WAAR GEBEURD Oorlog in de Leiestreek (1)
De Grote Oorlog ‘14-‘18 België en vooral Vlaanderen is in de loop der geschiedenis steeds een slagveld geweest. Vooral de 20e eeuw met zijn twee wereldoorlogen heeft diepe sporen nagelaten in het collectief geheugen, terwijl de materiele schade op heden bijna onzichtbaar is geworden. Het zijn vooral de vele soldatenkerkhoven en de monumenten ter herinnering aan de militaire en burgerlijke slachtoffers die de huidige generaties aan deze vreselijke perioden herinneren. Willy DENOULET Ook de Leiestreek heeft haar deel van het oorlogsgeweld over zich heen gekregen. Men onderscheidt vier frontlijnen die in de tijd gespreid, onze regio hebben geteisterd.
1e front: de Duitse doortocht in 1914 2e front: bij het eindoffensief in 1918 3e front: aan de Leie, tijdens de Blitzkrieg in 1940 4e front: over de streek, bij de bevrijding in 1944
Aanleiding tot Wereldoorlog I Op 28 juni 1914 werd Sarajevo, hoofdstad van Bosnië, die zelf een provincie van Servië was, door Oostenrijk/ Hongarije geannexeerd en werden erfgroothertog Frans-Ferdinand van Oostenrijk en zijn echtgenote Sofie van Hohenberg vermoordt. Eén maand later, op 28 juli 1914, verklaart Oostenrijk de oorlog aan Servië. Oostenrijk / Hongarije vormde een drievoudige alliantie met Duitsland en Italië. Hierop komt de logica van de bijstandsverdragen op gang met als gevolg dat Rusland, die een bondgenoot van Servië was, de mobilisatie afkondigt. Meteen verklaart Duitsland op 1 augustus 1914 de oorlog aan Rusland. Aangezien Frankrijk op zijn beurt een bondgenoot van Rusland, en Groot-Brittannië een bondgenoot van Frankrijk was, raken zij onrechtstreeks in het conflict betrokken. Als de Duitsers Luxemburg binnentrekken en van België vrije doortocht eisen worden Frankrijk en Groot-Brittannië, die garant stonden voor de Belgische onafhankelijkheid, rechtstreeks betrokkenen. Op 3 augustus verwerpt België het Duitse ultimatum waarop Duitsland dezelfde dag aan Frankrijk de oorlog verklaart. ’s Anderendaags 4 augustus trekken de Duitsers de Belgische grens over en verklaart ook Groot-Brittannië aan Duitsland de oorlog. De reeks oorlogsverklaringen zal eindigen met deze van Honduras op 19 juli 1918, die een bondgenoot van de Verenigde Staten is, waarop ook dit continent betrokken wordt en men dus een Wereldoorlog kan gewagen.
De Duitse aanval Het Duitse plan was om met een sterke rechtervleugel de troepen een snelle opmars te doen maken naar zee en dan af te buigen naar Parijs. De zwakkere linkervleugel van het Duitse
de Gavergids 2003 / 3
15
leger moest via Elzas-Lotharingen de Franse troepenmacht “in de zak” zetten om tenslotte met een tangbeweging het Franse leger te omsingelen. Nadat de rechtervleugel van de Duitse troepen op 4 augustus de grens overschreden had, kon hij na enige moeite de fortengordel rond Luik onschadelijk maken. De weerstand van deze forten had weinig invloed op de opmars, maar wel een grote psychologisch effect. De Duitse cavalerie – Uhlanen genaamd – deden verkenningsraids naar het westen uit en brachten een reputatie van wreedheid met zich mee. Het Belgisch leger bood tevergeefs weerstand. Het bleek niet opgewassen tegen de Duitsers, zodat achteraf een groot aantal hoge officieren uit hun functie werden ontheven. Vanaf 20 augustus trokken de Belgen zich terug in de vesting Antwerpen, waar ze werden versterkt door Britse Marinebrigades. Intussen waren troepen van het Britse Expeditiecorps aan land gekomen, en ook het inzetten door Winston Churchill van 3000 marinesoldaten in Oostende, met de bedoeling naar Antwerpen op te rukken, gooide roet in het eten van de Duitse legerstrategen. Dit had tot gevolg dat een deel van de zuidelijke arm van de Duitse “tang” werd verzwakt door troepen naar het Antwerpse front over te brengen. Dit alles bracht een grote vertraging van de Duitse opmars met zich mee. De tangbeweging tussen de mobiele rechtervleugel en de statische linkervleugel van de Duitsers werd verijdeld door de Fransen en de Britten bij de “slag aan de Marne” van 6 tot september, en later van 13 tot 15 september bij een nieuwe “slag aan de Aisne”. Hiermee viel het Duitse plan om het westen door een snelle bewegingsoorlog uit te schakelen in duigen en begonnen de Fransen zich systematisch in te graven.
de Gavergids 2003 / 3
16
Aan het noordelijk front werden de eerste Uhlanen gesignaleerd in de streek van Kortrijk rond einde augustus. Op 3 september hebben de eerste schermutselingen in deze streek tussen Duitse en Belgische troepen plaats te Deerlijk. Op 10 oktober viel de vesting Antwerpen en vluchtten meer dan 30.000 Belgische soldaten naar het neutrale Nederland. Toen besloot koning Albert om zich naar de kuststreek terug te trekken en vervolgens de IJzer als laatste verdedigingslijn aan te wenden. Op 16 oktober hadden de Belgen stellingen ingenomen achter de IJzer en de Ieperlee terwijl de Fransen en Britten front vormden van Houthulst tot Armentières. De loopgravenoorlog was hiermee begonnen en het zou een echte uitputtingsslag worden. Uiteindelijk zou het een front worden dat zich uitstrekte van het Kanaal tot Bazel.
De loopgravenoorlog Deze 500 km lange frontlijn werd volgebouwd met een ingewikkeld stelsel van versperringen met prikkeldraad, loopgraven, onderaardse gangen en kazematten. Vanuit deze konijnenholen des doods golfden vier jaar lang de aanvallen over en weer. In uitzichtloze gevechten om enkele meters terreinwinst bleken vooral de mitrailleur en de handgranaat geschikte wapens. Toen de toestand aan het Belgische IJzerfront kritiek werd, zette men via het sluizenstelsel van Nieuwpoort einde oktober 1914 de ganse IJzervlakte onder water. Deze geniale zet belette de Duitsers hun offensief hier voort te zetten zodat het front stagneerde. De lange frontlijn werd als volgt door de geallieerden verdedigd:
Belgische sector Fransen en Britten (afwisselend) Britse sector Franse sector
: Nieuwpoort, Diksmuide, en Steenstraete. : Boezinge : Ieper, Wijtschate, Armentières tot aan de Somme. : vanaf de Somme over Verdun, Vogezen en Elzas tot de Zwitserse grens.
Tijdens de lange periode van 19 oktober 1914 tot 28 september 1918 bleef de frontlijn bijna onveranderd. Intussen had op 22 april 1915 de eerste Duitse gasaanval plaats bij LangemarkBoezinge. De beruchte “slag bij Passendale” vond plaats in november 1917.
Gevechten in de Leiestreek Op 28 september 1918 begon het eindoffensief van de geallieerden, waarbij op 14 oktober Roeselare werd bevrijd. Op 15 oktober 1918 beginnen de gevechten aan de Leie voor de “Battle of Courtrai”. De linkeroever van de Leie werd door de Britten bezet tussen de Franse grens en Bavikhove. De Belgen namen de strook tussen Bavikhove en het kanaal naar Roeselare te Ooigem voor hun rekening. De Franse troepen sluiten aan vanaf het kanaal tot Deinze. Van Deinze tot de Nederlandse grens werd ook door Belgische eenheden bezet. Na hevige gevechten en felle weerstand van de Duitsers, konden de de geallieerden vanaf 16 tot 20 oktober, de Leie op meerdere plaatsen oversteken. De Duitsers trokken zich terug maar enkel mits zware gevechten konden de bondgenoten terreinwinst maken.
Gevechten rond Waregem Vanaf de Leie trok de frontlijn traag in oostelijke richting verder richting Waregem en de strategisch belangrijke heuvels tussen Leie en Schelde. Waregem werd op 22 oktober door de geallieerde artillerie beschoten wat leidde tot bevrijding van het centrum door de Fransen op
de Gavergids 2003 / 3
17
23 oktober, en later bij de slag om de Spitaalbossen werd Waregem door de Duitse kanonnen bestookt. Vooral het centrum van Waregem met de kerk, kasteel Casier, en de omliggende gebouwen werden zwaar beschadigd. Ook het station werd door de Duitsers gedynamiteerd alvorens zich achter de Gaverbeek terug te trekken. De Duitse weerstand was zo onverwacht groot dat de geallieerden de vruchteloze pogingen om definitief door te breken moe waren. Zij gingen dan ook over tot systematische artilleriebeschietingen waarvan Waregem in de brokken deelde. Alles draaide om de inname van de hoogten van Tiegem die van groot strategisch belang waren in het gebied tussen Leie en Schelde. De Waregemse kerktoren werd door de Duitse artillerie vernield om deze observatiepost van de precieze geallieerde artillerie uit te schakelen. Hele Waregemse straten lagen in puin van ingestorte en uitgebrande huizen. Aangezien op 25 oktober de Duitsers nog steeds de oost- en zuidrand van Waregem hardnekkig verdedigden, werden de beschietingen nog geïntensifieerd. Doorbraak was alleen mogelijk door het zuiden want in het noorden waren de moerassige oevers van de Gaverbeek een onoverkomelijke hindernis.
de kerk van Waregem na de beschietingen in 1918
Een nieuwe uitbraakpoging van de Fransen ter hoogte van het Leeuwke en de weg naar Anzegem stuitte op felle weerstand en mislukte andermaal en dit met grote verliezen in beide kampen. De Duitsers trokken zich uiteindelijk, als gevolg van de beschietingen terug in de Spitaalbossen om daar een nieuwe verdedigingsgordel aan te leggen. Op 26 en 27 oktober werkten de Duitsers aan een verdedigingslinie van een sterke achterhoede op de lijn Kruishoutem – Wortegem met bezetting van de Spitaalbossen. Daar de Fransen geen doorbraak konden forceren werden de 91e en 37e U.S.A. divisies, (American Expeditionary Forces) ter versterking opgeroepen. De grote aanval, om de rechteroever van de Schelde en Oudenaarde te bereiken, was voorzien op 31 oktober. De obstakels waren niet gering. De Fransen en Amerikanen keken op tegen de dreigende Spitaalbossen en de eerste heuvels van de Vlaamse Ardennen. Voor de Britten lag de berg van Tiegem. De 91e U.S.A. divisie moest dwars door de Spitaalbossen.
de Gavergids 2003 / 3
18
Op 31 oktober om 5.25u in de vroege morgen barstte de hel los. Alle vuurmonden van aan de Leie tot aan de Schelde spuwden hun lading met dodelijke nauwkeurigheid naar de Duitse verdedigingslinies. De Duitse achterhoede verdedigde zich met leeuwenmoed en kon de eerste aanvalsgolven vanuit hun bevoorrechte stellingen afslaan ten koste van zware verliezen maar ook bij de Amerikanen vielen veel slachtoffers, want om 9.30 u waren ze nog maar 500 m gevorderd. Tegen de middag was de situatie voor de Duitsers hopeloos en trokken ze zich vechtend terug zodat om 18.30 u de zuidoostelijke kant van het bos werd bereikt.
Het einde Met Allerheiligen op vrijdag 1 november 1918 was geheel Zuid-West-Vlaanderen bevrijd. Terwijl de geallieerden verder naar het oosten trokken, lagen de dorpen op de linkeroever van de Schelde nog onder Duits artillerievuur. De geallieerden bereikten de Schelde op 3 november Het zou nog duren tot 8-9 november vooraleer de bondgenoten vaste voet zouden krijgen op de rechter Scheldeoever en ze de Duitse artillerie het zwijgen konden opleggen. Amper 11 dagen na de zware gevechten rond de as Waregem-Tiegem, op 11 november kwam er een einde aan de oorlog. De jonge levens die hier werden afgebroken sneuvelden op enkele dagen van de vrede. Laten wij ze nooit vergeten.
De tol aan mensenlevens De oorlog had 4 jaar en drie maanden geduurd en eiste een zware tol aan mensenlevens. Belgen
Duitsers Fransen Oostenrijkers en Hongaren Britten
: 23.858 gesneuvelden 6.802 doden door verwondingen 10.450 doden ten gevolge van ziekte in totaal 41.110 militaire slachtoffers : ongeveer 2.000.000 gesneuvelden en vermisten : ongeveer 1.400.000 gevallenen : 1.300.000 gevallen manschappen : ongeveer 690.000
Amerikaanse soldaten in WOI Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog was Amerika niet betrokken bij de militaire operaties. De schending van de Belgische neutraliteit, de moedige verdediging van het kleine Belgische leger, almede de vernietiging van de Leuvense bibliotheek maakten wereldwijd veel indruk. Algauw werden in Amerika voor de lijdende Belgische bevolking voedsel inzamelingen gehouden. Amerika was tijdens de eerste wereldoorlog een belangrijke staalproducent (groter dan Groot-Brittannië en Duitsland samen). Groot-Brittannië kon tijdens de oorlog rekenen op de logistieke steun van Amerika. Er was steeds een blijvende sympathie tussen GB en Amerika. Door de U-boten (Duitse onderzeeërs) blokkade werden meerdere Britse en Amerikaanse koopvaardijschepen tot zinken gebracht. Deze maatregel moest de bevoorrading van Groot Brittannië bemoeilijken. Op l mei 1915 werd het eerste Amerikaanse schip de Gullflight zonder verwittiging tot zinken gebracht. De U-20 kelderde op 7 mei 1915 de Lusitania voor de Ierse kust, 1198 doden waaronder 128 Amerikanen. Tussen 16 en 18 maart 1917 werden 3 Amerikaanse koopvaardijschepen (o.a. de Vigilancia) gekelderd door de Duitse U-boten . Deze kelderingen waren de aanleiding tot de oorlogsverklaring van Amerika (President Wilson)aan Duitsland op 6 april 1917.
de Gavergids 2003 / 3
19
Het Amerikaans leger telde in april 1917 slechts 100.000 manschappen (voornamelijk beroeps leger). In november 1918 zou dit getal opklimmen tot 2.000.000. De eerste ca. 6.000 Amerikaanse soldaten kwamen in Europa toe in juni 1917. Maandelijks werden nieuwe troepen gestuurd. Eind 1917 waren al 140.000 soldaten overgekomen. Gedurende het oorlogsjaar 1918 worden nog ca. 1.800.000 manschappen overgebracht. De laatste soldaten komen aan op 9 november 1918, twee dagen voor de wapenstilstand. Aan het einde van de oorlog zouden er ca. 2.000.000 Amerikaanse soldaten in Europa verblijven (meestal in Frankrijk en Italië). De Amerikaanse opperbevelhebber was Generaal J. Pershing. m totaal werden 43 divisies naar Europa gestuurd. Meestal bestond een Amerikaanse divisie uit 2 Infantery Brigades, 1 Field Artillery Brigade versterkt met l Engineers Regiment en 3 Machine Gun regimenten, in totaal ongeveer 25.500 man. Meeste Amerikanen werden ingezet als ondersteuning van de Franse troepen in de streek St-Michiel (langs de Maas en ten zuiden van Verdun) en tijdens het Maas-Argonne offensief (26/9/18-7/10/18). In mei 1918 kwamen de 27th en de 30th divisie aan in Frankrijk en werden ze aan Britse troepen toegevoegd. In augustus 1918 werden deze divisies gedurende een drietal weken ingezet bij Britse troepen in Vlaanderen tussen Kemmel en Hollebeke (18/8/18 - 4/9/18). Daarna werden ze terug naar Frankrijk gestuurd. Op vraag van het Opperbevel van de Geallieerde legers (Gen. Foch) werden twee andere Amerikaanse divisies (37e en 91e Div.) als versterking van de Franse troepen tijdens het eindoffensief naar Vlaanderen overgebracht. Het Eindoffensief was wat vastgelopen aan de Leie en de Fransen hadden het moeilijk om ter hoogte van Ooigem de Britten bij te blijven. Op 30 oktober 1918 werden de beide divisies ingezet in de streek van Waregem- Olsene. De 37e Div (bij het Franse XXX Legerkorps) vertrok van de spoorlijn Kortrijk-Gent ter hoogte van Olsene. De 91e Div (bij het Franse VII Legerkorps) werd ingezet ten zuiden van Waregem. Beide divisies vochten zich een weg richting Schelde waar ze op 3 en 4 november aankwamen. De 91e Div. had het moeilijk bij de verovering van Spitaalbossen. Deze waren gelegen ten zuidoosten van Waregem (baan Waregem-Wortegem). De Duitse troepen hadden zich verstopt in de bossen en boden felle weerstand tegen de oprukkende Amerikanen. Op 3 november 1918 bereikt de 91e Div de Schelde te Oudenaarde (Monument). De 37e Div bereikte de Schelde te Eine op 4 november 1918 (Memorial Bridge). Na een periode van rust (o.a. te Oostrozebeke) kwamen de beide divisies op 10 november 1918 terug in de strijd tot 11 november 1918. (Wapenstilstand). De 91e Div bleef in Oudenaarde tot 18/11/1918 en keerde in maart-april 1919 naar Amerika terug.
Flanders Field American Cemetery and Memorial In Flanders Field American Cemetery liggen 368 soldaten begraven van de 4 divisies:
De 91st Div. kreeg de bijnaam "Wild West" en werd gerecruteerd in de staten Washington, Montana, Nevada, Wyoming, Utah, Oregon, Californië en Idaho. Hun divisie embleem was de afbeelding van een spar.
De 37th Div. kwam hoofdzakelijk uit Ohio en kreeg als bijnaam "Buckeye" met als embleem een rood cirkelvlak binnen een witte cirkel.
De 27th Div. was afkomstig uit New York. Als embleem hadden ze de letters NY met de sterren van het sterrenbeeld Orion er rond. Eén van hun commanders heette toevallig ook O'Ryan.
de Gavergids 2003 / 3
20
De 30th Div., bijgenaamd "Old Hickory",werd gerecruteerd in de staten Tennessee, North en South Carolina. Hun embleem bestond uit een verticale band met XXX, binnen een cirkel.
Tijdens en na de oorlog werden de meeste Amerikaanse gesneuvelde soldaten op verzoek van de nabestaanden gerepatrieerd. Zij die achterbleven als onbekende of die de reis naar het vaderland niet meer meemaakten werden begraven op één van de acht Amerikaanse begraafplaatsen van WO I:
België: 1 begraafplaats Flanders Field American Cemetery, Waregem 368 graven / 43 vermisten: 27th division : 82 graven / 21 vermisten th 30 division : 24 g. / 4 m. 37th division : 142 g. /10 m. st 91 division : 87 g./ l m. Medical Reserve Corps (Med. Dienst) : 3 g. Signal Corps (Communicatie troepen) : l g. 53rd Artillery Brigade (orig. 28 th Div) : 2 g. 77th division (reden onbekend) : 2 g. Air men : 3 g. Milit. Police : l g. Onbekenden : 21 g. Groot-Brittannië: 1 begraafplaats Brookwood Cemetery 468 graven / 563 vermisten (bij Londen, vnl. slachtoffers in zee verdronken) de Gavergids 2003 / 3
21
Frankrijk: 6 begraafplaatsen
Somme Cemetery : 1844 graven / 333 vermisten Aisne-Mame Cemetery : 2289 graven / 1060 vermisten Oise-Aisne Cemetery : 6012 graven / 241 vermisten Meuse-Argonne Cemetery : 14246 graven / 954 vermisten St Michel Cemetery : 4153 graven / 284 vermisten Suresnes Cemetery : 1541 graven / 974 vermisten
+ 24 uit WO II (bij Parijs, vnl slachtoffers in zee verdronken) Flanders Field American Cemetery is de kleinste van de overzeese Amerikaanse begraafplaatsen van W.O.I. Zij omvat 2.4 hectare en is gelegen in de strijdzone van de 91e Div. De begraafplaats werd officieel toegewezen op 8 augustus 1937. John McCrae schreef in mei 1915 het gedicht "In Flanders Fields the poppies blow, between the crosses row on row,... " Dit gedicht maakte van de rode papaverbloem (‘poppy’) een herinneringsbloem. De naam van de begraafplaats vindt hierin ook haar oorsprong. Op 30 mei 1927, 9 dagen na zijn historische transatlantische vlucht, bracht Charles A. Lindbergh een eresaluut aan de gesneuvelden. Met zijn “Spirit of St Louis” vloog hij boven de begraafplaats en gooide een ruiker bloemen gewikkeld in een sjaal naar beneden.
De toenmalige burgemeester schonk de bloemen aan zijn dochter en de zijden sjaal aan de herbergierster van het toenmalige gemeentehuis. Een jaar later werd de sjaal als plechtige communiegeschenk doorgegeven. In 2002 werd de sjaal herontdekt naar aanleiding van de tentoonstelling "Memorial Rain". De begraafplaats is opgedeeld in 4 driehoeken met centraal de kapel. Naast elke driehoek bevindt zich een rechthoekig grasveld waarop 92 witte marmeren kruisen staan en afgebakend met Engelse taxushagen.
de Gavergids 2003 / 3
22
368 graven waaronder 8 graven met Davidster en 21 onbekenden liggen op deze 4 plaatsen begraven. In het centrum van de begraafplaats staat een uit witsteen vervaardigde kapel (1930). Het altaar is gemaakt uit antiek marmer met de vermelding "I will ransom them from the power of the grave, I will redeem them from death" (Hosea, XIII: 14). Erboven hangt een kruis-zwaard, een afbeelding zoals door architect Blomfield op de begraafplaatsen van het Gemene Best werd aangebracht. Op de muren links en rechts staan de namen gebeiteld van 43 vermisten wiens lijken niet meer werden teruggevonden of niet meer konden worden geïdentificeerd. Boven deze namen staat een afbeelding van de "Zegel van de USA" met de inscriptie : "In memory of those American soldiers who fought in this region and who sleep in unknown graves". Boven in de centrum staat een afbeelding van de vredeslamp tussen een sterrenhemel en vredesduiven die naar het licht toe vliegen. Op de buitenzijde van de kapel staat in Nederlands, Frans en Engels het opschrift: "Deze kapel werd opgericht door de Verenigde Staten van Amerika als herinnering aan de soldaten die vochten en stierven in België gedurende de wereld oorlog. Hun graven zijn het blijvende en zichtbare symbool van de heldhaftige toewijding waarmee zij hun leven hebben gegeven voor het algemeen welzijn van de mensheid." Onder elke tekst staat een afbeelding gebeiteld: verdriet, herinnering en geschiedenis. In 3 hoeken bevinden zich kleine tuinen met in het midden een decoratieve urne. Op de urne werden de emblemen gesculpteerd van de 4 divisies (27e , 30e , 37e ,91e divisies) die in België hebben gestreden. De beplanting bestaat uit lindeboom, rododendron, seringen, azalea, berk, es, eik, olm, hulst, hydrangea, esdoorn, magnolia,... . Als architecten voor deze begraafplaats tekenen de Frans-Amerikaanse Architect Paul Philippe Cret (1876 - 1945) voor de kapel en Jacques Gréber (Parijs) voor de landschapsarchitectuur. Zoals voor de Gemene Best begraafplaatsen werd in 1923 de American Battle Monuments Commission (ABMC) in het leven geroepen. Deze commissie onderhoudt de begraafplaatsen van 124.914 doden (30.921 uit W.O.I en 93.243 uit W.O.II) verspreid over meerdere landen. Generaal John J. Pershing werd als eerste voorzitter verkozen Flanders Field American Cemetery wordt onderhouden door 4 personen en één Superintendant. Aan de ingang bevindt zich de bezoekersruimte. Hier kunnen bezoekers zich informeren omtrent de overzeese Amerikaanse begraafplaatsen van beide wereldoorlogen en kan het bezoekersboek worden getekend.
Amerikaanse monumenten uit W.O.I De militaire acties van de Amerikaanse strijdkrachten tijdens de eerste wereldoorlog worden in België herdacht door twee monumenten. Het eerste monument bevindt zich in de streek rond leper, op de baan tussen leper en Kemmel, ter hoogte van Vierstraat. Het herdenkt er de gevechten gestreden door de 27e en 30e divisies samen met Britse eenheden tijdens de periode van 18 augustus tot 4 september 1918. Het monument werd opgetrokken in 1929 en is van de hand van architect George Howe uit Philadelphia. Sommige gesneuvelden liggen begraven op Flanders Field American Cemetery. Het tweede monument staat te Oudenaarde ter nagedachtenis van de 40.00 Amerikaanse troepen die tijdens de eerste wereld oorlog in deze regio actief waren van 30 oktober tot 11 november 1918. De 37e en 91e divisies en 53e Field Artillery Brigade worden hierbij bedoeld.
de Gavergids 2003 / 3
23
Het monument werd in 1936 opgericht door de American Battle Monuments Commission en werd door architect Harry Sternfeld uit Philadelphia ontworpen. Naast de monumenten werden eveneens gedenkplaten aangebracht. In Eine werd over de Schelde de Ohio-brug in 1926 ingehuldigd. De betonnen brug met langs beide kanten 2 bizons (geen buffels) werd door de Amerikaanse staat Ohio gefinancierd en moest de herinnering aan de gevallenen van de 37e divisie in ere houden. De vorige ijzeren Scheldebrug werd in 1914 opgeblazen om de Duitse opmars tegen te gaan. De Duitsers bouwden er een houten brug, maar deze werd in 1918 terug vernield. De in 1926 gebouwde Ohio-brug werd door de Engelsen in 1940 opgeblazen en ze werd pas in 1954 hersteld. Wegens verbredingswerken aan de Schelde werd de brug nogmaals afgebroken en heraangelegd. Pittig detail: de bizons keken vroeger naar elkaar, nu draaien ze hun kont naar mekaar. Ze hebben er blijkbaar genoeg van ... Bronnen
Luc Schepens, ‘14–‘18 Een oorlog in Vlaanderen
Grote Spectrum encyclopedie
F. Vannieuwenhuyze, De Eerste Wereldoorlog in de Leiestreek, syllabus gidsenbijscholing
J.Bogaert & F.Santens, ‘Oorlog in de Gaverstreke’, in: 28e Jaarboek van ‘De Gaverstreke’
In Flanders Fields In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row, That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below. We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved, and were loved, and now we lie In Flanders fields. Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields. John McCrae April 1915
de Gavergids 2003 / 3
24