‘De Goeie Ontsnapping’ Visie op de culturele en toeristisch recreatieve mogelijkheden van het thema ‘wielersport’ in West-Brabant
NHTV Internationale Hogeschool Breda Peter van Wijngaarden September 2006
Inhoudsopgave Pag.
1. Inleiding
3
2. Achtergrond en aanleiding
4
2.1
Afbakening en aanpak
5
3. Projectdoelstelling en onderzoeksdoelstelling
6
4. Deelonderzoek ‘Inhoudelijke projectinvulling’
7
4.1
Inleiding
7
4.2
Onderzoeksvragen
7
4.3
Theoretisch kader
8
4.4
Onderzoeksopzet
8
4.5
Onderzoeksresultaten
10
4.6
Visie
16
4.7
Belevingsconcept
17
4.8
Product-marktcombinaties
19
5. Deelonderzoek ‘Financieel draagvlak’
26
5.1
Inleiding
26
5.2
Onderzoeksvragen
26
5.3
Onderzoeksmethode
27
5.4
Onderzoeksresultaten
28
6. Deelonderzoek ‘Organisatorische projectinvulling’
37
6.1
Inleiding
37
6.2
Onderzoeksvragen
37
6.3
Onderzoeksopzet
37
6.4
Onderzoeksresultaten
38
7. Samenvattende conclusies en aanbevelingen
40
Bijlage 1:
Aanbod wielersport West-Brabant
43
Bijlage 2:
De stichting
46
Bijlage 3:
De besloten vennootschap
48
2
1.
Inleiding
Onder inspiratie van ex-profrenner Rini Wagtmans heeft een aantal organisaties en individuen gezamenlijk een begeleidingsgroep gevormd ten behoeve van de ontwikkeling en het vermarkten van de West-Brabantse wielercultuur. Gedurende de periode september 2005-juli 2006 heeft in dit kader een breed onderzoek plaatsgevonden door studenten en docenten van NHTV Internationale Hogeschool Breda. Dit rapport legt verslag van het betreffende onderzoek, dat is op te splitsen in een drie deelonderzoeken:
•
inhoudelijke conceptuele invulling
•
financiële draagvlak
•
organisatorische projectinvulling
In hoofdstuk 2 worden voor de volledigheid achtergrond en aanleiding van het project weergegeven. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de opzet van projectdoelstelling en onderzoeksdoelstelling. Hoofdstuk 4 gaat in op de inhoudelijke conceptuele invulling. In hoofdstuk 5 komt het financiële draagvlak aan de orde. De organisatorische invulling wordt kort behandeld in hoofdstuk 6. Het rapport sluit af met hoofdstuk 7, waarin de belangrijkste conclusies en aanbevelingen zijn opgenomen.
3
2.
Achtergrond en aanleiding
Voor veel West-Brabanders uit het volksmilieu bood de wielersport een kans om aan het harde en armoedige bestaan in de streek te ontsnappen. Mannen als Wim van Est en Wout en Rini Wagtmans hebben kans gezien om door het wielrennen een rol van betekenis te spelen in de wereld. Het besef dat het wielrennen hen aanzien en financiële draagkracht kon bezorgen, die anders onbereikbaar zou blijven, motiveerde menig karakterrenner tot bovenmenselijke prestaties. Het werden lokale en nationale helden die het lot van volkse armoe wisten af te schudden en WestBrabant maakten tot de bakermat van het Nederlandse wielrennen. Tot op de dag van vandaag hebben deze helden van weleer gediend als voorbeelden voor vele andere Nederlandse en bovenal West-Brabantse wielrenners; wie herinnert zich niet de heldendaden van Johan van der Velden, Jacques Hanegraaf, Jeroen Blijlevens en recentelijk nog Marianne Vos.
De wielersport wordt, op grote schaal, actief en passief, door jong en oud, beoefend. Het is daarmee een echte “breedtesport”. Wielerevenementen als de ‘Acht van Chaam’ en ‘Draai van de Kaai’ trekken al decennialang vele tienduizenden bezoekers. West-Brabant had met Etten-Leur In 2005 weer een etappeplaats in de Eneco tour en Woensdrecht is al vele jaren het decor voor wedstrijden in het veldrijden. Jaarlijks trekken er vele honderdduizenden fiets- en wielerliefhebbers erop uit in de regio. En vele duizenden nieuwe fietsen gaan er jaarlijks over de toonbank van de wielerdetaillisten. Kortom, de fiets- en wielersport is een (economische) factor van betekenis.
Toch is de historische en volksculturele context van de wielersport in West-Brabant moeilijk herkenbaar. “Het verhaal” wordt in geen enkel museum of bezoekerscentrum op samenhangende wijze verteld. Buiten het passieve volgen van de wielersport in de media en het actieve fietsen zelf, kan de wielersport niet of nauwelijks worden “beleefd” in de regio. Hierdoor maakt de wielersport slechts in beperkte, eenzijdige mate deel uit van de toeristische en recreatieve beleving van WestBrabant als geheel en De Baronie in het bijzonder.
Deze visie wil hierin verandering brengen. De belevingservaring is daarbij het vertrekpunt. Omdat het thema “wielersport” vanuit verschillende invalshoeken kan worden benaderd (economie, cultuurhistorie, sport, volkscultuur, recreatie, welzijn) is het thema eenduidig en samenhangend uitgewerkt tot een concept. Het concept dient als opmaat en kapstok voor de ontwikkeling van projecten en producten, die al dan niet door de markt, al dan niet in de vorm van PPS-constructies worden uitgevoerd.
4
Door goed gebruik te maken van de historische en volksculturele elementen van de wielersport kan de regionale identiteit worden versterkt. En door goed en doordacht in te spelen op actuele belevingstrends, kan door het thema “Wielersport” het toeristisch-recreatieve aanbod en de aantrekkingskracht van de regio worden vergroot. Deze synergie zal resulteren in een hogere belevingswaarde en waardering bij zowel de eigen inwoners als toeristen. Dit kan leiden tot meer toeristisch-recreatieve bezoeken, een langere verblijfsduur, hogere bestedingen en meer werkgelegenheid. Zo kan de wielersport een extra impuls geven aan de revitalisering van het landelijke gebied in de Baronie en een versterking vormen van de regionale economie van WestBrabant.
2.1 Afbakening en aanpak De geografische afbakening van het onderzoeksgebied betreft de gemeenten van het Reconstructiegebied De Baronie. Dit zijn de gemeenten: Gilze en Rijen, Breda, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Zundert en Rucphen. De kernen St. Willebrord en Chaam zijn daarbinnen van oudsher brandpunten. Gezien het belang en de kansen van de wielersport voor heel West-Brabant wordt in dit onderzoek ook over de grenzen van Baronie heen gekeken. De gemeenten Woensdrecht, Roosendaal en Oudenbosch worden ook in het onderzoek betrokken. De ontwikkelde visie en concept zijn in principe toepasbaar op zowel de Baronie als West-Brabant.
Het project is, in opdracht van SES West-Brabant, uitgevoerd door studenten Imagineering en Media en Entertainment en docenten van de NHTV Internationale Hogeschool Breda. Aan de financiering van het project hebben bijgedragen: SES West-Brabant, Het Noordbrabants Genootschap, Rabobank De Zuidelijke Baronie. Daarnaast is het project mede gefinancierd door REAP West-Brabant en de Europese Unie (Leader+).
De belangrijkste methoden van onderzoek waren: fieldresearch (diepte-interviews en brainstormsessies) en deskresearch (literatuurstudie en database onderzoek). De directe aansturing van het project is verzorgd door SES West-Brabant (J. van Gurp en E. Willemsen). Daarnaast is op een aantal cruciale momenten dankbaar gebruik gemaakt van de expertise en het enthousiasme van een begeleidingsgroep. Deze bestond uit:
Dhr. R. Wagtmans (oud-profwielrenner); Dhr. C. Maas (microfonist); Dhr. P. van der Velden (directeur Noordbrabants Genootschap); Dhr J. Schram (oud-bestuurslid ‘Acht van Chaam’) Dhr. Prof. Dr. Gerard Rooijakkers (Bijzonder hoogleraar Nederlandse etnologie UvA); Dhr. Jace van der Ven (journalist Brabants Dagblad); Dhr. R. Everaers (Burgemeester gemeente Rucphen, bestuurder KNWU); Dhr P. van Wijngaarden (docent imagineering NHTV Internatinale hogeschool Breda). Dhr. M. Groffen (wethouder Woensdrecht)
5
3.
Projectdoelstelling en onderzoeksdoelstelling
3.1 Algemeen In bovenstaand kader is onderscheid gemaakt tussen de projectdoelstelling en de onderzoeksdoelstelling. De projectdoelstelling is het uiteindelijke, meest verstrekkende doel van de projectgroep. De onderzoeksdoelstelling geeft het specifieke doel van het onderzoek weer binnen het totale project.
De projectdoelstelling werd als volgt geformuleerd:
Het vermarkten van de West-Brabantse wielercultuur ter versterking van de regionale economie van West-Brabant.
Ten behoeve van de projectdoelstelling is in de periode september 2005-juli 2006 een marktonderzoek uitgevoerd dat het draagvlak c.q. de haalbaarheid van het initiatief dient te toetsen en vorm kan geven aan zowel de concrete inhoudelijke als organisatorische invulling.
De onderzoeksdoelstelling werd als volgt gedefinieerd:
Inzicht verkrijgen in het financiële en inhoudelijke draagvlak van het project ‘Wielersport WestBrabant’ alsmede de mogelijke organisatievormen van dit project teneinde aanbevelingen te doen richting de projectgroep omtrent de uiteindelijke doorvoering alsmede de organisatorische, conceptuele en productspecifieke invulling van het project.
De bij deze onderzoeksdoelstelling behorende probleemstelling luidde:
Wat is het financiële draagvlak voor het project ‘Wielersport West-Brabant’ en welke keuzes dienen er organisatorisch, conceptueel en productspecifiek te worden gemaakt voor een optimale projectinvulling?
Het onderzoekstraject werd derhalve gesplitst in drie deelonderzoeken: •
optimale inhoudelijke projectinvulling op conceptueel en productspecifiek niveau
•
financieel draagvlak voor het project
•
organisatorische projectinvulling
In de hoofdstukken 4, 5 en 6 wordt afzonderlijk verslag gedaan van deze deelonderzoeken.
6
4.
Deelonderzoek ‘Inhoudelijke projectinvulling’
4.1 Inleiding Het deelonderzoek ‘Inhoudelijke projectinvulling’ heeft bestaan uit twee fasen. In de eerste fase heeft een projectgroep van 4e jaars NHTV-studenten een analyse gemaakt van de regio WestBrabant en van de bestaande wielercultuur. Hierop aansluitend heeft deze projectgroep een voorstel gedaan voor een belevingsconcept en daarbij behorende product-marktcombinaties.
In de tweede fase heeft begeleidend NHTV-docent Peter van Wijngaarden de genoemde output van de projectgroep aangescherpt. Het concept kan als kapstok dienen voor zowel de marketingcommunicatie van het project als wel de geboorte van succesvolle productmarktcombinaties.
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde:
•
achterliggende onderzoeksvragen (4.2)
•
theoretisch kader (4.3)
•
onderzoeksopzet (4.4)
•
onderzoeksresultaten (4.5)
•
visie (4.6)
•
belevingsconcept (4.7)
•
product-marktcombinaties (4.8)
4.2 Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen die in dit kader als uitgangspunt dienden werden als volgt geformuleerd.
•
door welke elementen wordt de wielercultuur in Nederland in het algemeen en West-Brabant in het bijzonder gekenmerkt?
•
in hoeverre zijn wielerliefhebbers in Nederland in het algemeen en in West-Brabant in het bijzonder geïnteresseerd in de hoofdlijn van het voorgestane aanbod van het project ‘Wielersport West-Brabant’?
•
welke marktsegmenten zijn er in het kader van het project ‘Wielersport West-Brabant’ te onderscheiden onder de totale groep wielerliefhebbers?
•
wat zijn de waarden, motieven en behoeften van de onderscheiden marktsegmenten?
•
op welke wijze (conceptmatig, product-technisch) kan de beleving van de onderscheiden doelgroepen worden geoptimaliseerd?
•
welke concurrende proposities zijn momenteel in de markt te vinden?
•
wat zijn de sterke/zwakke punten van deze concurrenten?
Hierbij is het van belang op te merken dat dit deelonderzoek zich heeft gericht op conceptontwikkeling en niet op concepttoetsing. De output van dit onderzoek bestaat uit een conceptvoorstel met hieraan gekoppeld een aantal kansrijke product-marktcombinaties. Het
7
onderzoek geeft de achtergrond c.q. de onderbouwing van het betreffende concept en de voorgestelde producten.
4.3 Theoretisch kader Om een uniek en authentiek belevingsconcept voor de West-Brabntse wielercultuur te creëren dat tot de verbeelding spreekt, is het ABC van Imagineering gehanteerd. Van Analyse en aandacht via Beleven, broeden en brainstormen naar Creëren van een visie en concept.
Analyse
Beleven
Creëren
A van Analyse De ‘A’ van analyse vormt de eerste fase, de kenniswervingsfase. Allereerst zijn door middel van literatuurstudie en diepte-interviews de wielercultuur en de cultuur van West-Brabant in kaart gebracht. Verder zijn trends en ontwikkelingen en het concurrerend aanbod bestudeerd.
B van Beleven De tweede fase is de ‘B’ van beleven. In deze fase wisselden frustraties, hoop en nieuwe inzichten elkaar af. Alle gevonden informatie werd bij elkaar gelegd en met behulp van creatieve technieken werd er gebroed op nieuwe ideeën en is gekomen tot nieuwe inzichten. In dit onderzoek is hierbij gebruik gemaakt van de creatieve techniek mindmapping.
C van Creëren Tijdens deze fase heeft de creatieve vertaalslag plaats gevonden van analyse naar visie naar concept. Deze fase bestond uit creëren, reflecteren en eventueel weer vernietigen en verbeteren, totdat een bevredigend en onderscheidend concept werd gevonden. De ‘C’ van creëren is de combinatie van de creatiefase, de reflectiefase en de uitvoeringsfase. In de uitvoeringsfase is het concept uitgewerkt in een aantal concrete producten.
4.4 Onderzoeksopzet Om antwoorden te vinden op de onderzoeksvragen is gebruik gemaakt van kwalitatief fieldresearch en kwantitatief deskresearch. Het kwalitatieve fieldresearch omvatte diepte-interviews met wielerprofessionals (Aart Vierhouten, Paul van Schalen, Tom Veelers, Servais Knaven, Jans Koerts en Thomas Dekker), oud-professionals (Rudie Kemna, Rini Wagtmans), diverse actieve en passieve wielerliefhebbers, leden van de klankbordgroep en een aantal overige betrokkenen.
8
Tijdens de diepte-interviews zijn open vragen gesteld, zodat de respondenten zelf het antwoord konden formuleren. Er is bewust gekozen voor het stellen van open vragen, omdat hierbij grote diepgang mogelijk is. De specifieke methode die gebruikt werd, is het mondeling open interview. Het gaat hier om een face-to-face methode.
Het kwantitatieve deskresearch omvatte literatuurstudies en database onderzoek onder relevante bronnen in West-Brabant en de wielerwereld.
9
4.5 Onderzoeksresultaten
4.5.1 West-Brabant
Inleiding Op basis van het interview met prof. Gerard Rooijakkers van het Meertens Instituut, contacten met authentieke (West-)Brabanders en op basis van eigen ervaringen is een beeld gevormd van het karakter van de regio West-Brabant. Hieronder worden op compacte wijze de belangrijkste waarden en kenmerken van de regio beschreven.
Volks In West-Brabant geldt in grote delen: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. De regio kent een volks karakter. In verleden en heden is het normaal om hard te werken voor je bestaan. Waar vroeger in Oost-Brabant de dienstverlenende sector de voornaamste bron voor werkgelegenheid was, was dat in West-Brabant de industriële sector. Mouwen opstropen, niet zeuren, geen poeha. Er heeft nooit veel geld in de regio gezeten, zowel land- als fabrieksarbeiders moesten er hard aan trekken om rond te komen. De armoede uit (vooral) het verleden dwong de bevolking ook wel tot een zekere ruigheid. De West-Brabander is hierdoor in zijn hart niet bepaald het braafste jongetje van de klas te noemen. Men heeft geleerd te overleven in een harde wereld, waarbij bij tijd en wijlen ethische grenzen werden en worden overschreden.
Katholicisme In de regio West-Brabant speelt het katholicisme een wezenlijke rol. De kerkgang en hiermee gepaard gaande rituelen als doop, communie en de religieuze feestdagen zijn belangrijk.
Familie & gemoedelijkheid Traditioneel neemt familie en familiegevoel een centrale plaats in onder de West-Brabanders. Hoewel de ‘ruige’ aard van het West-Brabantse leven ook in menig familiedynamiek is terug te vinden, zijn bestaande bloedbanden van groot belang en hecht men erg aan elkaar.
Niet alleen het bloedverwantschap roept binding op, ook ‘West-Brabanders onder elkaar’ zijn geneigd tot clanvorming. Binnen de ‘clan’ accepteert en respecteert men elkaar. Voor mensen ‘van
10
buiten’ is het lastig zich een volwaardige plaats in het West-Brabantse sociale systeem te verwerven. Daar waar Midden- en Oost-Brabant in hun gemoedelijkheid een open karakter kennen richting buitenstaanders, kun je in West-Brabant spreken van ‘voorwaardelijke gemoedelijkheid’. De grens ligt ergens tussen Tilburg en Breda. Hoor je bij ‘de familie’ deel je mee in het plezier en de openheid. Val je hierbuiten, dan kan de West-Brabantse cultuur hard zijn. De reële identiteit van de streek verschilt hiermee in enige mate van het imago dat onder veel ‘Hollanders’ bestaat.
Vrijheidsdrang Als tegenhanger van het harde leven in fabrieken en op landerijen, voelen West-Brabanders een sterke drang naar vrijheid en onafhankelijkheid. Het ontstijgen van de dagelijkse sleur, zelf (voor even) het heft in handen nemen en bepalen wat men doet, is een behoefte die meer dan gemiddeld gebakken lijkt te zitten in de persoonlijkheid van de West-Brabander.
Wielersport Onlosmakelijk verbonden aan West-Brabant is de wielersport. Diverse wielercoryfeeën uit heden en verleden hadden/hebben hun wieg staan in deze regio. Maar ook ‘in de breedte’ speelt de wielersport een belangrijke rol. Vele amateurs en recreanten stappen dagelijks of wekelijks op de fiets om hun rondjes te rijden. Het aantal wielerverenigingen is enorm. Ook vinden er jaarlijks diverse wielerkoersen voor professionals plaats (o.a. Acht van Chaam, Draai van de Kaai, nationale en internationale kampioenschappen veldrijden). Dat juist in West-Brabant het wielrennen ‘groot’ is, is geen toeval. Zoals in de volgende paragraaf (4.5.2 Wielercultuur) zal worden geschetst hebben West-Brabant en de wielersport een aantal essentiële overeenkomstige waarden. Voor een uitvoerige beschrijving van het wieleraanbod in West-Brabant wordt verwezen naar bijlage 1.
11
4.5.2 Wielercultuur
Inleiding Wielercultuur is een veelomvattend begrip. Op basis van interviews met leden van de klankbordgroep, profrenners, ex-profrenners en actieve- en passieve wielerliefhebbers is in de kern het volgende beeld tot stand gekomen. Ook het boek ‘De Renner’ van Tim Krabbé heeft wezenlijk bijgedragen aan de beeldvorming.
“Ik kijk naar links en zie het begin van de col al in de verte. Ik kan niet wachten om straks tegen die berg op te mogen fietsen. Net als dat ik zo meteen zal verlangen naar de top ervan.”
Afzien Het èchte wielrennen is eerst en voor alles afzien. Op de fiets stappen is een vrijwillige keuze tot lijden. De verzuring in de benen en de soms helse pijnen in het lichaam worden verwenst maar tegelijkertijd gekoesterd als het mooiste kenmerk van de wielersport. Tot het uiterste gaan, jezelf testen, het verleggen van je mentale en lichamelijke grenzen. De strijd tegen wind, regen, warmte, stijgingspercentages en tegenstanders is van groot belang voor de wielerliefhebber en maakt de sport tot wat het is.
Zelfrespect en erkenning Direct gekoppeld aan het afzien zijn het zelfrespect en de sociale erkenning die ontstaan uit het leveren van een wielerprestatie. De trots dat de klus is geklaard. De voldoening achteraf over de vertoonde wilskracht. De bewijsdrang bij wielrenners is groot. Naar zichzelf en naar anderen. Het aftroeven van een officiële tegenstander dan wel je wielermaat geeft een onbeschrijflijke kick. Ontsnappen uit het peloton, harder rijden dan de rest. De status die hiermee wordt vergaard, wordt met trots gedragen. Het leveren van (lichamelijke) prestaties en het onderling meten van je krachten met anderen, geeft de kans om je ‘mannelijkheid’ te tonen. Dit masculiene element is echter niet enkel weggelegd voor het mannelijk geslacht. Ook bij diverse vrouwelijke sporters/wielrenners is dit sterk vertegenwoordigd.
Heldendom In het verlengde van het afzien en het zelfrespect ligt de heroïek verscholen. Wielerliefhebbers weten wat renners moeten doorstaan om tot prestaties te komen. Enerzijds geeft dat voor het betreffende individu het genoemde zelfrespect. Anderzijds worden renners die (top)prestaties leveren hierdoor bezien als helden. Zowel de prof op televisie als je fietsmaat die net wat beter klimt of tempo rijdt dan jij, worden grootheden. Er is vaak sprake van een letterlijk ‘mede-lijden’. Je voelt wat de ander voelt. Het zuigen van het asfalt. De pijn in de klim. Aan het elastiek hangen, naar je tweede adem snakken. Het gat moeten dichtrijden. Mensen die deze martelingen succesvol doorstaan, zijn helden in de ogen van iedereen die weet wat wielrennen is.
12
Vrijheid Rondom het wielrennen/fietsen heerst de drang naar vrijheid. Het gevoel op de fiets te zitten in de vrije natuur, op landerige wegen, heuvelachtige contreien en/of indrukwekkende bergkammen appelleert sterk aan de behoefte aan vrijheid en (mentale) ruimte. Een ontsnapping aan de dagelijkse sleur van huis en werk. Dit geldt zowel voor de sportieve renner als de recreant die op zondagmiddag de fiets uit de garage trekt om een paar kilometers in zijn huiselijke omgeving te fietsen.
Eerlijk Hoewel het dopingvraagstuk voortdurend grote vraagtekens zet bij de integriteit van de wielersport, bestaat in basis het gevoel dat de wielersport eerlijk en eenvoudig is. Met twee wielen, een frame en een zadel als medium is het is een gevecht van man tegen man. Hoewel iedere wielerkenner weet dat lang niet altijd de sterkste wint, overheerst het beeld dat bij wielrennen de grote mannen (en vrouwen) komen bovendrijven in de koers of tijdens de recreatieve dagtocht. Het wordt vanzelf duidelijk wie de beste benen heeft. Het oorspronkelijke concept is simpel: wie het hardst trapt, komt het eerst over de meet. Er is een zeer directe relatie tussen inspanning en beloning.
Nostalgie Wielrennen is historie. Over wielrennen bestaan mooie verhalen. Die mooier en mooier worden naarmate de tijd verstrijkt. En daarmee de behoefte invullen aan nostalgie. Gedenkwaardige etappes uit de Tour (tijdrit Lemond-Fignon), klassiekers om nooit te vergeten (Parijs-Roubaix, Hennie Kuiper), memorabele wereldkampioenschappen (Zoetemelk en Van der Poel). Maar ook de eigen ervaringen uit het verleden van recreatieve rijders worden met het jaar mooier en mooier overgeleverd aan het nageslacht. Prestaties en helden van weleer zorgen voor vele uren spreekstof voor de wielerliefhebber.
Volks Vanwege eerder genoemde kenmerken (afzien, lijden, werken, presteren, eerlijk, man tegen man, eenvoud) is het wielrennen een sport van het volk. Het is niet moeilijk je met de sport c.q. de renners te identificeren. Fietsen is toegankelijk voor vrijwel iedereen. Koop een tweewieler, spring op het zadel en ervaar wat fietsen is. Wedstrijden waar hard wordt gefietst zijn voor iedereen te bezichtigen. Renners laten zich zien aan het publiek en zijn aanspreekbaar. Wielrenners tonen moed en hebben een leeuwenhart. Rondom het wielrennen worden vele pinten weggetikt. Alle zijn zaken die ‘het volk’ waardeert.
Sociaal Hoewel de wielersport een individueel karakter heeft en de sport zelf vaak ‘man tegen man’ is, blijkt de wereld van de wielerkoers(-en) ergens ook een sociaal karakter te hebben. Rondom criteriums en andere koersen stromen de huizen in steden en (vooral) dorpen leeg om gezamenlijk de koers te bekijken, een praatje te maken, de (lokale) helden toe te juichen en (niet in het minst) een biertje te pakken. Wielerkoersen dienen vaak als positieve injectie voor de sociale gemeenschap. Ook het fietsen zelf gebeurt veelal in gezelschap. Sportieve recreanten zoeken
13
fietsmaatjes en/of sluiten zich aan bij een vereniging. Samen afzien, samen lol hebben, samen de mooie verhalen meemaken en navertellen.
4.5.3 Relevant bestaand marktaanbod
Inleiding Om te komen tot een optimaal gepositioneerd belevingsconcept, is inzicht verworven in het relevante bestaande marktaanbod. Hierbij is gekeken naar zowel wielergerelateerde als belevingsgerichte initiatieven, concepten, producten en organisaties. Het geheel kan bezien worden als inspiratiebron voor het te ontwikkelen belevingsconcept.
Velocity ‘Velocity is een nieuwe topattractie in Belgisch Limburg. Limburg is een waar fietsparadijs. Aan de kroon ontbrak echter nog een parel, een permanente grote attractie rond fietsen. Velocity is een familiepark dat iedereen aanspreekt. De kinderen kunnen terecht bij het verkeerspark, terwijl hun ouders het Eddy Merckx paviljoen bezoeken. De avonturiers kunnen zich uitleven op de fiets en één van de uitgestippelde routes trotseren.’
Aldus de omschrijving van ‘Velocity’ op de website www.velo-city.be. Voor een uitgebreide indruk van het attractiepark, wordt naar deze site doorverwezen.
Centrum Ronde van Vlaanderen Het Centrum Ronde van Vlaanderen (CRVV) is een ander product in België dat is voortgevloeid uit een belevingsconcept. In het Centrum is een belevingsmuseum gevestigd. Hier beleeft de bezoeker de unieke sfeer van de Ronde van Vlaanderen. Men wordt geheel ondergedompeld in de sfeer en historie van deze klassieker. De bezoeker kruipt in de huid van de helden en voelt de emoties opborrelen. Naast een belevingsmuseum heeft het centrum ook ruimtes beschikbaar voor het doen van ‘business to business’.
De website van het Centrum geeft aan: ‘Het Belevingsmuseum Ronde van Vlaanderen gaat op zoek naar de ziel en de heroïek van de Ronde. De aanpak is multimediaal, met prachtig beeld- en geluidsmateriaal, projecties en computersimulaties die het elke bezoeker mogelijk maakt de Ronde van binnenuit te ervaren. Men voelt de spanning, het lijden en de euforie na de gewonnen race. Het is alsof je naast Schotte, Merckx of Museeuw over de kasseien en hellingen afziet.’
Ook hier wordt voor een uitvoeriger beeld verwezen naar de website: www.crvv.be.
14
Nationaal Wielermuseum Het Nationaal Wielermuseum is een museum in Roeselare. Het museum is gewijd aan de geschiedenis van de fiets en van het wielrennen. Het museum opende zijn deuren officieel op 27 maart 1998 aan het Polenplein, in het gerenoveerde vroegere brandweerarsenaal. Oud-wielrenner Freddy Maertens is ambassadeur van het museum en ontvangt er regelmatig gasten. Het museum biedt een historisch overzicht van rijwielen vanaf de tekeningen van Leonardo da Vinci (1500), over loopfietsen (1760) en de eerste velocipedes, driewielfietsen en trapfietsen honderd jaar later, de introductie van de luchtband door John Boyd Dunlop in 1888 tot de moderne fiets. Ook beroepsfietsen en kinderfietsen komen aan bod. Daarnaast biedt het museum op de eerste verdieping een tentoonstelling van de wielersport, met diverse souvenirs, bekers, truien, fietsen en foto's van vroegere wielerkampioenen. Dit gedeelte is vernoemd naar de Roeselaarse wielerkampioen Jean-Pierre Monseré, die in 1971 verongelukte.
Olympic Experience In Nederland bestaan (nog) niet veel recreatieve producten die voorkomen uit belevingsconcepten. De Olympic Experience in Amsterdam, is een mogelijke concurrent van Nederlandse bodem. Hierbij is het belevingsconcept niet alleen op wielrennen toegepast maar op sport in het algemeen. Of beter gezegd op de Olympische Spelen.
‘Olympic Experience draait om helden en hoogtepunten van de Nederlandse sport uit de afgelopen honderd jaar. Aan de hand van videoclips, films, biografieën en unieke foto's kunnen de bezoekers hun favoriete hoogtepunten uit de sport opnieuw beleven. Vooralsnog zijn er tien sporten geselecteerd: voetbal, schaatsen, atletiek, hockey, judo, ruitersport, wielrennen, tennis, zwemmen en roeien.’ (bron: www.olympischstadion.nl)
De locatie van de Olympic Experience kan niet beter. Het is namelijk gevestigd in het Olympisch Stadion dat speciaal voor de Spelen van 1928 in Amsterdam is gebouwd. De bezoeker kan een rondreis maken door de catacomben van het Olympisch Stadion en ervaren wat het is om topsporter te worden, te zijn en te blijven.
Overige relevante belevingsconcepten Als overige relevante belevingsconcepten kunnen worden genoemd:
•
‘Heineken Experience’
•
‘Land van Ooit’
•
‘Spoorwegmuseum’
•
‘Efteling’
Alle genoemde organisaties zijn in staat gebleken een duidelijk belevingsconcept neer te zetten en uit te werken in aantrekkelijke productvormen. Om een goede indruk te verkrijgen van de belevingswaarde van deze organisaties en hieraan gekoppelde producten, is een daadwerkelijk
15
bezoek aan te bevelen. Een blik op de websites van deze organisaties kan echter ook al een aardig beeld geven van waar men voor staat.
Naast deze voorbeelden zijn er een groot aantal producten/merken die voortvloeien uit of werken met belevingsconcepten. Hierbij gaat het niet uitsluitend om recreatieondernemingen en musea, maar bijvoorbeeld ook kleding (o.a. Marlies Dekkers, Prada, Oger), hotels (o.a. Icehotel, Libraryhotel, Hotel Filosoof) en IT-producten (o.a. Apple) werken hiermee. Al deze producten hebben een gezamenlijk doel; de consument onderdompelen in de belevenis van het product. Dit gebeurt op verschillende manieren. Er wordt bijvoorbeeld een sfeer, een status of een gevoel gecreëerd rondom het product. De sfeer, status of gevoel kun je terugvinden in de manier waarop men het product presenteert. Te denken valt aan inrichting van de winkels waar het product verkocht wordt, de promotie en de internetsites van het product/merk. Daarnaast kan ook een sport, een evenement of een voetbalclub als beleving worden ingezet.
4.6 Visie
Op basis van bovenstaande onderzoekresultaten en de bijbehorende analyseslag, is de volgende visie geformuleerd als basis voor het te ontwikkelen belevingsconcept.
‘West-Brabant is de bakermat van de Nederlandse wielersport. Zij draagt met haar rijke historie bij aan de volkscultuur van deze regio. Niet alleen de rijke historie maar alle facetten van de wielercultuur dienen overgedragen aan en beleefd te worden door een ieder die zich aangesproken voelt tot de kernelementen die West-Brabant en het wielrennen verenigen: onafhankelijkheid, karakter, lijden, heroïek, traditie en sociaal samenzijn.”
West-Brabant ligt ten grondslag aan de wielersport en haar populariteit in Nederland. De historie hiervan heeft bijgedragen aan de totstandkoming van de huidige West-Brabantse volkscultuur en vice versa, volkscultuur en wielercultuur kennen een wisselwerking, het één versterkt het ander. Aangezien de visie (en het uiteindelijk daaruit voortvloeiende concept) een bepaalde waarheid moet bevatten kan deze volkscultuur derhalve niet buiten beschouwing worden gelaten.
De diverse facetten die zijn samengesmolten tot het begrip wielercultuur gelden overigens niet alleen voor wielerliefhebbers. Een aantal gezamenlijke en regio-overstijgende waarden en trends & ontwikkelingen, zoals sociaal samenzijn, onafhankelijkheid en traditie, trekken middels een concrete invulling en vormgeving hiervan, ook ‘niet-wielerliefhebbers’ en daarmee een veel bredere doelgroep aan.
Er is bewust gekozen om juist ook deze drie waarden te noemen in de visie. Sociaal samenzijn is een vaak terugkerend begrip tijdens de interviews. Zowel de passieve als actieve wielerliefhebbers en de (oud-)professionals hechten hier veel waarde aan. Ook is deze waarde goed te vermarkten.
16
Het begrip onafhankelijkheid wordt veel genoemd omdat het staat voor vrijheid en de mogelijkheid om zelf keuzes te maken, niets is verplicht, je bepaalt zelf wat je doet. Op deze manier is ook deze waarde goed te vermarkten.
Het begrip traditie vormt de rode draad door het te ontwikkelen concept. Door de rijke traditie op een aansprekende manier over te dragen, zal deze niet verloren gaan maar blijven leven.
4.7 Belevingsconcept
Uit bovenstaande is het concept ‘De Goeie Ontsnapping’ ontwikkeld. ‘De Goeie Ontsnapping’ heeft potentie als paraplu voor het vermarkten van de West-Brabantse wielercultuur. Het concept kan als inspiratie en toetskader dienen voor product-markt-combinaties die in dit kader zijn/worden ontwikkeld.
De kracht van het concept bestaat uit de verschillende lagen die het herbergt:
Wielerjargon ‘De Goeie Ontsnapping’ is een bekende wielerterm. Iedereen die iets van het métier afweet, kan deze uitdrukking plaatsen. De Goeie Ontsnapping is diè ontsnapping die achteraf beslissend blijkt in de koers. Zit je hierbij, heb je kans op de eindzege. Mis je deze ontsnapping, strijd je slechts nog voor de statistieken.
Wielercultuur Voor veel professionele maar vooral ook recreatieve fietsers betekent de activiteit wielrennen de stap naar een stukje vrijheid. Het gevoel om op zondagochtend of op een mooie zomeravond in de (vaak fraaie) vrije natuur te toeren, appelleert aan de behoefte aan vrijheid die veel wielrenners hebben. Vrijheid binnen de kaders van een regulier druk bezet leven. Vrijheid waarbinnen de persoonlijke mentale & lichamelijke mogelijkheden worden afgetast. ‘De Goeie Ontsnapping’ om via fysieke inspanning individuele grenzen te verleggen en tot ontspanning van geest te komen.
West-Brabant Uit de analyse van de projectgroep en de anekdotes van dhr. Wagtmans blijkt dat wielrennen voor West-Brabanders uit het volksmilieu (zeker in het verleden) een kans bood om aan de uitzichtloze armoede in de streek te ontsnappen. Mannen als Wim van Est, Wout Wagtmans, Rini Wagtmans en Johan van der Velde hebben kans gezien om door het wielrennen een rol van betekenis te spelen op deze wereld. Het besef dat het wielrennen hen aanzien en financiële draagkracht kon bezorgen die anders onbereikbaar zouden blijven, motiveerde menig karakterrenner tot bovenmenselijke prestaties. Het werden lokale & nationale helden die door de keuze voor ‘De Goeie Ontsnapping’ het lot van volkse armoe wisten af te schudden en die West-Brabant maakten tot de bakermat van het Nederlandse wielrennen.
17
De bezoeker(s) Voor iedere persoon die met een product-marktcombinatie onder het concept te maken krijgt, betekent dit een kortstondige dan wel langdurige belevingsvolle ontsnapping uit het leven van alledag. Een goed gekozen vrijetijdsbesteding. Afhankelijk van de specifieke productmarktcombinatie kan dit memorabele dan wel transformerende belevingen opleveren voor het betreffende individu. Ook hier is op persoonlijk niveau dus sprake van ‘De Goeie Ontsnapping’.
Maatschappij ‘Escapisme’ is één van de meest krachtige maatschappelijke trends van de laatste jaren. Mensen uit westerse culturen staan onder (grote) druk van werk, mediaprikkels en sociale verplichtingen. Men is naarstig op zoek naar mogelijkheden om aan deze druk te kunnen ontsnappen. Het wielerconcept ‘De Goeie Ontsnapping’ biedt een dergelijke kans. Zowel terminologisch als inhoudelijk sluit het concept goed aan op deze maatschappelijke trend.
Belevingsconcepten als ‘De Goeie Ontsnapping’ kenmerken zich door een integrale aanpak. Beleving en emotie zijn aan stemming onderhevig en dienen geregisseerd te worden. De belevingsbouwstenen (identiteit, producten, communicatie, netwerk, fysieke omgeving en personeel) dienen op een integrale wijze te worden ingezet voor het realiseren van betekenisvolle belevingswerelden in de uiteindelijke uitwerking van het concept; de product-marktcombinaties. In de volgende paragraaf wordt een aantal suggesties voor product-marktcombinaties weergegeven.
18
4.8 Product-marktcombinaties
4.8.1 Inleiding Met de analysefase en visie als fundament zijn verschillende producten ontwikkeld die aansluiten bij het integrale wielerconcept ‘De Goeie Ontsnapping’. Een aantal product-marktcombinaties zijn voortgekomen uit brainstormsessies van de studenten. Deze zijn aangevuld met ideeën zoals die naar voren zijn gekomen in interviews die Peter van Wijngaarden had ten behoeve van de deelonderzoeken ‘financieel draagvlak’ en ‘organisatorische projectinvulling’.
Bij het ontwikkelen van de product-marktcombinaties is het concept van groot belang. Het concept geldt als leidraad, in alle contacten met het publiek dient er rekening mee gehouden te worden. Het concept is als een paraplu die over alle product-marktcombinaties heen hangt.
4.8.2 De Fietsfabriek ‘De Fietsfabriek’ bestaat uit drie verdiepingen en is een combinatie van ‘De Firma’, ‘De Fabriek’ en ‘Het Brein’. In het pand bevindt zich in het midden een wenteltrap die het de bezoeker mogelijk maakt ongedwongen rond te lopen.
De Firma Op de begane grond bevindt zich ‘De Firma’: een aansprekende plek om je wielrenfiets te kopen. Op de grond en in de lucht staan en hangen gloednieuwe fietsen. Het plafond en de muren zijn bekleed met asfalt en kasseien waarop fietsen geplaatst zijn. Om tot een goed doordachte keuze voor een nieuwe fiets te komen dienen de fietsen uiteraard van alle kanten bekeken te worden. In ‘De Firma’ is deskundig personeel aanwezig en zijn frames en materialen van topmerken als Giant, Colnago, Cannondale en Shimano te vinden.
De Fabriek In het souterrain bevindt zich ‘De Fabriek’ bestaande uit de onderdelen ‘De Fietsenmaker’ en ‘Pimp my bike’.
De Fietsenmaeker ‘De Fietsenmaeker’ is allereerst een lokatie waar je op professionele wijze je (wielren)fiets kunt laten repareren en onderhouden. Voor kinderen bestaat de mogelijkheid een fiets, met behulp van een ambachtelijke ‘Fietsenmaeker’, te monteren. Hij of zij helpt de kinderen op een speelse wijze ‘hun eigen fiets’ in elkaar te knutselen. Indien geen echt materiaal voorhanden is, kan dit bijvoorbeeld worden gedaan met LEGO-bouwstenen.
19
Pimp my Bike Het fenomeen ‘Pimp my ride’ van MTV is wereldwijd bekend. Hierbij worden auto’s getransformeerd tot ware hot wheels waarbij de nieuwste technische snufjes worden toegepast. Uiteraard niet alleen realiseerbaar voor auto’s, maar ook voor de ware fietsliefhebber waarbij hun trouwe stalen ros wordt opgeknapt.
Het Brein Op de eerste verdieping van ‘De Fietsfabriek’ stapt de bezoeker binnen in de geschiedenis van de wielercultuur. Hier bevindt zich ‘Het Brein’, de belevingsgerichte mediatheek van ‘De Fietsfabriek’. Hier bevinden zich allerlei wetenswaardigheden en materialen, die in relatie staan met wielrennen. Het betreft onder andere boeken, krantenarchieven en verhalen van en over wielrenners en liefhebbers. Maar ook gele truien, fietsen, koersbroeken en andere bezittingen van (WestBrabantse) wielerlegendes zijn hier te vinden.
Bepaalde, voor de wielersport en haar historie, kenmerkende overwinningen en gebeurtenissen zouden door een ieder moeten kunnen worden beleefd en bewonderd. Er zijn diverse kamers met namen als de ‘Gele kamer’ met bijzondere bezienswaardigheden van etappes en van Tour de France winnaars.
Daarnaast komt er een ‘Bike of Fame’ met daarin extra aandacht voor de renners die West-Brabant heeft voortgebracht op het gebied van wielrennen, veldrijden, kunstfietsen, baanrennen en andere disciplines die onder het begrip ‘wielrennen’ vallen. Tevens worden stukken weg uit de Tour de France, De Acht van Chaam, de Draai van de Kaai en bijvoorbeeld de Amstel Gold Race in het klein nagemaakt en lopen in elkaar over. Wegdelen waar iets speciaals is gebeurd. Een actieve bijdrage van de bezoeker kan zijn dat er plaats wordt genomen op een fiets en men door te fietsen, Wim van Est uit het ravijn haalt.
In een volgend deel van ‘Het Brein’ kan de bezoeker in een simulator plaatsnemen. De bezoeker neemt plaats op een fiets en door middel van geluidsopnamen en beeldmateriaal van de wielersport voelt men zich hier één met de wielercultuur. Beroemde beklimmingen als Alpe d’Huez, de Col du Galibier, de Tourmalet en de Col d’Aubisque kunnen hier zelf worden ervaren.
Een aspect dat ook niet vergeten mag worden is voeding. In de lunchroom is plaats voor een hapje en een drankje. Echt wielergerelateerde voeding als pastamaaltijden, krentenbollen, muesli-repen en diverse (sport)dranken zijn hier te nuttigen.
De Fietsfabriek kan op meerdere locaties geplaatst worden. Gedacht kan worden aan een locatie centraal in West-Brabant welke tevens goed te bereiken is met het openbaar vervoer en de auto. Aan de rand van de grote steden zou de Fietsfabriek het best tot zijn recht komen omdat het dan in een industriële omgeving geplaatst kan worden. Dit refereert naar de industriële sector waar van oudsher veel West-Brabanders hun brood verdienden.
20
4.8.3 Het Wielercircus ‘Het Wielercircus’ is een evenement dat gekoppeld kan worden aan verschillende wielerrondes als de ‘Acht van Chaam’ en de ‘Draai van de Kaai’. Deze product-marktcombinatie bestaat uit diverse wieleractiviteiten en richt zich op diverse doelgroepen waaronder verblijfsrecreanten en wielerliefhebbers, maar ook voor ‘stoere mannen’ en gezinnen met kinderen heeft ‘Het Wielercircus’ volop te bieden. ‘Het Wielercircus’ vindt een aantal keer per jaar plaats, afhankelijk van de wielerrondes die georganiseerd worden. Om ervoor te zorgen dat het evenement volledig aansluit bij de wielerrondes, is het een goed idee om de organisatie van ‘Het Wielercircus’ in handen van lokale wielerverenigingen te geven. Op deze manier kunnen deze wielerverenigingen op een andere manier met de wielersport bezig zijn en kunnen zij zich tevens op een unieke wijze presenteren aan het grote publiek.
‘Het Wielercircus’ kan bestaan uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen worden hieronder kort toegelicht.
Een antislipcursus voor fietsers; deze cursus vindt plaats onder het toeziend oog van (oud-) professionals. Men krijgt behendigheid in het fietsen tijdens risicovolle weeromstandigheden als sneeuw en ijzel en vervelende ondergronden in de vorm van een heftig modderpad bijvoorbeeld.
Daarnaast is er een parkoers dat bestaat uit wegdelen van verschillende structuren. Weg, zand (modder), kasseien en gras, natuurlijk ontbreekt ook een steile ‘berg’ niet. De deelnemer ondervindt hoe het is om een wielrenner te zijn in diverse disciplines.
Ook is er een ‘Ongeval’- en ‘Een-slokje-op-simulator’ waarbij men in verschillende verkeerssituaties aan den lijve kan ervaren dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Deze simulators hebben zowel een educatief als entertainend karakter.
Kunstfietsen, met het onderdeel cyclobal, is een minder bekende discipline. Voor de ruigere mannen en dames biedt ‘Het Wielercircus’ de gelegenheid deel te nemen aan het ‘Cyclobal Tournament’. Cyclobal is voetbal op de fiets, waarbij de voeten worden vervangen door de wielen van de fiets en twee teams met elkaar de strijd aangaan.
Tussen de activiteiten door kan men rustig rondlopen over de ‘Wielerplaza’, een braderie waar bedrijven en fervente verzamelaars fiets- en wielergerelateerde producten alsook collecters-items aanbieden.
Gerechten en hapjes uit Spanje, Italië en Frankrijk worden in de ‘Cycle-In’ door personeel op driewielers geserveerd. Door de diverse activiteiten, attracties en bezienswaardigheden doet het evenement ‘Het Wielercircus’ de naam eer aan.
De locatie van het Wielercircus moet aan een aantal eisen voldoen. Allereerst heeft het circus een groot oppervlak. Dit betekent dat de locatie groot genoeg moet zijn om het Wielercircus te herbergen. Daarnaast worden er spectaculaire shows gegeven in een circustent. Deze tent kan niet
21
op elke ondergrond geplaatst worden. Hiermee dient rekening gehouden te worden. Voor de optimale beleving is het aan te raden dat het Wielercircus geplaatst wordt in een bosrijke omgeving. Het onderdeel waar de verschillende wielerdisciplines in terug komen gaat dan nog meer “leven” bij de bezoeker. Hier kunnen de deelnemers een parcours afleggen waar de weg, zand (modder), kasseien en gras een centrale rol spelen.
Om de wielerliefhebbers aan te spreken, kan het Wielercircus ook geplaatst worden bij wielerevenementen. Wielerverenigingen kunnen hun bijdrage leveren aan het Wielercircus door demonstraties te geven of door het Wielercircus in te huren voor verenigingsdagen, kampioenschappen en andere verenigingsevenementen.
4.8.4 De Sprinter Mensen zijn van nature nieuwsgierig, helemaal als het gaat om iets wat ze interesseert. En wat is er dan mooier dan een kijkje nemen in de keuken van je favoriete sport? Daar gaat het bij ‘De Sprinter: alles kunnen voelen en ruiken wat hun helden ook voelen en ruiken, het opgaan in de wielercultuur. Zowel voor jong als oud een nieuwe dimensie.
‘De Sprinter’ is een wielercamper die gaat fungeren als promotiemiddel en tevens als bezienswaardigheid. Het gaat hier dus duidelijk om een grote wielercamper en niet om een vakantiecamper. Wanneer er een tour of wedstrijd plaatsvindt in West-Brabant of in de rest van Nederland of België zal deze mobiele camper er naar toe reizen. Het is een zeer goed middel om de West-Brabantse wielercultuur te promoten en tevens de andere product-marktcombinaties onder de aandacht van het grote publiek te brengen.
De beleving zal centraal komen te staan en zal gericht worden op waarden als sociaal samenzijn, vriendschap en plezier. Vandaar dat de camper van binnen en van buiten bezocht kan worden, alwaar een aantal wieleractiviteiten te beleven is.
In de camper kunnen verschillende wielersouvenirs gekocht worden. Hiermee kunnen de kosten gedekt worden. Gedacht moet worden aan boekwerken over de wielercultuur, gadgets en racefiets attributen. Verder kunnen de bezoekers ook de materialen van de renners bekijken en informatie krijgen over de verschillende wielerploegen.
Omdat de camper door heel West-Brabant zal reizen zullen veel bezoekers aangetrokken worden. Ook zal het herkenning opwekken bij de bezoekers die meerdere wedstrijden en koersen afgaan. De camper wordt een ontmoetingsplaats voor bekenden en onbekenden die passie voelen voor de wielercultuur.
De Sprinter is een promotiemiddel dat ingezet zal worden bij wielerevenementen in West-Brabant, de rest van Nederland en België. Het is belangrijk dat alle doelgroepen worden aangesproken, daarom zal de camper ingezet moeten worden op de grote wielerevenementen als De Acht van
22
Chaam, Amstel Gold Race en de Draai van de Kaai. Deze wedstrijden zijn bij een algemeen publiek bekend en trekken dan ook bezoekers uit de wijde omtrek.
Wedstrijden die bij een select publiek bekend zijn, kunnen zeker niet overgeslagen worden. Wedstrijden als Classique d’ Alphen en de Grote Prijs Adri van der Poel zijn minder bekend bij het grote publiek. De bezoekers van deze wedstrijden zijn veelal echte liefhebbers en dus potentiële bezoekers van De Fietsfabriek. Wanneer De sprinter niet bij een wielerwedstrijd of evenement aanwezig is, staat De Sprinter bij de Fietsfabriek.
23
4.8.5 Restaurant De Wielerspecialiteit Restaurant De Wielerspecialiteit is een restaurant waar gasten de wielercultuur beleven. Het is niet zomaar een restaurant met een wielerthema, maar het weerspiegelt de levenstijl van een echte profrenner.
De gast waant zich in dit belevingsrestaurant als een deelnemer aan een wielerwedstrijd. Bij binnenkomst worden de gasten ontvangen en omgeturnd tot ‘deelnemers’ aan een wielerwedstrijd. De bezoeker wordt hier geïnstrueerd door een coach die een overlevingspakket toestopt en hem of haar klaarstoomt voor het echte werk.
De menukaart wordt vertaald naar gerechten uit de wielerwereld. Terwijl de gasten genieten van het eten, maken wieleritems van legendarische wielrenners uit West-Brabant het wielerdiner kompleet. Het personeel is geen ober of serveerster, maar een knecht in rennerstenue.
Na het eten kunnen de deelnemers naar het nagerecht café om wat na te drinken en een kleine musette te nuttigen. Aan de hand van een panoramafilm rondom het café wordt de wielercultuur zoals West-Brabant deze kent vertolkt.
Na een bezoek aan belevingsrestaurant ‘De Wielerspecialiteit’ voelt de gast een bepaalde verbondenheid met de wielrenners en beleeft hoe zeer de wielercultuur in West-Brabant vroeger en zeker vandaag de dag nog leeft!
Voor restaurant ‘De wielerspecialiteit’ zijn vele locaties mogelijk. Aangeraden wordt om het in een van de grotere steden te plaatsen aangezien die landelijke naamsbekendheid hebben. Zo worden mensen van buiten de regio ook sneller aangetrokken tot het restaurant. Wanneer het restaurant in het centrum van deze steden komt levert dit de meeste bekendheid op.
4.8.6 Herberg de Wielercultuur Herberg ‘De Wielercultuur’ is een gezellige Brabantse herberg van waaruit diverse groepsfietstochten met verschillende routes georganiseerd worden. West-Brabant en haar rijke (wieler)historie staan hierin centraal. Dit kunnen nieuwe routes zijn, maar ook bestaande die al door SES West-Brabant zijn uitgezet.
Bij terugkomst van genoemde fietsroutes, kan men in het voor- en naseizoen bijkomen in de gezellige huiskamer met een openhaard en in de zomer is er buiten natuurlijk een kampvuur. Gezien de stijgende belangstelling voor wellness is er de gelegenheid voor een massage, een bezoek aan de sauna of een frisse duik in zwembad ‘Adri van der Poel’.
Schaatsen/skeeleren en wielrennen hebben een bepaalde link met elkaar. Vele sporters beoefenen de drie genoemde disciplines. Daarom is bij de herberg ook een arrangement mogelijk dat bestaat uit een combinatie van schaatsen/skeeleren en wielrennen waarbij deze activiteiten worden
24
verdeeld over twee dagdelen. Gezien de vrij intensieve activiteiten kan er in de herberg uiteraard worden overnacht in bijvoorbeeld ‘De Wim van Est suite’.
De Herberg zal geplaatst moeten worden in een bosrijke omgeving. Vanuit de Herberg kunnen diverse fietstochten gemaakt worden. Mensen die fietstochten maken hechten waarde aan de aanwezigheid van een mooie omgeving. Voor een optimale beleving is het goed dat de Herberg in een bosrijk gebied geplaatst wordt. De fietsers kunnen hun tocht starten en/of eindigen in een mooie omgeving.
4.8.7 Overige ideeën Uit het gehele onderzoek zijn verder nog de volgende ideeën voor product-marktcombinaties naar voren gekomen:
•
Multi-functioneel asfaltparcours waar zowel gefietst als geskeelerd kan worden.
•
Concept-activiteiten ophangen aan diverse thema’s als wellness, ethiek, training, fietsonderhoud etc.
•
Samenwerking met het onderwijs via een ‘School voor Mecaniciens’ als onderdeel van het concept (‘Nationale Mecanicien Opleiding’).
•
Opname van het fenomeen ‘spinning’ onder het concept.
•
Een multimediaal ‘reizend’ wielermuseum
•
Benadruk in de museale activiteit de karakterverhalen achter de West-Brabantse (top)renners.
•
Prestatietochten en/of toertochten langs gedenkwaardige wielerlocaties in West-Brabant (dorpen, geboortehuizen etc.).
•
Prestatietochten en/of toertochten met stempelplaatsen.
•
Prestatietochten waarin kasseistroken zijn opgenomen.
•
Toertochten langs diverse Brabantse bezienswaardigheden (‘Fiets Langs Het Rijke/Mooie Brabantse Leven’ of iets dergelijks)
•
Zesdaagse van West-Brabant voor de jeugd.
•
Inspirerende speeches van (ex-)profrenners over hun carrière op periodieke basis.
•
Koppeling met het wielertijdschrift ‘Helden’ dat onlangs is gelanceerd in het Brabants Wielercafé Oss.
•
‘Weekendje Rucphen’, een meerdaags fietsarrangement met tocht, museum, maaltijd, film, praatje van/met een ex-profrenner etc.
•
Koppeling van criteriums als ‘Acht van Chaam’ en ‘Draai van de Kaai’ aan het concept.
•
Cursus ‘Fietstechniek voor onderweg’
•
Wegzetten van reeds bestaande fietsroutes door (West-)Brabant onder het concept ‘De Goeie Ontsnapping’.
25
5.
Deelonderzoek ‘Financieel draagvlak’
5.1 Inleiding Het deelonderzoek ‘Financieel draagvlak’ had ten doel een eerste indruk te verkrijgen van de financiële kansen voor het project.
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde:
•
achterliggende onderzoeksvragen (5.2)
•
onderzoeksopzet (5.3)
•
onderzoeksresultaten (5.4)
5.2 Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen gekoppeld aan de studie naar de financiële haalbaarheid werden als volgt geformuleerd:
•
welke actoren van (semi-)overheidswege hebben belang bij de totstandkoming van het project ‘Wielersport West-Brabant’ en in hoeverre zijn zij bereid hierin te investeren?
•
welke sportorganisaties in het algemeen en wielerorganisaties in het bijzonder hebben belang bij de totstandkoming van het project ‘Wielersport West-Brabant’ en in hoeverre zijn zij bereid hierin te investeren?
•
welke bedrijven hebben belang bij de totstandkoming van het project ‘Wielersport WestBrabant’ en in hoeverre zijn zij bereid hierin te investeren?
•
zijn er overige belanghebbenden te onderkennen bij de totstandkoming van het project en in hoeverre kunnen en willen zij een bijdrage leveren?
•
waar liggen organisatorisch en commercieel mogelijke samenwerkingsverbanden voor de projectgroep ‘Wielersport West-Brabant’?
•
op welke wijze kunnen (potentiële) belanghebbenden het best worden benaderd om als investeerder/sponsor te fungeren van het project ‘Wielersport West-Brabant’?
•
welke (financiële) risico’s kunnen in het algemeen bij dit project worden onderkend?
•
welke specifieke (financiële) risico’s bestaan er bij de inzet van de diverse (potentiële) belanghebbenden als investeerder/sponsor?
•
wat zijn de kritische succesfactoren m.b.t. de invulling van het project ‘Wielersport WestBrabant?
•
welke investeringen zijn naar verwachting benodigd om het project sociaal-cultureel, recreatief-toeristisch en economisch tot een succes te maken?
26
5.3 Onderzoeksmethode
Het onderzoek is uitgevoerd in twee fasen:
Fase 1: inventarisering van alle (potentiële) belanghebbenden bij het project Fase 2: vraaggesprekken met de (potentiële) belanghebbenden bij het project
Fase 1 De inventarisatie van alle (potentiële) belanghebbenden heeft plaats gevonden middels korte en gerichte gedachtewisselingen tussen de onderzoeker(-s) en de eerder in dit voorstel aangegeven projectdeelnemers. Zij zijn een eerste bron van inzicht geweest in dit kader. Daarnaast is door de NHTV als onderzoekspartij het eigen netwerk geraadpleegd om te bezien in hoeverre daar aanknopingspunten te vinden waren. Deze exercities hebben geleid tot een lijst van (potentiële) belanghebbenden bij de totstandkoming van het project ‘Wielersport West-Brabant’.
Fase 2 Het onderzoek onder de (potentiële) belanghebbenden heeft plaats gevonden via kwalitatieve interviews. Deze benadering was om de volgende redenen het meest vruchtbaar.
•
Het onderwerp vereist(-e) interactiviteit in het vraaggesprek. De bedoeling en mogelijkheden van het project moesten kunnen worden uitgelegd. Daarnaast was het belangrijk diepgaand te exploreren op de gepercipieerde voordelen en drempels bij de belanghebbenden. Op die wijze kon/kan in een later stadium (communicatief) op de ervaren voordelen worden ingespeeld en kunnen ervaren drempels mogelijk worden weggenomen.
•
De (potentiële) belanghebbenden hadden in de domeinspecifieke context een dermate grote status dat een persoonlijke benadering op zijn plaats was.
•
Het aantal (potentiële) belanghebbenden was relatief beperkt. Een kwantitatieve onderbouwing werd op voorhand dan ook niet mogelijk geacht.
Tijdens fase 2 doken meer en meer namen/partijen op als mogelijke belanghebbenden. Uiteindelijk zijn in het kader van de inschatting van het (financiële draagvlak) voor het project gesprekken gevoerd met de volgende personen:
•
Dhr. R. Wagtmans – ex-wielrenner/initiatiefnemer project ‘West-Brabantse Wielercultuur’
•
Dhr. J.W. van der Werff – SES West-Brabant (Directeur)
•
Dhr. P. van der Velden – Noordbrabants Genootschap (Directeur)
•
Dhr. C.G.J. Rutten – Kamer van Koophandel West-Brabant (Voorzitter)
•
Dhr. L. Beckers – Brabants Bureau voor Toerisme (Directeur)
•
Dhr. G. Utens – Rabobank De Zuidelijke Baronie (Adviseur Coöperatie)
•
Dhr. M.L. Everaers – Gemeente Rucphen (Burgemeester)
•
Mevr. K. Horsting – NOC*NSF (Account Manager KNWU)
•
Dhr. J. Prop – Gemeente Woensdrecht (Coördinator Cluster Communicatie)
•
Dhr. J. Witte en dhr. Nijhof - Grontmij
27
Als interessante organisaties/personen voor vervolggesprekken zijn aan te reiken: •
Dhr. T. Hoex – Directeur KNWU
•
Dhr. B. van Dijk – Voorzitter Brabants Landschap
•
Dhr. R. Ferdinandus – Werkgroep Regionale Samenwerking West-Brabant (secretaris)
•
Dhr. W. van den Bosch – Voorzitter Raad van Bestuur Rabobank
•
Sport Service Noord-Brabant
•
Tom de Louw – ‘Helden’ (wielertijdschrift voor Brabant)
•
Dhr. P. Wagtmans (ex-gedeputeerde van de provincie)
•
Hanja Maij-Weggen (Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant)
•
TNO Sport (beweegprogramma’s/sportstimulering)
5.4 Onderzoeksresultaten
5.4.1 Belanghebbenden vanuit de (semi-)overheid De belanghebbenden vanuit de (semi-overheid) lijken vooral op gemeentelijk niveau te liggen. De provincie is in dit kader benaderd, maar heeft via dhr. Luijendijk (gedeputeerde sport) aangegeven geen prioriteit te zien in het project. De lijst van gemeenten die interesse hebben in betrokkenheid bij het project is lang. Vrijwel alle West-Brabantse gemeenten hebben affiniteit met de wielersport en geven direct dan wel indirect aan belangstelling te hebben. Een aantal gemeenten springt er wat betreft interesse en belang echter uit.
Gemeente Rucphen Initiatiefnemer van het project Rini Wagtmans is afkomstig uit Sint-Willebrord, onderdeel van de gemeente Rucphen. Ook de wieg van diverse andere wielercoryfeeën uit het West-Brabantse stond in dit dorp. Tevens ligt de gemeente Rucphen geografisch centraal in het wielergekke gebied WestBrabant. Daarnaast is de huidige burgemeester van Rucphen (dhr. Rinus Everaers) fervent wielerliefhebber. Hij bekleedt onder meer de rol van voorzitter van het district Zuid-West Nederland van de KNWU.
Binnen de gemeente zijn reeds plannen in de maak voor situering van een museale wieleractiviteit in het nieuw te bouwen gemeentehuis op locatie ‘De Vijfsprong’. Zowel qua ruimtelijke inrichting als financieel is hier reeds over van gedachten gewisseld binnen het bestuur van de gemeente. Ook is reeds gesproken over de bouw van een geasfalteerd wielerparcours voor de jeugd van Rucphen en omgeving. De uitbating van de gemeente Rucphen als wielergemeente zou goed aansluiten bij het sportieve imago dat de gemeente reeds heeft opgebouwd via de aanwezigheid van (plannen voor) voetbalvelden, hockeyvelden, een ski-dome, een mountain-bike parcours, een modelbaan voor autoraces, een atletiekbaan en een zwembad.
28
Gemeente Woensdrecht De gemeente Woensdrecht met bijbehorende kernen Hoogerheide, Huijbergen, Ossendrecht en Putte is zwaar geïnfecteerd met het West-Brabantse wielervirus. De streek kent diverse topkoersen voor zowel profs als amateurs in de verschillende disciplines van de wielersport (wegrijden, veldrijden, mountain-biken, cross). Hierbij valt te denken aan ‘De Putse Sluitingsprijs’, Olympia’s Tour, de Grote Prijs Adrie van der Poel, EK Veldrijden 2006 en het WK veldrijden 2009. Daarnaast heeft iedere kern zijn eigen kermisronde en een eigen koers voor de jeugd.
Woensdrecht heeft absoluut de ambitie om de wielergemeente van (Zuid-)Nederland te zijn. Om dit te verwezenlijken heeft een aantal partijen zich verenigd in een zogenaamd ‘Wielercollege’. De betrokken partijen zijn: •
Koninklijke Nederlandse Wieler Unie
•
NOC*NSF
•
Stichting Grote Prijs Adrie van der Poel
•
Stichting Sportservice Noord-Brabant
•
Moller College (middelbare school in Steenbergen) / OMO
Doel van deze alliantie is om de wielersport in en rond Woensdrecht nog groter te maken dan deze al is. Dit geschiedt op drie niveaus. Ten eerste worden er volop faciliteiten geboden voor de jongere en oudere recreatieve (sport)fietser. Ten tweede organiseert men trainingen voor de jeugd om deze enthousiast te maken voor de wielersport. Ten derde worden grote talenten begeleid in hun ambitie om topcoureur te worden. Concreet uitvloeisel van dit project is het plan van het Mollercollege om op het terrein van de school een afgesloten wielerparcours voor de jeugd neer te leggen.
Gemeente Alphen-Chaam Ook de gemeente Alphen-Chaam heeft nadrukkelijk de interesse uitgesproken om bij het project ‘West-Brabantse wielercultuur’ betrokken te zijn. Mede door het bestaan van de alom bekende ‘Acht van Chaam’ kan ook deze gemeente zich beroepen op een rijke wielercontext. De gemeente Alphen-Chaam heeft evenals Rucphen inmiddels gespeculeerd over de mogelijkheden om een museale activiteit binnen de gemeentegrenzen te exploiteren.
Gemeente Breda De gemeente Breda kent misschien een minder krachtige associatie met wielrennen, maar heeft als ‘Parel van het Zuiden’ wel de benodigde aantrekkingskracht. Hoewel er geen gesprekken hebben plaatsgevonden met directe betrokkenen bij de gemeente Breda, is het voorstelbaar dat ook Breda belangstelling heeft voor het project en open staat voor deelname. Het belangrijkste wieleraanbod in Breda is het wielercircuit aan de zogenoemde ‘sportboulevard’ in het noorden van de stad. Het circuit bestaat uit een asfaltparcours van 1500 meter. Het terrein van het circuit kan geheel verlicht worden. De goede voorzieningen op het terrein maken het circuit geschikt voor het houden van evenementen.
29
Gemeente Roosendaal Ook voor de gemeente Roosendaal geldt dat hier geen direct contact mee is geweest. Op basis van uitspraken van diverse geïnterviewden èn de aanwezigheid op de agenda van diverse Roosendaalse wielerkoersen (waaronder de bekende ‘Draai van de Kaai’) mag ook vanuit deze hoek serieuze belangstelling worden verondersteld.
Naast de belangstelling van bovengenoemde gemeenten ligt de culturele en commerciële uitbating van de West-Brabantse wielercultuur ook in het verlengde van de doelstellingen van het Noordbrabants Genootschap en SES West-Brabant. De directeur van het Noordbrabants Genootschap (Peter van der Velden) zou vanwege deze pet èn zijn immense betrokkenheid bij de wielersport een sleutelrol in de verdere ontwikkeling van het wielerproject kunnen spelen. Ook SES West-Brabant kan gezien het bestaande netwerk een wezenlijke bijdrage leveren in de verdere creatie van draagvlak voor (de uitvoering van) het project.
5.4.2 Belanghebbenden vanuit de (wieler)sportwereld
Koninklijke Nederlandse Wielerunie De KNWU is via een uitnodiging om deel te nemen aan de klankbordgroep de ruimte geboden een rol te spelen in de initiële fase van dit project. Dhr. G. Kramer van de KNWU heeft meerdere malen de intentie uitgesproken bij de klankbordgroepbijeenkomsten aanwezig te willen zijn, waarmee de interesse vanuit de zijde van de KNWU bevestigd was. Door omstandigheden heeft dhr. Kramer helaas niet in de bijeenkomsten kunnen participeren. Een direct contact met de KNWU heeft door omstandigheden derhalve nog niet plaats gevonden. Om een goede indruk te verkrijgen van de rol die de KNWU binnen het project zou kunnen en willen spelen, is het sterk aan te bevelen hieromtrent nog met hen van gedachten te wisselen.
NOC*NSF NOC*NSF heeft via mevrouw Karin Horsting haar steun toegezegd aan het project ‘West-Brabantse wielercultuur’. Dit onder voorwaarde dat ook de KNWU het project ondersteunt. De steun van NOC*NSF zou kunnen bestaan uit het verbinden van hun naam aan het project, geldelijke steun valt uit deze hoek niet te verwachten.
Stichting De Lotto De Lotto verdient al ruim 30 jaar geld voor de sport én andere goede doelen in Nederland. Met de merken Lotto, Toto, Lucky Day en Krasloten investeert De Lotto in de maatschappij. Jaarlijks doneert De Lotto ruim zestig miljoen euro aan instellingen op het gebied van sport, cultuur, maatschappelijk welzijn en volksgezondheid. In de afgelopen jaren is dit bedrag opgelopen tot meer dan 1,2 miljard euro. Het zou interessant kunnen zijn een link te leggen tussen het wielerproject en deze organisatie, bijvoorbeeld via de Toto (voorspellen van de uitslagen van sportwedstrijden).
30
5.4.3 Belanghebbenden vanuit het bedrijfsleven
De belangrijkste belanghebbende vanuit het bedrijfsleven is wellicht de Rabobank. Daarnaast is er mogelijk een aantal bedrijven geïnteresseerd die producten vervaardigen ten behoeve van de wielersport. Dit zijn onder meer fietsfabrikanten, framebouwers, kledingfabrikanten en voedingsproducenten. Tot slot kan betrokkenheid interessant zijn voor projectontwikkelaars.
Rabobank De Rabobank investeert fors in wielrennen. Niet alleen via sponsoring van profploegen, maar ook in ondersteuning van de Nederlandse wielersport in brede zin. Al deze activiteiten vallen onder de noemer Rabo Wielerplan. Het Rabo Wielerplan is in 1996 opgezet. Dit plan heeft de volgende doelen:
•
heel fietsend Nederland vooruit helpen
•
de Nederlandse wielersport stimuleren en op de bovenste treden van de internationale ladder houden
Binnen dat kader vallen de volgende concrete activiteiten.
•
sponsoring van de Rabo Wielerploegen
•
sponsoring van de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU)
•
sponsoring van wielerverenigingen en lokale evenementen
•
samenwerking met de Nederlandse Toer Fiets Unie
•
stimulering van het recreatief fietsen
Ook ten aanzien van het project ‘West-Brabantse wielercultuur’ heeft de Rabobank aangegeven betrokken te willen zijn. Of en in welke mate hier financiële middelen mee gemoeid zijn hangt af van de verdere invulling van het traject. Er is via de heer G. Utens in ieder geval concreet aangegeven dat men bereid is een bijdrage te leveren aan een eventueel op te stellen businessplan. Fietsfabrikanten & framebouwers Diverse geïnterviewden gaven aan dat fietsfabrikanten en framebouwers mogelijk een (financiële) rol in het wielerproject zouden kunnen vervullen. Voor de hand liggende namen zijn Batavus, Gazelle, Colnago en Giant. Ook Empella, framebouwer in Erp, werd genoemd. Aan Gazelle is de naam van Wim Breukink (vader van ex-profrenner Erik Breukink) verbonden, hij is/was directeur bij deze organisatie. Ook producenten van belangrijke fiets-accessoires kunnen wellicht worden gepolst. Hierbij valt onder meer te denken aan Shimano, Campagnolo, Vredestein, Mavic en Tacx.
31
Kledingfabrikanten AGU is als grote fabrikant van wielerkledij zonder twijfel een interessante partij om te benaderen als mogelijke betrokkene. Maar ook Rogelli zou geïnteresseerd kunnen zijn een bijdrage in het wielerproject te leveren.
Voedingsfabrikanten Tot slot geeft ook de hoek van sportvoedingsfabrikanten kansen. Merken als Isostar, Aquarius, Gatorade en EAS passen bij uitstek binnen de context van het project ‘West-Brabantse wielercultuur’.
Projectontwikkelaars In het kader van het onderzoek zijn gesprekken gevoerd met medewerkers van advies- en ingenieursbureau Grontmij. Ruimtelijke ordening en projectontwikkeling vallen onder hun werkterrein. Grontmij is momenteel reeds betrokken bij de planologische invulling van het project ‘Bavelse Berg’. Mede vanuit die rol heeft Grontmij aangegeven serieus geïnteresseerd te zijn in betrokkenheid bij het initiatief ‘West-Brabantse wielercultuur’.
5.4.5 Mogelijke samenwerkingsverbanden Het is helder dat mogelijke samenwerkingsverbanden gevonden kunnen worden in het scala aan belanghebbenden dat hierboven is geschetst. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de wijze waarop de diverse partijen het beste benaderd kunnen worden.
32
5.4.6 Benadering van belanghebbenden Bij de benadering van belanghebbenden zijn de volgende elementen van belang.
•
Het is sterk aan te raden gebruik te maken van bestaande contacten binnen het netwerk van de wielerwereld. Met name initiatiefnemer Rini Wagtmans kan een belangrijke rol vervullen in dit kader. Met zijn persoonlijkheid en staat van dienst kunnen vele relationele deuren worden geopend. Maar ook personen als Chris Rutten, Rinus Everaers, Theo Hoeks en Peter van der Velden kunnen van grote waarde zijn in dit kader.
•
Het is noodzaak om een concreet plan te kunnen aanreiken, dat ondersteund wordt door een Comité van Aanbeveling. Dit plan zou via een promotie-DVD gekoppeld aan een presentatie kunnen worden gecommuniceerd aan de betrokkenen.
•
Gegadigden voor het Comité van Aanbeveling zijn:
(Ex-)wielrenners
Rini Wagtmans
Jan Janssen
Peter Post
Herman Krot
Jo de Roo
René Pijnen
Jan Raas
Peter Winnen
Koos Moerenhout
Jeroen Blijlevens
Maarten Ducrot
Adrie van der Poel
Ad Wijnands
Adri van Houwelingen
Johan Lammerts
Henk Lubberding
Frans Maassen
Erik Breukink
Erik Dekker
Leontien van Moorssel
Overige leden van de ‘Club 48’ (vereniging van oud-wielrenners)
(Ex-)sportbestuurders
Joop Atsma (ex-voorzitter KNWU)
Hein Verbruggen (IOC-lid en ex-voorzitter UCI)
Theo Hoex (KNWU)
Erica Terpstra (voorzitter NOC*NSF)
33
(Ex-)politici
Dries van Agt (ex-minister-president)
Rinus Everaers (burgemeester Rucphen)
Dhr. Schouwenaar (burgemeester Middelburg)
Dhr. Nuijtens (burgemeester Valkenburg)
Dhr. Fränzel (burgemeester Woensdrecht)
Chris Rutten (ex-burgemeester Breda)
Onno Hoes (deputeerde provincie Noord-Brabant)
Overige (bekende) Nederlandse wielerfanaten
•
Mart Smeets (wielerjournalist)
Jean Nelissen (wielerjournalist)
Paul Nouwen (voorzitter ANWB)
Tonny Eijk (pianist/entertainer)
Peter Ouwerkerk (wielerjournalist)
De vervaardiging van aan het wielerproject ten grondslag liggende businessplan geschiedt idealiter in samenwerking met de Rabobank.
5.4.7 Locatie(-s) en reikwijdte Tijdens het onderzoek zijn diverse locaties naar voren gekomen waar de kernactiviteit(-en) van het project gestalte zou(-den) kunnen krijgen. Belangrijke kandidaten zijn:
•
Gemeente Rucphen (‘De Vijfsprong’)
•
Gemeente Woensdrecht
•
Brabantse Wal
•
Bavelse Berg
•
Factory Outlet
•
Gemeente Alphen-Chaam,
Hoewel het aanbevelenswaardig is een min of meer centrale kernactiviteit te ontwikkelen die veel ‘traffic’ oplevert, kan de kracht van het concept juist zijn de diverse regio’s/gemeenten van (West-) Brabant via het concept met elkaar te verbinden. Product/marktcombinaties als toertochten en de ‘Sprinter’ kunnen hier een wezenlijke rol in vervullen. Ook in de externe communicatie kan echter worden benadrukt dat het project de gehele streek/provincie betreft. Er zijn zelfs stemmen opgegaan binnen de club van geïnterviewden die pleiten voor een landelijke insteek. De keuze hiervoor en de bijkomende strategische en operationele consequenties zullen op (korte) termijn helder moeten worden.
34
5.4.8 Kritische succesfactoren en projectrisico’s Kritische succesfactoren en projectrisico’s zoals die in het onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn de volgende:
•
Als eerder aangegeven lijkt het zinvol binnen het concept een centrale kernactiviteit te ontwikkelen die zorg draagt voor het bereiken van de ‘kritische massa’. Andere productmarktcombinaties kunnen hier aan worden gekoppeld en zelfs een dynamisch/reizend karakter hebben, maar een locatievaste centrale kernactiviteit dient de economische drager van het geheel te worden. Hierbij kan rekening worden gehouden met een straal van dagtoerisme van 60-75 kilometer.
•
Om een voldoende ‘kritische massa’ te bereiken, zou het zinvol zijn te overwegen om het project naar landelijk of zelfs Europees niveau te tillen. Hoewel er geen enkele vorm van twijfel bestaat over het enthousiasme voor het wielrennen in West-Brabant, dreigt het gevaar de kwantitatieve ‘body’ van deze regio te overschatten.
•
Om de kans van slagen van het project te optimaliseren en een positief lange termijn effect te bewerkstelligen, verdient het sterke aanbeveling (een aantal) fundamentele jeugdgerichte activiteiten binnen het concept ‘De Goeie Ontsnapping’ te ontwikkelen.
•
Indien het project gedragen gaat worden door een grote gemeenschap van West-Brabantse gemeenten, kan vanuit overheidswege mogelijk voldoende geld gegenereerd worden om het geheel succesvol draaiende te houden. Desalniettemin zou het uitgangspunt moeten zijn dat het project uiteindelijk zelfstandig economisch rendabel wordt. Deze keuze zou kunnen leiden tot de oprichting van een besloten vennootschap (zie volgende hoofdstuk) waaronder de diverse activiteiten worden geëxploiteerd.
•
Zoals eerder aangegeven is het essentieel gebruik te maken van het bestaande wielernetwerk. Wanneer de juiste mensen worden benaderd c.q. ingezet, wint het project wezenlijk aan draagkracht en doorloopsnelheid.
•
Een krachtige, gerichte communicatiestrategie richting markt is gewenst om de benodigde aftrek te kunnen bereiken. Indien men in de communicatie achterwege blijft, kan het zijn dat een mooie parel ongezien in een gesloten oester blijft liggen.
•
In het verlengde van het vorige punt lijkt het cruciaal de media op een positieve manier bij het project te betrekken. Dit kan free publicity geven van onschatbare waarde.
•
Hoewel het niet als kritische succesfactor te bestempelen is, is het aan te bevelen de exploitatie van het wielerproject te koppelen aan een charity instelling. Het meest voor de hand liggen in dit kader instellingen op het vlak van gezondheid en bewegen en op het vlak van kinderbelangen.
35
•
Last but not least, wacht niet te lang meer met mobilisering van de potentieel aanwezige slagkracht. Het verdient aanbeveling om een initiatief te ontplooien dat de diverse betrokken partijen/personen bij elkaar brengt. Uitkomst van dit initiatief zou een werkgroep moeten zijn die concreet de schouders onder het project zet en het geheel inhoudelijk en procedureel verder vorm gaan geven.
5.4.9 Benodigde investeringen Omdat de plannen in dit stadium nog onvoldoende concreet zijn, is er geen reële inschatting te maken van de benodigde investeringen. De haalbaarheid van het project zal terug dienen te komen in een gedegen businessplan. Als eerder aangegeven heeft de Rabobank aangegeven hier een rol in te willen spelen. Mogelijk dat NHTV-studenten in dit kader ook een bijdrage zouden kunnen leven als economisch onderdeel van hun studie Vrijetijdsmanagement.
36
6.
Deelonderzoek ‘Organisatorische projectinvulling’
6.1 Inleiding Het deelonderzoek ‘Organisatorische projectinvulling’ had ten doel te bepalen welke organisatorische/juridische rechtsvorm het meest geschikt is voor de implementatie van het project ‘West-Brabantse wielercultuur’.
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde:
•
achterliggende onderzoeksvragen (6.2)
•
onderzoeksopzet (6.3)
•
onderzoeksresultaten (6.4)
6.2 Onderzoeksvragen De organisatorische invulling betreft de wijze van organisatie en de rechtsvorm waarbinnen het project ‘Wielersport West-Brabant’ gestalte krijgt. De hierbij behorende onderzoeksvragen zijn:
•
welke organisatievormen zijn mogelijk om het project ‘Wielersport West-Brabant’ in de markt te zetten
•
wat zijn de voor- en nadelen van de verschillende organisatievormen
•
welke betrokkenen nemen idealiter een formele plaats in binnen de te kiezen organisatievorm
•
welke rol kunnen de betreffende betrokkenen innemen in de gekozen organisatievorm
6.3 Onderzoeksopzet Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden, is de volgende opzet gehanteerd:
•
desk-research; bepaling van mogelijke organisatievormen op basis van theorie en praktijkcases
•
expert-interviews met interne en externe deskundigen op het vlak van de organisatie van overheidsprojecten met sociaal-cultureel, toeristisch-recreatief en/of economisch oogmerk
In het kader van de tweede stap zijn expert-interviews gevoerd met de volgende personen: •
Dhr. J. Noort – NHTV Internationale Hogeschool Breda (Docent Bedrijfsvoering)
•
Dhr. A. van Schendel – NHTV Internationale Hogeschool Breda (Docent Bedrijfsvoering)
Daarnaast bevond zich onder de geïnterviewden bij het deelonderzoek ‘Financieel draagvlak’ de nodige kennis omtrent juridische rechtsvormen. Ook van deze kennis is dankbaar gebruik gemaakt om tot antwoorden te komen op de geformuleerde vragen.
37
6.4 Onderzoeksresultaten
6.4.1 Organisatievorm
Algemeen advies De mogelijke rechtsvormen waarbinnen het project ‘West-Brabantse wielercultuur‘ kan worden opgetuigd zijn:
•
besloten vennootschap
•
coöperatieve vereniging (coöperatie)
•
naamloze vennootschap
•
maatschap
•
stichting
•
vennootschap onder firma (V.O.F.)
•
commanditaire vennootschap
•
vereniging
De rechtsvorm die door de (meeste) geïnterviewden naar voren wordt geschoven is een combinatie van een stichting met een besloten vennootschap. De stichting kan het belang behartigen van het ideële doel van het project, te weten de overdracht van het culturele erfgoed van West-Brabant alsmede de wielercultuur. Daarnaast kan de stichting de verantwoordelijkheid nemen van de conceptbewaking. De aan de stichting gekoppelde besloten vennootschap (verder: BV) kan zorg dragen voor een succesvolle exploitatie van het geheel der projectactiviteiten.
Stichting Een stichting wordt opgericht, om met behulp van een bepaald vermogen een doel te realiseren. Een stichting heeft géén leden. In de statuten staat welk doel de stichting heeft. Een stichting mag wel winst maken, maar aan de uitkering van de gemaakte winst zijn beperkingen gesteld. Zo moeten de uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben. Om deze reden is de stichting, net als de vereniging, geen geëigende vorm om een onderneming te starten. Een stichting wordt meestal gebruikt bij een ideëel of sociaal doel.
Voor uitgebreide informatie over de stichting als rechtsvorm wordt verwezen naar bijlage 1 (De stichting).
Besloten vennootschap De BV is een vennootschap waarin het kapitaal in aandelen is verdeeld. Deze zijn in handen van één of meer aandeelhouders. Een BV is een rechtspersoon. De BV zelf wordt als de ondernemer gezien, en heeft rechten en plichten. De directeur is in dienst van de BV en handelt uit naam van de BV. Een BV kan zowel alleen als met anderen worden opgericht.
Voor uitgebreide informatie over de BV als rechtsvorm wordt verwezen naar bijlage 3 (De besloten vennootschap).
38
6.4.2 Personele bezetting
Diverse belanghebbenden hebben direct dan wel indirect aangegeven een personele bijdrage te willen leveren aan de realisatie van het project ‘West-Brabantse wielercultuur’.
Concreet kunnen de volgende namen worden genoemd:
Peter van der Velden Voorzitter van het Noordbrabants Genootschap en wieleridolaat met een rijk netwerk. Dhr. Van der Velden heeft aangegeven mogelijk de rol van voorzitter van het stichtingsbestuur op zich te nemen.
Rinus Everaers Burgemeester van de gemeente Rucphen en fervent wielerliefhebber. Dhr. Everaers gaf aan eventueel een positie binnen het bestuur van de stichting te willen bekleden.
Chris Rutten Voorzitter van de Kamer van Koophandel West-Brabant, ex-burgemeester van Breda en tevens hartstochtelijk wielerfan. Dhr. Rutten heeft aangegeven ‘op één of andere manier best een rol in het geheel te willen vervullen’.
Genoemde personen zouden specifiek benaderd kunnen worden om hun toezegging gestalte te doen geven. Bij de (verdere) invulling van het stichtingsbestuur kan geput worden uit de lijst van belanghebbenden die eerder in dit rapport is aangereikt. Dit kan echter ook worden overgelaten aan de relationele dynamiek binnen het rijke netwerk van politiek, bedrijfsleven en wielrennerij. Het is van belang dat ieder bestuurslid een netwerk met zich meebrengt dat van toegevoegde waarde zou kunnen zijn voor de BV c.q. de commerciële exploitatie.
Daar waar toezeggingen zijn gedaan, betrof dit functies binnen de stichting. De invulling van de personele bezetting van de BV kan ook (deels) binnen het genoemde netwerk worden gezocht. Mogelijk dat NHTV-studenten een rol kunnen spelen wanneer de betreffende BV voor hen als leerbedrijf zou kunnen fungeren. Het verdient echter aanbeveling om de cruciale posities binnen (de directie van) de BV te laten innemen door personen die dit voor een langere periode zouden willen doen. De leiding van de BV dient in ieder geval de nodige mate van continuïteit te herbergen.
39
7.
•
Samenvattende conclusies en aanbevelingen De West-Brabantse cultuur wordt gedomineerd door het katholicisme, tradities, familiebanden, voorwaardelijke gemoedelijkheid, hard werken, overleven en een drang naar vrijheid en onafhankelijkheid.
•
De belangrijkste waarden binnen de wielercultuur zijn vrijheid, gemeenschapszin, nostalgie, prestatie, mannelijkheid, lijden/afzien, heroïek, identificatie en bewondering.
•
De visie die als basis kan dienen voor het project ‘West-Brabantse wielercultuur’ is als volgt geformuleerd:
‘West-Brabant is de bakermat van de Nederlandse wielersport. Zij draagt met haar rijke historie bij aan de volkscultuur van deze regio. Niet alleen de rijke historie maar alle facetten van de wielercultuur dienen overgedragen aan en beleefd te worden door een ieder die zich aangesproken voelt tot de kernelementen die West-Brabant en het wielrennen verenigen: onafhankelijkheid, karakter, lijden, heroïek, traditie en sociaal samenzijn.’
•
Het ontwikkelde belevingsconcept is ‘De Goeie Ontsnapping’. De kracht van het concept bestaat uit de verschillende lagen die het herbergt. Allereerst is de term ‘de goeie ontsnapping’ authentiek wielerjargon. Daarnaast is een fietstocht voor vele wielrenners een ‘goeie ontsnapping’ aan het alledaagse leven. Verder was/is het wielrennen in West-Brabant voor velen de mogelijkheid om te ontsnappen aan de (relatieve) armoede en het harde arbeidersbestaan. Voor iedere bezoeker van/deelnemer aan één van de productmarktcombinaties van het project is deze deelname sowieso ‘de goeie ontsnapping’ aan het burgerlijk bestaan. ‘De goeie ontsnapping’ sluit maatschappelijk uitstekend aan bij de heersende trend van ‘escapisme’.
•
Onder het concept ‘De Goeie Ontsnapping’ zijn tal van productmarktcombinaties te ontwikkelen. Enkele suggesties zijn ‘De Fietsfabriek’, ‘Het Wielercircus’, ‘De Sprinter’, ‘Restaurant De Wielerspecialiteit’ en ‘Herberg De Wielercultuur’. Ook kan bijvoorbeeld gedacht worden aan multi-functionele asfaltparcoursen, een ‘School voor Mecaniciens’, een Zesdaagse voor de West-Brabantse jeugd, of een ‘weekendarrangement Rucphen’.
•
Er blijkt zonder enige twijfel voldoende (financiële) draagkracht voor het project te bestaan. Belangrijkste belanghebbenden aan overheidszijde bij de totstandkoming van het project zijn de verzameling aan West-Brabantse gemeenten, met Rucphen en Woensdrecht als ‘kopmannen’. Vanuit de sportwereld is er interesse vanuit de Koninklijke Nederlandse Wielerunie (KNWU), het NOC*NSF en mogelijk Stichting De Lotto. De Rabobank is vanuit het bedrijfsleven bij uitstek een geschikte kandidaat om in het project te participeren. Daarnaast kan betrokkenheid van wielergelieerde organisaties als framebouwers, fietsenfabrikanten,
40
kledingfabrikanten en sportvoedingsproducenten interessant zijn. Tot slot is er ook vanuit de hoek van projectontwikkelaars belangstelling getoond.
•
Het is sterk aan te bevelen binnen het concept een centrale kernactiviteit te ontwikkelen die zorg draagt voor het bereiken van de ‘kritische massa’. Andere product-marktcombinaties kunnen hier aan worden gekoppeld en zelfs een dynamisch/reizend karakter hebben, maar een locatievaste centrale kernactiviteit dient de economische drager van het geheel te worden.
•
Om een voldoende ‘kritische massa’ te bereiken, zou het zinvol zijn te overwegen om het project naar landelijk of zelfs Europees niveau te tillen. Hoewel er geen enkele vorm van twijfel bestaat over het enthousiasme voor het wielrennen in West-Brabant, dreigt het gevaar de kwantitatieve ‘body’ van deze regio te overschatten.
•
Om de kans van slagen van het project te optimaliseren en een positief lange termijn effect te bewerkstelligen, verdient het sterke aanbeveling (een aantal) fundamentele jeugdgerichte activiteiten binnen het concept ‘De Goeie Ontsnapping’ te ontwikkelen.
•
Indien het project gedragen gaat worden door een grote gemeenschap van West-Brabantse gemeenten, kan vanuit overheidswege mogelijk voldoende geld gegenereerd worden om het geheel succesvol draaiende te houden. Desalniettemin zou het uitgangspunt moeten zijn dat het project uiteindelijk zelfstandig economisch rendabel wordt. Deze keuze zou kunnen leiden tot de oprichting van een besloten vennootschap (zie volgende hoofdstuk) waaronder de diverse activiteiten worden geëxploiteerd.
•
Zoals eerder aangegeven is het essentieel gebruik te maken van het bestaande wielernetwerk. Wanneer de juiste mensen worden benaderd c.q. ingezet, wint het project wezenlijk aan draagkracht en doorloopsnelheid.
•
Een krachtige, gerichte communicatiestrategie richting markt is gewenst om de benodigde aftrek te kunnen bereiken. Indien men in de communicatie achterwege blijft, kan het zijn dat een mooie parel ongezien in een gesloten oester blijft liggen. In het verlengde hiervan is het cruciaal de media op een positieve manier bij het project te betrekken. Dit kan free publicity geven van onschatbare waarde.
•
De mobilisatie van de potentieel aanwezige slagkracht dient niet te lang meer op zich te laten wachten. Het verdient aanbeveling om kort na de zomer 2006 een initiatief te ontplooien dat de diverse betrokken partijen/personen bij elkaar brengt. Uitkomst van dit initiatief zou een werkgroep moeten zijn die concreet de schouders onder het project zet en het geheel inhoudelijk en procedureel verder vorm gaan geven.
41
•
Het verdient qua rechtsvorm aanbeveling te kiezen voor een combinatie van een stichting met een besloten vennootschap. De stichting kan het belang behartigen van het ideële doel van het project, te weten de overdracht van het culturele erfgoed van West-Brabant alsmede de wielercultuur. Daarnaast kan de stichting de verantwoordelijkheid nemen van de conceptbewaking. De aan de stichting gekoppelde besloten vennootschap (verder: BV) kan zorg dragen voor een succesvolle exploitatie van het geheel der projectactiviteiten.
Breda, 14 september 2006
Peter van Wijngaarden
Docent Sport & Imagineering Academie voor Vrijetijdsmanagement NHTV Internationale Hogeschool Breda
42
BIJLAGE 1: AANBOD WIELERSPORT WEST-BRABANT
De wielersport in West-Brabant Om een beter inzicht te krijgen in de populariteit van de wielersport in West-Brabant is ervoor gekozen een tabel op te stellen waarin alle geregistreerde wielerverenigingen van West-Brabant worden vergeleken met de zes andere grote sporten. De sporten met de meeste beoefenaars zijn opgenomen in de tabel omdat hierdoor het overzicht het beste bewaard blijft. Tevens zijn deze actievere sporten het belangrijkst omdat deze de meeste raakvlakken met het wielrennen hebben. Er is gekozen voor voetbal, basketbal, tennis, ruitersport, badminton en hockey.
Uit de tabel op de volgende pagina, kan een aantal belangrijke conclusies worden getrokken. •
De wielervereniging neemt een gedeelde tweede plaats in, achter het voetballen, als het gaat om het aantal verenigingen in West-Brabant. Dit houdt in dat de bakermat van het wielrennen in Nederland nog steeds trouw is aan zijn sport.
•
In het noordoosten van West-Brabant zijn drie gemeenten, Aalburg, Werkendam en Woudrichem,
die
alle
drie
geen
georganiseerde
wielervereniging
hebben
binnen
hun
gemeentegrenzen. De gemeenten met de meeste wielerverenigingen (Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en Moerdijk) zitten juist in het westen van West-Brabant. Hieruit valt op te maken dat het wielrennen in het westen van West-Brabant het meest georganiseerd is. •
De grote steden Breda, Bergen op Zoom en Roosendaal hebben, wanneer het wordt afgezet tegen het aantal inwoners, een kleiner percentage wielerverenigingen. De conclusie is dat het wielrennen, net als vroeger, het meest wordt beoefend door mensen op het platteland.
Aalburg Alphen-Chaam Baarle-Nassau Bergen op Zoom Breda Drimmelen Etten-Leur Geertruidenberg Halderberge Moerdijk Oosterhout Roosendaal Rupchen Steenbergen Werkendam Woensdrecht Woudrichem Zundert Totaal aantal verenigingen in West-Brabant *
Wielrennen
Voetbal
BasketBal
3 2 8 8 3 2 1 4 9 4 8 11 9 9 2 83
4 3 4 13 14 5 3 4 4 13 7 12 8 7 5 5 5 7 123
1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 12
Tennis
1 3 3 7 14 3 3 3 4 8 8 6 3 3 4 4 4 2 83
Tabel: De sportverenigingen in West-Brabant (2005)
Ruitersport
2 4 3 3 11 3 1 2 1 2 9 2 1 3 3 3 3 56
Badminton
1 1 1 4 2 1 5 2 3 1 6 4 2 4 3 4 44
Hockey
Totaal aantal verenigingen gemeente*
1 4 1 1 1 1 1 1 2 1 1 15
9 14 13 33 56 17 12 17 17 34 24 44 25 24 16 25 17 19
* geregistreerde verenigingen
43
De accommodaties van West-Brabant West-Brabant kent talloze accommodaties. In de tabel op de volgende pagina is onderscheid gemaakt in sporthallen en sportparken. Verder is er in een aantal gemeenten nog extra sportaccommodaties genoemd zoals golfbanen, gymnastiekzalen en zwembaden.
Ook uit deze tabel kan een aantal belangrijke conclusies worden getrokken. Onder de term wielerparkoers
vallen
wegparkoersen,
veldritparkoersen,
mountainbikeparkoersen
en
fietscrosscircuits. •
Uit de tabel blijkt dat de wielersport de minste accommodaties kent. Dit is niet verwonderlijk omdat de meeste wielerverenigingen geen gebruik maken van een uitgezet (klein) parkoers. Ze kiezen ervoor om langere afstanden af te leggen op de provinciale wegen.
•
Drie van de negen wielerparkoersen liggen in de gemeenten waar het aantal verenigingen het hoogst is. Rucphen met elf verenigingen en Steenbergen met negen verenigingen. Breda en Oosterhout herbergen meer dan 50% van de accommodaties namelijk vijf van de negen parkoersen, dit is te verklaren omdat zowel Breda met Breda-Knooppunt als Oosterhout met de Jonge Renner twee zeer grote verenigingen hebben die meerdere disciplines binnen het wielrennen aanbieden.
Aalburg Alphen-Chaam Baarle-Nassau Bergen op Zoom Breda Drimmelen Etten-Leur Geertruidenberg Halderberge Moerdijk Oosterhout Roosendaal Rupchen Steenbergen Werkendam Woensdrecht Woudrichem Zundert Totaal aantal accommodaties van WestBrabant *
Wielerparkoers
Golfbanen
Gymnastiekzalen
Sporthallen
Sportparken
ZwemBaden
Totaal aantal accommodaties per gemeente *
3 1 2 2 1 9
1 4 1 1 1 1 1 1 11
4 2 5 1 3 2 1 7 5 3 1 1 2 1 2 40
1 1 2 7 10 3 3 2 4 3 3 5 3 5 3 2 2 2 61
4 5 4 13 23 5 3 4 4 13 7 12 8 7 5 5 5 6 133
2 1 1 2 5 2 2 2 3 4 6 3 1 2 1 2 2 2 43
12 9 7 27 46 15 8 10 13 27 24 24 15 16 12 10 10 12
Tabel: De sportaccommodaties van West-Brabant (2005)
* geregistreerde accommodaties
44
Wielerwedstrijden in West-Brabant Om een duidelijk beeld te krijgen van wat West-Brabant te bieden heeft op het gebied van wielerwedstrijden, is een tabel opgezet met daarin alle geregistreerde wielerwedstrijden. Alle wedstrijden zijn onderverdeeld naar discipline en gemeente.
Hieronder worden de belangrijkste conclusies, die uit de tabel op de volgende pagina kunnen worden getrokken, opgesomd. •
Het aantal wegwedstrijden per gemeente is minimaal twee, met uitzondering van de gemeenten in het noordoosten, Aalburg, Woudrichem en Geertruidenberg.
•
Het fietscross staat niet vermeld in de tabel. Dit komt omdat in West-Brabant geen enkele wedstrijd in het fietscrossen wordt aangeboden. Het fietscrossen is populairder in andere delen van Noord-Brabant waar wel volop fietscrosswedstrijden worden gehouden.
•
MTB wordt vooral in het zuiden van West-Brabant aangeboden. De gemeente Alphen-Chaam en Baarle-Nassau organiseren vier van de negen MTB-koersen in West-Brabant. Het bosrijke gebied rond Alphen-Chaam en Baarle-Nassau (ook wel de ABC gemeenten genoemd) leent zich perfect voor MTB wedstrijden. Deze wedstrijden worden dan ook allemaal gehouden in de Baronie.
•
Het veldrijden is vooral populair in het westen van West-Brabant. Negen van de 14 wedstrijden (vier in Woensdrecht, drie in Roosendaal en twee in Bergen op Zoom) worden in het westen gehouden. De gemeente Woensdrecht heeft met veldritten in Huijbergen en Hoogerheide ook twee wedstrijden waar de top vertegenwoordigd is.
Wegwielrennen
Aalburg Alphen-Chaam Baarle-Nassau Bergen op Zoom Breda Drimmelen Etten-Leur Geertruidenberg Halderberge Moerdijk Oosterhout Roosendaal Rupchen Steenbergen Werkendam Woensdrecht Woudrichem Zundert Totaal aantal wedstrijden in West-Brabant *
2 2 2 10 3 2 6 6 4 5 5 5 2 5 4 63
Veldrijden
1 2 1 1 3 1 4 1 14
MTB
2 2 1 1 1 1 1 9
Tabel: De wielerwedstrijden in West-Brabant (2005)
Ligfietsen
1 1
Totaal aantal wedstrijden per gemeente * 0 5 4 4 13 3 3 0 6 6 6 9 6 5 2 9 0 6
* geregistreerde wedstrijden
45
BIJLAGE 2:
DE STICHTING
Oprichtingsvereisten Een stichting wordt opgericht bij notariële akte of testament. Een stichting kan door één of meerdere personen worden opgericht. Onder personen kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen (bijvoorbeeld een BV) worden verstaan. De notariële akte bevat naast een oprichtingsverklaring ook de statuten van de stichting.
In de statuten moet staan:
•
de naam van de stichting, met het woord stichting als deel van de naam
•
het doel van de stichting
•
de wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders
•
de gemeente in Nederland waar de stichting haar zetel heeft
•
de bestemming van het overschot na vereffening van de stichting in geval van ontbinding
Het is gebruikelijk dat de statuten naast deze punten ook regels bevatten over de organisatie en inrichting van de stichting. Voor wijziging van de statuten is eveneens een notariële akte vereist. De stichting moet worden ingeschreven in het handelsregister. Zolang dit niet is gebeurd, is iedere bestuurder ook privé aansprakelijk. Aangezien een stichting winst mag maken, kan zij dus wel degelijk een onderneming zijn.
Aansprakelijkheid De stichting is een rechtspersoon en daarom een zelfstandig drager van rechten en plichten. De bestuurders van een stichting zijn dus niet aansprakelijk voor schulden van de stichting. Bij stichtingen die onder de vennootschapsbelasting vallen, zijn wel de anti-misbruikwetten van toepassing. Bestuurders van zulke stichtingen kunnen onder bepaalde omstandigheden aansprakelijk worden gesteld (zie bij BV). Belastingen Het is erg ingewikkeld om te bepalen of een stichting wel of geen BTW moet afdragen. Hiertoe is het beste een belastingdeskundige of de Belastingdienst te raadplegen. Stichtingen zijn alleen vennootschapsbelasting verschuldigd, als zij een onderneming drijven. Er is sprake van een onderneming als er een min of meer duurzame organisatie is van kapitaal en arbeid, die door deelname aan het economisch verkeer winst probeert te maken.
46
Sociale zekerheid De bestuurders van een stichting zijn niet in loondienst van de stichting. Hoewel honorering van het werk van bestuurders niet verboden is, vallen zij daarom niet onder de werknemersverzekeringen. Verder kunnen stichtingen wel werknemers in dienst hebben. Continuïteit Stichtingen kunnen onder meer in de volgende gevallen worden ontbonden: •
op de wijze waarop de ontbinding in de statuten is geregeld
•
als gevolg van een faillissement
•
door de rechter
47
BIJLAGE 3:
DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP
Leiding De hoogste macht binnen de BV ligt bij de aandeelhouders in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De dagelijkse leiding ligt bij het bestuur (directeur of meerdere directeuren). Bij kleine BV's is de directeur vaak de enige aandeelhouder. De mogelijkheid bestaat om een Raad van Commissarissen in te stellen, die toezicht houdt op de directie. Oprichtingsvereisten Aan het oprichten van een BV wordt in de wet een aantal eisen gesteld. De belangrijkste zijn:
•
De oprichting kan alleen bij notariële akte. In de oprichtingsakte worden de statuten van de vennootschap vastgelegd. De notaris controleert de juridisch inhoudelijke kant van de statuten.
•
Voor de oprichting moet het Ministerie van Justitie een zogenaamde "verklaring van geen bezwaar" verlenen. Bekeken wordt of de oprichters en toekomstige bestuurders in de laatste acht jaar niet betrokken zijn geweest bij vermogensdelicten of faillissementen. Het verkrijgen van de verklaring van geen bezwaar duurt enkele dagen.
•
Een belangrijke eis is dat er bij de oprichting van een BV een minimumkapitaal van € 18.000 in de vennootschap moet worden gestort. Storting op de aandelen hoeft niet in geld, maar kan ook in natura, bijvoorbeeld als er onroerend goed met minimaal deze waarde op naam van de BV staat. Met het kapitaal dat bij de oprichting aanwezig moet zijn, mag overigens wel gewerkt worden.
•
De BV moet worden ingeschreven in het handelsregister. Zolang de BV nog niet is ingeschreven, zijn de bestuurders persoonlijk aansprakelijk.
•
Geen oprichtingsvereiste, maar wel een verplichting van iedere BV, is het opstellen van jaarstukken en het openbaar maken daarvan bij de kamer van koophandel. De eisen die de wet hieraan stelt, hangen af van de omvang van de onderneming. Meer over jaarstukken vindt u in het onderdeel Handelsregister.
Blokkeringsregeling De aandelen zijn altijd op naam. Ze zijn niet vrij overdraagbaar. In de statuten moet een zogenaamde blokkeringsregeling worden opgenomen. Deze regeling houdt in dat een aandeelhouder die zijn aandelen wil verkopen of overdragen deze eerst moet aanbieden aan zijn mede-aandeelhouders of voor de overdracht goedkeuring moet vragen aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. In de naam besloten vennootschap komt deze beperking tot uitdrukking. Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aandeelhouders is beperkt tot het bedrag waarmee zij in de vennootschap deelnemen. De BV is als rechtspersoon een zelfstandig drager van rechten en plichten. Dit betekent dat alle betrokken personen, zoals de directeur(en) en commissarissen, niet
48
met hun privé-vermogen aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap. Omdat er veel misbruik werd gemaakt van deze beperkte aansprakelijkheid, zijn er anti-misbruikwetten opgesteld. Deze houden in dat de directeur(en) en degenen die het beleid van de vennootschap hebben bepaald, wél privé aansprakelijk zijn wanneer:
•
de bestuurder voor de onderneming te zware contractuele verplichtingen is aangegaan en hij bij het aangaan van die verplichtingen wist of kon voorzien dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen zou kunnen voldoen (dit wordt gezien als een onrechtmatige daad van de bestuurder);
•
het onvermogen om belastingen en premies te betalen niet of niet tijdig wordt gemeld;
•
aannemelijk is dat het onvermogen om belastingen en premies te betalen een gevolg is van onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur in een periode van drie jaar voorafgaand aan de melding;
•
de BV failliet gaat en dit faillissement het gevolg is van onbehoorlijk bestuur van de directie of degenen die het beleid bepaalden in de periode van drie jaar voorafgaand aan het faillissement. Als er geen jaarstukken worden gedeponeerd bij het handelsregister wordt onbehoorlijk bestuur verondersteld.
Verder is er sprake van privé-aansprakelijkheid voor handelingen in de oprichtingsfase van de BV. Die aansprakelijkheid eindigt als de eenmaal opgerichte BV de handelingen heeft bekrachtigd. Ook is er sprake van privé-aansprakelijkheid als de BV niet is ingeschreven in het handelsregister. Ten slotte valt het voordeel van de beperkte aansprakelijkheid van de aandeelhouders vaak weg doordat banken de directeur/grootaandeelhouder privé laten meetekenen voor leningen bestemd voor de BV. Hierdoor wordt hij naast de BV ook persoonlijk aansprakelijk.
49
BV in oprichting In de periode voorafgaand aan de oprichting van een BV, kunnen er zodanige activiteiten plaatsvinden dat er sprake is van een onderneming. Dit kan zijn omdat in de oprichtingsfase al met bedrijfsactiviteiten wordt begonnen, of omdat een bestaande onderneming (bijv. een eenmanszaak) in een BV zal worden ondergebracht. We spreken dan van een BV in oprichting (i.o.).
Degenen die tijdens de oprichtingsfase namens de rechtspersoon naar buiten treden, zijn in die fase hoofdelijk aansprakelijk voor contracten, bestellingen en andere rechtshandelingen. Na de oprichting van de BV worden deze rechtshandelingen bekrachtigt door de BV. Vanaf dat moment is de rechtspersoon aansprakelijk, tenzij de rechtspersoon zijn verplichtingen niet nakomt. Voor de partijen waarmee overeenkomsten worden aangegaan, moet wel duidelijk zijn dat dit gebeurt namens de BV i.o.
Na oprichting van de BV kan deze de aangegane verplichtingen overnemen, maar alleen met instemming van de wederpartij. Wanneer een BV i.o. als onderneming actief is, moet deze in het handelsregister worden ingeschreven. Hiervoor moet een notaris de verklaring afgeven, dat hij daadwerkelijk belast is met de oprichting van deze BV. Belastingen Voor 1 januari 2001 was de BV boven een bepaalde winst fiscaal aantrekkelijk, omdat de belastingdruk bij de BV lager lag dan bij de inkomstenbelasting. Op 1 januari 2001 is het maximale belastingtarief van de inkomstenbelasting omlaag gegaan, waardoor dit fiscale voordeel van een BV is komen te vervallen.
Toch kan de BV fiscaal gezien nog steeds een aantrekkelijke keuze zijn als rechtsvorm, als de winst bijvoorbeeld niet wordt uitgekeerd maar in de BV blijft. De BV betaalt over de behaalde winst vennootschapsbelasting. Afhankelijk van de hoogte van de winst is die 27% of 31,5 %. Als de BV dividend uitkeert op de aandelen, houdt de BV bovendien dividendbelasting in. Een directeur betaalt inkomstenbelasting over het salaris. Dat salaris is in principe gebonden aan richtlijnen van de fiscus en bedraagt minimaal € 38.000,- per jaar. Het is aan te bevelen een belastingadviseur en/of een accountant te raadplegen indien de keuze voor een BV gemaakt wordt. Sociale zekerheid De directeur-aandeelhouder van een BV is als werknemer in dienst van de BV. Of hij ook voor de sociale verzekeringswetgeving als werknemer wordt aangemerkt, hangt af van de vraag of er sprake is van ondergeschiktheid. Van ondergeschiktheid is geen sprake in de volgende gevallen:
•
de directeur, eventueel met partner, kan 50% of meer van de stemmen op de aandeelhoudersvergadering uitbrengen;
50
•
2/3 deel of meer van de aandelen zijn in handen van de directeur en/of van zijn naaste familieleden tot en met de 3e graad;
•
de directeur kan niet tegen zijn wil ontslagen kan worden.
Als er geen sprake is van ondergeschiktheid, valt de directeur-aandeelhouder niet onder de werknemersverzekeringen. Dit betekent dat hij zelf het arbeidsongeschiktheidsrisico moet verzekeren en een verzekering moet afsluiten voor ziektekosten.
Continuïteit/Bedrijfsopvolging
De continuïteit van de onderneming, wordt zekergesteld door het feit dat de BV een rechtspersoon is. Het bestaan van de rechtspersoon is immers onafhankelijk van degenen die de rechtspersoon hebben opgericht of besturen. Bij het overlijden van de directeur komt het voortbestaan van de onderneming niet in gevaar, want de onderneming wordt in stand gehouden door de BV. Er moet wel een nieuwe directeur worden aangetrokken. Bij verkoop van de onderneming zijn er twee mogelijkheden:
•
de aandelen van de BV worden verkocht
•
de onderneming (machines, inventaris etc.) wordt uit de BV verkocht
Als de aandelen worden verkocht, is de opbrengst belast met 25% inkomstenbelasting (box 2) als de aandeelhouder een aanmerkelijk belang (min. 5% van de aandelen) heeft. Als de onderneming uit de BV wordt verkocht, betaalt de verkopende BV vennootschapsbelasting over de (boek)winst bij verkoop. Als de aandeelhouder van de verkopende BV zelf een BV is, spreekt men van een holding. Het voordeel van deze constructie is dat de holding geen belasting hoeft te betalen over de opbrengst.
51