De mini –crèche en het zelfstandig kinderdagverblijf
1. Meldingsplicht Iedereen die kinderen beneden de twaalf jaar opvangt (behalve ouders en verwanten), is wettelijk verplicht dit te melden aan Kind en Gezin. Het formulier dient aangetekend te worden opgestuurd naar de provinciale afdeling van Kind en Gezin. 2. Verschil tussen zelfstandig kinderdagverblijf en een mini-crèche In beide initiatieven gaat het om opvang op bestendige wijze in groepsverband in lokalen die daar speciaal zijn voor ingericht. Er wordt gesproken over groepsopvang vanaf de opvang van acht kinderen. Tot 22 kinderen spreken we van een mini-crèche, vanaf 23 plaatsen spreken we over een zelfstandig kinderdagverblijf. 3. Soorten opvang die je kan aanbieden -
dagopvang : van 0 jaar tot de kleuterschool buitenschoolse opvang aanbod specifieke opvang (zieke kinderen, occasionele opvang, …) combinatie van vorige items
4. Prijs Bepaal je zelf. 5. Attest van toezicht In tegenstelling tot de wettelijke verplichting tot melding, is de aanvraag van een attest van toezicht niet verplicht. Er wordt nagegaan of je aan de minimale voorwaarden inzake kwaliteit voldoet via één of meerdere inspectiebezoeken. Voordelen : - Je kan aan de ouders aantonen dat je de basiskwaliteit biedt. - Ouders kunnen genieten van de fiscale aftrek voor de opvangkosten. - Kind en Gezin informeert je via inspectiebezoeken en –verslagen. - Je kan van Kind en Gezin relevante informatie en adviezen bekomen. Voorwaarden om het attest te bekomen : -
De verantwoordelijke moet minstens 21 jaar zijn en beschikken over kwaliteiten van gezag, leiding en pedagogisch inzicht. De kinderen worden benaderd met aandacht voor hun eigen ritme en behoeften, met een voldoende mate van structuur, voldoende stimulering en bewegingsvrijheid. De kinderen moeten zich psychisch en fysiek veilig kunnen voelen. De lokalen en de uitrusting zijn aangepast, veilig en hygiënisch; er is een buitenruimte die grenst aan het gebouw. Een verslag of attest van de brandweer moet voorgelegd worden.
1
-
-
-
-
Er is voldoende begeleiding, d.w.z. minimum 1 medewerker per begonnen schijf van 7 kinderen voor kinderen jonger dan 18 maanden en 1 medewerker per begonnen schijf van 10 kinderen ouder dan 18 maanden; voor buitenschoolse opvang dient er minstens 1 begeleider te zijn per 14 kinderen. Alle medewerkers beschikken over een gezondheidsattest waaruit blijkt dat zij in goede gezondheid verkeren. Alle medewerkers beschikken over een getuigschrift van goed zedelijk gedrag. De kinderen krijgen een aangepaste voeding en hygiëne. Kind en gezin bepaalt het aantal kinderen dat tegelijk kan worden opgevangen. Het opvanginitiatief houdt dagelijks een overzichtelijke presentielijst bij van de opgevangen kinderen. De inspectieambtenaar kan deze bij elk bezoek inkijken. Het opvanginitiatief maakt de nodige afspraken zodat alle verplaatsingen veilig en onder gepaste begeleiding kunnen worden georganiseerd. De kinderen worden nooit alleen gelaten. Ouders kunnen op elk moment toegang krijgen tot de ruimtes waarin hun opgevangen kinderen verblijven. Het opvanginitiatief streeft naar een goede samenwerking met de ouders en zorgt voor een optimale informatiedoorstroming. Het opvanginitiatief stelt de ouders in kennis van het attest van toezicht, van eventuele wijzigingen ervan en van de eventuele vastgelegde voorwaarden erbij. Het opvanginitiatief stelt Kind en Gezin in kennis van de gehanteerde prijs. Het opvanginitiatief verbindt er zich toe aan de ouders de wettelijk bepaalde fiscale attesten te geven. Het opvanginitiatief beschikt over een verzekering waarbij de burgerlijke aansprakelijkheid gedekt wordt. Het opvanginitiatief maakt een schriftelijke overeenkomst waarin de met de ouders afgesproken opvangmodaliteiten vastliggen en waarin wordt vermeld dat de ouders ten allen tijde klacht kunnen indienen bij de klachtendienst van Kind en Gezin. Het opvanginitiatief beschikt over de noodzakelijke gegevens van alle opgevangen kinderen om bij onvoorziene omstandigheden passend te kunnen optreden; van elk kind moet minstens 1 van de ouders bereikbaar zijn; daarvoor beschikt de voorziening onder meer over een telefoon. De initiatiefnemers en begeleiders streven permanente vorming en bijscholing na.
De beslissing over het al dan niet toekennen van het attest van toezicht wordt genomen binnen een termijn van 90 dagen vanaf de aanvraag om toezicht. Een attest kan te allen tijde worden ingetrokken. 5.1 Praktische leidraad voor de administratieve documenten 1. Je aanvraag om toezicht moet gepaard gaan met een volledig administratief dossier. De originele opgestuurde documenten worden je na de controle teruggestuurd. Het is de bedoeling dat jij vanaf dan de documenten zelf bijhoudt en aanpast wanneer dat nodig is. De mini-crèche of het zelfstandig kinderdagverblijf legt aan Kind en Gezin, voor al het personeel en de medewerkers, een getuigschrift voor van goed zedelijk gedrag, model 2. Hetzelfde geldt voor een doktersattest waaruit blijkt dat de personeelsleden of medewerkers in een goede gezondheid verkeren en er geen gevaar bestaat voor de kinderen.
2
Indien de brandweer een ongunstig advies uitbrengt, is het voor kind en gezin onmogelijk een attest van toezicht te verlenen. Kind en Gezin kan, wanneer de accommodatie van de opvangvoorziening ingrijpend gewijzigd wordt (bv. capaciteitsuitbreiding), een nieuw attest van de brandweer vragen. Het is van belang dat de verzekering burgerlijke aansprakelijkheid afgesloten is voor minstens het aantal kinderen waarvoor je een aanvraag om toezicht indient. 2. De volgende documenten moeten ook beschikbaar zijn in je opvangvoorziening, maar je hoeft ze niet op te sturen naar Kind en Gezin. Ze worden ter plaatse nagekeken door de inspectie. 2.1. Het geheel van de dagelijkse presentielijsten vormen het aanwezigheidsregister. Je moet er kunnen uit opmaken wie wanneer aanwezig is of was en hoeveel kinderen er per dag zijn opgevangen. Kind en Gezin stelt een model ter beschikking. 2.2 De inlichtingsfiches van de kinderen zijn van groot belang. Dit moet aanwezig zijn voor elk kind dat opgevangen wordt. Er moet minimaal op terug te vinden zijn : - de identiteit van het kind, het adres, de geboortedatum; - de telefoonnummers waarop de ouders tijdens de opvanguren te bereiken zijn; - de naam en het telefoonnummer van de arts die moet worden opgeroepen bij ziekte of ongeval; - bijzonderheden over het kind die noodzakelijk zijn om de opvang goed te laten verlopen. Kind en Gezin stelt een voorbeeld ter beschikking. 5.2 Praktische leidraad voor de bezetting en de personeelsomkadering De bezetting mag nooit hoger zijn dan het aantal kinderen dat vermeld is op het attest van toezicht. Met de ouders worden hierover duidelijke afspraken gemaakt voor de opvang van start gaat. Enkel in een noodsituatie kan hier bij wijze van uitzondering worden van afgeweken. Dit moet degelijk gemotiveerd worden en blijken uit het aanwezigheidsregister en uit kinddossierelementen. De personeelsomkadering wordt geëvalueerd tijdens elk inspectiebezoek. De minimale personeelsnormen die in de algemene voorwaarden voor toezicht opgenomen zijn, moeten op elk moment worden gehaald. Minderjarigen worden nooit meegerekend om de minimale personeelsnormen in te vullen. Wanneer er stagiairs worden toegelaten kan er slechts één stagiair(e) per medewerker worden begeleid. De persoon die de opvangcapaciteit gemeld heeft bij Kind en Gezin en een attest van toezicht aangevraagd heeft, is voor Kind en Gezin ook verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met de opvangactiviteiten. Wanneer hij of zij zich zou laten vervangen in de opvangvoorziening, dan is het van belang om ervoor te zorgen : - dat de persoon die de verantwoordelijke vervangt minstens 21 jaar oud is; - dat de ouders op de hoogte zijn van de vervanging, zodat zij niet voor verrassingen komen te staan. Wanneer je andere activiteiten (vrijwillig of beroepsmatig) zou combineren met de kinderopvang mag dit geen activiteit zijn waarbij je niet of onvoldoende zou kunnen inspelen
3
op de noden en behoeften van de opgevangen kinderen of waardoor hun veiligheid in het gedrang zou komen. Verplaatsingen moeten, indien ze te verwachten zijn, opgenomen worden in de overeenkomst met de ouders of minstens vooraf met hen besproken worden. 5.3 Praktisch leidraad voor de functionaliteit van de accommodatie 1. Algemene elementen De mini-crèche of het zelfstandig kinderdagverblijf moet beschikken over aparte leef- en rustruimten die voorbehouden zijn aan de opgevangen kinderen. Wanneer deze ruimten niet op de benedenverdieping gelegen zijn, is er speciale aandacht voor evacuatiemogelijkheden in noodgevallen. De rustruimte moet ondergebracht worden in een specifiek lokaal, dat niet dient als leefruimte, voor de kinderen onder de 18 maanden. De minimale oppervlakte van leef- en rustruimte samen is minstens 5m² per kind. De toegang tot de opvangvoorziening mag niet rechtstreeks in de leef-, rust- of verzorgingsruimte uitkomen. De toegang moet op een degelijke en voldoende wijze afgeschermd zijn. De vloerbedekking in de leef- en rustruimten is makkelijk te onderhouden. Vast tapijt is om hygiënische redenen verboden. Er is mogelijkheid tot algemene verluchting in de ruimten waar kinderen (kunnen) verblijven. Alle ruimten zijn aangepast ingericht. 2. Omdat je de opvangactiviteiten gemeld hebt (wettelijke verplichting!) en toezicht aangevraagd hebt, kan de inspectieambtenaar alle ruimten bezoeken die verband houden met de opvangactiviteiten. 3. Bijzondere bepalingen in verband met de leefruimte(n) De aanwezigheid van voldoende bespeelbare oppervlakte in verhouding tot de capaciteit is noodzakelijk, met een minimum van 3m² per kind. “Bespeelbaar” betekent dat de meegerekende ruimte kan gebruikt worden voor spel. Het hoeft dus niet te gaan om een vrijgemaakt grondoppervlak. De inrichting van de ruimte is aangepast aan de leeftijd van de kinderen, aan de samenstelling van de groep en aan de bestemming van de ruimte. Het optimale aantal kinderen per leefruimte is 14. Het is mogelijk hiervan af te wijken mits er een mogelijkheid bestaat om de groep op te splitsen. Het nodige gevarieerde speelgoed van verschillend soorten moet aanwezig zijn voor de kinderen. Het speelgoed moet veilig zijn en overeenstemmen met de leeftijd van de kinderen. Het speelgoed wordt bij voorkeur zo geplaatst dat de kinderen een gedeelte ervan zelf kunnen kiezen of nemen.
4
4. Bijzondere bepalingen in verband met de rustruimte(n) Er zijn voldoende bedjes om te garanderen dat de kinderen die tegelijkertijd willen slapen, ook allemaal kunnen slapen. De bedjes zijn zo geplaatst dat de kinderen er gemakkelijk kunnen worden ingelegd en uit worden genomen. Voor de kinderen beneden de 18 maanden zijn er volledig uitgeruste kinderbedjes beschikbaar. Voor de kinderen boven de 18 maanden mogen ligbedjes gebruikt worden. Mini-crèches of zelfstandige kinderdagverblijven die kinderen dag en nacht opnemen, ongeacht hun leeftijd, beschikken voor de volledige capaciteit van de nachtopvang over (een) aparte rustruimte(n). In dit geval mogen geen ligbedjes gebruikt worden. 5. Buitenschoolse opvang Dit kan in dezelfde leefruimte als de kinderen in dagopvang en binnen de capaciteit die bepaald is op het attest van toezicht. Er moet voldoende ruimte beschikbaar zijn voor het aantal in de leefruimte aanwezige kinderen (zie 1) en er moet speciale aandacht worden besteed aan de wijze waarop de kinderen van verschillende leeftijden met elkaar omgaan. Wanneer voor de activiteiten van de buitenschoolse opvang een aparte leefruimte beschikbaar gesteld wordt, is een minimale oppervlakte van 4m² per kind richtinggevend. 6. Bijzondere bepalingen in verband met overige ruimten en buitenspeelruimte De kinderen beschikken over een veilige buitenspeelruimte, die in verhouding staat tot de capaciteit van de opvangvoorziening. Een afzonderlijk toilet voor volwassenen moet in de opvangvoorziening aanwezig zijn. De uitrusting van de keuken staat in verhouding tot de capaciteit van de opvangvoorziening. Maaltijden moeten ter plaatse kunnen worden bereid en/of bewaard. 5.4 Praktische leidraad voor de veiligheid van de accommodatie Statische veiligheid : de maatregelen die genomen zijn om te voorkomen dat er iets gebeurt (bv. hekje) Dynamische veiligheid : de veiligheid die voortvloeit uit jouw manier van dagelijks bezig zijn. (bv. een kind altijd vasthouden op de verzorgingstafel) 1. Kind en gezin vindt de volgende statische veiligheidsmaatregelen belangrijk : -
geen scherpe hoeken of kanten kinderen kunnen zich niet opsluiten of opgesloten raken stopcontacten zijn kindveilig; dominostekkers verboden kinderen kunnen zich niet verbranden aan verwarmingselementen maatregelen tegen C.O.-vergiftiging geen giftige of gevaarlijke planten
5
-
technische of elektrische toestellen die een zeker gevaar inhouden buiten bereik kinderen houden veiligheid in keuken waarborgen gevaarlijke producten en voorwerpen buiten bereik kinderen trappen beveiligen buitenspeelruimte kindveilig inrichten veilige bedjes maatregelen om het risico op wiegendood zo klein mogelijk te houden netboxen en netten zijn verboden; mobiles enkel onder toezicht Beschikken over telefoon Wetgeving op buitentoestellen naleven
2. Dynamische veiligheidsmaatregelen : -
de wijze waarop je toezicht houdt op elk moment huisdieren buiten het bereik van kinderen houden
5.5 Praktisch leidraad voor de hygiëne en de gezondheid 1. Hygiëne -
voldoende onderhouden (ruimte, vloer, materiaal, …) en opruimen. Verluchting en verlichting zijn voldoende kinderen voldoende verzorgen. Persoonlijk toilet- en slaapgerei voor elk kind aangepaste temperaturen maatregelen voor voldoende luchtbevochtiging zandbak onderhouden en mogelijkheid tot afdekken
2. Gezondheid -
apotheekkast met noodzakelijke middelen voor eerste hulp; buiten bereik van kinderen niet op eigen initiatief medicatie toedienen vooraf afspraken maken rond zieke kinderen – kinderen die ziek worden tijdens opvang rookverbod
3. Verzorging -
-
-
badkamer om kinderen te verzorgen ( 2 ontkleedtafels met elk een kussen per 14 kinderen, een kinderbadje, een wastafel met koud en warm stromend water, een opbergsysteem voor het persoonlijk gerei van de kindjes, opbergkasten) indien ervoor gekozen wordt om niet met een afzonderlijke badkamer te werken, kan men de kinderen in elke afzonderlijke leefruimte(n) verzorgen onder bepaalde voorwaarden.( plaats met 2 ontkleedtafels en 2 kussens per 14 kinderen en een opbergsysteem voor het persoonlijk gerei van elk kind; gescheiden van de keuken is er een verzorgingsplaats waar warm en koud stromend water aanwezig en een kinderbadje) alles zodanig inrichten dat kinderen nooit alleen moeten worden gelaten op de verzorgingstafel
6
-
voldoende toiletpotjes of toiletjes en voldoende bereikbaar voor de kinderen die kunnen gebruikt worden met de nodige privacy een toilet voor volwassenen met een kinderbril of een opstapje met een wastafel in de nabijheid voor kinderen die buiten de school worden opgevangen : een geschikt toilet + geschikte wastafel kinderen mogen niet in de keuken worden verzorgd
5.6 Praktische leidraad voor voeding De nodige afspraken maken rond meegebrachte of geleverde voeding (gevarieerd en aangepast) en op een veilige wijze bereiden, bewaren en aanbieden. -
aangepast aan de leeftijd van de kinderen overleg ouders (variatie, speciale voedingsbehoeften, …) voldoende en gezonde dranken aanbieden evenwichtige voeding voorzien; geen gluten voor 6 maanden hygiënisch bereiden; bewaring bij strikte temperatuur; controle vervaldata keuken gescheiden van sanitair en verzorgingsaccomodatie bereide fruitpap wordt koel en afgesloten bewaard de wijze waarop de voeding aangeboden wordt aanpassen aan de kinderen
5.7 Praktische leidraad voor de begeleiding van kinderen Om de bepaling inzake begeleiding na te gaan (zie voorwaarden attest van toezicht), kan Kind en Gezin observaties verrichten in jouw mini-crèche of zelfstandig kinderdagverblijf. Een inspectieambtenaar van Kind en Gezin observeert gedurende een bepaalde tijd de opvangactiviteit. Die observaties worden nadien verwerkt aan de hand van een instrument dat en bepaalde score oplevert : de KWAPOI (kwaliteitsinstrument voor mini-crèches en zelfstandige kinderdagverblijven). De minimaal te behalen gemiddelde score voor een minicrèche of een zelfstandig kinderdagverblijf om met een attest van toezicht te kunnen werken, is vastgelegd op 3. Informatie over dit instrument en een speciale versie om je toe te laten jezelf te evalueren wordt door Kind en Gezin ter beschikking gesteld nadat je toezicht hebt aangevraagd. Het observatie-instrument dat Kind en Gezin gebruikt, is opgebouwd volgens de volgende principes : -
-
-
interactie tussen de opvangpersoon en de kinderen getuigt van een verdraagzaam en geweldloos optreden er wordt gepast gereageerd op discriminerende omgangsvormen tussen kinderen aandacht aan de interactie met de kinderen (individueel aanspreken, aanhalen, …) omgang met regels, straffen een belonen is aangepast aan de leeftijd en de aard van het kind. Lijfstraffen, van welke aard ook, zijn verboden. Dit betekent ook dat het in alle omstandigheden verboden is een kind te slaan structuur aanbieden ( dagindeling, gewoonten en rituelen ontwikkelen, …) kinderen stimuleren in hun ontwikkeling door hen naargelang de leeftijd de kans te geven zelfstandig handelingen te verrichten en door hen doelbewust en doelgericht prikkels aan te bieden het wordt wenselijk geacht niet te beginnen met zindelijkheidstraining voor de leeftijd van 2 jaar er wordt aandacht besteed aan de individuele vragen en behoeften van de kinderen
7
-
er is aandacht voor de wijze waarop de kinderen met elkaar omgaan : er wordt aangedrongen op een verdraagzame en geweldloze houding kinderen kunnen op een gepaste manier gebruik maken van de binnenruimte en verblijven niet ongepast lang in box of stoel voldoende speelgoedkeuze voor de opgevangen kinderen en voor alle aanwezige leeftijden; keuzemogelijkheid inbouwen; veilig en overzichtelijk opbergen
5.8 Praktische leidraad voor de ouderparticipatie 1. Je moet minimaal een schriftelijke overeenkomst in tweevoud afsluiten met de ouders waarbij beide partijen voor akkoord ondertekenen. Een exemplaar is voor de ouders. In de schriftelijke overeenkomst moeten minstens de volgende zaken zijn opgenomen : -
-
alle financiële afspraken : de vergoeding die de ouders voor de opvang dienen te betalen (eventueel voor hele en halve dagen) en andere prijsbepalingen als die worden gehanteerd een eventuele opzeggingstermijn duidelijke omschrijving van wat de ouders zelf dienen mee te brengen openingsdagen en –uren en de jaarlijkse sluitingsdagen de vermelding dat ouders tijdens de opvangmomenten te allen tijde toegang kunnen hebben tot de ruimtes waar de kinderen verblijven bevestiging dat een passende verzekering “burgerlijke aansprakelijkheid” werd afgesloten vermelding dat de ouders te allen tijde klacht kunnen indienen bij de klachtendienst van Kind en Gezin met adres en telefoonnummer
Een aantal elementen die evenzeer van belang zijn : -
jouw identificatiegegevens en je bereikbaarheid naam en adres van het kind + geboortedatum startdatum van de opvang voorziene opvangdagen en –uren van het kind tijdstip waarop het kind ten laatste moet afgehaald worden en wat er gebeurt bij laattijdig afhalen afspraken inzake opvang en omgang met zieke kinderen vermelden dat je toezicht hebt aangevraagd en dat de ouders het attest van toezicht kunnen inkijken bevestiging dat je je ertoe verbindt fiscale attesten uit te reiken aan de ouders
Wijzigingen in de schriftelijke overeenkomst moeten opnieuw door beide partijen ondertekend worden. 2. Streef een maximale samenwerking na met de ouders. Besteed bijzondere aandacht aan informatiedoorstroming. (bv heen-en-weerschriftje) 3. Het komt soms voor dat ouders klachten hebben over of problemen hebben met sommige zaken. Het is belangrijk dat je hier goed kan mee omgaan en dat je de ouders ertoe aanzet om over hun problemen te praten, net om te vermijden dat probleempjes uitgroeien tot ernstige klachten en echte probleemsituaties.
8
4. Je moet de ouders actief op de hoogte brengen van het attest van toezicht, van de eventuele voorwaarden die aan het attest van toezicht verbonden zijn en van eventuele wijzigingen in het attest van toezicht. 6. Erkend en gesubsidiëerd Om erkend te worden moet je minstens voldoen aan de wettelijke voorwaarden op het vlak van omgang met de kinderen en de ouders, ruimte en inrichting, veiligheid en gezondheid en begeleiding. Erkenning wordt gegeven aan diensten voor opvanggezinnen, kinderdagverblijven en IBO’s (Initiatief buitenschoolse opvang) die aan de voorwaarden voldoen. Er moet budget zijn bij Kind en Gezin. Dit budget wordt jaarlijks vastgelegd door de Vlaamse regering. Binnen dit budget bepaalt Kind en Gezin op basis van objectieve criteria (het aantal bestaande opvangplaatsen, het aantal schoolgaande kinderen, kansarmoede, …) de gemeenten waar de nood het hoogst is. Heeft je aanvraag betrekking op een gemeente die geselecteerd is, dan kan je in aanmerking komen. Wanneer er keuzes moeten gemaakt worden tussen verschillende projecten uit één gemeente, dan worden weer andere criteria gevolgd. (bv. meerwaarde projecten, realisatietijd of mogelijke datum van inzending) Is je kinderopvang erkend door Kind en Gezin, dan krijg je ook vaak subsidies van Kind en Gezin of van een andere opvangorganisatie. Soms ben je erkend voor een bepaald aantal plaatsen, maar krijg je van Kind en Gezin slechts subsidies voor minder plaatsen. (bv. wanneer je een aantal plaatsen wil verkopen aan een bedrijf. Het kwaliteitsdecreet verplicht alle erkende voorzieningen om aan kwaliteitszorg te werken volgens een aantal hefbomen. Het gaat om het uitbouwen van een kwaliteitsbeleid met een kwaliteitssysteem, -planning en –handboek.
7. Het statuut van de mini-crèche en het zelfstandig kinderdagverblijf Je kan een mini-crèche oprichten als zelfstandige of onder de vorm van een vereniging of vennootschap. Als zelfstandige ben je onderworpen aan het sociaal statuut van zelfstandigen. Dit betekent dat je je moet aansluiten bij een ziekenfonds en een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen. Er moet dan driemaandelijks een sociale zekerheidsbijdrage worden betaald. Het is voor jou persoonlijk van groot belang dat je sociaal statuut op een correcte manier in orde wordt gebracht. Meer informatie kan je bekomen bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, Jan Jacobplein 6 te 1000 Brussel. (tel : 02 546 42 11, e-mail :
[email protected] of bij de sociale verzekeringsfondsen. In verband met de organisatievorm en het ondernemerschap kan je voor verdere informatie terecht bij VIZO (Vlaams Instituut Zelfstandig ondernemen), waar je als starter gratis bedrijfsadvies kan krijgen. Je kan VIZO bereiken via www.vizo.be , via de centrale zetel op het telefoonnummer 02 227 63 32 of via de provinciale diensten.
9
U kan verder ook terecht bij de startersservice van UNIZO (Unie van Zelfstandige ondernemers). De regionale adressen vindt u terug op www.startersservice.be of op het telefoonnummer 02 238 05 92 8. De aftrek van de kosten voor kinderopvang De kosten voor kinderopvang zijn fiscaal aftrekbaar voor kinderen tot 12 jaar en op voorwaarde dat het opvanginitiatief erkend is of onder toezicht staat Van Kind en Gezin. Als zelfstandig opvanginitiatief kan je hiertoe fiscale attesten uitreiken aan de ouders . Deze fiscale attesten worden door Kind en Gezin ter beschikking gesteld; het aantal oppasdagen en het betaalde bedrag moet door het opvanginitiatief worden ingevuld. De kosten kunnen voor 100% worden ingebracht met een maximum van 11,20 € per dag en per kind. 9. Verzekeringen Eén van de algemene voorwaarden voor toezicht betreft het afsluiten van een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid. Deze verzekering zal enkel tussenkomen wanneer er een fout of een nalatigheid van het opvanginitiatief kan worden bewezen. Het is belangrijk dat de ouders hiervan op de hoogte worden gebracht, zodat niet de indruk ontstaat dat de verzekering voor alles zal tussenkomen. Je kan aanvullend hierbij ook een bijkomende verzekering voor persoonlijke ongevallen van kinderen afsluiten. Een dergelijke verzekering zal tussenkomen wanneer de polis burgerlijke aansprakelijkheid geen uitwerking heeft, met name wanneer geen fout of nalatigheid te aanzien van het opvanginitiatief kan worden bewezen. 10. VVPK De erkende beroepsvereniging VVPK (Vlaamse vereniging voor Particuliere Kinderopvang) verdedigt de belangen van de zelfstandige kinderopvangsector. Stationsstraat 42, 8770 Ingelmunster. Tel : 051 32 04 46 11. Vorming Om als verantwoordelijke te starten, hoef je geen vooropleiding of diploma te hebben. Kind en Gezin verwacht wel een pedagogisch verantwoorde leiding. (zie ander deel draaiboek) Vanuit Kind en Gezin wordt het inschrijvingsgeld van een tweetal opleidingen terugbetaald. Het betreft : 1. DE C.V.O. (VLOD)-opleiding Dit is een eenjarige opleiding die een antwoord wil geven op vragen i.v.m. de kwaliteit van de werking,de aanpak en de organisatie in het initiatief, de omgang met de ouders, omgaan met kinderen. Het inschrijvingsgeld wordt door Kind en Gezin terugbetaald (max. € 161,13) aan de voorzieningen die onder toezicht staan van Kind en Gezin. De terugbetaling gebeurt op het einde van het cursusjaar en de cursisten worden op het einde van het cursusjaar automatisch aangeschreven door Kind en Gezin.
10
VLOD Kortrijk VLOD Antwerpen
056 37 26 27 03 238 29 89
e-mail :
[email protected] e-mail :
[email protected]
2. Vizo-opleiding “Beheerder van een zelfstandig kinderdagverblijf” Dit is een twee jaar durende opleiding die georganiseerd wordt in verschillende VIZO(Vlaams Instituut voor het Zelfstandig ondernemen) centra. Inhoudelijk richt deze opleiding zich op 3 aspecten nl. hygiënisch-verzorgende vakken, psycho-pedagogische vakken en bedrijfseconomische vakken. Aan de terugbetaling van het inschrijvingsgeld zijn volgende voorwaarden gekoppeld : - de opleiding dient voltooid te worden en de lessen dienen op regelmatige basis gevolgd te worden - het inschrijvingsgeld wordt enkel terugbetaald op het moment dat de cursist effectief start als verantwoordelijke van een mini-crèche onder toezicht van Kind en Gezin - De terugbetaling bedraagt maximum € 161,13 per cursusjaar Deze VIZO-opleidingen worden voornamelijk ’s avonds georganiseerd. VIZO tel : 02 227 63 93
e-mail :
[email protected]
12. Veilig speelterrein Hoe klein het speelterrein en hoe weinig kleine speeltoestellen je ook hebt, je bent verantwoordelijk voor de veiligheid ervan. Dit geldt zowel voor speeltoestellen binnen als buiten. Dit moet je doen : -
een analyse maken van de risico’s; preventiemaatregelen nemen om de aanwezige risico’s te verminderen; een door jouw uitgewerkt inspectie- en onderhoudsschema volgen; een ernstig ongeval (met dodelijke afloop of blijvend letsel) melden aan het Ministerie van Economische Zaken.
13. Vergunningsplicht voor voedselbereiding en/of verdeling Voor keuken en opslag van voedingswaren dient men te voldoen aan de voorwaarden die de Eetwareninspectie stelt. 14. Kostenvergoeding Mini-crèches en zelfstandige kinderdagverblijven die louter buitenschoolse opvang aanbieden kunnen, als zij voldoen aan specifieke voorwaarden, een kostenvergoeding aanvragen. Deze vergoeding is mogelijk binnen de perken van de begroting. Meer informatie over de voorwaarden en de aanvraag kan je bekomen op het nummer 078 150 100.
11
12