Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III: toelichtingsnota Tekst
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
1 Inhoudsopgave 1
Inhoudsopgave .....................................................................................................................................................2
2
Inleiding .................................................................................................................................................................3
3
Toelichtingsnota ...................................................................................................................................................4 3.1 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur - algemeen deel .....................................................................4 3.1.1
De bindende bepalingen........................................................................................................................4
3.1.2
Het richtinggevend gedeelte .................................................................................................................4
3.1.3
Het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur ..................5
3.2 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur - gebiedsgericht deel.............................................................6 3.2.1
Positionering van de Grote Eenheid Natuur binnen de bestaande en gewenste ruimtelijke structuur van Vlaanderen .....................................................................................................................6
3.2.2
Ruimtelijke elementen van de natuurlijke structuur .........................................................................6
3.2.3
Visie en gewenste ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven .............................................................7
3.2.4
Verantwoording voor opname van de gebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 8
3.3 Bestaande feitelijke en juridische toestand ..................................................................................................9 3.3.1
Bestaande feitelijke toestand.................................................................................................................9
3.3.2
Bestaande juridische toestand ..............................................................................................................9
3.4 Passende beoordeling ten aanzien van als speciale beschermingszones te beschouwen gebieden..10 3.5 Ruimtebalans ..................................................................................................................................................11 3.6 Vertaling naar verordenende stedenbouwkundig voorschriften en op te heffen voorschriften ......12
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 2/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
2 Inleiding Voorliggend document is een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de zin van het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999. Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat: -
een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;
-
de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichtingen en/of het beheer;
-
een weergave van de feitelijke en juridische toestand;
-
de relatie met het ruimtelijk structuurplan waarvan het een uitvoering is;
-
een opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en opgeheven worden.
Het grafisch plan (Bijlage I) en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (Bijlage II) hebben verordenende kracht. De teksten en grafische plannen van de toelichtingsnota (Bijlage III) hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 3/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
3 Toelichtingsnota
3.1
3.1.1
Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur - algemeen deel De bindende bepalingen Het Vlaams Gewest bakent de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur als volgt af in gewestplannen of gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen:
3.1.2
-
75.000 tot 100.000 ha grote eenheden natuur (in overdruk) en 25.000 tot 50.000 ha grote eenheden natuur in ontwikkeling (in overdruk). Daarvoor is een toename van 38.000 ha natuur- en reservaatgebied (t.o.v. 1994) tot een totaal van 150.000 ha natuur- en reservaatgebied nodig.
-
750.000 ha agrarisch gebied, ruimtelijk bestemd voor de beroepslandbouw.
-
10.000 ha bijkomend bosgebied of bosuitbreidingsgebied, tot een totaal van 53.000 ha bosgebied.
-
150.000 ha natuurverwevingsgebied (in overdruk).
Het richtinggevend gedeelte Ruimtelijke visie op de ontwikkeling van Vlaanderen: “Vlaanderen open en stedelijk”
Met de metafoor ‘Vlaanderen, open en stedelijk’ wil het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) een trendbreuk realiseren met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling. Deze trendbreuk beoogt de versterking van het buitengebied en het tegengaan van de versnippering door een optimaler gebruik en beheer van de stedelijke structuur. Daarom wordt de ruimtelijk structurerende werking van het fysisch systeem als principe vooropgesteld. Het fysisch systeem is ruimtelijk structurerend voor de natuurlijke structuur (inclusief de bosstructuur), de agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en het landschap. Ruimtelijk structurerend betekent dat de huidige, intrinsieke kenmerken van het bestaand fysisch systeem het richtinggevend kader zijn voor de ruimtelijke ontwikkeling van de structuurbepalende functies natuur, bos, landbouw en wonen en werken op het niveau van het buitengebied. In Vlaanderen wordt de ruimtelijke structuur van het buitengebied vandaag bepaald door het samenhangend geheel (netwerk) van rivier- en beekvalleien, grote en aaneengesloten natuur- en boscomplexen, belangrijke landbouwgebieden, de nederzettingsstructuur, het landschap en de infrastructuur, … Inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen
Elk van de drie voor het buitengebied structuurbepalende functies – landbouw, natuur en bos – kan slechts op een duurzame wijze functioneren indien de gebieden die aan deze functie worden toegewezen, ingebed zijn in een goed gestructureerd geheel. Daarom wordt het buitengebiedbeleid gedifferentieerd naar een beleid voor de natuurlijke structuur, de agrarische structuur en de nederzettingsstructuur. De natuurlijke en de agrarische structuur kunnen elkaar in bepaalde gebieden (natuurverwevingsgebieden) overlappen. Het afbakenen van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische structuur in ruimtelijke uitvoeringsplannen moet daarom gelijktijdig en op gelijkwaardige basis gebeuren. De natuurlijke
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 4/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
structuur kan in bepaalde gebieden ook overlappen met andere functies (recreatie, overige functies, …). 3.1.3
Het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur De Vlaamse regering besliste op 7 december 2001 de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur uit te voeren in twee fasen. Eerste fase
In een eerste fase wordt gewerkt binnen zogenaamde consensusgebieden. Deze consensusgebieden worden geselecteerd door de voorstellen m.b.t. de gebieden van de gewenste agrarische structuur (opgemaakt in 1998 door AMINAL afdeling Land) en de gebieden van de gewenste natuur- en bosstructuur (opgemaakt in 2001 door AMINAL afdeling Natuur, afdeling Bos en Groen en het Instituut Natuurbehoud) met elkaar te vergelijken. Enkel de gebieden van de gewenste natuurlijke structuur die niet voorkomen in de gewenste agrarische structuur komen in aanmerking voor opname in de eerste fase van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN). Gebieden van de gewenste agrarische structuur die een groene (of andere) gewestplanbestemming hebben maar niet voorkomen in de gewenste natuur- en bosstructuur, komen in aanmerking voor een bestemmingswijziging naar agrarisch gebied. In de eerste fase wordt gewerkt op twee sporen: -
De consensusgebieden die binnen een ‘groene’ of een daarmee vergelijkbare bestemming (zoals aangegeven in artikel 20 van het decreet Natuurbehoud) op de gewestplannen liggen, worden afgebakend als grote eenheden natuur of grote eenheden natuur in ontwikkeling op basis van een procedure in het decreet Natuurbehoud (spoor 1). De Vlaamse regering stelde hiervoor een ontwerpafbakeningsplan vast op 19 juli 2002. Een openbaar onderzoek over deze kaarten vond plaats van 23 september tot 21 november 2002.
-
De gebieden van de gewenste natuur en bosstructuur die geen ‘groene’ bestemming hebben maar wel tot de consensusgebieden behoren, krijgen een bestemmingswijziging naar natuurgebied met overdruk grote eenheid natuur in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan volgens de procedure in het decreet Ruimtelijke Ordening (spoor 2). Parallel hieraan krijgen de gebieden van de gewenste agrarische structuur die een groene (of andere) bestemming hebben maar niet tot de gewenste natuur- en bosstructuur behoren een bestemmingswijziging naar agrarisch gebied in een gewestelijke ruimtelijke ruimtelijke uitvoeringsplan. Uitgaande van de uitgangsprincipes uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt hierbij steeds gestreefd naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling door ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden af te bakenen op basis van de kenmerken van het fysisch systeem. Om tot samenhangende gehelen te komen en omwille van de specifieke ruimtelijke én ecologische kwetsbaarheid van het fysisch systeem van een aantal gebieden wordt in een aantal ruimtelijke uitvoeringsplannen lokaal verder gegaan dan de consensusgebieden. Tijdens plenaire vergaderingen worden deze voorontwerpen van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen besproken met de betrokken gemeenten, provincies en administraties.
Via het spoor decreet Natuurbehoud werd ca. 84.500 ha geselecteerd, via het spoor decreet Ruimtelijke Ordening werd ca. 8.000 ha geselecteerd om op te nemen in het VEN eerste fase. Parallel daaraan werd ca. 450 ha geselecteerd om op te nemen in de agrarische structuur. Het afbakeningsproces concentreert zich in de eerste fase in hoofdzaak op het VEN en in mindere mate op de agrarische structuur. Binnen deze consensusoefening worden de kaarten voor de gewenste agrarische structuur en de gewenste natuur- en bosstructuur nochtans wél gelijktijdig en gelijkwaardig ten opzichte van elkaar afgewogen, zodat de realisatie van de agrarische structuur op geen enkele wijze gehypothekeerd wordt. Deze sectorale voorstellen worden ten opzichte van elkaar afgewogen op basis van een ruimtelijke visie en de ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor het buitengebied uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 5/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
Tweede fase
In de tweede fase zullen de resterende delen van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische structuur afgebakend worden in gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de bestemmingswijzigingen te realiseren zoals voorzien in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV). Deze afbakening zal gebeuren op basis van gebiedsgerichte en geïntegreerde ruimtelijke visies op de natuurlijke en agrarische structuur. Conclusie
De afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur gebeurt dus in reeksen van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen die gebiedsgericht bestemmingswijzigingen doorvoeren. Deze bestemmingswijzigingen worden onderbouwd vanuit de globale ruimtelijke visie op de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur voor Vlaanderen, dit om de gelijktijdigheid en gelijkwaardigheid te kunnen garanderen. Op die manier wordt er stapsgewijs via een continu lopend proces geëvolueerd naar 750.000 ha agrarisch gebied, 150.000 ha natuur- en reservaatgebied, 53.000 ha bosgebieden en 34.000 ha andere groengebieden. Dit ruimtelijk uitvoeringsplan is het resultaat van een ruimtelijke afweging tussen de gewenste natuur- en bosstructuur en de gewenste agrarische structuur in de eerste fase van het afbakeningsproces.
3.2
3.2.1
Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het afbakeningsproces van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur - gebiedsgericht deel Positionering van de Grote Eenheid Natuur binnen de bestaande en gewenste ruimtelijke structuur van Vlaanderen Het plangebied is gelegen in het buitengebied. Het gebied maakt deel uit van een dynamische landbouwstreek waar grondgebonden landbouw als ruimtelijke drager wordt erkend en ondersteund. Het plangebied grenst aan de Mark, een structuurbepalende zijrivier van de Dender.
3.2.2
Ruimtelijke elementen van de natuurlijke en agrarische structuur Fysisch systeem
Het plangebied is gelegen op de noordelijke (rechter-)oever van de Mark (categorie I) en op de linkeroever van de Waterschapsbeek (categorie III) ter hoogte van de monding ervan in de Mark. Over een grote lengte van de vallei treden jaarlijkse winterinundaties op. De Mark kent stroomafwaarts van de dorpskern van Galmaarden, in tegenstelling tot het verder stroomafwaarts gelegen deel te Geraardsbergen, nog een natuurlijk meanderend verloop. Elementen van de ruimtelijk-morfologische agrarische structuur
Het betreft een reliëfrijk, kleinschalig landschap dat deels bestaat uit permanent grasland en deels uit akker, met een grote dichtheid aan houtkanten, bomenrijen en populierenaanplantingen in de vallei. Het plangebied wordt gekenmerkt door percelen met een lage tot matige waardering volgens de landbouwtyperingskaart maar sluit aan bij een noordelijk gelegen grotere agrarische structuur met hoge waardering. Elementen van de ruimtelijk-functionele agrarische structuur
Het gebied maakt functioneel deel uit van een groter agrarische structuur ten noorden en ten westen van het plangebied. Het gebied kent momenteel een agrarisch gebruik door gemengde melkvee- en akkerbouwbedrijven.
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 6/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
Elementen van de natuurlijke structuur
Een deel van de Markvallei, 500 m stroomafwaarts gelegen van het plangebied, werd aangeduid als Grote Eenheid Natuur. Bijna de volledige Markvallei, met inbegrip van het plangebied, werd aangeduid als Speciale Beschermingszone BE 23 00007 Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuid-Vlaamse bossen zoals opgenomen in artikel 1, 7° van het Besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002 tot vaststelling van de gebieden die in uitvoering van artikel 4, lid1, in toepassing van de Richtlijn 92/43/EEG aan de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna aan de Europese Commissie zijn voorgesteld als speciale beschermingszones (Habitatrichtlijn). De valleigronden zijn tevens de winterbedding van de rivier. Deze bestond vroeger in hoofdzaak uit hooi- en graasweiden. Momenteel wordt de vegetatie er in sterke mate bepaald door aanplanten van populier. De ondergroei van deze aanplanten (alsook de kapvlakten) kenmerkt zich veelal door waardevolle moerasspirearuigtevegetaties. De percelen van het plangebied werden echter behouden als hooi- en graasweide. 3.2.3
Visie en gewenste ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven In de agrarische structuur is het beleid gericht op de ruimtelijke ondersteuning van het behoud en de verdere ontwikkeling van de huidige agrarisch gebruik. Daarnaast houdt de ruimtelijke ondersteuning minimaal ruimtelijke randvoorwaarden in voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige ecotopen. Dit betekent concreet het behoud en de versterking van: -
het niet-bebouwd karakter:
-
het kenmerkend abiotisch milieu (reliëf, microreliëf en hydrografisch patroon);
-
het kenmerkend biotisch milieu;
-
de kenmerkende ruimtelijke relaties tussen een waterloop en de omgevende vallei.
Voor de gebieden van de agrarische structuur wordt een gebiedsgericht beleid gevoerd rekening houdend met de specifieke agrarische waarde én met de biologische waarde, de toekomstmogelijkheden, de bestaande gebruiksvormen en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen. Garanderen van ontwikkelingsmogelijkheden voor landbouw
Uitgaande van de bestaande relatief gunstige kavelstructuur, met voldoende grote en aaneengesloten percelen, wordt vooropgesteld dat gemengde melkvee- en akkerbouwbedrijven, in het gebied ten oosten van Geraardsbergen de ruimtelijke drager van het agrarisch landgebruik moet blijven. Een aangepast ruimtelijk beleid dient er voor te zorgen dat in dit agrarisch kerngebied voldoende ontwikkelingskansen geboden worden aan grondgebonden landbouwactiviteiten. Het verhogen van de interne samenhang door het tegengaan van versnippering
Het ruimtelijk-functioneel samenhangend agrarisch gebied moet in eerste instantie beschermd worden tegen verdere versnippering door infrastructuren en niet-agrarische bebouwing. Nieuwe landbouwcomplexen zijn niet toelaatbaar in de samenhangende open ruimte-gebieden. Nieuwe agrarische bedrijvencomplexen sluiten bij voorkeur aan bij bestaande complexen, zo weinig mogelijk ten koste van de grondgebonden landbouw. De samenhangende open ruimte-gebieden van Vlaams niveau worden afgebakend als bouwvrij agrarisch gebied. Niet-professionele landbouwactiviteiten (hobbylandbouw, recreatieve landbouw) die een beslag leggen op het agrarisch gebied moeten vermeden worden.
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 7/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
Het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied
Daar waar de samenhang nog bestaat dient de vallei van de Mark ruimtelijk aaneengesloten te blijven. Ook dienen de ruimtelijke voorwaarden aanwezig te blijven om de ecologische gradiënten naar hoger gelegen (open ruimte) gebieden in stand te houden. De hoger gelegen – en drogere – valleirand is op vele plaatsen begrensd door wegen met lintbebouwing. Op slechts een beperkt aantal plaatsen is de ruimte tussen vallei en de hoger gelegen gronden langsheen een ecologische gradiënt nog open. Daar waar deze ‘openheid’ nog bestaat dient deze maximaal gevrijwaard te blijven. Nieuwe bebouwing in het natuurlijk overstromingsgebied van de Mark moet aldus vermeden worden enerzijds vanwege het risico op inundatie, en anderzijds om het open karakter, dat de verbinding vormt tussen de vallei en de hoger gelegen gronden ten noorden van de gewestweg N272, tussen Galmaarden de westelijk gelegen lintbebouwing Sint-Paulus in stand te houden. Duurzame instandhouding van specifieke ecotopen
De aanwezige natuurwaarden dienen behouden te worden zonder de landouwfunctie te verdringen of door deze functie verdrongen te worden. De ruimtelijke eenheid wordt beschermd tegen verdere versnippering door infrastructuren of verstedelijking. Concreet betekent dit het behoud en de versterking van:
3.2.4
-
het niet-bebouwd karakter;
-
het kenmerkend abiotisch milieu (reliëf, microreliëf en hydrografisch patroon);
-
het kenmerkend biotitisch milieu;
-
de kenmerkende ruimtelijke relaties tussen een waterloop en de omgevende vallei.
Verantwoording voor opname van de gebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan De aanleiding voor dit gewestelijk ruimtelijk is de uitvoering van een arrest van de Raad van State. Dit ruimtelijk uitvoeringsplan loopt daarom vooruit op de verdere afbakening van de natuurlijke en de agrarische structuur. In het arrest nr. 109.986 van 3 september 2002 (verbetering van het arrest nr. 109.769 van 14 augustus 2002) veroordeeld de Raad van State het Vlaamse gewest om, op straffe van een dwangsom, binnen een termijn van drie maand na de betekening van het arrest het koninklijk besluit van 7 maart 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse op te heffen, voor zover het de percelen gelegen te Galmaarden, Geraardbergsestraat, sectie B, nrs. 587b en 588 tot agrarisch gebied bestemt, en deze opheffing in het Belgisch Staatsblad te publiceren. In uitvoering van dit arrest heeft de Vlaamse regering op 25 oktober 2002 het besluit genomen tot gedeeltelijke opheffing van het koninklijk besluit van 7 maart 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse voor de twee aangehaalde percelen. Dit heeft tot gevolg dat deze twee percelen geen ruimtelijke bestemming hebben volgens de plannen van aanleg zodat het noodzakelijk is om dit plangebied een ruimtelijke bestemming te geven. Het arrest volgt op eerdere arresten waarin de Raad van State (nr. 77.355 van 2 november (lees:december) 1998, 93.834 van 9 maart 2001) waarbij zowel de gewestplanbestemming voor de percelen als de uitspraken over vergunningsaanvragen ter plaatse onwettig bevond. Een gebrek in de motivering van het oorspronkelijk vastellingsbesluit van het gewestplan (KB 7 maar 1977) ligt aan de basis, de toenmalige regering heeft een afwijking van het advies van de regionale commissie van advies niet afdoende gemotiveerd. Deze herbestemming draagt bij tot het realiseren van voldoende omvangrijke en samenhangende gebieden, het met elkaar verbinden van deze gebieden en het bufferen van deze gebieden tegen externe invloeden.
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 8/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
Hoewel dit ontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan niet behoort tot de consensus gebieden van de gewenste agrarische structuur en de gewenste natuur- en bosstructuur dient het Vlaams gewest versneld een uitspraak te doen over de bestemming van het plangebied teneinde zo snel mogelijk het juridisch vacuüm dat ontstaat door het ontbreken van een bestemming op te lossen. Het bestemmen van het gebied tot structuurbepalend agrarisch gebied impliceert niet dat het gebied niet opnieuw kan opgenomen worden in de 2de fase van het afbakeningsproces waar op basis van een gebiedsvisie voor een groter gebied een keuze zal gemaakt worden tussen de bestemmingen natuurgebied en agrarische gebied en of er al dan niet gebruik zal gemaakt worden van de overdrukken Grote Eenheid Natuur en Natuurverwevingsgebied. Plan 1 - Gebied 1 “Mark - Waterschapsbeek” (Galmaarden)
Het plangebied is gelegen op de noordelijke rechteroever van de Mark (categorie I) en op de linkeroever van de Waterschapsbeek (categorie III) ter hoogte van de monding ervan in de Mark. Het plangebied ligt ten zuiden van en aanpalend aan de gewestweg N272 (Pepingen-GooikGalmaarden-Geraardsbergen) en ten westen van de dorpskern van Galmaarden. Ten oosten van het plangebied ligt een strook lintbebouwing genaamd Sint-Paulus. Het plangebied maakt integraal deel uit van een bebouwingsvrije open ruimte tussen Galmaarden en de verder gelegen lintbebouwing Sint-Paulus langsheen de gewestweg N272. Kaart 0
3.3 3.3.1
Overzicht van de plangebieden
Bestaande feitelijke en juridische toestand Bestaande feitelijke toestand De bestaande feitelijke toestand wordt grafisch weergegeven op de hieronder vermelde kaarten.
3.3.2
Plan 1 - Kaart 1
Bestaande feitelijke toestand: kadastrale percelen
Plan 1 - Kaart 2
Bestaande feitelijke toestand: topografische kaart
Plan 1 - Kaart 3
Bestaande feitelijke toestand: luchtfoto met aanduidingen
Bestaande juridische toestand De relevante elementen van de bestaande juridische toestand worden tekstueel aangegeven in de onderstaande tabel. Tabel 1.
Bestaande juridische toestand: gebied 1 “Mark - Waterschapsbeek” (Galmaarden)
Type plan
In het gebied
Aangrenzend
Gewestplan(nen)
Geen
Gewestplan nr. 25 Halle-Vilvoorde-Asse (KB 07.03.1977).
Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Geen
Provinciale ruimtelijke structuurplannen
Geen
Geen
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Geen
Gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen
Geen
Geen
Algemene plannen van aanleg
Geen
Geen
Bijzonderde plannen van aanleg
Geen
Geen
Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Geen
Geen
Verkavelingsvergunningen
Geen
Geen
Beschermde monumenten
Geen
Geen
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 9/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
Type plan
In het gebied
Aangrenzend
Beschermde dorpsgezichten
Geen
Onmiddellijke omgeving Discartmolen (watermolen), vml. wateroliemolen en schuur (MB 10-03-1994).
Beschermde landschappen
Geen
Geen
Vogelrichtlijngebieden
Geen
Geen
Habitatrichtlijngebieden
BE2300007-17 Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen (BVR 24.05.2002).
BE2300007-17 Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen (BVR 24.05.2002).
Gebieden van het duinendecreet
Geen
Geen
Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN), decreet Natuurbehoud
Geen
Geen
Gebieden met recht van voorkoop
Geen
Geen
Natuurreservaten
Geen
Erkend Natuurreservaat Markvallei (Natuurpunt) (MB 23-07-2002)
Bosreservaten
Geen
Geen
Beschermingszones grondwaterwinningen
Geen
Geen
Bevaarbare waterlopen
Geen
Geen
Onbevaarbare waterlopen
Geen
Mark (categorie I). Waterschapsbeek (categorie III).
Gewestwegen
Geen
N272
Provinciewegen
Geen
Geen
Spoorwegen
Geen
Geen
De bestaande juridische toestand wordt grafisch weergegeven op de hieronder vermelde kaarten.
3.4
Plan 1 - Kaart 4
Bestaande juridische toestand: gewestplan
Plan 1 - Kaart 5
Bestaande juridische toestand: verkavelingsvergunningen en BPA-contouren
Plan 1 - Kaart 6
Bestaande juridische toestand: andere plannen
Passende beoordeling ten aanzien van als speciale beschermingszones te beschouwen gebieden Het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat - afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s - een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als Speciale Beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02.05.1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21.05.1992). Dit gewestelijk ruimtelijke uitvoeringsplan kan geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van één van de bedoelde gebieden veroorzaken. Het plan is immers zelf een instandhoudingsmaatregel die er op gericht is een aantal onderdelen van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied onder te brengen in een passende natuurbestemming. De stedenbouwkundige voorschriften garanderen dat er geen werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen of functiewijzigingen zijn toegelaten die een verslechtering van de natuurkwaliteit en het natuurlijk milieu van de bedoelde habitats of een betekenisvolle verstoring van de bedoelde soorten zouden veroorzaken.
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 10/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
3.5
Ruimtebalans De invloed van de bestemmingswijzigingen in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op de ruimteboekhouding uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is weergegeven in volgende ruimtebalans. Tabel 2.
Ruimtebalans
Bestemmingscategorie
Huidige gewestplanbestemmingen in het plangebied
Bestemmingen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Verschil
Wonen
0,0 ha
0,0 ha
0,0 ha
Recreatie
0,0 ha
0,0 ha
0,0 ha
Reservaat en natuur
0,0 ha
0,0 ha
0,0 ha
Overig groen
0,0 ha
0,0 ha
0,0 ha
Bos
0,0 ha
0,0 ha
0,0 ha
Landbouw
0,0 ha
2,5 ha
+2,5 ha
Industrie
0,0 ha
0,0 ha
0,0 ha
Overige bestemmingen
0,0 ha
0,0 ha
0,0 ha
Onbestemde gebieden*
2,5 ha
0,0 ha
0,0 ha
*
Gebieden gelegen buiten de begrenzing van de gewestplannen en gebieden die geen bestemming hebben t.g.v. arresten van de Raad van State
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 11/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
3.6
Vertaling naar verordenende stedenbouwkundig voorschriften en op te heffen voorschriften Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen
Agrarisch gebied “Mark Waterschapsbeek” (Galmaarden)
Het gebied is (deels) gelegen binnen een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied Habitatrichtlijngebied BE2300007-17 ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en andere Zuidvlaamse bossen’), zoals bedoeld door het decreet Natuurbehoud.
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften geen
Het gebied wordt bestemd als agrarisch gebied, waarbij: -
-
het gebied als hoofdfunctie landbouw krijgt. Enkel grondgebonden landbouwactiviteiten zijn toegelaten, rekening houdend met de aanwezige natuur- en landschapswaarden. Kleine landschapselementen en de relatie tussen de waterlopen en de omgevende vallei moeten gevrijwaard worden. bouwen, verbouwen of uitbreiden van landbouwbedrijfszetels in functie van de landbouwbedrijfsvoering toegelaten is. Ook verblijfsgelegenheid, ruimte voor kleinschalige verwerking en/of verkoop kan toegelaten worden mits deze een integrerend deel uitmaken van het leefbaar grondgebonden landbouwbedrijf en voor zover zij de natuurlijke kenmerken van het gebied niet schaden.
-
toeleverende, verwerkende en dienstverlenende activiteiten en toeristisch-recreatieve activiteiten (kinderboerderijen, maneges …) niet toegelaten worden;
-
het gebied gevrijwaard wordt van nieuwe bebouwing, omwille van de landschappelijke waarde en het overstromingsrisico in het natuurlijk overstromingsgebied van de Mark.
-
kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken (toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen, …), natuureducatie (informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten, …) en recreatief medegebruik (zitbanken, picknicktafels, vuilbakken, …) toegelaten wordt voor zover hoofdfunctie landbouw niet in het gedrang wordt gebracht;
Artikel 1. Structuurbepalend agrarisch gebied “Mark Waterschapsbeek” -
Algemene bepalingen
Het gebied wordt bestemd voor de grondgebonden beroepslandbouw. Natuur- en landschapsontwikkeling, recreatief medegebruik en waterbeheersing zijn ondergeschikte functies. Volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen - waarvoor volgens artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening een stedenbouwkundige vergunning vereist is - zijn vergunbaar: 1.
alle werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van de bestaande landbouwbedrijven. Een landbouwbedrijfszetel mag enkel de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, evenals verblijfsgelegenheid, verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaken. Nieuwe landbouwbedrijfszetels, gebouwen voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, toeleverende, verwerkende en dienstverlenende activiteiten en landbouwverwante activiteiten zijn niet toegelaten.
-
de aanleg van onverharde of verharde paden voor niet gemotoriseerd recreatief verkeer (wandelen, fietsen, paardrijden, ...) mogelijk is, voor zover de hoofdfunctie landbouw niet in het gedrang wordt gebracht. Verharde paden moeten aangelegd worden in een waterdoorlatende verharding.
2.
alle werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden, voor zover ze de landbouwbedrijfsvoering niet in het gedrang brengen;
-
werken en handelingen in functie van het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast buiten de natuurlijke overstromingsgebieden mogelijk zijn voor zover de
3.
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het voor het publiek;
4.
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 12/13
Provincie Vlaams-Brabant - Gemeente Galmaarden
Inhoudelijk element
Eisen gesteld aan inhoudelijke elementen ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt. -
het herstel, de heraanleg of het verplaatsen van bestaande openbare wegenis en bestaande leidingen mogelijk is;
-
natuur- en landschapsontwikkeling, natuureducatie en recreatief medegebruik ondergeschikte functies zijn voor zover de hoofdfunctie landbouw niet in het gedrang wordt gebracht.
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
natuureducatie of recreatief medegebruik; 5.
het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor recreatief verkeer. Verharde paden moeten aangelegd worden in een waterdoorlatende verharding;
6.
het herstellen of heraanleggen van bestaande openbare wegenis en nutsleidingen.
1.2 Bijkomende bepalingen De in artikel 1.1 genoemde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen zijn slechts toegelaten voor zover de uitvoering ervan geen betekenisvolle aantasting kan veroorzaken van natuurlijke kenmerken van het gebied of van de als speciale beschermingszone te beschouwen gebieden zoals bedoeld in het decreet Natuurbehoud.
Ontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 212_00113_00001 Agrarisch gebied “Mark - Waterschapsbeek”
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 13/13