoek over vuurwerk(-alternatieven) tussen 26 en 28 december uitgevoerd. De deelnemers zijn toen eveneens geselecteerd uit het I&O Research Panel en dezelfde weging is toegepast. I&O Research I&O Research is een maatschappelijk betrokken bureau voor beleids- en marktonderzoek. Het is onze missie bij te dragen aan beter onderbouwde keuzes van onze klanten, op basis van onderzoek en advies. I&O Research is de laatste jaren gegroeid tot het achtste marktonderzoekbureau van Nederland. In de publieke sector behoort I&O Research tot de top drie. Wij werken voor overheid en nonprofitorganisaties. I&O Research heeft vestigingen in Enschede en – vanaf 4 januari 2016 – in Amsterdam. I&O Research is lid van de MarktOnderzoeksAssociatie (MOA), maakt deel uit van de Research Keurmerk Groep en onderschrijft de internationale ICC/ESOMAR gedragscode voor markt- en sociaalwetenschappelijk onderzoek. I&O Research is ISO 9001 en ISO 20252 gecertificeerd. Het online onderzoekspanel (I&O Research Panel) is ISO 26362 gecertificeerd. Dit is de norm voor online Access Panels.
Vuurwerk • Onderzoeksverantwoording
21