Pedagogisch werkplan KDV
STICHTING KINDEROPVANG HEERHUGOWAARD Ingangsdatum Versiedatum basis Versiedatum vestiging Laatste wijziging Evaluatie datum Norm Nr. Versienummer Proceseigenaar
: 02-12-2009 : 18-06-2012 : 15-03-2013 : 19-07-2013 : 01-03-2014 : 4.5.1.1 :2 : Beleidsmedewerker pedagogiek
Pedagogisch werkplan Kinderdagverblijf de Nieuwe Wereld 1 en 2
Inhoudsopgaven INLEIDING...................................................................................................................................................... 3 H1. TYPERING KINDERCENTRUM ............................................................................................................ 5 1.1 DE STAMGROEPEN ....................................................................................................................................... 5 1.2 INDELING GEBOUW..................................................................................................................................... 5 1.3 GROEPSGROOTTE EN OPENINGSTIJDEN ..................................................................................................... 5 1.4 VIER OGEN PRINCIPE ................................................................................................................................... 5 1.5 SAMENWERKING BINNEN CAMPUS COLUMBUS EN DALTON ....................................................................... 5 H2. WENNEN EN BEGROETEN.................................................................................................................. 7 2.1 W ENNEN ...................................................................................................................................................... 7 2.2 BEGROETEN ................................................................................................................................................. 8 2.2.1 Brengmoment .................................................................................................................................... 8 2.2.2 Haalmoment ...................................................................................................................................... 8 2.3 OUDERCONTACTEN.......................................................................................................................................8 H3. ETEN EN DRINKEN ............................................................................................................................... 9 H4. VERSCHONEN, ZINDELIJK WORDEN EN SLAPEN ........................................................................ 9 4.1 VERSCHONEN .............................................................................................................................................. 9 4.2 ZINDELIJKHEID ........................................................................................................................................... 10 4.3 SLAPEN ...................................................................................................................................................... 10 4.4 SPECIALE ZORG ......................................................................................................................................... 11 H5. ACTIVITEITEN AANBOD .................................................................................................................... 11 5.1 VRIJSPEL .................................................................................................................................................... 11 5.2 ACTIVITEITEN AANBOD ............................................................................................................................... 11 H6. DAGRITME EN OVERGANGSMOMENTEN ..................................................................................... 12 H7. TAAL EN COMMUNICATIE ................................................................................................................ 13 7.1 INTERACTIE GROEP EN INDIVIDUEEL .......................................................................................................... 13 7.2 BELONEN, CORRIGEREN EN CONFLICTEN.................................................................................................. 13 H8. SAMENSPELEN EN SAMENLEVEN ................................................................................................. 14 H 9. INRICHTING......................................................................................................................................... 15 9.1 BINNEN ....................................................................................................................................................... 15 9.2 BUITEN ....................................................................................................................................................... 15
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 2 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
Inleiding Het pedagogisch werkplan is een leidraad voor het pedagogisch handelen op de groep. De vijf pedagogische doelen uit het pedagogisch beleid vormen de basis voor het pedagogisch werkplan. In het algemene pedagogisch beleidsplan worden de volgende pedagogische doelen genoemd: A. bieden van een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving aangepast aan de leeftijd van het kind. B. het stimuleren van kinderen om hun eigen mogelijkheden te ontdekken; C. het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen; D. kinderen handvatten bieden bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigenwaarde en hebben van respect voor zichzelf en voor anderen. E. het stimuleren van sociaal gedrag. Door de pedagogische doelen na te streven bieden wij kinderen de optimale situatie om te kunnen: ‘Spelen, ontdekken, groeien’ Om tot een goede leidraad voor het pedagogisch handelen te komen worden de vijf doelen afgezet tegen de pedagogische middelen. Dat zijn de ‘mogelijkheden in de uitvoering’ die je in de kinderopvang hebt om de gestelde doelen te bereiken. Deze middelen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
pedagogisch medewerker - kind interactie, de fysieke omgeving, de groep, het activiteitenaanbod, het spelmateriaal.
De pedagogisch werkplannen worden per locatie per opvangvorm opgesteld. De specifieke mogelijkheden en kansen van de locatie worden verwerkt in het werkplan. In het pedagogisch werkplan staat middels de onderdelen vanuit het Pedagogisch Kader 0-4 jaar, uitgewerkt hoe de diverse middelen worden ingezet om de vijf doelen binnen de kinderopvang te bereiken. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch stuk die per locatie wordt geëvalueerd en bijgesteld. De pedagogisch medewerker is individueel en als team verantwoordelijk voor een optimale samenwerking ten gunste van het professioneel pedagogisch handelen naar de kinderen. Er is ruimte om elkaar aan te vullen en te inspireren. Concrete werkafspraken, dit werkplan, termijn planning en methodisch werken ondersteunen een goede samenwerking waar ruimte is voor individueel creatieve inbreng. Middels een vaste structuur is er regelmatig een werkoverleg waarin de pedagogisch medewerkers worden ondersteund en gecoacht in de uitvoering van hun werk door de locatiemanager1.Op verzoek kan de beleidsmedewerker pedagogiek om advies of ondersteuning gevraagd worden. Kwaliteitsmanagement systeem Binnen SKH wordt de kwaliteitszorg methodisch en systematisch vormgegeven middels een kwaliteitsmanagement systeem. In dit kwaliteitsmanagement systeem worden alle activiteiten van de SKH in kaart en met elkaar in verband gebracht. De afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek.
1
P 4.21 Structurele feedback.
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 3 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
Dit werkplan is een onderdeel van het kwaliteitsmanagement systeem. In het kwaliteitshandboek zijn de overige richtlijnen die mede met dit stuk in verband staan opgenomen. Binnen dit document zal dan ook naar enkele van deze documenten verwezen worden. Handtekening locatiemanager
Baby's en peuters maken een verbazingwekkende groei door in korte tijd, het is een uitdaging voor ouders en pedagogisch medewerkers de kinderen in deze leeftijd te mogen begeleiden.
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 4 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
De nieuwe wereld: de ontdekkende opvang H1. Typering kindercentrum 1.1 De stamgroepen2 Het kinderdagverblijf de Nieuwe wereld is onderdeel van Campus Columbus. Binnen het kindercentrum zijn twee kinderdagverblijf groepen, een speelzaal en de buitenschoolse opvang, voor en na schooltijd. In het gebouw is ook basisschool Columbus gehuisvest. Met Columbus hebben we een verre gaande samenwerking als intergraal kindcentrum en samen heten we Campus Columbus. 1.2 Indeling gebouw De groepsruimten voor de Nieuwe wereld liggen naast elkaar. De deuren komen uit op de gezamenlijke toegangshal waar ook een aparte groepsruimte is, die we multifunctioneel gebruiken. Er is een smalle gang die naar de toilet ruimte en de buitenschoolse opvang en de speelzaal leid. Via de bso ruimte kom je in de hal van school. Op de eerste verdieping is een gymzaal gehuisvest. De open inrichting van het gebouw biedt kinderen, van de Nieuwe wereld, la Pinta en la Niña, (bijv. broertjes en zusjes) de mogelijkheid elkaar regelmatig tegen te komen en samen te spelen. 1.3 Groepsgrootte en openingstijden Bij de Nieuwe wereld zijn twee stamgroepen: de Nieuwe wereld 1 en 2. Het zijn twee verticale groepen die nauw samenwerken en een opendeuren beleid voorstaan. We vinden het belangrijk de leefwereld van de kinderen te vergroten en ze de mogelijkheid te bieden activiteiten buiten de eigen stamgroep te ondernemen. De Nieuwe wereld 1 is nu nog een babygroep in leeftijdsopbouw en zal langzaam doorgroeien naar een verticale groep. De Nieuwe wereld is vijf dagen in de week open van 07.00 uur tot 18.00 uur. Stichting Kinderopvang Heerhugowaard (SKH) volgt de landelijke richtlijnen betreffende de verhouding tussen het aantal geplande kinderen en aanwezigheid van pedagogisch medewerkers. 1.4 Vier ogen principe Financieel gezien is het niet mogelijk om te allen tijde samen op de groep te staan. Tijdens de breng en haal tijden en de pauzes is er 1 pedagogisch medewerker op de groep. We zetten de groepshulp in bij pauze tijd op woensdag en vrijdag als er i.v.m. de kindbezetting één groep aanwezig is. Campus Columbus werkt transparant door: - er zijn meerdere groepen in het pand waardoor je nooit alleen in het pand aanwezig bent. - vanuit de hal zijn geen deuren naar de bso/ psz ruimte maar een open gang voorzien van hekjes. - in de groepsruimten zitten veel ramen ook naast de deur. - medewerkers lopen regelmatig bij elkaar binnen. - dat de locatiemanager regelmatig de groepen binnenloopt - er zit ook een basisschool in het pand, de deur van school naar opvang staat regelmatig open. - slaapkamers zijn voorzien van een babyfoon en kijkraam. - de SKH is nauwkeurig in het volgen van de regels omtrent leidster-kind ratio. 1.5 Samenwerking binnen Campus Columbus en Dalton Campus Columbus is een kindcentrum waarin onderwijs, opvang en opvoeding verbonden zijn in één gebouw. De campus heeft daarom een herkenbare pedagogische en didactische
2
Zie P4.11 voor de procedure Achterwacht.
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 5 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
visie op het kind en opvoeding vanuit Dalton perspectief. Campus Columbus biedt een totaalpakket op het gebied van educatie, opvang en ontwikkeling, zorg, welzijn en vrije tijd. Het pedagogisch beleid van de SKH, past in deze visie. In dit werkplan is beschreven hoe we de uitgangspunten vanuit het pedagogisch beleid en de werkwijze vanuit Dalton geïntegreerd en afgestemd hebben tot onze pedagogische werkwijze binnen de opvang bij Campus Columbus. Het personeel heeft de Dalton cursus ‘Dalton en kinderopvang kort’ gevolgd. Dalton kernwaarden Bij de Nieuwe wereld werken we vanuit de Dalton kernwaarden: samenwerken, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, reflectie en doelmatigheid. Bij een opvang die volgens de Dalton kernwaarden werkt worden de peuters spelenderwijs uitgedaagd op ontdekkingstocht te gaan en worden daarmee gestimuleerd in hun ontwikkeling. Het kind kan bovendien volop in contact komen met andere kinderen en al spelend sociale vaardigheden opdoen. Bij de baby’s volgen we zoveel mogelijk hun eigen ritme, terwijl we met de peuters in een vaster dagritme werken Kinderen hebben de innerlijke drang om op ontdekking te gaan en die ruimte willen we ze bieden bij de Nieuwe wereld. Kiezen en ruimte geven is goed maar betekend geen vrijheid blijheid. Wij willen kinderen helpen zich te ontwikkelen tot zelfstandige personen , die hun eigen keuzes kunnen maken en daar hoort ook bij verantwoording kunnen dragen voor de consequenties van hun keuzes. De mate van ruimte krijgen in verantwoordelijkheid krijgen stemmen we af op de mogelijkheden en ontwikkeling van het kind. Als we merken dat kinderen te veel verantwoordelijkheid nog niet aan kunnen begrenzen we deze. Geborgenheid en veiligheid zijn immers belangrijke aspecten om te kunnen groeien. Ervaring leert dat ook jonge kinderen snel begrijpen wat van hen verwacht wordt en om leren gaan met de ruimte die ze krijgen. Sensitiviteit, ruimte geven, luisteren naar het kind en het helpen zichzelf te ontwikkelen zijn kernwaarde in de basishouding van de pedagogisch medewerker. Doordat de kinderopvang samenwerkt met de school, merken we dat de kinderen vertrouwd zijn met het gebouw en werkwijze en dat de overgang naar school minder groot is.
Typisch Dalton bij Campus Columbus Uitspraken van de pedagogisch medewerkers over wat specifiek is bij de Nieuwe wereld m.b.t. de Dalton werkwijze: - We geven de kinderen meer eigen verantwoordelijkheid afgestemd op hun ontwikkeling. - We stimuleren bewust samen spelen en samen leven - Zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de kinderen is groot. - We vragen eerst wat ze zelf kunnen, al gedaan hebben.
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 6 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
-
Stapje verder brengen door iets nieuws aan te bieden en dan eigen inbreng laten hebben. bv in een gerichte knutsel activiteit ruimte bieden voor eigen inbreng, inspiratie. Verticale groepen zorgen ervoor dat kinderen van verschillende leeftijden elkaar kunnen helpen en van elkaar kunnen leren. We betrekken de kinderen bij vaste momenten van de dag, bijvoorbeeld tafel dekken, opruimen. We splitsen de groepen regelmatig op waardoor we meer leeftijdsadequaat activiteiten aanbod kunnen bieden en kinderen meer tot spel komen.
Basis in het werk op de babygroep is kindvolgend waarbij we de drie kernwaarden in ons achterhoofd hebben. Vaak komt dit in kleine dingen naar voren. De houding van de pedagogisch medewerker : sensitief, open, betrokken, het kind zien, oog hebben voor de autonomie van het kind, ruimte geven en tijd nemen voor verzorging. Zelfstandigheid: kind het zelf laten doen wat het al kan, bijvoorbeeld met verschonen, tijd geven om te spelen in de grondbox. Respect voor eigen autonomie van het kind, aandacht voor eigen ritme van het kind m.b.t. voeden en slapen (vrijheid binnen geborgenheid) Samenwerken, samen aan tafel eten en drinken, wachten op elkaar, aandacht leren delen, en leren omgaan met de ander in de kamer.
H2. Wennen en begroeten 2.1 Wennen3 Zoals Columbus op zoek ging naar een nieuwe wereld, is het kinderdagverblijf voor de allerjongsten een nieuwe wereld naast de vertrouwde thuisomgeving. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen bij de Nieuwe wereld. Doordat we de kinderen laten wennen aan de medewerkers, de andere kinderen en het ritme van de groep bouwen we die veiligheid en geborgenheid op. Bij binnenkomst heten we het kind welkom, we begroeten het kind bij de naam. Mochten de ouders nog niet bekend zijn met iedereen stellen we ons voor. Als er een nieuw kind op de groep komt geven we dat kind wat extra aandacht, we praten met het kind op kindhoogte en nemen duidelijk afscheid van de ouders. Samen met het kind gaan we de groep door om te zien wat ze allemaal kunnen doen, we betrekken waar mogelijk de andere kinderen hierbij. Voor kinderen is duidelijkheid heel belangrijk, dat biedt veiligheid, ze weten waar ze aan toe zijn. Stelregel bij ons is dan ook, zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Als het voor het kind moeilijk is kijken we goed wat het kind nodig heeft, sommige kinderen willen liever even alleen zijn terwijl anderen liever even getroost worden. Waar nodig zal het kind zijn speen en/of knuffeltje bij zich mogen houden. Voor kinderen is het geruststellend dat wij ze begrijpen, door te vertellen wat er gebeurt en hun gevoelens onder woorden te brengen. Baby’s worden zeker in het begin alleen verzorgd door de vaste en zoveel mogelijk door dezelfde medewerkers. We proberen hierbij het ritme van thuis aan te houden. Zeker in het begin is er een uitgebreide mondeling en schriftelijke overdracht en drukken we ouders op het hart dat ze ten alle tijden mogen bellen. De kinderen hebben allemaal een eigen bakje voor hun persoonlijke spulletjes.
3
Voor de wenperiode wordt P1.3.a Wenperiode aangehouden.
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 7 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
2.2 Begroeten 2.2.1 Brengmoment De kinderen kunnen van 7.00 uur tot 9.00 uur worden gebracht. Op het white bord staat (met foto) vermeld welke medewerkers die dag werken. Bij binnenkomst heten we kind en ouders welkom, we begroeten het kind bij de naam. Door iets persoonlijks te zeggen over hem/of haar laten we merken dat het kind er mag zijn bijvoorbeeld; “Wat heb jij mooie vlechten in je haar!” We vragen hoe het met het kind en de ouder(s) is en of er nog belangrijke dingen zijn die we moeten weten. Samen met het kind nemen we afscheid van de ouder, we zwaaien bij het raam en observeren wat het kind nodig heeft. Soms is het afscheid moeilijk en zal de pedagogisch medewerker het kind troosten en hem/haar de gelegenheid geven om verdrietig te zijn. Soms zal het kind gewoon lekker willen spelen en soms zal de pedagogisch medewerker het kind afleiden met bijvoorbeeld een boekje, een spelletje of eigen knuffel. Bij de oudere kinderen oefenen we het handgeven bij binnenkomst, we zijn hierin kindvolgend. Het doel is, zowel letterlijk als figuurlijk, contact maken. Het bewust begroeten is voor het kind een markeerpunt in de overgang van de ouder/ verzorger naar de pedagogisch medewerker. Het handgeven is ook op school een vast ritueel om de dag te beginnen en eindigen. 2.2.2 Haalmoment De kinderen kunnen van 16.30 uur tot 18.00 uur worden gehaald. We begroeten de ouder bij binnenkomst en geven ouder en kind even de ruimte elkaar te begroeten. We vertellen de ouder, indien mogelijk samen met het kind, hoe de dag is verlopen en of er nog belangrijke dingen zijn gebeurd. We geven de ouder de mogelijkheid om onderwerpen te bespreken en nemen daar de tijd voor. Het kind ruimt op waarmee het heeft gespeeld samen met de pedagogisch medewerker of ouder. We zeggen de ouder en het kind gedag, we noemen daarbij de naam van het kind en geven als het kind dat wil een hand. Waar mogelijk zullen we de andere kinderen betrekken in het afscheid door bijvoorbeeld nog even te zwaaien. 2.3 Ouder contact We vinden het contact met de ouders heel belangrijk. Een goed contact en overdracht tussen ouders en pedagogisch medewerker komen de begeleiding van de kinderen ten goede. Bij de haal en breng momenten zorgen we ervoor dat er altijd gelegenheid is tot een kort overdracht moment en het stellen van vragen. Verder houden we tot 1 jaar een schriftje bij en vragen ouders dit ook te doen. Hierdoor kunnen we goed inspelen op de behoefte van de kleinste kinderen in ons kindercentrum. Als ouders een gesprek willen kan er een afspraak gemaakt worden met de pedagogisch medewerker . Ook als de pedagogisch medewerker zich zorgen maakt over de ontwikkeling of het welbevinden van het kind zullen we dit bespreken met de ouders en een afspraak maken. Daarnaast wordt er jaarlijks een gesprek aangeboden als rond de verjaardag de jaarlijkse observatie welbevinden uitgevoerd is door de pedagogisch medewerker. Mochten er andere dingen zijn die een ouder wil bespreken is er de mogelijkheid om even iets meer tijd te vragen dan plannen we een gesprekje in. In principe is de pedagogisch medewerker het eerste aanspreekpunt voor de ouder, echter kan het zijn dat een ouder liever met iemand anders praat. Dan is er de mogelijkheid om naar de locatiemanager te gaan.
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 8 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
H3. Eten en drinken In ons dagritme zitten vaste momenten om te eten en te drinken. Tijdens deze momenten zitten we aan tafel. Het eet/ drink moment is een sociaal gebeuren. Voor we aan tafel gaan ruimen we op zodat er ook rust in de groep is en wassen we de handen. We nemen de tijd en de rust om te eten en te drinken. Om aan alle kinderen duidelijk te maken wat we gaan doen, zingen we samen een liedje over eten en drinken. Zo is het zelfs voor de allerkleinste kinderen al duidelijk wat er gaat gebeuren. We proberen iedereen die wakker is te betrekken bij het tafel moment, ook de kleintjes die nog niet kunnen zitten zullen in een wippertje bij het tafelmoment betrokken worden. We hebben naast de lunch nog twee momenten voor een tussendoortje waarbij ook wordt gedronken. Zo drinken en eten de kinderen op de dag voldoende, het is een gevarieerd aanbod van roosvicee, sap, fruit, een koekje of een cracker. We houden uiteraard rekening met een eventuele allergie van het kind. We vinden het belangrijk aandacht te besteden aan gezonde en gevarieerde voeding en drinken. Ook met trakteren vragen we ouders hier rekening mee te houden. De allerkleinsten zullen pas met vast voedsel beginnen als ouders dat aangeven. Tot die tijd krijgen de baby's een fles. Tijdens het geven van de fles vinden we het belangrijk de volle aandacht te hebben voor het kind. En zullen proberen, ondanks de drukte in de groep, de situatie zo creëren dat dit mogelijk is. Het is mogelijk om borstvoeding gekoeld mee te geven zodat uw kind ook op de crèche borstvoeding kan krijgen. Zodra de kinderen mee gaan eten met de groep zullen we langzaam de zelfstandigheid uit bouwen, zelf het flesje of tuitbeker vasthouden, met een vorkje eten, de kinderen laten kiezen uit twee soorten beleg. De peuters smeren zoveel mogelijk hun eigen boterham, hulp is altijd in de buurt als het nog niet zo wil lukken maar we stimuleren de kinderen in zelfredzaamheid. Voor het tweede jaar proberen we alle kinderen uit een gewone beker te laten drinken. Als we beginnen met het oefenen, vertellen we dat aan de ouders, zodat zij thuis ook kunnen oefenen. Het eetmoment is een belangrijk sociaal moment en letten we op de sfeer en aandacht voor alle kinderen en ook voor het contact tussen de kinderen onderling. We leren de kinderen naast gezond eten en tafelmanieren ook te verwoorden wat ze willen eten, elkaar uit laten spreken als iemand iets vertelt, op je beurt wachten en luisteren naar elkaar. We stimuleren kinderen te eten maar dwingen ze nooit. Na het eten krijgen alle kinderen een washandje om hun mond en handen schoon te maken, de jongere kinderen zullen we hierbij helpen, dit gaat vaak gepaard met een bijpassend liedje. De grote kinderen helpen waar mogelijk met het afruimen en schoonmaken.
H4. Verschonen, zindelijk worden en slapen 4.1 Verschonen Bij het verschonen vinden we een aantal dingen belangrijk: hygiëne, veiligheid, respect voor het lichaam van het kind. De pedagogisch medewerker zal sensitief en zorgvuldig omgaan met de verzorging van de kinderen, respect hebben voor de autonomie van het kind ook bij de verzorging of verschoning. We hebben vaste momenten voor het verschonen van de luiers, rond 10 uur, na de lunch en halverwege de middag. Daarnaast zullen we de kinderen tussendoor in de gaten houden of hun luier verschoond moet worden. Het verschoonmoment is een moment waar we even één op één aandacht kunnen bieden. Tijdens het verschonen zijn we gericht op het kind, vertellen we wat we doen, maken tijd voor een spelletje zoals het benoemen en of aanwijzen van de lichaamsdelen, het zingen van een liedje of even kiekeboe doen. We proberen de kinderen zodra die het aankunnen zelf via het trapje de verschoontafel op te laten klimmen. We laten de kinderen nooit alleen op de commode. Omdat er altijd wel de mogelijkheid W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 9 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
bestaat van een ongelukje vragen we u als ouder altijd een setje reserve kleding mee te geven. We gebruiken sudocrème als een kind luieruitslag heeft. De kinderen wassen hun handen na het toilet bezoek en voor het eten. De peuters die dat aankunnen gaan zelfstandig naar het toilet, ze melden wel even dat ze naar het toilet moeten en soms helpen we bij het los of vast maken van de broek. Wij zullen de kinderen stimuleren zoveel mogelijk zelf te proberen, het aan en uitkleden als ze naar bed gaan, hun sloffen of de schoenen aan en uit doen, het dichtritsen van de jas of het toilet bezoek. 4.2 Zindelijkheid In principe beginnen we met zindelijkheidstraining als de kinderen zelf aan geven er klaar voor te zijn, of als ouders aangeven er actief mee te zijn begonnen. Zindelijkheidstraining moet in goed overleg met ouders omdat kinderen dit pas leren als ze er echt aan toe zijn en als zowel thuis als op de opvang er actief naar wordt gehandeld. We hebben op de dag vaste momenten om naar het toilet te gaan, maar kinderen kunnen tussendoor ook zelfstandig gebruik maken van het toilet. Als we net starten met de training zullen er nog extra bezoekjes aan het toilet worden ingelast. We stimuleren de kinderen en kijken hierbij goed naar de mogelijkheden van het kind. Soms hebben kinderen een ongelukje, dat geeft niets en verschonen we de kinderen. We proberen geen druk te leggen op het zindelijk worden door niet boos te worden of veel aandacht te schenken aan het broekplassen. Het is handig als ouders in deze periode extra kleding meenemen. Als kinderen meerdere ongelukjes hebben trekken we ze weer een luier aan. We gaan ervan uit dat het kind er dan nog niet voldoende aan toe is of wordt op de opvang nog te veel afgeleidt om zelf goed te voelen dat er een plas komt. Het wc moment is een mooi moment ook de zelfredzaamheid van de kinderen te vergroten. De kinderen worden gestimuleerd zoveel mogelijk zelf te doen, broek uitdoen, op de wc klimmen, hoe je afveegt, doortrekt en je handjes wast. Kinderen met een luier mogen mee om te kijken of eens te oefenen als ze dat willen. 4.3 Slapen4 Bij baby’s sluiten we aan op het ritme van het kind zelf. We kijken naar de behoefte van het kind, hoe laat en wanneer het moet slapen. Mocht het kindje nog geen vast ritme hebben overleggen we met ouders om te kijken of we het kindje toch enigszins in een ritme kunnen laten slapen. In principe gaan de kinderen in een bedje als ze moeten slapen. Dat geeft kinderen houvast, rust en dus geborgenheid. Kinderen krijgen op het kinderdagverblijf te maken met meer prikkels en dan is regelmatig rusten belangrijk om deze prikkels te verwerken. Bij de jongste kinderen maken we wel eens een uitzondering als het in de box of hangmand in slaap valt. We hebben drie slaapkamers, een slaapkamer aansluitend aan de groepsruimten voor de jongste kinderen en een op de hal voor de peuters. Heel af en toe gebruiken we het kantoor ook als slaapplek wanneer een kindje behoefte heeft om alleen te liggen. Hier staat ook een babyfoon. Op de groep hebben we een hangmand voor de allerjongste kinderen als de baby hier in slaap valt laten we het lekker liggen. Voor buiten of een baby die moeite heeft met inslapen gebruiken we ook wel een kinderwagen. De peuters slapen tussen de middag. Of kinderen wel of niet slapen gaat in overleg met de ouders. Soms gaan kinderen thuis al niet meer in bed maar hebben ze het op het dagverblijf nog wel nodig. Ook voor een peuter is het op het kinderdagverblijf drukker dan een dag thuis. We proberen altijd te kijken naar wat het kind nodig heeft en daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met de wensen van de ouder. Rondom het slapen hebben we vaste rituelen, dat is voor veel kinderen herkenbaar en dat geeft hen een gevoel van veiligheid. De kinderen kleden zich waar mogelijk zelf uit, gaan nog even plassen/ krijgen een luier om, dan nog even spelen, knuffel/speentje pakken en in 4
Zie P2.1 Veilig slapen
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 10 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
eigen bed gaan liggen. De kinderen hebben zoveel mogelijk hun eigen bedje. De medewerker stopt de kinderen lekker in en geeft het kind nog even persoonlijke aandacht. We letten erop dat de bedjes goed gesloten zijn. Als een kind echt niet kan slapen gaat het uit bed, tenzij het lekker ligt uit te rusten. We maken gebruik van de babyfoon en kijken regelmatig even bij de kinderen die liggen te slapen. 4.4 Speciale zorg5 Alle pedagogisch medewerker hebben een EHBO diploma en zijn in staat te handelen in geval van calamiteiten. We leggen duidelijk uit als we een handeling moeten verrichten en zijn alert op signalen die de kinderen kunnen geven als ze niet lekker zijn en extra zorg nodig hebben. Als het kind ziek is bellen we met de ouders om dit te bespreken en te vragen om hun kind op te komen halen. Kinderen die ziek zijn voelen zich thuis het prettigst Als een kind medicijnen nodig heeft zal dit besproken worden met de ouders. We handelen hierin volgens de richtlijnen van ons beleid.
H5. Activiteiten aanbod 5.1 Vrijspel6 Kinderen hebben een natuurlijke drijfveer om zich te ontwikkelen en te ontplooien. Daar spelen we op in door ze de ruimte te geven zelf te spelen. Kinderen leren door spelen en onderzoeken, ze willen alles nu en veelal zelf doen. Dat is soms moeilijk omdat ze meer willen dan ze zelf kunnen en zich in een groep bevinden. We zullen de kinderen hierin begeleiden en ondersteunen, ze uit dagen en soms af remmen. Tijdens het vrijspel mogen de kinderen zelf een activiteit kiezen. We bieden hiertoe verschillend speelgoed aan op tafel en in de groep (verschillende hoeken als de huishoek en de bouw/ auto hoek, de puzzels en boekjes in de kast). We zorgen ervoor dat er een overzichtelijk aanbod in de kasten staat. Hierdoor blijft het voor de kinderen overzichtelijk en doordat het materiaal afwisselend wordt aangeboden, worden ze uitgedaagd ook regelmatig met iets anders te spelen. Ook de hal is een speelplek. Hier kunnen de kinderen net weer ander spel spelen dan in de groep omdat er meer ruimte is. Ook kunnen de kinderen, als de deuren open staan, in de andere groepsruimte spelen en op ontdekking gaan met de andere kinderen, in andere hoeken en nieuw materiaal ontdekken. Voor de baby's is een speciale grondbox waar de kinderen de ruimte hebben om in een afgeschermde plek op ontdekking te gaan en lekker te bewegen en spelen. We leggen regelmatig meerder jonge kinderen bij elkaar zodat ze van elkaar kunnen genieten en elkaar nadoen of vermaken. We kiezen er buiten soms voor helemaal geen materiaal (bijvoorbeeld fietsjes) aan te bieden zodat kinderen gebruik gaan maken van wat ze buiten vinden en zelf een spel bedenken. Bij het vrijspelen volgen we het spel van de kinderen. Soms spelen we met de kinderen mee. Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld andere kinderen ook bij het spel betrekken of kinderen helpen hun spel uit te breiden. Als kinderen bijvoorbeeld regelmatig treintje spelen kan de pedagogisch medewerker ook instappen en vragen: "waar gaan we vandaag naar toe? Rijdt je ook mee..., we gaan naar....... " of op de grond gaan zitten en met de jongste kinderen een bal spelletje doen of als ze rond lopen met de blokken samen torens gaan bouwen die het kind kan omgooien. 5.2 Activiteiten aanbod Naast het vrije spel hebben we momenten waarin we verschillende activiteiten in groepsverband of individueel aanbieden. We proberen het activiteitenaanbod gevarieerd en
5 6
Zie B4.5.2.9 Beleid t.a.v. zieke kinderen.en P2.1.3 Medicijnverstrekking door pm. Zie P4.5.2 Opendeuren KDV en BSO bij toepassing opendeuren beleid.
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 11 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
leeftijdadequaat aan te bieden. Daarbij houden we ook rekening met de verschillende interesses en behoeften die jongens en meisjes kunnen hebben. We bieden regelmatig de activiteiten aan rondom thema's. Bij de keuze van het thema sluiten we aan bij de belevingswereld van de kinderen. Binnen het thema bieden we activiteiten die aanspraak maken op alle ontwikkelingsgebieden van de kinderen (cognitief, taal, sociaal, emotioneel, moreel, motoriek, communicatief, creatief/ fantasie). Activiteiten zijn o.a. voelen, plakken, verven, knippen, zingen, vertellen, kleien, verkleden, dansen, voorlezen. We zorgen er voor dat de kinderen zich veilig voelen en veel plezier hebben. Hierdoor zullen ze uitgedaagd worden mee te doen en op ontdekking te gaan waardoor ze in hun ontwikkeling kunnen groeien. Bij de activiteiten laten we de kinderen zoveel mogelijk ervaren, ontdekken en zelf doen wat ze aan kunnen of leuk vinden en zijn we niet gericht op het resultaat. Het plezier en het ontdekken van het materiaal en eigen talenten staan centraal. Uiteraard weten we dat kinderen en ouders het leuk vinden om af en toe een "werkje" mee naar huis te nemen, hier houden we rekening mee maar dit is echter nooit ons hoofddoel. Met moederdag en vaderdag zullen we aandacht besteden aan een attentie maar dit vooral een werkje van de kinderen laten zijn. Hierdoor zullen we alleen met die kinderen een attentie maken die dit kunnen. We bieden ook af en toe bewust een activiteit aan waarbij de kinderen samen een werkstuk maken bijvoorbeeld een groot schilderwerk. Hiermee stimuleren we de samenwerking en sociale ontwikkeling. Bij baby's ligt het activiteiten aanbod veel meer in het samen zingen, boekjes lezen, samen ontdekken en schootspelletjes. Zodra het kind openstaat om materialen te ontdekken / knutselen zal het altijd mee mogen doen. We stimuleren de kinderen deel te nemen aan gerichte activiteiten maar als ze echt niet willen respecteren we de keuze van het kind. Op sommige momenten als het rustig is hebben we de mogelijkheid om eens een uitstapje te maken. Meestal is dat dan een uitstapje in de buurt, bijvoorbeeld wandelen met de bolderkar. Bijzondere momenten Aan bepaalde gebeurtenissen in het leven van de kinderen besteden we bijzondere aandacht. Als een kind jarig is maken we daar natuurlijk een feestje van. Het kind mag trakteren op de groep, we zingen liedjes en mag het kind een feestmuts op, die het eerst zelf versierd heeft. Denk bij het trakteren niet aan grote dingen, de kinderen zijn nog klein en wij stellen het op prijs als het een traktatie is met niet teveel suiker. Voor suggesties kunnen ouders bij de pedagogisch medewerkers terecht. Ook nemen we afscheid van een kind dat overgaat naar school of vieren we de geboorte van een broertje of zusje. Een bijzonder moment kan ook een verdrietige gebeurtenis zijn, zoals het overlijden van een opa of oma. We besteden hier aandacht aan, afgestemd op de behoefte van het betreffende kind en de anderen kinderen in de groep.
H6. Dagritme en overgangsmomenten Wij houden globaal een dagritme aan, met dagelijks terugkerende activiteiten en rituelen. Dit biedt kinderen emotionele veiligheid: het ritme is voorspelbaar en daarmee vertrouwd. De kinderen weten wat er gaat gebeuren en kunnen hierop inspelen. Wij spelen bij de jongste kinderen zoveel mogelijk in op hun behoefte en nemen het ritme zoals dat thuis wordt gevolgd zo goed mogelijk over. In sommige gevallen zal het wellicht iets aangepast moeten worden, mocht dit nodig zijn zal het altijd in overleg met ouders gaan. Langzaam aan, meegroeiend met de kinderen, zal het kind meegaan in het vast dagritme met tafel momenten, verzorging en spelen. Zo groeien we langzaam naar vaste momenten: de kring rond half 10 waar we fruit eten en wat drinken. Vrij spelen/ een activiteit of slapen W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 12 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
voor de kinderen die nog twee keer slapen. De lunch rond half12. Het slapen van de peuters rond 1 uur. Rond half 4 gaan we nog een keer aan tafel om te drinken en een koekje te eten. Vanaf half 5 kunnen de ouders weer komen om hun kind op te halen. Als de kinderen groter zijn gebeuren verschillende activiteiten vaak in groepsverband of we splitsen de groep in kleine groepjes om de kinderen meer aandacht, rust en ruimte te geven om tot spel te komen. Uiteraard zijn er bijzondere omstandigheden, sommige kinderen hebben andere behoeften, daarmee houden we uiteraard rekening. We kijken dan ook echt naar het individuele kind en houden daarover ook nauw contact met ouders. Verder zijn er op de dag ook verschillende overgangsmomenten, zo zijn er momenten van spelen/opruimen, verzorging, eten/drinken en rusten. Bij veel van deze overgangsmomenten gebruiken we bijvoorbeeld een liedje, zetten we dagritmekaarten in (dezelfde pictogrammen en dagkleuren als op school gebruikt worden) of geven we aan dat we het spel gaan afronden om te gaan opruimen,gaan eten of slapen. Bij alle momenten en voor alle kinderen geldt dat er wordt verteld wat we gaan doen, het is dus nooit een verrassing; zeggen wat je doet en doen wat je zegt. Zo zal de baby die in een wippertje zit nooit zomaar gepakt worden maar vertelen we dat ze opgepakt wordt om bijvoorbeeld een schone luier te krijgen. Op de dag hebben de pedagogisch medewerker een pauze moment waarop ze de groep verlaten. Ook zijn er kinderen die niet de hele dag maar een halve dag bij ons komen. We zullen voor de kinderen deze momenten zo rustig mogelijk laten verlopen en daarbij heel duidelijk aangeven wat er gaat gebeuren. De haalmomenten zijn voor sommige kinderen moeilijk omdat ze misschien ook al hun eigen moeder of vader verwachten. De teleurstelling kan er zijn, maar door duidelijk met de kinderen erover te praten en de situatie uit te leggen weten de kinderen goed waar ze aan toe zijn. Dit is ook de reden dat we vaste haal en brengtijden hanteren. H7. Taal en communicatie 7.1 Interactie groep en individueel We nemen bewust de tijd om met de kinderen te praten en luisteren. We praten op kind niveau maar niet kinderachtig. Er wordt veel met de kinderen gesproken, zo bouwen ze aan hun woordenschat en leren ze met de tijd de juiste zinnen vormen. Door met ze te praten over bijvoorbeeld groot en klein leren ze ook de betekenis van het woord, dit alles wordt spelenderwijs gebracht. Er wordt dus ook veel gezongen, gelezen en heel veel benoemd, eigenlijk op elk moment van de dag, de medewerkers doen het voor maar kinderen kijken het ook van elkaar af. Dat is het voordeel van groepsverband, als je het nog niet helemaal snapt dan kan je het nadoen. Door veel te prijzen hoe goed het kind of de groep het doet, leren kinderen. Als we kinderen aanspreken doen we dit gericht naar het kind en roepen niet door de ruimte. Activiteiten, liedjes, boekjes versjes worden bewust ingezet om de taalontwikkeling te stimuleren. In de groep leren we kinderen te luisteren naar elkaar en stimuleren ze zelf te praten met elkaar. Omdat kinderen vaak nog niet goed hun emoties kunnen verwoorden helpen wij ze daarbij. Alle gevoelens mogen er zijn en zullen we ruimte voor geven. 7.2 Belonen, corrigeren en conflicten Bij de Nieuwe wereld vinden we het belangrijk dat de kinderen op een positieve manier gestimuleerd worden. Kinderen hebben behoefte aan aandacht, aandacht in het algemeen, dus negatieve aandacht is ook aandacht. Door vooral positief te reageren op positief gedrag en negatief gedrag zoveel mogelijk te negeren zullen kinderen vaker positief gedrag vertonen. Wij zetten een compliment ook in om een ander kind tot het gewenste gedrag te krijgen. Bijvoorbeeld als de kinderen moeten opruimen, drie kinderen spelen door. In plaats van W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 13 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
hierop te reageren geven wij het kind dat aan het opruimen is een compliment: "Wat ben jij keurig aan het opruimen zeg, jij kan goed helpen!" Over het algemeen zijn er al snel meer kinderen die gaan opruimen, ook zij krijgen een compliment: "heel goed hoor... jij ruimt de duplo keurig op." Tenslotte geven we de kinderen die nog niet opruimen een taakje. "Wil jij de dieren allemaal in deze bak doen?" Peuters proberen veel uit en moeten vaak nog leren waar grenzen liggen. Wij onderbreken kinderen op een rustige, positieve manier en geven aan welk gedrag we wel willen zien, bijvoorbeeld een kind gooit met een auto We corrigeren met: "kijk de auto gaat naar de garage rijden, kun jij dat ook?" in plaats van " je mag niet gooien met de auto". Uiteraard zullen we in sommige gevallen ook moeten corrigeren, dus moeten uitspreken waarom iets echt niet mag, bijv. als de situatie gevaarlijk is of kinderen elkaar pijn doen. We zullen dan op ooghoogte van het kind gaan zitten en uitleggen waarom iets niet mag en/ of waarom het gevaarlijk is. Als het gedrag aanhoud zal het kind even worden afgezonderd van de situatie, hij of zij mag dan even niet meer meedoen. Uiteraard zullen wij na dit moment met het kind praten en uitleggen waarom het even apart moest zitten. Als er een kleine ruzie ontstaat, zal de pedagogisch medewerker eerst kijken of de kinderen, dit is afhankelijk van de leeftijd, het zelf kunnen oplossen. Mocht dat niet zo zijn dan zal de pedagogisch medewerker erbij gaan zitten op ooghoogte om het conflict te bespreken, met de kinderen zoekt ze naar een oplossing en het weer goed met elkaar maken. De betekenis van het woord 'sorry' is voor kinderen onduidelijk. We zullen dan ook eerder aangeven dat de kinderen elkaar even een kusje of een knuffel geven om het weer goed te maken en duidelijk aan te geven dat het weer goed is. Dit geldt ook voor het kind en de pedagogisch medewerker, als het kind is gecorrigeerd en de situatie is besproken, dan zal de pedagogisch medewerker het kind ook knuffelen om aan te geven dat het weer goed is en zij zal dan ook benoemen niet meer boos te zijn. Thuis kunnen de regels om omgangsvormen anders zijn dan op de speelzaal. Kinderen kunnen hier vaak goed mee omgaan. We geven geen waardeoordelen over hoe thuis wordt opgevoed. Als thuis en de opvang zo anders zijn dat kinderen er last van hebben bespreken we dit met de ouders. H8. Samenspelen en samenleven Kinderdagopvang is groepsopvang, kinderen ontmoeten elkaar en leren met elkaar omgaan, elkaar nadoen, elkaar corrigeren, samen delen, leren wachten op elkaar, rekening houden met een ander en dat er rekening wordt gehouden met jou. Op de Dalton kernwaarde samenwerken maar ook zelfredzaamheid zal veelvuldig aangesproken worden. Er wordt naast elkaar gespeeld en samen gespeeld. Kinderen geven vaak zelf aan wat ze willen en hoe ze het willen, zo zoeken ze elkaar soms op maar kiezen er ook voor om even rustig alleen te spelen. We houden rekening met de wensen van de kinderen en zo krijgen ze de ruimte aan te geven wat ze willen. We stimuleren wel het samen spelen, zo leren ze omgangsvormen en hun eigen grenzen aan te geven. Daarbij hoort ook dat we speelgoed delen, het is immers van de opvang en nooit genoeg om ieder een stuk van hetzelfde te geven. Bijvoorbeeld samen een trein maken en hoe verdeel je dan de treintjes of zorg je dat je ook een treintje krijg als je vriendje alles heeft. We zien dat sommige kinderen een leidende rol hebben en sommige kinderen een volgende rol. Als dit problemen in het spel met zich mee brengt praten we erover en vragen de kinderen om naar elkaar te luisteren en zo samen tot een oplossing te komen. Bij de kleine kinderen doen we dat door het gevoel te verwoorden en de verwachtingen uit te spreken. Tijdens deze momenten leren de kinderen algemene omgangsvormen, zo leren ze dat je aardig en netjes blijft en je met elkaar praat. Uiteraard doen niet alle kinderen dit meteen maar daardoor leren we ook hoe we om moeten gaan met ruzie en boosheid. De rol van de pedagogisch medewerker is in veel gevallen het gevoel verwoorden, helpen bemiddelen en de sfeer positief houden. Ook doen we regelmatig groepspelletjes om sociaal gedrag en samenwerken te oefenen en leren. W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 14 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
Peuters willen graag zelf inbreng hebben en zelf bepalen. We respecteren deze ontwikkeling maar begrenzen deze ook. Als we aan tafel gaan en een kind wil nog door spelen kunnen we wel een keuze geven bijvoorbeeld. "we gaan in de kring maar ik zie dat je nog door wilt spelen, je mag je auto op de kast of op de tafel neerzetten?" We geven de kinderen dan ook even tijd om na te denken en hun keuze te bepalen. We stellen bewust geen open vragen als het kind geen keuze heeft. Op deze manier geven we structuur en vergroten we hun eigen waarde en zelfredzaamheid. Het is namelijk belangrijk om beslissingen te kunnen nemen in het leven. Het is ook belangrijk dat de peuters fysiek de ruimte hebben om te bewegen, met elkaar maar ook naast elkaar en elkaar dan niet steeds in de weg zitten. De indeling van de ruimte is hierop aangepast. We leren de kinderen zorgvuldig met materiaal om te gaan en ruimen samen op als we klaar zijn. H 9. Inrichting 9.1 Binnen Op de groepen maken we gebruik van verschillende warme kleuren met als doel een warme gezellige uitstraling te creëren, hierbij houden we er ook rekening mee dat de ruimte rust uitstraalt en er balans is tussen niet te veel prikkels en uitdagen tot spelen. Bij het inrichten van de groepen houden we rekening met de leeftijden van de kinderen en het ontwikkelingsniveau. Op iedere groep zijn meerdere speelhoeken gecreëerd. Verder zorgen we dat elk ontwikkelingsgebied kan worden ontwikkeld. De groep is ingedeeld om kinderen te prikkelen en nieuwsgierig te maken. De grondbox geeft de jongere kinderen een afgeschermd stuk je om vrij te bewegen en spelen zonder dat ze gestoord worden door de wat oudere kinderen. We vinden het belangrijk dat de ruimte veilig is en tegelijk ook uitdagingen biedt. We hebben de ruimte zo ingericht dat kinderen veel dingen zelf kunnen, het speelgoed staat in kieskasten of is zichtbaar zodat ze erom kunnen vragen. Daarnaast leven we nauwkeurig alle voorschriften rondom veiligheid en gezondheid na zoals de GGD en de Brandweer ons voorschrijven. De nieuwsgierigheid prikkelen we door speelgoed te hebben wat niet voor het pakken ligt maar af en toe op tafel komt. We ruilen eventueel het speelgoed met de andere groep om zo afwisseling aan te bieden. Als blijkt dat een bijna 4 jarige toch nog meer uitdaging nodig heeft hebben we de mogelijkheid om speelgoed bij la Niña te lenen. Naast de groepsruimte kunnen kinderen ook gebruik maken van de gezamenlijke speelhal waar juist weer ander materiaal staat om te spelen. De kinderen kunnen zelfstandig de groepsruimte verlaten om naar de gang of het toilet te gaan als de deur open staat. We leren de kinderen hiermee om te gaan. Als we naar een ander ruimte in het pand gaan doen we dit altijd onder begeleiding van de pedagogisch medewerker. We leggen de kinderen uit wat we gaan doen en hoe we daar naar toe gaan, eventueel gebruiken we de samen op stap lijn om de kinderen houvast te bieden en bij elkaar te houden. 9.2 Buiten We proberen elke dag even buiten te spelen, kinderen hebben de frisse lucht en de beweging nodig. Daarnaast biedt het ook weer andere mogelijkheden: je kunt er rennen, in de zandbak spelen, fietsen en schreeuwen. Buiten kom je insecten tegen en planten en bomen en leren we de kinderen te zorgen voor alles dat leeft. Er wordt buiten gespeeld op het afgeschermde deel van het plein. Hier spelen ook de kinderen van de peuterspeelzaal en in overleg de bso kinderen. Hierdoor kunnen de kinderen ook met hun grote broer of zus spelen als deze uit school is. We hebben een grasveldje met een boomstam, wilgenboshuisje, er is een zandbak en afgeschermd hoekje voor de jongste kinderen. Volop mogelijkheden om te ontdekken, klimmen, fietsen, rennen, scheppen, samen spelen en ga zo maar door. W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 15 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus
Recensie ouder: http://www.beste-kinderdagverblijf.nl/ 8,3
F. Gezellig, geborgen en goed georganiseerd 30 september 2012 | Jenny Peters | Periode van: 12-2011 tot: heden Dit KDV is pas eind 2011 van start gegaan, maar wel met naar mijn gevoel de beste leidsters uit de regio. Het is er gezellig, de kinderen worden goed gestimuleerd in hun ontwikkeling en er heerst een fijne ongedwongen sfeer. Het KDV gaat mee in de leer van Dalton-onderwijs, passend bij de basisschool die in hetzelfde gebouw zit. Dat betekent dat de leerlingen veel vrijheid krijgen, binnen een duidelijke set gedrags- en omgangsregels. Daar gedijen mijn dochters erg goed op! Ook voor de ouders is voldoende aandacht bij de breng- en haalmomenten aangevuld met oudergesprekken, evaluaties, nieuwsbrieven en een open deur beleid. Ik en mijn dochters voelen ons prima op ons plek hier! Pluspunten: Prettige sfeer, Veel ruimte, Lieve leid(st)ers, Goede communicatie, Veel naar buiten, Verticale groepen, Veel vrijheid / zelfstandigheid kinderen
W 4.5.1.1 Pedagogisch werkplan de Nieuwe wereld
Pagina 16 van 16
Locatie:KDV Campus Columbus