DE VRIJE BEROEPER
Al uw aftrekbare beroepskosten op een ritje !
adviseurs
notarissen
programmeurs
s d o lo jour n
s r e v j chri
ts s n k e e t t a c param o edici dv a alist en kunstenaars a r n t sen te c e t i arch medici n e r o s s t i v n e r a t jfs i n r diere d u e b co narts c a en speci uitgevers aliste n n belastingadviseurs e g i d n u k g e e l s r u p e i r n inge ve s r tandartsen e rp e w t n o gerecht sdeurw aarders Iven De Hoon
DE VRIJE BEROEPER............................................................................................................................ 2 INLEIDING ............................................................................................................................................. 2 WAT BEDOELT MEN MET AFTREKBARE BEROEPSKOSTEN ? .................................................................................. 3 WAT ZIJN ZOAL BELANGRIJKE BEROEPSKOSTEN ? .............................................................................................. 8 Het onroerend goed ......................................................................................................................... 8 LENEN VOOR BEROEPSMATIGE INVESTERINGEN ? ............................................................................................. 9 MAAR WAT MET INTRESTEN OP LENINGEN DIE BETREKKING HEBBEN OP HET ONROEREND GOED DAT GEMENGD GEBRUIKT WORDT ? ............................................................................................................................................... 10 De wagen en de fiscaliteit .............................................................................................................. 12 ZIJN ALLE BEROEPSKOSTEN M.B.T. DE WAGEN AFTREKBAAR ? DUS OOK VAN PEPERDURE WAGENS ? OF TOCH NIET … ? ........................................................................................................................................................... 15 Is het toegelaten dat alle uitgaven en kosten in één keer in aftrek genomen worden ? ............... 17 Wat bedoelt men met degressief of lineair afschrijven ? ............................................................... 19 Hoeveel bedragen de sociale zekerheidsbijdragen ? ..................................................................... 21 WELKE KOSTEN ZIJN NOG ZOAL AFTREKBAAR ? .............................................................................................. 24 1. Huren van een pand van … de echtgenote ............................................................................ 24 2. Kosten thuis aftrekken van het bureau, de telefoon enz. … .................................................. 27 3. Bespaar registratierechten bij een hernieuwing van de handelshuur ................................... 28 4. Voorkomende problemen wat de restaurantkosten betreft ................................................. 29 5. Is een communie- of huwelijksfeest aftrekbaar ? .................................................................. 31 6. Wat met forfaitaire dagvergoedingen ? ............................................................................... 32 7. U wenst uw personeel te belonen met een geschenk ........................................................... 35 8. Medehelpende echtgenote (lees ‘partner’) ........................................................................... 38 9. Afschrijven of onmiddellijk in kosten steken? ....................................................................... 40 10. Het belastingkrediet in de personenbelasting .................................................................. 43 11. Het Vrij Aanvullend Pensioen voor de zelfstandige (VAPZ) .............................................. 46 12. Het vooruitbetalen van de beroepskosten ........................................................................ 48 vooruitbetaalde huur ................................................................................................................................. 49 vooruitbetaalde intresten ......................................................................................................................... 50
13. Voorafbetaling belastingen .............................................................................................. 51 BIJSCHOLING .......................................................................................................................................... 53 ZONNEPANELEN ...................................................................................................................................... 55 1. 2. 3. 4.
de belastingvermindering voor de energiebesparende investeringen ............................................ 55 hypothecaire lening ......................................................................................................................... 56 De win winlening voor wie gelden wenst aan te trekken. Ongekend is onbemind … ..................... 59 De aflossingsmogelijkheden worden verruimd : .............................................................................. 63
1. 2. 3. 4.
U STOPT MET UW ZELFSTANDIGE ACTIVITEIT (VRIJ BEROEP) ..................................................................... 64 DE INVESTERINGSAFTREK ................................................................................................................. 68 BUITENLANDSE CONGRESSEN ............................................................................................................ 70 U MOET ZICH INKOPEN IN EEN BESTAANDE PRAKTIJK DOOR HET OVERKOPEN VAN HET PATIËNTENBESTAND VAN UW COLLEGA................................................................................................................................................ 72 Hoe zit dit fiscaal ? ......................................................................................................................... 72 5. DE FISCALITEIT EN DE MOTO.............................................................................................................. 73 6. DE ONBESLAGBAARHEID VAN DE GEZINSWONING .................................................................................. 76
1
DE VRIJE BEROEPER INLEIDING
Wie een vrij beroep uitoefent wordt dagdagelijks geconfronteerd met een aantal vragen en problemen. Ook financiële vragen !
Ook wordt men echter dagelijks geconfronteerd met andere problemen.
De
belastingdruk moet onder controle gehouden worden, de opvolging moet aangepakt worden, de bescherming van het privévermogen verdient de nodige aandacht, de successieplanning is ook belangrijk en er moet op een fiscaalvriendelijke manier aan pensioenopbouw gedaan worden. Veel uitdagingen die niet onbelangrijk zijn, integendeel …
Gezien het belang hiervan trachten we aan de hand van een aantal concreet en vaak gestelde vragen, deze problemen enigszins te verduidelijken en een gepaste oplossing mee te delen. We wensen u veel leesplezier …
Iven De Hoon 2011
2
Wat bedoelt men met aftrekbare beroepskosten ? Als vrij beroeper moet u kosten maken om uw beroepsactiviteit te kunnen uitoefenen. Dit is de evidentie zelf. Deze beroepskosten zijn in principe aftrekbaar. Krachtens art. 49 WIB 92, en de erop betrekking hebbende vaste rechtspraak, mogen de bruto beroepsinkomsten slechts worden verminderd met de kosten die terzelfder tijd aan de volgende vier voorwaarden voldoen : -
ze moeten noodzakelijk met het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid verband houden;
-
ze moeten tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen zijn;
-
ze moeten gedaan of gedragen zijn om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden;
-
ze moeten door de belastingplichtige verantwoord zijn wat de echtheid en het bedrag ervan betreft.
Het spreekt voor zich dat kosten die betrekking hebben op activa die gemengd (lees privé en beroep) gebruikt worden enkel aftrekbaar zijn voor het beroepsgebruik. Een proratering zal dan moeten gemaakt worden.
Let wel niet alle kosten zijn ook voor 100% aftrekbaar. Hierbij denken we aan de meeste autokosten (75% aftrekbaar) en de restaurantkosten (69% aftrekbaar).
Inzake de BTW geldt het zogenaamde gebruiks- en bestemmingsprincipe (art. 45, §1 W.B.T.W. en art. 1 van K.B. nr. 3). Dit houdt in dat u de BTW op goederen of diensten in aftrek mag brengen van zodra u de bedoeling heeft deze goederen of diensten te gaan gebruiken voor de uitoefening van uw economische activiteit. Beroepsmatig aangewende goederen of diensten geven dus een recht op aftrek van de BTW.
Wat met de BTW als u een vrijgestelde BTW-belastingplichtige bent?
De BTW is maar aftrekbaar voor iemand die het statuut heeft van BTW belastingplichtige met recht op aftrek. Zelfstandigen die als eenmanszaak werken hebben meestal het statuut van BTW-belastingplichtige. De meeste uitoefenaars van
3
vrije beroepen zijn daarentegen echter vrijgestelde BTW belastingplichtigen (zonder recht op aftrek), maar niet allemaal.
Denk maar aan de architect of nog de
dierenarts. De niet-aftrekbare beroepsmatige BTW kan echter wel in kosten genomen worden bij de inkomstenbelastingen.
Er is een onderscheid te maken tussen wat aftrekbaar is voor de BTW (lees de betaalde BTW via de BTW aangifte in aftrek nemen) en voor de inkomstenbelastingen (personen- en vennootschapsbelastingen). Het is van belang de desbetreffende regels van zowel de BTW als de inkomstenbelastingen nauwlettend te volgen.
Inzake BTW geldt het zogenaamde gebruiks- en bestemmingsprincipe (art. 45, §1 W.B.T.W. en art. 1 van K.B. nr. 3). Dit houdt in dat u de BTW op goederen of diensten in aftrek mag brengen van zodra u de bedoeling heeft deze goederen of diensten te gaan gebruiken voor de uitoefening van uw economische activiteit. Beroepsmatig aangewende goederen of diensten geven dus een recht op aftrek van de BTW.
Wat met de BTW als u een vrijgestelde BTW-belastingplichtige bent?
De
BTW
is
maar
aftrekbaar
voor
iemand
die
het
statuut
heeft
van
BTW-belastingplichtige met recht op aftrek. Zelfstandigen die als eenmanszaak werken hebben meestal het statuut van BTW-belastingplichtige. De meeste uitoefenaars van vrije beroepen zijn echter vrijgestelde BTW-belastingplichtigen (zonder recht op aftrek). De niet-aftrekbare beroepsmatige BTW kan hier in kosten genomen worden bij de inkomstenbelastingen.
Wat is fiscaal een correcte factuur?
Inzake BTW is het formalisme heel strikt. Beschikt u als klant niet over een correcte factuur dan heeft u geen recht op aftrek van de BTW. Ook als leverancier of dienstverichter dient u echter op te letten dat u geen boete opgelegd krijgt wegens onregelmatig opgestelde facturen.
De volgende vermeldingen dienen verplicht voor te komen op een factuur : -
datum van uitreiking;
4
-
opeenvolgend nummer;
-
naam, adres en BTW nummer van de leverancier of de dienstverichter;
-
naam, adres en BTW nummer van de koper of de afnemer van de dienst;
-
de datum van de levering of de dienst voor zover deze verschilt van de datum van uitreiking van de factuur;
-
de hoeveelheid en de aard van de geleverde goederen en/of verstrekte diensten;
-
specifieke vermeldingen bij de leveringen van een nieuw vervoermiddel;
-
de maatstaf van heffing per BTW-tarief, de eenheidsprijs, eventuele voorschotten en prijskortingen;
-
het toegepaste BTW-tarief en het totaalbedrag van de verschuldigde BTW;
-
bij vrijstelling of verlegging van heffing, de verwijzing naar de wettelijke bepaling;
-
de verwijzing naar een vroeger uitgereikt stuk indien voor dezelfde handeling meerdere facturen worden opgesteld.
De boete voor een onregelmatige factuur is gelijk aan het dubbel van de op de handeling verschuldigde BTW, zonder dat ze minder mag bedragen dan 50 EUR. Deze boete is evenwel niet verschuldigd wanneer de overtredingen als louter toevallig kunnen worden aangemerkt, door aantal (frequentie) of door het belang (factuurbedrag) van de handeling. Het formalisme dat de BTW oplegt inzake een geldige factuur is niet van toepassing inzake de directe belastingen. Elk ander bewijsstuk kan daar wel dienen.
Noot een belastingplichtige die hetzij winsten, hetzij baten ontvangt, maakt ongetwijfeld
beroepskosten,
maar
er
bestaat
een
stelsel
van
forfaitaire
beroepskosten, maar hier enkel voor die belastingplichtigen die baten ontvangen. Voor de winsten zit er niets anders op dan de beroepskosten te bewijzen. Maar vrije beroepen vullen het vak van de baten in. Let op een belastingplichtige die baten ontvangt en opteert voor de forfaitaire beroepskosten moet het bedrag niet langer zelf berekenen of invullen. Het wordt sinds enkele jaren automatisch door de Administratie berekend.
5
Het forfait wordt toegepast op het bedrag van de ontvangsten vooraf verminderd met:
de persoonlijke sociale bijdragen;
de bijdragen voor verzekering tegen kleine risico's betaald aan een ziekenfonds
de eventueel in het buitenland betaalde belastingen (op baten van buitenlandse oorsprong)
De percentages bedragen voor Aj 2012 : 25 pct. van de eerste schijf van 5.300 EUR 10 pct. van de schijf van 5.300 EUR tot 10.530 EUR; 5 pct. van de schijf van 10.530 EUR tot 17.530 EUR; 3 pct. van de schijf boven 17.530 EUR. In geen geval mag het forfait meer bedragen dan 3.670 EUR. In de praktijk zullen er echter meestal wel beroepskosten zijn die dit bedrag overtreffen. Maar voor iemand die een zelfstandige activiteit in bijberoep uitoefent en weinig of geen werkelijke beroepskosten heeft, kan dit wel een verschil geven. Let wel wanneer een belastingplichtige inkomsten geniet uit verschillende inkomstencategorieën (bv baten en wedden), kan hij voor de ene activiteit (vb de baten) kiezen voor de aftrek van bewezen beroepskosten.
Voor de andere
beroepswerkzaamheid (bv wedden) kan hij opteren voor de forfaitaire kostenaftrek. Maar
de
kosten
die
gelijktijdig
betrekking
hebben
op
de
verschillende
werkzaamheden, moeten worden beperkt tot het bedrag van de werkelijke kosten dat uitsluitend betrekking heeft op de activiteit waarvoor de kosten worden bewezen. Of m.a.w. de administratie kan anders de werkelijke beroepskosten verminderen met het wettelijk forfait (al dan niet volledig). Zo worden dubbeltellingen vermeden. Dit werd ook bevestigd door de rechtspraak (Gent 18 december 2001). Ook moet een belastingplichtige met inkomsten uit eenzelfde inkomstencategorie (bv twee activiteiten als vrij beroeper maar op verschillende plaatsen) voor het geheel van de baten kiezen voor hetzij het wettelijk forfait, hetzij de aftrek van de werkelijke
6
beroepskosten (Vraag nr. 2204 van de heer Poty dd. 01.07.2002, Vr. en Antw., Senaat, 2002-2003, nr. 2-61, blz. 3431-3432).
7