De Japanse vrouw:
Slachtoffer van het westers schoonheidsideaal
Bachelorthese Sociale Psychologie Naam: Carian Thus Collegekaartnummer: 0580449 Inleverdatum: 13 augustus 2008 Begeleider: Helma van de Berg Aantal woorden: 8.012
Samenvatting – Blootstelling aan het westers schoonheidsideaal in de media is niet alleen een probleem in de westerse wereld, maar ook in Japan. Japanse vrouwen hebben het westers schoonheidsideaal geïnternaliseerd en vergelijken zichzelf met westerse modellen om hun eigen aantrekkelijkheid in te schatten. Dit heeft echter negatieve consequenties voor tevredenheid met het zelf en het lichaam, doordat deze vrouwen grote discrepantie ervaren. De oorzaak voor de internalisatie van een ander schoonheidsideaal kan gelegd worden bij de combinatie van de collectivistische cultuur met de invloed van de media. Aandacht voor deze ontwikkeling is gewenst.
2
Inhoudsopgave
Inleiding
Blz. 4
Paragraaf 1: lichaamsontevredenheid en de invloed van de media
Blz. 6
Paragraaf 2: lichaamsontevredenheid, discrepantie en de invloed van cultuur
Blz. 13
Conclusie
Blz. 19
Onderzoeksvoorstel
Blz. 22
Literatuur
Blz. 26
3
Inleiding Op het werk, in een winkel, tijdens een verjaardag; met vrienden, collega’s of een onbekende voorbijganger. Elke situatie en ieder persoon kan aanleiding geven tot het maken van een sociale vergelijking, waarbij sociale informatie wordt verwerkt en belangrijke details kunnen worden gerelateerd aan het zelf (Mussweiler, Rüter & Epstude, 2004). Het lijkt erop dat wij van nature geneigd zijn om anderen te evalueren, met name in onzekere situaties waarin normen of standaarden onduidelijk zijn. Een ander kan als referentiepunt dienen om meer kennis te vergaren over wat “gewoon” of gemiddeld is, om vervolgens je eigen positie in te kunnen schatten aan de hand van een subjectief gevormde norm (Mussweiler, 2003).
Een sociale vergelijking kan gevolgen hebben voor het zelfbeeld, doordat het beïnvloedt welke zelfkennis toegankelijk is en dit kan vervolgens als basis dienen voor de evaluatie van het zelf in algeme zin (Mussweiler et al., 2004). Er kan dan sprake zijn van een positief of juist een negatief effect, wat er grotendeels van afhangt of de sociale vergelijking resulteert in assimilatie of contrast. Bij assimilatie ligt de focus op de gelijkenissen tussen het zelf en de ander, en zal een opwaartse vergelijking resulteren in een positieve zelfevaluatie en een neerwaartse vergelijking tot een negatieve zelfevaluatie. Een contrast effect treedt op wanneer iemand let op verschillen tussen het zelf en de ander. In deze situatie zal een opwaartse vergelijking leiden tot een negatieve zelfevaluatie en een neerwaartse vergelijking met een positieve zelfevaluatie (Mussweiler et al. 2004; Jones & Buckingham, 2005).
Een duidelijk voorbeeld van een sociale vergelijking die vaak wordt gemaakt, met name door vrouwen, is de vergelijking op basis van het uiterlijk. Wie is mooi? Wat is aantrekkelijk? Ben ik aantrekkelijk? Wat iemand mooi of aantrekkelijk vindt lijkt heel subjectief, maar er is duidelijk bewijs dat er een gemeenschappelijke voorkeur bestaat voor bepaalde uiterlijke eigenschappen (Kowner & Ogawa,1993). Vaak wordt de oorzaak gelegd bij evolutionaire factoren, maar ook de invloed van cultuur speelt een rol. Uit een dergelijke gemeenschappelijke voorkeur kan een ideaalbeeld ontstaan, die per tijdsperiode en cultuur kan verschillen, en door mensen gebruikt wordt om zichzelf mee te vergelijken (Kowner, 2002). Tegenwoordig is het uiterlijk echter belangrijker dan ooit, met als gevolg dat er steeds meer sociale druk wordt ervaren om er goed uit te zien.
4
De media speelt een belangrijke rol bij de verspreiding van schoonheidsidealen en maakt handig gebruik van de gevoeligheid van de consument voor identificatie met mooie mensen. Vooral in westerse landen is dit fenomeen duidelijk aanwezig. De media projecteert voornamelijk geïdealiseerde afbeeldingen van mensen op de consument, wat ervoor zorgt dat consumenten door sociale vergelijking percepties vormen, waaruit een standaard ontstaat waar de consument naar toe gaat streven (Luther & Nentl, 2001). Het probleem is echter dat het huidige westerse schoonheidsideaal niet overeenkomt met de gemiddelde westerse vrouw, met tot gevolg dat vrouwen overgaan tot een opwaartse vergelijking met een ideaalbeeld, waar zij vaak niet aan voldoen.
De invloed van de media is echter niet alleen merkbaar in westerse landen. Door de verschuiving van het economische zwaartepunt hebben de normen van de westerse cultuur en daarmee ook het westerse schoonheidsideaal zijn grenzen overschreden. Tegenwoordig komen ook in andere delen van de wereld vrouwen in aanraking met afbeeldingen van westerse modellen. Een belangrijk voorbeeld is Japan, een land waar sinds de tweede wereldoorlog een grote modernisering heeft plaatsgevonden en de westerse cultuur duidelijk zijn stempel heeft gedrukt. Het westerse schoonheidsideaal is hier dan ook aanwezig in tijdschriften, reclames en advertenties en staan Japanners dus dagelijks bloot aan aantrekkelijke westerse modellen. Deze blootstelling is echter niet zonder gevolgen. Zo is gebleken dat Japanse vrouwen net als westerse vrouwen gevoelig zijn voor dit ideaalbeeld, en dat deze vrouwen de westerse modellen als relevant referentiepunt zien om zichzelf aan te spiegelen, ondanks dat hun uiterlijk erg afwijkt. (Darling-Wolf, 2003) Zoals eerder genoemd kan deze opwaartse vergelijking tot een contrast effect leiden en het zelfbeeld negatief beïnvloeden.
In deze paper zal een antwoord worden gezocht op vragen omtrent het fenomeen dat Japanse vrouwen worden geconfronteerd met het westers schoonheidsideaal in de media. Hoe reageren deze vrouwen hierop, in welke mate vergelijken zij zichzelf met deze geïdealiseerde modellen en wat zijn hier de gevolgen van?
5
Om eerst duidelijk te krijgen of deze vrouwen negatief worden beïnvloedt door blootstelling aan het westers schoonheidsideaal in de media, zal in de eerste paragraaf aandacht worden besteed aan het zelf- en lichaamsbeeld van Japanse vrouwen in vergelijking met dat van westerse vrouwen en zal vervolgens gekeken worden in hoeverre vergelijking met westerse modellen in de media hierop van invloed kan zijn. In de tweede paragraaf zal ingegaan worden op het verklaren van het fenomeen dat Japanse vrouwen gevoelig zijn voor vergelijking met het westerse schoonheidsideaal en waarom dit een negatieve uitwerking kan hebben op het zelfbeeld. Hierbij zal ook aandacht worden besteed aan de invloed van de Japanse cultuur. Uiteindelijk wordt een conclusie gepresenteerd over de bevindingen die naar voren zijn gekomen uit beide paragrafen. Interessant is om tot slot na te gaan in hoeverre de resultaten relevant zijn voor de westerse cultuur. Zou de Japanse situatie een voorspellende waarde kunnen bevatten voor de toekomst in de westerse cultuur? Het westerse ideaalbeeld ligt op het moment nog enigszins in het bereik van de gemiddelde westerse vrouw, maar zal dat over een aantal jaar nog zo zijn? Door gebruik van computerprogramma’s worden afbeeldingen van modellen steeds meer bewerkt, met als gevolg dat de uiteindelijke afdruk geen realistische weergave meer is van hoe het model er daadwerkelijk uitziet. Dit fenomeen zou er voor kunnen zorgen dat het westerse ideaalbeeld in de toekomst ook voor westerse vrouwen totaal onbereikbaar kan worden. Zal de situatie vergelijkbaar zijn met dat in de collectivistische Japanse cultuur? Een interessant punt om later op terug te komen en mee af te sluiten.
Paragraaf 1
Lichaamsontevredenheid en de invloed van de media
Hoe positief of negatief vrouwen zichzelf evalueren kan gerelateerd zijn aan hoe tevreden zij zijn met hun uiterlijk. Hoeveel invloed het uiterlijk heeft op het zelfbeeld heeft meestal te maken met hoe belangrijk het voor een vrouw is om er goed uit te zien. Het is dan ook niet raar dat wat betreft lichaamstevredenheid grote culturele verschillen gevonden worden. In de ene cultuur wordt namelijk meer waarde gehecht aan een mooi voorkomen dan in de andere cultuur. Verondersteld kan worden dat hoe meer belang vrouwen in een bepaalde cultuur plaatsen bij hun uiterlijk, hoe meer negatieve invloed ontevredenheid met het lichaam op het globale zelfbeeld zal hebben. 6
In de westerse cultuur is het een bekend fenomeen dat het belangrijk wordt gevonden om er goed uit te zien. In welke mate speelt dit in Japan? En in welke cultuur zijn vrouwen meer tevreden met zichzelf en hun lichaam, in Japan of in westerse landen?
Naar cultuurverschillen in zelfbeeld en lichaamstevredenheid wordt regelmatig onderzoek gedaan. Zo werd in een onderzoek gekeken naar het body-esteem van Japanse vrouwen, in vergelijking met dat van Amerikaanse vrouwen (Kowner, 2002). Onder body-esteem vallen alle zelfevaluaties die gemaakt worden ten aanzien van het lichaam, wat bepaald hoe tevreden iemand is met zijn lichaam. Body-esteem is gerelateerd aan meerdere zelfconcepten, zoals het globale lichaamsbeeld en de algemene zelfwaardering. Belangrijk was de vraag of er culturele verschillen zijn in body-esteem. Aan de proefpersonen werd gevraagd een vragenlijst in te vullen om het body-esteem vast te kunnen stellen. De basis van deze test was het beoordelen van verschillende onderdelen en functies van het lichaam, zoals benen, gezicht en lichaamsgeur. Analyses van de ingevulde vragenlijsten door Japanse en Amerikaanse proefpersonen werden vergeleken en lieten zowel overeenkomsten als verschillen zien. Zo kwam in de uitkomsten van de testen naar voren dat vrouwen in beide culturen zich bewust bezig houden met hun lichamelijke aantrekkelijkheid, maar dat er een duidelijk verschil is in de mate van lichaamstevredenheid tussen de twee groepen vrouwen. In de Japanse cultuur werd namelijk een significant lager body-esteem gevonden, in vergelijking met dat van Amerikaanse vrouwen. Volgens de onderzoeker is het lage body-esteem onder andere het gevolg van de opkomst van het westerse schoonheidsideaal in de Japanse media.
Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek kan gezegd worden dat voor Japanse en Amerikaanse vrouwen het uiterlijk belangrijk is voor het zelfbeeld, maar dat Japanse vrouwen minder tevreden zijn met hun lichaam dan Amerikaanse vrouwen. Dit verschil in tevredenheid wordt in het besproken onderzoek gelegd bij de verspreiding van het westerse ideaalbeeld in de media. Op welke manier kan de media invloed uitoefenen op het ontstaan van lichaamsontevredenheid bij vrouwen?
Tegenwoordig wordt regelmatig gesproken en geschreven over de manier waarop het westerse schoonheidsideaal geportretteerd wordt in de media. Westerse modellen worden geassocieerd met mooie spullen, succes en geluk, door de manier waarop zij worden afgebeeld. Echter staat het uiterlijk van deze aantrekkelijke vrouwen ver af van het gemiddelde voorkomen van de westerse vrouw. 7
Meisjes en vrouwen worden dus geconfronteerd met een schoonheidsideaal waar zij vaak niet aan voldoen en dit zou schadelijk kunnen zijn voor de manier waarop zij hun eigen uiterlijk evalueren. Hoe komt deze negatieve invloed tot stand?
Een verhelderend onderzoek richtte zich op het effect van blootstelling aan geïdealiseerde afbeeldingen in de media op het ontstaan van lichaamsontevredenheid bij vrouwen (Tiggemann & McGill, 2004). Speciale aandacht werd besteed aan de rol van sociale vergelijkingsprocessen. Verwacht werd dat het maken van sociale vergelijkingen met geïdealiseerde afbeeldingen lichaamsontevredenheid tot gevolg heeft, met name bij vrouwen die meer geneigd zijn tot het maken van sociale vergelijkingen. Aan de hand van een vragenlijst werden de volgende variabelen gemeten: de mate van media consumptie, neiging tot vergelijken en de mate van internalisatie van schoonheidsidealen. Vervolgens werd de mate van lichaamsontevredenheid vastgesteld. Tijdens het experiment kregen de proefpersonen de opdracht tijdschriftafbeeldingen van westerse modellen te beoordelen aan de hand van een vragenlijst. Tot slot werd opnieuw de mate van lichaamsontevredenheid gemeten, evenals de mate van sociale vergelijking. De resultaten laten zien dat wanneer een vrouw wordt blootgesteld aan een afbeelding van een westers model, de hoeveelheid waarin zij zich focust op het uiterlijk van het model en de mate waarin zij zichzelf vergelijkt met het model lichaamsontevredenheid voorspelt. De mate van sociale vergelijking wordt volgens de uitkomsten voorspelt door een individuele geneigdheid tot het maken van sociale vergelijkingen. Blootstelling aan het westerse schoonheidsideaal lijkt dus vooral lichaamsontevredenheid tot gevolg te hebben, wanneer vrouwen zichzelf in grote mate vergelijken met westerse modellen. Door de onderzoekers wordt gesuggereerd dat de een meer geneigd is tot het maken van sociale vergelijkingen dan de ander. Waar zal dit aan liggen?
In een onderzoek wordt de mate waarin iemand zichzelf waardeert, oftewel het niveau van self-esteem, als moderator aangewezen voor het effect van sociale vergelijking op het lichaamsbeeld van vrouwen (Jones & Buckingham, 2005). Self-esteem wordt gezien als een concept dat nauw samenhangt met de mate waarin iemand tevreden is met zichzelf en het lichaam, en volgens de onderzoekers zou dit de gevoeligheid voor sociale vergelijkingen beïnvloeden.
8
Aan de vrouwen die meewerkten aan het onderzoek werd een foto gegeven van een zeer aantrekkelijk of weinig aantrekkelijk persoon, waarna gevraagd werd zichzelf te vergelijken met de persoon op de foto en aan te geven in hoeverre overeenkomsten werden ervaren. Vervolgens werd aan de hand van vragenlijsten het body-esteem vastgesteld, evenals de mate van internalisatie van het schoonheidsideaal, wat belangrijk is voor de zelfwaardering en hoeveel gelijkheid de proefpersoon ervoer met de persoon op de foto. De resultaten laten zien dat vrouwen met een laag self-esteem het schoonheidsideaal in grotere mate geïnternaliseerd hadden en dat zij dit een belangrijker onderdeel vonden voor hun zelfwaardering, dan vrouwen met een hoge zelfwaardering. Volgens de onderzoekers heeft een hoge of lage zelfwaardering invloed op de mate waarin iemand zichzelf vergelijkt met een mooier persoon. Mensen met een lage zelfwaardering zijn vaak onzeker over hun lichaam en zijn daardoor meer geneigd zichzelf te spiegelen aan iemand die zij als mooier ervaren om hun eigen aantrekkelijkheid in te schatten. Door een ander onderzoek wordt hieraan toegevoegd dat wanneer mensen met een laag self-esteem deze opwaartse vergelijking maken dit niet zonder gevolgen verloopt (Mussweiler, Gabriel & Bodenhausen, 2000). De onderzoekers geven aan dat deze mensen minder goed in staat zijn om zichzelf te distantiëren van een vergelijkingstarget en proberen doormiddel van een sociale vergelijking er achter te komen welke overeenkomsten zij hebben met de ander. Uiteindelijk leidt dit alsnog tot het accentueren van het negatieve. Iemand met een hoog self-esteem is in staat zijn zelfbeeld te beschermen tegen de vergelijking met een mooier persoon, door de ander los te zien van de eigen sociale identiteit.
Uit de onderzoeken komt dus naar voren dat wanneer vrouwen zichzelf vergelijken met het westers ideaalbeeld dit de tevredenheid met het eigen lichaam negatief kan beïnvloeden. Hierbij kan de hoeveelheid zelfwaardering bepalend zijn voor de mate waarin iemand geneigd is sociale vergelijkingen te maken met westerse modellen in de media, maar ook op de grote van het effect dat de vergelijking heeft op het lichaamsbeeld.
9
Sociale vergelijking en lichaamsontevredenheid
De eerder besproken onderzoeken zijn uitgevoerd met behulp van vrouwen uit een westerse cultuur. Nu duidelijk is dat westerse vrouwen negatief kunnen worden beïnvloedt wanneer zij zich vergelijken met geïdealiseerde modellen in de media, is een volgende vraag in hoeverre Japanse vrouwen gevoelig zijn voor het maken van sociale vergelijkingen met westerse modellen in de media. Staan deze vrouwen met een ander uiterlijk te ver van hun af, of gebruiken zij deze modellen ook om zichzelf mee te vergelijken?
In een onderzoek werd onderzocht in hoeverre Japanse tienermeisjes zichzelf vergelijken met westerse modellen in tijdschriften (Luther & Nentl, 2001). Er werd gebruik gemaakt van een vragenlijst om de mate van sociale vergelijking te meten met modellen in advertenties. Daarbij werden ook vragenlijsten afgenomen die het publieke zelfbewustzijn en self-esteem mat, omdat verwacht werd dat deze variabelen van invloed zouden zijn op de neiging tot sociale vergelijking. De resultaten lieten zien dat meer dan de helft van de Japanse meisjes zichzelf vergelijken met westerse modellen in advertenties, met name de meisjes die zich meer zorgen maken over hoe ze op anderen overkomen. Volgens de onderzoekers laat dit zien dat het maken van vergelijkingen met een ideaalbeeld niet voortkomt uit de behoefte van Japanse meisjes zich beter te voelen over zichzelf, maar eerder uit de behoefte geaccepteerd te worden door hun sociale omgeving. Overeenkomstig met de hiervoor besproken onderzoeken lijkt het zo te zijn dat vooral de Japanse meisjes met een laag self-esteem zichzelf vergelijken met westerse modellen, omdat zij onzeker zijn over hoe ze op anderen overkomen. Houdt de behoefte aan sociale goedkeuring dan ook verband met meer lichaamsontevredenheid?
De relatie tussen lichaamsontevredenheid en sociale goedkeuring was een uitgangspunt in een ander onderzoek (Mukai, Kambara & Sasaki, 1998). In het onderzoek waren zowel Japanse, als Amerikaanse proefpersonen opgenomen. Lichaamsontevredenheid en de behoefte aan sociale goedkeuring werd gemeten aan de hand van vragenlijsten. Verder werd de Body Mass Index (BMI) vastgesteld aan de hand van leeftijd, lengte en gewicht. Uit deze resultaten kwam tevens naar voren dat Japanse vrouwen meer ontevreden zijn met hun lichaam, dan Amerikaanse vrouwen, ook al waren deze vrouwen significant dunner. Voor Amerikaanse vrouwen voorspelde het BMI lichaamsontevredenheid, hoe groter het BMI hoe meer ontevredenheid met het lichaam.
10
Bij Japanse vrouwen was dit niet het geval, het BMI was geen predictor voor lichaamsontevredenheid, maar sociale goedkeuring. De onderzoekers geven aan dat de perceptie te zwaar te zijn meer invloed heeft op ontevredenheid met het lichaam, dan het daadwerkelijke gewicht. Het zou zo kunnen zijn dat Japanse vrouwen denken dat ze een betere indruk maken op anderen als ze dunner, of proberen om dunner te zijn. Zo werd door een onderzoek gevonden dat dunnere vrouwen meer gewaardeerd worden door Japanse mannen (Swami, Carprario, Tovee & Furnham, 2005). Uit de resultaten kwam naar voren dat Japanse mannen dunnere vrouwen aantrekkelijker vinden dan Britse mannen. Dit gegeven sluit aan op de zorgen om sociale goedkeuring bij Japanse vrouwen. Het zou zo kunnen zijn dat de omgeving van Japanse vrouwen oordeelt over hoe veel zij overeenkomen met het westers schoonheidsideaal wat betreft het figuur. Streven naar een ideaalbeeld dat wordt geportretteerd in de media lijkt voor Japanse vrouwen dus meer een sociaal proces, in die zin dat ze bewust bezig zijn met wat anderen mooi en aantrekkelijk vinden. Het lijkt zo te zijn dat deze vrouwen leven met de gedachte dat hoe meer ze aan het ideaalbeeld kunnen voldoen, hoe meer ze geaccepteerd zullen worden door hun sociale groep.
Al hoewel het zo lijkt te zijn dat zowel westerse als Japanse vrouwen zichzelf vergelijken met westerse modellen in de media, zijn er voor beide groepen vrouwen andere factoren aan te wijzen die spelen rondom het ontstaan van lichaamsontevredenheid. Zo hechten Amerikaanse vrouwen veel waarde aan hun BMI en bepaalt dat hoe tevreden ze zijn met hun lichaam. Japanse vrouwen vinden sociale goedkeuring belangrijker en laat dit een relatie zien met de mate van lichaamstevredenheid. Dit duidt op een duidelijk verschil in cultuur. In meerdere besproken onderzoeken zijn echter wel de twee culturen, individualistisch versus collectivistisch, met elkaar vergeleken wat betreft concepten die betrekking hebben op het zelfbeeld. Kan dat wel?
Vergelijking van twee culturen
Bij de besproken onderzoeken is veelal gebruik gemaakt van Amerikaanse testen om concepten als lichaamsontevredenheid en self-esteem te meten, maar meet de test wel dezelfde variabele bij Amerikaanse vrouwen, als bij Japanse vrouwen? Kun je wel de uitspraak doen dat de ene cultuur minder tevreden is met zijn lichaam, dan de andere cultuur op basis van dezelfde test? 11
De collectivistische en individualistische cultuur verschillen aanzienlijk. Het collectivisme staat bekend om saamhorigheid en harmonie, en is het gewenst om jezelf op de achtergrond te houden. In tegenstelling tot het individualisme waar het juist de gewoonte is om jezelf te uiten en je te onderscheiden van anderen. (Kowner, 2004) Dit verschil in de manier waarop individuen zich behoren te presenteren, zou kunnen impliceren dat het voor Japanse vrouwen niet gewenst is om aan te geven tevreden te zijn met het zelf en het lichaam. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat zij een vragenlijst op een sociaal wenselijke manier invullen, waardoor het niet zeker is of de Japanse vrouw echt ontevreden is met haar lichaam, of alleen deze indruk wilt wekken. De veronderstelling dat vergelijking met westerse modellen in de media lichaamsontevredenheid bij Japanse vrouwen tot gevolg heeft wordt hierdoor aan het wankelen gebracht.
Echter is ook onderzoek gedaan naar het voorkomen van lichaamsontevredenheid in andere collectivistische landen (Shih & Kubo, 2005). Zo werd de mate van lichaamsontevredenheid gemeten bij Japanse en Taiwanese studentes met een vragenlijst en werd per land de gemiddelde mate van lichaamsontevredenheid vastgesteld om een vergelijking te kunnen maken. Het resultaat liet zien dat Japanse vrouwen meer ontevreden zijn met hun lichaam dan Taiwanese vrouwen. In een ander onderzoek wordt zelfs gevonden dat Japanse vrouwen de minste waardering hebben voor hun lichaam in vergelijking met al hun Aziatische buren (Kowner, 2002). Chinese vrouwen zijn volgens dit onderzoek het meest tevreden met hun lichaam. Deze bevindingen laten zien dat het collectivistische denkbeeld niet kan verklaren dat Japanse vrouwen het meest ontevreden zijn met hun lichaam. Vrouwen uit andere collectivistische landen geven immers wel aan tevreden te zijn met hun lichaam. Dit geeft bewijs dat er ook andere factoren van invloed zijn op het ontstaan van lichaamsontevredenheid bij Japanse vrouwen. Dat Japan het meest gemoderniseerde land is van Azië zou hierbij een rol kunnen spelen. Japanners komen het meest in aanraking met de westerse cultuur en dus ook met het westers schoonheidsideaal. Dat dit in relatie zou kunnen staan met het veelvuldig voorkomen van lichaamsontevredenheid bij Japanse vrouwen wordt versterkt door het gegeven dat andere minder gemoderniseerde collectivistische landen minder ontevreden zijn met hun lichaam. Dat Japanse vrouwen ontevreden zijn met hun lichaam is in meerdere onderzoeken naar voren gekomen en zelfs in vergelijking met westerse en andere Aziatische landen laten Japanse vrouwen het laagste body-esteem blijken.
12
In deze paragraaf is daarom aandacht besteed aan de rol van de media. Vergelijkingsprocessen met westerse modellen die tegenwoordig veelvuldig in de Japanse media aanwezig zijn, zouden een negatieve invloed kunnen hebben op het ontstaan van lichaamsontevredenheid bij Japanse vrouwen. De aanwezigheid van een laag self-esteem en een grote behoefte aan sociale goedkeuring kan lichaamsontevredenheid vergroten, doordat iemand meer geneigd tot het maken van sociale vergelijkingen. De confrontatie met een ander schoonheidsideaal in combinatie met de focus op het publiekelijke voorkomen lijkt de Japanse vrouw niet ten goede te komen. In de volgende paragraaf wordt hier verder op ingegaan.
Paragraaf 2 Lichaamsontevredenheid, discrepantie en de invloed van cultuur
In de vorige paragraaf komt duidelijk naar voren dat Japanse vrouwen zichzelf vergelijken met het westers schoonheidsideaal, maar ook dat deze vrouwen minder tevreden zijn met zichzelf en hun lichaam, dan westerse vrouwen. Een link tussen deze twee effecten kan gelegd worden volgens de eerder besproken onderzoeken. Alhoewel enigszins is gesproken over de rol van self-esteem en de behoefte aan sociale goedkeuring, ontbreekt een duidelijk verklaring voor het effect van blootstelling aan westerse modellen in de media op het ontstaan van lichaamsontevredenheid bij Japanse vrouwen. Hoe kan het dat het maken van een sociale vergelijking met het westers ideaalbeeld zoveel invloed heeft op het zelfbeeld van een Japanse vrouw?
Discrepantie tussen eigen lichaam en lichaamsideaal
Dat Japanse vrouwen meer ontevreden zijn met hun lichaam dan westerse vrouwen na vergelijking met het westers schoonheidsideaal, kan volgens Kowner (2004) worden verklaard door een verschil in discrepantie die deze vrouwen ervaren tussen het eigen uiterlijk en dat van hun ideaalbeeld. De term discrepantie vormt de kern van de zelf discrepantie theorie van Higgins (1987).
13
Deze theorie geeft aan dat wanneer iemand merkt dat het actuele zelf niet overeenkomt met het ideale zelf, een negatieve emotionele staat ervaren wordt. Hierbij kan worden aangenomen dat hoe groter de discrepantie tussen iemands lichaamsperceptie en lichaamsideaalbeeld is, hoe negatiever het lichaamsbeeld zal zijn. Er is dan ook een onderzoek uitgevoerd dat zich heeft gericht op hoeverre het ervaren van discrepantie het ontstaan van lichaamsontevredenheid veroorzaakt bij Japanse vrouwen (Kowner, 2004). Tijdens het onderzoek werd gevraagd het waargenomen zelf en het ideale zelf aan te geven op verschillende lichamelijke onderdelen, zoals ogen, borsten en benen, om discrepanties te kunnen achterhalen. Uit de resultaten kwam naar voren dat hoe groter de discrepantie was dat ervaren werd tussen het eigen lichaamsbeeld en het ideaalbeeld, hoe groter de ontevredenheid is met het eigen lichaam. Japanse vrouwen hadden lichaamsidealen die ook gevonden waren bij Amerikaanse proefpersonen in het vergelijkbare onderzoek van Jacobi en Cash (1994). Japanse en Amerikaanse vrouwen gaven beiden aan meer gespierd, langer en dunner te willen zijn, met grotere borsten. Volgens Kowner kan dit deels verklaard worden door universele factoren. Al is het interessanter dat er ook discrepanties gevonden waren bij Japanse vrouwen, die niet bij Amerikaanse vrouwen voorkwamen. Het verschil ligt bij het gezicht en werden grote discrepanties aangegeven wat betreft de neus (groter en smaller), ogen (groter, lichter en met groter ooglid), haar (lichter) en huidskleur (lichter). Deze resultaten laten zien dat Japanse vrouwen verlangen naar westerse idealen, welke duidelijk tegen het traditionele Japanse uiterlijk in gaan. Zo hebben Japanse vrouwen kleine ogen en donker haar, maar verlangen zij naar grote ogen met licht haar.
De acceptatie van een extern schoonheidsideaal dat verschilt van het gemiddelde uiterlijk van een groep kan dus duidelijke gevolgen hebben voor het lichaamsbeeld van zijn leden. Japanse vrouwen ervaren grote discrepantie wanneer zij hun eigen uiterlijk vergelijken met westerse modellen in de media, want er zullen weinig Japanse vrouwen zijn die qua uiterlijk in de buurt komen van een westers model. De vraag die logischerwijs opgeroepen wordt nu duidelijk is hoe erg Japanse vrouwen eigenlijk lijden aan de internalisatie van een ander schoonheidsideaal is: Waarom? Waarom geven Japanse vrouwen zich in deze mate over aan de negatieve invloed van het westers schoonheidsideaal, en andere culturen niet?
14
Culturele beschermingsmechanismen en het belang van conformisme
Het fenomeen dat sommige culturen zich meer laten beïnvloeden door het westerse schoonheidsideaal dan andere culturen is opvallend. Waar ligt dit aan? Een onderzoek is uitgevoerd om te laten zien dat een cultuur een belangrijke beschermingsfactor kan zijn als het gaat om de internalisatie van externe schoonheidsidealen (Warren, Gleaves, CepedaBenito, del Carmen Fernandez & Rodriguez-Ruiz, 2005). Volgens de onderzoekers begint het pad dat leidt tot lichaamsontevredenheid bij de bewustwording van de heersende druk om te voldoen aan het westers ideaalbeeld. De volgende stap is het internaliseren van de westerse schoonheidsstandaarden en het creëren van verlangens om hier aan te voldoen. Volgens de onderzoekers medieert de mate van internalisatie de relatie tussen de bewustwording van de culturele druk om aan het westers ideaalbeeld te voldoen en het ontstaan van lichaamsontevredenheid. Een cultuur zou op twee manieren bescherming kunnen bieden tegen internalisatie van het westerse schoonheidsideaal. Ten eerste wordt gezegd dat er meer nadruk kan worden gelegd op een realistisch en bereikbaar schoonheidsideaal, bijvoorbeeld door een figuur te idealiseren wat niet extreem dun is. Ten tweede kan er minder waarde worden gehecht aan het uiterlijk als bepalende factor voor de waarde van een vrouw, haar rol in de maatschappij en als indicator van succes. In het onderzoek werd gekeken in hoeverre een cultuur in staat was om bescherming te bieden tegen internalisatie en lichaamsontevredenheid. De proefpersonen waren Mexicaans Amerikaans, Europees Amerikaans en Spaans. Er werd gebruik gemaakt van vragenlijsten om hun attitudes tegenover het uiterlijk te meten, evenals de tevredenheid met het lichaam. Hieruit bleek dat Mexicaans Amerikaanse vrouwen en Spaanse vrouwen de westerse schoonheidsnormen minder geïnternaliseerd hadden en ook minder lichaamsontevredenheid lieten zien, dan Europees Amerikaanse vrouwen. Volgens de onderzoekers impliceert dit dat er vanuit de Mexicaanse en Spaanse cultuur bescherming wordt geboden voor internalisatie en lichaamsontevredenheid, doordat een meer gevuld figuur wordt geambieerd en er minder belang wordt geplaatst bij het uiterlijk. Het lijkt er op dat een cultuur dus bescherming kan bieden tegen het overnemen van westerse schoonheidsidealen.
Aansluitend bewijs komt van een ander onderzoek. Er werd opnieuw gekeken naar het fenomeen dat vrouwen in sommige culturen meer geneigd zijn zichzelf te vergelijken met het westers schoonheidsideaal, dan vrouwen uit andere culturen (Evans & McConnel, 2003).
15
Aziatische, zwarte en blanke proefpersonen werden voor het onderzoek gebruikt die allen studeerden aan een Amerikaanse universiteit. Vooraf werd het self-esteem gemeten, waarna de proefpersonen drie foto’s van aantrekkelijke westerse modellen voorgelegd kregen. Het was de bedoeling om het meest aantrekkelijke model aan te wijzen. Daarna beoordeelden zij het body-esteem en de mate van aantrekkelijkheid van alle modellen en ook van zichzelf. Vervolgens werd aan elke vrouw drie foto’s voorgelegd met een aantrekkelijke Aziatische vrouw, zwarte vrouw en blanke vrouw, met de opdracht aan te geven in hoeverre zij op elke vrouw wilden lijken. Het onderzoek werd afgerond met een meting naar het actuele en ideale zelf, de neiging tot conformisme en opnieuw het self-esteem. Uit de resultaten bleek dat zwarte vrouwen en Aziatische vrouwen anders reageren op het westers schoonheidsideaal. Volgens de onderzoekers zien zwarte vrouwen westerse schoonheidsstandaarden niet als relevant voor het zelf en gaven dan ook aan zich voornamelijk te vergelijken met zwarte modellen. Door de focus op schoonheidsstandaarden van de ingroup beschermen zij hun zelfbeeld en dit was ook te zien aan de hoge lichaamstevredenheid en self-esteem in deze groep in vergelijking met de groep Aziatische vrouwen. Dit verschil werd zowel tijdens de voor- als de nameting gevonden. Aziatische vrouwen vergeleken zich tijdens het onderzoek wel met de westerse modellen op de afbeeldingen en beoordeelden deze vrouwen als zeer aantrekkelijk. Volgens de onderzoekers laten de resultaten zien dat Japanse vrouwen de westerse schoonheidsstandaarden hebben overgenomen, omdat zij modellen die voldoen aan de standaarden als relevant zien om zichzelf mee te vergelijken. Het verschil in de behoefte aan conformisme aan heersende normen tussen de twee groepen vrouwen, wordt door de onderzoekers als een belangrijk punt naar voren geschoven. Zij zeggen dat vrouwen die meer behoefte hebben aan conformiteit, meer geneigd zijn zichzelf te vergelijken met een schoonheidsnorm en daarom vaker een lager self-esteem zullen ervaren dan vrouwen die minder behoefte hebben aan conformiteit. Zo bleek ook dat Aziatische vrouwen de grootste behoefte aan conformiteit en het laagste self-esteem hadden, en de grootste discrepantie aangaven tussen het actuele zelf en het ideale zelf bij de nameting.
Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van Aziatische vrouwen in het algemeen, maar het ontbreken van beschermingsmechanismen en de grote behoefte aan conformiteit zouden ook voor Japanse vrouwen een rol kunnen spelen om de internalisatie van en de onderwerping aan het westers schoonheidsideaal te kunnen verklaren. De Japanse cultuur is immers net als de meeste Aziatische landen conformistisch en lijkt een voorliefde voor het nationale uiterlijk te ontbreken. 16
Heeft de conformistische Japanse cultuur nog andere eigenschappen die invloed zouden kunnen hebben op de gevoeligheid voor vergelijking met het westerse schoonheidsideaal en het voorkomen van lichaamsontevredenheid?
Japanse gevoeligheid voor hiërarchie en zelfdefinitie
Naast het belang van sociale goedkeuring en de drang tot conformisme aan sociale normen wordt de Japanse gevoeligheid voor hiërarchie ook gezien als een eigenschap dat zou kunnen bijdragen aan het fenomeen dat Japanse vrouwen zich vergelijken met het westers schoonheidsideaal in de media (Kowner & Ogawa, 1993). Volgens de onderzoekers speelt hiërarchisch ordenen een belangrijke rol in het leven van Japanners en worden onder andere individuen en groepen op deze wijze een plek gegeven onder of boven een ander. De onderzoekers geven aan dat het gedrag ook gerelateerd is aan hiërarchie, want iedereen weet zijn positie in vergelijking met een ander, zodat gepaste communicatie plaatsvindt. Gezegd wordt dat voor Japanse mensen inter-persoonlijke harmonie voorop staat en dat dit wordt behouden door middel van hiërarchie en conformisme. De onderzoekers betogen dat de relativiteit die de sociale hiërarchieën zullen kenmerken er voor kan zorgen dat sociale waarden belangrijker worden gevonden dan absolute wetten. Dit lijkt logisch, omdat in eerder onderzoek naar voren is gekomen dat conformisme aan sociale normen belangrijk is voor Aziatische vrouwen. Japanse vrouwen hechten dus veel waarde aan hun positie binnen de maatschappij, doordat er meer nadruk ligt op de publieke rol, dan op individuele factoren. Dit lijkt ook tot gevolg te hebben dat er meer sprake is van een collectief self-esteem, dan een individueel self-esteem (Kowner, 1996). Door de nadruk op het collectieve self-esteem en de gevoeligheid voor hiërarchie lijkt het logisch dat het Japanse volk ook aandacht besteedt aan de plaats die het land inneemt in internationale hiërarchieën. Is er ook sprake van een collectieve aanname over de aantrekkelijkheid van het Japanse volk in tegenstelling tot dat van mensen in westerse landen? Zou dit invloed kunnen hebben op het ontstaan van lichaamsontevredenheid? Er is onderzoek gedaan naar de hiërarchie “aantrekkelijkheid van nationaliteiten”, zoals dit door de Japanse bevolking wordt ervaren (Kowner, 1996). Er werd een relatie verwacht tussen groepsstatus en de mate van aantrekkelijkheid. In de test werd aan de proefpersonen gevraagd landen te plaatsen in een bepaalde volgorde. 17
Er was onderscheid gemaakt tussen twee regio’s, de een met 16 westerse landen en de ander met 16 Aziatische landen. Het land Japan was toegevoegd aan beide regio’s. Per regio moesten de landen op volgorde worden gelegd van beste naar slechtste land op de dimensies economie, cultuur en algemene evaluatie. Daarna werd dezelfde soort opdracht gegeven, maar was het de bedoeling de landen op volgorde te leggen op de dimensie lichamelijke aantrekkelijkheid. Tot slot werd een gemiddelde hiërarchie berekend per dimensie en per regio. Er werden grote overeenkomsten gevonden tussen de hiërarchieën op basis van nationale status en aantrekkelijkheid. Japanse mensen zagen zichzelf als aantrekkelijker dan andere mensen uit Azië, maar minder aantrekkelijk in vergelijking met de mensen uit westerse landen. De onderzoeker geeft aan dat de resultaten laten zien dat er een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de twee regio’s, wanneer Japanse mensen hun positie bepalen op de dimensie aantrekkelijkheid. Ze gaven aan dat andere westerse landen een hogere nationale status hebben dan Japan, maar ook aantrekkelijker zijn dan Japanse mensen. Dit resultaat zou kunnen indiceren dat het collectieve bewustzijn van de lage nationale status wat betreft aantrekkelijkheid invloed heeft op het ontstaan van lichaamsontevredenheid bij Japanse vrouwen. In het case onderzoek van Darling-Wolf (2003) gaven Japanse vrouwen dan ook aan dat westerse vrouwen aan de top staan en Japanse vrouwen onderaan in de hiërarchie van aantrekkelijkheid van landen over de wereld. De geïnterviewde Japanse vrouwen spraken erover overtuigd te zijn dat westerse vrouwen superieur zijn aan Japanse vrouwen, wat betreft hun uiterlijk. Westerse vrouwen zouden hebben wat Japanse vrouwen niet hebben en het uiterlijk representeren waar de vrouwen naar verlangen. Het lijkt zo te zijn dat Japanse vrouwen veel bewondering hebben voor westerse vrouwen en naar hun opkijken. Dat Japanse vrouwen zich daarom vergelijken met westerse vrouwen lijkt logisch, ze zullen op zoek zijn naar overeenkomsten tussen het eigen uiterlijk en het ideaalbeeld waar zij graag aan willen voldoen. Volgens de discrepantie theorie die eerder besproken is lijkt de vergelijking met een extern schoonheidsideaal alleen negatieve gevolgen te hebben voor het zelfbeeld. Waarom vergelijken Japanse vrouwen zich niet met vrouwen die ze juist een goed gevoel geven over zichzelf?
In de Japanse cultuur is het niet gewenst om jezelf te vergelijken met een ander met het doel je beter te voelen over jezelf (Kowner, 2004). In westerse landen komt het regelmatig voor dat vrouwen hun eigen uiterlijk vergelijken met die van een ander, om een beter gevoel te krijgen over zichzelf. Door de Japanse cultuur wordt zelfpromotie echter afgekeurd en hoort vergelijking met anderen zelfdefinitie als doel te hebben en niet zelfevaluatie. 18
Volgens de onderzoeker is de basis van het zelfbeeld het vermogen om je aan te passen en te bedwingen, in plaats van jezelf te uiten, zoals in de westerse cultuur. De onderzoeker geeft zelfs aan dat de Japanse afkeur voor vergelijking met het doel het zelfbeeld te verhogen tot gevolg heeft dat vooral negatieve zelfrelevante informatie wordt geaccepteerd. Japanners zijn hierdoor geneigd vooral aandacht te besteden aan het identificeren van tekorten en het streven naar verbetering van zichzelf. Waarschijnlijk komt dit weer voort uit de grote behoefte aan sociale goedkeuring en vinden ze het belangrijker dat anderen hen positief evalueren, dan dat zij over zichzelf een positieve waardering handhaven. De behoefte aan zelfdefinitie als motivatie bij vergelijking met anderen maakt echter nog niet duidelijk waarom Japanse vrouwen zich vergelijken met westerse modellen in de media. Het zou meer voor de hand liggen wanneer zij zich met Japanse modellen zouden vergelijken die meer overeenkomsten bieden. Dit zou zelfdefinitie meer ten goede komen.
Wat betreft het uiterlijk staat de heersende norm dus eigenlijk haaks op de eensgezindheid van de Japanse maatschappij. In plaats van dat het duidelijk overeenkomende uiterlijk de collectiviteit zou versterken, zetten de Japanners zich af tegen het kenmerkende Japanse voorkomen. Het lijkt dus ook een logisch gevolg dat zoveel vrouwen ontevreden zijn met hun lichaam, want van deze vrouwen wordt verwacht zich optimaal over te geven aan saamhorigheid, terwijl zij zich wat uiterlijk betreft liever identificeren met een ander ras. Een zorgwekkende ontwikkeling.
Conclusie
Net als westerse vrouwen kunnen Japanse vrouwen worden gezien als slachtoffers van het westers schoonheidsideaal door invloed van de media. Beide groepen vrouwen vergelijken zichzelf met de geïdealiseerde modellen en de discrepantie die zij ervaren heeft een negatief effect op de tevredenheid met het eigen lichaam. Japanse vrouwen vertonen echter meer lichaamsontevredenheid dan westerse vrouwen, maar waarom? Lijden Japanse vrouwen meer onder de invloed van het westers schoonheidsideaal?
Dit lijkt zo te zijn, maar voornamelijk door de combinatie van de invloed van de media met het karakter van de collectivistische cultuur. De weg die leidt naar zoveel ontevredenheid bij Japanse vrouwen met het eigen lichaam lijkt te beginnen bij het collectivistisch denkbeeld. 19
Saamhorigheid, conformisme aan sociale normen, belang van sociale goedkeuring en gevoeligheid voor hiërarchie; kenmerkend voor de Japanse cultuur. Japanners zien de groep waar zij deel uit maken als belangrijkst voor het zelfbeeld, in tegenstelling tot de westerse cultuur, waarbij de nadruk ligt op hoe je je als individu ontwikkelt in de maatschappij. Het is voor Japanse vrouwen dan ook belangrijk om geaccepteerd te worden door anderen. Zij zien het conformeren aan sociale normen als de beste manier om sociale goedkeuring te kunnen garanderen. Dat het uiterlijk een belangrijke rol speelt bij interactie met anderen is duidelijk merkbaar in de westerse cultuur, maar zeker ook in de Japanse cultuur. Japanse vrouwen vinden het belangrijk om er goed uit te zien met de publiekelijke rol als grootste drijfveer. Het lijkt dan ook zo te zijn dat zij er meer waarde aan hechten dat anderen hen mooi vinden, dan dat zij zelf een goed gevoel hebben over hun uiterlijk. Het feit dat Japanse vrouwen over het algemeen niet blij zijn met het Japanse typische uiterlijk maakt het voor deze vrouwen nog moeilijker om tevreden te zijn met zichzelf. Het Japanse uiterlijk zou onderaan staan in de hiërarchie van de mate van aantrekkelijkheid van culturen. Zij plaatsen de westerse cultuur aan de top, wat waarschijnlijk komt door de westernisering van de hele cultuur. Japan behoort wat economie betreft en mate van modernisering eigenlijk ook tot de westerse cultuur, maar dit maakt het contrast tussen het westerse en Japanse uiterlijk alleen maar groter. De media doet hier nog een schep boven op en zien Japanse vrouwen op de nationale televisie en in nationale tijdschriften mooie westerse vrouwen in plaats van Japanse vrouwen. De internalisering van het westers schoonheidsideaal is dan ook groot en is er eigenlijk geen sprake van een geïdealiseerd Japans uiterlijk. Om tegemoet te kunnen komen aan de sociale schoonheidsnorm waar zij zoveel waarde aan hechten, verlangen zij dus naar een westers uiterlijk en vergelijken zij zich met westerse modellen om hun eigen aantrekkelijkheid te bepalen.
Het karakter van de Japanse cultuur plaatst Japanse vrouwen dus in een dispositie om over te gaan tot het maken van sociale vergelijkingen met westerse modellen in de media. Dit gaat niet zonder gevolgen. Ondanks dat hun uiterlijk afwijkt van het westers ideaalbeeld, zijn Japanse vrouwen geneigd tot het maken van expliciete vergelijkingen en beschermen zij hun zelfbeeld niet door zich te distantiëren van de vergelijkingstarget. Het westerse model laat hen de sociale norm zien van wat mooi is en door zich hiermee te vergelijken kunnen overeenkomsten en verschillen vast worden gesteld. Dat er vervolgens een groot contrast effect, oftewel discrepantie, optreedt heeft negatieve gevolgen voor het zelfbeeld.
20
Deze vrouwen wijken zoveel af van het westers ideaalbeeld, dat het maken van een sociale vergelijking alleen een grote teleurstelling teweeg brengt en lichaamsontevredenheid is geen opmerkelijk gevolg.
Dat Japanse vrouwen meer lichaamsontevredenheid vertonen, dan vrouwen in Amerika, maar ook dan vrouwen in andere Aziatische landen is een ernstig fenomeen. Met name omdat een laag self-esteem en lichaamsontevredenheid vrouwen gevoelig kan maken voor eetproblemen. Eetstoornissen duiken tegenwoordig overal op in de westerse cultuur, maar zijn ook bij Japanse vrouwen gesignaleerd. (Mukai, Kambara & Sasaki, 1998) Dit zou een ontwikkeling kunnen zijn wat alleen maar toe neemt, zo lang er niet wordt ingegrepen.
Om dit probleem bij de horens te vatten, zal ten eerste aandacht moeten worden besteed aan de invloed van de media. De Japanse media zal er op attent moeten worden gemaakt dat het gebruik van westerse modellen een negatief effect heeft op meisjes en vrouwen. Een goede oplossing zou zijn dat de westerse modellen worden omgeruild voor Japanse modellen. Dit mogen ook mooie vrouwen zijn, zo lang ze maar dichter bij het uiterlijk staan van de gemiddelde Japanse vrouw. De waargenomen discrepantie zal afnemen bij het maken van een sociale vergelijking, omdat het contrast effect kleiner is. Japanse vrouwen zien iemand met wie zij zich kunnen identificeren en staan psychologisch dichterbij, zodat zij ook overeenkomsten ervaren en meer tevreden kunnen zijn met zichzelf. Belangrijk is dat het Japanse volk assertief gaat optreden tegen de westerse invloed, zodat de culturele en fysieke identiteit behouden blijft. Het internaliseren van een ander schoonheidsideaal is geen goede manier om je te distantiëren van het traditionale voorkomen, zo blijkt. Een eerste stap is het media plaatje te veranderen, maar de wortels van het probleem liggen in de cultuur zelf. De Japanse cultuur moet bescherming bieden om zijn mensen trots te laten zijn op zichzelf en hun uiterlijk. Dat zal het collectivisme en het zelfbeeld ten goede komen!
Nu het plaatje is geschetst over de situatie is Japan, is het interessant om na te gaan of dit een voorspellende waarde heeft voor de westerse cultuur. Westerse vrouwen zullen op het moment minder discrepanties ervaren dan Japanse vrouwen wanneer zij zich vergelijken met modellen in de media, maar zal dit in de toekomst ook zo zijn? Als de ontwikkeling doorgaat dat afbeeldingen voor ze verschijnen in een tijdschrift dermate geperfectioneerd worden dat er geen sprake meer is van een realistische weergave van het model, zullen discrepanties ook toe kunnen nemen voor de westerse vrouw. 21
Niemand kan immers voldoen aan een gemanipuleerd schoonheidsideaal. Hoe zal een individualistische vrouw hiermee om gaan? Zal zij op dezelfde manier lijden aan een onbereikbaar schoonheidsideaal als de Japanse vrouw? Waarschijnlijk niet. Het verschil zal liggen in de motivatie waarom een vrouw zich vergelijkt met een schoonheidsideaal. Eerder is al gesproken over de rol van het zoeken naar zelfdefinitie bij Japanse vrouwen. Zelfdefinitie vinden deze vrouwen echter niet wanneer zij zich vergelijken met het westerse schoonheidsideaal en ervaren een groot contrast. Vrouwen uit een individualistische cultuur richten zich niet op zelfdefinitie, maar op zelfevaluatie wanneer zij een sociale vergelijking maken. Het kenmerkt de individualistische cultuur dat men gefocust is op het zelf en op zelfkennis, maar ook dat men graag een positief beeld wilt handhaven over het zelf (Baumeister, 1999). Er wordt dan ook geprobeerd om discrepanties te voorkomen. Deze motivatie lijkt echter te ontbreken in een collectivistische cultuur.
Als teruggegaan wordt naar de vraag of individualistische westerse vrouwen evenveel kunnen lijden aan een onbereikbaar schoonheidsideaal als Japanse vrouwen, lijkt het antwoord nee te zijn, met als argument dat vrouwen in een individualistische cultuur het minder snel zullen toelaten om zichzelf te laten lijden door het ervaren van discrepanties tussen het zelf en een ideaalbeeld. Natuurlijk zullen er altijd slachtoffers zijn van schoonheidsidealen. Vrouwen met weinig zelfwaardering zijn gevoelig voor sociale vergelijkingen en leven ook in individualistische culturen. Laten we echter onze schouders zetten onder de individualisering en onszelf mooi voelen gewoon om wie we zijn.
Onderzoeksvoorstel
De media wordt regelmatig naar voren geschoven als grote boosdoener voor het ontstaan van lichaamsontevredenheid bij vrouwen. Vrouwen vergelijken zich met ideaalbeelden die geportretteerd worden in de media en ervaren een discrepantie tussen het eigen lichaam en dat van het afgebeelde model. Dit kan een negatief effect hebben op het lichaamsbeeld. Er zijn echter ook onderzoeken uitgevoerd naar het ontstaan van lichaamontevredenheid wat zich op andere factoren heeft gericht dan de rol van de media. Een aantal zijn al eerder besproken, zo werden persoonlijke eigenschappen bekeken die iemand gevoelig maken voor het maken van vergelijkingen en het ontwikkelen van lichaamsontevredenheid.
22
Voor Japanse vrouwen lijkt het zo te zijn dat het belang van sociale goedkeuring zeer bepalend is voor de mate van vergelijking met modellen en het ontstaan van lichaamsontevredenheid. Het zou goed kunnen zijn dat hoe meer druk een Japanse vrouw legt op het voldoen aan sociale normen, hoe gevoeliger zij is voor het ontstaan van lichaamsontevredenheid. Het belang van sociale goedkeuring sluit aan op het collectivistische denkbeeld en laat zien dat de focus meer op een ander ligt dan op het zelf. Het lijkt logisch om aan te nemen dat de omgeving van een Japanse vrouw invloed heeft op het zelfbeeld. Draagt de directe omgeving van een Japanse vrouw dan ook bij aan het ontstaan van lichaamsontevredenheid?
Bij vervolgonderzoek naar het ontstaan van lichaamsontevredenheid bij Japanse vrouwen is het interessant om de rol van de directe omgeving van een Japanse vrouw te belichten. Hierbij kan gedacht worden aan vrienden en familieleden. De media lijkt een negatieve bijdrage te leveren door de afbeeldingen van westerse modellen, maar hoeveel belang plaatsen vrienden en familieleden bij een westers uiterlijk? Is het gegrond dat een Japanse vrouw lijkt te denken meer geaccepteerd te worden door haar omgeving als zij streeft naar het westers schoonheidsideaal of hebben Japanse vrouwen een verstoorde perceptie van hoe anderen hun uiterlijk beoordelen?
Om dit onderzoeken zijn dus drie groepen proefpersonen nodig: Japanse vrouwen, hun vrienden en hun familieleden. In het eerste gedeelte van het onderzoek zijn alleen de Japanse vrouwen nodig. Vooraf is het belangrijk om de mate van lichaamsontevredenheid en de behoefte aan sociale goedkeuring vast te stellen. Zo kan gebruik worden gemaakt van de vertaalde versies van de Body Esteem Scale en de Martin-Larsen Motivation Scale. Daarna kan gecontroleerd worden in hoeverre de vrouwen het westers schoonheidsideaal geïnternaliseerd hebben en hiernaar verlangen. In eerdere onderzoeken werd dit onderzocht door proefpersonen het actuele en het ideale zelf te laten beschrijven. Zo kan aan de vrouwen gevraagd worden een lijst op te stellen van tien lichamelijke eigenschappen die zij huidig bezitten en de vrouwen de opgeschreven eigenschappen laten beoordelen op hoe belangrijk deze zijn voor het zelf. Deze “actuele zelf vragenlijst” wordt vervolgd door een “ideale zelf vragenlijst”. Opnieuw wordt gevraagd tien lichamelijke eigenschappen te noteren, maar dan de eigenschappen waar zij naar verlangen. Deze worden ook beoordeeld, maar op basis van hoe belangrijk het voor de vrouw is om de eigenschap te bezitten.
23
Vervolgens wordt aan de vrouwen gevraagd aan te geven op welke afstand het actuele zelf zich bevindt ten opzichte van het ideale zelf. Op deze manier kunnen discrepanties worden vastgesteld die bij kunnen dragen aan het ontstaan van lichaamsontevredenheid, maar kan ook worden gecontroleerd in hoeverre het ideaalbeeld van de groep Japanse vrouwen overeenkomt met het westers ideaalbeeld en hoe belangrijk het voor hen is om hier aan te voldoen. Tot slot kan worden gekeken of zij ook de overtuiging heeft dat vrienden en familieleden belang hechten aan het westers schoonheidsideaal en haar uiterlijk volgens deze norm beoordelen. Dit kan onderzocht worden door een vragenlijst op te stellen die vragen bevat over wat de Japanse vrouw denkt dat het ideaalbeeld van haar directe omgeving is en in hoeverre zij vindt dat zij op basis daarvan beoordeeld wordt.
Interessant is om naar aanleiding van de gevonden gegevens uit de groep Japanse vrouwen een subgroep te onderscheiden. Voor dit onderzoek zijn namelijk vooral de Japanse vrouwen van belang die ontevreden zijn over hun lichaam, zich zorgen maken om sociale goedkeuring en streven naar het westers schoonheidsideaal. In het tweede deel van het onderzoek kunnen dus het beste alleen de Japanse vrouwen gebruikt worden die aan het bovenstaande voldoen, om na te kunnen gaan of haar directe omgeving ook daadwerkelijk de hoeveelheid waarde hecht aan het westers schoonheidsideaal en haar hierop beoordelen, zoals de Japanse vrouw eerder heeft aangegeven. Aan de Japanse vrouwen in de subgroep kan gevraagd worden een familielid en een vriend(in) mee te nemen naar het laboratorium, zodat zij ook aan de hand van vragenlijsten onderzocht kunnen worden. Ten eerste wordt gecontroleerd hoeveel waarde zij hechten aan het westers schoonheidsideaal. Dit kan worden gedaan aan de hand van afbeeldingen met Japanse en westerse vrouwen. Zo kan gekeken worden welk uiterlijk positiever beoordeeld wordt. Een andere of toevoegende manier is om de vrienden en familieleden persoonsomschrijvingen te laten lezen waarin ook het uiterlijk naar voren komt dat in mindere of meerdere mate overeenkomt met het westers schoonheidsideaal. Vervolgens wordt gevraagd de personen te beoordelen op verschillende punten, waaronder het uiterlijk. Op deze manier komt naar voren of zij ook daadwerkelijk een persoon positiever beoordelen op basis van de westerse schoonheidsnorm.
De resultaten geven informatie over hoe de directe omgeving van een Japanse vrouw daadwerkelijk oordeelt in tegenstelling tot hoe een Japanse vrouw denkt dat zij oordelen.
24
Overschatten Japanse vrouwen de mate waarin anderen de westerse schoonheidsnorm hanteren binnen een sociale context, of is het belang dat zij plaatsen bij sociale goedkeuring gegrond? De resultaten kunnen ook inzicht geven in welke personen meer geneigd zijn anderen volgens het westers schoonheidsideaal te beoordelen en welke niet. Zo kan gelet worden op verschil in leeftijd, het geslacht en de sociale verhouding. Uiteindelijk zal een conclusie worden gevormd die meer informatie geeft over het proces van sociale goedkeuring in combinatie met de westerse schoonheidsnorm. Dit levert meer informatie op over het fenomeen dat zo veel Japanse vrouwen ontevreden zijn met hun lichaam. De media wordt vaak als grote veroorzaker naar voren geschoven, maar ogen moeten geopend blijven voor andere factoren die het lichaamsbeeld ook negatief kunnen beïnvloeden.
25
Literatuur
Barnett H.L., Keel P.K. & Conoscenti L.M. (2002). Body type preferences in Asian and Caucasian college students. Sex roles, 45, 867-878. Baumeister R.F. (Ed.) (1999). The self in social psychology. New York: Psychology Press. Darling-Wolf F. (2003). Media, class, and western influence in Japanese women’s concept of attractiveness. Feminist Media Studies, 3, 152-172. Evans P.C. & McConnell A.R. (2003). Do racial minorities respond in the same way to mainstream beauty standards? Social comparison processes in Asian, Black, and White Women. Self and Identity, 2, 153-167. Henderson-King D., Henderson-King E. & Hoffman L. (2001). Media images and women’s self-evaluations: social context and importance of attractiveness as moderators. Higgins E.T. (1987) Self-discrepancy: a theory relating self and affect. Psychological Review, 94, 319-340. Jacobi L. & Cash T.F. (1994). The pursuit of the perfect appearance: discrepancies among self-ideal percepts of multiple physical attributes. Journal of Applied Social Psychology, 24, 379-393. Jones A.M. & Buckingham J.T. (2005). Self-esteem as a moderator of the effect of social comparison on women’s body image. Journal of Social and Clinical Psychology, 24, 11641187. Kowner R. (1996). Effect of group status on physical attractiveness preferences- from the Japanese case to a general cognitive perspective. Genetic, Social & General Psychology Monographs, 122, 215-248. Kowner R. (2002). Japanese body image: structure and esteem scores in cross-cultural perspective. International Journal of Psychology, 37, 149-159. Kowner R. (2004). When ideals are too “far off”: physical self-ideal discrepancy and body dissaisfaction in Japan. Genetic, Social, and General Psychology Monographs, 130, 333-361. Kowner R. & Ogawa T. (1993). The contrast effect of physical attractiveness in Japan. Journal of Psychology, 27, 51-64 Luther C.A. & Nentl N.J. (2001). Japanese teenage girls – their ad-inspired social comparison behavior and perceptions of women’s roles. International Communication Gazette, 63, 25-40. Mukai T., Kambara A. & Sasaki Y. (1998). Body satisfaction, need for social approval, and eating disturbances among Japanese and American college women. Sex roles, 39, 751-763. Mussweiler T. (2003). Comparison processes in social judgement: mechanisms and consequences. Psychological review, 110, 472-489.
26
Mussweiler T., Gabriel S. & Bodenhausen G.V. (2000). Shifting social identities as a strategy for deflecting threatening social comparisons. Journal of Personality and Social Psychology, 79, 398-409. Mussweiler T., Rüter K. & Epstude E. (2004). The ups and downs of social comparison: mechanisms of assimilation and contrast. Journal of Personality and Social Psychology, 87, 832-844. Shih M. & Kubo C. (2005). Body shape preference and body satisfaction of Taiwanese and Japanese female college students. Psychiatry Research, 133, 263-271. Swami V., Caprario C., Tovée M.J. & Furnham A. (2006). Female physical attractiveness in Britain and Japan: a cross-cultural study. European Journal of Personality, 20, 69-81. Tiggemann M. & McGill B. (2004). The role of social comparison in the effect of magazine advertisement on women’s mood and body dissatisfaction. Journal of Social and Clinical Psychology, 23, 23-44. Warren C.S., Gleaves D.H., Cepeda-Benito A., del Carmen Fernandez M. & Rodriguez-Ruiz S. (2005). Ethnicity as a protective factor against internalization of a thin ideal and body satisfaction. International Journal of Eating Disorders, 37, 241-249.
27