Themamiddag ‘de menselijke maat in de zorg’ Op 2 oktober 2009 organiseerden CNV Verzorging en Verpleging haar tweejaarlijkse Algemene Ledenvergadering, gevolgd door een themamiddag over ‘de menselijke maat in de zorg’. Tijdens de algemene ledenvergadering werd het beleidsplan 2010-2014 van CNV Verzorging en Verpleging gepresenteerd. In deze periode gaat de beroepsinhoudelijke groep zich bezighouden met ‘De menselijke maat in de zorg’, met als ondertitel ‘mag het ietsje meer zijn’. Notulen van de ALV zijn afzonderlijk te downloaden op www.mijnvakbond.nl. De voorzitter deze themamiddag is Patrick Fey, lid van het Bestuur van CNV Publieke Zaak met zorg en welzijn in zijn portefeuille. Als vakbond houden we ons over het algemeen bezig met zaken als geld en pensioenen. Maar in de essentie van het werk gaat het uiteindelijk om de inhoud, het plezier in het werk en de trots die je op je beroep ervaart. In het programma stond als eerste spreekster Minie de Vries van de Kei aangekondigd. Helaas heeft zij zich vanwege ziekte af moeten melden. In haar plaats zal Anneke de Jong, verpleegkunde docent en verplegingswetenschapper, iets vertellen over de menselijke maat in verzorgen en verplegen. Anneke werkt aan de hoge school in Utrecht en als wetenschapper in Duitsland.
Lezingen Anneke de Jong, docent verpleegkunde en verplegingswetenschapper Anneke neemt de aanwezigen als aftrap mee naar waar we als het gaat om verplegen en verzorgen vandaan komen en waar we naar toe gaan. Er is in de loop van de tijd iets gebeurd met ons vak. Om je vak vorm te geven, is het goed even stil te staan bij de kern van ons beroep en de geschiedenis die ons gevormd heeft. Zorgverleners vormen een praktijkdiscipline. We hebben daarbij ‘domeinen’ die helpen deze praktijk vorm te geven. Als deze domeinen vergeten dat het gaat om de patiënt, dan gaat er iets mis. We hebben een gezamenlijke taak: praktijk, onderzoek en onderwijs moeten zorgen voor een excellente zorg aan zorgvragers. Op een gegeven moment is bepaald dat zorg efficiënt en effectief moest worden. We zitten nu op een punt dat we effectiever zijn dan in het verleden, met minder mensen, meer werk doen. En dat tegen een relatief lagere kostprijs. Het beroep is in de loop van de tijd ongelofelijk veel zwaarder geworden. En er zijn mensen die denken dat we nog efficiënter kunnen worden. Maar we zijn iets vergeten. Namelijk op welk punt we excellente zorg leveren. Natuurlijk moeten we efficiënt en effectief werken. Maar wat is dan excellent? Dat is ‘de menselijke maat’. Mensen willen gezien worden,
waargenomen worden, serieus genomen worden. Natuurlijk moet zorg vakkundig zijn, maar het gaat uiteindelijk om de relatie tussen zorgvrager en zorgverlener. Wat is zorgen voor jou? Als je dit aan twintig mensen vraag, krijg je twintig verschillende antwoorden. Er is geen vaste definitie voor wat excellente zorg voor iemand is. Het is goed om te weten wat je zelf wilt met zorg, wat de afdeling wil en wat de instelling wil. Instellingen communiceren de mooiste zaken over wat ze willen bereiken. Dat kan je helpen om te onderhandelen, om voor elkaar te krijgen dat je ruimte krijgt om zorg te verlenen. Wat is verzorgen/verplegen? We zijn het eens dat het in de zorg gaat om het helpen van mensen de dag door te komen. Maar over het hoe zijn we het niet helemaal eens. Er zijn mensen die vinden dat we de ziekte te lijf moeten. Er zijn ook mensen die zeggen dat het gaat om welzijn, om welbevinden. Of juist om gezondheid. Dit alles vraagt andere vaardigheden. Als het bijvoorbeeld gaat om welbevinden, dan is het belangrijk een gesprek aan te kunnen gaan. Als je werkt in een omgeving waar het draait om de ziekte en niet zozeer om welbevinden, dan moet je niet proberen iets op het gebied van welbevinden te doen. Dat kun je willen invoeren, maar het komt in een context waarin het niet past. Maar welke context je ook neemt, overal staat centraal dat je werkt met mensen. Definitie van verplegen: Het gaat om het gebruiken van klinische besluitvorming. Als professional besluiten wij wat we met een patiënt doen. Niet een protocol of standaard. Waarom? Niet om mensen te helpen, maar om mensen in staat te stellen. Als het gaat om mensen in staat te stellen, vraagt dat hele eigen competenties. Om de beste kwaliteit van leven te bereiken. Er staat dus niet dat we alleen op basis van standaards mogen werken. Ook niet dat we een optelsom zijn van handelingen en acties. Ook gaat het niet alleen maar om acties rondom ziekte. We zijn niet de steun en toeverlaat van de dokter, waarmee we dan ook maar trouwen. Er staat wel dat de patiënt in het middelpunt staat, niet de kosten of de organisatie van de zorg. Ook staat er dat het gaat om een beroep waarvan de vertegenwoordigers zelfstandig beslissingen kunnen en moeten nemen. De basis is klinische besluitenvorming en het gaat om de aspecten van het bestaan die de mens zelf op zou pakken als hij of zij dat zou kunnen. Stukje geschiedenis: Aan het eind van de 18e eeuw werden ziekenhuizen geleid door verpleegkundigen en was de arts te gast. In de opleiding waren muziek en cultuur normale aspecten. Met de opkomst van de narcose (na eerste wereldoorlog) veranderde de positie van de verpleegkundige. Zij werd meer de assistente van de arts. Het heeft lang geduurd voordat we weer op weg kwamen naar een professionele beroepsgroep.
Waar willen we naar toe? De mens weer in het middelpunt. Bij ons is dat altijd al geweest, alleen krijgen we de kans niet het zo te doen als we willen. De verzorgenden en verpleegkundigen moeten op de bres voor de mens in het middelpunt. Zelfbewuste zorgverleners die durven op te komen voor de menselijke maat en daar prioriteit aan kunnen geven. Probeer op Google de zoekterm ‘proud nurses’ en je krijgt een hoeveelheid aan producten die te maken hebben met trotse verpleegkundigen. Neem de zoekterm ‘trotse verpleegkundige’ en je vindt niets. Uiteindelijk willen we uitkomen op TROTSE VERPLEEGKUNDIGEN
Cia van Woezik: schrijfster van het boek ‘een vrouw als Job’. “Jij bent voor altijd alleen nog maar ‘jij’ Met jouw dood is er een ‘wij’ geschonden. Het deel dat men ‘ik’ noemt, lijkt ook gestorven in mij. Met jou ben ik mijn kern verloren”. In ‘Een vrouw als Job’ weet Cia van Woezik op doordringende wijze de zoektocht te beschrijven van een vrouw die alles in haar leven lijkt te zijn kwijtgeraakt. Met de dood van haar zoon en de scheiding van haar echtgenoot, is ze haar positie als moeder en als echtgenote kwijt. Wanneer ze vervolgens door gezondheidsproblemen geconfronteerd wordt met ‘ziek zijn’ en wordt opgenomen in een ziekenhuis, krijgt de lezer een kijkje in de gezondheidszorg door de ogen van de zorgvrager. Het boek confronteert de lezer met ‘de andere kant’ van de zorg. Waar zorgverleners het idee hebben dat ze betrokken zijn en de zorgvrager ‘het beste’ bieden, blijkt de zorgvrager soms in een hoek gedreven waar ie liever niet zou zijn. ‘Een vrouw als Job’ is een knap geschreven verhaal in romanvorm, die ingaat op vragen waar ieder mens zich van tijd tot tijd mee geconfronteerd weet. Zoals de zin van het leven, of God bestaat en waarom deze God, als hij al bestaat, de mens zo laat lijden. Zowel voor zorgverleners als voor ieder ander een aanrader om te lezen. Cia van Woezik vertelt iets over het boek dat zij heeft geschreven en leest er een passage uit voor. Vervolgens krijgt zij het eerste gedrukte exemplaar van het boek overhandigd door Felicia Deckers, namens uitgeverij Abdij van Berne. Ook dagvoorzitter Patrick Fey krijgt een exemplaar van het boek uitgereikt. Alle aanwezigen kunnen vandaag het boek aanschaffen met een korting.
René van Leeuwen, lector spiritualiteit in de zorg aan de gereformeerde hoge school in Zwolle Spirituele zorg, wat kunnen zorgverleners betekenen? Spirituele zorg is in dit kader de aandacht en de zorg die je hebt voor de levensbeschouwelijke behoeften van patiënten. Wat heb je als zorgverlener nodig om deze rol te kunnen vervullen? Je zult in ieder geval een visie op zorg moeten hebben waarin spiritualiteit een plek heeft. Ieder mens heeft een fysiologische een psychologische, een sociaal culturele en een ontwikkelingskant en een spirituele kern. De eerste vier zijn vaak zichtbaar, de spirituele kant is vaak verborgen. Je moet in feite de vraag achter de vraag kunnen zien. Wat zit er achter het niet kunnen slapen, het niet kunnen eten....Er kan een spirituele vraag achter zitten. Om zorg te kunnen verlenen, is het van belang een brede kijk te hebben op spiritualiteit. Waar hebben mensen houvast hebben op het moment dat ze ziek zijn? Dat kan religieus zijn, maar het kan ook om andere waarden gaan, die niet op het religieuze vlak liggen. Spiritualiteit is niet alleen maar religieus. Spiritualiteit heeft invloed op het functioneren van mensen. Bijvoorbeeld: in de ouderenzorg is veel aandacht geweest voor het fixeren en vastbinden van mensen. Er was een dame in een verzorgingshuis die zo onrustig was, dat er niets anders op zat dan haar te fixeren. Tot een verzorgende zich ging verdiepen in haar levensverhaal. Hij kwam erachter dat zij houvast had aan religie. Toen er een soort altaartje in de gang gemaakt werd, kwam deze dame nog wel haar bed uit, maar ging aan het altaartje zitten en haar onrust verdween. Dat illustreert het belang van aandacht voor spiritualiteit. Op spiritualiteit is een richtlijn ontwikkeld: www.pallialine.nl Daarin is opgenomen dat de verschillende disciplines een eigen rol hebben als het gaat om spirituele zorg. Daarin wordt duidelijk dat ook iets verwacht wordt van artsen en verpleegkundigen op het spirituele vlak. De richtlijn is nog heel algemeen. Het moet nog veel meer duidelijk worden wat de rol van zorgverleners voor wat betreft spiritualiteit is. Competenties: zelfhantering. In de praktijk vormt de eigen spirituele overtuiging vaak een obstakel om met de spiritualiteit van anderen om te gaan. Het bepaalt hoe je met andermans spiritualiteit om gaat. Het is goed je bewust te zijn van hoe je in dat proces zit. Persoonlijke ervaringen en levensfase vormen jou als zorgverlener. Spiritualiteit zou onderdeel moeten uitmaken van moreel beraad en reflectie/intervisie. Belangrijk is respect voor de spiritualiteit van de ander, niet te oplossingsgericht willen werken, niet op willen dringen van je eigen overtuiging. In de anamnese en in overleg zou spiritualiteit onderdeel uit moeten maken. Ook is het belangrijk als zorgverlener te signaleren en de
juiste discipline in te schakelen. Tot slot is het belangrijk persoonlijke ondersteuning en begeleiding te bieden in zijn eigen spirituele behoeften.
Workshops Na de lezingen hebben de deelnemers de gelegenheid om deel te nemen aan een workshop: 1. De cliënt en zijn behoeften: hoe kun je vaststellen waar mensen behoefte aan hebben? René van Leeuwen, lector zorg en spiritualiteit Eerst kwam wat theorie aan de orde. In het buitenland is e.e.a. aan onderzoek gedaan naar spiritualiteit en het effect daarvan op mensen. Nederlands onderzoek is nog nauwelijks te vinden. In zorgleefplannen krijgt spiritualiteit meer een plek dan in de standaard zorgplannen. Ook is aandacht gekomen voor het onderwijs. Hoe kun je studenten met hele andere opvattingen bijbrengen zich in te leven in de spiritualiteit van een ander. Tot slot werd in de praktijk een oefening gedaan waarbij je aan de hand van een aantal punten je eigen spiritualiteit kon bekijken. Het ging om een anamnesegesprek aan de hand van een aantal thema’s. Het is een hele uitdaging om met het kader dat we kregen een goed samenhangend gesprek te krijgen.
2. Vraaggerichte zorg: leiderschap of lijderschap?: over de competenties die je nodig hebt om vraaggericht te kunnen werken, de ethische vragen waar je mee te maken krijgt en de grenzen die vraaggerichte zorg kent. Marianne Waling- Huijsen, bureau met Waarden Helen Als je alles moet honoreren wat een cliënt vraagt, voel je lijderschap. Je moet trachten zoveel mogelijk naar het leiderschap te gaan. Wat is vraaggerichte zorg en wat is zo anders als vroeger. Nu sta je meer stil bij wat de ander zelf kan en niet alleen maar handelen voor een ander. Het is onder tijdsdruk wel eens dubbel. Soms is het sneller het even zelf te doen. Als je vraaggericht wilt werken, moet er wel een keuzemogelijkheid zijn en bijvoorbeeld niet de plicht bestaan om 12.00 uur warm eten. Wat is nodig voor leiderschap? Rust in jezelf, waardering van je leidinggevende, leren vertalen naar de zorgvrager toe wat er voor regelgeving is en wat dat betekent voor je eigen mogelijkheden om aan een zorgvraag tegemoet te komen. Een goed stel collega’s met de neuzen dezelfde kant uit is nodig om geen lijder te worden. Op papier staat de visie in instellingen vaak heel mooi, maar waarmaken
in de praktijk vraagt nog wel wat creativiteit.
3. Zonder zorg voor jezelf geen zorg voor een ander: over het belang van zorg voor jezelf. Uitgaande van het gezegde ‘heb een ander lief zoals jezelf’, hoeveel liefde kun je dan van de zorgverlener verwachten? Lizelotte Smits, Bestuurder CNV Publieke Zaak Er kwam eerst iets over waaruit een mens bestaat. Vervolgens is het spel emo-power gedaan. Dat is een spel dat je confronteert met jezelf en hoe je in het leven staat. Het spel zet je tot nadenken aan. Als je goed wilt zijn voor een ander, moet je goed zorgen voor jezelf.
4. Wensen van patiënten, hebben we daar nog wel tijd voor?: over het stellen van prioriteiten en inventariseren welke wensen van patiënten voor gaan op andere wensen. Anneke de Jong, Wetenschappelijk medewerker en verpleegkundige In tweetallen werden vragen uitgedeeld. Je mocht niet discussiëren of uitleggen. Het ging over concrete vragen. Bijvoorbeeld ‘wanneer kon ik niet tegemoet komen aan de wens van de patiënt?’. Bij de bundeling kwamen knelpunten naar voren met betrekking tot de houding van professionals t.o.v. de wensen van cliënten. Belemmeringen zitten vaak in economische aspecten, structuren die geen ruimte geven en financiën die de middelen (tijd en capaciteit) belemmeren. Ook zijn er van cliënten utopische wensen. Om hiermee om te gaan moet je niet de wens hebben zo’n utopie op te lossen, maar meer over in gesprek erover te gaan. Er zijn bij de wensen vele bestaanswensen, zoals boodschappen doen, ergens heen gaan. Maar ook mensen die naar de wc wilden maar moeten wachten op een wc ronde.
Tot slot Zijn er zaken uit deze dag die we als vakbond mee kunnen nemen? Het was heel leerzaam om vanuit andere invalshoeken dan je eigen tips etc. mee te krijgen. We zijn allemaal mensen die met mensen en voor mensen werken. Voor de vakbond is het de uitdaging dit voor het voetlicht te blijven brengen.
Afsluiting en conclusie In de loop van de tijd zijn ontwikkeling doorgemaakt van technische vooruitgang en verzakelijking. Zaak is nu terug te gaan naar de kernwaarde hoe je als mens en zorgverlener in je werk staat. Daarbij zijn een aantal zaken die belangrijk zijn. Een goed contact tussen mensen, oog voor de hele mens,
ook de spirituele binnenkant. Een ander belangrijk punt is dat je jezelf goed moet toerusten om iets dergelijks te bereiken. Niet alleen in opleiding, maar ook in tijd nemen, rompslomp en overmatige controle weghalen, de professional vertrouwen durven geven zijn vak uit te oefenen. Dan krijg je een professional die een zorgzame mens is die naast zijn zorgbehoevende medemens staat.