J. de Veer
Med. No. 315
DE GEVOLGEN VAN DE UNIFORMERING VAN DE BTW-TARIEVEN VOOR AGRARISCHE PRODUKTE, VERWERKING EN AFZET
November 1984
Landbouw-Economisch Instituut
REFERAAT DEGEVOLGENVANDEUNIFORMERINGVANDEBTW-TARIEVENVOOR AGRARISCHEVERWERKING,PRODuKTIEENAFZET deVeer,J. DenHaag,Landbouw-Economisch Instituut,1984 41p.,tab.,bijl. Berekeningvandegevolgenvaneeneventueleverhogingvan hetBTW-tarief vooragrarischeprodukten. Eenverminderdebinnenlandseafzet zalvoordemeesteproduktengeengroteinvloedhebbenopdetotaleafzetenopde opbrengstprijs.Eenuitzonderingvormenenkelesectorenwaarin hetNederlandse aanbodopdeexportmarkteneenbelangrijke positieinneemt:vooralgroenten,fruit enproduktenvansierteelten intensieveveehouderij. Dedalingvandeproduktiewaarde doordenoodzakelijke prijsaanpassingmethetoogophetinstandhoudenvandeafzet inbinnen-enbuitenlandwordtvoordezesectorengeraamd op277 miljoengulden. Hetvervallenvandelandbouwregeling bijdeheffingvande BTW zalvoorde80.000betrokkenbedrijveneen lastenverzwaring betekenenvanca.86miljoenguldenenextra administratiekosten vanca.30miljoengulden. Agrarischeproduktie/Agrarische verwerkingenafzet/BTW/Landbouwregeling/Nederland:
Overnamevandeinhoud toegestaan,mitsmetduidelijkebronvermelding.
Inhoud Biz.
WOORDVOORAF
5
1.
INLEIDING
7
2.
DESTIJGINGVANDEBINNENLANDSEAFZETPRIJZEN
3.
EFFECTENOPPRODUCENTENPRIJS ENPRODUCENTENINKOMEN VOORENKELEAGRARISCHE SECTOREN
4.
8
11
DEBELASTINGDRUKOPDEBINNENLANDSE AGRARISCHE PRODUKTIE
15
BIJLAGEN 1.
UitwerkingvanBTW-wijzigingenoplandbouwbedrijven
2.
UitwerkingvanBTW-wijzigingen indetuinbouw
3.
De invloedvaneenuniformBTW-tarief opinkomensvorming enwerkgelegenheid inhetbedrijfsleven
4.
DegevolgenvandeuniformeringvandeBTW-tarieven voordeagrarischeproduktieen-afzet (markteffecten)
19 23
27
29
Woord vooraf
Inverbandmetdediscussie rondeenmogelijke uniformering vandeBTW-tarievenheefthetLEIopverzoekvanhetMinisterie vanLandbouwenVisserijdeconsequenties onderzochtvaneenverhogingvanhetBTW-tariefvooragrarischeprodukten. Deresultatenvandeze studie,waaraanwerdbijgedragendoor verschillende afdelingenvanhetLEI,zijnoorspronkelijkneergelegd ineendoorprof.drs.J. deVeersamengesteldenotavoorhet MinisterievanLandbouwenVisserij.Inmiddelsbleekvoordezeresultaten inbrederekringbelangstelling tebestaan.Ditiserde aanleiding toegeweest,denotanuindereeksMededelingenvoor eenruimereverspreidingbeschikbaar testellen.
De adjunct-directeur,
DenHaag,november 1984
.L.G.M.Bauwens
1. inleiding
DeverhogingvanhetBTW-tariefvooragrarische produkten heeftvoordeagrarische sector tweeconsequenties: 1. 2.
Debinnenlandse afzetprijzenondergaaneenstijging; Debelastingdruk opdebinnenlandse agrarischeproduktieverandert.
Op iedervandezeaspecten zalindevolgendeparagrafennaderwordeningegaan.
2. De stijging van de binnenlandse afzetprijzen
DeverhogingvanhetBTW-tarief leidt totverhogingvande binnenlandse consumptieprijzenendaardoor totverminderingvande binnenlandse afzetvangoederenmeteentegenwoordig laagBTW-tarief. Aangenomenwordtdatdecollectieve lastendruk daardoorniet toeneemt.Tegenover deprijsverhogingvandeonderhetlagetarief vallende goederenstaateenprijsverlagingvandehooggetarifieerdegoederen.Deoverblijvende lastenverhoging zalgecompenseerd wordendoorverlagingvandedrukopanderterrein. Doordeveranderingvandeprijsverhouding zullenverschuivingenindeafzetkomenviaonderlinge substituties tussenin prijs gestegeneninprijsverlaagde consumptiegoederen. Metbehulpvaneenvraagmodel dat53goederen-categorieënonderscheidt isdeverandering indebinnenlandse afzetvandediverseproduktenbepaaldvooreendergelijke inkomensneutraleprijsverandering. Verderzijnmetbehulpvaneeninput-outputmodeldegevolgen daarvanvoordebinnenlandse afzetvanverschillende landbouwsectorendevoedingsmiddelenindustrieendeoverigebedrijvenbepaald. Deze zijnafgemeten aanderelatieveverminderingvandebinnenlandseafzetenvandedaarmede samenhangende toegevoegdewaarde enwerkgelegenheid vandeverschillende sectoren.Daarbij iser vanuitgegaandatdeveranderingen indeBTWgeeninvloed zullen hebbenopdenetto-margesvandeverandering indeBTW-drukvolledigwordendoorgegeven. Inverbandmetdeaannamevanneutraliteit t.o.v.het totale besteedbare inkomenisuitgegaanvaneenuniform tariefvan 14.22%.Deveronderstelling isdusdatverdere compenserendemaatregelenwordengenomendieeenzelfdeeffectophetinkomenhebben alseenverhogingvanhetuniforme tariefvan 14.22naar15%. Gezienhetglobalekarakterkongeenrekeningworden gehouden meteventuele effectenopdeinkomensverdeling.Opzichzelfbezien zalde tariefwijzigingvoordevoedingsmiddelen leidentotdrukverzwaringvoorde lagere inkomens inverbandmethethogereaandeelhiervan inde consumptievebestedingen,enrelatievedrukverlichtingvanhogere inkomens.Voorhet totaalvandetariefuniformering isheteffectopdeinkomensverdelingwellichtneutraal. Door anderemaatregelenvandeoverheid-o.a.t.a.v.uitkeringen, socialepremies eninkomstenbelasting-kaneennadeligeffectop deinkomensverdelingbovendien inprincipeworden gecompenseerd. Eenoverzichtvandeconsequenties voordeverschillendesectorenisopgenomen intabel2.1.
Tabel2.1 Invloedvantariefwijzigingopinkomenenwerkgelegenheid Inkomen mln.gld. % (prijspeil1975) Totaalbedrijven Landbouw Voeding,genotmiddelen Overigebedrijven akkerbouw melkvee mestvee,kalveren varkens pluimvee groenten (glas+opengrond) bloemen bomen fruit
+8 -99 -66 +173
( 0) (-1,2) (-0,9) (+0,1)
Werkgelegenheid 1000manjaar
-0,25 -2,9 -1,8 +4,5
-17 (-0,9) -40 (-1,4) -7 (-2,6) -6 (-0,7) -1 (-0,7) -10 (-1,0) -9 (-1,3) -2 (-1,2) -4 (-2,1)
Vooreenuitvoeriger specificatievandebedragenenverdere toelichtingwordtverwezennaarbijlage3. Tenaanzienvandeuitkomstenvandeberekeningenmoetenenkeleopmerkingenwordengemaakt,dieinfeitehetbelangvandeze uitkomsten sterkrelativeren. a. Demodelberekeningen zijngebaseerdopvaste input-outputverhoudingen.Erisdusvoorelkesectorveronderstelddathet gebruikvanuitimportenanderesectorenafkomstige goederen enhetsectorinkomen evenredigveranderenmetdetotaleafzet.Gezienhetvastekaraktervaneendeelvandekostenmetnamedecapaciteitskosten-isdatopkorte termijnniet volledighetgeval.Ookzaldeaanpassingvandearbeidsbezettingaanveranderingindewerkgelegenheid althansopkortetermijnnietvolledig zijn.Verderisergeenrekeninggehoudenmetdetechnischeontwikkeling. b. Eris-afgezienvandedirecteinvloedvandeveranderingin BTW-tarieven-geenrekeninggehoudenmetdemogelijke invloed opdeafzetprijzen.Daarvoorisookvanbelanghoedetotale afzetreageertenwelke invloedeenveranderingindebinnenlandseafzetheeftopdetotaleafzetenopdeprijsvorming. Voordemeeste agrarischeprodukten-incl.deverwerkteProdukten-geldtdateenveranderingindebinnenlandse afzet eenverwaarloosbare invloedheeftopdetotaleafzetenop de opbrengstprijs.Voordezwaremarktordeningsprodukten worden prijsenafzetmogelijkhedenbepaald doorhetmarkt-enprijs-
beleidvandeEG.Voordemeeste andereproduktenhebbenkleineverschuivingen tussendeNederlandsebinnenlandse afzeten deexportgeen invloedvanbetekenisopdeprijsvorming inde gemeenschappelijkemarktwaarvandeprijzenvrijwelvolledig afhankelijk zijn.Deverminderdebinnenlandse afzet zalin diegevallenookvrijwel zonderverdere consequentieskunnen wordengecompenseerd doorgrotere afzetopanderemarkten (export,interventieaankopen,etc.)zonderdatprijsconcessiesvanbetekenisnodig zijn.Bedrijven diesterk zijngeoriënteerdopdebinnenlandsemarkt zullendaarbijechterwel geconfronteerdwordenmetverminderingvanafzetmogelijkheden,anderebedrijven zullendaarentegenvaakhunomzetkunnenvergrotenviagrotereexportvan (verwerkte)produkten vandeNederlandse landbouw.Eenuitzonderingvormenenkele sectorenwaarveranderingvandeNederlandsebinnenlandseafzetwel invloedvanbetekenisheeftopdeprijsvormingomdat eengroterNederlandse aanbodopexportmarkten deprijsvormingbeïnvloedt.Watdezuiveragrarischesectorenbetreft gaathetvooralomgroenten,fruit,sierteeltprodukten ende produktenvandeintensieveveehouderij.Ookvoorbedrijven ophet terreinvanagrarischeverwerking enafzetkandat zichvoordoen.Opdezeconsequenties zalindevolgendeparagraafworden ingegaan.Voor eenbelangrijk deelvande landbouwkanerechtervanwordenuitgegaan datdeverminderingvandebinnenlandse consumptiekanworden gecompenseerd doorgrotereexportofafzetopanderemarkten zonderdatdit invloedvanbetekenisheeftopdenetto-opbrengstprijs voor deNederlandse landbouwenagrarische industrie.Deberekende effectenopbinnenlandse afzetendaarmedeverbonden inkomen enwerkgelegenheidworden indatgevaldusvrijwelvolledig gecompenseerd doorvergrotingvandeafzetopanderemarkten zonderdatprijsconcessiesvanbetekenisnodigzijn.
3. Effecten op producentenprijs en producenteninkomen voor enkele agrarische sectoren
Deomvangvandeprijsverlagingdienodig isomdeverminderingvanhetbinnenlandsverbruik alsgevolgvandeverhogingvan deBTW-tarieven tecompenserenhangt afvandemarktsituatie. Naarmatedebinnenlandsevraag inelastischer iszaldeverminderingvandebinnenlandse afzetalsgevolgvanBTW-verhoginggeringerzijnennaarmatehetexportaandeel inde totale afzetgroter isendeexportvraag elastischer zaldevoorhandhavingvandeafzetvereisteprijsverlaging geringer zijn.Voordeonderzochte sectoren-waarinmetuitzonderingvan fruithet exportsurplus groterisdandebinnenlandse afzet-wordt,gegevenhetexportaandeel,deomvangvandeprijsaanpassingdievereist isomde verminderingvanhetbinnenlandsverbruik alsgevolgvandetariefverhoging optevangen,vrijwelgeheelbepaald doordeverhouding tussendeprijselasticiteitenvandebinnenlandsevraagenvande exportvraag.Eenevenredigeverhoging ofverlagingvanbeideelasticiteitenheeftnauwelijks invloedophetresultaat. DeexportvraagvoorhetNederlandseprodukt iseenresultante vandevraagenhetniet-NederlandseaanbodopdeNederlandseexportmarkten.Deexportvraag isdaardoorinhetalgemeenprijselastischer dandebinnenlandsevraag.AlshetNederlandse aandeelin het totaleaanbodopdebuitenlandsemarktenklein iszaldevraag zelfsvrijwelvolkomenelastisch zijn.Alshetaanbodvollediguit Nederlandwordt geleverd isdeprijselasticiteitvandeexportvraag gelijk aandeprijselasticiteit vandebinnenlandsevraagin hetbetreffende landvanbestemming.Deonderzochteproduktennameneen tussenpositie intussendezeextremen.Deberekeningenin dezeparagraaf zijnzowelvoordebinnenlandsevraagalsvoorde exportvraag gebaseerd oppartiële elasticiteiten die zijnbepaald opgrondvanconsumentenpanelgegevens ofoptijdreeksanalysevan prijs enafzetvolume.Dezepartiëleprijselasticiteiten zijnin hetalgemeenhogerdandeelasticiteiten diezijnbepaaldmethet algemeenevenwichtsmodel,waaropdeberekeningen indevorigeparagraaf zijngebaseerd.Deoorzaakhiervan isdatdesubstitutieeffecteneninkomenseffecteninhetalgemeneevenwichtsmodel vollediger zijnverwerkt.Ditkan totgevolghebbendatbijgebruik vandepartiëleelasticiteiten deomvangvandeverminderingvan debinnenlandsevraagwordtoverschat.Aangezienechterbijde schattingvandeprijselasticiteit vandeexportvraag dezelfde aanpak isgevolgdendeuitkomstenvooral afhankelijk zijnvande verhouding tussenbeideelasticiteitenheeftdezeoverschatting waarschijnlijk geeneffectopdeuitkomst.Omdegevoeligheidvan deuitkomstenvoordezeelasticiteitsverhouding nategaanzijn echterookberekeningenuitgevoerdwaarbijdeprijselasticiteit
11
vandebinnenlandsevraag isgesteld ophetgemiddeldevandeuitkomstvanhetalgemeenevenwichtsmodelendepartiëlebenadering. Dat leidtuiteraard toteengeringere omvangvandenoodzakelijke prijsaanpassingeneengeringereffectophetproducenteninkomen. Deuitkomstenvan laatstgenoemdeberekening zijnalsuitgangspunt genomenvoordeschattingvandeeffectenvandeBTW-verhoging, terwijlhetverschilmetdeuitkomstenvandeeerstgenoemdeberekening isgepresenteerd alsindicatievoordeafwijkingnaarboven ofbeneden alsgevolgvandeonzekerheid omtrentdeverhouding tussendeprijselasticiteiten vandebinnenlandsevraagendeexportvraag. Voordeintensieve-veehouderijsectorenwasdeafwijkingvan zoweinigbetekenis datdaarvoorvolstaan ismetéénberekening. Vooreengedetailleerd overzichtvandeberekeningenendeuitkomstenwordtverwezennaarbijlage 4.Debelangrijkste resultaten zijnhieronder samengevat.Daarbijiservanuitgegaandatdehandels-enbewerkingsmarges (excl.BTW)eenvastpercentage zijnvan deproducentenprijs (excl.BTW)enerderhalvemargeverliesoptreedtalsgevolgvandeprijsverlagingenookhandelenverwerkingworden geconfronteerdmeteenopbrengstvermindering. Denoodzakelijkeprijsaanpassing leidtvoorde onderzochte sectoren toteentotaalverlies aanproduktiewaardevan277miljoen guldenentotvoorsommige sectorenaanmerkelijke inkomensdalingen.Hetuitgangspuntdaarbijisdatdeproduktie opkorte termijn nietwordtaangepast.Oplangere termijn zalhetaanbodworden aangepast aande lagereprijzendoorbeëindiging,inkrimpingof geringereuitbreidingvandeproduktieopdebedrijven.Voorde groenteteeelt onderglas zalvolgensmodelberekeningenbijeen prijsverlagingvan2,4%navierjarenhet inkomenmet 13%zijngedaald,deinvesteringenmet 11%dalen,endevermogenspositieverzwakken.Het totale glasareaal zalmet3%teruglopen.Hetgunstige effectvandeproduktievermindering opdeopbrengstprijsisdaarbijbuitenbeschouwing gebleven zodathiergeensprakeisvaneen evenwichtsituatie. DeverhogingvandeBTW zalalsgevolgvandeverlagingvan deprijzen excl.BTWnietvolledigdoorwerken indebinnenlandse consumentenprijzen.Voorfruitenchampignons zaldeuiteindelijke prijsverlaging,-die zonderdeverlagingvandeprijzenexcl.BTW ca.9,5% zoubedragen-nogslechtsenkeleprocentenbedragenen voordeanderesectorenbeperktblijven tot6à9% (ziebijlage4, blz.31,tabel4 ) . Uitgaandevanvasteprocentuelehandels-enverwerkingsmarges zaldetotalehandels-enverwerkingsmarge evenredig afnemenmet deagrarischeproduktiewaarde enteruglopenmet intotaalca.350 miljoengulden (bijlage4,blz.32,tabel5 ) . Bijeenvaste absolutemarge zal-gegevenhetuitgangspunt vaneenonveranderd afzetvolume-detotalemarge gelijkblijven endehandelenverwerking geenverlies lijden.Danzalechtereen verdereprijsverlagingvandeproducentenprijzennodig zijn
12
Tabel 3.1 Effectenopproducentenprijzen,produktiewaardeeninkomens indiverse agrarische sectoren. (Tussenhaakjes deafwijkingnaarbovenenbenedenbijvariatievande verhouding tussendeprijselasticiteitenvanbinnenlandsevraagenexportvraag) Produktietak
Procentuele Dalingvan Dalingvanonderverlaging produktienemersinkomen 1) producenten-waardein prijs min. gld. (excl.BTW) (excl.BTW) gld./bedr. %
Snijbloemen Pot-enperkplanten Bloembollen Boomkwekerij Glasenopengrond groenten Fruit Champignons
-2,8 (+0,4) -64,3 (+10,1) 12172
26,2 (+3,8)
-3,0 (+0,5) -27,2 ( + 5 ) 15336 -0,2 (+0,1) -1,5 (+0,4) 620 -2,2 (+0,4) -7,9 (+1,2) 3480
17,7 (+2,5) 1,1 (+0,2) 7,0 (+1,2)
-2,4 (+0,5) -46,1 (+10,5) 6665 -7,4 (+0,5) -23,8 (+3,8) 13179 -6,4 (+0,2) -7,3 (+0,4)
22,3 (+4,9) 21,2 (+0,4)
Totaal tuinbouw Varkensvlees Eieren Pluimveevlees Totaal
-178,1 +41,4 -1,6 -0,8 -1,3
-
-77,4 -8,5 -13,4
-
5891 2)22,8 37232)11,9
277,4
1) Hetgemiddeldeondernemersinkomenvangespecialiseerde bedrijven 1982 (bloembollen, 1981). 2) Arbeidsopbrengstvanbedrijfsonderdelenin 1982/83 (leghennen 1981/82).
endeagrarischeproduktiewaardenog iets (4min.gld.)verderteruglopen,deconsumentenprijs ietsmeerstijgenennog ietsmeer moetenwordengeëxporteerd.Dezeeffecten zijnechtergeringen vallenbinnendefoutenmarge.Deverandering inde totaleagrarischeexportwaarde iseenresultantevande stijgingvanhetexportvolumeendedalingvandeexportprijs.Voordeintensieve veehouderijvallendeze tegenelkaarwegenvoorde tuinbouwresulteerteenkleine achteruitgangvandeexportwaarde. Debeschreven situatiewaarbijdeverminderingvandebinnenlandseafzetalsgevolgvandeBTW-verhogingmoetwordengecompenseerddoorverlagingvanafzetprijzenexcl.BTWofbeperkingvan deproduktieendeterugvalvandebinnenlandseafzetniet zonder prijsconcessieskanwordenopgevangen doorvergrotingvandeexport,zalzich inmeersectorenvoordoen.
13
Watdeagrarischeproduktiesectorenbetreft,kannogaardappelenwordengenoemd terwijlookeenaantalverwerkende sectoren vandevoedingsmiddelenindustrie,naar aangenomenmagworden,in hetzelfde schuitje zitten.Vansector totsectorenvanbedrijf totbedrijf zullendeconsequenties verschillen afhankelijkvanhet exportaandeel indetotale afzetendeverhouding tussendeprijselasticiteiten vandebinnenlandse endebuitenlandsevraagvoor hetproduktvandesectorc.q.hetbedrijf. Deexporthandelheeftverdernog temakenmetdevoor-financieringvandegrotereBTW-afdrachteninverbandmetdelengtevan determijnwaarnadeBTW-restitutiebijexportplaatsvindt. Deomzetvan levensmiddelenzaken zalvoorts doordeverminderingvandebinnenlandse afzet teruglopen.Daarstaateengrotere omzet tegenovervangoederenwaarvandoordeuniformeringhetBTWtariefwordtverlaagd,dieechtergrotendeelsbuitenhetassortimentvande levensmiddelenhandelvallen. Metname indegrensgebiedenkandeomzetvandehandelde levensmiddelen doordeomkeringvandeButterfahrtengevoeligdalenalsNederlandse consumentenhun inkopen inhetbuitenland gaan doenenbuitenlandseklantendoordeprijsverhogingvanlevensmiddelenworden afgeschrikt.Indien3%vandeNederlandse consumenten eenderdevanhun levensmiddelen overdegrens inkopenenomgekeerd evenveelbuitenlanders omgekeerdbesluiten indezelfdeomvangaf tezienvaninkopen inNederlandbetekentdateenextraomzetdaling van2%.Dezekomt ineerste instantievooralvoor rekeningvande levensmiddelenzaken indegrensgebieden.Hetbetekentbovendien eenverdereverminderingvandebinnenlandse afzet,diemoetwordengecompenseerd doorvergrotingvandeexport.Deze zalzichdan echterkunnenrichtenopdegebieden aandeandere zijdevande grens.
14
4. De belastingdruk op de binnenlandse agrarische produktie
BijdehuidigeBTW-regelingbestaatvoordemeeste agrarische ondernemers demogelijkheid delandbouwregelingtoetepassenen niet teopterenvoorondernemerschap inde zinvandeBTW-regeling. Inhetalgemeen zalmenalleenvoordeondernemersregeling opteren alsde"voordruk"hogerisdande"nadruk"enmenderhalvepersaldoeenBTW-teruggaveheeftgedurende deperiodedatmendezeminimaalmoettoepassen. Voordemeestebedrijven isditniethetgeval.Datbetekent datmenenigvoordeelheeftvanhetnietopterenvoorondernemerschap.DatvoordeelbestaatuitdeBTW-afdracht -d.w.z.hetsaldo van"voordruk"en"nadruk"-diemenbijopterenzouhebben. IndienbijuniformeringvanhetBTW-tarief dezeoptievervalt enelkeondernemervoordeBTWwordt aangeslagenvervaltditvoordeel.Nu ishetnietnoodzakelijk datinvoeringvanhetuniforme tarief leidt totafschaffingvandezeoptie.Het isdenkbaardat menvoordeland-entuinbouweentariefvanb.v. 10%vaststelt waarbijglobaalgenomenvoor-ennadruk inevenwicht zijnende grotemeerderheid vandeondernemersverkiestnietvoorhetondernemerschap teopteren.IndatgevalzoudeafdrachtvandeverhoogdeBTWvooreenbelangrijk deelnaardehandelenverwerking wordendoorgeschoven.Deze zoudendanoverhun inkopenuitdeagrarische sectorslechtshet lageagrarische tarief inaftrekkunnen brengenenoverhun afzetaangeslagenwordenvoorhetvolleuniformetarief. Dezeregeling zalbezwarenhebben.Dedirecteafzetaanconsumentenofagrarischebedrijven zoudaneenbelastingvoordeeloplevereneneensluitende regelingomditontgaanvanbelastingdruk tegentegaanisgecompliceerd.Dit zouindepraktijkvooral onderlinge leveringenvan agrarischeproduktenbinnende landbouw -veevoer,zaaizaad,etc.-bevoordelenentotverleggingvan handelsstromenkunnenleiden. Het totalevoordeel datdeland-entuinbouw thanshebben voorzoverbedrijvende landbouwregeling toepassenvervaltechter alsalleagrarischeondernemers-bovendeminimumgrensvankleine ondernemers-BTW-plichtigworden. Eenoverzichtvandezeconsequentievoorakkerbouwenveehouderij isgegeveninbijlage 1envoorde tuinbouwbedrijven inbijlage2. Watbetreftdeverminderingvandebelasting isdaarbijde regelingvanart.25toegepast.Dezeregelingheeftenkelemerkwaardige consequenties dieindepraktijkbezwaren zullenopleverenzoalsuitonderstaand overzichtblijkt.
15
TabelA.l Verloopvanbelastingdruk enmarginalebelastingbij stijgingvandeBTW-grondslag BTWgronds lag 13667 15000 16666 20000 20000 27666 30000
BTW
Aftrek
Saldo
Marginaal percentage
2050 2050 2050 1150
200 450
15% 15% 30% 30% 15% 15%
(15%) 2050 2250 2500 3000 3900 4150 4500
1850 3650 4150 4500
250 -
Overhet trajectvaneenBTW-saldo tussenƒ2500enƒ4150 (grondslag ƒ 16.666totƒ27.666)ishetmarginaaltariefprohibitiefhoog.Vaneenverhogingvandeopbrengst doorprijsstijging ofbetere oogstwordtdan30%belast;eenextra-belasting dusvan 15%. Deuitkomstenvandeberekeningvandewaardevanhet forfait voorde land-entuinbouwworden samengevat intabel4.2.
Tabel4.2 Berekendewaardevanhet forfaitvoor land-entuinbouw (miljoenen guldens) Vervallenvan BTW-forfait (1andbouwregeling)
Vermindering van, afdracht door vrijstelling kleine onde rnemers
Akkerbouwbedrijven Rundveehouderijbedrijven Intensieve veehouderijbedrijven
22,9 52,3 19,4
1,4 3,8 1,0
Totaal landbouw (76sbe)
94,6
6,1
Glasbedrijven Opengrondsgroentebedrijven Bloembollenbedrijven Pit-en steenvruchten Boomkwekerij,vasteplanten Champignons Overige tuinbouwbedrijven
-3,5
Totaal tuinbouw Totaal land-en tuinbouw
16
0,7 6,8 -5,4
1,7 0 0,1 0,4
2,6
95,0
8,7
De insommige tuinbouwsectorennegatievebedragengevenaan dat in 1982eenvrijgrootaantalbedrijvenvoordeel zouhebben vandeondernemersregeling.Datwilnietzeggendat ze irrationeel handelen omdatmen zichvoormeerjarenvastlegt.Overdeheleperiodekandelandbouwregelingvoordeliger zijn. Voor ca.80.000 land-en tuinbouwbedrijvenbetekentdateen extrakostenpostvan ca.30miljoengulden. Samenvattend kandusworden gestelddathetvervallenvande landbouwregelingvoorde ca.80.000bedrijvendievandezeregelinggebruikmakenennietonderdevrijstellingsregelingvallen een lastenverzwaring betekentvan intotaal ca.86miljoengulden eneenverhogingvandeadministratiekosten vanca.30miljoen gulden. Geziendedalingvanhetbelastbaar inkomenmet intotaal 116miljoen gulden,diehieruit resulteert,staat tegenoverde verhogingvandeopbrengstvandeBTWmet86miljoenguldendoor hetvervallenvande landbouwregeling eendalingvandeopbrengst vande inkomstenbelastingenvandepremieopbrengst vanvolksverzekeringenvanca.35miljoen.Bovendien zalhetbetrekkenvan ca.80.000bedrijvenmeer indeBTW-administratieookvoordebelastingdienst aanmerkelijkhogerekostenvanadministratie,controleeninningmeebrengen. Menkan zichdanookafvragen ofdenetto-stijgingvandeopbrengstvanbelastingenenpremiesvolksverzekering vanca.50 miljoennietduurbetaaldwordtmeteenverhogingvandeadministratiekostenmet ca.30miljoen guldenendeverhogingvande kostenvanadministratie,controleeninningdoordebelastingdienst.
17
Bijlagen Bijlage 1 Uitwerkingvan BTW-wijzigingen op landbouwbedrijven
1.Opbasis van deboekhoudbedrijven landbouw (bedrijvenmet meer dan 76 sbe) kan geschatwordenhoeveel bedrijven geopteerd hebbenvoorhet ondernemerschap m.b.t.de BTW: dit zijn er ca.6600,voorhetmerendeel rundveehouderijbedrijven. Daarnaast zijn ca. 1500bedrijven verplicht ondernemer - een situatie die vooral inde rundveehouderij en de intensieve veehouderij voorkomt. 2. De bedrijven (metmeer dan 76 sbe)die onder de landbouwregeling vielen zouden in 1982/83naar schatting f 95miljoen aan BTWhebben moeten afdragen als zeBTW-plichtig geweestwaren. Dezeberekening heeft plaats gevonden door (methet ClV-programmavoor deEG-boekhouding) zo goedmogelijk de BTW over opbrengsten enkosten te ramenmet devoor de diverse posten toepasselijke percentages.Perbedrijfwas in 1982/83de BTW over de omzet ca.ƒ 1500 hoger dan over dekosten. 3.Alsvoor alle posten een uniform 15%tarief zouhebben gegolden dan zou het verschil perbedrijf voor deze landbouwregelaars ca.ƒ 12.000hebben bedragen. (Geaggregeerd ƒ 775 miljoen). Daarbij is dus impliciet uitgegaan van onveranderd prijsniveau enbedrijfsbeheer. De investeringen lagen in 1982/83opeennormaal niveau. 4. Van alle bedrijven (incl. debedrijven met de ondernemers-status) zou ca. 6% BTW terug ontvangen (grotendeels intensieve veehouderijbedrijven) en 9% minder dan f 4150 afmoeten dragen (regelingkleine ondernemers).
1 _
_
VC
1
l
1
01 •r4 h 01
>
\£>
vO
*
.H
>
~_
m r-* ON O en r* m •> r- CM o . voo ON en CM — m —
1
i
•K
1
l
1
1 1
~- en o * - t f CM
o m ON
CM 0 0 00 o ON O
co o\ 5 CM
O CO CM
CM r~ CO CO CO —
oo CO
d -* CM
1
o>
vo CM ci m en
m o m r*
*»-.
>
""t -» «K
O o
1
m o »H ON
00
en •
•o 3 e o i-t
1
1 ON
1
V •r4 U
>
1
sr vo o\D r^ — CO ON *» r*. ~~ m OCM - ON m — — v. s-.
O O 00 • CM
1 1 1 1 1 1
•K
1
1
— en so » O N sD
•o "O
§§
CO O
o o vo
CO
>0
CM vO • vO
H ai
1
CO —
•o M e
I
at j= o>
9j ' -° e cm
u J5 CJ iH i-H
a. u
M 01
o N u ai
>
9~ B
: » i i ca I 00i-i o ca oo 4-1 i ! U 01 -
g ~
i-a . g o i e m
4-1 •r4
0 1—1 ^ -^ - H " - » ai ••-1 o M e . - 1 -p-I >H ^u •o m a) co > OJ OJ O X I • H U Xi X I U *<-! > o (U 14 M S e ai C E •a (U O) 0 CU a. V — ' X i > » 09 c -O M
>.
4J
m
UH •-1 •-4
.£>
«
H
20
>4
•o
09
0) -O O 0> pa x>
01 i-j
ai
1c O.
at ai "4-4 00 > " ï •<-J-r4 44 -*4 U V U T3 • H *a ai BI 41 J 3 XI H W C 0 ai ai B O •H h 3 e . ca "-»^01 •H o > M DJ-d 01 4J C ^ CO EO 3 "-, O H'fJ
0)
OJ
a o
> C
U C Ol Ol
Na o •o — S O H
:u
ai *^n u c u a ÊH ai * H ca eu CU ai eu oo 60 a > > 0 C o 0 o -.4 TS oo g .*c U - H ca ai
BB u
_
0)
«
ai B oo
cd
M Ol
Ol 0) Ol a) > > o. > o o o o
BBSS n n
(44
CO T3 >p4 H, w ti U 01 73 C -M ai o» ca
> e
in i< e u
n a
OJ - H
c — ai •
g
o -as JO I I I i
S I - T 3 . E -ri 0 -H « C CJ 14 CU 0 0
01 CO J£ co ' i - , O-"1 JO T3 I I . * 3 -rf 09 01 I 5 H (O U i-H 14 I O 00 cd 01 I I -H CO c c
<e
I ~~~ I -
CM
n
CO CM 00
—
c T)
• * (N I CO CM — I
•H
3 O f - l 4= o 0) o 0)
I
O o —
> >
01 -H CS
\£t
CO
O
O
o m CM
m
o o m
ON
CO
> O)
-o-o C 3
3 o CU 4 =
00 C
o o o m
o o o m CN
1
I
1
i
I
O
o o
o m
o o
o o
h 0>
Si
e e o» o o
21
O 1"»
o o
1 CU •r« h CU O) • H •o to 3 O e V X. 4J 0> 01 c M
•o
>
§
CM \ ß * m CM CM
^r #. m m
m m CM
o oo m * m o
m m -*
m -a-
n n «
— CM
>
CU * H CU h > O • O T3 C 3 3 O
i n CM
*
in m ci CM — o
u e
O -H O « > co
n e •o U-) M 1
ffl >
t>0
c B ca •H h
m ai •o •o c
CM T3 C (0 •i-t 1-1 0)
g > 0)
0)
u
1 O T3 i-i
O 4-1 0>
E C
>
•<—1 •r-l
4-1
*>"> •H 1-1 T3
U
«
oa
22
U
M DO 00 « (U OO
w) oo &o « C C
<0 -i-l T> M i - i tu
*i-l J-i
o m CM
•^ 4-1 01
E C 01
>
•H
oo co
0) Ö0
CO 00
!
CO
c
1 T4 1 01 I *-* 1 .*
co c
••-4 -O M • - l 0) 0» T3
•o C
•g gÊ CU 0» 01
-a
01
~°-ri 'gg
o> >
ta
ü >
kl
1
t>0
O •O
i a i
>
1 M 1 —
01 01
B i j l a g e 2 Uitwerking van BTW-wijzigingen i n de tuinbouw Tabel
I.
Huidige p o s i t i e van de z . g . landbouwregelaars in de tuinbouw (VAT-typen 22 t/m 3 3 ) .
Tabel
2.
Spreiding afdracht BTW van a l l e tuinbouwbedrijven (huidige landbouw en ondernemersregeling) op b a s i s van één BTW-tarief van 15%.
Tabel
3.
Mogelijkheden voor t o e p a s s i n g van de b i j z o n d e r e r e g e l i n g van vermind e r i n g van b e l a s t i n g van k l e i n e ondernemers op b a s i s van één BTWt a r i e f van 15%.
23
Tabel I. SaldovanontvangenBTW(=forfait)enBTWopaankopenvanmaterialen,diensteneninvesteringsgoederen,voorbedrijvenindez.g. landbouwregelingpertakvantuinbouw (VAT-typeringin1982(bloembollen 1981)) VAT-type
Omschrijving
22 t/m24
BTW-saldo (inmin.gld.)
11564
-3,5 0,7
glasbedrijven
25
opengrondsgroentebedrijven
3761
26
bloembollenbedrijven
2525
6,8
28
pit-ensteenvruchten
3250
-6,4
29
boomkw.+vasteplanten
2883
1,7
32
champignons
27 ,30, 31 ,37 22t/m33
overigetuinbouwtypen
totaaltuinbouwbedrijven
1) Bedrijven
24
Totaalaantal bedrijven1) meitelling1982
27906
759
0
3164
0,1
0,4
10sbe;allebedrijven:landbouwregelingenondernemersregeling.
• * • - iO o n ^ vD vC (N i n 00 lA m r - i n
I -H M H - n O I fi cd -M e -H 4J (-1 r-4 CN CT) C H 0 3
3
o e
flJ
-gvO ~ f»
Q> CU QJ CTi
< „O > 4J —
> Oo o o o o in in
00 — \0 CTi ^O —
o o o o m o
o o u-i O —m
O o o m m—
vD O N N C O
I
/-. o co
01 >
(ü iH C
CU 0 0 0 C •—1 £> 1 3 •t-l CU 0 0 J-l er. CL CO
— . a-o
CU
10 M-l CU t - t u CNU d CM CU 0 0 CU
00 CU
•H
1ITJH
u >
ge c CU
T ) *<-) CU * H , 0 l-< 0) T J 4J CU
e -o
cu e > •-)
00
a> cH a
H kl
-o CU
^
•o j j H i CU H 1-1 <S
co
O CU »-• —i Ö0i-t
• o
a-i
01
> c a)
c
CU
nj CD o 4J e o) a - H •H 00 O J3 c
&>
u
h
CU 4-> CO
>,
O.
_o
CU 4-> en a!
3
>
en C O
e cu
c
00 •H
1
o co 0 J= o o
3 0 J3 G •H 3 i-i
CU
00 •H
u
CU
> o
e CU u .o a o c
•o c o u CU
>
4J CU T3
u c o CU 3 00 c a • H CU •a o 3 u o 60 h CU CU N CU e •o
>
S 25
M
se
4J P H
o ai B H > ^--
00
c
e o
.o O
O
g CO fr* > m B B O 10
u> oo
0) .-H
.o « cm f-l 1»
14 0) B
•o c a. « o> SI 'M
B ai CI) . û
c
cû cd B > •H M ÙO
B-a uB o O «
ctj Oï
kl I
26
O
— oo — CN
(O
Bijlage 3 De invloed van een uniform BTW-tarief op inkomensvorming enwerkgelegenheid inhet bedrijfsleven
1. Uitgangspunten Indeze bijdrage wordt een partiële analyse van het gestelde probleem gegeven, waarbijwordt uitgegaan van devolledige doorberekening van de BTW-tarieven in de prijzen voor de consument;de gevolgen van het uniforme BTW-tarief voor de baten- en lastenrekeningvanhet individuele bedrijf blijven buiten beschouwing. 2. Het budgetmodel De invloed van hogere of lagere consumentenprijzen op de afgezette hoeveelheden wordt doorberekend aande hand van hetbudgetmodel van de stafafdeling (onderdeel van intermodel). De parameters van hetbudgetmodel zijn geschat op basis van gegevens over het tijdvak 1951-1977. Inde uitgangspositie van dehuidige berekening houdenwe rekening met het feit dathet consumentenprijsniveau bepaald is door het tariefstelsel van hetzij 4 hetzij 18%. Per 1januari 1984 ishet tarief echter verhoogd tot respectievelijk 5 en 19%. Dit brengt met zich dat deberekening van de invloed van een uniform tarief moetworden afgezet tegen een variant (A)waarbij de invloed van de stijging van de BTW met 1punt isberekend. De toepassing van hetbudgetmodel vraagt om een berekening van de prijsmutatie voor een 53 goederengroepen. Invariant Abedraagt de prijsstijging voor een goedwaarop de BTWvan 4naar 5%wordt verhoogd 0,9615%,voor goederen die van het 18naar 19%tarief gaan is de stijging uiteraard relatief kleiner,namelijk 0,8475%. Tussenliggende waarden gelden voor goederengroepen,waarin zowel artikelen met een laag als artikelen met een hoog tarief voorkomen. Het programma BTWSO geeft als output de volumemutaties die het gevolg zijn van deveronderstelde prijsmutaties. In deA-variant zijn de prijsstijgingen nagenoeg gelijk voor alle goederen zodat de volumedaling van de afzet per groep zo goed als parallel loopt met de inkomenselasticiteitvan de vraag naar de betrokken goederen. Volgend op variant A (de reeds gerealiseerde BTW-verhoging op 1januari 1984) is gezocht naar een uniform BTW-tarief,dat budgetair neutraal zou zijn t.o.v. variant A. De hoogte van dit tarief kan slechts naherhaalde iteraties worden gevonden,enwordt redelijk goed benaderd door devariant B,waarbij het uniforme tarief op 14,22% zouworden gesteld. In deze variant liggen de prijsbewegingen tussen de + 9,8269% voor goederen met een laag tarief en - 3,2034% voor goederen met een hoog tarief in de uitgangssituatie. 3. Het input-outputmodel Te verwachten valt,dat debeschouwde uniformering van het BTW-tarief zal leiden tot inkomensverliezen bij diebedrijfstakken,die goederenvoortbrengen,welke nu slechts laagbelast zijn.Dit betreft vooral landbouwprodukten envoedingsmiddelen en enkele niet-agrarische goederengroepen. Vanwege het belang voor de landbouw isbij de verdere uitwerking gebruik gemaakt van een zogenaamde agrarische input-outputtabel.Helaas is er geenmeer actuele tabel dan die over 1975beschikbaar; desondanks mogenwe aannemen,dat de tendentie van de te verwachten invloedenwel zichtbaar zalworden. Om de afzetwijzigingenvolgens het budgetmodel tekoppelen aanhet input-outputmodel zijnvoor elke bedrijfstak van de input-outputtabel veronderstellingen gemaakt welk aandeel bepaalde goederen van hetbudgetmodel uitmaken van debinnenlandse consumptie volgens de input-outputtabel. Gegeven deze veronderstellingen kanworden berekend welke gecumuleerde omzetten, inkomens en arbeidsjaren gemoeid zijnmet de volumewijzigingen indebinnenlandse afzet.
27
Deuitkomstenvandeberekeningen Varianten
Laagtarief Hoogtarief Gemiddeldresp.
NUL Uitgangspositie
uniform
InprocentenvanNulpositie Binnenl.afzetbedrijven BTW-opbrengst
A Vanaf 1jan.1984
4 18 13,19 100 100
B Uniform tarief
A-B Verschil metnu
5 19 14,19
14,22
+0,03
99,40 106,98
99,20 106,93
- 0,20 - 0,05
Inkomensinvloeden (min.gld.)
Totaalbedrijven w.v.landbouw voedingengenotm. overigebedrijven detailslandbouw akkerbouw melkvee mestveeen-kalveren varkens pluimvee groenten (glas+opengr.) bloemen bomen fruit
Niveau min.gld.
Mutatie min .gld.
Mutatie min,.gld.
147617 8360 7120 132137
_ 352 - 33 - 23 - 296
_ 344 - 132 - 89 - 123
+ 8 - 99 - 66 +173
0,0 - 1,2 -0,9 +0,1
24 53 9 8 1 13 12 3 5
- 17 - 40 1 - 10 9 2 - 4
-0,9 -1,4 - 2,6 - 0,7 - 0,7 - 1,0 - 1,3 - 1,2 -2,1
1000
%NUL
1824 2896 269 903 146 1023 690 162 191
-
7 13 2 2 0 3 3 1 1
-
Mutat ie min.gld. %NUL
7 - 6
Arbeidsjaren Totaalbedrijven w.v.landbouw voedings-engenotm. overigebedrijven
28
1000
1000
1000
3983 246 183 3553
- 9,3 - 0,9 - 0,6 - 7,8
_ 9,5 - 3,8 - 2,4 - 3,3
- 0,25 -2,9 - 1,8 +4,5
- 0,0 - 1,2 - 1,0 +0,1
Bijlage 4 De gevolgen van de uniformering van de BTW-tarieven voor de agrarische produktie en-afzet (markteffecten)
1. Inleiding De BTW is een verbruikersbelasting. Een uniformering op 15%betekent voor verse agrarische Produkten een verhoging van de consumentenprijzenmet 9,52%. Een prijsverhoging veroorzaakt markttechnisch gezien een vraagdaling. Deze vraagdaling zal deste groter zijnnaarmate de prijselasticiteit van de vraag groter is. In land- en tuinbouw zijnde producenten prijsnemers (markt vanvolledige mededinging). De opbrengstprijzenworden bepaald door de verhouding invraag en aanbod. Een prijsstijging op soncumentenniveau ten gevolge van de BTW-verhoging leidt tot een afzetvermindering op debinnenlandse markt.Opkorte termijn staat het aanbod vast.Een afzetvermindering zal dan resulteren ineen prijsdaling op producentenniveau. Indien er een vrijewisselwerking is tussen export enbinnenlandse afzet,zal deze prijsdaling de exportvraag stimuleren. Uit de acties en reacties zal een nieuw evenwicht op producentenniveau ontstaanmet gewijzigde prijzen en gewijzigdemarktaandelen binnenland enexport. Op langere termijnwanneer het aanbod veranderlijk is geworden,treedt er weer een evenwichtsverschuiving op.Een indicatie van deze effecten zal gegevenworden voor de glasgroenteteelt. Eenverhoging van de BTW-lasten,bedoeld als verbruikersbelasting,heeft desondanks gevolgen voor de andere marktpartnershandel enproducenten. Bij dehandel omdat er omzetveranderingen zijnbij prijsstijging voor de consumenten afhankelijk van dehoogte van de prijselasticiteit. Bij deproducenten vervolgens ook omdat zij ineen marktvorm van volledige mededinging verkeren en dus afzetvermindering niet kunnen compenseren met prijsverhogingen. 2. Uitgangspunten voor de berekening van de korte termijn effecten De 9,52% BTW-verhoging (door de consument ervaren als een prijsverhoging)doet een vraagdaling ontstaan bij debinnenlandse consument. Een BTW-verhoging in Nederland wordt inhet buitenland niet gevoeld,de BTWwordt immers aan de grens teruggegeven. Vraagdaling betekent voor de producenten in eenmarkt vanvolledige mededinging en een gefixeerd aanbod prijsdaling ondanks de verschuiving van een gedeelte van de oorspronkelijke binnenlandse afzet naar het buitenland. Er zal zich een nieuw evenwicht binnenlandse-/exportafzet instellenmetbijbehorende prijzen,dat gematigder is dan de uitgangssituatie naarmate deverhouding tussen de prijselasticiteiten (ziebijlage 1)binnenland/export kleiner is. Het evenwichtspunt wordt via iteratie berekend, zowel voor debinnenlandse- als e xportafzet en de daarbijbehorende prijzen zowel op producenten- als consumentenniveau. Er is de veronderstelling gemaakt dat demarge van de handel procentueel constant is en dat dehandel en producenten de effecten van de BTWverhoging gelijkelijk zullen dragen. In een tweede keuzeberekening is ervan uitgegaan dat dehandel zijnmarge van vóór de BTW-stijging handhaaft. In dat geval gaan de elasticiteiten op producentenniveau veranderen. Demarges zijn immers procentueel nietmeer constant, maar stijgen procentueel als de prijs daalt en omgekeerd. Dit heeft tot gevolg dat de effecten voor consument en producent groter zijn dan in devorige berekening. 3. Resultaten 3.1 Keuzeberekening1 Producenten en handel dragen de effecten van de BTW-verhoging gezamenlijk. De basisgegevens voor de berekening kunt U terugvinden inbijlage 1en2.
29
3.1.1 Effecten voor de producenten Het evenwichtspunt,datwil zeggen de procentuele prijsverandering op producentenniveau is voor de export en de binnenlandse afzet gelijk,wordt bereikt op een lager prijsniveau dan de aanvankelijke situatie van 9,52%. Tabel 1. Daling van deproducentenprijs (excl. BTW) in 1983 snijbloemen pot- en perkplanten bloembollen boomkwekerijprodukten glas- en opengr.groente
2,8% 3,0% 0,2% 2,2% 2,4%
fruit champignons_ varkensvlees eieren pluimveevlees
7,4% - 1,6% - 0,8% - 1,3%
Uit de daling van de producentenprijs is teberekenenwelke de daling isvan de produktiewaarde. Het aanbod is immers gefixeerd. Tabel 2. Daling van de produktiewaarde (excl.BTW) in 1983 inmin. gld. voor hetbinnenlandse en exportprodukt
snijbloemen pot- enperkpl. bloembollen boomkwekerijpr. glas- en opengr.groente fruit champignons
totaal - 70,8 - 31,3 - 1,6 - 10,4 - 50,7 - 80,4 - 7,6
totaal tuinbouw
-252,8
totaal
w.v. import - 6,5 - 4,1 - 0,1 - 2,5 - 4,6 - 56,6 - 0,3
varkensvlees x eieren pluimveevlees
- 77,4 - 8,5 - 13,4
totaal landbouw
- 99,3
- 74,7
x Landbouwprodukten zijn opgenomen exclusief import.
De daling van de produktiewaarde tuinbouw bedraagt 178,1 min. gld. (252,8-74,7), voor de landbouwprodukten is dit 99,3min. gld. Dit betreft alleenvarkensvlees, eieren en pluimveevlees (geen marktordeningsprodukten). Daling van de produktiewaarde heeft gevolgen voor de inkomensituatievan boerenen tuinders.Metbehulp van gegevens uit het rentabiliteitsonderzoek en de berekening van de prijsdaling uit tabel 1kan het effect ophet inkomennagegaanworden. De gegevens van deLEI-boekhoudinghebben betrekking ophet jaar 1982voor de tuinbouwbedrijven met uitzondering van debloembollenteelt waarvan de gegevens betrekking hebben op 1981.Voor de landbouwbedrijven ophet jaar 1982/1983met uitzondering van de leghennenbedrijven diebetrekkinghebben ophet boekjaar 1981/1982. Bij alle bedrijven geldt een ondergrens betreffende de grootte.Verder is aangenomen dat de geldopbrengsten van de land-en tuinbouwprodukten (kolom 1)direct doorwerken in de inkomens,immers op korte termijn zijn de kosten gefixeerd.
30
Tabel3. Effectenopdeinkomenssituatievanland-entuinbouwbedrijven Effectvan 1%prijsdalingopde geldopbr. perbedrijf ingld.
Optredende prijsdalingin
%
Gem.onder nemers/arbeidsinkonenperbedrijf ingld.
1) Proc.daling vanhetonder2) nemersink./arb. inkomenbij dalingvande prijs (%)
snijbloemen pot-enperkplanten bloembollen boomkwekerijprod. glaseno.gr.groente fruit champignons
-4.347 -5.112 - 3.104 - 1.582 -2.777 - 1.781 -3.148
- 2,8 - 3,0 - 0,2 -2,2 -2,4 - 7,4 -6,4
52.527 92.061 89.777 50.485 31.489 65.899 42.390
-26,2 -17,7 - IJ - 7,0 -22,3 -21,2 -48,4
varkensvlees eieren pluimveevlees
-3.682 -4.654 -5.768
- 1,6 - 0,8 -1,3
25.875 31.200 11.200
-22,8 -11,9 -66,9
1) Tuinbouwbedrijven. 2) Landbouwbedrijven. 3.1.2 Effectenvoordeconsumenten Hetbereikenvaneennieuwevenwichtopproducentenniveauveroorzaaktdatop consumentenniveaunietde9,52%prijsstijgingoptreedtonderinvloedvande BTW-uniformering,maareengematigderstijgingomdateengedeeltevandeafzet gecompenseerdkanwordeninexport. Tabel4.- Stijgingvandeconsumentenprijsvanland-entuinbouwproduktenper tak (incl.BTW)in%in1983 snijbloemen pot-enperkplanten bloembollen boomkwekerijprodukten glaseno.gr.groente
+6,5 +6,2 +9,3 +7,1 +6,9
fruit £ÎîS5EiSS2DË varkensvlees eieren pluimveevlees
+ 1,2 ^6 +7,7 +8,6 +8,3 +
3.1.3 Effectenvoordehandel Erisuitgegaanvandevooronderstellingdatdeprijsdaling,dievoordeproducentengeldtvoordehandeldezelfdeis.Bijgevolgwordendezelfdepercentagestoegepast.Metbehulpvandemargesuitbijlage2kanhetwaardeverliesvan debinnenlandsehandelberekendworden. Demargevandehandelintuinbouwprodukten,groot2830,2min.gld.,wordtverminderdmet 112,6min.gld.tengevolgevandeBTW-uniformering.Erresulteert duseeninkomenvoordehandelvan2717,6min.gld. Bijdehandelinlandbouwprodukten isdemarge5.533,6min.Hierisdevermindering239min.gld.Erresteertdaneeninkomenvan5.294,6min.gld.
31
Tabel 5 .
Invloed van de BTW-unifonnering op de handelsmarges ( e x c l . BTW) in 1983 Margevande handelin min.gld.
snijbloemen pot-enperkplanten bloembollen boomkwekerijprodukten glasenopengr.groente '. fruit champignons
Dalingvan de marge in % t.g.v, BTW-uniformering
- 2,7 - 3,0 - 0,2 - 2,2 - 2,4 - 7,4 - 6,4
946,7 387,6 9,5 98,1 581,0
693,0 114,3
subtotaaltuinbouw
2830,2
varkensvlees eieren pluimveevlees
4941,0 327,6 265,0
subtotaallandbouw
5533,6
Waardeverlies inmin.gld. daaruitresulterend -
26,1 11,8 0,1 -2,2 13,8 51,3 7,3
- 112,6
- 1,6 - 0,8 - 1,3
-223,0 - 2,6 - 13,4 -239,0
x Margevandehandelinvarkensvleesisrelatiefhoogt.g.v.hetgroteaandeelbewerking.Deconsumentenprijs isgemetenaanverseonderdelenvanhet varken. 3.1.4 Effectenvoordefiscus Inbijlage2zijndebruto-bedragenvermeld,diedefiscusmeerzalinnenindienhetBTW-tariefvooragrarischeproduktenvan5naar 15%wordtverhoogd. Zoalsindeinleidinggesteld,veroorzaaktprijsverhogingeenvraagdaling.Afhankelijkvandeprijselasticiteitvandevraagzalereenomzetveranderingoptreden.Dezeomzetveranderingbeïnvloedthetteinnenbedrag. Tabel6.
Veranderingenindeinkomstenvandefiscuso.i.v. ringin1983overdebinnenlandseafzet HogerBTW-bedrag bij uniformering in:min.gld.
snijbloemen pot-enperkplanten bloembollen boomkwekerijprodukten glasenopengr.groente fruit champignons
178,0 80,0 2,4 23,6 99,0 135,0 19,0
totaaltuinbouw
537,0
varkensvlees eieren
701,5 62,1
totaallandbouw
800,5
32
deBTW-uniforme-
Veranderde omzetin Z (BTWincl.) + + + + + + +
+ +
1,8 1,5 2,8 0,4 2,8 0,4 1,4
6,0 6,7
Uiteindelijk meer•te innen bedragin min. gld. + + + + + + +
3,2 1,2 0,1 0,1 2,8 0,5 0,3
+
8,2
+ 41,9 + 4,1 + 48,5
HetblijktdatdefiscusnaBTW-uniformering545,2min.gld.meerintuittuinbouwprodukten.Hiervanis537min.tengevolgevanhogereBTW-ontvangstenen 8,2min.doortrade-offeffecten.Bijlandbouwproduktenintdefiscus843,5min. meerdoortrade-offeffecten. 3.1.5 Effectenvoordebetalingsbalans Degevolgenvoordebetalingsbalans zijneveneensteberekenen.Deverandering inexportwaardevoordeverschillende takkenvantuinbouwzijneengevolgvan deveranderingenindevolumina'sendeprijzendiebijhetnieuweevenwicht ontstaanvoordeafzetnaarhetbuitenland. Tabel7. Invloedenopdebetalingsbalans bijdeBTW-uniformeringin1983 Procentueleveranderingin: ResulterendeveranderinginexportPrijs Volume Waarde waardeinmin.gld. snijbloemen pot-enperkplanten bloembollen boomkwekerijprodukten glasenopengr.groente fruit champignons
-2,8 +2,5 -0,3 -3,0 +3,7 +0,5 -0,2 +0,1 -0,1 -2,2 +3,5 +1,2 -2,4 +1,9 -0,5 -7,4 +5,8 -2,0 -6,4 +4,6 -2,1
- 7,1 + 3,7 - 0,9 + 3,7 -11,9 - 9,6 - 0,5
tuinbouwtotaal
-22,6
x Voorlandbouwproduktenzijndeinvloedenopdebetalingsbalansnihil (E=- 1)verondersteld. P 3.2 Keuzeberekening2 IndiendehandelzijnmargevanvóórdeBTWstijgingzouhandhaven,gaande prijselasticiteitenopproducentenniveauveranderen.Demargeszijndanprocentueelnietmeerconstantmaarstijgenprocentueelalsdeprijsdaaltenomgekeerd.Hetevenwichtspuntwordtvergelekenmetdevorigekeuzeberekeningopeen lagerniveaubereikt. Vandezekeuzeberekeningzullenalleenvoordetakkenvantuinbouwdeextrainvloeden,dieoptreden,vermeldworden.Overhetalgemeenliggendezeextrainvloedenbinnendefoutenmargevandeanalyse. -Deproducenten leverennogeens4min.gld.extrainvandeproduktiewaarde. -Defiscusintrondde 1,3min.gld.minder. -Bijexportisdewaardegemiddeld0,7min.gld.hoger. -Deprijsopconsumentenniveauis0,35%hoger. 3.3 Effectenoplangeretermijn Opdeafdelingtuinbouwiseensimulatieprogramma (Plas,M.vander,1984) inde groenteteeltonderglasontworpen.Hiermeekanheteffectvanprijsdaling(b.v. t.g.v.BTW-uniformering)oplangeretermijngeanalyseerdwordenvoordeveranderingeninbedrijfssaldo,eigenmiddelen,investeringen,dematevanfinancieringvanvreemdvermogeneninvloedenopdebedrijfsgrootte. Indesimulatieisuitgegaanvaneenprijsdalingopproducentenniveauvan2,4%. Desimulatiewordtalleentoegepastopbedrijvendiegroterzijndan50sbe. Hetmodelberekentdeeffectenvanprijsdalingna4jaar. 1) PlasM.vander,Productionandinvestmentbehaviouroffirmsgrowing vegetablesinglasshouses,LEI1984.
33
Hetresultaatvandesimulatieis,dathetbedrijfssaldo(hetinkomenvande ondernemerenhetgezin)met 13%zalzijngedaaldna4jaar.Ondanksdegeringereconsumptie,belastingensocialepremiesnamendeeigenmiddelen(besparingenenafschrijvingen)met 16%af.Deinvesteringeninhetalgemeenzijn11% lager,waarbijdefinancieringmetvreemdvermogen3%lagerligtendievanhet eigenvermogenmet3puntenzalzijngedaald.Hetuiteindelijkeglasoppervlak vanhetgemiddeldeglasgroentebedrijf zalmet3%verminderd zijn.Hierbijzijn deeffectenverwaarloosddatereenkleinereoppervlakteeenverminderdaanbod totgevolgheeft,meteeneventueelhogereprijs. 4.1 Bij:GevolgenvandeuniformeringvandeBTW-tarievenvoordeagrarische produktieenafzet (markteffecten) Prijselasticiteitenvandevraagrespectievelijkopconsumenten-enopgrensniveauin1983. binnenland snijbloemen pot-enperkplanten bloembollen . boomkwekerij groenteopengrondenglas fruit champignons varkensvlees pluimveevlees
-0,68 -0,72 -0,64
export -0,90 - 1,20 -0,50* x
-0,88 -0,55 -0,72 -0,44 -0,22 -0,29
- 1,60 -0,80 -0,80 -0,70 - 1,00 - 1,00
x Isgeschat,geengegevensvoorradig. Tuinbouw:ElasticiteitenberekendaandehandvanNIAM-panelgegevensbinnen-en buitenland,champignonsuittijdreeksanalyse.Debinnenlandelasticiteitenzijn gecorrigeerdvoordesubstitutieinvloedenmetbehulpvandeuitkomstenvande budgetanalyses1951-1977. Landbouw:Gegevensvandebudgetanalyses. Afzetenprijzenvandiversetakkenvandeagrarischebedrijvigheidin1983voor hetbinnenlandendeexportopproducenten-enconsumentenniveau. volume(st. /kgxmin.) binnenland1 export snijbloemen pot-enperkpl. bloembollen boomkwekerijprod. groenteo.gr.engl. fruit champignons
st. st. st. st. kg kg kg_.
2358 224 70 75 780 689 23
4187 274 3755 133 1582 133 6
varkensvlees eieren pluimveevlees
kg st. kg
607 2987 121
603 6783 248
Verbruikenprijzenberekendviadiversestatistieken,panels.
34
prijzen(gld, ,/eenheid) consum .niv. prod.niv. binnl. exp. 0,41 0,79 0,49 3,74 2,67 2,17 0,36 0,20 0,16 3,30 2,25 1,98 1,34 1,43 0,97 2,16 3,56 1,39 8^3 4,75 „_^27 12,14 6,29 0,22 0,14 4,98 3,20
4,00 0,11 2,79
4.2 Bij:GevolgenvandeuniformeringvandeBTW-tarievenvoordeagrarische produktieenafzet(markteffecten) Berekeningenvandebinnenlandseconsumptiewaarden inmin.gld.
Snijbloemen 1.Produktiewaarde(incl.invoerviaveilingen) Waardeinvoerbuitendeveilingom 143min.opgrenswaarde+60%=228min.opveilingniveau minus 175min.invoerviaveilingen
1983 2640 53
Totaleproduktiewaardeopveilingniveau 2.Exportwaardeopgrensniveau 2065min.x 100/123-waardeopveilingniveau 3.Veilingwaardebinnenlandseafzet Interneleveringen (.27.)
2693
1680 1013 20 993
Brutomargevandegroothandel (15%)
149 1142
Brutomargevandekleinhandel (74%)
845 1987
Af:Ondernemersverbruikenuitvalbuitendemarge vandehandelom(6%) 4.Consumptiewaardevandebinnenlandseafzet 5.BTW-verhogingvan9,52% daarvanvanbuitenlandseherkomst (9,2%) BlijftBTW-verhogingvanNederlandsprodukt
119 1868 178 16 162
35
Pot- en perkplanten
1.Produktiewaarde (inclusief invoer via veilingen) Omzet buiten de veiling om (35%)"35/65 x
1983
628 334
waarde invoer buiten de veiling om 79min. gld. grenswaarde +60%= 126min. gld.op veilingniveau minus 7min. gld. via deveiling
119
Totaal produktiewaarde op veilingniveau
1081
2.Exportwaarde op grensniveau 732min. gld. x 100/123»waarde opveilingniveau
3.Veilingwaarde binnenlandse afzet
595
486
Interne leveringen (6%)
80 406
Bruto marge van de groothandel (15%)
61
Bruto marge van de kleinhandel (74%)
346
467
813 Af: Ondernemersverbruik en uitval niet in de marge van dehandel vertegenwoordigd (3%)
4.Consumptiewaarde van debinnenlandse afzet
24
837
5.BTW-verhogingvan 9,52% daarvan van buitenlandse herkomst (13,2%) Blijft BTW-verhoging van hetNederlandse produkt
36
80 11 69
Bloembollen
1983
1.Produktiewaarde
645
Waardevandeinvoerenheffingen (10%)
40
Totaleproduktiewaardeopproducentenniveau
685
2.Exportwaardeopgrensniveau 751min.gld.x 100/130=waardeopproducentenniveau 3.Producentenwaardevandebinnenlandseafzet
577 108
Interneleveringen (85%)
92 16
Brutomargevandehandel (60%)
10 26
Af:Ondernemersverbruikenuitvalnietindemarge vandehandelvertegenwoordigd (5%)
4.Consumptiewaardevandebinnenlandseafzet 5.BTW-verhogingvan9,52% daarvanvanbuitenlandseherkomst (6,2%) BlijftBTW-verhogingvanhetNederlandseprodukt
25 2,4 0,1 2,3
37
Boomkwekerijprodukten
1983
1.Produktiewaarde
398
Waardevandeinvoerenheffingen
97
Totaleproduktiewaardeopproducentenniveau
495
2.Exportwaardeopgrensniveau 299min.gld.x 100/125=waardeopproducentenniveau 3.Producentenwaardevandebinnenlandseafzet
239 256
Interneleveringen (33%)
84 172
Brutomargevandehandel (60%)
103 275
Af:Ondernemersverbruikenuitvalnietindemarge vandehandelvertegenwoordigd (10%) 4.Consumptiewaardevandebinnenlandseafzet 5.BTW-verhogingvan9,52% daarvanvanbuitenlandseherkomst (24,4%) BlijftBTW-verhogingvanhetNederlandseprodukt
38
27 248 23,6 5,8 17,8
Fruit
1983
1.Produktiewaarde
423
buitendeveilingom20%(x20/80)
106
doordraai
2
3 526
Waardevandeinvoerminusdereexportopgrensniveau (894-358)min.gld.+40%=waardeopveilingniveau
750
Totaleproduktieopveilingniveau
1276
Industrieelverbruik Totaleproduktiewaardeversfruitopveilingniveau
135 1141
2.Exportwaardevanversfruitopgrensniveau 474min.gld.x 100/130=waardeopveilingniveau 3.Veilingwaardevandeversebinnenlandseafzet
364 777
Interneleveringen (2%)
16 761
Brutomargevandegroothandel (15%)
115
Brutomargevandekleinhandel (70%)
613
876 1489 Af:ondernemersverbruikenuitvalnietindemarge vandehandelvertegenwoordigd (5%) 4.Consumptiewaardevandeversebinnenlandseafzet 5.BTW-verhogingvan9,52% daarvanvanbuitenlandseherkomst (58,8%) BlijftBTW-verhogingvanhetNederlandseprodukt
74 1415 135 79 56
39
Glas-enopengrondsgroente
1983
1.Produktiewaarde Buitendeveilingom6,8% (x6,8/93,2)
2306 168
Doordraai Waardevandeinvoerminusdereexportopgrensniveau (309- 135)min.gld.+40%=veilingniveau
21 2453 244
Totaleproduktiewaardeopveilingniveau
2697
Industrieelverbruik Totaleproduktiewaardeversproduktopveilingniveau
462 2235
2.Exportwaardevanversegroentenopgrensniveau 2265min.gld.x 100/130=waardeopveilingniveau 3.Veilingwaardevandeversebinnenlandseafzet
1742 493
Interneleveringen (1%)
5 488
Brutomargevandegroothandel (25%)
122
Brutomargevandekleinhandel (80%)
488
610
1098 Af:Ondernemersverbruikenuitvalnietindemarge vandehandelvertegenwoordigd (5%) 4.Consumptiewaardevandeversebinnenlandseafzet
55 1043
5.BTW-verhogingvan9,52% daarvanvanbuitenlandseherkomst (9%) BlijftBTW-verhogingvanhetNederlandsprodukt
40
99 9 90
Champignons
1983
1.Produktiewaarde
94
Buiten de veiling om 55% (x55/45)
115 209
waarde van de invoer minus de reexport op grensniveau 16min. gld. + 40%=waarde opveilingniveau
22
Totale produktie opveilingniveau
231
Industrieel verbruik
107
Totale produktiewaarde vers produkt op veilingniveau
124
2. Exportwaarde van verse champignons op grensniveau 24min. gld. x 100/125 =waarde opveilingniveau
3.Veilingwaarde van deverse binnenlandse afzet
19
105
Interne leveringen (2%)
2_ 103
Bruto marge van de groothandel (20%)
21
Bruto marge van de kleinhandel (80%)
99
124
223 Af: Ondernemersverbruik en uitval niet in de marge van de handel vertegenwoordigd (12%)
4. Consumptiewaarde van deverse binnenlandse afzet
27
196
5. BTW-verhoging van 9,52% daarvan van buitenlandse herkomst (4,5%) Blijft BTW-verhoging van het Nederlandse produkt
19 2_ 17
41