De participatieladder Klanten indelen naar niveau en perspectief Instrumenten koppelen aan de treden Het Purmerendse uitvoeringsmodel
Karin Streefkerk Erin van Broekhuisen Oktober 2009
Inhoudsopgave Inleiding
2
Leeswijzer
2
1
De Participatieladder: klanten indelen naar niveau en perspectief
3
1.1
De participatieladder
3
1.2
Doelgroep participatieladder
5
1.3
Plaatsing op de ladder
5
1.4
Invoering participatieladder: pilot voor Purmerendse klanten
8
2
Toedeling participatietrajecten en -activiteiten aan treden van de
participatieladder
10
2.1
Participatie-instrumenten koppelen aan treden
10
2.2
Indeling Participatievoorzieningen van de afdeling werk en Welzijn
12
2.3
Indeling Participatievoorzieningen van het Regiocollege
14
2.4
Indeling Participatievoorzieningen van Welzijn en Zorg
14
2.5
Productenboek: de Purmerendse Participatiewijzer
15
Bijlagen:
16
Productenboek
16
Bijlage: SRG-ladder en afbakening treden Regioplan
17
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
1/19
Inleiding In 2009 is de wet participatiebudget ingevoerd. Centraal doel uit deze wet is om zoveel mogelijk burgers naar een zo zelfstandig mogelijke positie in de maatschappij te begeleiden, waarbij economische zelfstandigheid het maximaal te bereiken doel is. In de Purmerendse beleidsnota participatie "Meedoen kan op veel manieren" wordt daaraan een verdere invulling gegeven. Onder meer wordt het belang aangegeven van integraal werken op de terreinen re-integratie, inburgering en educatie en het afstemmen van de verschillende participatievoorzieningen op elkaar. Om uitvoerders behulpzaam te zijn bij een integrale uitvoering van participatie, zowel naar bepaling van de doelgroep als naar de inzet van participatie-instrumenten, wordt voorgesteld om de methodiek van de participatieladder in een deelproject verder uit te werken. De participatieladder is een indicatie- en meetinstrument om de participatie van burgers in beeld brengen en veranderingen op de treden van die ladder te volgen. Daarmee wordt het voor de gemeente mogelijk om meerdere effecten van participatie-inspanningen op de treden van de ladder te meten en niet alleen het effect uitstroom. Daarnaast maakt de indeling in treden het mogelijk om ook het aanbod van participatievoorzieningen te koppelen aan de treden. Zo ontstaat voor uitvoerders een tweezijdig instrument: de klant wordt ingedeeld op een trede van de ladder en op dezelfde trede kan de uitvoerder de bijbehorende participatievoorzieningen aflezen.
Leeswijzer In hoofdstuk 1 beschrijven we hoe de participatieladder in elkaar zit, hoe we klanten en hun vorderingen kunnen koppelen aan treden uit de ladder en welke klantgroepen zijn te onderscheiden. Daarna wordt aangegeven hoe we in Purmerend met de participatieladder in de uitvoering aan de gang gaan. We kiezen daarbij voor een pilot. In hoofdstuk 2 worden participatievoorzieningen, naar soort en niveau, gekoppeld aan de treden van de participatieladder. De bestaande participatievoorzieningen op de terreinen van re-integratie, inburgering en educatie worden vervolgens ingedeeld op de treden van die participatieladder. Deze indeling moet uiteindelijk uit gaan monden in een productenboek de Purmerendse Participatiewijzer.
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
2/19
1 De Participatieladder: klanten indelen naar niveau en perspectief 1.1
De participatieladder
Regioplan 1 heeft in opdracht van en samen met twaalf gemeenten en de VNG de participatieladder ontwikkeld. Purmerend kiest voor dit model vanwege de praktische uitvoerbaarheid en de directe aansluiting die gemaakt kan worden met de reintegratieladder van de SRG 2 . De SRG-ladder wordt momenteel gebruikt door de afdeling Werk en Welzijn 3 . In de afbeelding hieronder staat aan de linkerkant de participatieladder op basis van het model van Regioplan. Aan de rechterkant staat de SRG-ladder 4 . Door een kleine aanpassing op trede 2, 3 en 4 kan de (beperktere) SRG-ladder worden omgezet naar de breder toepasbare participatieladder. Participatieladder:
Participatieladder (links)
Diagnose
6 5 4b 4a 3
Niet geregistreerd
0
2 1
SRG-re-integratieladder (rechts)
Regulier werk
Betaald werk Betaald werk met ondersteuning
Regulier Regulierwerk werkmet met ondersteuning ondersteuning
Onbetaald werk geen belemmering werkaanvaarding
Onbetaald werk
Sociale contacten buiten de deur Sociaal geïsoleerd
Arbeidstoeleiding Arbeidsactivering
belemmering werkaanvaarding
Maatschappelijke participatie
6
5
4
Diagnose
3
Maatschappelijke activering georganiseerd 2b Maatschappelijke activering ongeorganiseerd 2a Niet actief/zorg
Niet geregistreerd
1
0
1
De participatieladder, Meetlat voor het participatiebudget, eindadvies Regioplan november 2008 SRG staat voor: Statistiek Re-integratie Gemeenten 3 Het Ministerie SZW verplicht gemeenten de SRG-ladder in te vullen wanneer er instrumenten worden ingezet die worden gefinancierd uit het W-deel van het Participatiebudget. 4 Om de aansluiting optimaal te maken is er voor gekozen om trede 4 van de particpatieladder van Regioplan op te splitsen in een trede 4a en trede 4b om een een op een overzetting naar de SRG-ladder in het automatiseringssyteem mogelijk te maken. Tegelijkertijd moet de SRG-ladder worden aangepast met een onderscheid in trede 2A (maatschappelijke participatie ongeorganiseerd) en 2B (maatschappelijke participatie georganiseerd) overeenkomend met de tredes 2 en 3 op de ladder van Regioplan (zie ook de bijlage) 2
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
3/19
De participatieladder bestaat uit totaal zes niveaus met een precieze afbakening. De klant kan op een van de navolgende treden worden geplaatst. Niveau 1: Sociaal geïsoleerd Heeft niet of nauwelijks contact met anderen dan huisgenoten EN De contacten buiten de huisgenoten beperken zich tot functionele contacten (winkelpersoneel, hulpverleners, buschauffeurs) Niveau 2: Sociale contacten buiten de deur Heeft minimaal één keer per week fysiek contact met mensen die geen huisgenoten zijn EN Die contacten vinden niet plaats in georganiseerd verband EN Voert geen taken uit met verantwoordelijkheden naar anderen (d.w.z. het is geen werk) EN Die contacten beperken zich niet alleen tot functioneel contact met winkelpersoneel, hulpverleners, etc. Niveau 3: Deelname georganiseerde activiteiten Neemt deel aan activiteiten in georganiseerd verband zoals verenigingen en opleidingen EN Voert geen taken uit met verantwoordelijkheden naar anderen (d.w.z. het is geen (onbetaald) werk) EN Neemt minimaal eens per week deel aan die activiteit waarbij hij/zij in fysiek contact komt met anderen. Niveau 4a: Onbetaald werk en belemmering werkaanvaarding Doet onbetaald werk; dat wil zeggen: Heeft geen arbeidscontract EN Voert taken uit en heeft daarbij verantwoordelijkheden naar anderen EN Heeft minimaal eens per week fysiek contact met anderen bij het uitvoeren van het onbetaalde werk EN Heeft in de persoon gelegen belemmeringen voor werkaanvaarding. Niveau 4b: Onbetaald werk en geen belemmering werkaanvaarding Doet onbetaald werk; dat wil zeggen: Heeft geen arbeidscontract EN Voert taken uit en heeft daarbij verantwoordelijkheden naar anderen EN Heeft minimaal eens per week fysiek contact met anderen bij het uitvoeren van het onbetaalde werk EN Heeft geen in de persoon gelegen belemmeringen voor werkaanvaarding. Niveau 5: Betaald werk met ondersteuning Heeft een arbeidscontract met een werkgever of is ZZP'er en ontvangt daarbij ondersteuning; dat wil zeggen: Maakt gebruik van gemeentelijke participatie-instrumenten OF Ontvangt een aanvullende uitkering OF Werkt in WSW-verband (intern, gedetacheerd of begeleid werken) OF Volgt een reguliere opleiding met arbeidscomponent, onder het niveau van de startkwalificatie. Niveau 6: Betaald werk Heeft een arbeidscontract met een werkgever of is ZZP'er EN Ontvangt geen aanvullende uitkering van gemeente of andere uitkeringsinstantie EN Wordt niet door anderen dan leidinggevende of collega's begeleid bij het uitvoeren van het werk EN Maakt geen gebruik van WSW of gemeentelijke participatie-instrumenten
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
4/19
1.2
Doelgroep participatieladder
In de ladder worden in principe alle gerechtigde 5 burgers opgenomen die zich melden voor een voorziening uit het participatiebudget. Burgers die wel in de doelgroepen van het gemeentelijk beleid vallen, maar geen gebruikmaken van de gemeentelijke dienstverlening, worden vooralsnog niet meegenomen in de participatieladder. Voorbeeld hiervan is een inburgeringsplichtige die geen inburgeringstraject volgt via de gemeente maar zelfstandig naar het inburgeringsexamen toewerkt.
1.3
Plaatsing op de ladder
Voordat een klant instroomt op de ladder moet een intake gesprek plaatsvinden waarin wordt vastgesteld op welke trede van de ladder hij zich nu bevindt 6 . Vervolgens wordt het groeipotentieel vastgesteld. Bij elke participatiemeting vinden de volgende vier registraties plaats: - Datum meting - Participatieniveau (aan de hand van de vragen uit tabel a) - Groeipotentieel (aan de hand van de vragen uit tabel b) - Subgroep (aan de hand van de definities uit tabel c)
I. Vaststellen participatieniveau Het participatieniveau wordt bepaald aan de hand van maximaal vijf vragen over de feitelijke participatie van een klant. Kort weergegeven ziet de bepaling van het participatieniveau er als volgt uit: Tabel A Vragen voor bepaling participatieniveau Datum meting…………
Vraag 1: Heeft de klant een arbeidscontract of is de klant een ZZP’er? Nee vraag 3 Ja vraag 2 Vraag 2: Krijgt de klant ondersteuning in de vorm van een particpatie-instrument, uitkering, WSW of reguliere opleiding? Nee trede 6 Ja trede 5 5
De wet participatiebudget maakt het mogelijk om iedere Nederlander van 18 jaar of ouder een aanbod te doen voor een participatievoorziening (lees: een aanbod voor re-integratie, inburgering of volwassenen educatie). Het aanbod mag ook worden gedaan aan Nederlanders onder de 18 jaar, die hebben voldaan aan, of vrijstelling hebben van, de kwalificatieplicht; ook mag een aanbod worden gedaan aan jongeren die uit het onderwijs dreigen te vallen. Daarmee zijn verdere doelgroepbepalingen vervallen.
6
Deze intake is puur gericht op plaatsing op de ladder en is in die zin geen vervanger voor een normale intake en diagnose
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
5/19
Vraag 3: Verricht de klant onbetaald werk met minimaal 1x per week contact met anderen en zonder in de persoon gelegen belemmering voor werkaanvaarding? Nee vraag 4 Ja trede 4b Vraag 4: Verricht de klant onbetaald werk met minimaal 1x per week contact met anderen en heeft de klant in de persoon gelegen belemmering voor werkaanvaarding? Nee vraag 5 Ja trede 4a Vraag 5: Neemt de klant deel aan georganiseerde activiteiten met minimaal 1x per week contact met anderen? Nee vraag 6 Ja trede 3 Vraag 5: Heeft de klant minimaal 1x per week contact met mensen die geen huisgenoten zijn? Nee trede 1 Ja trede 2
II. Vaststellen groeipotentieel Naast het meten van het participatieniveau is het belangrijk om het groeipotentieel vast te leggen. De intaker/casemanager geeft hiermee aan of er op dat moment perspectief is om naar een hoger participatieniveau door te groeien. Er zijn twee mogelijkheden: 0: Er is geen groeipotentieel. Dat wil zeggen dat de intaker/casemanager op het betreffende meetmoment niet verwacht dat de burger het komende jaar naar een hoger participatieniveau zal stijgen; het huidige niveau is voorlopig het maximaal haalbare voor de burger. Om te voorkomen dat de burgers op een bepaald niveau worden geparkeerd, is het belangrijk het groeipotentieel bij elke participatiemeting opnieuw vast te stellen. +: Er is wel groeipotentieel. Dat wil zeggen dat de intaker/casemanager op het betreffende meetmoment verwacht dat de burger het komende jaar zal stijgen naar een hoger participatieniveau. Aan de hand van de vragen in de onderstaande tabel kan het groeipotentieel van een klant worden bepaald.
Tabel B Vragen voor het bepalen van het groeipotentieel Treden 1. Geïsoleerd
Vragen Verwacht u dat de klant binnen een jaar in contact kan en wil komen met anderen in informeel of georganiseerd verband? Ja: + Nee: 0
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
6/19
2. Sociale contacten buiten de deur (incl. trajecten)
3. Deelname aan georganiseerde activiteiten
4a. Onbetaald werk met belemmering werkaanvaarding
4b. Onbetaald werk zonder belemmering werkaanvaarding
5. Betaald werk met ondersteuning
6. Betaald werk
Verwacht u dat de klant binnen een jaar kan deelnemen aan georganiseerde activiteiten? Ja: + Nee: 0 Verwacht u dat de klant binnen een jaar betaald of onbetaald kan werken (al dan niet binnen een traject)? Ja: + Nee: 0 Verwacht u dat de klant binnen een jaar betaald kan werken, waarbij de belemmering tav. werkaanvaarding zijn opgelost? Ja: + Nee: 0 Verwacht u dat de klant binnen een jaar betaald kan werken met of zonder ondersteuning? Ja: + Nee: 0 Verwacht u dat de klant binnen een jaar zonder of met minder ondersteuning kan werken? Ja: + Nee: 0 n.v.t.
Het vaststellen van het groeipotentieel wordt voor een belangrijk deel overgelaten aan de professionele inschatting van de intaker/casemanager. III. Vaststellen klantgroep Door het registreren van klantkenmerken krijgt de gemeente inzicht in het participatieniveau van de verschillende klantgroepen en kan een bepaalde klantgroep goed gevolgd worden. Uit ervaringen van zes gemeenten 7 blijkt dat bovenstaande kenmerken in voldoende mate de klantgroepen onderscheiden. Purmerend wil voorlopig dan ook uitgaan van deze basiskenmerken. In een latere fase kan, indien gewenst, worden besloten andere klantgroepen toe te voegen. In de volgende tabel geven we een nadere definiëring van de klantgroepen en hun kenmerken. Tabel C Definities van klantgroepen Klantgroepen 1. Burger met gemeentelijke uitkering
Kenmerken Ontvangt uitkering van de gemeente: WWB < 65 jaar, IOAW, IOAZ, WIK, Bbz Uitgestroomd uit uitkering en half jaar gewerkt (wekeneis WW: 26 van de 36 weken gewerkt
2. Burger met UWV uitkering
7
Ontvangt een uitkering UWV: WW, Wajong, WAO, WIA
De participatieladder getest, ervaringen van zes gemeenten(advies uitgebracht door Regioplan april 2009)
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
7/19
3. Burger zonder betaalde baan en zonder uitkering
Nugger/ANW'er die ingeschreven staat als werkzoekend bij het UWV-Werkbedrijf en een participatie-aanbod 8 heeft ontvangen van de gemeente
4. Burger met een betaalde baan
Burger die betaald werk doet en een participatie-aanbod heeft ontvangen van de gemeente
5. Inburgeringsplichtige
Door gemeente inburgeringsplichtig verklaard
6. Inburgeringsbehoeftige
Door gemeente inburgeringsbehoeftig verklaard
7. Laaggeletterde
Burger die functioneel analfabeet is en een participatieaanbod heeft ontvangen van de gemeente
8. Burger zonder startkwalificatie
Burger die niet beschikt over een diploma havo, vwo of mbo (niveau 2) 9 en een participatie-aanbod heeft ontvangen van de gemeente.
Bij elke participatiemeting wordt opnieuw bepaald tot welk van de klantgroepen een klant behoort.
1.4
Invoering participatieladder: pilot voor Purmerendse klanten
Bestaande registratie Bij de afdeling Werk en Welzijn worden alle klanten geregistreerd in GWS4all en worden alle klanten geregistreerd op de SRG-re-integratieladder. Het gaat hier om uitkeringsklanten (ongeveer 1250) en verplichte inburgeraars (ongeveer 250). Bij het Regiocollege worden nog eens jaarlijks zo'n 400 educatieklanten geregistreerd in een excell-bestand. Bij elkaar gaat het om zo'n kleine 2000 klanten. Om alle klanten in een keer te plaatsen op het nieuwe instrument van de participatieladder ligt niet voor de hand. Beter is het om een en ander uit te testen met een kleine groep. Keuze pilotgroep In Purmerend start in september 2009 het project "Meedoen geeft perspectief". Dit is een project voor meer of minder kwetsbare doelgroepen die zelf onvoldoende over een netwerk beschikken om de weg naar de centraal georganiseerde participatievoorzieningen te vinden. Het gaat dan om niet-uitkeringsgerechtigden, jongeren tot 27 jaar die geen uitkering hebben en niet werken, arbeidsongeschikte jongeren, vrijwillige inburgeraars en laaggeschoolden. Ambassadeurs gaan op bezoek bij organisaties, projecten, buurten waar Nuggers en vrijwillige inburgeraars zijn. De projectmedewerkers hebben vooral de rol van interviewer van klanten, aanjager en coach. Er wordt daarin samengewerkt met 8
Een participatieaanbod is een aanbod op het terrein van re-integatie, inburgering en/of educatie dat gefinancierd wordt uit het participatiebudget 9 N.B. Een vmbo-diploma of mbo (niveau 1) is geen startkwalificatie.
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
8/19
andere organisaties. Deze nemen uiteindelijk die rol over. Naast de projectmedewerkers is een casemanager en jobcoach van de afdeling Werk en Welzijn in het project actief. Doel van het project is het signaleren van potenties en verder brengen van klanten in de stedelijke voorzieningen, dan wel ontwikkelen van nieuw aanbod om klanten te binden. De doelgroep (naar verwachting zo'n 100 deelnemers) van het project is een goede afgebakende pilotgroep. Zodra de eerste deelnemer start in het project kan deze geplaatst worden op de participatieladder. De looptijd van het project is een jaar: september 2009 - september 2010. Gedurende dat jaar kan ervaring worden opgedaan met de participatieladder en kunnen de kinderziektes eruit worden gehaald. Wat gaan we registreren Alle klanten die instromen in het project "Meedoen geeft perspectief" worden door de casemanager van het project ingetaked en geplaatst op de participatieladder. Daarvoor gebruikt de casemanager de in dit document genoemde criteria voor plaatsing, doelperspectief en klantgroepen. De casemanager zet deze gegevens vervolgens in GWS4all. GWS4all zal hiertoe worden aangepast. Uitrol Na de opgedane ervaring met de pilotgroep kan in 2010 verdere uitrol plaatsvinden naar het klantenbestand van de afdeling Werk en Welzijn en klanten van het Regiocollege. Daarbij moet nog bepaald worden wie de participatie-intake doet en wie het casemanagement over het participatiettraject gaat voeren over de klant. Is dit dezelfde persoon of is er sprake van overdracht? Bij de afdeling Werk en Welzijn wordt over alle trajecten van uitkeringsklanten en inburgeringsklanten regie gevoerd via casemanagement. Het ligt voor de hand om bij de casemanagers ook de taak van de participatie-intake neer te leggen. Van het regievoeren over educatieklanten door de gemeente is echter geen sprake. Wellicht kan in de toekomst het Regiocollege de participatie-intake uitvoeren en kan casemanagement geïntroduceerd worden door een casemanager educatie te detacheren dan wel aan te stellen bij de afdeling Werk en Welzijn. Hiervoor zal een werkproces, contract- en uitvoeringsafspraken moeten worden gemaakt. Ook zullen uitvoerders geschoold moeten worden. De implementatie van de participatieladder veronderstelt ook een technisch traject: de systemen (GWS4all) zullen hierop moeten worden aangepast. Het verdient de voorkeur om ook de participatiegegevens van educatieklanten in dit herziene systeem op te nemen.
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
9/19
2 Toedeling participatietrajecten en -activiteiten aan treden van de participatieladder 2.1
Participatie-instrumenten koppelen aan treden
Purmerend streeft naar een evenwichtig pakket aan participatievoorzieningen dat bestaat uit een aanbod waarmee verschillende klantgroepen bediend worden. Een belangrijke voorwaarde voor een inzichtelijk aanbod van participatievoorzieningen is de ordening en beschrijving van de verschillende trajecten en activiteiten. We doen dit aan de hand van een ordening op de participatieladder. Participatieladder
Diagnose
6 5 4b 4a 3
Niet geregistreerd
0
2 1
Betaald werk Betaald werk met ondersteuning
Onbetaald werk geen belemmering werkaanvaarding
Onbetaald werk belemmering werkaanvaarding
Maatschappelijke participatie Sociale contacten buiten de deur
Sociaal geïsoleerd
Aan de zes treden van de participatieladder kunnen participatie-instrumenten worden gekoppeld die overeenkomen met het niveau van de trede. Deze indeling biedt een goed inzicht in het beschikbare aanbod aan participatievoorzieningen per trede. Het geeft professionals snel inzicht in welke voorzieningen voor een klant kunnen worden ingezet. Belangrijk is wel om te vermelden dat het nooit zo maar om een een-op-een inzet van klantniveau naar instrument gaat. Een klant met niveau trede 5 (betaald werk met ondersteuning) kan toch een instrument van trede 3 (bijvoorbeeld taal) nodig hebben.
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
10/19
Tabel A Kaders en indeling instrumenten op de treden van de participatieladder Trede 0: Diagnose Op de trede diagnose staan alle producten geplaatst die als enig doel hebben om het beeld van de klant over z’n vervolgmogelijkheden scherp te stellen, waarna een keuze wordt gemaakt voor een vervolgtraject. Wanneer diagnose onderdeel is van een traject, waarbij binnen het traject vervolgkeuzes gemaakt worden, dan wordt het instrument niet op de trede diagnose geplaatst, maar op de trede die de hoofdmoot van het traject het meest benaderd. Trede 1: Sociaal geisoleerd / Niet actief / zorg Op de trede niet actief/zorg worden alle producten geplaatst die ondersteuning bieden bij het dagelijks functioneren van klanten. Het kan gaan om het ontwikkelen van basisvaardigheden en zelfredzaamheid (educatie), hulpverlening of lifecoaching. Deelname aan dergelijke activiteiten is randvoorwaardelijk voor het ontplooien van maatschappelijke activiteiten. Participatie in maatschappelijke activiteiten is incidenteel onderdeel, maar heeft dan als doel de persoonlijke ontwikkeling en versterking van de klant. Het zal veelal gaan om een zeer beperkt aantal uren (tot 4 uur per week). De hoofdmoot van activiteiten is het toerusten van klanten voor maatschappelijke deelname. Wanneer het versterken van klanten onderdeel is van een traject, waarbij binnen het traject maatschappelijke participatie voor meer dan 4 uur per week wordt gerealiseerd, wordt het product geplaatst op de trede maatschappelijke participatie. Trede 2: Sociale contacten buiten de deur / Maatschappelijke activering ongeorganiseerd Op de trede maatschappelijke participatie ongeorganiseerd worden alle producten geplaatst die tot gevolg hebben dat klanten in een niet beroepsmatige setting (met behoud van uitkering), voor minimaal 4 uur per week participeren. Persoonlijke ontwikkeling en versterking is vaak een onderdeel van maatschappelijke participatietrajecten. Onderscheidend ten opzichte van trede 1 is dat het accent van het traject ligt op de participatie en niet op het realiseren van de randvoorwaarden voor participatie. Onderscheidend van opzichte van trede 3 is dat de klant participatieactiviteiten onderneemt in ongeorganiseerd verband. Voor zover de klant wel deelneemt aan activiteiten in georganiseerd verband is dat minder dan 1x per week. Trede 3: Maatschappelijke participatie / Maatschappelijke activering georganiseerd Op de trede maatschappelijke participatie georganiseerd worden alle producten geplaatst die tot gevolg hebben dat klanten in een niet beroepsmatige setting (met behoud van uitkering), voor minimaal 4 uur per week participeren. Ook hier kan persoonlijke ontwikkeling en versterking onderdeel zijn van het traject. Het volgen van een inburgerings- of educatieaanbod of een re-integratietraject zonder werkcomponent (sociale activering) is een voorbeeld van maatschappelijke participatie georganiseerd. Onderscheidend ten opzichte van trede 2 is dat de klant 1x per week of vaker deelneemt aan georganiseerde participatieactiviteiten. Trede 4a: Onbetaald werk met belemmeringen arbeidsaanvaarding / Arbeidsactivering Op de trede arbeidsactivering staan alle producten waarbij de klanten (met behoud van uitkering) in een min of meer beroepsmatige setting werknemersvaardigheden ontwikkelen. Het ontwikkelen van vaardigheden voor zelfstandig ondernemerschap valt binnen deze trede. Ook enkelvoudige producten die de oriëntatie van de klant op de arbeidmarkt versterken vallen binnen deze trede. De hoofdmoot van de trajecten is om personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt te laten kennismaken met werkomgevingen en toe te rusten voor het zodanig functioneren in een werkomgeving dat als vervolgstap bemiddeling mogelijk wordt. Bemiddeling is geen onderdeel van het traject. Het gaat hier ook om de inzet van instrumenten om in de persoon gelegen belemmeringen voor werkaanvaarding op te lossen. Trede 4b: Onbetaald werk zonder belemmeringen arbeidsaanvaarding / Arbeidstoeleiding Op de trede arbeidstoeleiding staan de producten waarin de verbinding naar de werkgever centraal staat. Producten en trajecten die als hoofdmoot het zoeken naar (regulier) werk hebben vallen binnen deze trede, zoals bemiddeling en jobhunting. Wanneer er sprake is van trajecten die tot doel hebben het uitplaatsen van klanten naar werkgevers (bijv. in een bepaalde branche) dan vallen de trajecten in 4b. Onderscheidend ten opzichte van trede 4a is dat bemiddeling onderdeel uitmaakt van het traject.
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
11/19
Trede 5: Betaald werk met ondersteuning / Regulier werk met ondersteuning Op de trede werk met ondersteuning staan de trajecten, waarbij de klant gedurende het traject uitkeringsonafhankelijk wordt, maar waarbij de afdeling Werk en Welzijn ondersteuning blijft bieden bijv. in de vorm van loonkostensubsidie, jobcoaching, scholing, nazorg. Trede 6: Betaald werk / Regulier werk Op trede 6 staat regulier werk zonder ondersteunende instrumenten. Eventueel biedt de afdeling Werk en Welzijn nog nazorg.
Een evenwichtig aanbod aan voorzieningen betekent ook dat er op elke trede van de participatieladder producten beschikbaar zijn die klanten een treetje hoger kunnen brengen. Naast een aanbod dat aansluit bij de mogelijkheden van klanten, moet het aanbod daarnaast eveneens aansluiten op de vraag van de arbeidmarkt. Tenslotte streven we naar participatievoorzieningen die op elkaar aansluiten. De nieuwe indeling maakt het mogelijk om sneller inzichtelijk te hebben waar gaten in het aanbod zitten en waar mogelijk sprake is van overlap.
2.2
Indeling Participatievoorzieningen van de afdeling werk en Welzijn
Welke producten biedt de afdeling Werk en Welzijn in 2009 aan klanten? De casemanagers werk hebben de keuze uit meer dan dertig verschillende producten om voor re-integratie en inburgering in te zetten. Naast het collectieve aanbod kan ook individueel maatwerk geboden worden. Zoals met elke indeling zijn er ook producten die lastig binnen de gehanteerde definities zijn onder te brengen. De producten individuele scholing, het persoonsgebonden re-integratiebudget en het persoonsgebonden inburgeringsbudget bieden alledrie de mogelijkheid om specifiek voor één klant een traject op maat samen te stellen. De doelen waarvoor deze producten ingezet worden variëren. Daarom zijn deze producten niet ingedeeld en blijft dit individuele aanbod in deze nota buiten beeld. Ook de inzet van de consulenten werk met een intensieve begeleidingstaak zijn niet op de re –integratieladder ingedeeld.
INDELING OP TREDEN MOET AANGEPAST WORDEN DOOR MIMOUNA
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
12/19
Tabel B Reïntegratie en inburgeringstrajecten per trede Trede 0: Diagnose en intake 1. Medische diagnose of Psychische diagnose; 2. Verdiepingsonderzoek 3. Intake op domeinen inkomen en werk Trede 1: Sociaal geisoleerd / Niet actief / zorg 1. Cursus Hoe kan ik geld overhouden? 2. Pak je kans (maatschappelijke participatie) 3. Schuldhulpverlening 4. Taaltraining (Capabel) 5. Verslavingszorg 6. Zorgtraject afspraken Trede 2: Sociale contacten buiten de deur / Maatschappelijke activering ongeorganiseerd 1. Roadstraject 2. Sociale activering afspraken 3. 't Is netwerken (traject vrijwilligercentrale) 4. 't Is netwerken / Taalcoach (traject vrijwilligercentrale) 5. Traject verslaafden (Act. Talent) 6. Tweede Rentree I 7. Tweede Rentree II 8. Meedoen geeft perspectief Trede 3: Maatschappelijke participatie / Maatschappelijke activering georganiseerd 1. Alleenstaande ouders op de rails 2. Depiro traject 3. Inburgeringstraject 4. Jongeren op de rails 5. KoM-traject 6. Traject zelfstandigen Trede 4a: Onbetaald werk met belemmering werkaanvaarding / Arbeidsactivering
Aantal
Trede 4b: Onbetaald werk zonder belemmering werkaanvaarding / Arbeidstoeleiding 1. Aan de slag ermee ! (leerwerktraject) 2. Arbeidsbemiddelingstraject, Bureau Werk 3. Beroepsgerichte scholing 4. Proefplaatsing 5. Sollicitatie afspraken 6. Waterlandbaan Trede 5: Betaald werk met ondersteuning / Regulier werk met ondersteuning 1. Aanmelding (W)SW Trede 6: Betaald werk / Regulier werk
Aantal
Niet in te delen 1. Individuele scholing 2. Persoonsgebonden re-integratiebudget 3. Persoonsgebonden inburgeringsbudget 4. Individuele intensieve begeleiding naar werk TOTAAL AANTAL
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
3 Aantal
6 Aantal
8 Aantal
6
6 Aantal 1 Aantal 0 Aantal
4 34
13/19
2.3
Indeling Participatievoorzieningen van het Regiocollege
Welke producten biedt het Regiocollege in 2009 aan klanten? Er is keuze uit ongeveer 15 verschillende producten. Er is ook een productenboek dat jaarlijks wordt herzien. Tabel C Educatietrajecten per trede Trede 0: Diagnose 1. Intake 2. Taaltoets Trede 1 en 2: In de wijk, dichtbij de mensen 1. Alfabetiseringsaanbod voor inburgeringsplichtigen 2. Taal aan huis voor inburgeringsbehoeftigen (is er nog niet) 3. Programma laaggeletterdheid 4. Programma opvoedingsondersteuning 5. Programma budgetteren 6. Programma zelfredzaamheid voor mensen met beperkingen Trede 3: Duale trajecten: taal en arbeidsactivering 1. Programma's in het kader van de Vrijwilligersacademie 2. Taal naast (on)betaald werk of maatschappelijke participatie Trede 4 en 5: Beroepsgericht vanuit regulier onderwijs 1. Kortdurende beroepsgerichte opleidingen en/of stages (in aansluiting op inburgering) 2. BBL+-trajecten (in aansluiting op Waterlandtalentenbaan) 3. Programma Vavo (Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs) Niet in te delen 1. Programma gezondheid en bewegen 2. Programma Kunst en Cultuur TOTAAL AANTAL
2.4
Aantal 2 Aantal
6 Aantal 2 Aantal
3 Aantal 2 15
Indeling Participatievoorzieningen van Welzijn en Zorg
Welke producten bieden welzijns- en zorgorganisaties in 2009 aan klanten? Er is keuze uit ongeveer … verschillende producten. Tabel D Welzijn/WMO-trajecten per trede Trede 0: Diagnose
Aantal
Trede 1 en 2: In de wijk, dichtbij de mensen 1. Project Denken en Doen (leren bridgen en weer laten meedoen) voor 60-plussers 2. De groene citer (sociale stijging) voor flatbewoners 3. Cursussen en activiteiten Clup 4. Cursussen en activiteiten Wijkcentra 5. Vrouwkracht In Purmerend (VIP) 6. Activiteiten brede school Trede 3: Arbeidsactivering
Aantal
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
Aantal
14/19
Trede 4 en 5: Arbeidstoeleiding en werk 1. Onbetaald werk (minimaal 4 uur p/week) via Vrijwilligerscentrale
Aantal
Niet in te delen
Aantal
TOTAAL AANTAL
2.5
Productenboek: de Purmerendse Participatiewijzer
In dit document is de indeling van participatievoorzieningen op de treden van de participatieladder voor de domeinen re-integratie, inburgering, educatie en welzijn/WMO uitgewerkt. Daarmee is aan een belangrijke voorwaarde voor integraal werken voldaan. De volgende stap is een verdere uitwerking per trede per traject, zodat een productenboek - de Participatiewijzer - ontstaat voor zowel professional als gebruiker over het aanbod aan trajecten, waarin informatie staat over het type traject, de uitvoerder, de contactpersoon, etc. In het uitvoeringsplan participatie is een deelproject informatievoorziening participatietrajecten en -activiteiten opgenomen. Er is bij zowel doelgroepen als professionals een grote behoefte aan informatie over participatieproducten. Het ligt in de bedoeling om een eerste versie van een productenboek uit te brengen in het jaar van 2009. In het deelproject moet ook uitgezocht worden of en hoe het productenboek op internet moet worden aangeboden. Momenteel is alleen een productenboek beschikbaar waarin trajecten beschreven zijn in het domein re-integratie. Op basis van dit document hebben we de trajecten al wel geordend op de treden van de participatieladder. 10 Dit productenboek "de Reintegratiewijzer" is in een aparte bijlage beschikbaar.
10
Als basis hiervoor is uitgegaan van de "Re-integratiewijzer". Deze wijzer wordt door casemanagers van de afdeling Werk en Welzijn gebruikt om klanten een passend aanbod te kunnen doen.
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
15/19
Bijlagen: Productenboek Het productenboek, de Purmerendse Re-integratiewijzer, van re-integratie, inburgerings- en educatievoorzieningen op basis van een indeling op de participatieladder is in ontwikkeling.
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
16/19
Bijlage: SRG-ladder en afbakening treden Regioplan 1. Zorg Persoon is niet in staat tot re-integratie door ernstige beperkingen, waarbij er een zorgvraag is. De zorgvraag is dusdanig dat een behandeling ervan noodzakelijk is alvorens werk kan worden geaccepteerd. Het gaat hier om een zorgvraag die niet door de sociale dienst zelf kan worden ingevuld, maar waarbij externe, professionele partijen moeten worden ingeschakeld. Het gaat dan bijvoorbeeld om zware verslaving of ernstige psychische stoornissen. 2. Maatschappelijke activering Persoon is niet in staat regulier werk te verrichten door ernstige beperkingen of ontbreken van basale arbeidsvaardigheden. Persoon dient eerst sociale vaardigheden voldoende te hebben ontwikkeld, voordat er sprake kan zijn van arbeidstoeleiding. Het gaat dan bijvoorbeeld om het accepteren van gezag, op tijd opstaan of er verzorgd uitzien. 3. Arbeidsactivering Persoon heeft nog vaardigheden nodig voor het verrichten van regulier werk. Door middel van scholing of ervaring (bijvoorbeeld stage) dienen competenties verbeterd of ontwikkeld te worden. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om het opdoen van arbeidsritme. 4. Arbeidstoeleiding Persoon heeft ondersteuning nodig bij het vinden van werk. Er zijn – in tegenstelling tot bij arbeidsactivering - geen in de persoon gelegen belemmeringen voor werkaanvaarding. 5. Regulier werk met ondersteuning Persoon verricht regulier werk met ondersteuning. Loonkostensubsidie is een vorm van ondersteuning van regulier werk. Een vorm van nazorg of een traject voor schuldhulpverlening zijn andere voorbeelden van ondersteuning van regulier werk.
De 6 treden van de SRG-ladder zijn 1 op 1 gerelateerd aan de participatieladder. Wel moet de SRG-ladder automatiseringstechnisch nog worden aangepast.
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
17/19
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
18/19
Participatieladder - invoeringsmodel Purmerend - EvB/KS - oktober 2009
19/19