De Haagse Hogeschool Academie voor Gezondheid Opleiding HBO-V Voltijd en Duaal Studiejaar 2010-2011 Jaar 3 Periode 3.1 BLOKBOEK 3.9 MGZ: Zorg voor Ouderen en Chronisch Zieken AUTEURS Peter Bakens Kitty Martens Huub Sibbing MET BIJDRAGEN VAN Janke Damoiseaux AnneMarie Bergsma Pit van Nes Dirkje Oldenhuis Thom Rijpstra Anthony Versie 14 juli 2010 Definitieve versie 1 Copyright: De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-Verpleegkunde. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opleiding HBO-V.
Inhoud 1
VOORWOORD
2
INLEIDING EN BLOKSCHEMA
3
INTEGRALE LEERLIJN MGZ 3.1.1
Beginsituatie en beginvereisten
3.1.2
Thematiek
3.3.1
Verplichte literatuur Cluster 9 MGZ
3.3.2
Reeds in bezit, wederom actief te gebruiken
3.3.3
Boeken /Rapporten
3.3.4
Internetbronnen
3.3.5
Blackboard
3.3.6
Video’s in de Bibliotheek
3.3.7
Video’s op Blackboard
3.3.8
Afstudeerwerkstukken
4
!"#! $%&' &( )( *&
+ &,' -
!"#! $%&' &( )( *&
+
!"#! $%&' &( )( *&
+ (. % ")&
!"#! $%&' &( )( *&
+ /)&01& 2-( -!0)(3 (
!"#! $%&' &( )( *&
4+
.)--%)3 %&' &(15 &(/--' 6&)*5*!&33)&
!"#! $%&' &( )( *&
+
!"#! $%&' &( )( *&
+ &' &(1)&
!"#! $%&' &( )( *&
+ )-$&1&3
+ 5
LEERLIJN PERSOONLIJKE ONTWIKKELING/SLB 4
7
8 77
9
:
4 4 5.3.1
WEEK 1
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 1
6
5.3.2
WEEK 2
5.3.3
WEEK 3
5.3.4
WEEK 4
5.3.5
WEEK 5
5.3.6
WEEK 6
4
5.3.7
WEEK 7
4
5.3.8
WEEK 8
ERVARINGSREFLECTIELIJN ;
7
6.1.1
WEEK 1
6.1.2
WEEK 2
6.1.3
WEEK 4
6.1.4
WEEK 6
6.1.5
WEEK 8
<
HET PRAKTIJKLEREN
78 7
7.4.1 8
TOETSING
9
BIJLAGE 1
7
7
7
Inleiding
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 2
1 Voorwoord Beste student, Voor jullie ligt het blokboek 3.9: het eerste blok van het derde jaar. Jullie starten nu met de verdieping in jullie afstudeerrichting: AGZ, GGZ of MGZ. In het eerste jaar hebben jullie al kennis gemaakt met deze verschillende zorgcategorieën en doelgroepen. Dit derde jaar verdiepen en verbreden we deze kennis en bespreken we de verpleegkundige zorgverlening aan verschillende doelgroepen binnen jullie afstudeerrichting. In dit blok verdiepen we ons ook in het klinisch redeneren waarmee jullie een start hebben gemaakt in het eerste leerjaar. De verschillende thematieken van dit blok wordt toegepast op cliënten- en patiëntensituaties binnen je afstudeerrichting. Op deze wijze worden je competenties op het gebied van verpleegkundige zorgverlening op niveau 5 verder uitgebreid. Wij wensen jullie een leerzaam en inspirerend blok 3.9 toe! Het docententeam HBO-V
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 3
2 Inleiding en blokschema In onderstaande schema’s staat de globale inhoud van de verschillende leerlijnen van dit blok beschreven. Daarnaast biedt dit schema een overzicht op de globale leerdoelen, de werkvormen, toetsing en studiepunten. De voltijd studenten lopen 4 dagen stage in blok 3.9 en de duaal studenten werken en leren in de praktijk. De duaal- en voltijdstudenten volgen samen het theoretisch onderwijs, een dag per week. BLOK 3.9 V PRAKTIJKLEREN, VERDIEPING IN DE AFSTUDEERRICHTING EN KLINISCH REDENEREN In dit blok ga je opnieuw theorie in praktijk brengen. Je gaat je stage lopen in een instelling (AGZ, GGZ of MGZ instelling) die aansluit bij je afstudeerrichting. In het terugkom onderwijs staat een aantal cliënten- en patiëntengroepen met hun specifieke zorgvragen centraal. Het klinisch redeneren wordt per afstudeerrichting vertaald en toegepast. Draagt bij aan de volgende Zie bijlage en blokboek 3.9 voor de uitwerking van de kerncompetenties HBO-V. In deze periode werk je aan competenties verschillende competenties van de rollen zorgverlener, regisseur, beroepsbeoefenaar en ontwerper. Relatie met andere In het eerste en tweede jaar heb je al stage gelopen. Dit blok ga je de verschillende rollen verbreden en Onderwijsblokken verdiepen in een instelling die aansluit bij je afstudeerrichting. In het terugkom onderwijs word je theoretische kennis over verschillende cliënten- en patiëntengroepen verder verdiept en uitgebreid. Klinisch redeneren is in het eerste en tweede jaar aan bod geweest. Ook in het derde jaar is aandacht voor deze belangrijke competentie. Leerdoelen/inhoud Werkvo Toets St rmen p Integrale leerlijn Je verdiept je kennis en inzicht met betrekking tot kenmerken, ziektebeelden en HC Schrifteli 3 zorgvragen van verschillende cliënten- en patiëntengroepen binnen je WC jke toets afstudeerrichting. Je verbreedt je competenties op het gebied van klinisch redeneren en past deze toe bij verschillende cliënten- en patiëntengroepen binnen je afstudeerrichting. Beroepsvaardighedenlijn De beroepsvaardigheden sluiten aan bij jouw leerbehoefte. Je kunt, per HC, Leerdos 1 onderwijsgroep, een aanvraag doen voor een training op basis van datgene wat je training sier zelf wilt leren op basis van bijvoorbeeld stage-ervaringen. en rollens pel Leerlijn persoonlijke De ontwikkeling van de kerncompetentie zelfregie staat centraal Groeps Portfolio 1 ontwikkeling (SLB) bijeenkomste n Ervaringsreflectielijn Praktijkleren: werken aan de competenties van de competentiekaart en je maakt Eindbeo 8 een proeve in de rol van zorgverlener. ordeling
Relatie met het werkveld/beroep
Tijdens de methodische praktijkbegeleiding reflecteer je op je stage-ervaringen en zet je je stage-ervaringen om in bewuste leerervaringen.
Presenti e en actieve participa tie
Blok 3.11 V en 3.12 V worden gedurende het studiejaar 2010-2011 in samenspraak met het werkveld ontwikkeld. Informatie over de inhoud van deze blokken volgt gedurende het studiejaar.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 4
2
BLOK 3.9 D Relatie met het werkveld/beroep Draagt bij aan de volgende competenties Relatie met andere Onderwijsblokken Integrale leerlijn
Beroepsvaardigheden-lijn
Leerlijn persoonlijke ontwikkeling (SLB) Ervaringsreflectielijn
VERDIEPING IN DE AFSTUDEERRICHTING EN KLINISCH REDENEREN Je verdiept je in de verschillende zorgvragers en zorgcategorieën binnen je afstudeerrichting Zie bijlage en blokboek 3.9 voor de uitwerking van de kerncompetenties HBO-V. In deze periode werk je aan verschillende competenties van alle rollen. In het terugkom onderwijs wordt je theoretische kennis over verschillende cliënten- en patiëntengroepen verder verdiept en uitgebreid. Klinisch redeneren is in het eerste en tweede jaar aan bod geweest. Ook in het derde jaar is aandacht voor deze belangrijke competentie. Leerdoelen/inhoud Werkvormen Toets Stp Je kennis en inzicht met betrekking tot kenmerken, HC Schriftelijke 3 ziektebeelden en zorgvragen van verschillende WC toets cliënten- en patiëntengroepen binnen je afstudeerrichting wordt verdiept. Je competenties op het gebied van klinisch redeneren worden verder verdiept en toegepast bij verschillende cliënten- en patiëntengroepen binnen je afstudeerrichting. De beroepsvaardigheden sluiten aan bij jouw HC, training en Leerdossier leerbehoefte. Je kunt, per onderwijsgroep, een rollenspel aanvraag doen voor een training op basis van datgene wat jullie zelf willen leren op basis van praktijkervaring De ontwikkeling van de kerncompetentie zelfregie Groepsbijeenkomsten Portfolio staat centraal Praktijkleren: werken aan de competenties van de competentiekaart en je maakt een proeve in de rol van zorgverlener. Tijdens methodische praktijkbegeleiding reflecteer je op je stage-ervaringen en zet je je stageervaringen om in bewuste leerervaringen.
Eindbeoordeling Presentie en actieve participatie
NB: De studiepunten voor beroepsvaardighedenlijn (3 punten), studieloopbaanbegeleiding (3 punten) en mpb (3) worden aan het eind van periode 4 toegekend. Blok 3.10 D, 3.11 D en 3.12 D wordt lopend het studiejaar 2010-2011 ontwikkeld. Informatie hierover volgt gedurende het studiejaar.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 5
8
3 Integrale leerlijn MGZ 3.1
INLEIDING AFSTUDEERRICHTING MGZ
In periode 3 van het 1e jaar heb je al kennis gemaakt met de uitgangspunten van de MGZ − De MGZ is: een werkveld − De MGZ is: nadruk op “Care” en “preventie” − De MGZ is: Niet alleen individugericht maar ook groepsgericht − De MGZ is: uitgaan van de leef-, woon of werksituatie van de cliënt − De MGZ is ook: een benaderingswijze, een brede manier van kijken − De MGZ is ook: Open staan voor maatschappelijke en politieke ontwikkelingen − De MGZ is ook: Leren hanteren van belangenconflicten en ethische reflectie − De MGZ is ook: Multidisciplinair of zelfs multisectoraal werken De zorgsituaties waarmee je in de taken geconfronteerd gaat worden zijn hoogcomplexe zorgsituaties. Het gaat er in deze fase van de opleiding om jezelf tot doel te stellen deze zorgsituaties nu wel te leren hanteren. Het zwaartepunt ligt bij deze taken op: de breedheid van de zorgsituaties waarin je in de Maatschappelijke Gezondheidszorg mee geconfronteerd wordt en in de verschillende functies die je daarin als Hbo-verpleegkundige kan hanteren. de maatschappelijke context van de zorgsituatie van de cliënt te kunnen analyseren en hanteren de invloed van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen (wet- en regelgeving) op de zorgsituatie van de cliënt en de verpleegkundige beroepsuitoefening te kunnen analyseren en hanteren. de belangenconflicten waarmee je in de Maatschappelijke Gezondheidszorg mee geconfronteerd kunt worden te kunnen hanteren. de multidisciplinaire en multisectorale benadering van zorgvraagstukken waarmee je in de Maatschappelijke Gezondheidszorg mee geconfronteerd wordt te kunnen hanteren. 3.1.1 Beginsituatie en beginvereisten e e Je hebt nu het 1 en 2 jaar van de Hbo-V afgerond. In het 1 jaar heb je competenties ontwikkeld met betrekking tot zorgvraagstukken in de AGZ (oa. Chronische zorgvraagstukken), de GGZ en de MGZ en in het 2e jaar mbt. Kwaliteitszorg en Zorgprogrammering. Ook heb je in het 2e jaar 10 weken stage gelopen, mogelijk in de MGZ. In de conceptuele leerlijn heb je: − Kennis verworven en deze kennis ook leren toepassen, wat betreft verpleegkundige methodiek − Kennis verworven van diverse chronische ziektebeelden (MB1 t/m MB6) incl. het werken met MBZ’s − Kennis verworven met betrekking tot de verpleegkundige zorg aan de Zorgcategorieën de “chronische cliënt”, de “geriatrische cliënt”, de “psychiatrische cliënt”, “de verstandelijk gehandicapte cliënt” Daar wordt in deze periode op voortgebouwd. 3.1.2 Thematiek Specifiek voor deze periode In periode 1 staat de chronische en de oudere cliënt in de thuissituatie centraal. In periode 3 gaan we aandacht besteden aan de Jeugdgezondheidszorg en in periode 4 aan de Openbare Gezondheidszorg (OGZ) en de Arbozorg. In deze eerste periode gaan we dus dieper in op de meest voorkomende zorgproblemen van ouderen en chronisch zieken. Met deze zorgcategorieën zul je binnen de maatschappelijke gezondheidszorg veel in aanraking komen. Binnen het Hbo-V-curriculum is er sprake van een volgtijdelijke en een gelijktijdige samenhang. Volgtijdelijke samenhang Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 6
Hierboven is al aangegeven dat wordt voortgebouwd op de verworven competenties uit het 1e en 2e jaar. Deze competenties worden verdiept en in de maatschappelijke context van de verpleegkundige beroepsuitoefening in de MGZ geplaatst. Gelijktijdige samenhang Daarnaast zal ook gedurende deze periode een actieve samenhang bestaan met de generieke competenties Onderzoeksvaardigheden incl. bijbehorende beroepsvaardigheden Visies, modellen en concepten incl. bijbehorende beroepsvaardigheden Klinisch redeneren incl. bijbehorende beroepsvaardigheden De opbouw van dit onderdeel kent een vaste, eenvoudige structuur. Eerst wordt verantwoord waarom het specifieke zorgprobleem is opgenomen in de selectie. Na de vaststelling wat jullie er eventueel eerder al aan gedaan hebben (beginsituatie) volgen de leerdoelen. Deze leerdoelen bestrijken 3 gebieden; die we met de sprekende termen “hoofd”, “hart” en “handen” aanduiden. Het is niet voldoende veel te weten over een chronische ziekte, (hoofd) je moet ook dingen kunnen (handen), en die twee combineren met het verplegen vanuit je gevoel (hart)! Daarna volgen de belangrijkste bronnen : internet, een selectie van literatuur, waarbij de rode draad telkens is de DVD Chronisch Ziek van het RIOM (researchgroep voor informatie en organisatie management) vormt het huiswerk voor elk ‘zorgprobleem’. Ten slotte: de beschrijving van de studieactiviteiten, zowel begeleid (D+) als onbegeleid (D-). Stapsgewijs worden aanwijzingen gegeven voor de zelfstudie en de nabespreking. De D- activiteiten zijn onderscheiden in individuele studieactiviteiten en groepsgewijze studieactiviteiten (Werkcollege D-).
3.2 Week 0 1 2 3 4 5 6 7 8
3.3
PROGRAMMASCHEMA MGZ-thematiek Ondersteunende colleges Voorbereiding Blok Act. 0.1 t/m 0.3 Reuma Comorbiditeit (Act.1.2) Act. 1.1, 1.3 en 1.4 CVA Klinisch redeneren (Act.2.2) Act. 2.1, 2.3 en 2.4 Oncologie Act. 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4 Parkinson Klinisch redeneren MGZ (Act. 4.2) Act. 4.1, 4.3 en 4.4 Sociaal isolement, eenzaamheid en depressie Act. 5.1, 5.2, 5.3 en 5.4 COPD Zorgstandaarden (Act. 6.2) Act. 6.1, 6.3 en 6.4 Dementie Maatschappelijke positie en Overheidsbeleid Act. 7.1, 7.3 en 7.4 Ouderen en Chronisch zieken (Act. 7.2) Diabetes Zorgstandaard Diabetes (Act 8.2) Act. 8.1, 8.3 en 8.4
BRONNEN
3.3.1 Verplichte literatuur Cluster 9 MGZ Voor dit cluster gelden wat betreft de afstudeerrichtingspecifieke onderdelen: DVD Chronisch Ziek van het RIOM (researchgroep voor informatie en organisatie management) € 6,- (aan te schaffen voor deze periode) via http://www.dvdchronischziek.nl en dan kiezen voor “Bestellen” We hebben voor deze DVD gekozen omdat daarin 7 relevante chronische zorgproblematieken elk vanuit 7 thema’s en vanuit 7 informatiebronnen gebundeld worden.: Gezondheidsprobleem; Bij elk aandacht voor Bij elk informatie over Marije: Reuma Besef Acute hulp Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 7
Christien, diabetes Tijd en energie Wat kun je zelf Naaste/relatie Hulp zoeken Tom, ziekte van Parkinson Over praten Begeleiding Jolanda, hartfalen Kennis en hulp Wonen Kitty, longemfyseem/ COPD Genieten Werken Marjon, MS Perspectief Welzijn Wilbert, ziekte van Crohn/ Bechtrew J. Mast en A.Pool Competentiebeschrijvingen voor de wijkverpleegkundigen. NIZW december 2003. ISBN 90-5957-235-1 (Blackboard) Chronisch ziek 2010, uitgave van de week van de Chronisch zieken 2010 krijgen jullie uitgereikt) 3.3.2 Reeds in bezit, wederom actief te gebruiken H. Sibbing, reader Cluster 3 (MGZ), 1e jaar H. Sibbing, reader SW2 1e jaar A. Pool ea. Zorgverlening aan Chronisch zieken (behorend bij het leerpakket Chronisch zieken) T.v.d. Kruk, Zorgverlening aan Ouderen (behorend bij het leerpakket Geriatrie) Reader met een bescheiden aantal aanvullende artikelen per studieopdracht. 3.3.3 Boeken /Rapporten Een aantal werkelijk prima boeken met betrekking tot zorg voor Ouderen en Chronisch Zieken zijn: Blackboard/ Internet Min. VWS Ouderenbeleid in het perspectief van de vergrijzing, mei 2005 J. Bussemaker Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid, 2e kamer 2007-2008 29.389 nr.7 Min. VWS Kabinetsstandpunt “Lang zullen we leven”, 2007 Min. VWS Handicap of chronische ziekte ??, Brochure mbt. Wet Gelijke Behandeling nov. 2003 C.van Campen Grijswaarden, Monitor ouderenbeleid 2008, Uitg. SCP 2008 C. Kullberg Ouderen van nu en van de toekomst, Uitg. SCP 2005 CGB Recht op gelijke behandeling wettelijk geregeld C. Ross v.Dorp Gelijke behandeling voor mensen met een handicap of chronische ziekte, 2e Kamer 29.355, te downloaden via www.overheid.nl.op en op Blackboard. Min. VWS Handicap of chronische ziekte ??, Brochure mbt. Wet Gelijke Behandeling nov. 2003 (door de docent versterkt) Min VWS Brancherapport Care: te downloaden via www.minvws.nl of via Blackboard Met aandacht voor: Vraag en aanbod, clienten, Ontwikkelingen mbt. inhoud en kwaliteit, Ontwikkeling in organisatie en doelmatigheid, Arbeidsmarkt, Sturing en bekostiging WRR Generatiebewust beleid, Uitg. SDU, den Haag 1999, ISBN 90 399 1687, (Bibl. 324/GENE) SCP Verpleging en Verzorging Rijswijk 2009 (Blackboard) SCP Ouderen van nu en van de toekomst, Werkdocument 113, Rijswijk 2005 SCP Grijswaarden, Monitor Ouderenbeleid 2008, Rijswijk 2008 (Blackboard) RIVM/SCP Ouderen nu en in de toekomst 2000-2020, Bilthoven 2004 (Blackboard) NZA Care voor de toekomst, 2007 (Blackboard) NIZW Gewoon beter Zorgvernieuwing in de Caresector, Utrecht 2004 (Blackboard) NIZW Community that Cares, Utrecht 2005 (Blackboard) SCP Evaluatie WMO febr 2010 (Blackboard) SCP de Sociale staat van Nederland 2009, Uitg. SCP, Rijswijk 2009 (Bibl. 301.8/2009), ook te downloaden via www.scp.nl of via Blackboard Boeken J. Egtberts Verpleegkundige psychosociale zorg aan chronisch zieken, Uitg. NIZW, Utrecht 1998 (ISBN 90 5050 6747) (Bibl. 605.99/EGTB) A. Pool Zorg met een gezicht, belevingsgerichte zorg in de praktijk, Uitg. NIZW, Utrecht, 1999 (ISBN 90 5050 731 X) (Bibl. 613.77/POOL) G.v.d.Bos (red.) Chronisch zieken en gezondheidszorg, uitg. Elsevier, Maarssen 2000 (ISBN 90 352 2226 1), (Bibl. 605.99/CHRO) B. Stoelinga (red.) Chronisch zieken en gehandicapten, Uitg. NIZW, Utrecht 1996 (ISBN 90 5050 386 1) (Bibl. 605.99/CHRO) T.v.d.Kruk Verpleegkundige zorgverlening aan ouderen, Uitg.Lemma Utrecht 2007, (ISBN 9789059314597) (Bibl. 613.66/VERP) Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 8
D.Oostelaar A. de Boer ea H. Buijssen H. Mostert/Pool M. de Klerk A. Schrijvers Min VWS
K. Milisen ea. I. Baart M. Senten LEVV LVW ------------D.Oostelaar A. de Boer ea H. Buijssen H. Buijssen A. Schrijvers K. Milisen ea. I. Baart J. Timmermans C. van Campen D. Draaisma, SCP SCP M. de Klerk WRR M. de Klerk
Ouderen in de samenleving, uitg. Coutinho, 2006 (ISBN 9046900314) (Bibl. 324/OOST) Rapportage Ouderen 2006, Uitg. SCP, Rijswijk 2006 (ISBN 9037701566 (Bibl. 324/RAPP) Psychologische hulpverlening aan ouderen 1 en 2, uitgeverij INTRO Baarn, 2000., (Bibl. 324/PSYCH) De kunst van het afstemmen.Belevingsgerichte zorg: theorie en praktijk van een nieuw zorgconcept. Uitg. NIZW 2003, (ISBN 90-5050-773-5), (Bibl. 613.37/POOL) Rapportage gehandicapten 2002 Uitg. SCP, Rijswijk 2002 (Bibl. 325/RAPP) Moderne patiëntenzorg, Uitg. Elsevier gezondheidszorg Maarssen 2002 (ISBN 9035225651, (Bibl. 601.51/MODE) Brancherapport Care: te downloaden via www.minvws.nl of via Blackboard Met aandacht voor: Vraag en aanbod, clienten, Ontwikkelingen mbt. inhoud en kwaliteit, Ontwikkeling in organisatie en doelmatigheid, Arbeidsmarkt, Sturing en bekostiging Verpleegkundige zorgaspecten bij ouderen. Elsevier, 2002. ISBN 9035224868 (Bibl. 613.66/VERP) Ziekte en zingeving. Een onderzoek naar chronische ziekte en subjectiviteit. Van Gorcum, 2002. ISBN 90-232-3779-X (Bibl. 605.99/BAAR ) Preventie loont, tussenstand van het Programma Preventie van ZonMw : ouderen Uitg. Van Gorcum, Assen 2003 (Bibl. 614.5/PREV) State of the Art , onderzoek naar de “State of the Art” in de verpleging, Opgenomen op Blackboard of te downloaden via www.levv.nl LESA’s (Landelijke Eerstelijns Samenwerkingafspraken) mbt. Decubitus, dementie en palliatieve zorg, te downloaden via www.lvw.nl (publicaties) of via Blackboard Verpleegkundige handboeken op het gebied van ebp/best practice: zie bibliotheek code 600-614 Ouderen in de samenleving, uitg. Coutinho, 2006 (ISBN 9046900314) (Bibl. 324/OOST) Rapportage Ouderen 2006, Uitg. SCP, Rijswijk 2006 (ISBN 9037701566 (Bibl. 324/RAPP) Psychologische hulpverlening aan ouderen 1, uitgeverij INTRO Baarn, 2000. (Bibl. 324/PSYCH) Psychologische hulpverlening aan ouderen 2 ,uitgeverij INTRO Baarn, 2001. (Bibl. 324/PSYCH) Moderne patiëntenzorg, Uitg. Elsevier gezondheidszorg Maarssen 2002 (ISBN 9035225651, (Bibl. 601.51/MODE) Verpleegkundige zorgaspecten bij ouderen. Elsevier, 2002. ISBN 9035224868 (Bibl. 613.66/VERP) Ziekte en zingeving. Een onderzoek naar chronische ziekte en subjectiviteit. Van Gorcum, 2002. ISBN 90-232-3779-X (Bibl. 605.99/BAAR ) Mantelzorg, over de hulp van en aan mantelzorgers, Den Haag Sociaal en Cultureel Planbureau 2003 (Bibl. 613.8/MANT) ook te downloaden via www.scp.nl en via Blackboard Vragen om hulp, vraagmodel verpleging en verzorging : samenvatting van het onderzoeksrapport, Den Haag Sociaal en Cultureel Planbureau 2003, (Bibl. 601.51/CAMP) ook te downloaden via www.scp.nl en via Blackboard Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. Historische Uitgeverij, 2001. ISBN 90-655-4470-4 (Bibl. 415.4/DRAA) Sociaal Cultureel Rapport 2006, Uitg. SCP, Rijswijk 2006 (Bibl. 497/SOCI 2006), de Sociale staat van Nederland 2009, Uitg. SCP, Rijswijk 2009 (Bibl. 301.8/2009), Rapportage Ouderen 2006, Uitg. SCP, Rijswijk 2006 (Bibliotheek Haagse Hogeschool 324/RAPP) Generatiebewust beleid, Uitg. SDU, den Haag 1999, ISBN 90 399 1687, (Bibl. 324/GENE) Rapportage gehandicapten 2006 Uitg. SCP, Rijswijk 2006 (Bibl. 325/RAPP
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 9
Websites: Voor aanvullende websites, zie Bijlage 1 3.3.4 Internetbronnen www.nationaalkompas.nl Gezondheid en ziekten - Ziekten en aandoeningen - Functioneren en kwaliteit van leven - Sterfte, levensverwachting en DALY’s Gezondheidsdeterminanten - Persoonsgebonden - Leefstijl - Omgeving Preventie Zorg - Eerstelijnszorg - Verpleging en verzorging Bevolking - Vergrijzing www.minvws.nl en dan kiezen voor onderwerpen: AWBZ Diabetes Eerstelijnszorg Gehandicapten Hulpmiddelen Mantelzorg Ouderen Palliatieve zorg Persoonsgebonden Budget Thuiszorg Vergrijzing Vrijwilligers WMO Wet Voorziening Gehandicapten (WVG) Wonen en Zorg Zorgzwaartebekostiging http://www.kennisring.nl en dan kiezen voor: Gezondheidshulp Ziekten Onderzoek Behandeling Dagelijks leven Hulp en zorg Relaties en gezin http://www.npcf.nl 3.3.5 Blackboard Op Blacboard is het digitale archief mbt. alle aspecten voor de zog voor Ouderen en Chronisch zieken opgenomen. 3.3.6 Video’s in de Bibliotheek Hartfalen Leven met hartfalen, Teleac 2001, Videotheek 605.12/LEVE Hartziekten, Vinger aan de pols, AVRO 2000, Bibl. 605.12/VING ) Hart- en vaatziekten (605.12/HART Hartfalen psychische oorzaak (605.12/HART) Kanker Leven met kanker, Teleac 2004,4 afleveringen Videotheek 605.91/LEVE − Je lijf, je leven:Stap voor stap: werken aan herstel bij reuma en kanker (612.1/JE) − Zwanger en kanker (603.1/ZWAN (video)), EO 2003 Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 10
Reuma Leven met reuma, Teleac 2004, Videotheek 605.18/LEVE − Je lijf, je leven:Stap voor stap: werken aan herstel bij reuma en kanker (612.1/JE) Dementie Leven met dementie, Teleac Videotheek 605.93/LEVE Video 605.93/HERS Speelfilm "Hersenschimmen" Video 605.93/VROE,Speelfilm "Vroeger is dood" "Vergeten" (Videotheek 605.93/VERG nr. 1253) Verloren tijd: "Dementie en de gevolgen voor hun partners" (Videotheek 605.93/DEME en 605.94/VERL)) Dementie en Euthanasie, Rondom 10, NCRV 2000 Bibl. 603.1/ROND Chronisch zieke kinderen - Lief rotkind (chronisch zieke kinderen), Teleac 2004, Videotheek 604.64/LIERF, 605.99/LIEF en 462.4/LIEF - Je moet overal zelf achteraan (606.4/LIEF) - Geef hem maar een dag aan mij mee. (462.4/LIEF) - Onderhuids, Chronisch ziek-zijn jongvolwassenen, NCRV 2001 Bibl. 605.99/ONDE - Je lijf, je leven:Niet als andere kinderen (kinderen met astma en diabetes) 605.2/JE (video) - Barend en Witteman, Euthanasie bij kinderen, VARA 2002, Bibl. 603.1/BARE - Zwanger van een kind met het Down-syndroon, EO, 2002 Bibl. 462.3/ZWAN (video) - Overleven met een chronisch ziek kind (Bij ons thuis): www.teleac.NL/bijnonsthuis − Je lijf, je leven:Niet als andere kinderen (kinderen met astma en diabetes) 605.2/JE (video) Diabetes Elke dag diabetes Teleac 2001, Videotheek 605.16/ELKE (3 afl.) − Je lijf, je leven:Niet als andere kinderen (kinderen met astma en diabetes) 605.2/JE (video) Depressiviteit Kopzorg, aflevering depressiviteit, Teleac 2004 Videotheek 606.32/KOPZ Dokument: Serie “Oud zeer” , 3 afleveringen, Angsstoornissen en depressiviteit 2001 Bibl. 606.32/DOKU Rondom 10: Depressiviteit bij ouderen’ 1991(Videotheek 324/DEPR) Astma/ COPD − Opgelucht (CARA), Teleac 2000, 605.14/OPGE (video) − Je lijf, je leven:Niet als andere kinderen (kinderen met astma en diabetes) 605.2/JE (video) CVA/ Hersenletsel Een beroerte, (606.13) Mijn ogen zeggen alles (606.13/MIJN) − Je lijf, je leven:Een beroerte, en dan ? 606.13/JE − Teleac: Zeggen dat ik zo veranderd ben 6 delen (hersenletsel), 1998/2000 Bibl606.13/EILA Rondom 10 : CVApatienten (606.13/CVA) ALS − Avro, Vinger aan de Pols afl. “A.L.S” 26 -2-2005 (Code 605.18/VING) − Je lijf, je leven:Waarom zou ik (ALS) (615.8/JE) Parkinson − Je lijf, je leven:Verrast door Parkinson (606.11/JE (video) ME Eb en vloed (Renate Dorrestein, ME, 1995, bibl. 605.99/EB Cystic Fibrosis Cystic Fibrosis, Vinger aan de pols 605.16/CYST Pijn − Je lijf, je leven:Vechten tegen de pijn (604.3/JE) Eenzaamheid Zembla: geen hulp alstublieft (324/ZEMB) DNW: De laatste Jeugd: Ouderen worden anno 2002, VPRO, DNW 2002, (324/DNW) (oudere worden, verlies van relaties, dreigende eenzaamheid) Autisme, ook kinderen − Een ' Asperger'kan hooguit afgericht worden, VPRO 2002, 462.4/ASPE (video) − Het andere gezicht :Autisme (462.4/ANDE) − Autisme Volwassenen, Zembla, Vara Bibl. 462.9/ZEMB (video) − Kopzorg, afl. Autisme (606.33/KOPZ) − Buitenbeenjes, afl. Autisme (606.4/BUIT Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 11
3.3.7 Video’s op Blackboard De meest recente video’s staan niet meer opgenomen in de videotheek van de HHS maar zijn digitaal beschikbaar via Blackboard (veelal met een link naar www.uitzendinggemist.nl of zijn op DVD beschikbaar bij de docent) 3.3.8 Afstudeerwerkstukken Carmen Versluis-v.d.Aa De longverpleegkundige in de thuiszorg, een toegevoegde waarde of niet? Over verpleegkundige zorg aan astma/COPD-patiënten, den Haag 2003 (scriptotheek MGZ 03.015) en via Blackboard Heidi Rohde Mantelzorger alleen maar zorgen of samen zorgen?: den Haag 2003, Scriptotheek HHS MGZ03.017 Alma Segers Bereikbaarheid : samenwerking tussen wijkverpleegkundige en huisarts den Haag 2003, Scriptotheek HHS MGZ03.020 Karin Wolff Spiritualiteit in de terminale fase; van levensbelang, den Haag 2004, Scriptotheek HHS MGZ04.020 Joke Drop Samenwerking tussen wijkverpleegkundige en huisarts, den Haag 2004, Scriptotheek HHS MGZ04.005 Heleen Klok De wijkverpleegkundige en zorgnetwerken, den Haag 2003, Scriptotheek HHS (alleen digitaal) Liesbeth vd.Weel Hoofd, hart en hand : belevingsgerichte zorg en evidence based nursing in de thuiszorg, den Haag 2003, Scriptotheek HHS MGZ 03.022 Lucy van Oosterom Transmurale zorg voor cliënt met chronisch hartfalen, den Haag 2006, Scriptotheek HHS MGZ 06.010 Nellie Pronk Wie zoet is krijgt lekkers, thearietrouw bij diabetespatiënten, den Haag 2006, Scriptotheek HHS MGZ 06.012 Anneke Lanser Eenzaamheid, den Haag 2006, Scriptotheek HHS MGZ 06.009 Alice van Putten Hart voor hart, preventie van hartfalen, den Haag 2009, Scriptotheek HHS MGZ 09.009 Kiek Schoenmakers Stop fixeren, Vrijheidsbeperkende maatregelen bij dementeren, den Haag 2009, Scriptotheek HHS 09.010 Hanneke Gravendeel Hard werken - hart werken : bejegening van palliatieve terminale patiënte, den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.004 Daphne van Hasselaar Samenwerking tussen de wijkverpleegkundige en de specialistisch verpleegkundige tijdens de palliatieve terminale fasepatiënte, den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.015 Nicole van Kasteren Oud en eenzaampatiënte, den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.009 Marlène Kortrijk Voorlichting over pijn en pijnbestrijding in de palliatieve fase : een verpleegkundige benaderingpatiënte, den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.011 Marja Langeveld Samen sterk in de strijd tegen eenzaamheid! : vrijwilligers in de thuiszorg, patiënte, den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.008 Ina-Joke Lemstra Vraaggestuurde zorg binnen het indicatiebeleid 2005 : ideologie of realiteit? patiënte, den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.013 Erna Vrijland De gezamenlijke zorg rond het levenseinde : de samenwerking tussen beroepskrachten en vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg patiënte, den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.019 Florence Sardjoe Diabetes bij Hindostanen,,den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.014 Birgit Stade Competenties van wijkverpleegkundigen, inzet en mogelijkheden, ,den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.017 Nicoline de Groot De transferverpleegkundige die zichzelf en anderen motiveert, ,den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.023 Elly van Wakeren Mantelzorg uit balans, ,den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.020 Gonda van der Wel De rol van de ethiek in de palliatieve zorg, ,den Haag 2005, Scriptotheek HHS MGZ05.021 Petra Blom Thuiszorg en dementie : wat kan er beter? Stand van zaken, den Haag 2006, Scriptotheek HHS MGZ06.002 Linda van Bohemen Functiegerichte indicatie en bekostiging in de thuiszorg, den Haag 2006, Scriptotheek HHS MGZ06.003 Jolanda van Dijk-Pieper Ontspoorde zorg : eerst geloven dan zien (Oudermishandeling), den Haag 2006, Scriptotheek HHS MGZ06.004 Fieke van der Elsen "Zorg op afstand" mbv. ICT vs. Belevingsgerichte zorg in de Thuiszorg, den Haag 2010, Scriptotheek HHS MGZ10.0xx Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 12
Alice Houweling Mirjam Kramer Suzanne Ritchi Jetty Sokawikrama
Signalering depressiviteit bij ouderen, den Haag 2010, Scriptotheek HHS MGZ10.0xx Mantelzorgondersteuning bij dementerenden, den Haag 2010, Scriptotheek HHS MGZ10.0xx Kwaliteitsverbetering door invoering cliëntbespreking in de thuiszorg, den Haag 2010, Scriptotheek HHS MGZ10.0xx Optimalisering Palliatieve zorg thuis, den Haag 2010, Scriptotheek HHS MGZ10.0xx
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 13
3.4
PROGRAMMABESCHRIJVING
Voordat we daadwerkelijk van start gaan, is het belangrijk dat je jezelf alvast goed voorbereidt en oriënteert op wat je tijdens dit blok gaat leren. Activiteit 0.1 Werkvorm Zelfstudie Bestudeer de inhoud van het blokboek. Let daarbij vooral op: Inhoudsopgave Hoofdstuk 2 , Inleiding Hoofdstuk Fout! Verwijzingsbron niet gevonden. t/m 3.2 Activiteit 0.2 Werkvorm Zelfstudie Blader door de verplichte literatuur en andere bronnen die in dit blok gebruikt wordt (zie paragraaf 3.3). Vorm je door middel van de inhoudsopgave van elk boek alvast een beeld welke bijdrage dit boek aan dit blok kan leveren. Activiteit 0.3 Werkvorm Zelfstudie Verken ter oriëntatie de in paragraaf 3.3.4 genoemde websites en probeer je vast een globaal beeld te vormen over de inhoud van deze websites.
1. Verantwoording De term reuma wordt over de hele wereld gebruikt. Er worden meer dan 200 verschillende ziektebeelden mee aangeduid die klachten geven in of nabij de gewrichten of elders in het houdingen bewegingsapparaat. De voornaamste vorm, reumatoïde artritis (RA), is gekenmerkt door ontsteking en zwelling van de gewrichten en misvormingen, resulterend in pijn en vermoeidheid. Afwijkingen van de gewrichten kunnen duidelijk aanwezig zijn, maar zijn soms op het eerste gezicht niet te zien. Het beloop van de ziekte is vaak onvoorspelbaar en de klachten kunnen variëren van uur tot uur en van dag tot dag. Dit soort ziekten, waar ook verpleegkundigen in de maatschappelijke gezondheidszorg veel mee geconfronteerd worden, heeft grote gevolgen voor de cliënt en zijn omgeving en beïnvloedt niet alleen het lichamelijk functioneren maar ook het psychisch en sociaal functioneren. Onderzoek laat een vijftal kernproblemen zien, zoals reumatoïde artritis patiënten die althans ervaren: niet meer alles kunnen doen, moeheid, pijn, afhankelijkheid en stijfheid. 2. Beginsituatie e Studenten hebben in Cluster 3 van het 1 jaar kennis gemaakt met de maatschappelijke gezondheidszorg. Studenten hebben binnen het onderwijs nog niet expliciet te maken gehad met cliënten met het ziektebeeld reuma en de gevolgen die deze ziekte heeft voor cliënten op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied.. Studenten hebben mogelijkerwijs in één van de stages wel expliciet te maken gehad met cliënten met het ziektebeeld reuma en de gevolgen die deze ziekte heeft voor cliënten op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied.. 3. Leerdoelen Algemeen: de student kan de kern van het verpleegkundige aandeel in de zorg; het klinisch redeneren in het primaire proces, op willekeurig welk thema, zorgprobleem of ziektebeeld, toepassen. De generieke onderwerpen uit de gemeenschappelijke hoorcolleges hebben een plaats gekregen in de werkcolleges. De student a. Kan uitleggen wat het ziektebeeld inhoudt (heroriënteer je op kennis propedeuse en leerjaar 2) Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 14
b. Kan verwoorden wat voor gevolgen het heeft om met reuma te moeten leven voor zowel patiënt als familie en vrienden. c. Kent de sociale kaart d. Voelt zich betrokken bij de “ziekte”beleving van de cliënt e. Kan vanuit het patiëntenperspectief een aantal relevante verpleegkundige aandachtspunten benoemen voor het verplegen en begeleiden van mensen met reuma f. Communiceert adequaat in fora gericht op de specifieke doelgroep g. Levert een bijdrage aan voorlichting op farmacologisch gebied aan cliënten met reuma 4. Bronnen: www.nationaalkompas.nl www.minvws.nl A. Pool ea. Zorgverlening aan Chronisch zieken - DVD Chronisch Ziek: hoofdstuk Marije. - V&VN reumatologie: de afdeling van V&VN van verpleegkundigen in de reumazorg - www.reumafonds.nl - www.reumabond.nl Reader - J.W. Dannenberg e.a., Reumatoïde artritis, wat vindt de patiënt er zelf van?, TVZ 2006 nr 11/12 pp 61-67 Aanbevolen: Teleac Leven met reuma, Teleac 2004, Videotheek 605.18/LEVE 5. Studieactiviteiten Activiteit MGZ 1.1 Werkvorm: Individueel DWerk je leerdoelen uit mbv. de bronnen waaronder de website van de afdeling van V&VN. Bestudeer het interview met Marije. Bekijk aflevering 6 van de serie “Uitgedokterd” met oa. Marieke (Blackboard) Opdracht 1: Wijkverpleegkundigen kunnen reumapatiënten ondersteunen bij het (tijdig) signaleren van de behoefte aan hulpmiddelen. Ga op internet op zoek naar specifieke sites over hulpmiddelen. Bereid je voor op een presentatie van vijf minuten in je team over de resultaten van je “bronnenstudie”. Opdracht 2: : noteer een drietal verpleegkundige diagnoses die je op basis van het interview met Marije zou kunnen stellen. Werk 1 ervan uit in een plan van aanpak (met resultaten en interventies). Maak hiervoor gebruik van de hierboven genoemde bronnen! Activiteit MGZ 1.2 Duur 2 SBU Werkvorm: Hoorcollege samen met AGZ en GGZ Het hoorcollege van deze week behandelt het begrip “comorbiditeit” Activiteit MGZ 1.3 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege DBespreek met elkaar waar een goede presentatie zoals bedoeld in activiteit MGZ 1.1 aan moet voldoen. Maak gebruik van de in de vorige jaren gehanteerde scorelijsten! Activiteit MGZ 1.4 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege D+ Tijdens het werkcollege zal uitdrukkelijk stilgestaan worden bij de relevantie van de inhoud van het voorafgaande hoorcollege voor het klinisch redeneren. In het werkcollege is er naast bespreking van de resultaten van de zelf- c.q. onbegeleide studie, ruimte voor een aantal korte presentaties van opdracht 1 en 2. Let op: beargumenteer je keuzes van de uitwerking van het plan van aanpak!
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 15
1. Verantwoording Ieder jaar krijgen ruim 41.000 mensen voor de eerste keer een CVA en circa 7000 mensen worden opnieuw met een CVA geconfronteerd. Op dit moment is een CVA de doodoorzaak nummer 1 bij vrouwen. CVA, Cerebro Vasculair Accident, betekent ‘ongeluk in de bloedvaten van de hersenen’. Dit kan een hersenbloeding of een herseninfarct zijn. Veelal is er links of rechts van het lichaam een verlamming en soms in meer of mindere mate afasie aanwezig. Verder kunnen de gevolgen voor gedrag en karakter zeer ernstig zijn. Een CVA zonder blijvende gevolgen heet een TIA. Een CVA valt onder harten vaatziekten. Verpleegkundigen in de maatschappelijke gezondheidszorg ontmoeten veel cva patiënten in hun werk. Vaak gaat het om mensen die na de eerste opvang in “stroke-units” van ziekenof verpleeghuis weer thuis komen. Evenals bij andere hart- en vaatproblemen – zoals coronaire hartziekten en hartfalen – komt psychosociale problematiek bij CVA-patiënten en hun naasten, veel voor. Gelukkig is er de laatste tijd, onder andere vanuit het programma “Hart voor mensen” van de Hartstichting, veel aandacht voor het bieden van psychosociale ondersteuning als integraal onderdeel van de zorg voor hart en vaatpatiënten. 2. Beginsituatie Studenten hebben in het eerste jaar in cluster AGZ een taak (is er leven na een beroerte?) over de problematiek rond het CVA gedaan. In het tweede jaar is er in cluster 7 aandacht geweest voor ketenzorg, CVA-ketens zijn anno 2008 prominent aanwezig in de Nederlandse gezondheidszorg. 3. Leerdoelen Algemeen: de student kan de kern van het verpleegkundige aandeel in de zorg; het klinisch redeneren in het primaire proces, op willekeurig welk thema, zorgprobleem of ziektebeeld, toepassen. De generieke onderwerpen uit de gemeenschappelijke hoorcolleges hebben een plaats gekregen in de werkcolleges De student a. Kan uitleggen wat het ziektebeeld inhoudt (heroriënteer je op kennis propedeuse en leerjaar 2) b. Kan verwoorden wat voor gevolgen het heeft om met CVA te moeten leven voor zowel patiënt als familie en vrienden. c. Heeft zich verdiept in een drietal relevante/actuele richtlijnen rond de zorg voor CVA-patiënten en hun partners d. Heeft vanuit deze richtlijnen voor zichzelf een top 10 samengesteld van verpleegkundige aandachtspunten voor het verplegen/begeleiden van patiënten met een CVA en hun naasten in de maatschappelijke gezondheidszorg e. Kan een drietal voorbeelden van best practice benoemen van ketenzorg voor CVA patiënten. f. Kan de hoofdlijnen van de maatschappelijke positie van chronisch zieken verwoorden g. Kan de hoofdlijnen van het chronisch ziekenbeleid verwoorden 4. Bronnen: www.nationaalkompas.nl www.minvws.nl http://www.kennisring.nl en dan kiezen voor: Gezondheidshulp A. Pool ea. Zorgverlening aan Chronisch zieken - www.cva-samenverder.nl Blackboard - Beroerte: CBO Richtlijn - Zorg voor de mantelzorg: richtlijnen en aanbevelingen voor de begeleiding van naasten van getroffenen door een beroerte. - Revalidatie na een beroerte: richtlijnen en aanbevelingen voor zorgverleners - www.hartvoormensen.nl - Verpleegkundige Revalidatierichtlijn Beroerte, Universitair Medisch Centrum Utrecht, Divisie Hersenen, Thora B. Hafsteinsdottir. Elsevier gezondheidszorg 2009. Aanbevolen Teleac Je lijf, je leven, Teleac 2004, aflevering “Een beroerte en dan”, Videotheek 606.13/JE Teleac Je lijf, je leven, Teleac 2004, aflevering “Je werk hebben, je werk houden”, Videotheek 318.6/JE (over gevolgen arbeid bij chronisch zieken) Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 16
5. Studieactiviteiten Activiteit MGZ 2.1 Werkvorm: Individueel DBestudeer de bronnen. Zoek daarbij antwoorden op de leerdoelen. Bestudeer de website van de patiënten verenging “Samen Verder” en fris je kennis op over de achtergronden van het cva. Bekijk de website hartvoormensen. Bestudeer de richtlijnen en stel een top 10 samen van aandachtspunten waar je vanuit de positie van de verpleegkundige werkzaam in de maatschappelijke gezondheidszorg (bijvoorbeeld de thuiszorg) prioriteit aan zou kunnen geven. Motiveer je keuze. Activiteit MGZ 2.2 Duur 2 SBU Werkvorm: Hoorcollege samen met AGZ en GGZ In blokweek 2 richt het hoorcollege zich op een algemene heroriëntatie op het klinisch redeneren oftewel de toepassing van de verpleegkundige methodiek, zoals in afgelopen leerjaren regelmatig aan de orde is geweest. Activiteit MGZ 2.3 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege DWerk elkaars “ratings” (activiteit 2.1) uit en discussieer over de wenselijkheid van een uniforme prioriteitenlijst. Probeer overeenstemming te vinden over het antwoord op de vraag: Wat vind jij het verschil tussen “chronisch ziek zijn” en “een chronische ziekte hebben”? Activiteit MGZ 2.4 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege D+ Tijdens het werkcollege zal uitdrukkelijk stilgestaan worden bij de relevantie van de inhoud van het voorafgaande hoorcollege voor het klinisch redeneren. In het werkcollege worden de resultaten van activiteit 2.1 en 2.3 met elkaar vergeleken, en het belang van het werken met (evidence based) richtlijnen nabesproken. Aan de hand van casusmateriaal (kritische beroepssituatie) zal de rol van de mgz-verpleegkundige bij het bieden van psychosociale ondersteuning aan CVA-patiënten worden uitgewerkt. In het werkcollege wordt ook aandacht besteed aan het programma “hartvoormensen” van de Nederlandse Hartstichting. Vooral het belang van een goede, integrale psychosociale ondersteuning zal worden benadrukt.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 17
! " 1. Verantwoording Kanker is na hart en vaatziekten de nummer 2 in Nederland van ziekten waar mensen aan overlijden. Totaal is het aantal nieuwe gevallen met kanker 30.000 tot 100.000 per jaar. Ondanks dat er nog veel mensen aan overlijden, is er ook winst geboekt door de steeds vroegere opsporing van verschillende soorten kanker. Daarnaast gaat de ontwikkeling wat betreft de behandeling ook snel. Hierdoor is de levenskans van veel patiënten verbeterd. Ook is er meer aandacht ontstaan voor de kwaliteit van leven bij patiënten die niet meer beter kunnen worden. De zogenaamde palliatieve zorg. Er is een duidelijke tendens om oncologie patiënten zoveel mogelijk thuis te laten en zo min mogelijk te belasten met ziekenhuis behandelingen en/of opnamen. Niet alleen is dat meestal goedkoper, maar ook prettiger voor de patiënten zelf. Hierdoor zal je als verpleegkundige steeds meer mensen in de thuissituatie tegenkomen die thuis of poliklinisch behandeld worden en waarvoor nog hoop is dat ze het zullen overleven. Maar je komt natuurlijk ook mensen tegen die terminaal zijn. 2. Beginsituatie Studenten hebben in Cluster 3 van het 1e jaar kennis gemaakt met de maatschappelijke gezondheidszorg. Studenten hebben binnen het onderwijs nog niet expliciet te maken gehad met cliënten met kanker. Studenten hebben mogelijkerwijs in één van de stages wel expliciet te maken gehad met cliënten met kanker. 3. Leerdoelen Algemeen: de student kan de kern van het verpleegkundige aandeel in de zorg; het klinisch redeneren in het primaire proces, op willekeurig welk thema, zorgprobleem of ziektebeeld, toepassen. De generieke onderwerpen uit de gemeenschappelijke hoorcolleges hebben een plaats gekregen in de werkcolleges De student: a. Kent de meest voorkomende soorten en screenings van kanker. (heroriënteer je op kennis propedeuse en leerjaar 2) b. Kan uitleggen wat het ziektebeeld inhoudt (heroriënteer je op kennis propedeuse en leerjaar 2) c. Kan verwoorden wat voor gevolgen het heeft om met kanker te moeten leven voor zowel patiënt als familie en vrienden en kan dit onderbouwen vanuit de theorie. d. Kan aangeven welke preventie op het gebied van kanker plaats vindt. e. Kent de laatste zelfzorgmethoden die kankerpatiënten thuis kunnen toepassen. f. Kan de belangrijkste andere vormen van ondersteuningen noemen met betrekking tot kanker. (specifieke hulpverleners, websites, patiëntenverenigingen etc) g. Kan de belangrijkste psychische, sociale en medische aandachtspunten in de zorg om de oncologiepatiënt in de thuissituatie benoemen. h. Kent de belangrijkste onderdelen van de sociale kaart in de zorg betreffende oncologische patiënten. i. Kan een zorgplan opstellen voor een oncologische patiënt. 4. Bronnen: www.nationaalkompas.nl www.minvws.nl A. Pool ea. Zorgverlening aan Chronisch zieken - www.oncoline.nl - RIVM/chronische ziekten - www.oncologie.venvn.nl - ikcnet.nl http://www.kennisring.nl en dan kiezen voor: Gezondheidshulp Video: Een jaar of minder (longkanker): Blackboard Video: Kun je ooit nog gelukkig zijn? (gevolgen voor het gezin bij ouders met kanker): Blackboard Aanbevolen Teleac Leven met kanker, Teleac 2004, Videotheek 605.91/LEVE Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 18
5. Studieactiviteiten Activiteit MGZ 3.1 Werkvorm: Individueel DWerk je leerdoelen uit mbv. de bronnen. Let met name op de vele voorbeelden van best practice uit de website van oncoline. Bekijk (evt. met elkaar tijdens de d- activiteit) het indrukwekkende videoverslag “een jaar of minder”, over de beleving en belevenissen van een vrouw met longkanker is de laatste fase van haar ziekte – die ze thuis doorbrengt. Noteer je observatie/gevoelens/aandachtspunten/vragen voor de nabespreking. Activiteit MGZ 3.2 Duur 2 SBU Werkvorm: Hoorcollege Volg het hoorcollege oncologie samen met de AGZ over de verschillende vormen en screenings van oncologie. Activiteit MGZ 3.3 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege DNabespreking van het videoverslag in subgroepen. Wat heeft je in dit beeldverhaal geraakt? Wat maakte het bij je los (heel veel mensen hebben ervaring in hun (naaste) omgeving met kanker). Hoe kijk je als “aankomend” mgz-verpleegkundige naar deze beelden. Als je de opnames koppelt aan je studie van de diverse genoemde bronnen voor de zelfstudie, welke verpleegkundige aandachtspunten komen dan bovendrijven? Activiteit MGZ 3.4 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege D+ Tijdens het werkcollege zal uitdrukkelijk stilgestaan worden bij de relevantie van de inhoud van het voorafgaande hoorcollege voor het klinisch redeneren. In het werkcollege bespreken we het subgroepswerk na. Tevens proberen we tot een “top” vijf te komen van relevante verpleegkundige aandachtspunten voor het verplegen van patiënten met kanker in de thuissituatie. Deze aandachtspunten zullen worden gekoppeld aan bestaande verpleegkundige diagnoses, resultaten en interventies.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 19
#
$
%
1. Verantwoording Een van de veel voorkomende neurologische aandoeningen, is de ziekte van Parkinson. Zoals veel chronische ziekten kenmerkt deze zich door een sluipend verloop. Veel wijkverpleegkundigen weten hoe veel moeite mensen hebben om te accepteren dat ze steeds moeilijker gaan functioneren. Een paar jaar geleden was het de echtgenoot van koningin Beatrix, prins Claus, die er openlijk voor uitkwam aan de ziekte van Parkinson te lijden. Je moet overigens altijd heel voorzichtig zijn met die laatste constatering. Een bekend voorbeeld is de uitspraak van een andere “bekende” chronisch zieke, de schrijfster Karin Spaink, bekend met M.S., die ooit de hulpverleners voorhield: (citaat) “ pas op hè, noem mij niet ‘ chronisch ziek’ . Ik heb MS en daardoor ben ik af en toe niet in staat om “normaal” te functioneren, vergelijk het met een fikse griep. Maar voor de rest ben ik een gewoon mens, burger, en wens ik niet als ziek te worden aangemerkt”. In de begeleiding van mensen met de ziekte van Parkinson zijn veel aandachtspunten te ontdekken. En wie kan je dat beter uitleggen dan de patiënt zelf?!, 2. Beginsituatie e Studenten hebben in Cluster 3 van het 1 jaar kennis gemaakt met de maatschappelijke gezondheidszorg. e Studenten hebben in 2 jaar gewerkt met zorgprogramma’s 3. Leerdoelen: Algemeen: de student kan de kern van het verpleegkundige aandeel in de zorg; het klinisch redeneren in het primaire proces, op willekeurig welk thema, zorgprobleem of ziektebeeld, toepassen. De generieke onderwerpen uit de gemeenschappelijke hoorcolleges hebben een plaats gekregen in de werkcolleges De student a. Kan uitleggen wat het ziektebeeld inhoudt (heroriënteer je op kennis propedeuse en leerjaar 2) b. Kan verwoorden wat voor gevolgen het heeft om met de ziekte van Parkinson te moeten leven voor zowel patiënt als familie en vrienden. c. Kan aangeven welke preventie op het gebied van de ziekte van Parkinson plaats vindt. d. Kent de laatste zelfzorgmethoden die patiënten met de ziekte van Parkinson thuis kunnen toepassen. e. Kan de belangrijkste andere ondersteuningen noemen met betrekking tot de ziekte van Parkinson. (specifieke hulpverleners, websites, patiëntenverenigingen etc) f. heeft vanuit de richtlijn verplegen van Parkinson patiënten een top drie van verpleegkundige aandachtspunten voor zichzelf geformuleerd (hoofd, handen g. kan vanuit het patiëntenperspectief een aantal relevante verpleegkundige aandachtspunten benoemen voor het verplegen en begeleiden van mensen met Parkinson h. reflecteert op het ervaringsverhaal van een cliënt met Parkinson 4. Bronnen:/Bronnen www.nationaalkompas.nl www.minvws.nl http://www.kennisring.nl en dan kiezen voor: Gezondheidshulp A. Pool ea. Zorgverlening aan Chronisch zieken - DVD Chronisch ziek, onderdeel Ton Blackbors - Tripartite richtlijn verplegen van Parkinsonpatiënten (eventueel in onderdelen te downloaden via VenVN) Aanbevolen Teleac Je lijf, je leven, Teleac 2004, aflevering “Verrast door Parkinson”, Videotheek 606.11/JE 5. Studieactiviteiten Activiteit MGZ 4.1 Werkvorm: Individueel DBestudeer de bronnen. Zoek daarbij antwoorden op de leerdoelen.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 20
Luister naar wat Ton vertelt over zijn ervaringen. Maak een keuze voor 2 van de 7 deelthema’s, en vat deze kort in eigen woorden samen. Bestudeer de “tripartiete” richtlijn “Verplegen van Parkinsonpatiënten”. Activiteit MGZ 4.2 Duur 2 SBU Werkvorm: Hoorcollege Dit gastcollege van een verpleegkundig specialist, zal ingaan op recente ontwikkelingen in de in de zorg, begeleiding en behandeling van Parkinsonpatiënten. Speciale aandacht zal uitgaan naar het klinisch redeneren, specifiek vanuit de MGZ, voor deze patiëntencategorie. Activiteit MGZ 4.3 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege DVoorafgaande zelfstudie en (gast)colleges hebben je nieuwe inspiratie opgeleverd voor het verplegen van patiënten (en hun familieleden/partners) met Parkinson. Noteer, in subgroepen, deze nieuwe of hernieuwde gezichtspunten. Stel eens een top 3 op van diagnoses, resultaten en interventies die je op dit moment van belang lijkt voor het werk van een mgz-verpleegkundige die in haar praktijk patiënten met Parkinson verpleegt. Uiteraard onderbouw je je keuze met relevante bronnen (zelfstudie of college). Activiteit Duur Werkvorm:
MGZ 4.4 2 SBU Werkcollege D+
Tijdens het werkcollege zal uitdrukkelijk stilgestaan worden bij de relevantie van de inhoud van het voorafgaande hoorcollege voor het klinisch redeneren. In het werkcollege worden de resultaten van 4.1 en 4.3 plenair nabesproken.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 21
& & '" % () # * ( %% 1. Verantwoording Chronisch ziek zijn of ouder worden heeft onherroepelijk gevolgen voor je sociale netwerk. Mensen bouwen een sociaal netwerk op door ontmoetingen op het werk of bij het uitoefenen van hobby’s. Als chronisch zieke kan je niet meer net zo leven en werken als gezonde mensen. Ouderen hebben geen officiële werkkring meer. Hierdoor kan je het risico lopen dat je sociale netwerk erg klein wordt. Daarnaast komen ouderen in een levensfase waar vrienden en familie gaan wegvallen. (Een mevrouw van 75 vertelde dat ze de afgelopen tijd gemiddeld één begrafenis of crematie per maand had gehad van een goede vriend(in). ) Door een te klein of geen sociaal netwerk kunnen mensen zich erg eenzaam gaan voelen. Maar ook MET een sociaal netwerk kunnen mensen zich diep eenzaam voelen. Sociaal isolement en eenzaamheid is één van belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van een depressie. In Nederland kampen jaarlijks 738.000 mensen uit de leeftijdsgroep 12-75 jaar met een depressie. Depressie kan optreden op elk moment in de levensloop. Er wordt in Nederland geleidelijk meer gedaan aan het probleem van eenzaamheid. Dit gebeurt vaak in de vorm van samenwerkingsprojecten. 2. Beginsituatie Studenten hebben in Cluster 3 van het 1e jaar kennis gemaakt met de maatschappelijke gezondheidszorg. Studenten zijn in cluster 2 taak 2 al geconfronteerd met depressie als psychiatrisch ziektebeeld. Studenten hebben binnen Cluster 3 in taak 1 al te maken gehad met de gevolgen van sociaal isolement en de gevolgen dit heeft voor cliënten op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied. De student heeft de leerdoelen van leerpakket SW4 over verlieskunde behaald. In het 1e en 2e jaar is er op verschillende momenten gesproken over het probleem van sociale netwerken bij chronisch zieken en ouderen. Ook over depressie bij ouderen verschillende keren gesproken en literatuur aangedragen, vaak verwerkt in andere thema’s. Dit is de eerste keer dat het als afzonderlijk thema wordt aangeboden. 3. Leerdoelen Algemeen: de student kan de kern van het verpleegkundige aandeel in de zorg; het klinisch redeneren in het primaire proces, op willekeurig welk thema, zorgprobleem of ziektebeeld, toepassen. De generieke onderwerpen uit de gemeenschappelijke hoorcolleges hebben een plaats gekregen in de werkcolleges De student a. Kan zich een mening vormen over de maatschappelijke positie van ouderen in deze samenleving b. Kan de hoofdlijnen van het integraal overheidsbeleid mbt. ouderen verwoorden c. Kan benoemen: factoren die eenzaamheid en depressie kunnen veroorzaken en factoren die ze kunnen verhelpen. d. Kan aangeven wat de rol van de verpleegkundige is of zou kunnen zijn in het verminderen/opheffen van de eenzaamheid en depressie e. Kan 2 bestaande projecten presenteren. Eén die met succes eenzaamheid aangepakt heeft en één die mislukt is. 4. Bronnen: www.nationaalkompas.nl www.minvws.nl http://www.kennisring.nl en dan kiezen voor: Gezondheidshulp T.v.d. Kruk, Zorgverlening aan Ouderen (behorend bij het leerpakket Geriatrie) www.projectenzorgenwelzijn.nl www.eenzaamheid.linkje.nl dvd: chronisch ziek: Ton, het onderdeel: naaste relatie www.rodekruis.nl www.eenzaamheid.info Aanbevolen Bibliotheek de Jong Gierveld en van Tilburg, Zicht op eenzaamheid, van Gorcum, 2007 Isbn: 9789023243441 Teleac Kopzorg, aflevering depressiviteit, Teleac 2004 Videotheek 606.32/KOPZ Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 22
---
Multidisciplinaire richtlijn depressie : richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van volwassen cliënten met een depressie, Utrecht : Trimbos-instituut, 2005, Bibl. Boeken 606.33/MULT
5. Studieactiviteiten Activiteit MGZ 5.1 Werkvorm: individueel DOrienteer je d.m.v. genoemde bronnen op het thema van deze week. Verdiep je in de literatuur. Daarbij bevat het boek “Zicht op eenzaamheid” een zeer volledige analyse, en aanpak van het probleem. Internet geeft uiteraard een stuwmeer aan info over het onderwerp.(leerdoelen c, d en e) Bekijk de video’s Soeterbeeck-aflevering “Eenzaamheid je eigen schuld?” en de Netwerk-aflevering “Depressie onder ouderen” (Blackboard) Activiteit MGZ 5.2 Duur 2 SBU Werkvorm: Gastcollege samen met GGZ Volg het hoorcollege Eenzaamheid en sociaal isolement Activiteit MGZ 5.3 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege DVerdiep je samen met 2 medestudenten in 2 bestaande projecten voor de aanpak van eenzaamheidsproblematiek. Let hierbij over de “status” van deze projecten (evidence based of niet bijvoorbeeld?). Uiteraard maak je gebruik van nieuwe inzichten en inspiratie vanuit het gast-college. Bespreek met elkaar hoe je de rol van de (mgz)verpleegkundige in het aanpakken van eenzaamheid bij chronisch zieken en ouderen, inhoudelijk zou kunnen onderbouwen en beargumenteren. Om deze rol zo breed mogelijk te beschouwen, maak je gebruik van de verpleegkundige rollenset: met name die van Zorgverlener, Regisseur en Ontwerper. Maak tevens gebruik van het onderscheid tussen individuele, en collectieve zorgverlening. Activiteit Duur Werkvorm:
MGZ 5.4 2 SBU Werkcollege D+ (samen met GGZ)
Tijdens het werkcollege zal uitdrukkelijk stilgestaan worden bij de relevantie van de inhoud van het voorafgaande hoorcollege voor het klinisch redeneren. Nabespreking van het individuele en subgroepswerk. In de nabespreking zal de nadruk liggen op de verpleegkundige ‘legitimering’ van de aanpak van eenzaamheid/sociaal isolement
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 23
+
+ !$,
1. Verantwoording De Engelse afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Diseases (chronische obstructieve longaandoeningen). Bij COPD zijn de luchtwegen vernauwd door een ontsteking en bij een ernstige vorm zijn de longen beschadigd. Roken is vaak de belangrijkste oorzaak van deze beschadiging. Chronische bronchitis komt alleen voor bij volwassenen. Wanneer kinderen ' bronchitis'hebben, komt dat meestal door een virusinfectie. In Nederland heeft 2% van alle mensen COPD. De ziekte komt vooral veel voor bij ouderen (17% van de mensen boven de 80 jaar heeft COPD). Er komen in Nederland, net zoals in de rest van de wereld, alsmaar mensen met COPD bij. Een van de hoofdgroepen van COPD is de aandoening Longemfyseem. In 2007 lanceerde de regering een nieuw preventieprogramma, met daarin 5 prioriteiten. Stoppen met roken is er 1 van. 2. Beginsituatie De student heeft in het eerste jaar 1 taak (mag ik meer lucht svp) rond copd gedaan. In het tweede jaar was er in cluster 7 aandacht voor o.a. ketenzorg. Copd-ketens maken anno 2008 een prominent deel uit van transmurale zorgprogramma’s. Tevens werd in cluster 7 aandacht besteed aan de gevolgen van de sociaal economische status voor voorkomende maatschappelijke gezondheidsverschillen. 3. Leerdoelen Algemeen: de student kan de kern van het verpleegkundige aandeel in de zorg; het klinisch redeneren in het primaire proces, op willekeurig welk thema, zorgprobleem of ziektebeeld, toepassen. De generieke onderwerpen uit de gemeenschappelijke hoorcolleges hebben een plaats gekregen in de werkcolleges De student a. Kan uitleggen wat het ziektebeeld inhoudt (heroriënteer je op kennis propedeuse en leerjaar 2) b. Kan verwoorden wat voor gevolgen het heeft om met COPD te moeten leven voor zowel patiënt als familie en vrienden. c. Kan aangeven welke preventie op het gebied van COPD plaats vindt. d. Kent de laatste zelfzorgmethoden die COPD patiënten thuis kunnen toepassen. e. Kan de belangrijkste andere ondersteuningen noemen met betrekking tot COPD. (specifieke hulpverleners, websites, patiëntenverenigingen etc) f. Voelt zich betrokken bij de “ziekte”beleving van de cliënt g. Kan vanuit het patiëntenperspectief een aantal relevante verpleegkundige aandachtspunten benoemen voor het verplegen en begeleiden van mensen met COPD h. Heeft aan den lijve ondervonden hoe benauwdheid kan leiden tot angst & stress i. Kan de jongste ontwikkelingen rond COPD-ketenzorg benoemen j. Kan vanuit het patiëntenperspectief een aantal relevante verpleegkundige aandachtspunten benoemen voor het verplegen en begeleiden van mensen met COPD 4. Bronnen: www.nationaalkompas.nl www.minvws.nl http://www.kennisring.nl en dan kiezen voor: Gezondheidshulp A. Pool ea. Zorgverlening aan Chronisch zieken DVD Chronisch Ziek: hoofdstuk Kitty N. de Graaf e.a., Transmurale COPD-zorg, TVZ 2005 nr. 7/8 pp 60-63 Rubriek vakinfo, Lage sociaal-economische status maakt COPD patiënt extra kwetsbaar, TVZ 2007, nr 2 pp 36 B.S. Boot e.a., Zorg rondom COPD, TVZ 2007 nr. 4 pp 46 www.astmafonds.nl/allesovercopd patiëntenversie richtlijn COPD (€3,75): te bestellen via het astmafonds Aanbevolen C. Versluis-v.d.Aa De longverpleegkundige in de thuiszorg, een toegevoegde waarde of niet? Over verpleegkundige zorg aan astma/COPD-patiënten (scriptotheek MGZ 03.015) en via Blackboard Teleac Opgelucht, Teleac 2000, Videotheek Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 24
Teleac
Je lijf, je leven, Teleac 2004, aflevering “Niet als alle kinderen” Videotheek 605.2/JE. (gaat over chronisch zieke kinderen, bv. met diabetes en astma)
5. Studieactiviteiten Activiteit MGZ 6.1 Werkvorm: Individueel DFris je kennis op over het COPD syndroom: maak gebruik van in bezit zijnde boeken (o.a. Gregoire) en de website van het astmafonds, met vele sprekende links (bijvoorbeeld naar www.ziekenhuis.nl/animaties) Doe de “benauwdheidtest”: zoek een zwemwater op, neem een duik en blijf zo lang mogelijk onder water. Stel voor jezelf vast welke gevoelens er vlak voor het moment van opduiken bij je opkwamen. Bestudeer het interview met Kitty en let vooral op de onderdelen ‘kennis en hulp’ en ‘perspectief’. Bestudeer de patiëntenversie van de richtlijn COPD Stel een lijst op met de 10, in jouw ogen meest belangrijke verpleegkundige aandachtspunten bij het verplegen/begeleiden van mensen met COPD. Activiteit MGZ 6.2 Duur 2 SBU Werkvorm: Hoorcollege (samen met AGZ en GGZ) Het hoorcollege van week 6 gaat in op het nieuwe fenomeen van de Zorgstandaarden, in de zorg voor chronisch zieken. Activiteit MGZ 6.3 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege DBediscussier met elkaar de uitkomsten van het hoorcollege. Wat is het verschil tussen een zorgstandaard en een richtlijn? Welke eerdere ervaring met ketenzorg hebben jullie? Discussieer met elkaar over het maatschappelijke debat rond het verbod op roken in de horeca. Welk standpunt zou de beroepsgroep (VenVN) hierover naar buiten moeten brengen? Activiteit MGZ 6.4 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege D+ Tijdens het werkcollege zal uitdrukkelijk stilgestaan worden bij de relevantie van de inhoud van het voorafgaande hoorcollege voor het klinisch redeneren. In het werkcollege worden de uitkomsten van voorafgaande activiteiten met elkaar nabesproken, waarbij consequenties voor klinisch redeneren en zorgplan centraal staan. Uiteraard zal hierbij gekeken worden naar de consequenties van het bestaan van Zorgstandaarden voor de praktijk van de mgz-verpleging.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 25
-
-,
1. Verantwoording Dementie komt steeds vaker voor. Cijfers uit 2007 wijzen op een toename tot 450.00 patiënten in 2050. Huisarts en thuiszorg zijn meestal de eerste schakels uit de zogenaamde formele zorgketen, waar patiënten, en vaak hun familie of vrienden, om hulp vragen. Met nadruk hebben we het over de ‘formele’zorgketen. Want in de informele sfeer is het de mantelzorg, die een enorme hoeveelheid tijd (en geld) besteed aan de opvang van dementerenden en hun partners. Vaak is het pas op het allerlaatste moment, als het water hun tot de lippen is gestegen, dat zij een beroep doen op de formele hulpverlening. In de thuiszorg zie je steeds vaker de functie van ‘casemanager’ dementie. In cluster 7 uit het tweede jaar hebben we al in het kort kennis gemaakt met deze nieuwe functie. In de komende opdracht besteden we nog eens aandacht aan deze cruciale vorm van crisisopvang. Optimale zorg voor dementerenden en hun omgeving veronderstelt een zorgverlening met aandacht voor “hoofd, hart en handen”. 2. Beginsituatie Studenten hebben in cluster MGZ in het eerste jaar globaal kennis gemaakt met de MGZ en in taak 4 specifiek met dementie (of was het nou pseudo-dementie ?). In het tweede jaar werd er o.a. in cluster 7 aandacht besteed aan casemanagement bij dementie. Onderliggende stelling was: zorg voor dementerenden is in principe complexe zorg. 3. Leerdoelen: Algemeen: de student kan de kern van het verpleegkundige aandeel in de zorg; het klinisch redeneren in het primaire proces, op willekeurig welk thema, zorgprobleem of ziektebeeld, toepassen. De generieke onderwerpen uit de gemeenschappelijke hoorcolleges hebben een plaats gekregen in de werkcolleges De student a. Kan de hoofdlijnen van de maatschappelijke positie van chronisch zieken verwoorden b. Kan zich een mening vormen over de maatschappelijke positie van ouderen in deze samenleving c. Kan de hoofdlijnen van het chronisch ziekenbeleid verwoorden d. Kan de hoofdlijnen van het integraal overheidsbeleid mbt. ouderen verwoorden e. Kan een vijftal vormen van dementie omschrijven (heroriënteer je op kennis propedeuse en leerjaar 2) f. Kan 5 van de 14 “probleemvelden”uit het landelijk dementieprogramma (LDP) in eigen woorden omschrijven g. Kan zich, op basis van een praktijkvoorbeeld, empatisch verplaatsen in de problematiek waar je als mantelzorger mee te maken krijgt h. Is in staat haar eigen gevoel van onmacht of weerstand te hanteren in situaties waarin er sprake is van ver voortgeschreden dementie of dementie gepaard met ‘gedragsproblematiek’ i. Toont aan onderdelen van specifieke richtlijnen voor de begeleiding van mensen met dementie toe te kunnen passen j. Kan de voor- en nadelen benoemen van het “Validation-concept” in de zorgverlening aan dementerenden. 4. Bronnen www.nationaalkompas.nl www.minvws.nl http://www.alzheimer-nederland.nl T.v.d. Kruk, Zorgverlening aan Ouderen (behorend bij het leerpakket Geriatrie) http://www.kennisring.nl en dan kiezen voor: Gezondheidshulp - DVD Benjamin & de Anderen, met o.a. het LDP (zie ook Blackboard) - www.imoz.nl en dan kiezen voor “Publicaties en artikelen” Reader Stapel/ Keukens hoofdstuk hoofdstuk 6.3.4 en 6.4.4 (Positie van Ouderen) W. Gerenveld. Alzheimer en Co, uit: Denkbeeld april 2006 pp.10-13 K.Kroon Menselijke wegwijzer moet dementiezorg verbeteren uit: ZorgvisieMagazine 2008 nr.6 pp.18-20 Blackboard - C.v.d. Kooij, Validation, theorievorming op basis van praktijkervaring, Psychiatrie en Verpleging, jaargang 68 nr. 5 pp.256-263 Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 26
- Richtlijn omgaan met gedragsproblematiek - Richtlijn multidisciplinaire aanpak van dementie - LESA standaard dementie Aanbevolen (Bibliotheek) S.Braam Ik heb Alzheimer, Uitg. Nijgh en v.Ditmar, Bibl. 605.93/BRAA Teleac Leven met dementie, Teleac Videotheek 605.93/LEVE N. Feil Validation : respectvol omgaan met dementerende ouderen, Dwingeloo : KAVANAH, cop. 2004, Bibl. 605.93/FEIL H. Buijssen De beleving van dementie : een eenvoudige gids voor naasten van dementerenden Utrecht : Het Spectrum, 2007, Bibl. 605.93/BUIJ P. Dautzenberg Ik ben het steeds meer kwijt : over Alzheimer en andere vormen van dementie, Wormer : Inmerc, 2007: 605.93/DAUT --DVD: Benjamin & de anderen : een film over leven met dementie : Tilburg : Moved, cop. 2006, Videotheek 605.93/BENJ e LESA’s (Landelijke Eerstelijns Samenwerkingafspraken) mbt. dementie (Blackboard) V&VN 1 lijn P.W.E. v. Rijn Gezond ouder worden : Deelrapportage 3@Toekomstagenda dementie Leiden : STG/Health Management Forum, 2005, Bibl. 605.93/RIJN 5. Studieactiviteiten Activiteit MGZ 7.1 Werkvorm: Individueel DBestudeer te voorbereiding op het Hoorcollege (Act. MGZ 72) Werk je leerdoelen uit mbv. de bronnen Bekijk (BB) de DVD “Benjamin en de anderen”. Door welke fragmenten wordt je het meest (emotioneel) geraakt? (top 3). Oriënteer je op de resultaten van het Landelijk Dementie Programma, inmiddels overgegaan in het zorgprogramma dementie. Beantwoord de volgende vragen: - welke vorm van dementie komt het meeste voor. Wat is het hoofdkenmerk van de zogeheten Lewy Body dementie? - Wat is de functie van een mono- & multidisciplinaire richtlijn voor zorgverlening? Activiteit MGZ 7.2 Duur 2 SBU Werkvorm: Hoorcollege samen met GGZ Hoorcollege over de maatschappelijke positie van en Overheidsbeleid met betrekking tot Ouderen en Chronisch zieken (leerdoel h) met aandacht voor: ontwikkelingen in Sociale zekerheid (oa. WIA) maatschappelijke uitstoting patiënten- en cliëntenorganisaties overheidsbeleid mbt. Ouderen en Chronisch zieken met aandacht voor interdepartementaal beleid (wonen, welzijn, sociale zekerheid, arbeid, vervoer, maatschappelijke participatie etc.) en het integraal Ouderenbeleid Activiteit MGZ 7.3 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege DBespreek de resultaten van de zelfstudie. Activiteit MGZ 7.4 Duur 2 SBU Werkvorm werkcollege D+ samen met GGZ Tijdens het werkcollege zal uitdrukkelijk stilgestaan worden bij de relevantie van de inhoud van het voorafgaande hoorcollege voor het klinisch redeneren. In het werkcollege zal, aan de hand van casuïstiek, het nut en de noodzaak van het gebruik van richtlijnen en t.z.t. zorgstandaarden t.b.v. de zorgcategorie “mensen met dementie” worden besproken. Tevens richten we ons op actuele projecten rond casemanagement dementie.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 27
.
.,
%
1. Verantwoording “Kiezen voor gezond leven” (de vigerende VWS-beleidsnota van 2007 tot 2010), telt 6 speerpunten: roken, schadelijk alcoholgebruik, overgewicht, diabetes en depressie. Diabetes en overgewicht hangen nauw met elkaar samen. Actueel is de relatie tussen diabetes en depressie. Roken en alcoholgebruik vormen een risicofactor voor de conditie van het hart en vaatstelsel, zwakke organen in geval van diabetes. Inderdaad, er is sprake van ‘multimorbiditeit’. Zie hier de urgentie om, ook binnen de mgz, veel aandacht te besteden aan de aanpak en liefst nog de preventie van diabetes. Anno 2009 is er een hoop te doen op het gebied van Diabetes. Van hulpverleners wordt verwacht dat zij werken volgens de laatste kennis en inzichten op het gebied van effectief onderzoek en behandeling. Daarom richten we de aandacht op een paar essentiële documenten waar je als verpleegkundige in de mgz zeker kennis van moet hebben genomen: de Diabetes Zorgstandaard, met de daarvan afgeleide Zorgwijzer als een ‘populaire’ patiëntversie; het actuele literatuuronderzoek “effectieve diabetesinterventies op gebied van preventie en zorg in kaart” in Nederland en als voorbeeld van het toenemende belang van e-health; de cursus ‘diabetergestemd’ (www.diabetergestemd.nl) . Tenslotte blijven we dicht bij huis en zien we aan de hand van een praktijkvoorbeeld hoe hulpverleners in Den Haag proberen de diabeteszorg in beweging te krijgen! 2. Beginsituatie: In het eerste jaar in de clusters AGZ en MGZ is diabetes één van de onderdelen geweest in het PGO onderwijs (oa. taak 5 cluster MGZ). In het 2e jaar is het uitgebreid aan bod geweest: klinisch beeld, preventie, behandeling, complicaties etc. 3. Leerdoelen: Algemeen: de student kan de kern van het verpleegkundige aandeel in de zorg; het klinisch redeneren in het primaire proces, op willekeurig welk thema, zorgprobleem of ziektebeeld, toepassen. De generieke onderwerpen uit de gemeenschappelijke hoorcolleges hebben een plaats gekregen in de werkcolleges a. Kan uitleggen wat het ziektebeeld inhoudt (heroriënteer je op kennis propedeuse en leerjaar 2) b. Heeft kennis genomen van een aantal essentiële, actuele documenten op het gebied van kwaliteit van zorg op diabetes gebied. c. Kan verwoorden wat voor gevolgen het heeft om met diabetes te moeten leven voor zowel patiënt als familie en vrienden. d. Kan aangeven welke preventie (primair, secundair en tertiair; of met de nieuwe termen: universeel, selectief, geïndiceerd of zorggericht) op het gebied van diabetes plaats vindt. e. Heeft zich verdiept in de sociale kaart voor diabetes (websites, patiëntenverenigingen etc.) f. Kan mensen in de thuissituatie begeleiden in het uitvoeren van de zelfzorg bij diabetes. 4. Bronnen:: www.nationaalkompas.nl www.minvws.nl - DVD chronisch ziek: Christien - www.rivm.nl - www.diabetesfond.nl/nuttigelinks (voor de ‘sociale kaart’) - www.dvn.nl (voor de zorgwijzer) - www.diabetesfederatie.nl (voor de zorgstandaard) - www.loketgezondleven.nl (voor de literatuurstudie effectieve diabetesinterventies in Nederland) Aanbevolen Teleac Elke dag diabetes Teleac 2001, Videotheek 605.16/ELKE Teleac Je lijf, je leven, Teleac 2004, aflevering “Niet als alle kinderen” Videotheek 605.2/JE. (gaat over chronisch zieke kinderen, bv. met diabetes en astma) 5. Studieactiviteiten Activiteit: MGZ 8.1 Werkvorm: D- individueel) e e Fris je kennis op over de achtergronden van diabetes mbv. de literatuur/bronnen uit het 1 /2 jaar en bovengenoemde bronnen. Bekijk aflevering 2 van de serie “Uitgedokterd” met oa. Sylvia (Blackboard) Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 28
Activiteit MGZ 8.2 Duur 2 SBU Werkvorm: Hoorcollege D+ In het hoorcollege zal het klinisch redeneren, toegespitst op hoe dit in de MGZ gestalte krijgt, ten aanzien van de doelgroep mensen met diabetes, worden toegelicht. Activiteit MGZ 8.3 Werkvorm: Individueel DNeem verder kennis van de Zorgstandaard, de daarvan afgeleide Zorgwijzer, het literatuuronderzoek naar effectieve diabetesinterventies, bekijk het interview met Christien (dvd chronisch ziek) en surf naar de cursus ‘diabetergestemd’. Werk in subgroepjes aan de volgende opdracht: De literatuurstudie en hoorcolleges hebben een hoop nieuwe gezichtspunten, inspiratie en verdieping opgeleverd. Noteer nu op een flap drie aansprekende voorbeelden hiervan, en licht in de presentatie hiervan toe welke concrete toepassingsmogelijkheden je hiervan ziet als verpleegkundige in het brede mgz-werkveld. Het is niet verboden om hierbij bijvoorbeeld gebruik te maken van een patiëntcasus (ook wel een ‘kritische beroepssituatie’ genoemd). Mocht je zelf geen inspiratie hiervoor hebben; gebruik dan de volgende casus: Steve: Je vrouw is vroeg overleden en je kinderen zitten verspreid over het land. Je hebt geen werk en brengt je tijd voornamelijk door met voetbal kijken op tv en een korte wandeling maken met de hond. Vroeger speelde je zelf nog wel voetbal. Maar na het overlijden van je vrouw ben je erg laks geworden. Daardoor ben je ook uiteindelijk je baan kwijt geraakt. Je vindt je er niks meer aan. Je vindt het heel moeilijk om je aan de leefregels te houden die je van de diabetesverpleegkundige hebt gehad. Je houdt van een biertje en van lekker eten. En nou ja, dan ga je toch wat eerder dood, zal jou een worst zijn. Diabetesverpleegkundige: Steve komt bij jou op het spreekuur. Steve is 55 jaar en al lang bekend met diabetes. Je bent ingeschakeld omdat hij sinds kort een open wondje heeft aan zijn voet wat moeilijk dicht gaat. Steve woont alleen. Hij is ook al een paar keer niet op de afspraak verschenen. Vandaag is hij er gelukkig wel. Activiteit MGZ 8.4 Duur 2 SBU Werkvorm: Werkcollege D+ Tijdens het werkcollege zal uitdrukkelijk stilgestaan worden bij de relevantie van de inhoud van het voorafgaande hoorcollege voor het klinisch redeneren. Presentatie van de subgroepwerkzaamheden, nabespreken van alle nieuwe inspiratie, discussiepunten en resterende aandachtspunten. Nadruk licht op de vraag: wat kan ik ermee als verpleegkundige in de praktijk. Afronding en evaluatie van de afgelopen 8 weken.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 29
4.1
INLEIDING
Tijdens de stage hebben jullie twee VEVA-trainingen en 1 COVA-training. Het onderwerp van deze trainingen gaan jullie zelf bepalen als groep. Het gaat om het oefenen van vaardigheden, dus niet om theorie. Mochten jullie als groep 2 COVA-trainingen willen en 1 VEVA-training, dan is dat ook mogelijk. Door deze vrijheid heb je de kans om naar jullie eigen behoefte te leren. Tijdens je stage kom je verschillende vaardigheden tegen, waar je meer van zou willen leren. Dit kan een bekende vaardigheid zijn die je (nog eens) wilt oefenen en waar je dan feedback op krijgt. Ook kan het zijn dat je een vaardigheid in een specifieke situatie wilt leren. Verder kan het een vaardigheid zijn die je nog niet eerder hebt gehad en die wel in de praktijk naar voren komt.
4.2
VOORBEREIDING: Advies: bespreek in 1 keer de verschillende onderwerpen die jullie aan bod willen laten komen binnen de groep. Zo kun je met elkaars wensen rekening houden. Bepaal minimaal twee weken voorafgaand aan de training het onderwerp voor de VEVA- of COVA-training. Mail het onderwerp naar de desbetreffende docent. Formuleer concreet wat jullie willen leren in welke specifieke situaties. Zoek zelf relevante literatuur op en bestudeer deze voor de desbetreffende training.
Aanwezigheid trainingen De voorbereiding van de trainingen zijn verplicht. Dat geldt ook voor de aanwezigheid. Als groep zijn jullie zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van het onderwerp aan de docent en de voorbereiding ervan.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 30
5 Leerlijn persoonlijke ontwikkeling/SLB 5.1
INTRODUCTIE LEERLIJN PERSOONLIJKE ONTWIKKELING (SLB)
De leerlijn van de persoonlijke ontwikkeling is vooral gericht op het betekenis geven aan je studie: aan het begeleiden bij het opstellen en uitvoeren van studieplannen, het wegnemen van hindernissen. In onderstaand programma is deze leerlijn te herkennen in het aanbod SLB: studieloopbaanbegeleiding (bron: Studentenstatuur deel 2 HBO-Verpleegkunde). De afgelopen twee leerjaren heb je gewerkt aan je portfolio, persoonlijke leerdoelen en competenties. e Het 2 jaar heb je afgesloten met een portfolio-assessment: je beheerst vier SLB-competenties op niveau 3, waarvan in ieder geval Plannen en Organiseren en Reflecteren. De overige twee competenties op niveau 3 heb je zelf gekozen. De overgebleven competenties heb je op niveau 2 afgesloten. Je zit nu in het derde leerjaar. Ook nu zal je SLB-er je begeleiden in je studieloopbaan, je stimuleren en indien nodig adviseren en/of verwijzen. Doelen SLB 3e studiejaar: Je bent je als student bewust van je persoonlijke kwaliteiten, beperkingen, motieven, interesse en drijfveren in relatie tot je studieloopbaanontwikkeling; Je regisseert je leerproces: je maakt een planning, houd je eraan, formuleert leervragen etc.; Je ontwikkelt je persoonlijke kwaliteiten en zet deze actief in m.b.t. je studie, beroep en studieloopbaanplanning om een professionele identiteit te ontwikkelen. Aan het eind van periode 1 & 2 beheers je Plannen en organiseren en Reflecteren op niveau 4 e evenals de twee door jou gekozen SLB competenties aan het eind van het 2 jaar. De resterende e 3 SLB-competenties beheers je op niveau 3. Einde 3 jaar zijn alle SLB-competenties op niveau 4. De 7 loopbaancompetenties zijn: 1. leervaardigheden 2. plannen en organiseren 3. reflecteren
4. ambitie 5. initiatief 6. resultaatgerichtheid 7. sensitiviteit
In jaar 3 in peergroepjes van vier studenten de SLB vorm en inhoud geven. Dat betekent dat de differentiatiegroep in vier groepjes gesplitst wordt. Wanneer je daarnaast denkt dat een individueel gesprek met je SLB’er je verder helpt, dan kan je een gesprek aanvragen. Op basis van een door jou gemaakt voorstel of opgestelde agenda wordt hier gehoor aangegeven. Als leidraad in SLB maak je op kritische wijze gebuik van je portfolio, dat alleen de ‘beste bewijzen’ bevat! Je maakt dus constant keuzes, die je bij je medestudenten en bij je collega’s in de praktijk toetst.
5.2
PROGRAMMASCHEMA
Centrale thema’s
Beoordeling
Week 2 Competentie Plannen en organiseren & Reflecteren Installeren leercoachgroep, motivatie differentiatie en opleiding, wat heb je nodig om te leren, hoe zie jij je 3e jrs. stage,voorbereiding, SWOT
Week 4 Competentie Leervaardigheden
Week 6 Competentie Ambitie
Participatie, inhoud portfolio, reflectieniveau, POP
Week 8 Competentie Resultaatgerichtheid Begin minor, hoe stap je daarin? Werken aan portfolio: delen van ervaringen en waar heb je moeite mee Bewijzen verzamelen voor portfolio, eisen hieraan. Op niveau 4: Plannen/ organiseren; Reflecteren; 2 andere competenties. Op niveau 3: de andere 3
Toekenning 1 ETCS= 28 uren studiepunten Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 31
5.3
PROGRAMMABESCHRIJVING
In blok 1 ligt het accent op een goede installatie van je peergroepje, waardoor je in een sfeer van vertrouwen in staat bent het maximale uit je studie en stage te halen. Je creëert met elkaar een krachtige leeromgeving, waarin je in staat bent via verschillende werkvormen en opdrachten je SLBcompetenties verder te ontwikkelen tot het hoogste niveau 4. e Vandaar uit ben je bij de start van het 4 jaar in staat je studie en loopbaan zelfstandig te managen. Te gebruiken literatuur Sites http://www.leidenuniv.nl/ics/sz/so/ Zeer uitgebreide website van de studentenpsychologen van de Leidse Universiteit met uiteenlopende informatie over studievaardigheden en problemen. Veel tips en adviezen, diverse zelftests en checklists. http://vsm.cs.utwente.nl/tips.html Website van de Universiteit Twente met een uitgebreide diagnostische vragenlijst studiemethoden en met tips en toelichting over diverse studievaardigheden en problemen. http://www-dsz.service.rug.nl/los/ Website van studentenpsychologen in Nederland en Vlaanderen. Met o.a. tips, informatie en links naar informatie, checklists en zelftests op tal van andere relevante sites. http://www.eur.nl/essc/adviesbegeleiding/zelftesten Website van de Erasmus Universiteit Rotterdam met links naar tips, adviezen en zelftests over diverse studievaardigheden. http://iwp.cs.utwente.nl Interactieve Website Projectvaardigheden met elektronisch lesmateriaal voor het zelfstandig trainen van projectvaardigheden. Met veel foto' s, videoclips en interactieve oefeningen. Activiteiten Week Voorbereidende activiteit 2 SBU 1 Voorbereiding voor week 2: Act. 1.1 2 3 4 5 6 7 8
5.3.1
Voorbereiding voor week 4: Act. 1.4 Voorbereiding voor week 6: Act. 1.7
Voorbereiding voor week 8: Act. 1.10
Verwerkingsopdracht 2 SBU
2 SBU D+: Act. 1.2 Competentie Plannen en organiseren & Reflecteren
Afronding Act. 1.3
2 SBU D+: Act. 1.5 Competentie Leervaardigheden
Afronding Act. 1.6
2 SBU D+: Act. 1.8 Competentie Ambitie
Afronding Act. 1.9
2 SBU D+ Act. 1.11 Competentie Resultaatgerichtheid
Afronding Act. 1.12
WEEK 1
Act SLB 1.1 Duur: Werkvorm: a.
D + les 2 SBU
2 SBU DZelfstudie voorbereiding Plannen en organiseren& Reflecteren
Lees het document: ‘Hoe te mailen’ op BB. Lees op BB ook verdere theorie over Plannen en organiseren. Pak dan je eigen agenda erbij. Bekijk kritisch hoe je zaken hierin opschrijft.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 32
Wat is jouw systeem? Ben je daar tevreden mee? Wat kan je verbeteren? b.
Zet de activiteiten in je leven (privé, sociale leven, studie, werk, hobby’s) in het schema Urgent/ belangrijk. Wat zegt dit over jou?
c.
Je gaat nu jezelf voorbereiden op het voorstellen van jezelf. Bekijk: http://www.youtube.com/watch?v=Tq0tan49rmc en lees: http://www.carrieretijger.nl/carriere/zelfmarketing/elevator-pitch Nu je weet wat een elevatorpitch is en hoe je deze kan samenstellen, ga je er zelf één maken. Maak zelf persoonlijke, sprankelende elevatorpitch van 30-45 seconden en schrijf deze uit. Geef er ook een mooie titel aan: deze titel wordt je persoonlijke slogan voor dit jaar en is kenmerkend voor jou!
d.
Ga voor jezelf na welk ‘type’ medestudent voor jou stimulerend is om te leren. Stel vast op basis waarvan je dat vindt. Is je medestudent kritisch? Geeft hij/zij je feedback? Is het een meegaand iemand of juist een ‘ direct’ persoon die confrontaties niet uit de weg gaat? In professionele termen: welke gedragsstijl van een ander helpt jou het meest? En natuurlijk ook: wat is jouw gedragsstijl? Wat kan jij een medestudent bieden qua ‘leren’? Opdracht: leg je gedachten in ½ A4 schriftelijk vast en neem deze A4 mee naar school. Neem allemaal je agenda mee om de andere SLBbijeenkomsten te plannen.
5.3.2
WEEK 2
Act SLB 1.2 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Leercoachgroep Plannen en organiseren & Reflecteren Leerdoelen: De student: Kan op basis van genuanceerde gedachten een leercoachgroep samenstellen; Toont aan dit op een respectvolle wijze te doen; Kan de eigen tijd adequaat indelen; Kan diverse manieren benoemen om een werkbare planning te maken. maakt met zijn/ haar leercoachgroep een effectieve planning; kan prioriteiten maken en vaststellen; kan eigen ‘patronen’ bij zichzelf herkennen en doorbreken. Deel 1 van de les: Kennismaking: je stelt jezelf voor aan de hand van je voorbereide ‘elevatorpitch’ . Wat kunnen we van elkaar leren, waar kunnen we elkaar bij helpen, sterke, zwakke kanten, carrière, waar wil je heen? Wat is je motivatie voor de differentiatie en je opleiding, wat heb je nodig om te leren, hoe kijk je tegen het 3e jaar aan, stage voorbereiding, SWOT. Welke groepsregels spreken we samen af (t.a.v. mail, op tijd komen, vragen stellen, etc.) Deel 2 van de les: Je vormt tijdens deze eerste les een leercoachgroep van max. 4 studenten. Op basis van je voorbereiding ga je in onderhandeling met de hele groep. De hele groep heb je straks met elkaar in 4 groepjes verdeeld. Je drie medestudenten zijn jouw ‘kritische vrienden’. Met hen zal je het komende jaar veel zaken bespreken. Je gaat elkaars activiteiten schema bekijken. Wat zeggen deze keuzes over jou? Neem allemaal je agenda mee om onze andere SLB-lessen te plannen. Act SLB 1.3 Duur: 2 SBU DWerkvorm: Leercoachgroep afronding Plannen en organiseren & Reflecteren Bespreek, formuleer en stel op schrift in je leercoachgroep: Je groepsdoel(en) Je persoonlijke leerdoelen (hierin gaan je medestudenten je helpen). Je samenwerkingscontract: hoe wil je samenwerken in dit SLB-team; wat zijn de kaders en regels om goed te kunnen werken? Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 33
Lees hoofdstuk 5 en 6 van het boek Integriteit in uitvoering (v. Dalen). 5.3.3
WEEK 3
Act SLB 1.4 Duur: 2 SBU DWerkvorm: Zelfstudie voorbereiding Leervaardigheden Maak weer de leerstijlentest van Kolb/ Vermunt. Bronnen hierbij http://www.123test.nl/leerstijl/ http://www.leren.nl/rubriek/persoonlijke_vaardigheden/leren_leren/ http://lerenleren.majestic-communications.com/test/index.htm http://lerenleren.majestic-communications.com/test/leervaardigheden.htm http://lerenleren.majestic-communications.com/test/testvermunt.htm Bekijk je scores. Kloppen deze? Wat vind je daarvan? Maak een stappenplan voor jezelf voor het komende semester, waarbij je probeert al je doelen helder in kaart te brengen. 5.3.4
WEEK 4
Act SLB 1.5 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Leercoachgroep Leervaardigheden Leerdoelen: Je kan efficiënt en adequaat werken en studeren; Je bent je bewust van je leerstijl en zet deze actief in; Je realiseert je dat medestudenten en collega’s op een andere manier kunnen leren; Je kan je Inleven in andere leerstijlen. Je kiest de juiste leervaardigheden. Er zijn veel verschillende manieren om te leren. Vandaag ga je uitzoeken of jouw manier om te leren de snelste en beste manier is. Ga met je leercoachgroep na welke manier van leren je gebruikt. Bespreek daarna met elkaar of dat de goede manier is geweest, gezien de resultaten in het verleden. (Leercyclus: doelen stellen; oriënteren en plannen; uitvoeren; terugkijken en evalueren.) Vraag zo nodig hulp aan je SLB-er. Je hebt als voorbereiding voor deze les de leerstijlentest van Kolb gemaakt. Neem je huidige en je oudere versie mee naar de les. Spreek dit na in je peergroepje; wat is er veranderd? Bespreek ook in je peergroep het door jou geformuleerde stappenplan. Bespreek bijlage 8 en bijlage 9 na als deze gebruikt zijn. Act SLB 1.6 Duur: 2 SBU DWerkvorm: Leercoachgroep afronding Leervaardigheden Extra bronnen over dit onderwerp: http://www.leren.nl/rubriek/persoonlijke_vaardigheden/leren_leren/ http://leren.startpagina.nl/ http://www.neurocampus.nl/ 5.3.5
WEEK 5
Act SLB 1.7 Duur: 2 SBU DWerkvorm: Zelfstudie voorbereiding Ambitie Leerdoelen: Je toont inzicht in eigen ambitie Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 34
Je benoemt ideeën van andere over jouw ambitie en toekomst Lees hoofdstuk 1 van het boek Integriteit in uitvoering (v. Dalen) ter voorbereiding van de SLB. Maak opdracht 1 van bladzijde 27. Als verpleegkundige gebruik je je handen, hoofd, hart en sta je voor de soort zorg die jij geeft. Beschrijf: - Ik doe: …….(benoem de acties die jij later als verpleegkundige wilt doen) - Ik denk: ….(beschrijf wat je daarbij denkt, hoe je wilt kijken naar zorgvragers, over je vak, over je collega’s) - Ik voel: …. (beschrijf hoe je je in je werk wilt voelen, hoe je je wilt voelen bij je collega’s en bij je zorgvragers) - Ik sta voor: …. (beschrijf waar jij voor wilt staat als verpleegkundige; wat wil jij dat jou kenmerkt als verpleegkundige, waar strijd jij voor, waarvoor doe jij het werk wat je doet?) Schrijf een brief aan jezelf, waarbij je ingaat op je wensen, dromen en verwachtingen over precies vijf jaar. Wat wil je doen (werk, studie, hobby’s), waar ben je (land, stad, huis), met wie en hoe voel je je? 5.3.6
WEEK 6
Act SLB 1.8 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Leercoachgroep Ambitie Presenteer aan elkaar in de leercoachgroep je beschrijving over hoe jij als verpleegkundige wilt zijn. Bespreek deze na. Hoe komt dit overeen met je elevatorpitch die je hebt gemaakt en je persoonlijke slogan uit week 2? Mensen die ambitieus zijn beschikken over een aantal vaardigheden om hun doelen te halen: doelgerichtheid; accuratesse; doorzettingsvermogen; incasseringsvermogen. Bekijk weer je stappenplan zoals geformuleerd bij Act. 1.4 en nabesproken bij act. 1.5. Beantwoord samen de volgende vragen: a. Is dit een ambitieus plan? b. Waarom wel/ niet? c. Hoe zou je het ambitieuzer kunnen maken voor jezelf? Aan het einde van deze les lever je ‘brief aan jezelf’, waarbij je ingaat op je wensen, dromen en verwachtingen over precies vijf jaar in een gesloten envelop in bij je SLB-er. Act SLB 1.9 Duur: 2 SBU DWerkvorm: Leercoachgroep Afronding Ambitie Bekijk de kranten en kijk welke vacatures jou op dit moment aanspreken. Knip er vijf uit. Noteer waarom deze er voor jou uitspringen; wat wordt daar gevraagd aan vaardigheden en persoonskenmerken, waardoor jij denkt dat ze voor jou geschikt zijn? Vraag je kritische vrienden of ze jou dit werk zien doen, waarom wel/ niet. 5.3.7
WEEK 7
Act SLB 1.10 Duur: 2 SBU DWerkvorm: Zelfstudie voorbereiding Resultaatgerichtheid Lees de op blackboard geplaatste theorie. Voor de begeleide les van week 8 neem je je portfolio mee. Zorg dat deze bijgewerkt is. Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 35
Je kunt opdrachten van de stage en opdrachten van anders leerlijnen alsmede van deze leerlijn meenemen in de bewijzen van de competenties. Wees echter kritisch: alleen de ‘beste’ bewijzen neem je in je portfolio op. 5.3.8
WEEK 8
Act SLB 1.11 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm: Leercoachgroep Resultaatgerichtheid Voor deze les neem verplicht je je portfolio mee. Deel 1 van de les: In deze les starten we met een gezamenlijke oefening in resultaten behalen onder tijdsdruk, daarna spreken we deze plenair na. Bij de start vindt hij/zij in het postvakje een aantal poststukken (interne mails, memo' s, klachtenbrieven, nota' s) van zijn/haar nieuwe medewerkers, klanten,... Deze beschrijven problemen waar ze mee zitten, nieuwe projecten waar ze aan denken,... Bedoeling is dat de kandidaat deze complexe hoeveelheid informatie gaat analyseren en beslissingen neemt of acties formuleert over hoe hij/zij elk geval zal aanpakken. De concrete functie waarvoor de kandidaat solliciteert, bepaalt in welk soort fictieve bedrijfscontext deze simulatieoefening zal plaatsvinden en welke concrete problemen de kandidaat zal krijgen voorgeschoteld. Deel 2: Je gaat in je leercoachgroep de volgende zaken bespreken: Minor; wat voor bewijzen ga je daar halen, gelinkt aan de competenties Minor; aan welke persoonlijke leerdoelen ga je aan werken? Begin minor, hoe stap je daarin? Werken aan portfolio: delen van ervaringen en waar heb je moeite mee Werken aan portfolio: delen van ervaringen, hoe ver ben je en waar heb je moeite mee? Bewijzen verzamelen voor portfolio, eisen aan portfolio. Hoe houd je contact met je peergroepje tijdens je minor? (2 x bij elkaar komen met groep en reflectie/ voorgang beschrijven) Je houdt contact in week 2/3 en 7/8. Aanvullende info op Blackboard] Act 1.12 Duur: 2 SBU DWerkvorm: Leercoachgroep afronding Resultaatgerichtheid Bekijk evt. elkaars portfolio nogmaals. Rond samen dit blok af door bijvoorbeeld wat leuks te gaan ondernemen.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 36
6 Ervaringsreflectielijn 6.1
INTRODUCTIE ERVARINGS- EN REFLECTIELEERLIJN
In deze periode ga je 4 dagen stage lopen/werken en leren waarbij je aan een proeve van bekwaamheid in de rol van zorgverlener werkt. Verder werk je aan de competenties zoals in het volgende hoofdstuk beschreven en reflecteer je op je stage/praktijkleren door middel van een reflectieverslag, de praktijkopdracht. Tijdens de terugkomdagen heb je 4 bijeenkomsten die het karakter van Methodische Praktijk Begeleiding1 hebben, deze bijeenkomsten worden op het rooster vermeld als MPB. De bijeenkomsten worden ingevuld vanuit het principe van Methodische Praktijkbegeleiding (MPB). Geen twee verpleegkundigen gaan op identieke wijze met een beroepssituatie om. Elke verpleegkundige maakt in haar functioneren voortdurend bewust of onbewust keuzes. Welk gedragsalternatief zij kiest hangt af van een reeks factoren. Factoren zoals de situatie, de omgeving, maar ook de persoon van de verpleegkundige zelf. De individuele gedragskeuzes in bepaalde situaties zullen ook in de Hbo-v aan de orde komen. Ze vormen een wezenlijk bestanddeel van het feitelijk beroepsmatig handelen. Het aanleren van een bewuste onderzoekende houding naar factoren, die in het handelen tijdens de praktijkleerperiode een rol spelen, staat centraal in de MPB. Dit gebeurt door praktijkervaringen te leren problematiseren en elkaar te leren bevragen. Daarnaast kent de MPB een voorbereidend element op de supervisie, welke in de afstudeerfase aan bod komt. In supervisie ligt het accent meer op integratie van voelen, denken en handelen van de persoon als beroepsbeoefenaar c.q. duaal student of stagiaire. Het leren in zowel MPB als supervisie is gebaseerd op reflecteren. Dit is het vanuit verschillende gezichtspunten of denkkaders aan de ervaring een nieuwe betekenis geven. Dit betekent dat de eigen praktijkervaringen centraal staan bij het leren. 6.1.1
WEEK 1
Inleiding In deze week ga je je praktijkleerplan maken, zodat je in de stage/tijdens het praktijkleren gericht aan de slag kunt gaan met de competenties. Act. 1.1 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm Hoorcollege In dit openingscollege krijgen jullie uitleg over het praktijkleren in blok 1. Act. 1.2 Duur: 2 SBU DWerkvorm Werkcollege Je maakt een start met het praktijkleerplan. Dit kun je zelfstandig of met medestudenten doen. Voor de begeleide bijeenkomst stel je concrete vragen op. Act. 1.3 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm Werkcollege Het praktijkleerplan en je verwachtingen die je van de stage en leerwerksituatie hebt worden besproken. Op de vrijdag van deze week lever je je praktijkleerplan in bij je MPB-docent. De schriftelijke (digitale) feedback die je krijgt van je MPB-docent laat je zien in het gesprek met de praktijk. 6.1.2 1
WEEK 2
! " Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 37
Inleiding De eerste twee weken heb je je kunnen oriënteren op je stage. De eerste indrukken en leermogelijkheden worden in deze week besproken. Te gebruiken literatuur Koetsenruijter R. e.a. (2001). Reflectie in de verpleegkundige beroepsuitoefening.Utrecht: Lemma BV. Act. 2.1 Duur: 1 SBU DWerkvorm Zelfstudie Inventariseer je leermogelijkheden op je werk/stage/werkplek m.b.t. de proeve en het behalen van de competenties. Welke mogelijkheden zie je voor de uitwerking van je competenties en proeve in de praktijk? Ga voor jezelf na hoever je bent en wat je plan is, zodat je dit in de groep kan vertellen. Stel zo nodig concrete vragen op, die je verder kunnen helpen. Act. 2.2 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm Methodische Praktijkbegeleiding In het eerste deel worden ervaringen uitgewisseld: eerste indruk praktijkplek m.b.t. leermogelijkheden en wordt een eerste verkenning gedaan van de proeve van bekwaamheid. In het laatste deel van de bijeenkomst wordt een thema gekozen, waaraan de praktijkervaringen voor de volgende MPB-bijeenkomsten worden gekoppeld. Er worden afspraken gemaakt over: de planning van het inbrengen van een praktijkervaring en hoeveel werkdagen van te voren de praktijkervaring op BB wordt geplaatst. 6.1.3
WEEK 4
Inleiding In deze week staat de reflectie van de leerervaringen centraal. Te gebruiken literatuur Koetsenruijter R. e.a. (2001). Reflectie in de verpleegkundige beroepsuitoefening.Utrecht: Lemma BV. Act. 4.1 Duur: 1 SBU DWerkvorm Zelfstudie Heb je een inbreng, dan plaats je dat op het afgesproken tijdstip op BB. Heb je geen inbreng, dan lees je de inbrengen en stelt kritische vragen op. Act. 4.2 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm Methodische Praktijkbegeleiding Bespreking van praktijkervaringen met behulp van gekozen methodiek 6.1.4
WEEK 6
Inleiding In deze week staat de reflectie van de leerervaringen centraal en is er aandacht voor de praktijkopdracht ‘ reflectie’ . Te gebruiken literatuur Pool e.a.; Met het oog op de toekomst, NIZW Koetsenruijter R. e.a. (2001). Reflectie in de verpleegkundige beroepsuitoefening.Utrecht: Lemma BV. Wilkinson, M; Kritisch denken binnen het verpleegkundig proces, Pearson Education Benelux, 2008 Aangereikte literatuur (over klinisch redeneren) vanuit je afstudeerrichting Act. 6.1 Duur:
1 SBU D-
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 38
Werkvorm Zelfstudie Heb je een inbreng, dan plaats je dat op het afgesproken tijdstip op BB. Heb je geen inbreng, dan lees je de inbrengen en stelt kritische vragen op. Act. 6.2 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm Methodische Praktijkbegeleiding In de eerste helft van de bijeenkomst worden de leerervaringen besproken en in de tweede helft de proeve en praktijkleeropdracht ‘ reflectie’ 6.1.5
WEEK 8
Inleiding In deze week wordt de methodische praktijkbegeleiding afgerond. Te gebruiken literatuur Koetsenruijter R. e.a. (2001). Reflectie in de verpleegkundige beroepsuitoefening.Utrecht: Lemma BV. Act. 8.1 Duur: 1 SBU DWerkvorm Zelfstudie Je bereidt je voor op de beoordeling functioneren ervarings- en reflectieleerlijn. Je vult voor jezelf en twee medestudenten de beoordelingslijst in en je motiveert je score. Het beoordelingsformulier van de ervarings- en reflectielijn, met daarin de criteria vind je in op Blackboard, bijlage 6 ervarings- en reflectieleerlijn. Je neemt een kopie mee voor de deelnemers aan het beoordelingsgroepje. Act. 8.2 Duur: 2 SBU D+ Werkvorm Methodische Praktijkbegeleiding In deze bijeenkomst wordt aandacht besteed aan de afronding van de proeve en opdracht ‘reflectie’. Je functioneren in de ervarings- en reflectieleerlijn wordt beoordeeld. In het gesprek worden deze scores van jou en je medestudenten besproken en wordt een definitieve beoordeling vastgesteld. De tutor bepaalt de eindbeoordeling met afweging van jouw oordeel en dat van je medestudenten. Daarna worden in groepsverband de volgende punten geëvalueerd: Samenwerking in de groep Rol van en samenwerking met de docent Leerrendement praktijkleerperiode en bijeenkomsten ervarings- en reflectieleerlijn.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 39
7 Het praktijkleren 7.1
ROLLEN EN COMPETENTIES
Tijdens deze praktijkleerperiode werk je aan het ontwikkelen van de onderstaande competenties tot minimaal niveau 2 of 3. Het is mogelijk competenties op een hoger niveau te behalen. Integreer de proeve voor de rol van zorgverlener voor het behalen van de competenties. Je selecteert de deelcompetenties van onderstaande kerncompetenties die relevant zijn voor je stage/werkplek. Nr. 1.1
Competentie Om de last van ziekte, handicap op sterven te verlichten, verleent de hboverpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op maat.
niveau 3
1.2
Om de risico’s voor de gezondheid en complicaties van onderzoek en behandeling te verminderen, past de hbo-verpleegkundige primaire, secundaire en tertiaire preventie toe.
3
1.3
Om een gezonde leefstijl van patiënten en hun familie te bevorderen geeft de hbo-verpleegkundige op basis van een programmatische aanpak informatie voorlichting en advies aan individuen en groepen.
3
2.1
Om de zorg te laten verlopen als een continu en integraal proces dat is gericht op het welzijn van de zorgvrager, coördineert de hbo-verpleegkundige de zorg.
Voltijd:2
2.2
Om te zorgen dat de doelen van een preventieprogramma worden gerealiseerd, coördineert de hbo-verpleegkundige de afgesproken activiteiten.
3.1
Om verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting werkt de hbo-verpleegkundige mee aan ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s.
3.2
Om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt en goed mogelijk te laten verlopen levert de hbo-verpleegkundige een bijdrage aan het tot stand komen van het verpleegbeleid.
2
3.3
Om de kwaliteit van de zorg te bewaken en te waarborgen participeert de hboverpleegkundige in het ontwerpen van kwaliteitszorg op afdelingsniveau.
2
4.1
Om de doelen van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s te realiseren kan de hbo-verpleegkundige andere verpleegkundigen en verzorgende helpen en ondersteunen bij het uitvoeren van de vastgestelde taken en functies.
2
4.2
Om stagiaires en collega verpleegkundigen en ziekenverzorgenden te steunen in hun professionele identiteit, staat de hbo-verpleegkundige de collega met raad en daad ter zijde.
2
5.1
Om het beroep van verpleegkundige te ontwikkelen tot een professie die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen van de 21-ste eeuw, vervult de hboverpleegkundige een actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn.
3
Duaal:3 Voltijd:2 Duaal:3 2
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 40
Werkwijze De rollen werk je uit volgens onderstaande stappen: kerncompetentie de deelcompetentie het niveau dat je wilt behalen beschrijving van de wijze waarop je de deelcompetentie wilt behalen. je tijdsplanning je voorstel voor bewijsmateriaal wat, wanneer en met wie je wilt evalueren welke begeleiding je nodig hebt wat de begeleider van jou, als stagiaire/leerling-werknemer, kan verwachten maak tenslotte een schematisch overzicht van je praktijkleerplan, zodat je begeleiders snel inzicht hebben in wat je wilt gaan leren. In de uitvoering van de activiteiten die je kiest om de deelcompetenties te behalen laat je zien dat je een effectieve leerhouding hebt en reflecteert. Voorbeelformat Kerncompetentie Deelcompetentie
Niveau competentie
Hoe te behalen?
bewijsmateriaal
Tijdsplanning
Evaluatie
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 41
7.2
VOORBEREIDINGSOPDRACHT VOOR DE STAGE
Onderdelen A, B en C worden door voltijd studenten zoveel mogelijk voorafgaand aan de praktijkleerperiode gemaakt. Onderdeel D wordt opgestart voorafgaand of bij aanvang van en afgerond in de eerste twee weken van de praktijkleerperiode. A: Informatie uitzoeken over de instelling NB: DEZE OPDRACHT IS ALLEEN VOOR VOLTIJD STUDENTEN Voordat je start met je stage is het belangrijk om een beeld te hebben van de setting waarin deze stage plaatsvindt. Zoek antwoord op de volgende vragen: Is het een particuliere of een overheidsinstelling? Valt de instelling onder een stichting/koepelorganisatie? Welke functie heeft de instelling in deze regio? Welke doelgroep kun je verwachten? Wat is het doel van de instelling (behandelen, revalideren, wonen, preventie)? Wat is de visie van de instelling? Hoeveel zorgvragers worden bediend? Hoeveel, bedden, behandelplaatsen, wooneenheden? Hoeveel locaties telt de instelling? Hoe is de samenstelling van het verplegend personeel (helpende, verzorgende,verpleegkundigen, gespecialiseerde verpleegkundigen, nurse practioners)? De informatie kun je op de volgende manieren verkrijgen: opzoeken op internetsites folders opvragen bij de instelling in een kennismakingsgesprek met je begeleider in de instelling site SBBL Verzamel de informatie en maak hiervan een overzichtelijk verslag, dat je opneemt in je praktijkleerplan. Benoem wat jij belangrijk vindt bij het verplegen van de doelgroep van je stage/werkplek (max. 3 pagina’s). B: Organisatie van de begeleiding op de praktijkleerplaats. NB: ALS DUAAL STUDENT MAAK JE ONDERSTAANDE OPDRACHT ALLEEN WANNEER JE VAN AFDELING BENT VERANDERD SINDS JE VORIGE PRAKTIJKLEERPERIODE. Breng in kaart hoe de begeleiding op de praktijkleerplaats is georganiseerd. Verzamel informatie tijdens het kennismakingsgesprek en/of de eerste dag van de praktijkleerperiode. Punten die van belang zijn: Hoe wordt de begeleiding vormgegeven? Wie geeft de begeleiding (werkbegeleider, praktijkbegeleider, alle medewerkers van de afdeling)? Hoe zijn de taken tussen de verschillende begeleiders verdeeld en wie is waarvoor verantwoordelijk? Welke rol verwacht de begeleiding van jou als duaalstudent? Welke afspraken zijn er ten aanzien van diensten op de praktijkleerplaats? Hoe kunnen wensen m.b.t. diensten kenbaar worden gemaakt en hoe wordt hier rekening mee gehouden Wie wordt op de hoogte gesteld van ziekte of niet kunnen nakomen van afspraken m.b.t het leerproces? Wie kan als rolmodel dienen voor jou als duaalstudent? Hoe kun jij je leerproces zichtbaar maken (schriftelijk, mondeling, dagevaluatie, aangeven van leerdoelen per dag)? Neem de afspraken, die je met je begeleiders hebt gemaakt op in je praktijkleerplan (max 1 pagina).
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 42
C: Algemene oriëntatie op de afdeling NB: ALS DUAAL STUDENT MAAK JE ONDERSTAANDE OPDRACHT ALLEEN WANNEER JE VAN AFDELING BENT VERANDERD. Als je optimaal wilt functioneren op een afdeling, dan is kennis van en inzicht in de organisatie van groot belang. Gebruik de eerste twee weken van de praktijkleerperiode om informatie uit te zoeken over de afdeling door het stellen van vragen, informatie op de afdeling te lezen, medewerkers te observeren en meelopen met je begeleider. In sommige gevallen is een inwerkprogramma beschikbaar voor ondersteuning hierbij. De volgende punten zijn van belang om te weten: Hoe is de afdeling georganiseerd, hoe is de besluitvormingsprocedure, welke verantwoordelijkheden hebben de verschillende functionarissen? Welke disciplines zijn op de afdeling en wat zijn hun taken? Welke diensten hebben verpleegkundigen en welke mag jij draaien? Vanuit welke visie wordt verpleegd en hoe wordt dit zichtbaar in het zorgorganisatiemodel? Hoe is de afdeling ingedeeld en welke procedures zijn van belang (ruimten, telefoon/oproepsysteem, alarmsysteem, overlegmomenten, opnameprocedures, ontslagprocedures, logistiek)? Hoe vindt de personeelsplanning plaats en door wie (units, diensten, roosters, pauzes, coördinatie)? Hoe ziet de dagindeling eruit (welke werkzaamheden, wanneer, door wie en met welk doel)? Hoe is het verpleegdossier opgebouwd (welke ordening, structuur wordt gehanteerd bij het verpleegplan, verslaglegging)? Welke werkprocedures, protocollen en richtlijnen zijn aanwezig en hoe wordt de actualiteit/kwaliteit hiervan bewaakt? Met welke disciplines, afdelingen wordt samengewerkt Inventariseer punten, die je aanspreken, zijn opgevallen, die je moeilijk vindt en twee punten, die volgens jou beter anders kunnen en bespreek deze bevindingen aan het eind van de eerste twee weken met je begeleider. Bespreek hierbij ook je eigen leerhouding in de eerste twee weken wat betreft initiatief nemen, vragen stellen en observeren. Maak een verslag van de resultaten van dit gesprek, laat dit ondertekenen door je begeleider en neem het op in je praktijkleerplan als kritisch bewijs (Max.1 pagina) D: Oriëntatie op de zorgcategorie NB: ALS DUAAL STUDENT MAAK JE ONDERSTAANDE OPDRACHT ALLEEN WANNEER JE VAN AFDELING BENT VERANDERD. Tegelijkertijd met het kennismaken met de afdeling, begin je je een beeld te vormen over de zorgcategorie. Om de zorgvrager goed te kunnen verplegen en begeleiden heb je kennis nodig over de achtergrond van ziektebeelden en behandeling medisch en verpleegkundig nodig. Verdiep je hierin op de stageplaats en sla je studieboeken er op na. Vervolgens participeer je in de zorgverlening. De volgende informatie is minimaal nodig: Kennis van de meest voorkomende ziektebeelden/gezondheidsverstoringen, die van belang is voor het observeren en uitvoeren van de zorg aan de toegewezen zorgvragers Dossiers toegewezen zorgvragers lezen: onbekende begrippen opzoeken en onduidelijkheden navragen Welke zorg geboden wordt (meest voorkomende verpleegkundige diagnoses en interventies, verpleegtechnische vaardigheden, communicatieve vaardigheden) Kennis van medicatie toegewezen zorgvrager (werking, bijwerking, observatie) Hoe vindt informatie-uitwisseling over de zorgvrager plaats? Activiteiten van andere bij de zorg van de toegewezen zorgvrager betrokken disciplines Maak een verslag van de verzamelde resultaten en voeg dit toe aan je praktijkleerplan (max 5 pagina’s).
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 43
7.3
PROEVE VAN BEKWAAMHEID
Inleiding In het vierde jaar ga je proeven van bekwaamheid opstellen met betrekking tot de rollen van de HBOVerpleegkundige. Om hiermee alvast ervaring op te doen en gaan we in deze stage ook werken met een proeve van bekwaamheid. De proeve van dit blok is een proeve over de rol van zorgverlener in de domeinspecificatie zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden. Een proeve is een bewijs van functioneren op Hbo-niveau. De proeve is een afspiegeling van de uitvoering van de rollen in de praktijk. De proeve gaat uit van een hoogcomplexe (multidisciplinaire) situatie waarin je laat zien wat je kan. Het gaat om het vinden van creatieve oplossingen bij complexe ( niet standaard) situaties. In de proeve wordt een kritische beroepssituatie beschreven: ‘een zorgsituatie met uitloop’ dat wil zeggen dat de situatie afgebakend is in opnameduur en een aanleiding vormt voor verbetering van de volgende zorgsituatie, ook al is de zorgvrager al ontslagen. De context is verbeteren/optimaliseren. De individuele situatie wordt verbreed naar meso- en macroniveau. Werkwijze Je schrijft eerst een voorstel voor een proeve van bekwaamheid. Lever je voorstel eind week 3 in bij je begeleider in de praktijk en bij je begeleidende MPB-docent. In week 5 ontvang je een goedkeuring van je begeleidend MPB-docent aan de hand van het formulier feedback proeve van bekwaamheid op Blackboard ‘ ervarings- en reflectieleerlijn’ bijlage 2. Na goedkeuring van het voorstel voer je de planning uit. In verband met de tijd ga je, onafhankelijk van de goedkeuring van je voorstel door je begeleiders, alvast aan de slag. Je levert de uitwerking van je proeve voor beoordeling uiterlijk in week 10 in bij je begeleider in de praktijk (maak een definitieve afspraak hierover met je begeleider) en de eerste maandag na afloop van blok 3.9. bij je begeleidende MPB-docent. Voorstel voor de proeve van bekwaamheid Je proeve gaat over de volgende rol, kerncompetentie, domein en domeinspecificatie: Rol Zorgverlener Kerncompetentie Om de rol last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op menselijke maat Domein Zorg Domeinspecificatie Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden Deze proeve bevat de volgende onderdelen: Klinisch redeneren Een complexe verpleegsituatie Een kritische beroepssituatie waarin HBO-competenties nodig zijn Je gaat op zoek naar een situatie met betrekking tot de directe zorgverlening aan zorgvragers waarbij bovenstaande onderdelen van toepassing zijn. Ga uit van de specifieke zorgbehoefte van de zorgvragers en de mogelijkheden op de afdeling en de mogelijkheden. Beschrijf deze verpleegsituatie als een ‘kritische beroepssituatie’: een complexe verpleegsituatie waarin jij een aantal competenties van een verpleegkundige op niveau laat zien (zie hiervan voorbeelden in het boek ‘Met het oog op de toekomst’ van Aart Pool e.a, 2001). Inventariseer dan je persoonlijke leerbehoefte en de te behalen deelcompetenties op minimaal niveau 3 van de competentiekaart in deze gekozen kritische beroepssituatie en motiveer waarom je juist voor deze kritische beroepssituatie hebt gekozen. Formuleer dan gedragscriteria waaraan je handelen moet voldoen (op welke wijze is aan je gedrag te zien dat je de geformuleerde deelcompetenties uit kunt voeren en behaald hebt op minimaal niveau 3; denk hierbij aan SMART). Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 44
Formuleer leeractiviteiten die je gaat uitvoeren om aan de gedragscriteria te voldoen (wat heb jij nodig om de geformuleerde competenties uit te kunnen voeren). Maak een planning (wat doe je wanneer en met wie). Formuleer kritische bewijzen (op welke wijze laat jij in je portfolio zien dat je de kerncompetentie en je geformuleerde deelcompetenties hebt behaald?). Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan een literatuurstudie, reflectieverslag, feedback van collega’s, een uitgewerkt en onderbouwd verpleegplan….etc. Het product Het product van deze proeve bestaat uit twee onderdelen. Gedragscriteria: wat laat jij in concreet gedrag op de afdeling zien en waaruit blijkt dat je kunt handelen in deze kritische beroepssituatie (SMART geformuleerd). Kritische bewijzen: schriftelijk bewijsmateriaal in je portfolio waarin je je verpleegkundig handelen verantwoordt en theoretisch onderbouwd aan de hand van evidence based literatuur. De beoordeling vindt plaats aan de hand van het beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid op Blackboard ‘ ervarings- en reflectieleerlijn’, bijlage 3.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 45
7.4
PRAKTIJKOPDRACHT
REFLECTIE OP DE PRAKTIJKLEERPERIODE
7.4.1 Inleiding Aan de hand van deze opdracht kijk je terug op je werk/stage- en leerervaringen. Dit ga je doen door middel van een reflectie opdracht. Door het reflecteren op de afgelopen 10 weken praktijkleren word je je bewust van wat er goed ging. Maar ook wordt het zo inzichtelijk waarin je je nog verder kunt ontwikkelen. Deze punten vormen het startpunt voor je volgende praktijkleerperiode. Opdracht 2a Beschrijf van elk van de rollen beroepsbeoefenaar en ontwerper een belangrijke leerervaring en reflecteer hierop. Bij het schrijven van je reflectieverslag besteed je aandacht aan de persoonlijke leerdoelen die je in je praktijkleerplan hebt geformuleerd. Je schrijft je reflectie volgens het model van Korthagen en eindigt daarbij met het beschrijven van nieuwe leerdoelen. Geef aan hoe je de komende praktijkleerperiode gaat werken aan het behalen van je leerdoelen. Opdracht 2b Kijk terug op de planning (praktijkleerplan) en hoe het proces in de praktijk is verlopen. Benoem de bevorderende en belemmerende factoren voor je leerproces. Geef aan op welke factoren je zelf invloed kunt uitoefenen. Beschrijf naar aanleiding van bovenstaande punten tenminste drie leerpunten of acties waarmee je rekening houdt bij je volgende praktijkleerperiode. De opdracht wordt beoordeeld door de begeleidend MPB-docent. Wanneer de opdracht is beoordeeld met een onvoldoende kan de student de opdracht herkansen conform het OER. Het beoordelingsformulier bij deze opdracht, met daarin de criteria vind je in op Blackboard ‘ ervarings- en reflectieleerlijn’, bijlage 4.
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 46
8 Toetsing Integrale leerlijn De integrale leerlijn wordt getoetst door middel van een schriftelijke toets met open vragen. Het gebruik van een beperkt aantal boeken is hierbij toegestaan. Beroepsvaardighedenlijn Van twee trainingen maak je een reflectieverslag (zie Blackboard ‘beroepsvaardigheden’). Bij een voldoende beoordeling neem je deze verslagen op als geoormerkte opdrachten in je slbportfolio. De leerlijn van de persoonlijke ontwikkeling/SLB Aan het eind van periode 1 & 2 beheers je Plannen en organiseren en Reflecteren op niveau 4 evenals de twee door jou, aan het eind van het 2e leerjaar, gekozen SLB competenties. De resterende 3 SLB-competenties beheers je op niveau 3. e Op het einde van het 3 jaar zijn alle SLB-competenties op niveau 4. Op basis van bovenstaande, zichtbaar in je portfolio, worden de punten van SLB aan het einde van het 3e jaar toegekend. Ervarings- en reflectieleerlijn De ervarings- en reflectieleerlijn wordt met een voldoende afgesloten indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: Voldoende aanwezigheid van, en actieve participatie tijdens, de MPB-bijeenkomsten Voldoende beoordeling voor de proeve van bekwaamheid en praktijkopdracht ‘reflectie’ Voldoende beoordeling voor de stage/het praktijkleren In deze periode maken de volgende opdrachten onderdeel uit van de beoordeling: Proeve van bekwaamheid in de rol van zorgverlener - Reflectie op de praktijkleerperiode Je functioneren tijdens de praktijkleerperiode (de competenties inclusief de geformuleerde gedragscriteria van de proeve)wordt beoordeeld door de begeleider in de praktijk. De beoordeling wordt ingevuld op de competentie kaart. Deze wordt uiterlijk de eerste week na beëindigen van de praktijkleerperiode bij de betreffende MPB-docent ingeleverd. De studiepunten van de stage/het praktijkleren worden toegekend als ook de proeve van bekwaamheid en de praktijkopdracht ‘reflectie’ met een voldoende worden beoordeeld. De begeleidende MPB-docent beoordeelt de praktijkleeropdracht ‘reflectie’ en de kritische bewijzen van de proeve van bekwaamheid. Herkansing De herkansing vindt plaats conform het onderwijs- en examenreglement (OER). Aanwezigheid Voor dit blok geldt een verplichte aanwezigheid. Hierbij geldt dat: - een presentie van 100% geldt als VOLDOENDE - een presentie van 80%-100% voldoende met dispensatie. Indien de student een geldig excuus heeft, te beoordelen door de docent, wordt tot 20% dispensatie verleend, behalve bij de stages - een presentie van 70%-80% onvoldoende met compensatieopdracht - een presentie van minder dan 70% geldt als onvoldoende. De consequenties hiervan worden beoordeeld door de Examencommissie en kan tot gevolg hebben dat de betreffende onderwijseenheid in z’n geheel opnieuw gevolgd dient te worden - Bij onvoldoende presentie met compensatieopdracht betekent dit het maken van een compensatieopdracht, zulks te bepalen door de betreffende docent, desgewenst na overleg met de teamleider of de examencommissie. De compensatieopdracht is qua inhoud en omvang afgestemd op het verzuimde deel van de betreffende blok. De MPB-docent is verantwoordelijk voor het beoordelen van de compensatieopdracht. De student heeft, bij een onvoldoende beoordeling van de compensatieopdracht recht op één herkansing. - Een onvoldoende presentie leidt tot het overdoen van de betreffende onderwijseenheid, tenzij de examencommissie anders beslist. Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 47
9 Bijlage 1 Goede internetsites met betrekking tot dit thema zijn: Gezondheidsinformatie Website met betrouwbare gezondheidsinformatie Idem Het digitale ziekenhuis met veel info over ziektebeelden en patiëntenvoorlichting Reumapagina Ziekten-pagina Patiëntenorganisaties, belangenbehartiging Nederland Patiënten en Consumenten Platform (NPCF) waar alle patiëntenorganisaties te vinden zijn De Chronisch zieken en Gehandicaptenraad Seniorweb: website van ouderenorganisaties De Gehandicapten-homepage (aanbevolen) Gehandicapten- startpagina Leefwijzer homepage (aanbevolen) CSO: Samenwerkende ouderenorganisaties Algemene Nederlandse Bond van Ouderen Per Saldo: Vereniging van PGB-gebruikers Stichting week van de Chronisch zieken Overzichten van patiëntenorganisaties Overheidsbeleid, maatschappelijke ontwikkelingen Ministerie van VWS
Ministerie Sociale Zaken (mn. AOW, WVG, Soc. Zekerheid Centraal Bureau Statistiek
Sociaal Cultureel Planbureau Nederlands Instituut voor onderzoek in de gezondheidszorg (NIVEL) Vilans (vroeger NIZW) Landelijk Kennisnetwerk gehandicapten Info-website voor gehandicapten Sociale Verzekeringsbank (PGB)/AOW Diverse Zorgmediatheek de Ouderenpagina VilansKenniscentrum Ouderen Zorgwijzer Kenniscentrum Leeftijd Lectoraat ' Verpleegkundige en paramedische zorg voor ouderenzorg, familiezorg en mensen met chronische aandoeningen' Kenniscentrum Lokaal Ouderenbeleid www.belevingsgerichtezorg.nl imoz.nl (website over belevingsgerichte zorg) zorgvoorbeter.nl
www.gezondheidskiosk.nl www.medischestartpagina.nl/ www.ziekenhuis.nl www.reuma.pagina.nl/ www.ziekten.pagina.nl/ www.npcf.nl www.cgraad.nl www.seniorweb.nl www.handicap.nl www.gehandicapten.pagina.nl www.leefwijzer.nl www.ouderenorganisaties.nl www.anbo.nl www.pgb.nl www.chronischziek.nl www.patientenvereniging.pagina.nl/ www.minvws.nl en dan mn. de “onderwerpen” Ouderen AWBZ WMO www.minszw.nl en dan onder de knop “uitkeringen” het dossier AOW www.cbs.nl en dan met name: Dossier Verwijzing Thema Gezondheid en Welzijn www.scp.nl www.nivel.nl, rubriek feiten en cijfers gezondheidszorg: patiënten www.vilans.nl http://www.lkng.nl/ www.nietafwachten.nl www.svb.org www.zorgmediatheek.nl www.ouderenzorg.pagina.nl www.kenniscentrum-ouderen.nl/kco/ www.zorgwijzer.nl www.leeftijd.nl www.hvu.nl, dan kiezen voor “lectoraten” en dan voor “faculteit gezondheidszorg” www.lokoud.nl www.belevingsgerichtezorg.nl http://www.imoz.nl http://www.zorgvoorbeter.nl
Blokboek MGZ studiejaar 2010-2011, periode 3.1, voltijd en duaal, versie september 2010, De Haagse Hogeschool, opleiding HBO-V. 48