DE ZELFSTANDIG ONDERNEMER Al je aftrekbare beroepskosten op een rijtje.
Iven De Hoon
DE ZELFSTANDIG ONDERNEMER _____________________________________ 2 INLEIDING _______________________________________________________ 2 Wat bedoelt men met aftrekbare beroepskosten ?_________________________ 3 Wat zijn zoal belangrijke beroepskosten ? _______________________________ 6 Het onroerend goed ______________________________________________ 6 Lenen voor beroepsmatige investeringen ? ____________________________ 6 Maar wat met intresten op leningen die betrekking hebben op het onroerend goed dat gemengd gebruikt wordt ? ________________________________________ 8 De wagen en de fiscaliteit___________________________________________ 10 Zijn alle beroepskosten m.b.t. de wagen aftrekbaar ? Dus ook van peperdure wagens ? Of toch niet … ? _________________________________________ 12 Is het toegelaten dat alle uitgaven en kosten in één keer in aftrek genomen worden ? ________________________________________________________ 14 Wat bedoelt men met degressief of lineair afschrijven ? ___________________ 16 Hoeveel bedragen de sociale zekerheidsbijdragen ? ______________________ 18 Kunnen we één van de kinderen mee laten werken in de zaak ? En hoe zit dat naar de sociale bescherming ? ___________________________ 21 Welke kosten zijn nog zoal aftrekbaar ? ________________________________ 23 1. Huren van een pand van … de echtgenote ________________________ 23 2. Kosten thuis aftrekken van het bureau, de telefoon enz. … ___________ 26 3. Bespaar registratierechten bij een hernieuwing van de handelshuur ____ 27 4. Voorkomende problemen wat de restaurantkosten betreft ____________ 28 5. Is een communie- of huwelijksfeest aftrekbaar ? ____________________ 29 6. U houdt een opendeurdag. Wat met de gemaakte kosten ? __________ 30 7. Wat met forfaitaire dagvergoedingen ? ___________________________ 32 8. U wenst uw personeel te belonen met een geschenk ________________ 35 9. Medehelpende echtgenote (lees „partner‟) ________________________ 38 10. De zelfstandig(e) help(st)er __________________________________ 40 11. Afschrijven of onmiddellijk in kosten steken? _____________________ 42 12. Het belastingkrediet in de personenbelasting ____________________ 45 13. Het vooruitbetalen van de beroepskosten _______________________ 48 14. Voorafbetaling belastingen___________________________________ 51 15. Bijscholing _______________________________________________ 53 16. Zonnepanelen ____________________________________________ 55 17. De winwinlening voor wie gelden wenst aan te trekken. Ongekend is onbemind … ______________________________________________ 58 18. U stopt met uw zelfstandige activiteit ___________________________ 63
1
DE ZELFSTANDIG ONDERNEMER INLEIDING Wie
een
zelfstandig
beroep
(ondernemer)
uitoefent
wordt
dagdagelijks
geconfronteerd met een aantal vragen en problemen. Er moet gezorgd worden dat de „business‟ blijft draaien. Iets wat men vaak niet altijd zelf in handen heeft. Vandaag is het ook niet evident goed personeel aan te trekken en misschien nog moeilijker de goede krachten te behouden. Ook worden we echter geconfronteerd met andere problemen. De belastingdruk moet onder controle gehouden worden, de opvolging moet aangepakt worden, de bescherming
van
het
privé-vermogen
verdient
de
nodige
aandacht,
de
successieplanning is ook belangrijk en er moet op een fiscaalvriendelijke manier aan pensioenopbouw gedaan worden. En hoe zit het met de beroepskosten ? Veel vragen die niet onbelangrijk zijn, integendeel … Gezien het belang hiervan trachten we aan de hand van een aantal concreet en vaak gestelde vragen, deze problemen enigszins te verduidelijken en een gepaste oplossing mee te delen. We wensen u veel leesplezier …
Iven De Hoon 2011
2
Wat bedoelt men met aftrekbare beroepskosten ? Als zelfstandige moet u kosten maken om uw beroepsactiviteit te kunnen uitoefenen. Dit is de evidentie zelf. Deze kosten zijn in principe aftrekbaar. Krachtens art. 49 WIB 92, en de erop betrekking hebbende vaste rechtspraak, mogen de bruto beroepsinkomsten slechts worden verminderd met de kosten die terzelfder tijd aan de volgende vier voorwaarden voldoen : ze moeten noodzakelijk met het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid verband houden; ze moeten tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen zijn; ze moeten gedaan of gedragen zijn om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden; ze moeten door de belastingplichtige verantwoord zijn wat de echtheid en het bedrag ervan betreft. Het spreekt voor zich dat kosten die betrekking hebben op activa die gemengd (lees privé en beroep) gebruikt worden enkel aftrekbaar zijn voor het beroepsgebruik. Een proratering zal dan moeten gemaakt worden. Let wel niet alle kosten zijn ook voor 100% aftrekbaar. Hierbij denken we aan de meeste autokosten (75% aftrekbaar) en de restaurantkosten (69% aftrekbaar). Inzake de BTW geldt het zogenaamde gebruiks- en bestemmingsprincipe (art. 45, §1 W.B.T.W. en art. 1 van K.B. nr. 3). Dit houdt in dat u de BTW op goederen of diensten in aftrek mag brengen van zodra u de bedoeling heeft deze goederen of diensten te gaan gebruiken voor de uitoefening van uw economische activiteit. Beroepsmatig aangewende goederen of diensten geven dus een recht op aftrek van de BTW. Wat met de BTW als u een vrijgestelde BTW-belastingplichtige bent? De BTW is maar aftrekbaar voor iemand die het statuut heeft van BTW-belastingplichtige met recht op aftrek. Zelfstandigen die als eenmanszaak werken hebben meestal het statuut van BTW-belastingplichtige.
3
De meeste uitoefenaars van vrije beroepen zijn daarentegen echter vrijgestelde BTW-belastingplichtigen (zonder recht op aftrek). De niet aftrekbare beroepsmatige BTW kan hier echter wel in kosten genomen worden bij de inkomstenbelastingen. Er is een onderscheid te maken tussen wat aftrekbaar is voor de BTW (lees de betaalde
BTW
via
de
BTW-aangifte
in
aftrek
nemen)
en
voor
de
inkomstenbelastingen (personen- en vennootschapsbelastingen). Het is van belang de desbetreffende regels van zowel de BTW als de inkomstenbelastingen nauwlettend te volgen. Inzake BTW geldt het zogenaamde gebruiks- en bestemmingsprincipe (art. 45, §1 W.B.T.W. en art. 1 van K.B. nr. 3). Dit houdt in dat u de BTW op goederen of diensten in aftrek mag brengen van zodra u de bedoeling heeft deze goederen of diensten te gaan gebruiken voor de uitoefening van uw economische activiteit. Beroepsmatig aangewende goederen of diensten geven dus een recht op aftrek van de BTW. Wat met de BTW als u een vrijgestelde BTW-belastingplichtige bent? De BTW is maar aftrekbaar voor iemand die het statuut heeft van BTWbelastingplichtige met recht op aftrek. Zelfstandigen die als eenmanszaak werken hebben meestal het statuut van BTW-belastingplichtige. De meeste uitoefenaars van vrije beroepen zijn echter vrijgestelde BTW-belastingplichtigen (zonder recht op aftrek). De niet aftrekbare beroepsmatige BTW kan hier in kosten genomen worden bij de inkomstenbelastingen. Wat is fiscaal een correcte factuur? Inzake BTW is het formalisme heel strikt. Beschikt u als klant niet over een correcte factuur dan heeft u geen recht op aftrek van de BTW. Ook als leverancier of dienstverrichter dient u echter op te letten dat u geen boete opgelegd krijgt wegens onregelmatig opgestelde facturen. De volgende vermeldingen dienen verplicht voor te komen op een factuur : datum van uitreiking; opeenvolgend nummer; naam, adres en BTW-nummer van de leverancier of de dienstverrichter;
4
naam, adres en BTW-nummer van de koper of de afnemer van de dienst; de datum van de levering of de dienst voor zover deze verschilt van de datum van uitreiking van de factuur; de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen en/of verstrekte diensten; specifieke vermeldingen bij de leveringen van een nieuw vervoermiddel; de maatstaf van heffing per BTW-tarief, de eenheidsprijs, eventuele voorschotten en prijskortingen; het toegepaste BTW-tarief en het totaalbedrag van de verschuldigde BTW; bij vrijstelling of verlegging van heffing, de verwijzing naar de wettelijke bepaling; de verwijzing naar een vroeger uitgereikt stuk indien voor dezelfde handeling meerdere facturen worden opgesteld. De boete voor een onregelmatige factuur is gelijk aan het dubbel van de op de handeling verschuldigde BTW, zonder dat ze minder mag bedragen dan 50 EUR. Deze boete is evenwel niet verschuldigd wanneer de overtredingen als louter toevallig kunnen worden aangemerkt, door aantal (frequentie) of door het belang (factuurbedrag) van de handeling. Het formalisme dat de BTW oplegt inzake een geldige factuur is niet van toepassing inzake de directe belastingen. Elk ander bewijsstuk kan daar wel dienen.
5
Wat zijn zoal belangrijke beroepskosten ? Het onroerend goed U oefent uw beroep (al dan niet uitsluitend) uit op uw thuisadres. Dit gaat gepaard met een aantal bijhorende kosten zoals de gas- en de elektriciteitsrekening. Deze kosten zijn aftrekbaar. Het zijn immers kosten die u maakt in het kader van een beroepswerkzaamheid. Deze zijn dan ook zonder discussie aftrekbaar. U zal dit echter wel op de één of andere wijze moeten kunnen aantonen. Het spreekt voor zich dat de verdeling tussen privé en beroepsmatig gedeelte correct moet zijn. Ook moet u redelijk blijven bv de verdeelsleutel van het beroepsgedeelte van uw woning. Lenen voor beroepsmatige investeringen ? Gezien de aftrekbaarheid van de beroepskosten zoals de intresten is het vaak interessanter te lenen voor beroepsmatige investeringen dan er de privé-middelen (lees spaargelden) voor aan te wenden. Hier vinden we de tarieven personenbelasting (2011) terug : Inkomstenschijf
Tarief
(excl gem.bel)
(geïndexeerd) 0,01 – 8.070
25 %
8.070 - 11.480
30 %
11.480 - 19.130
40 %
19.130 – 35.060
45 %
Boven 35.060
50 %
6
Een voorbeeld : Het belastbaar inkomen bedraagt 40.000 euro. De beroepsmatige lening bedraagt 100.000 euro. De aangerekende intrest (5%) bedraagt 5.000 euro. Deze intrest is fiscaal aftrekbaar. Hoeveel bedraagt nu de netto kost van deze rente van 5.000 euro ? Ten eerste dalen de bijdragen sociale zekerheid 5.000 x 22 % = - 1.100 De personenbelasting daalt (5.000 – 1.100) x 50% = Ook de gemeentebelasting daalt (stel 7 %) = => netto kost krediet =
- 1.950 -
137
1.813 ( = 36 %)
M.a.w. de bruto rentekost daalt met 64%. Brengen de spaargelden meer op dan 1,8% dan is ontlenen fiscaal te overwegen.
7