Enkele tips op een rijtje…
Een autismevriendelijke leerkracht…
geeft duidelijk aan
weet: probleemgedrag
durft voor deze leerling
spreekt de leerling
wat, waar, wanneer,
= vaak signaal
een uitzondering te
aan bij klassikale
met wie en wat daarna.
van stress.
maken.
instructies.
helpt met plannen
geeft de leerling
helpt de leerling
verduidelijkt
en organiseren.
extra denktijd.
hulp te vragen.
met visualisaties.
vat reacties niet
vertelt en toont wat het
ondersteunt
is voorspelbaar.
persoonlijk op.
gewenste gedrag is.
samenwerken.
gaat uit van onmacht,
helpt vrije tijd in te
zoekt naar de oorzaak
zegt wat ie doet en
niet van onwil
vullen.
van het gedrag.
doet wat ie zegt.
Uit: Poster autisme sterke leerkrachten kanten, Regionaal Expertise Centrum Oost Nederland.
1
Communicatie Aan te raden:
Zorg dat de leerling klaar is om je boodschap te ontvangen en trek desnoods eerst zijn aandacht of laat hem afwerken waarmee hij bezig is voordat je hem een vraag stelt, een opmerking maakt of een opdracht geeft
Korte zinnen ‘zonder versiering’: hou het simpel en direct en geeft enkel de essentie van boodschap door (dit kan streng of onvriendelijk lijken maar is door de duidelijkheid juist autismevriendelijk)
Positieve boodschappen (zeg wat je verwacht, omschrijf het gewenste gedrag en niet het ongewenste)
Concreet taalgebruik (boodschapen waarbij je een beeld of plaatje kunt zien)
Maak zo veel mogelijk communicatie visueel door middel van voorwerpen, foto’s, pictogrammen, tekeningen of geschreven taal
Expliciete en volledige informatie: zeg wat je bedoelt, ook al lijkt het te vanzelfsprekend,
Vertraag je communicatiesnelheid en geef bedenktijd: omdat ze detail per detail verwerken hebben leerlingen met autisme meer tijd nodig om boodschappen, vooral verbale, te verwerken en kan het langer duren voordat ze die begrijpen en erop reageren. Indien ze na een tijdje niet reageren, herhaal dan letterlijk je boodschap en parafraseer niet want dan lijkt het een totaal nieuwe boodschap
Spreek de leerling persoonlijk aan als een klassikale of groepsinstructie niet door hem of haar opgevolgd wordt
Werk samen met de ouders om de communicatiestijl van de leerlingen te leren kennen
Ondersteun de communicatie van de leerlingen met visuele hulpmiddelen en leer hen indien nodig om hulp te vragen
Geef de leerlingen de tijd om hun communicatie voor te bereiden en te organiseren
2
Te vermijden:
Figuurlijk taalgebruik (vb schiet op!): de kans bestaat dat de leerling dat letterlijk opvat en verward of angstig wordt
Koosnaampjes en bijnamen (vb wijsneus): de leerling weet vaak niet wat daarmee bedoeld wordt noch of het over hemzelf gaat of iemand anders, want er is niemand in de klas die echt zo heet
Dubbelzinnig taalgebruik, zoals sarcastische opmerkingen (vb schitterend! Als de leerling weer dezelfde fout maakt): de leerling begrijpt wellicht niet wat je bedoelt
Negatieve boodschappen (vb nee! Doe dat niet! Stop!): de leerling weet dan immers niet welk gedrag wel van hem verwacht wordt
Vage, open vragen (vb waarom doe je dat?): de leerling kent meestal het antwoord niet op dit soort vragen en heeft meestal niet door welke informatie je eigenlijk van hem verlangt
Opdrachten in vraagvorm (vb kun je eens aan het bord komen?): de kans is groot dat de leerling dit echt als een vraag opvat en dus enkel met ja of nee antwoordt
Lichaamstaal en gelaatsuitdrukkingen (die niet vergezeld zijn van duidelijke, verbale boodschappen): die zijn voor de leerlingen met autisme moeilijker dan chinees
Verbale overlast (heel lange zinnen, veel onnodige woorden, verschillende instructies na elkaar): zelfs als ze goed opletten kunnen de meeste leerlingen met autisme moeilijk de belangrijke informatie onderscheiden van de minder belangrijke en dus niet de essentie uit de boodschap halen
In discussie treden: argumenten helpen niet, integendeel, dat mondt vaak uit in een verbale chaos
3
Sociale activiteiten Aan te raden:
Sociale vaardigheidstraining
Sociale verhalen en scripts die sociale situaties verhelderen en de leerling erdoorheen loodsen via duidelijke instructies
Het geven van extra beloningen voor gewenst sociaal gedrag, zowel aan de leerling met autisme (voor hen leveren sociale situaties te weinig intrinsieke beloningen op) als aan de andere leerlingen (vanwege hun modelfunctie)
Het doseren van groeps-en individuele activiteiten
Een buddysysteem
Extra toezicht bij sociale situaties, zoals op de speelplaats, in de eetzaal en bij groepswerk
Het inschakelen van ‘sociale vluchtheuvels’ en ‘alleen-momenten’
Het visualisere van de beurtrol bij kringgesprekken
Een geregisseerd keuzesysteem bij het samenstellen van groepen of koppels voor groepswerk
Individueel werk tijdens groepswerk (working apart together)
Te mijden:
Te grote en te drukke groepen
Geïmproviseerde sociale activiteiten
De nadruk leggen op het initiatief van de leerling met autisme voor het leggen van sociale contacten
Groepsactiviteiten zonder duidelijke rollen en regels
De leerling te lang blootstellen aan bedreigende sociale situaties
4
Organisatie van klasactiviteiten en taken Aan te raden:
Visuele hulpmiddelen voor de tijdsplanning (kalenders, agenda’s, schema’s, roosters) die flexibel zijn
Het onvoorspelbare zo veel mogelijk voorspelbaar maken
Veranderingen, wijzigingen en uitzonderingen op voorhand aankondigen
Door voorselecties en visuele hulpmiddelen keuzes mogelijk en leuk maken
Een vrijetijdsbord of boek maken voor in de pauzes
Stappenplannen en checklijsten voor complexe taken
Probleemoplossend vermogen aanleren en ondersteunen met visuele hulpmiddelen
Met overzichtelijk en gestructureerd leermateriaal zonder verwarrende ballast werken (zie aangepast leermateriaal)
Allerlei ‘organisers’ zoals bakjes, schema’s, visuele aanduidingen gebruiken
Te mijden:
Al te veel improvisatie
Onaangekondigde veranderingen, wijzigingen en uitzonderingen
‘we zullen wel zien’, ‘misschien’, en meer van dat soort vage aanduidingen betreffende wat gaat komen
Steeds hetzelfde doen op hetzelfde moment, dezelfde plaats en in dezelfde volgorde (om het ontstaan van rigide routines te voorkomen)
Duidelijkheid en voorspelbaarheid enkel baseren op verbale aanwijzingen
Verwachten dat de leerling steeds zinvol, creatief en soepel de vrije tijd kan invullen
De leerling overladen met beslissingen en keuzes
5
Aangepast leermateriaal Aanpassingen aan het materiaal kunnen heel wat organisatieproblemen voorkomen bij kinderen met autisme en aldus het zelfstandig werken bevorderen. Zo bied je het best enkel het materiaal aan dat nodig is voor een opdracht of taak. Overbodige informatie moet vermeden worden omdat kinderen met autisme hun waarneming heel moeilijk kunnen filteren. Dit kan op verschillende manieren:
Het afdekken met een blanco blad van wat niet aan de orde is
Het knippen uit een oefenblad met meerdere oefeningen van de oefeningen die gemaakt moeten worden (het aanbieden van opdrachten in delen)
Werken met losbladige in plaats van met ingebonden handboeken zodat enkel het blad dat nodig is op de bank ligt
Op de bank ligt enkel het materiaal dat nodig is voor de taak
Als tijdens het maken van een oefening de volgende oefening al wordt uitgedeeld, wordt die met de tekstzijde naar onderen op de hoek van de bank gelegd
Een sobere klasinrichting zonder overtollige of verwarrende decoratie
Andere organisatorische hulpmiddelen zijn
Een in-en uitbakje op de bank
Overzichtelijke materiaalrekken of kasten
Extra aanduidingen in handboeken van wat kernleerstof is en dus gekend moet worden en wat niet
Het nummeren van opdrachten
Alle boeken en mappen behorend bij eenzelfde vak in dezelfde kleur en per vak een andere kleur
Verbetersleutels waarmee de leerling zelf het werk kan controleren en evalueren
…
Werkbladen moeten overzichtelijk zijn en ontdaan van alle mogelijk verwarrende opsmuk zodat het voor de leerling die moeite heeft om hoofd-en bijzaken te onderscheiden en de bedoelingen te snappen, meteen duidelijk is wat er van hem verwacht wordt. Wat voor andere leerlingen doorgaans beschouwd wordt als het aantrekkelijk maken van leerstof is vaak een bron van verwarring voor leerlingen met autisme. Bij werkblaadjes met mogelijk verwarrende illustraties kan de eigenlijke oefening of tekst uit het blad weggesneden worden. Wanneer de leerling klaar is met de opdracht kan hij de oefening weer inkleven in het blad. Op die manier heeft de leerling aan het eind toch hetzelfde blad als de andere leerlingen. 6
Probleemgedrag Te mijden:
Een exclusief gedragsmatige aanpak (ga wel op zoek naar de oorzaak)
Emotioneel reageren
Alle aanpassingen en inspanningen van de kant van de leerling verwachten
Inpraten op de leerling en met hem in discussie gaan
Straffen en belonen zonder expliciete verwijzing naar de reden ervan
Aan te raden:
Zoek naar de oorzaak
Kennis van het autistisch denken
Een kalme, zakelijke houding
Ook de positieve kanten en talenten zien van de leerling, niet enkel zijn moeilijkheden
De zaken relativeren, gevoel voor humor
Tweesporenbeleid: aanpassen van de omgeving en de leerling vaardigheden bijbrengen
Gedetailleerde, concrete, duidelijke en gevisualiseerde regels opstellen
Schriftelijk communiceren over incidenten en voorvallen (voorval-rapport)
Een vertrouwenspersoon en steungesprekken
Voorval Rapport Wanneer is het voorval gebeurd? Waar is het gebeurd? Wie was erbij? Wat gebeurde er? Wat heb ik gedaan?
O ik ben weggelopen O ik heb……..……….geroepen O ik heb gehuild O ik heb … geduwd – geslagen – geschopt O ik heb iets stukgemaakt, namelijk O ik heb iets gezegd, namelijk O ik heb iets anders gedaan, namelijk
Wat gebeurde er daarna? Wat had ik anders kunnen doen? 7
Uitstappen en schoolreizen Vaak voorkomende problemen:
leerling wil niet mee gaan
leerling stelt heel de dag vragen, zeurt de hele dag (wanneer, waarom,...?)
leerling raakt in paniek
Wat is hierbij moeilijk voor een leerling met autisme:
Wat doen we daar?
Wie zit waar in de bus?
Hoe laat komen we terug? Zullen we op tijd zijn?
Hoe zit het met de maaltijd?
Wanneer is het ontspanning? Wanneer inspanning?
Gepaste kledij?
Zakgeld nodig?
Hoe kun je hierbij helpen:
Bereid de leeruitstap goed voor (op het ogenblik zelf doen er zich ongetwijfeld nog gebeurtenissen voor die niet te voorzien zijn)
Maak een gedetailleerd scenario van de uitstap: beantwoord de vragen: wie? Wat? Waar? Wanneer? Hoe? Hoe lang?... reserveer ook tijd voor pauzes
Bespreek het dagprogramma vooraf met de leerling of geef mee aan ouders, GOn dat zij het met leerling bespreken
Geef het dagprogramma visueel mee aan de leerling (hierin kunnen ook afspraken vermeld worden)
Bespreek met de leerling wie de contactpersoon is, waar hij met problemen terecht kan.
8
Spreekbeurten en boekbesprekingen Vaak voorkomende problemen:
Leerling weet geen thema te kiezen of kiest steeds hetzelfde thema
Leerling weet niet wat te vertellen
Leerling begint steeds opnieuw met zijn spreekbeurt
Leerling kan zich niet beperken tot de essentie
Leerling raakt in paniek of wordt boos als hij onderbroken wordt door een vraag
Spreekbeurt of boekbespreking is veel te lang of veel te kort
Wat is hierbij moeilijk voor een leerling met autisme:
‘Open opdracht’: kan de verschillende deel deelopdrachten niet onderscheiden (verzamelen van info, verwerken, uitschrijven), timing voor de deelopdrachten
Het beschrijven van personages van een boek vraagt inlevingsvermogen
Structuur brengen in een grote hoeveelheid informatie
Doseren van de informatie
Spreekangst, niet voor de klas durven staan
Geen samenhang zien in de grote hoeveelheid informatie
Niet goed weten wat verwacht wordt: waarover? hoeveel? Hoe lang? wanneer?
Hoe kun je hierbij helpen:
Bepaal samen met de leerling het onderwerp
Stel de leerling schriftelijk een aantal vragen over dit onderwerp, laat die vragen schriftelijk door de leerling beantwoorden
Omschrijf de opdracht heel concreet, bijvoorbeeld: Hoeveel bladzijden, minuten worden er verwacht? Wanneer moet het ingeleverd worden? Wanneer de spreekbeurt? Waar vind je de nodige informatie Hoeveel informatie moet er minimaal/maximaal verwerkt worden? Hoe belangrijk is wat? (10 punten lay-out, 20 punten inhoud, 5 punten illustratie)
Geef een duidelijk tijdsschema voor de verschillende deelopdrachten
Leer de leerling hoe hij informatie kan ordenen: maak samen met de leerling een inleiding, een midden, een slot
Laat de leerling een geheugensteuntje opmaken
Laat de leerling met autisme niet als laatste aan de beurt komen
… 9
Toetsen en proefwerken Vaak voorkomende problemen:
Leerling weet niet wat hij moet leren
Leerling raakt in paniek wanneer hij niet meer weet of kan
Onbegrijpelijke en erg tegenstrijdige resultaten
Toename van gedragsproblemen tijdens proefperiode
Gekende leerstof lijkt plots niet meer gekend
Geeft slechts een antwoord op het eerste deel van de vraag
Wat is hierbij moeilijk voor een leerling met autisme:
Proefwerktijd is anders ingedeeld dan gewone schooldag
Proefwerkzaal, andere leerkracht voor toezicht = te veel veranderingen
Moeilijkheden met volgehouden concentratie voor langere periode
Aantal bladzijden met vragen moet in een bepaalde tijdsduur afgewerkt worden: vraagt om planning
Wat doe je met een vraag als je het antwoord niet weet??
Moeilijke vragen voor leerlingen met autisme zijn: open vragen, verbanden leggen, beoordelingsvragen, dubbelzinnige vragen,…
Andere lay-out = totaal andere materie (transferprobleem)
Als het niet perfect is, heb ik het niet goed gedaan
Hoe kun je hierbij helpen:
Kleef een duidelijk examenrooster in de agenda
Werk een proefwerkscenario uit en bied dit de leerling visueel aan met daarin vb: Schrijf ik weet het niet bij een vraag waar je je antwoord niet op weet Lees eerst alle vragen, dan is er tijd om hulp te vragen, dan maak je je toets
Heb aandacht voor de context waarin de toetsen moeten gemaakt worden (wat is er allemaal anders?)
Zeg bij elke toets wat je precies verwacht
Geeft proefwerkbladen één voor één en houd de timing in het oog
Maak overzichtelijke toetsen (niet te veel op 1 blad, niet te veel illustraties, oefeningen duidelijk van elkaar scheiden,…)
Bied bij het opstellen van een proefwerk voldoende kans om punten te behalen met reproductie, ja/nee vragen, multiple choice, concrete invulopdrachten,…
Preciseer per dag wat je van de leerling verwacht 10
Maaltijden op school Vaak voorkomende problemen:
De leering vergeet dat hij op school moet eten en gaat naar huis
De leerling weet niet wat er van hem verwacht wordt en verdwaalt in de lossere aanpak van het eten op school
De leerling weet niet wat te doen om de middagpauze te overbruggen
De leerling eet niets of te veel
De leerling eet te traag en is niet op tijd klaar
De leerling stoort de anderen tijdens de maaltijd
De leerling weigert bepaald voedsel
Wat is hierbij moeilijk voor een leerling met autisme:
Zintuiglijke overlast (auditieve en visuele warboel)
Andere leerlingen dan in de klas (veranderingen, onvoorspelbaarheid van het gedrag)
Tafelmanieren: coördinatie en motorische problemen
Complexe sociale interacties: wachten, iets doorgeven, iets vragen,…
Geen zicht op duur van de activiteit
Geen zicht op het menu (onvoorspelbaarheid leidt tot angst en weerstand)
Hoe kun je hierbij helpen:
Werk scenario’s uit voor de (sociale) aspecten die te moeilijk zijn voor leerlingen met autisme
Geeft indien nodig een beschermde plaats aan tafel
Oefen vaardigheden
Als de leerling niet elke dag op school eet (dagschema)
Breng de surveillant op de hoogte om extra oogje in zeil te houden
Vertel de leerling wie de surveillant is en dat hij met vragen en problemen bij hem of haar terecht kan
Vertel de leerling wat je van hem verwacht (hoeveelheid eten,…)
Verdeel pauze in stukken (30 min eten, 30 min speeltijd of ontspannen in andere ruimte)
Overleg met ouders over eventuele moeilijkheden omtrent eten
11
Huiswerk maken – lessen leren Vaak voorkomende problemen:
Ouders klagen dat hun kind uren bezig is met het maken van het huiswerk
Leerling maakt het huiswerk niet of maakt het maar half
Leerling maakt het verkeerde huiswerk
Leerling nam zijn huiswerk niet mee naar huis
Leerling laat zijn huiswerk thuis liggen
Leerling heeft de juiste mappen niet mee naar huis genomen
Leerling blijft eindeloos bezig met het eerste deel van zijn huiswerk
Leerling stelt huiswerk uit
Leerling wil niet aan het huiswerk beginnen
Alleen wat in de klas opgegeven werd, wordt geleerd. De leerling herhaalt niets uit eigen initiatief.
Wat is hierbij moeilijk voor een kind met autisme:
Leerling weet niet wat er van hem verwacht wordt
Leerling weet niet wanneer het werk moet gemaakt worden
Leerling weet niet waar het huiswerk gemaakt moet worden
Leerling weet niet wat ‘studeren’ is
Wat moet ik kennen
Wanneer ken ik mijn les
Hoe lang moet ik studeren
Lezen = studeren: leest een les en denkt dat hij ze kent
Overhoren = einde studeren: na overhoren de dingen die nog niet gekend zijn niet meer opnieuw willen studeren
Hoe kun je hierbij helpen Samenwerking met de school:
Vraag aan leerkracht wat haar verwachtingen zijn
Hou de leerkracht op de hoogte van het verloop van huiswerk maken
Vraag aan de leerkracht om duidelijk in agenda te schrijven wat de leerling moet maken.
Verduidelijk de opdrachten voor het huiswerk:
Vertel de leerling waar, wanneer en hoe het huiswerk moet gemaakt worden
Maak indien nodig een stappenplan en noteer hoe lang er gewerkt moet worden
Uit: ‘Voor alle duidelijkheid. Leerlingen met autisme in het gewoon onderwijs’, Peter Vermeulen. 12
Boeken - websites Titel:
Autisme en normale begaafdheid in het onderwijs
Auteur:
Peter Vermeulen, Annemie Mertens, Kobe Vanroy (2010)
Uitgeverij:
Acco
Titel:
Autisme in de klas – tips en strategieën bij de hand (hulpwaaier)
Auteur:
Robin D. Brewer en Tracy G. Mueller
Uitgeveri:
Pica
Titel:
Leerlingen met een Autisme-Spectrum-Stoornis. Richtlijnen in het basisonderwijs
Auteur:
Marianne Lemmens
Verkrijgbaar:
[email protected]
www.participate-autisme.be: Informatie om autisme te leren begrijpen www.autismecentraal.be: Kennis- en ondersteuningscentrum autisme
13