De Drijehornick
De Drijehornickels
Doelstelling en activiteiten De Drijehornick is opgericht in 1971. De vereniging stelt zich ten doel de belangstelling voor en de kennis over de lokale geschiedenis en cultuur te vergroten en te verspreiden. Deze doelstelling resulteert onder andere in: ¾ Lezingen en excursies ¾ Heemkundige bibliotheek ¾ Werk- en studiegroepen ¾ Verzamelen van voorwerpen, foto’s, bidprentjes, documenten e.d. van cultuurhistorische waarde ¾ Publicaties ¾ Archeologisch en historisch onderzoek ¾ Verenigingsblad De Drijehornickels ¾ Inzet voor het behoud van cultuur en monumenten in Nuenen, Gerwen en Nederwetten
Naamgeving De Drijehornickels is het periodiek van de Nuenense heemkundekring De Drijehornick. De naam Drijehornickels is een samentrekking van de verenigingsnaam met het Engelse woord ‘chronicle’, dat kroniek of chronologisch verhaal betekent. Het blad verschijnt drie maal per jaar onder nummer ISSN 1381-3226
Adres secretariaat De Drijehornick p/a Het Klooster, Park 1, 5671 GA Nuenen. Internet: http://home.wanadoo.nl/drijehornick Lidmaatschap U kunt zich als lid opgeven bij de secretaris. Het lidmaatschap van de vereniging bedraagt: ¾ € 15 per jaar voor het eerste gezinslid ¾ € 5 voor elk volgend gezinslid De contributie kunt u overmaken op rekeningnr. 52.82.10.831 bij de ABN AMRO Bank onder vermelding van “lidmaatschap”. Bestuurssamenstelling Roland van Pareren, voorzitter Hans Korpershoek, secretaris Frits Joling, penningmeester Joop Glasbergen, lid Ger van Erkel, lid Will van Buul, lid John Parmentier, lid
(040-2831253) (040-2835836) (040-2833382) (040-2832572) (040-2832464) (040-2836921) (040-2845511)
Onderwerpen Artikelen over geschiedenis, archeologie, cultuur, genealogie, kunstgeschiedenis, geografie etc. van Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Kopij De redactie stelt een actieve bijdrage van de leden zeer op prijs. Minder ervaren schrijvers en onderzoekers kunnen altijd om de hulp van redactieleden vragen. Ook bijdragen van nietleden worden natuurlijk zeer gewaardeerd. Gelieve kopij (bij voorkeur in MS Word) per email aan te leveren bij
[email protected] of
[email protected]. Redactie Tjeu Hermans Hans Korpershoek Nico Nagtegaal Roland van Pareren John Parmentier Rob Verhallen Bezorging en abonnement Het blad wordt gratis bezorgd bij de leden; één exemplaar per adres. ¾ Abonnementen voor niet-leden € 10 per jaar ¾ Losse nummers € 5 (exclusief verzendkosten buiten de gemeente)
Foto op de omslag: Het varken is gekeeld en geleerd. Vanaf 1958 kon men in Nuenen het vlees van huisslachtingen invriezen. Zie het artikel van Hans Korpershoek over De Nuenense kluizen vanaf pagina 4 e.v.
De Drijehornickels
April 2006
Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE De Nuenense kluizen Geschiedenis van de Coöperatieve Diepvriesvereniging ‘Nuenen’ - door Hans Korpershoek Schelmenstreken in Gerwen Vloekende vechtersbaas veroorzaakt opschudding - door Joop Glasbergen Boekbespreking ‘Heiligen onder het mes’ - door Rob Verhallen
4
13
17
Presentatie van het boek ‘Heiligen onder het mes’ op 27 november 2005 in het klooster - door Tjeu Hermans
3
19
De Drijehornickels
April 2006
De Nuenense kluizen
DE NUENENSE KLUIZEN Geschiedenis van de Coöperatieve Diepvriesvereniging ‘Nuenen’ -Door Hans Korpershoek Aan de achterzijde van het protestantse kerkje aan de Papenvoort staat in het Houtrijk een enigszins verwaarloosd uitziend gebouwtje. Het wordt nu gebruikt als garage en opslag voor wat spullen, maar ooit was het een van de vier diepvrieskluizen die Nuenen rijk was. Het was in een tijd dat bedrijven in de levensmiddelenbranche al wel over diepvrieskisten konden beschikken, maar voor particulieren nauwelijks te koop waren. Er bleek wel behoefte aan te zijn. Vooral op het platteland zag men de voordelen van het invriezen van zelfgeslacht vee. Ook het arbeidsintensieve wecken van groente en fruit zou niet meer nodig zijn. In de agrarische sector waren coöperaties heel gebruikelijk en het lag dus voor de hand dat er een diepvriessysteem op de markt werd gebracht dat via een coöperatieve vereniging geëxploiteerd zou kunnen worden. Zo kwam het dat aan het eind van de vijftiger jaren van de vorige eeuw in veel dorpen, waaronder Nuenen, diepvrieskluizen als paddestoelen uit de grond rezen. Deze geschiedenis kon worden verhaald dankzij enkele archiefstukken die onze heemkundekring in bezit heeft gekregen.
Heieind
in het vooruitzicht had gesteld. In Euding was een carrouseltype te zien. Men was er direct best over te spreken. Toch werd op de terugweg Didam nog aangedaan, daar was een kluis van het ‘open type’ te zien. Er was geen reden tot twijfel. Het moest toch zeker niet dit laatste type worden. Het gezelschap was kennelijk zo enthousiast en vastbesloten het plan tot uitvoering te brengen dat nog tijdens diezelfde reis, onder het genot van een kop koffie in Grave, werd besloten om op 13 februari een oprichtingsvergadering te houden.
Op 11 april 1958 vond ten overstaan van notaris mr. H.H. van der Werff te Geldrop de officiële oprichting van deze vereniging plaats. Dat gebeurde ten huize van de heer H. (Harrie) Schafrath in Nuenen. Bij die gelegenheid waren aanwezig de heren A. (Janus) Gevers, L.J. (Leonard) Donkers, M.M. (Tijn) Smits, J. (Jan) Slegers en de dames G. (Frieda) van Gennip-van de Water en E.J. (Lies) Goossens-Slaats. Er was een opmerkelijk korte voorbereiding aan vooraf gegaan. In januari van dat jaar namelijk had een aantal personen het plan opgevat om in Nuenen een diepvrieskluis te gaan exploiteren. Dit kwam na een bezoek van een vertegenwoordiger van de firma Van Swaay uit Amersfoort, leverancier van diepvrieskluizen. Het was natuurlijk nodig om zich te oriënteren op de diverse mogelijkheden. Via de Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging (CAV) werden klanten gepolst of ze belangstelling hadden voor een excursie om eens wat diepvrieskluizen te gaan bekijken. Op 5 februari al ging een groep van 39 geïnteresseerden per bus naar het Duitse dorpje Euding. De stemming zat er meteen goed in, niet in de laatste plaats omdat de firma Van Swaay de deelnemers een gratis diner
Op deze vergadering was de heer Deelen van de Coöperatieve Handelsvereniging (CHV) te Veghel aanwezig. De CHV zou een belangrijke rol spelen bij het tot stand komen van de vereniging en de technische realisatie. Alle voordelen en verplichtingen werden nog eens op een rijtje gezet. Vervolgens werd de aanwezigen gevraagd een voorlopige ledenlijst te tekenen met het aantal diepvriescellen dat men zou willen huren. Hoeveel personen aanwezig waren is niet bekend, maar aan het eind van de vergadering bleek dat er maar voor 20 cellen was getekend. Dat was lang niet voldoende om tot oprichting van de vereniging te komen. Men was het er over eens dat eerst aan ledenwerving gedaan moest wor4
De Drijehornickels
April 2006
De Nuenense kluizen
↑
Afbeelding 1. Brochure van de firma die de diepvrieskluizen leverde.
← Afbeelding 2. Eerste pagina van de oprichtingsakte van de Nuenense diepvriesvereniging
5
De Drijehornickels
April 2006
den. Dat werd praktisch en voortvarend aangepakt, want op 23 maart al kon worden besloten de vereniging definitief op te richten. In deze vergadering werden 80 stemmen uitgebracht voor een 7-koppig bestuur bestaande uit de hierboven al genoemde personen plus Nico van den Heuvel. Janus Gevers werd voorzitter en Leonard Donkers secretaris. Over een penningmeester werd niet gerept. Waarschijnlijk was dit niet nodig omdat men
De Nuenense kluizen
wist dat de boekhouding via de Boerenleenbank zou gaan lopen. Het bestuur had zich degelijk voorbereid, want meteen werd volmacht gevraagd voor het aankopen van grond en voor het regelen van andere zaken zoals het aanvragen van een bouwvergunning en krediet, het bestellen van de installatie en het laten passeren van de oprichtingsakte. De volmacht werd uiteraard gegeven.
Enkele technische gegevens Zoals met veel zaken uit die tijd, kwam ook het systeem van diepvrieskluizen overgewaaid vanuit Amerika. Het collectief diepvriezen van levensmiddelen werd daar al vanaf circa 1936 toegepast. Wellicht door de ontwikkelingshulp die Duitsland na de Tweede Wereldoorlog ontving, begon de groei in Europa juist daar, in het midden van de jaren vijftig. Nederland volgde enkele jaren later, rond 1958, en vooral in die provincies waar huisslachtingen heel gebruikelijk waren. De in Amersfoort gevestigde firma Van Swaay leverde in die tijd verschillende types diepvrieskluizen. De Coöperatieve Diepvriesvereniging Nuenen had gekozen voor het zogenaamde carrouseltype. Dit systeem werd geïnstalleerd in een bakstenen gebouwtje van ongeveer 6 x 5 meter met een zadeldak van pannen. De inwendige ruimte was globaal in tweeën verdeeld. Het voorste gedeelte, de publieksruimte, was van onder tot boven wit betegeld, hetgeen deed denken aan het interieur van een ouderwetse slagerij. Het achterste gedeelte bevatte de vriesruimte met de diepvriesinstallatie en de bakken waar de gebruikers hun levensmiddelen in konden bewaren. De bakken, ook wel cellen of laden genoemd, waren gemonteerd in een carrousel, een stalen draaimolen, met 96 genummerde bakken. Door de ronde vorm van het carrousel hadden de bakken de vorm van een taartpunt. De inhoud van iedere bak was 110 liter. De bakken waren 6-hoog gemonteerd, met een totale hoogte van bijna 3 meter. Per laag waren er 16 ‘taartpunten’. Het carrousel, met een diameter van 3 meter, was robuust uitgevoerd. Dat was ook wel nodig, want indien alle bakken volledig gevuld zouden zijn, dan ging het om een gewicht van zo’n 13.000 kg. Het onderstel was opgebouwd uit een stalen frame waarop een grondraam rustte dat weer gedragen werd door een aantal steunrollen. De steunrollen waren verbonden met een centreerpunt en het geheel was stevig verankerd in de betonvloer. De aandrijving werd verzorgd door een elektromotor met vertragingskast. Het carrousel werd vanuit de publieksruimte elektrisch bediend via een eenvoudig schakelpaneel. Iedere gebruiker kon op die manier zijn eigen lade tot voor de deuropening draaien. Via de deur waren dan steeds drie laden toegankelijk. De laden konden afgesloten worden met een hangslot waarvan iedere gebruiker zijn eigen sleutel had. Er waren twee deuren, één voor toegang tot de onderste drie lagen en één voor de bovenste drie lagen van het carrousel. De bovenste deur was te bereiken via een bordes. De vriesruimte werd op -20°C of lager gehouden. De koeling werd verzorgd door een luchtgekoelde lamellencompressor met een verdamper bestaande uit een buizenstelsel. De gebruikte koelvloeistof was freon. Het koellichaam was voorzien van een elektrische ontdooi-inrichting waardoor de koelcapaciteit constant bleef. De gehele vriesruimte was geïsoleerd met een 20 cm dikke laag styropor (piepschuim). Verder bestond de vriesinstallatie nog uit een systeem van thermostaten, ventilatoren en schakelapparatuur.
6
De Drijehornickels
April 2006
Bouwperiode
De Nuenense kluizen
over het niet betaalde bedrag van het eigen aandeel en exploitatiekosten, zoals stroom en onderhoud, moeten betalen. Inmiddels wist men hoeveel de totale investering zou bedragen en hoeveel krediet men van de bank nodig had. Zodoende kon in de bestuursvergadering van 3 mei, waarvoor ook Jan Coolen, kassier van de Boerenleenbank was uitgenodigd, worden besloten de aandelen op 250 gulden te stellen (red. : de kassier was degene die de feitelijke leiding van de bank had). De eerste storting op de aandelen werd op 25 gulden gesteld. De notulen vermelden: ‘De secretaris kreeg opdracht de heer Deelen van de CHV te bellen dat deze de benodigde aandelen kon laten drukken’. De exploitatiekosten zouden worden omgeslagen over de leden en werden voor het eerste jaar vastgesteld op 10 gulden per lade.
Men had kennelijk al een geschikte plaats op het oog; een perceel aan de Hendrikstraat, waar sinds 1954 ook het pakhuis van de Boerenbond was gevestigd. De eigenaar van de grond, de Landbouwwerktuigencoöperatie vroeg 500 gulden voor een stukje grond van 200 m2. Alhoewel enkele bestuursleden de prijs wat te hoog vonden, werd tijdens een bestuursvergadering op 2 april toch besloten tot aankoop. Er werden nog meer belangrijke beslissingen genomen. Een voorlopige bestelling voor een carrouselinstallatie met 96 cellen werd geplaatst bij firma Van Swaay. De levertijd zou 8 weken bedragen, gerekend vanaf het passeren van de oprichtingsakte. Bij Timmerbedrijf J. Noten uit Leende was eerder al prijsopgave gevraagd voor het zetten van het gebouwtje. Het werd aan de heer Noten gegund voor een prijs van 4628 gulden. Het bestuur besloot om zelf het grondwerk te doen en mevrouw Van Gennip zou zorgdragen voor het benodigde zand. Zaterdag 5 april 1958 was een historische dag. De bouwput werd gegraven. Enkele dagen later, op 7 april werd deze ingewaterd. Op 17 april, een week na het passeren van de oprichtingsakte, werd de bestelling bij Van Swaay definitief. Nuenen zou niet de eerste plaats in NoordBrabant worden met een diepvrieskluis van het carrousseltype. Die eer kwam Leende toe. Het bestuur was benieuwd hoe het daar was en men ging op 26 april naar Leende waar ‘de heer Paul Smulders, luidruchtig zoals altijd en tevens wat trots (waar ook wel reden voor was) hun diepvrieskluis toonde’.
Financiële zaken
Afbeelding 3. De leden kregen het recht op gebruik van een lade door een aandeel te kopen (een blanco exemplaar van de Sonse vereniging).
Het was vanaf het begin natuurlijk helder hoe de financiële rechten en verplichtingen voor de leden in principe geregeld zouden gaan worden. De leden kregen het recht op gebruik van een lade door een aandeel te kopen voor een nog te bepalen bedrag. Dat bedrag kon in één keer of in 10 jaarlijkse termijnen worden voldaan. Daarnaast zou men jaarlijks rente
Feestelijke opening De bouw en de plaatsing van de installatie verliep voorspoedig, behalve de elektrische 7
De Drijehornickels
April 2006
De Nuenense kluizen
en na afloop begaf het bestuur zich met de genodigden naar café Renders, nu café De Zwaan, waar tussen de koffie en het gebak de rekeningen van de aannemers en de timmerman werden gecontroleerd en goedgekeurd.
aansluiting door de PNEM. Het bestuur had de datum van de ingebruikname al vastgesteld, maar het zag er niet naar uit dat het zou gaan lukken. Om de ingebruikname op die datum te kunnen laten doorgaan, werd door de technische dienst van de CHV een noodleiding aangelegd. Op 27 juni 1958 was het dan zover. Toch zou de officiële opening van de kluis pas in het najaar plaatsvinden. Het aantal verhuurde cellen op 27 juni bedroeg ruim 50 cellen, dus iets meer dan de helft van het totaal. Kennelijk hadden de Nuenenaren eerst de kat uit de boom gekeken want de laatste van de 96 cellen werden in heel korte tijd verhuurd. In de notulen wordt het trots vermeld ‘Op 7 juli j.l. ’s avonds om 9.40 u precies werden de laatste 2 cellen verhuurd. Hieruit blijkt duidelijk hoe snel de cellen na de opening werden verhuurd, namelijk van 27 juni tot en met 7 juli van ruim 50 cellen naar de 96 cellen. Dus in 10 dagen werden ruim 40 cellen uitgegeven’.
Uitbreiding Het gehele project was zo voorspoedig verlopen dat op 1 oktober 1958, nog vóór de officiële opening van de eerste kluis, tijdens een bestuursvergadering werd besloten een circulaire op te stellen om daarmee de interesse te polsen voor een tweede te bouwen kluis. De circulaire zou huis aan huis bezorgd worden. Op 4 november al nam het bestuur het besluit om in Gerwen te gaan bouwen, mits 50% van de kluis bezet zou zijn. Om leden te werven zou men weer een excursie organiseren. Ditmaal hoefde men niet meer zo ver, ze konden nu in de Hendrikstraat terecht. Kennelijk kwamen er daarna genoeg nieuwe leden bij, ook nog uit Nuenen en Eeneind, want op de algemene ledenvergadering van 1 december 1958 werd door de voorzitter volmacht gevraagd voor de bouw van nog eens drie kluizen. De notulen vermelden dat er werd ‘gestemd met zitten en opstaan’. De volmacht werd verkregen en met de voorbereidingen voor de bouw van nieuwe kluizen in Gerwen, Nuenen en Eeneind kon worden begonnen. Men zou bij firma Van Swaay drie installaties tegelijk bestellen en trachten daarvoor een zo groot mogelijke korting te bedingen. Tijdens de vergadering op 12 december wist het bestuur na stevig onderhandelen toch maar een geringe korting in de wacht te slepen: nog geen 3% op de aankoopprijs! De drie installaties met ieder 80 cellen, zouden 48.750 gulden gaan kosten.
Men vond woensdag 22 oktober een mooie gelegenheid voor de officiële opening van de kluis. Dan zou door de Boerinnenbond moederdag worden gevierd. De pastoor zou natuurlijk voor de inzegening zorgen. De notulen vermelden ‘Als verrassing voor de Eerw. Heer Pastoor zal door Mevr. Van Gennip voor een carbonade en een haan gezorgd worden’. Het is niet bekend waarom het op deze woensdag toch niet door kon gaan. Het werd een weekje later, dinsdag 28 oktober. Er waren heel wat genodigden. Natuurlijk een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur in de persoon van wethouder André van Wijk. Verder pastoor Aldenhuysen, de directeur van de firma Van Swaay met zijn vertegenwoordiger, de heer Noten van het gelijknamige timmerbedrijf dat de bouw had verzorgd, de heer Deelen van de CHV uit Veghel en de heer Smulders van de eerder genoemde diepvriesvereniging uit Leende. Als eerste hield de voorzitter van de vereniging een toespraak, waarna wethouder van Wijk de officiële opening verrichtte. Daarna was het de beurt aan de pastoor die de inzegening verzorgde en aansluitend sprak over het nut van een diepvrieskluis. Er volgde nog een aantal speeches
Voor Nuenen had men al grond op het oog aan wat toen nog de Beekstraat heette, nu Houtrijk. Deze grond was eigendom van Tijn Smits en zou 300 gulden moeten gaan kosten. In Gerwen en Eeneind was men nog niet zo ver. In de vergadering van 18 december werd ten behoeve van de nieuwbouw het bestuur uitgebreid met twee leden die meteen een
8
De Drijehornickels
April 2006
De Nuenense kluizen
Afbeelding 4. Het diepvriesgebouwtje aan het Houtrijk in Nuenen (Foto: J. Parmentier, 2001) missie meekregen: ‘De voorzitter sloot de vergadering na de twee nieuwe bestuursleden op het hart te hebben gedrukt toch vooral vlug een geschikte bouwplaats op te zoeken’. Dat lukte vrij snel. In Gerwen aan het Laar werd voor een koopsom van 250 gulden een stuk grond verworven. Maar ‘omdat de aansluiting op het electriciteitsnet met zeer hoge kosten gepaard zou gaan’, moest naar een andere oplossing worden gezocht. De voorlopige koopakte was echter al getekend maar kon voor 40 gulden worden afgekocht. Nog diezelfde avond werd voor dezelfde prijs een ander stuk grond in Gerwen gekocht, eveneens aan het Laar maar dichter bij de bebouwde kom van Gerwen. Later volgde nog de aankoop van grond aan de Eeneindseweg.
Afbeelding 5. Het diepvriesgebouwtje aan het Laar in Gerwen (Foto: H. Korpershoek, 2006) goedkeuring, al snel begonnen met de bouw van de drie kluizen. Op 24 maart 1959 kwam de goedkeuring voor Gerwen, op 7 april voor Nuenen, maar die voor Eeneind bleef uit. Er werd herhaalde malen naar Bouw- en Woningtoezicht ’s-Hertogenbosch gebeld. ‘Dit alles had vele loze beloften tot gevolg’. Pas op 9 juni
Rond het verkrijgen van de bouwvergunningen waren wat perikelen. Men was na 12 december, in afwachting van de ambtelijke
9
De Drijehornickels
April 2006
werd ook voor deze bouw ‘de vergunning zonder een enkele conditie verstrekt’. De bouw van de kluizen verliep waarschijnlijk zonder veel problemen, want in de notulen zijn hierover geen bijzonderheden vermeld. De officiële opening van de drie kluizen ging, net als bij de eerste, gepaard met een inzegening door de pastoor. In Gerwen zou dat plaats vinden op zondag 7 februari 1960 waarbij aan pastoor Van Griensven als blijk van waardering een geschenk ter waarde van 15 gulden werd aangeboden.
De Nuenense kluizen
deze verdween. Al dan niet met advies van de diverse vrouwenorganisaties, sloeg men aan het invriezen. Maar vrij snel ontstonden er toch wat problemen met de installaties door ondeskundig gebruik. Het bestuur stuurde een aansporing naar de leden om vooral met de nodige voorzichtigheid te werk te gaan. ‘Bij uitblijven van resultaten zullen verdere maatregelen overwogen worden’. In hetzelfde jaar nog laat het bestuur een circulaire uitgaan waarin onder andere staat: ‘ Wij hebben er begrip voor dat huismoeders (en huisvaders) niet steeds uit het gezin weg kunnen, doch wij achten het niet verantwoord de leden hoge omslagkosten in rekening te brengen wegens geknoei aan de installatie door kinderen’. Ook wordt het boekje ‘Zelf diepvriezen’ aan de leden ter beschikking gesteld. In 1962 zou het bestuur via de CHV Veghel trachten een demonstratieles in diepvriezen te laten organiseren door de Boerinnenbond. Er zijn ook problemen van andere aard. In 1962 meldde één van de leden dat producten uit zijn lade waren gestolen. Men adviseerde om hiervan aangifte te doen bij de politie. Het is niet bekend of dat inderdaad werd gedaan. In 1963 werd door diverse leden bij het bestuur aangedrongen op maatregelen om schade door baldadigheid van de jeugd te bestrijden, waarbij lampjes en nummerglaasjes het mikpunt zijn. Toch waren deze jaren de bloeitijd van de vereniging. Alle laden, in totaal 336, waren verhuurd. Er was zelfs een wachtlijst.
Afbeelding 6. Het diepvriesgebouwtje aan de Eeneindseweg nabij de spoorwegovergang (Foto: H. Korpershoek, 2006)
Diepvriezen Vanzelfsprekend moesten de leden met deze nieuwigheid leren omgaan. Er waren in die tijd voor het grote publiek zelfs nog geen koelkasten beschikbaar. Behalve wecken kende men van huis uit velerlei handige huismiddeltjes om etenswaren zo lang mogelijk goed te houden. Jonge groente werd in een stenen kom gestopt en met een vochtige doek afgedekt. Tomaten werden in papier gewikkeld en in de kelder gelegd. Ham of worst werd echt niet weggegooid als er een schimmeltje op kwam. De schimmel kon met een papje van zout en water ingesmeerd worden waardoor
Einde van de kluizen De kluizen waren inmiddels tien jaar in gebruik toen de voorbode van een naderend einde zich aandiende. Er waren vanaf het begin al regelmatig mutaties maar dan werden de laden toch weer snel verhuurd. In 1969 werd in het jaarverslag al opgemerkt dat verschillende leden hun lidmaatschap wilden beëindigen. Er was een ontwikkeling merkbaar dat mensen liever een eigen diepvries willen hebben. Die waren inmiddels voor een redelijke
10
De Drijehornickels
April 2006
De Nuenense kluizen
wat ‘feestjes’ betreft optimistisch, want in maart 1975 nam men zich voor om begin juni een reisje te maken. Twee bestuursleden zouden een programma opstellen. Later blijkt, zo lezen we in de notulen van 25 februari 1976, dat het reisje niet is doorgegaan wegens ziekte van enkele leden en omdat ‘geen passend programma kon worden vastgesteld’. Het lijkt echter aannemelijker dat men het reisje zelf niet meer ‘passend’ vond nu ook het doek over de laatste kluis zou gaan vallen.
prijs te koop. Twee jaar later waren in Gerwen en op de Boordseweg al zoveel laden niet meer in gebruik dat de kosten voor de overblijvende gebruikers onevenredig hoog dreigden te worden. Bovendien stonden er de nodige reparaties voor de deur die een rendabele exploitatie onzeker of zelfs onmogelijk zouden kunnen maken. Dat bleek inderdaad het geval te zijn, want in de uitnodiging voor de algemene ledenvergadering van 25 februari 1971 waren de enige twee agendapunten: 1. Voorstel tot sluiting van één of meerdere kluizen 2. Machtiging van het bestuur tot vervreemding van de installatie(s).
Nadat alle vier de kluizen waren gesloten, nam het bestuur zich voor om een algemene ledenvergadering uit te schrijven met als enige agendapunt de ontbinding van de vereniging. Die vergadering was gepland in de week van 8 tot en met 12 november 1976. In het notulenboek is geen verslag van die vergadering te vinden, maar wel van een bestuursvergadering die ruim drie jaar daarna, in januari 1980, werd gehouden. ‘De secretaris zet uiteen waarom het besluit tot opheffing van de vereniging destijds niet is uitgevoerd’. Het ‘waarom’ werd niet vermeld. In die bestuursvergadering werd besloten om opnieuw een opheffingsvergadering te beleggen. Het bestuur stelde regels vast voor het geval dat er minder dan 2/3 van het aantal leden aanwezig zouden zijn. Dan kon men namelijk niet tot opheffing besluiten. Niet ongegrond, want op die bewuste avond, donderdag 8 februari, ’s avonds om half acht, bleken, inclusief het bestuur, slechts zeven personen aanwezig te zijn,. De voorzitter liet de eerder vastgestelde regel tot uitvoering komen en sloot de vergadering. Hij verzocht de aanwezigen om klokslag 9 uur weer bij elkaar te komen. Dat is dan echt het einde: ‘Het voorstel tot ontbinding wordt met algemene stemmen aangenomen’.
Om de leden een duwtje in de rug te geven bood het bestuur via firma Van Swaay een gunstige regeling aan voor de aankoop van een diepvrieskist van het merk Esta, eveneens geproduceerd door genoemde firma. Er waren zeven modellen met een inhoud variërend van 120 tot 600 liter. De leden zouden een korting van 10 tot 30% krijgen op de normale prijs plus een gratis diepvriespakket ter waarde van 100 gulden. Na veel overleg tussen bestuur en ongeveer 100 aanwezige leden, werd het voorstel in stemming gebracht om de kluizen Gerwen en Boordseweg te sluiten. Het voorstel werd met grote meerderheid van stemmen aangenomen. Er werden nog wat nadere afspraken gemaakt over de datum van sluiting en, voor degenen die dat wilden, overstappen naar de kluizen aan het Houtrijk en van Eeneind. Dan gaat het ook snel bergafwaarts met deze overgebleven kluizen. Per 26 mei 1973 werd de kluis op Eeneind buiten gebruik gesteld. De kluis aan het Houtrijk werd op 30 april 1976 van de elektriciteit afgesloten. Opmerkelijk is dat in een bestuursvergadering van begin 1973, besloten werd om de volgende vergadering te houden ‘met een feestelijk tintje (15 jarig bestaan)’. Of dat daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, is niet bekend. In de latere notulen is niets te vinden dat duidt op een dergelijk ‘tintje’, maar het moet niet worden uitgesloten dat men er toch een ‘pintje’ op heeft gedronken. Ondanks de naderende ondergang van de vereniging bleef het bestuur
De notulen van deze vergadering vermelden als laatste dat het batig saldo naar een drietal verenigingen zou gaan. Het zal niemand verbazen dat juist die verenigingen bedacht werden waar de bestuursleden van de diepvriescoöperatie hun bestuurlijke kwaliteiten ook aanboden. Dat waren de bejaardenbond Nuenen (de latere KBO waar Janus Gevers voorzitter was), de K.V.O. Nuenen-Gerwen
11
De Drijehornickels
April 2006
De Nuenense kluizen
Bronnen
(de vroegere Boerinnenbond waarvan Frieda van Gennip de oprichtster was) en brassband ‘De Vooruitgang’ (waar Tijn Smits voorzitter was). Zij ontvingen ‘ieder een som van gelijke grootte tot een maximum van f 1000 of zoveel minder indien na vereffening van de lopende of alsnog noodzakelijk te maken kosten het totaal niet toereikend is’.
•
Wat overbleef De als eerste gebouwde kluis in de Hendrikstraat heeft na de sluiting in 1971 ook als gebouwtje niet lang meer dienst gedaan. Het werd omstreeks 1974 afgebroken. De andere voormalige kluizen bestaan als gebouwtje nog steeds. Die aan het Houtrijk in Nuenen en aan het Laar in Gerwen, nu met huisnummer 15, zijn aangepast aan hun huidige functie als opslagruimte of garage. In de voorgevel is een grote toegangsdeur geplaatst. De voormalige kluis op Eeneind, net over het spoor, op het perceel van het woonhuis Eeneindseweg 31, heeft nog de originele voorgevel met deur en twee ramen.
• •
Dat de geschiedenis van de verschillende coöperatieve diepvriesverenigingen niet overal zo verlopen is, blijkt uit die van de diepvriesvereniging uit Son. Daar heeft deze vereniging nog zo’n 25 jaar langer (!) dan in Nuenen, tot het jaar 2001, bestaan. Het gebouwtje uit 1959, aan de Driehoek bij het kanaal, is daarna in snel tempo vervallen. Er werd ingebroken om onderdelen te slopen en als oud ijzer te verkopen. De deuren en ramen waren kapot en het werd overwoekerd door klimplanten, maar werd nog net op tijd voor de definitieve ondergang gered. Door particulier initiatief en met medewerking van de gemeente Son en Breugel is het in 2004 weer in de oorspronkelijke staat, met draaiend carrousel, hersteld. Het heeft onder andere een functie gekregen als verkooppunt van de nabijgelegen biologische boerderij ‘De Blije Big’ in het natuurgebied ‘De Boktse Beemden’.
12
Enkele archiefstukken van de diepvriesvereniging, te weten het notulenboek vanaf de oprichting tot de opheffing van de vereniging, twee ledenregisters, het kasboek en een aantal losse documenten, waaronder een bijvoegsel van de Nederlandse Staatscourant van woensdag 6 augustus 1958, waarin de notariële akte van de oprichting integraal is vermeld. Deze stukken zijn in bezit van de heemkundekring De Drijehornick. De bouwvergunningen van de vier kluizen, via gemeente Nuenen c.a. Enkele voornamelijk technische documenten, afkomstig van de voormalige diepvriesvereniging Son, ter beschikking gesteld door de heer Mees Dekker, die zich samen met de heer Mari van Boxtel in 2004 sterk heeft gemaakt om het Sonse gebouwtje te restaureren.
De Drijehornickels
April 2006
Schelmenstreken in Gerwen
SCHELMENSTREKEN IN GERWEN Vloekende vechtersbaas veroorzaakt opschudding -Door Joop Glasbergen Op 1 juni 1785 legden in de raadkamer van Nuenen-Gerwen vier mannen en twee vrouwen, luiden van eer, staande ter goeder naam en faam bekend, verklaringen af. Zij waren getuigen geweest van gebeurtenissen die ruim drie weken eerder hadden plaatsgevonden op twee plaatsen in Gerwen, maar hadden hetzelve nog levendig en versch in geheugen. Geen van hen had er bezwaar tegen om hetgeen daarvan door de secretaris van de schepenbank was genoteerd, in handen van president-schepen Dirk van Lieshout, met de woorden “Zo Waerlijk helpe Mij God Almagtig” te bezweren en, voor zover zij de schrijfkunst machtig waren, met hun handtekening op papier te bekrachtigen.1 Aan de hand van deze getuigenissen zijn de voorvallen als volgt te reconstrueren.
Eerste tafereel
voldoende om zich beledigd te voelen. Hij werd onmiddellijk handtastelijk. Met geweld scheurde hij bij Jan de das van den hals met nog een stuk van den halsboort en sloeg hem vervolgens tegen de grond.
In de herberg van Willem de Vries in Gerwen zaten in de avond van zondag 8 mei 1785 een aantal mannen in de haard. Aangenomen mag worden dat ze bier dronken en het niet bij één kroes lieten. Toen dientengevolge één van hen naar buiten ging om zijn water te maken, volgden onmiddellijk twee anderen zijn voorbeeld. Mogelijk hebben ze daar, rekening houdend met de wind, op een rijtje in de schemering naast elkaar gestaan. Toch voelde één van de mannen, de zevenentwintigjarige Jan van Vijfeijken, vrijwel meteen nattigheid. Hij merkte dat Johannes Maasakkers hem tegen de beenen ofte lijff piste.
De derde man die de natuurlijke drang had gevolgd, was Jan Aarts. Hij zag alles gebeuren maar bemoeide zich er niet mee als daar niets meede te doen willende hebben. Teruggekeerd in de herberg vertelde hij wel dat er buiten kwestie off rusie was en dat Jan van Vijfeijken geslagen werd. Hij vroeg of er niemand was die hem wilde gaan ontzetten. De veertigjarige Hendrik Donkers ging daarop naar buiten en keerde met het slachtoffer terug.
Waarom Johannes dat deed vermeldt de acte niet. Was het een banale grap of mocht hij Van Vijfeijken niet, simpel omdat deze geen dorpsgenoot was maar uit Breugel kwam? Of was het slechts dronkemans onhandigheid? In ieder geval was de Breugelnaar te onvrede wegens die onbeschoftheijd. Dat liet hij merken door Maasakkers toe te voegen: “Gij zijt een leelijkert.” Of dit een constatering was van lichamelijke kenmerken of sloeg op het buitenissige gedrag, of beide, is uiteraard niet na te gaan. Voor de aldus toegesprokene – die we nog zullen leren kennen als een snel aangebrand persoon, die over een ruime voorraad scheldwoorden beschikte – was het in ieder geval
Afbeelding 1. Wildplassen is niet formeel strafbaar gesteld in het wetboek van Strafrecht maar kan wel als verstoring van de openbare orde beboet worden. 13
De Drijehornickels
April 2006
Over de onderdeur
Schelmenstreken in Gerwen
Voor Donkers was de maat nu vol, hij kon deze insolentieën niet langer dulden. Hij pakte een stok en ging naar buiten, waar Maasakkers hem meteen de hoed van zijn hoofd sloeg. Het tweetal raakte vervolgens handgemeen.
Johannes Maasakkers was met de tussenkomst van Donkers niet ingenomen. Hij kwam voor de onderdeur van de herberg staan, raasende en vloekende, en schold Donkers uit voor luiskloot, blixemse vos en meer andere insolente2 benamingen. Hij vroeg of Donkers het voor Jan van Vijfeijken wilde opnemen. Met “Roijen blixem, komt er maar uijt”, daagde hij hem uit naar buiten te komen, maar Donkers ging daar niet op in. Hij wilde met iedereen goede vrienden blijven. Kennelijk stond hij vlak voor de deur want plotseling greep Maasakkers hem bij zijn haren om hem over de onderdeur te trekken, wat hem niet lukte omdat Donkers zich wist los te maken.
Versterking Het lukte Donkers zijn uitdager onder de voet te krijgen. Maar Johannes Maasakkers was niet alleen. Hij had zijn oudere broer Hendrik meegebracht. Die begon zijn naamgenoot met een houd off stok te slaan, waarop Donkers Johannes losliet om zich tegen de nieuwe aanvaller te defendeeren.3 De drie vrouwen waren ondertussen vol angst en vreese naar buiten gekomen en begonnen luidkeels om hulp te roepen, hoewel Hendriks moeder door ouderdom – zij was 76 jaar - niet naauwkeurig heeft konnen in agt neemen wat voorviel. Op dit meerstemmig geschreeuw kwam Joost Hendrik Joosten af. Hij was kennelijk een man van gezag of een krachtpatser, want hij wist de kemphanen te scheiden en hij zorgde er ook voor dat Donkers en de vrouwen veilig in huis konden terugkeren. Johannes Maasakkers bleef nog een poos voor het huis staan vloeken en schelden. In die tijd sneuvelden drie ruiten van de glasen boven de deur.
Willem de Vries stelde zich kennelijk op het standpunt, dat hij zich als waard niet hoefde te bemoeien met alles wat zich buiten zijn gelagkamer afspeelde. Hij deed niets. Twee andere herbergbezoekers, Jan Habraken en Willem Zengers, beiden uit Nederwetten, trachtten Johannes Maasakkers door reedene bij de deur te verwijderen hetgeen hun dan lukte. Waarop de bovendeur werd toegesloten. Na enige tijd verliet Donkers de herberg via de achterdeur. Op weg naar huis kwam hij Maasakkers niet tegen. Maar die was nog wel in de buurt.
Moeder Donkers vond de volgende dag in de ochtendstond bij het huis twee klippels off stokken, zijnde de eene de steel van een gied-blok (?, red.) en de andere een afgebrooken berkeheester.
Tweede tafereel Toen Hendrik Donkers laat in de avond thuis kwam, waren Johanna van Lieshout, zijn vrouw, Geertruij, de weduwe van Leendert Aart Donkers, zijn moeder, en de dienstmeid al naar bed. Maar ze sliepen nog niet. Moeder Donkers wilde nog iets met Hendrik bepraten en kwam uit bed om de lamp aan te steken. Vrijwel gelijktijdig werd de huisdeur opengestoten en stond Johannes Maasakkers in of voor het deurgebont te razen en te tieren. Weer klonk: “Komt er maar uijt”, met de toevoeging “Ik moet u vanavond hebben”.
Maandag 9 mei 1785 Tot zover is het verhaal gebaseerd op gegevens uit de acte. Men behoeft niet over uitzonderlijke verbeeldingskracht te beschikken om zich te kunnen voorstellen wat er vervolgens in Gerwen en Nuenen gebeurde. In een kleine gemeenschap, waarin het alledaagse leven bepaald wordt door de seizoenen, de dagen van de week en de uren van de dag, levert elk uitzonderlijk voorval stof tot praten op.
14
De Drijehornickels
April 2006
Schelmenstreken in Gerwen
Afbeelding 2. Gevecht in herberg. Schilderij van Jan van de Venne, 17de-eeuwse schilder in de Zuidelijke Nederlanden.
dat Johannes Maasakkers er bij hem voorlopig niet meer in komt. De gasten drinken dan snel hun dunnebier op, leggen wat muntgeld op tafel en vertrekken want er wacht nog werk.
Onder de vele nieuwsgierigen die in de loop van de dag eens bij huize Donkers komen kijken, is ook een glazenmaker. Hij belooft de ruitjes eerstdaags te vervangen. De schade valt mee.
In de pastorie aan de Berg in Nuenen stelt dominee Hanewinckel, de Nederduits Gereformeerde predikant, vast dat er bij het incident alleen papisten betrokken waren en geen van zijn gemeenteleden. Dat stelt hem gerust want het is, helaas, wel eens anders geweest. Bij bruiloften en andere partijen waarbij veel alcohol te pas komt, wordt nog altijd luidruchtig en met nauwelijks verhuld leedvermaak gepraat over Christiaan Cleene, de protestantse dorpsschoolmeester, die, hoewel dat inmiddels al vijftig jaar geleden is, schandaal op schandaal veroorzaakte.
De kwalijk riekende broek van Jan van de Vijfeijken wordt met de gezinswas in schuimend sop gewassen. Een snijder neemt op zich de kapotte halsboord te herstellen. Herbergier Willem de Vries krijgt gasten over de vloer, die hij anders zelden ziet. Aan iedereen die dat het wil horen, en dat wil iedereen, vertelt hij wat zich de vorige avond in en om zijn etablissement heeft afgespeeld. Zonder dat hij daar erg in heeft, wordt zijn aandeel in het verhaal steeds belangrijker. Aan het einde van elke vertelling zegt hij met stemverheffing
Minder tevreden is Peter Maasakkers, een broer van Johannes en Hendrik. Hij is getrouwd met Johanna van Lieshout, een gelijknamige nicht van de vrouw van Hendrik Donkers. In februari is hij peter geworden van 15
De Drijehornickels
April 2006
Schelmenstreken in Gerwen
hun tweede kind. Op de deel van de boerderij veegt hij zijn beide broers, die inmiddels weer nuchter en aan het werk zijn, de mantel uit. Of ze zot zijn? De moeder van zijn petekind is nog steeds overstuur. Zijn vrouw is er heen met wat eieren. De hele omgeving spreekt er schande van. En dat is niet overdreven.
zelfde jaar als zijn oudste broer Hendrik, in de echt verbonden met Anna van der Vijfeijken, die vrijwel zeker een familielid was van de man die in 1785 nattigheid voelde. Ruim genomen waren of werden de hoofdpersonen uit dit streekverhaal dus verwanten.
Ruim driehonderd meter verder zegt een boerin tegen haar man: “Die twee van Maasakkers moesten maar eens trouwen, dan worden ze wel rustiger. De oudste is al vijfendertig, geloof ik. Sinds hun moeder vorig jaar gestorven is, let niemand meer op die mannen. Ze doen steeds gekker. Het is schande.” “Zo is ’t precies.”
Verantwoording Dit artikel is een mengeling van feit en fictie. De cursief gedrukte gedeelten zijn letterlijk aan de acte van 1 juni 1785 ontleend. Ook alle bij naam genoemde personen komen daarin voor. De schrijver werd op deze acte geattendeerd door Nico Nagtegaal. Enkele genealogische gegevens zijn ontleend aan de Doop-, Trouw- en Begraafboeken van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten.
En verder Op welke wijze Johannes en Hendrik Maasakkers voor hun gedrag op 8 mei 1785 hebben moeten boeten, is niet bekend. Waarschijnlijk zijn ze door de kwartierschout van Peelland in de gelegenheid gesteld te “composeren”, wat inhield dat ze met een flinke som gelds rechtsvervolging konden afkopen. Dat middel werd in betrekkelijk lichte gevallen als deze, waarbij geen doden of ernstig gewonden vielen en evenmin aanzienlijke materiële schade was aangericht, bij voorkeur toegepast. Althans als de beklaagden financieel draagkrachtig waren. En dat waren de gebroeders Maasakkers tot op zekere hoogte. In de boedelinventaris van hun moeder zat onder meer een huis, hof en aangelag aan het Laar en een reeks akkers en beemden.4
Noten Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe), Oud Archief Nuenen (OAN), inv. nr. 70, f. 22. De getuigenverklaringen werden opgetekend in opdracht van Jan Willem van Nouhuijs, stadhouder des Quartiers van Peelland. Aanwezig waren de schepenen Jacobus Duijtz en Paulus den Besten. Hendrik Donkers, alsmede zijn vrouw en moeder waren de schrijfkunst niet machtig. 1
insolent, insolentiën betekent resp. kwaadwillig en baldadigheden. 2
3 4
Johannes Maasakkers trouwde in 1786 met de dertien jaar oudere Maria Swinckels, weduwe van Goort Sleegers. Zijn broer Hendrik trad drie jaar later in het huwelijk met de vijfendertigjarige Dorothea Thijssen ook Dora Swinckels genoemd. Zij waren geen zusters maar behoorden waarschijnlijk wel tot hetzelfde geslacht. Hun broer Peter Maasakkers was omstreeks 1800 schepen van NuenenGerwen. Jozef, de jongste telg van Gaspar van Maesackers en Maria Joosten, werd in het
16
defendeeren is verdedigen. RHCe, OAN, inv. nr. 70, f. 1v.
De Drijehornickels
April 2006
Boekbespreking: Heiligen onder het mes
BOEKBESPREKING VAN
HEILIGEN ONDER HET MES - Door Rob Verhallen Eind 2005 bracht de heemkundekring De Drijehornick op verzoek van het Comité Herinrichting en Restauratie Interieur Clemenskerk Nuenen het boek ‘Heiligen onder het mes’ uit. Het boek is geschreven door Willem Coolen, Chantal Hooyberghs, Tjeu Hermans en John Parmentier. De laatste twee, beiden lid van de werkgroep publicaties van onze heemkundekring, hebben ook de redactie voor hun rekening genomen. De onlangs gerestaureerde houten beelden van een aantal katholieke heiligen vormen het onderwerp van dit boek. De beelden behoren tot de H. Clemenskerk in Nuenen. Het boek bestaat uit drie delen. Allereerst wordt een boeiende levensbeschrijving van de zeven afgebeelde heiligen gegeven. Vervolgens beschrijven de auteurs de geschiedenis van de beelden. Tot slot komt het minutieuze proces van de historische reconstructie van de beelden aan de orde.
Vormgeving en afbeeldingen
Levensbeschrijving
Heiligen onder het mes is al weer het vierde boek dat de heemkundekring De Drijehornick uitbrengt sinds dat in het Van-Goghjaar 2003 Ik voel mij thuis daar gepubliceerd werd.1 Daarnaast heeft de werkgroep Publicaties van de heemkundekring afgelopen jaren ook meegewerkt aan enkele andere uitgaven.2 Bij al deze uitgaven lag de redactie, de vormgeving en het publicatieproces in handen van medewerkers van de heemkundekring. Anders dan bij deze eerdere publicaties is bij Heiligen onder het mes de opmaak en fotografie volledig uitbesteed aan professionals. Wat dan ook direct opvalt aan dit boek zijn de werkelijk prachtige afbeeldingen van de heiligenbeelden en van het reconstructieproces. Dankzij de vele paginagrote full color foto’s zijn alle facetten van de beelden en het reconstructieproces zeer gedetailleerd zichtbaar. Ook de consequent doorgevoerde vormgeving is bijzonder aansprekend en functioneel. Zo zien we bij het hoofdstuk dat handelt over de geschiedenis van de heiligen over de volle linkerpagina telkens een prachtige foto van het beeld waar we op de rechterpagina de levensbeschrijving van de heilige kunnen lezen, vaak nog verluchtigd met detailfoto’s. Een zelfde lay-out zien we terug bij het hoofdstuk dat gaat over de historische reconstructie.
Het eerste deel geeft dus een beschrijving van het leven van de afgebeelde heiligen. Achtereenvolgens wordt verteld wie de afgebeelde Antonius, Ambrosius, Lucia, Andreas, Clemens, Josef, Quirinus, Catharina, Clara, Anna, Gregorius, Petrus, Paulus en Antonius Abt zijn geweest en wat hun betekenis is (geweest) voor de katholieke kerk. Zo kunnen we lezen dat de heilige Petrus aangeroepen wordt tegen koorts, onvruchtbaarheid, flauwvallen en tegen inbraak (p. 41). Over kerkvader Gregorius staat vermeld dat hij een van de 16 (!) heiligen is met deze naam (p. 39). En over Catharina van Alexandrië (één van de tien heilige Catharina’s) schrijven de auteurs dat het niet zeker is dat zij ook echt bestaan heeft (p. 33). Deze constatering is natuurlijk van zeer triviaal belang, want het katholicisme gaat natuurlijk niet over zekerheden maar over geloof.
Geschiedenis van de beelden Nadat de heiligen geïntroduceerd zijn, wordt de geschiedenis van de beelden in de Clemenskerk uit de doeken gedaan. Uit de schaarse bronvermeldingen hebben de onderzoekers kunnen reconstrueren dat deze beelden in de jaren 1902-1907 in deze Nuenense
17
De Drijehornickels
April 2006
kerk geplaatst zijn. Ze zijn gemaakt in het atelier van de Stratumse beeldhouwer Jan Custers. Aanvankelijk waren het 15 beelden. Onder allerlei maatschappelijke en culturele invloeden raken de beelden echter in verval. De auteurs geven een zo gedetailleerd mogelijke weergave van 20e-eeuwse kerkhistorische processen als versobering en vernieuwingsdrang die grote invloed hebben gehad op de staat van de onderhavige beelden. Ook reconstrueren zij op welke plaats de beelden in de loop der jaren in de kerk stonden.
Boekbespreking: Heiligen onder het mes
zijn oproep aan gemeentelijke en kerkelijke overheden (en aan alle Nuenenaren) om in de toekomst toch vooral te waken voor het behoud van ons cultureel erfgoed. De geschiedenis van de beelden geeft daar nog steeds aanleiding toe! De inleiding bij de presentatie is hieronder afgedrukt. Het eerste exemplaar van het boek werd vervolgens overhandigd aan Jos Deckers als vervanger van wijlen pastor Henk Gerrits, aan wie het boek is opgedragen. En eigenlijk was hiermee het achtste en voorlopig laatste bedrijf voltooid: de totstandkoming van het boek Heiligen onder het mes waarmee de historische reconstructie voor eeuwig is vastgelegd.
Reconstructie Het laatste hoofdstuk gaat over de reconstructie van de beelden. Door allerlei modegrillen van de afgelopen eeuw waren de beelden meerdere malen wit overgeschilderd en gelakt. De oorspronkelijke verflaag was echter nog aanwezig. Na een uitgebreid onderzoek wordt gestart met het herstel van de 7 beelden. Het is geen restauratie maar een historische reconstructie. De oorspronkelijke verflaag was immers nog aanwezig.
Slot
Dit minutieuze reconstructieproces is gedetailleerd beschreven door Willem Coolen en Chantal Hooyberghs. Zij zijn ook degenen geweest die het uitgevoerd hebben. Coolen en Hooijberghs hebben gelukkig geen last van beroepsdeformatie. Ondanks dat zij de specialisten zijn, verstaan ze toch de kunst hun vak duidelijk uit te leggen, zodat het ook voor leken goed te begrijpen is.
De onderzoekers, auteurs, redacteuren en vormgever hebben een prachtig kunstwerk afgeleverd. Iets waar de heemkundekring trots op kan zijn. Wederom is een stuk Nuenense cultuur en historie vereeuwigd in boekvorm. En iedereen kan hiervan meegenieten. Anders dan we gewend zijn van full color kunstboeken is Heiligen onder het mes ook voor mensen met een smalle beurs zeer betaalbaar. Het boekje is voor € 10 te koop bij het secretariaat van de Parochie Nuenen en in de heemkamer van de heemkundekring De Drijehornick in het Klooster, alsmede voor € 12,50 bij boekhandel Van de Moosdijk in het Parkhof, bij Risjamo in het Kernkwartier en bij Galerie en Kunsthandel Art Dumay, Boordseweg 2a.
Presentatie
Noten
De presentatie van ‘het beeldenboek’ vond plaats op zondag 27 november 2005 in Het Klooster. Voor een goed gevulde zaal verhaalde redacteur Tjeu Hermans over Een drama in zeven bedrijven met toch een happy end. Van het eerste bedrijf (de levering van 15 beelden aan de Clemenskerk begin vorige eeuw) tot aan het laatste bedrijf (de historische reconstructie) heeft Tjeu op een luchtige manier verslag gedaan van het wel en wee van de beelden. Een ernstiger toon sloeg hij aan bij
1 Andere uitgaven van Heemkundekring De Drijehornick Nuenen zijn: Ik voel mij thuis daar. Opstellen over leven en werk van Vincent van Gogh in Nuenen (2003), Fietsen langs boerderijen in landelijk Nuenen. (2004), en Het waren vreeselijke zware dagen voor onze parochie. Drie Nuenense pastoors over de bevrijding van hun woonplaats (2004).
Te noemen zijn N.Nagtegaal, G. Huizingh en S.P. Lankhujzen, Van kwast tot Regenboog. Een schildering van 350 jaar protestantisme in Nuenen, 1648-1998 (Nuenen, 1998) en 40 jaar Andriesparochie. Afscheid van de Andrieskerk (2003). 2
18
De Drijehornickels
April 2006
Presentatie Heiligen onder het mes
PRESENTATIE VAN HET BOEK ‘HEILIGEN ONDER HET MES’ OP 27 NOVEMBER 2005 IN HET KLOOSTER - Door Tjeu Hermans Dames en heren, Ik sta en spreek hier mede namens mijn mederedacteur John Parmentier.
Heiligen onder het mes voorspelt in eerste instantie inderdaad weinig goeds. De heiligen van ons boek hebben echt veel geleden, ze zijn vernederd en diep door het stof gegaan, ze zijn zelfs met verf beklad. Maar.., ze zijn uiteindelijk in een soort renaissance wedergeboren; zij het dan, dat meer dan de helft van hun vroegere kameraden deze wedergeboorte hier niet hebben beleefd. Om uw belangstelling voor het boek op te wekken, zal ik een tipje van de sluier oplichten en kort enkele feiten uit de geschiedenis van de nu 100-jarige beelden toelichten.
Eerste bedrijf Pastoor Arnold van Grindsven schrijft in zijn parochiememoriaal over de jaren 19031907,… ik citeer: Gedurende deze jaren is de kruisweg voltooid en zijn door J, Custers, Stratum, vijftien beelden geleverd, die een sieraad zijn voor onze kerk. U hoort het goed: vijftien beelden. We weten niet eens welke heiligen ze voorstelden omdat de pastoor dat niet vermeldt en omdat het archief van atelier Custers, waar de beelden zijn vervaardigd, in de oorlogswinter van 1944-1945 in Venlo verloren is gegaan. Evenmin weten wie de gulle gevers of de financiers van de beelden waren.
Afbeelding 1. Tjeu Hermans tijdens zijn inleiding (foto Jan Cunnen). HEILIGEN ONDER HET MES Een drama in 7 bedrijven met toch een happy end. Deze titel voor het boek waar we het hier over hebben, voorspelt weinig goeds. Het doet in eerste instantie denken aan chirurgische ingrepen of misschien zelfs slagerspraktijken. (Ik had vroeger een leraar die beweerde dat chirurgen een veredeld type slagers zijn; Maar ik heb daar, als ondeskundige in beide vakgebieden, geen oordeel over.)
Het eerste zichtbare bewijs van de beelden is een foto uit 1931 gemaakt tijdens de eerste heilige mis van pater Vogels. Tegen de pilaren van het priesterkoor en van het schip staan de beelden te pronken in de toen nog rijk beschilderde neogotische kerk. Deze situatie duurt tot 1942
19
De Drijehornickels
April 2006
Presentatie Heiligen onder het mes
Vierde bedrijf Acht beelden werden dus niet meer terug geplaatst maar werden in de kelder van De Vank en in de omloop achter het priesterkoor van de kerk opgeslagen. Men noemt deze periode in het algemeen ook wel “De tweede beeldenstorm” naar analogie van de eerste beeldenstorm in 1566 tijdens de reformatie. De derde vernedering. Maar daarmee was de ellende voor de opgeslagen beelden nog niet voorbij. Het ergste moest nog komen Afbeelding 2. Het boek …
Vijfde bedrijf Tweede bedrijf
Er waarden in die tijd opkopers van overtollig geworden kerkinterieur rond; ze struinden pastorieën af op zoek naar een pastoor die iets van hun gading in de aanbieding had. En zo vond een opkoper uit Sint-Oedenrode in 1968 een gewillig oor bij onze pastoor Van Pelt, die zich herinnerde dat er nog ergens acht heiligenbeelden stonden te verpieteren. De koop was snel gesloten en zo gingen de acht opgeslagen beelden voor de prijs van 65 gulden per stuk via Sint-Oedenrode naar een handelaar in Amsterdam. Waarschijnlijk zijn ze vervolgens met een scheepslading ander kerkmeubilair via Antwerpen naar Amerika verscheept. Die verkoop was dus de vierde vernedering.
Het interieur van de kerk was toen, in 1942, door slecht onderhoud danig aan restauratie toe. Het was natuurlijk een moeilijke oorlogstijd en voor het gemak schilderde men alles, maar dan ook letterlijk alles, wit. De beelden werden niet eens van hun sokkels genomen en kregen dezelfde kleur als de muren. Gebroken-wit, zou Giel Meulendijks zeggen. Dit was de eerste vernedering voor de beelden. Deze “gebroken-wit” periode duurde tot eind vijftiger jaren, toen het interieur wéér, en nu aan een ingrijpender, restauratie toe was.
Derde bedrijf
Tussen twee haakjes: 65 gulden, dat is bijna 30 europese zilverlingen. Waar hebben we dat bedrag meer gehoord? Wie werd er ook alweer voor 30 zilverlingen verraden en verkwanseld?
In 1959 werd alles grondiger aangepakt. Ook de nieuwe inzichten over kerkinterieurs na het Tweede Vaticaanse Concilie hadden hun invloed. Veel, zo niet alles, wat het kerkvolk kon afleiden van het gebeuren op het altaar, moest plaats maken …en ook onze beelden werden er het slachtoffer van. Toch slagerspraktijken !!??
Als u dus eens op een vakantiereis, pakweg in het middenwesten van Amerika in een kerk een mooi heiligenbeeld tegenkomt, b.v. Petrus of Paulus of Sint Antonius met het varken (of Sint Antonius Abt, dat is dezelfde), dan is er een kans, weliswaar een kleine, dat het beeld uit de Nuenense Clemenskerk stamt.
Na deze restauratie werden zeven, let wel slechts zeven, beelden voor de tweede keer wit overgeschilderd en in de kerk teruggeplaatst. Maar nu niet meer op het priesterkoor maar alleen tegen de pilaren in het schip. Dit was de tweede vernedering.
Zesde bedrijf Hoe verging het de zeven overgebleven beelden in de Clemenskerk? Niet veel beter. De 20
De Drijehornickels
April 2006
Presentatie Heiligen onder het mes
• • • • •
laatste vernedering moest nog komen want het opschonen van de kerk was nog niet voltooid. In 1972 kreeg huisschilder Frans Vinke van pastoor Swinkels de opdracht om de zeven beelden donkerbruin over te schilderen: dan leken het tenminste weer houten beelden. Zo geschiedde, maar ze werden daarna niet meer teruggeplaatst op hun sokkels in het middenschip; nee…, ze kregen een plaats tegen de donkere muren van de lage zijbeuken. Nog een meter verder en ook zij hadden buiten de deur gestaan. De afgang had niet groter kunnen zijn: Van een kleurrijke ereplaats op het priesterkoor naar de donkere muren van de zijbeuken. We zouden hier, na al deze ellende eigenlijk een minuut stilte in acht moeten nemen, maar gezien de tijd die ons is toegemeten én omdat vanaf 2000 het tij keerde en de wedergeboorte van de overgebleven beelden is begonnen, doen we dat niet en gaan we van nu af vrólijk verder.
liefde voor het vak vaktechnische kennis artistieke begaafdheid kunsthistorische kennis gedrevenheid en tegelijk veel geduld.
Dat alles hebben Chantal en Willem in hun bagage. Hun resultaat staat nu achtvoudig te pronken in onze prachtige Heilige Clemenskerk. Achtvoudig omdat vanochtend een nieuwe Andreas zich bij het oude zevental heeft gevoegd. Einde toneel.
Epiloog Tot slot, zo hoort het bij een toneel, een naspel of epiloog. Waarom zou u dit boekwerkje willen hebben? Ik kan u er meerdere redenen voor noemen: U leest en leert weer iets: • over een stukje Nuenense kerkelijke geschiedenis. • over de veranderende inzichten over de inrichting van kerken. • over het restaureren en/of historisch reconstrueren van objecten in het algemeen en over het minitieuze proces dat bij deze beelden is toegepast. Ze zijn onder het scalpmes gegaan: Vandaar de titel: Heiligen onder het mes.
Zevende bedrijf De recente geschiedenis van de beelden is bekend. Na de restauratie van de buitenkant van de Clemenskerk volgde de binnenzijde. Het priesterkoor werd opnieuw ingedeeld en ingericht waarbij oude en historisch waardevolle onderdelen opnieuw werden gebruikt. Het interieur kreeg een prachtige nieuwe beschildering en …. Toen was het geld op!
Maar er is nog iets dat we niet expliciet in het boek beschreven hebben maar dat u tussen de regels door kunt en moet lezen. En nu komt ons heemkundig gevoel of cultuurhistorisch geweten om de hoek kijken.
De beelden dreigden weer aan het kortste eindje te trekken. Maar ook hier gold weer: Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. De Werkgroep Herinrichting richtte zich zelf op en dank zij hun bedelpraktijken kon de restauratie, of beter gezegd de historische reconstructie (want dat is de officiële benaming), van de beelden plaatsvinden.
Zo’n zwarte bladzijde als het eenvoudig verkopen of vervreemden van waardevol erfgoed, in dit geval religieus erfgoed, mag in Nuenen nooit meer geschreven worden! Of het nu een oud kazuifel is of een missaal, een schilderij of een beeld of heel iets anders, bijvoorbeeld een boerderij aan het Wettenseind….. of een molen aan de Opwettenseweg… of een oude begraafplaats met kerkfundamenten aan de Tomakkers: Nuenen let
Willem Coolen en Chantal Hooyberghs hebben die historische reconstructie uitgevoerd en in ons boek uitgebreid beschreven. Wat moet je zoal in je mars hebben om zo’n restauratie uit te voeren?
21
De Drijehornickels
April 2006
op uw saeck in dit geval op uw en ons historisch erfgoed.
Presentatie Heiligen onder het mes
Het tweede exemplaar willen wij uitreiken aan de initiatiefnemer van de adoptie van het vanmorgen ingewijde Andreasbeeld en de pater familias van het gezin De Rooij-Van Abbe, Ger de Rooij.
We zijn hier in Het Klooster; een gebouw dat ook eens op de nominatie stond om opgeofferd te worden. Dat is gelukkig, vooral door burgerinitiatief niet gebeurd en het is behouden gebleven. Misschien en hopelijk is toen het tij ten goede gekeerd. Maar toch: Nuenen blijf attent op het behoud van ons historisch erfgoed.
Het derde exemplaar is voor de onvermoeide voorzitter van het Comité Herinrichting, de aartsbedelaar Cor Molenaar en met hem aan zijn schooiersteam (Bedelaar en schooier moet u hier wel in de goede betekenis van het woord opvatten), in alfabetische volgorde Sjaak Coolen, Jos Deckers, Rens Kuijten, Ton Neijts, Carel Prinsen en Kees Rovers. Ik dank U.
Rest ons nog het volgende. Dit boek hebben wij opgedragen aan wijlen pastor Henk Gerrits. Enkele weken voor zijn plotseling overlijden, schreef hij nog het voorwoord. We hadden graag het eerste exemplaar aan hem uitgereikt. Die eer valt nu te beurt aan zijn onvolprezen assistent en vervanger Jos Deckers. Ik had graag “zijn opvolger” gezegd, maar dat kan niet, gezien de conclusies van de laatste bisschoppensynode onder paus Benedictus in Rome.
Afbeelding 4. Het boekje wordt vlot verkocht. V.l.n.r.: Tjeu Hermans, John Parmentier, Ton van den Heuvel en Will van Buul. (foto Jan Cunnen).
Afbeelding 3. John Parmentier overhandigt het eerste exemplaar van Heiligen onder het mes aan pastor Jos Deckers. (foto Rens Kuijten)
22
De Drijehornickels
Sponsors
HET UITGEVEN VAN DIT BLAD IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR DE ONDERSTEUNING VAN ONDERSTAANDE NUENENSE ONDERNEMERS ADMINISTRATIEKANTOOR LIESHOUT & VAN DE GRIENDT B.V, Rijakkerweg 5b, 5741 RR Beek en Donk AUTOBEDRIJF JANSEN B.V. ,TOYOTA-DEALER, De Pinckart 10, 5674 CC Nuenen JO KLOMP, MODE EN QUILTSTOFFEN, Park 17, 5671 GB Nuenen HOVENIERSBEDRIJF FONS LINDERS, Broekdijk 1, 5674 SJ Nuenen, website www.fonslinders.nl RÜHL HAEGENS MOLENAAR, ACCOUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS De Pinckart 48, 5674 CC Nuenen ACCOUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS VAN GASTEL EN NEIJNENS, Postbus 110, 5670 AC Nuenen RISJAMO B.V., KANTOORBOEKHANDEL EN ROOKWAREN, Hoge Brake 66 ANDRÉ VAN LIESHOUT, WIJNHANDEL, SLIJTERIJ, GESCHENKEN, Parkstraat 25A VERHALLEN BAKKERIJ, Parkstraat 20 CAFÉ SCHAFRATH, Park 35 FOTOSTUDIO-BM, Vincent van Goghstraat 18 (winkel), Emmastraat 2 (fotostudio) AP DUISTERHOFF OPTICIEN, Parkstraat 15 WINKELIERSVERENIGING KERNKWARTIER, Hoge Brake JANSEN TAXI BV, Boord 4 CROOIJMANS KLEDING, Berg 38 MEULENDIJKS SCHILDERSBEDRIJF B.V., Berg 36 FIETSTOTAALZAAK DE CONCURRENT, Berg 10 BOEKHANDEL VAN DE MOOSDIJK BV, Parkhof 12c VAN SANTVOORT, MAKELAARS, Berg 2-4 HOUTHANDEL VAN HOORN, Wettenseind 2a DAMES- EN HERENKAPSALON ANTON VAN DE BERG, Vallestap 2 RABOBANK NUENEN - SON EN BREUGEL, Berg 22 OPTICIEN TON LIPS, Park 30 JOSÉ CUIJPERS MODE, Parkstraat 7 BLOEMENATELIER PARKHOF, Parkhof 1 FYSIOTHERAPIE F.J.A.L. KOOTSTRA, Weverstraat 16