Producthandboek Insteken en steekdraaien
_ Walter Cut
Dé competentie voor insteken en steekdraaien
INHOUD Insteken en steekdraaien
2
Walter Cut insteek-/ steekdraaiprogramma 2 4
8
Tiger·tec® Snijmaterialen Walter Cut Gereedschappen
Walter Cut Gereedschappen voor insteken en steekdraaien 8 Systeemoverzicht 10 Gereedschappen 20 Gereedschappen voor veiligheidsringgroeven
13 Snij-inzetstukken 13 GX-Snij-inzetstukken voor insteken 14 GX-Snij-inzetstukken voor steekdraaien 21 Snij-inzetstukken voor veiligheidsringgroeven
22 Technische informatie 22 24 26 29 34 35 36 37
Toepassingstabel snijmaterialen Snijcondities Gebruikershandleiding Foutenanalyse insteken Foutenanalyse steekdraaien Slijtageanalyse Vergelijkingstabellen ivm hardheid Berekeningsformules
Walter Cut: Tiger·tec®-soorten voor insteken en steekdraaien
Geheel nieuwe coatings en geometrieën zorgen voor topprestaties bij het insteken en afsteken. Met de ontwikkeling van de wereldprimeur PVD-aluminiumoxidelaag is het voor het eerst gelukt, een aluminiumoxide coating in een PVD-procedure aan te wenden.
Tiger·tec® voor Walter Cut
Deze PVD-Tiger biedt een ongekende mate van taaiheid en slijtvastheid, wat vooral bij het afsteken tot zijn recht komt. Voor het Walter Cut steeksysteem kunt u behalve deze gepatenteerde PVD-Tiger·tec®-coating en met de beproefde CVD-Tiger·tec®-coating kiezen uit een compleet Tiger·tec®pakket snijmaterialen.
2
De toepassing
De snijmaterialen
–– voor insteken, afsteken en steekdraaien –– van ongunstige tot en met stabiele omstandigheden –– die Walter Tiger·tec® soorten bestrijken het complete bereik van de steekbewerking
WSP 43 – Tiger·tec® PVD Al2O3 –– zeer hoge taaiheid en proceszekerheid voor moeilijk verspaanbare materialen, staal en roestvrij staal –– dé soort voor ongunstige omstandigheden zoals b.v. sterk onderbroken sneden, zeer instabiele opspanningen, instabiele machines en lage snijsnelheden
Uw voordelen –– hoge productiviteit door een betrouwbaar bewerkingsproces –– hoge temperatuurbestendigheid in combinatie met een hoge taaiheid –– hoge snijkantstabiliteit door lage coatingtemperatuur bij een tevens hoge slijtvastheid –– glad oppervlak ter vermindering van de vorming van opgebouwde snijkanten
Slijtvastheid
WSM / WSP
WSM 33 – Tiger·tec® PVD Al2O3 –– zeer hoge slijtvastheid en temperatuurbestendigheid voor moeilijk verspaanbare materialen, staal en roestvrij staal –– de universele soort bestrijkt het leeuwendeel van alle toepassings situaties. WPP 23 – Tiger·tec® CVD –– zeer hoge warmtehardheid en slijtvastheid voor staal –– voor gebruik onder stabiele omstandigheden in combinatie met hoge snijsnelheden WAK 20 – Tiger·tec® CVD –– hét benchmark-snijmateriaal bij de bewerking van gietijzer –– de universele soort voor het leeuwendeel van de toepassingssituaties
PVD Al203
PVD-soorten tot dusverre
Taaiheid
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
3
Walter Cut G1011: Eén voor alles
Gereduceerde gereedschapskophoogte
Optimale schroefpositie
Klemschroef kan van boven- en onderaf worden bediend
Nieuw design snijplaatzitting
Walter Cut Monoblockhouder G1011
Het gereedschap
De toepassing
–– Walter Cut monoblockgereedschappen voor insteken, afsteken en steekdraaien. –– Klemschroef kan van boven- en onderaf worden bediend –– Gereduceerde kophoogte – eenvoudige spaanafvoer mogelijk –– Voor GX24 steeksnij-inzetstuk met 2 snijkanten –– Steekbreedtes 3, 4, 5, 6 mm –– Steekdieptes 12, 21 mm –– Schachtafmetingen 20x20, 25x25 mm
–– Afsteken van diameters tot 42 mm –– Insteek- en steekdraaibewerkingen tot een diepte van 21 mm –– Toepasbaar op alle soorten draaimachines –– Eerste keus voor alle steekbewerkingen
4
Een overzicht van uw voordelen 12
Eenvoudige afwerking bij overkopse bewerking
21
Optimale stabiliteit door twee steekdieptes f
h
Gemakkelijke spaanafvoer door gereduceerde gereedschapskophoogte [h]
Zeer hoge klemkracht door optimale schroefpositie.
Insteekbewerking rondsel [42CrMo4 (1.7225), ISO P] Gereedschap: Steekplaat: Snijmateriaal: Machine:
G1011.2020R-6T12GX24 GX24-4E600 N050-UF4 WPP 23 Index MS32 Meerspillige draaimachine, 4 kW
Snijgegevens vc 230 m/min f 0,25–0,30 mm s 6 mm T 8 mm Aantal bewerkingen: 4
Vergelijking aantal onderdelen
+160%
Concurrentie Walter 500
1000
1500
2000
2500
3000
3500
4000
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
[stuks]
5
Walter Cut Modulair: De veranderingskunstenaar
Zeer hoge stabiliteit door optimaal overgangspunt
Flexibiliteit door verschillende gereedschapsschachten
Aanlegvlak voor het opnemen van de snijkrachten
Walter Cut modulair gereedschap NCBE
Het gereedschap
De toepassing
–– modulair gereedschapssysteem voor afsteken, insteken en steekdraaien –– voor steekbreedtes van 0,6–9,7 mm –– meer dan 800 varianten mogelijk –– zeer hoge stabiliteit –– drie verschillende steeksystemen kunnen in dezelfde basishouder worden gebruikt –– gereedschappen voor de inwendige en uitwendige bewerking
–– voor radiaal en axiaal insteken –– voor inwendig en uitwendig insteken –– voor het maken van veiligheidsringgroeven –– toepasbaar op alle soorten draaimachines
6
Een overzicht van uw voordelen
Vierkantschacht- en Walter Capto-gereedschappen beschikbaar
GX
FX
LX
GX axiaal
Het beste steeksysteem voor elke bewerking
Voorsteken spanmoer [42CrMo4 (1.7225), ISO P] Gereedschap: Steekplaat: Snijmateriaal: Machine:
Snijgegevens vc 130 m/min f 0,15/0,05 mm s 3 mm T 5 mm Aantal bewerking: 2
NCAE 25–C400 R–GX16–2 GX16–2E300 N030–GD3 WPP 23 INDEX MS32 Meerspillige draaimachine, 4kW
Vergelijking aantal onderdelen
+40%
Concurrentie Walter 100
200
300
400
500
600
700
800
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
[stuks]
7
Systeemoverzicht Walter Cut Insteek- en steekdraaigereedschappen Insteken / steekdraaien
EUS
1e K
G 1011 Schacht afmeting
Pagina 10 s
Tmax
12 x 12 16 x 16
20 x 20
25 x 25
32 x 25
NCAE / NCBE
3
12/21
Pagina 11
Pagina 12
s
Tmax
1,95–2,5
7
3,0–3,5
7
1,95–2,5
7
3,0–3,5
7
2,0–2,5
12
4
12/21
3,0–3,5
12
5
12/21
4,0–5,0
12
6
12/21
3
12/21
2,0–2,5
12/21
4
12/21
3,0–3,5
12/21
5
12/21
4,0–5,0
12/21
6
12/21
s
Tmax
3,0–3,5
12/21
3
21
4,0–5,0
12/21
4
21
6,0
12/21
5
21
6
21
s = snijkantbreedte / Tmax = max. steekdiepte
8
XLCFN
Veiligheidsringgroeven
EUS
1e K
NCCE
NCAE
Pagina 20
Pagina 11
s
Tmax
s
0,6–1,7
2
1,95–2,5
7
3,0–3,5
7
0,6–1,7 0,6–2,25
0,6–2,5
0,6–2,5
2 3
3
3
Tmax
1,95–2,5
7
3,0–3,5
7
2,0–2,5
12
3,0–3,5
12
4,0–5,0
12
2,0–2,5
12
3,0–3,5
12
4,0–5,0
12
3,0–3,5
12
4,0–5,0
12
6,0
12
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
9
Walter Cut Gereedschappen voor insteken en steekdraaien G1011
s mm
3
4
5
6
Tmax mm
h = h1 mm
b mm
Benaming
12
20
20
G1011.2020 R/L–3T12 GX24
12
25
25
G1011.2525 R/L–3T12 GX24
21
20
20
G1011.2020 R/L–3T21 GX24
21
25
25
G1011.2525 R/L–3T21 GX24
12
20
20
G1011.2020 R/L–4T12 GX24
12
25
25
G1011.2525 R/L–4T12 GX24
21
20
20
G1011.2020 R/L–4T21 GX24
21
25
25
G1011.2525 R/L–4T21 GX24
12
20
20
G1011.2020 R/L–5T12 GX24
12
25
25
G1011.2525 R/L–5T12 GX24
21
20
20
G1011.2020 R/L–5T21 GX24
21
25
25
G1011.2525 R/L–5T21 GX24
12
20
20
G1011.2020 R/L–6T12 GX24
12
25
25
G1011.2525 R/L–6T12 GX24
21
20
20
G1011.2020 R/L–6T21 GX24
21
25
25
G1011.2525 R/L–6T21 GX24
Snij-inzetstukken, zie pagina 13/14.
10
Type
GX 24–2E3 . .
GX 24–3E4 . .
GX 24–3E5 . .
GX 24–4E6 . .
NCAE
s mm 1,95–2,5 3,0–3,5 2,0–2,5
3,0–3,5
4,0–5,0
6,0 3,0 4,0–5,0 6,0 8,0
Tmax mm
h = h1 mm
b mm
Benaming
7
12
12
NCAE 12–1212 R/L–GX 09–1
7
16
16
NCAE 16–1616 R/L–GX 09–1
7
12
12
NCAE 12–1212 R/L–GX 09–2
7
16
16
NCAE 16–1616 R/L–GX 09–2
12
20
20
NCAE 20–2020 R/L–GX 16–1
12
25
25
NCAE 25–2525 R/L–GX 16–1
12
20
20
NCAE 20–2020 R/L–GX 16–2
12
25
25
NCAE 25–2525 R/L–GX 16–2
12
32
25
NCAE 32–3225 R/L–GX 16–2
12
20
20
NCAE 20–2020 R/L–GX 16–3
12
25
25
NCAE 25–2525 R/L–GX 16–3
12
32
25
NCAE 32–3225 R/L–GX 16–3
12
25
25
NCAE 25–2525 R/L–GX 16–4
12
32
25
NCAE 32–3225 R/L–GX 16–4
21
20
20
NCBE 20–2020 R/L–GX 24–2–21
21
25
25
NCBE 25–2525 R/L–GX 24–2–21
21
25
25
NCBE 25–2525 R/L–GX 24–3–21
21
32
25
NCBE 32–3225 R/L–GX 24–3–21
21
25
25
NCBE 25–2525 R/L–GX 24–4–21
21
32
25
NCBE 32–3225 R/L–GX 24–4–21
21
25
25
NCBE 25–2525 R/L–GX 24–5–21
Type GX 09–1 … GX 09–2 … GX 16–1 …
GX 16–2 …
GX 16–3 …
GX 16–4 … GX 24–2 … GX 24–3 … GX 24–4 … GX 24–5 …
Snij-inzetstukken, zie pagina 13/14 (veiligheidsringgroeven pag. 21). Deze gereedschappen zijn ook verkrijgbaar in de Walter Capto-uitvoering. Zie de algemene catalogus van Walter.
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
11
Walter Cut Gereedschappen voor insteken en steekdraaien XLCFN s h4
s mm
Tmax mm
h3 =h4 mm
3,0–3,5
21
32
h3
Benaming XLCFN 3203–gx24–2S
Type GX 24–2 . . .
4,0–5,0
21
32
XLCFN 3204–gx24–3S
GX 24–3 . . .
6,0
21
32
XLCFN 3206–gx24–4S
GX 24–4 . . .
Snij-inzetstukken, zie pagina 13/14.
12
GX-Snij-inzetstukken voor insteken Geometriekeuze
Snijkant stabiel
ISO P Staal
S
EU 1e K
scherp
UF4
(zie pag. 15)
CE4
GD3
(zie pag. 18)
(zie pag. 19)
Voeding
laag
hoog
scherp
stabiel
Snijkant ISO M roestvrij staal
S
EU 1e K
UD6
(zie pag. 17)
GD3
UF4
(zie pag. 19)
(zie pag. 15) Voeding laag
stabiel
Snijkant
scherp
ISO K Gietijzer
hoog
S
EU 1e K
UA4
(zie pag. 16)
CE4
UF4
(zie pag. 18)
(zie pag. 15) Voeding laag
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
hoog
13
GX-Snij-inzetstukken voor steekdraaien Geometriekeuze Snijkant stabiel
ISO P Staal
S
EU 1e K
scherp
UF4
(zie pag. 15)
UD6
(zie pag. 17) Voeding
laag
Snijkant stabiel
ISO M roestvrij staal
hoog
UD6
S
scherp
EU 1e K
(zie pag. 17)
UF4 (zie pag. 15)
Voeding laag
Snijkant
scherp
stabiel
ISO K Gietijzer
S
EU 1e K
UF4
UA4
(zie pag. 16)
(zie pag. 15) Voeding laag
14
hoog
hoog
UF4 – de universele
Het juiste snij-inzetstuk voor –– alle steekbewerkingen –– goede spaancontrole –– gemiddeld voedingsbereik –– positieve bewerking 32° 11°
Optimale wisselplaat voor:
Snijkantuitvoering
6°
goede
gemiddelde ongunstige
bewerkingsomstandigheden
GX–UF4
Gecoate soorten
2,5
0,2
2,5
GX16–2E300 N030–UF4
16
3,0
0,3
3,0
GX16–3E400 N040–UF4
16
4,0
0,4
3,5
GX16–3E500 N040–UF4
16
5,0
0,4
3,5
GX16–4E600 N050–UF4
16
6,0
0,5
4,0
GX24–2E300 N030–UF4
24
3,0
0,3
3,0
GX24–3E400 N040–UF4
24
4,0
0,4
3,5
GX24–3E500 N040–UF4
24
5,0
0,4
3,5
GX24–4E600 N050–UF4
24
6,0
0,5
4,0
a a a a a a a a a a
b b b b b b b b b b
c c c c c c c c c c
a a a a a a a a a a
WSP 43
0,2
2,5
WSM 33
2,0
16
S
WSP 43
16
GX16–1E250 N020–UF4
K WPP 23
GX16–1E200 N020–UF4
WSP 43
r apmax mm mm
M WSM 33
s mm
WPP 23
l mm
Benaming
WSM 33
P
c c c c c c c c c c
b b b b b b b b b b
b b b b b b b b b b
c c c c c c c c c c
Snijsnelheidsadvies, zie pagina 24.
Snijkantbreedte
6,0 5,0 4,0 3,0 2,5 2,0 0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0,45
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
Voeding
15
UA4 – de stabiele
Het juiste snij-inzetstuk voor –– de bewerking van gietijzer –– voor middelgrote tot grote bewerkingsparameters –– voor zeer hoge proceszekerheid bij de verspaning van gietijzer 0°
Optimale wisselplaat voor:
Snijkantuitvoering
6°
goede
gemiddelde ongunstige
bewerkingsomstandigheden
GX–UA4
Gecoate soorten
2,0
0,2
2,5
16
2,5
0,2
2,5
GX16–2E300 N030–UA4
16
3,0
0,3
3,0
GX16–3E400 N040–UA4
16
4,0
0,4
3,5
GX16–3E500 N040–UA4
16
5,0
0,4
3,5
GX16–4E600 N050–UA4
16
6,0
0,5
4,0
GX24–2E300 N030–UA4
24
3,0
0,3
2,5
GX24–3E400 N040–UA4
24
4,0
0,4
3,0
GX24–3E500 N040–UA4
24
5,0
0,4
3,0
GX24–4E600 N050–UA4
24
6,0
0,5
3,5
a a a a a a a a a a
b b b b b b b b b b
Snijsnelheidsadvies, zie pagina 24. Snijkantbreedte
6,0 5,0 4,0 3,0 2,5 2,0 0,05
16
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0,45
Voeding
WPP 23
WSP 43
WAK 30
16
GX16–1E250 N020–UA4
K WAK 20
GX16–1E200 N020–UA4
WSM 33
r apmax mm mm
M WSP 43
s mm
WSM 33
l mm
Benaming
WPP 23
P
UD6 – de universele voor de roestvrije bewerking
Het juiste snij-inzetstuk voor –– het insteken in roestbestendig staal –– het middelgrote voedingsbereik –– zachte snijbewerking
20°
15°
Optimale wisselplaat voor:
Snijkantuitvoering
6°
goede
gemiddelde ongunstige
bewerkingsomstandigheden
GX–UD6
Gecoate soorten
16
2,0
0,2
2,5
GX16–1E250 N020–UD6
16
2,5
0,2
2,5
GX16–2E300 N030–UD6
16
3,0
0,3
3,0
GX16–3E400 N040–UD6
16
4,0
0,4
3,5
GX16–3E500 N040–UD6
16
5,0
0,4
3,5
GX16–4E600 N050–UD6
16
6,0
0,5
4,0
GX24–2E300 N030–UD6
24
3,0
0,3
2,5
GX24–3E400 N040–UD6
24
4,0
0,4
3,0
GX24–3E500 N040–UD6
24
5,0
0,4
3,0
GX24–4E600 N050–UD6
24
6,0
0,5
3,5
b b b b b b b b b b
a a a a a a a a a a
Snijsnelheidsadvies, zie pagina 24. Snijkantbreedte
6,0 5,0 4,0 3,0 2,5 2,0 0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0,45
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
Voeding
17
WSP 43
b b b b b a b b b b
S WAM 20
b b b b b a b b b b
K WPP 23
WXM 33
GX16–1E200 N020–UD6
WSP 43
r apmax mm mm
M WAM 20
s mm
WPP 23
l mm
Benaming
WXM 33
P
CE4 – de universele
Het juiste snij-inzetstuk voor –– in- en afsteekbewerkingen –– middelgrote tot hoge voedingen –– goede spaancontractie
12°
20°
Optimale wisselplaat voor:
Snijkantuitvoering
6°
goede
gemiddelde ongunstige
bewerkingsomstandigheden
GX–CE4
Gecoate soorten
0,2
3,0
0,2
GX24–2E300 N020–CE4
24
3,0
0,2
GX24–3E400 N030–CE4
24
4,0
0,3
GX24–3E500 N030–CE4
24
5,0
0,3
GX24–4E600 N030–CE4
24
6,0
0,3
a a a a
b b b b b b
c c c c c c
a a a a a a
c c c c c c
WSP 43
2,5
16,6
S WSM 33
16,6
GX16–2E300 N020–CE4
WSP 43
GX16–1E250 N020–CE4
K WPP 23
r mm
WSP 43
s mm
M WSM 33
l mm
WPP 23
Benaming
WSM 33
P
b b b b
b b b b b b
c c c c c c
Snijsnelheidsadvies, zie pagina 24.
Snijkantbreedte
6,0 5,0 4,0 3,0 2,5 2,0 0,05
18
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0,45
Voeding
GD3 – voor zachte snijbewerkingen
Het juiste snij-inzetstuk voor –– zeer zachte snijbewerking –– kleine tot middelgrote voedingen –– algemene af- en insteekbewerkingen
9°
Optimale wisselplaat voor:
Snijkantuitvoering 6°
goede
gemiddelde ongunstige
bewerkingsomstandigheden
GX–GD3
Gecoate soorten
2,0
0,2
16
2,5
0,2
GX16–2E300 N030–GD3
16
3,0
0,3
GX16–3E400 N040–GD3
16
4,0
0,4
GX16–3E500 N040–GD3
16
5,0
0,4
GX16–4E600 N050–GD3
16
6,0
0,5
GX24–2E300 N030–GD3
24
3,0
0,3
GX24–3E400 N040–GD3
24
4,0
0,4
GX24–3E500 N040–GD3
24
5,0
0,4
GX24–4E600 N050–GD3
24
6,0
0,5
a a a a a a a a a a
b b b b b b b b b b
c c c c c c c c c c
a a a a a a a a a a
WSP 43
16
WSM 33
GX16–1E250 N020–GD3
S
WSP 43
GX16–1E200 N020–GD3
K WPP 23
r mm
WSP 43
s mm
M WSM 33
l mm
WPP 23
Benaming
WSM 33
P
c c c c c c c c c c
b b b b b b b b b b
b b b b b b b b b b
c c c c c c c c c c
Snijsnelheidsadvies, zie pagina 24.
Snijkantbreedte
6,0 5,0 4,0 3,0 2,5 2,0 0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
0,45
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
Voeding
19
Gereedschappen voor veiligheidsringgroeven
NCCE
s mm 0,6–1,70
0,6–2,25
Tmax mm
h = h1 mm
b mm
Benaming
2
12
12
NCCE 12–1212 R/L–GX 09–1
2
16
16
NCCE 16–1616 R/L–GX 09–1
3
20
20
NCCE 20–2020 R/L–GX 16–2
3
25
25
NCCE 25–2525 R/L–GX 16–2
3
32
25
NCCE 32–3225 R/L–GX 16–2
Type GX 09–1 . . . R/L
GX 16–2 . . . R/L
Snij-inzetstukken, zie pagina 21. Deze gereedschappen zijn ook verkrijgbaar in de Walter Capto-uitvoering. Zie de algemene catalogus van Walter.
20
Snij-inzetstukken voor veiligheidsringgroeven
Het juiste snij-inzetstuk voor –– uitstekende oppervlaktekwaliteiten –– alle gangbare veiligheidsringtypes –– geringe braamvorming 10°
Optimale wisselplaat voor:
Snijkantuitvoering 6°
goede
GX09
gemiddelde ongunstige
bewerkingsomstandigheden
GX16
GX 09–1S0.60 R/L
9
0,60
—
0,75
GX 09–1S0.80 R/L
9
0,80
—
0,94
GX 09–1S0.90 R/L
9
0,90
—
1,04
GX 09–1S1.00 R/L
9
1,00
—
1,14
GX 09–1S1.20 R/L
9
1,20
—
1,34
GX 09–1S1.40 R/L
9
1,40
—
1,53
GX 09–1S1.70 R/L
9
1,70
—
1,82
GX 09–1S1.95 N
9
1,95
0,1
—
GX 09–1S2.25 N
9
2,25 0,1
—
GX 09–2S2.75 N
9
2,75
0,1
—
GX 09–2S3.25 N
9
3,25
0,1
—
a a a a a a a a a a a
HC
l s r Tmax mm mm mm mm
Benaming GX 16–2S0.60 R/L
16
0,60
—
0,75
GX 16–2S0.80 R/L
16
0,80
—
0,94
GX 16–2S0.90 R/L
16
0,90
—
1,04
GX 16–2S1.00 R/L
16
1,00
—
1,14
GX 16–2S1.20 R/L
16
1,20
—
1,34
GX 16–2S1.40 R/L
16
1,40
—
1,53
GX 16–2S1.70 R/L
16
1,70
—
1,82
GX 16–2S1.95 R/L
16
1,95
—
2,07
GX 16–2S2.25 R/L
16
2,25
—
2,36
GX 16–2S2.75 N
16
2,75
0,1
—
GX 16–2S3.25 N
16
3,25
0,1
—
GX 16–3S4.25 N
16
4,25 0,2
—
GX 16–4S5.25 N
16
5,25 0,2
—
WTA 33
l s r Tmax mm mm mm mm
Benaming
WTA 33
HC
a a a a a a a a a a a a a
Snijsnelheidsadvies, zie pagina 24. Snijkantbreedte
5,0–5,99 4,0–4,99 3,0–3,99 2,0–2,99 0,6–1,99 0,05
0,10
0,15
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
Voeding
21
Toepassingstabellen voor snijmaterialen
Soorten snijmaterialen voor het afsteken
WPP 23
HC – P 20
N
S
H
Gietijzer
Non-ferrometalen
Moeilijk verspaanbare materialen
Harde materialen
Norm- Benaming
K
Roestvrij staal
Walter SoortenBenaming
M
Staal
Werkstukmateriaal - groep P
••
•
HC – K 30 HC – S 30
WSM 33
••
HC – M 30 HC – P 35
••
••
HC – S 45
WSP 43
HC – P 45
••
•• ••
HC – M 45
WAM 20 WXM 33 WAK 20 WAK 30 WTA 33
HC – M 20
••
HC – M 35
•
••
HC – K 20 HC – H 10
••
HC – K 30 HC – P 40 HC – P 10
• ••
•
HC – K 10
HC = gecoat hardmetaal
22
•
HC – S 20
HC – P 40
••
Hoofdtoepassing Andere toepassing
•
Toepassingsgebied 01
10 05
20 15
30 25
40 35
45
Coatingprocedure Coatingopbouw CVD
TiCN + Al2O3 (+TiN)
PVD
TiAlN + Al2O3 (ZrCN)
PVD
TiAlN + Al2O3 (ZrCN)
CVD
TiCN + Al2O3 + HfN
PVD
Multilayer TiAlN / TiN +ZrCN
CVD
TiCN + Al2O3 (+TiN)
CVD
TiCN + Al2O3 (+TiN)
CVD
TiCN + Al2O3
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
23
Snijgegevens voor Walter Cut – Insteken en steekdraaien – voor gecoate hardmetaalsoorten
Materiaal
Niet-gelegeerd staal¹
P
Laaggelegeerd staal¹
ca. 0,15% C
gegloeid
125
1
ca. 0,45% C
gegloeid
190
2
ca. 0,45% C
getemperd
250
3
ca. 0,75% C
gegloeid
270
4
ca. 0,75% C
getemperd
300
5
gegloeid
180
6
getemperd
275
7
getemperd
300
8
getemperd gegloeid Hooggelegeerd staal en hooggel. gereedschapsstaal¹ gehard en getemperd
M
325
11
Roestvrij staal¹
12
martensitisch, gecoat
240
13
Roestvrij staal¹
austenitisch2, gehard
180
14
perlitisch / ferritisch
180
15
perlitisch (martensitisch)
260
16
ferritisch
160
17
perlitisch
250
18
Tempergietijzer
ferritisch
130
19
perlitisch
230
20
Fe-basis Warmtebestendige legeringen
Titaanlegeringen
1 en
gietstaal
2 en
austenitisch / ferritisch
3 Rm: 4 De
24
9 10
200
Perlitisch gietijzer
S
350 200
ferritisch / martensitisch, gegloeid
Grijs gietijzer
K
Verspaningsgroep4
Brinellhardheid HB
Materiaalgroep
Indeling van de materiaalhoofdgroepen en kenletters
Ni- of Co-basis
gegloeid
200
31
gehard
280
32
gegloeid
250
33
gehard
350
34
gegoten
320
Alfa- + bèta-legeringen, gehard
35 3
1050
trekvastheid in MPa = N/mm2
indeling van de verspaningsgroep vindt u in de algemene catalogus van Walter.
37
Snijsnelheid vc [m/min]
WPP 23 WSM 33 WSP 43
WTA 33
WAM 20 WXM 33 WAK 20
WAK 30 180
200
180
190
180
170
160
180
180
180
170
170
150
140
160
160
160
160
150
140
130
150
130
160
150
150
140
130
120
100
150
150 160
180
160
150
180
160
160
150
130
120
140
140
150
190
150
110
100
150
130
140
150
150
100
100
130
90
100
130
130
120
110
180
100
180
160
110
90
150
80
140
130
140
140
180
180
170
180
180
60
100
110
80
130
110
130
150
160
140
200
150
300
280
160
120
280
260
200
240
300
280
160
190
260
240
180
80
150
120
150
60
130
100
90
90
40
40
70
70
60
60
60
60
35
35
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
25
Gebruikershandleiding – Insteken/steekdraaien Basis Algemeen Door het gebruik van steekdraaigereedschappen kunnen bewerkingsstappen worden samengevoegd en gereed schappen worden bespaard. Met name bij het bewerken tussen schouders of bij een beperkt aantal gereedschapsplaatsen worden deze gereedschappen gebruikt.
Door een vormgesloten verbinding van snij-inzetstuk en snij-inzetstukzitting is het mogelijk om zowel radiale als axiale krachten op te nemen.
Hierdoor zijn steek- en langsdraaibewerkingen mogelijk, wanneer speciale spaanvormgeometrieën worden gebruikt.
26
Productiestrategie
Insteken
In principe wordt er onderscheid gemaakt tussen twee productiestrategieën: Het insteken en het steekdraaien. Bij het insteken vindt de voedingsbewerking slechts in één richting plaats. Alleen bij de nabewerking kan een langsdraaibeweging met een geringe buitenmaat (ca. 0,1–0,3 mm) plaatsvinden.
Steekdraaien
Het steekdraaien is een combinatie van insteek- en langsdraaibewegingen.
Insteken of steekdraaien? Steekdraaien
De keuze van de bewerkingsstrategie hangt af van de vorm en de grootte van de te fabriceren groef. Als vuistregel kan men een beslissing nemen op basis van de volgende criteria:
Steekdraaien: De groefbreedte is een factor 1,5 groter dan de groefdiepte
Insteken
Insteken: De groefdiepte is een factor 1,5 groter dan de groefbreedte
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
27
Gebruikershandleiding – Insteken Gebruikerstips Bij het insteken wordt echter één snijkant gebruikt. Ook hier is het noodzakelijk om al naargelang bewerking bepaalde volgordes tijdens de bewerking aan te houden om een optimaal resultaat te verkrijgen.
Een smalle ril maken met afkanting
Insteken met 0,1 mm buitenmaat in de diameter
Afkanting draaien en nafrezen 1e flank
Afkanting draaien en nafrezen 2e flank
Brede ril maken door middel van steken
3
2 3 1 23
12
1
Voorsteken Breedte tussenstuk = s–2xr
5
4 5
Voorsteken
45
4
Nabewerken apmax = r
s = snijkantbreedte / r = hoekradius / apmax = max. snijdiepte
28
Gebruikershandleiding – Insteken Foutenanalyse Slecht oppervlak ‡‡ Koeling in de bewerkingszone richten ‡‡ Geometrie met grotere spaancontractie kiezen ‡‡ Verhoog de snijsnelheid ‡‡ Gebruik een kleinere hoekradius ‡‡ Gebruik een positievere geometrie Beschadiging door spanen ‡‡ Gebruik een spaanvormer met grotere spaancontractie ‡‡ Verlaag de snijsnelheid
Slechte spaanvorming ‡‡ Verlaag de snijsnelheid ‡‡ Verbeter de koeling ‡‡ Controleer de spaanvormer
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
29
Gebruikershandleiding – Steekdraaien Basis Gereedschap moet 90° t.o.v. van de rotatieas zijn afgesteld! Alleen zo is gewaarborgd, dat bij het draaien in beide richtingen een vrijloophoek kan worden gemaakt. Een slechte afstelling van het gereedschap leidt tot trillingen en kan leiden tot gereedschapsbreuk!
Doorbuiging Doorbuiging noemt men de door een kracht [FP] veroorzaakte vervorming van de onderbouw van het snij-inzetstuk. Deze doorbuiging is nodig om een secundaire vrijloophoek [a] tijdens de langsdraaibewerking te maken. De mate van doorbuiging wordt beïnvloed door verschillende factoren: –– snijdiepte [ap] –– voeding [f] –– snijsnelheid [vc] –– hoekradius [r] –– te verspanen werkstukmateriaal –– steekdiepte van het gereedschap [T] –– breedte van de onderbouw van het snij-inzetstuk
Diametercompensatie Door de doorbuiging ontstaan verschillende lengteverhoudingen op het gereedschap. Om bij de nabewerking een gelijkmatige diameter te verkrijgen, moet bij de overgang van de steekbeweging naar de langsdraaibeweging een diametercompensatie plaatsvinden. 1. Onderdeel voorbewerken tot de nabewerking 2. Insteken op de voltooide diameter 3. 0,1 mm terugtrekken 4. Langsdraaien 5. Insteekdiameter en langsdraaidiameter meten en de terugtrekmaat (0,1 mm) corrigeren met het diameterverschil.
30
Gebruikershandleiding – Steekdraaien Gebruikerstips Steekdraaien Om een betrouwbaar bewerkingsproces te waarborgen, moeten bepaalde verplaatsingstrajecten in acht worden genomen. Zo mag een stuk gereedschap bijvoorbeeld niet tegelijkertijd in twee richtingen worden belast. Er moet altijd op worden gelet, dat de snijkant na het steken ontlast wordt, voordat men overgaat tot de langsdraaibewerking. Net als de snijkant moet worden ontlast om van het langsdraaien over te gaan tot de steekbewerking.
Bewerkingsvolgorde Aan het eind van de langsdraaibewerking tegen de voedingsrichting in en weg van de bewerkte diameter min 0,1 mm terugtrekken. Daarmee kan de snijkant naar zijn oorspronkelijk positie terug.
Nu kan de volgende steekbewerking volgen. Voordat hier tot de langsdraaibewerking wordt overgegaan, moet er opnieuw ca. 0,1 mm worden teruggetrokken.
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
31
Gebruikershandleiding – Steekdraaien Gebruikerstips Maken van een uitkamering 1. Ruwfrezen
1. Insteken (ap langsdraaibeweging) 2. Terugtrekken 0,1 mm
3. Langsdraaien 4. Wegnemen 0,1 mm in twee richtingen
2. Nafrezen
1. Voorsteken op radius uitloop op voltooide diameter
Voorkomen van ringvorming 2
3
1
1. Langsdraaien tot ca. 0,5-1,5 mm vóór gereedschapsuittreding 2. Schuin vanuit de hoek lopen 3. Gereedschap boven de ring positioneren 4. Ring in de steekbewerking verwijderen
32
4
5. Insteken 6. Terugtrekken 0,1 mm
7. Langsdraaien tot ca. 0,5 mm vóór de schouder 8. Wegnemen 0,1 mm in twee richtingen
2. Nafrezen van de 1e schouder en kopiëren van de radius 3. Wegnemen met de diametercompensatiemaat
4. Langsdraaien tot aan de radiusuitloop 5. Wegnemen 0,1mm in twee richtingen
6. Nafrezen van de 2e schouder en kopiëren van de radius
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
33
Gebruikershandleiding – Steekdraaien Foutenanalyse Trilling tijdens de draaibewerking ‡‡ Controleer de gereedschapsafstelling (zie pagina 30) ‡‡ Doorbuiging van het snij-inzetstuk te gering (zie pagina 30) ‡‡ Plaats een smallere plaat (buigt sterker door) ‡‡ Gebruik een kleinere hoekradius ‡‡ Span het werkstuk korter Diametersprong in de draaidiameter ‡‡ Corrigeer de terugtrekmaat vóór de nafreessnede ‡‡ Zorg voor een gelijkmatige buitenmaat ‡‡ Controleer of de snijplaatzitting beschadigd is ‡‡ Verhoog de snijsnelheid ‡‡ Gebruik een positievere geometrie Beschadiging door spanen ‡‡ Gebruik een spaanvormer met grotere spaancontractie ‡‡ Verlaag de snijsnelheid ‡‡ Optimaliseer de koeling
Ringvorming ‡‡ Controleer het programmaverloop (zie pagina 32)
Slechte spaanvorming ‡‡ Verlaag de snijsnelheid ‡‡ Verhoog de voeding ‡‡ Verbeter de koeling ‡‡ Controleer de spaanvormer
34
Gebruikershandleiding – Insteken/steekdraaien Slijtageanalyse Zijvlakslijtage ‡‡ Gebruik een slijtvastere soort ‡‡ Verlaag de snijsnelheid ‡‡ Verbeter de koeling
Plastische deformatie ‡‡ Gebruik een slijtvastere soort ‡‡ Verminder de voeding ‡‡ Optimaliseer de koeling ‡‡ Verlaag de snijsnelheid
Uitbreekopeningen ‡‡ Gebruik taaiere hardmetaalsoorten ‡‡ Gebruik stabieler gereedschap ‡‡ Gebruik een stabielere geometrie ‡‡ Gebruik evtl. een bredere snijkant
Vorming van opgebouwde snijkanten ‡‡ Verhoog de snijsnelheid ‡‡ Gebruik een positievere geometrie ‡‡ Optimaliseer de koeling
Kolkslijtage ‡‡ Verlaging van de snijsnelheid ‡‡ Gebruik een positievere geometrie ‡‡ Gebruik een slijtvastere soort ‡‡ Optimaliseer de koeling
Groef- of oxidatieslijtage ‡‡ Verlaag de snijsnelheid ‡‡ Voeding verminderen
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
35
Vergelijkingstabellen ivm hardheid Trekvastheid, Brinell-, Vickers- en Rockwellhardheid (samenvatting volgens DIN 50150)
Trekv astheid [N/mm2]
Vickershardheid
36
Brinel- Rockwelllhardheid hardheid
Rm
HV
HB
255 270 285 305 320 335 350 370 385 400 415 430 450 465 480 495 510 530 545 560 575 595 610 625 640 660 675 690 705 720 740 755 770 785 800
80 85 90 95 100 105 110 115 120 125 130 135 140 145 150 155 160 165 170 175 180 185 190 195 200 205 210 215 220 225 230 235 240 245 250
76,0 80,7 85,5 90,2 95,0 99,8 105 109 114 119 124 128 133 138 143 147 152 156 162 166 171 176 181 185 190 195 199 204 209 214 219 223 228 233 238
HRC
20,3 21,3 22,2
820
255
242
23,1
835
260
247
24,0
850
265
252
865
270
880
275
Trekv astheid [N/mm2]
Vickershardheid
Brinel- Rockwelllhardheid hardheid
Rm
HV
HB
900
280
266
HRC 27,1
915
285
271
27,8
930
290
276
28,5
950
295
280
29,2
965
300
285
29,8
995
310
295
31,0
1030
320
304
32,2
1060
330
314
33,3
1095
340
323
34,4
1125
350
333
35,5
1155
360
342
36,6
1190
370
352
37,7
1220
380
361
38,8
1255
390
371
39,8
1290
400
380
40,8
1320
410
390
41,8
1350
420
399
42,7
1385
430
409
43,6
1420
440
418
44,5
1455
450
428
45,3
1485
460
437
46,1
1520
470
447
46,9
1555
480
(456)
47,7
1595
490
(466)
48,4
1630
500
(475)
49,1
1665
510
(485)
49,8
1700
520
(494)
50,5
1740
530
(504)
51,1
1775
540
(513)
51,7
1810
550
(523)
52,3
1845
560
(532)
53,0
1880
570
(542)
53,6
24,8
1920
580
(551)
54,1
257
25,6
1955
590
(561)
54,7
261
26,4
1995
600
(570)
55,2
Berekeningsformules draaien
Trekv astheid [N/mm2]
Vickershardheid
Brinel- Rockwelllhardheid hardheid
Rm
HV
HB
2030
610
(580)
55,7
2070
620
(589)
56,3
2105
630
(599)
56,8
2145
640
(608)
57,3
2180
650
(618)
660
Toerental
HRC
Snijsnelheid
57,8 58,3
670
58,8
680
59,2
690
59,7
700
60,1
720
61,0
740
61,8
760
62,5
780
63,3
800
64,0
820
64,7
840
65,3
860
65,9
880
66,4
900
67,0
920
67,5
940
68,0
Voedingssnelheid
Ingrijptijd
Omrekeningen van hardheidswaarden volgens deze omrekeningstabel zijn slechts bij benadering juist. Zie DIN 50150.
n Dc vc vf f th lm
Toerental Snijkantdiameter Snijsnelheid Voedingssnelheid Voeding per omwenteling Ingrijptijd Bewerkingslengte
min-1 mm m/min mm/min mm min mm
Trekvastheid
N/mm2
Rm
Vickershardheid
Diamantpiramide 136° Testkracht F ≥ 98 N
Brinellhardheid Berekend uit: HB = 0,95 x HV
0,102 x F/D = 30 N/mm F = testkracht in N D = kogeldiameter in mm
HB
Rockwellhardheid C
Diamantkegel 120° Totale testkracht 1471 ± 9 N
HRC
2
HV 2
Walter Cut – Insteken en steekdraaien
37
Walter AG Derendinger Straße 53, 72072 Tübingen Postfach 2049, 72010 Tübingen Duitsland
Walter Benelux N.V./S.A. Zaventem, België (B) +32 (02) 7258500 (NL) +31 (0) 900 26585-22
[email protected]
Printed in Germany 568 0329 (03/2009) NL
www.walter-tools.com