Bio auteurs : Jo Bastiaens, Ph.D., is momenteel academic liaison bij CIMIC, het expertisecentrum voor interculturaliteit van de Lessius hogeschool. Hij was jarenlang professioneel actief in de internationale ontwikkelingssamenwerking op vlak van onderwijs bij VLIR, VVOB, Unesco, en woonde en werkte in China en in Indonesië. Hij behaalde zijn doctoraat in de VS (SUNY) met een proefschrift over de relatie tussen internationale ontwikkelingssamenwerking en hervormingen in het hoger onderwijs in Indonesië. Hij publiceerde daarover het boek ‘International Assistance and State University Relations’ (Routledge). Hij is co-auteur van het hoofdstuk Internationale competentie en internationale mobiliteit.
Joke Simons behaalde haar doctoraat Psychologische Wetenschappen (afstudeerrichting Schoolpsychologie) aan de K.U.Leuven. Zij is als onderzoeker, onderzoekscoördinator en -coach werkzaam voor de groep Onderwijs en Vorming van Lessius Mechelen. Verder is zij ook werkzaam op het Centrum voor Intercultureel Management en Internationale Communicatie van Lessius Mechelen (CIMIC, een expertisecentrum over intercultureel leren en werken, interculturele communicatie en diversiteitsmanagement en internationale uitwisselingen). Zij is co-auteur van het hoofdstuk Internationale competenties en van het hoofdstuk Interculturele competentie en internationale mobiliteit. Ingrid Huylebroeck is lector aan Lessius Mechelen. Ze volgde een postgraduaat diversiteitsmanagement aan de KULeuven, studeert momenteel intercultureel management (CIMIC) en werkte mee aan een onderzoeksproject Interculturele Competenties en de ontwikkeling van de Interculturele Competentie Wijzer. Zij is co-auteur van het hoofdstuk Interculturele competentie en internationale mobiliteit.
1
Interculturele competentie en internationale mobiliteit Auteurs: Jo Bastiaens, Joke Simons, Ingrid Huylebroeck
Het toegenomen belang van internationalisering door internationale mobiliteit, en de vertaalslag daarvan naar cijfermatige doeleinden en indicatoren, brengt het beleid, de instellingen en de opleidingen ertoe zich te beraden over zowel de interculturele voorbereiding en begeleiding van mobiliteiten, als over de interculturele leereffecten en resultaten van deze internationale mobiliteit (Bologna Experten, 20111). Uit heel wat eerder onderzoek (o.m. Bracke, 2007; Behrnd & Prozelt, 2011; Teiler, 2007) weten we dat internationale mobiliteit onder bepaalde voorwaarden een meerwaarde kan betekenen, zowel op vlak van persoonlijkheidsontwikkeling als voor de professionele groei. Weinig is geweten over de effecten van internationale mobiliteit op de interculturele competentieontwikkeling van studenten in opleidingen of in het beroepsveld. De inzet van de recent 2 ontwikkelde Interculturele Competentiewijzer kan bijdragen tot die kennis. In deze sectie van het handboek internationalisering staan we stil bij de complexe relatie tussen internationale mobiliteit en interculturele competentie. Eerst bekijken we het concept van interculturele competentie: van waar komt het idee, hoe komen we tot een werkbare definitie, en hoe bepalen of meten we interculturele competentie in een operationele zin? In het licht hiervan beschrijven we kort de resultaten van recent onderzoek naar interculturele competenties en de ontwikkeling van de interculturele competentiewijzer. Verder hebben we oog voor de randvoorwaarden en strategieën die worden ontwikkeld voor een degelijke interculturele voorbereiding, begeleiding en opvolging die alle nodig zijn om tot kwaliteitsvolle internationale leerervaringen te komen. Tenslotte bekijken we het opzet van het onderzoek IC Catalist waarin de effecten van internationale mobiliteit op interculturele competentie in kaart worden gebracht.
1
Departement Onderwijs en Vorming (2011). Internationale Mobiliteit in het Vlaams Hoger Onderwijs. Een verslag van de Bologna experten. En verder het aanvullend verslag ’descriptoren internationalisering Hoger Onderwijs. 2 De Interculturele Competentiewijzer werd ontwikkeld in het kader van een projectonderzoek, uitgevoerd door het Centrum voor Intercultureel Management en Internationale Communicatie (CIMIC). Meer informatie over het concept van interculturele competentie en de vertaalslag naar de interculturele competentiewijzer kan worden teruggevonden in het recent uitgegeven Handboek Interculturele Competentie, uitgegeven bij Politeia (oktober 2011).
2
1. Interculturele competentie: what’s in a name? In de vorige bijdrage van het handboek 3 werd reeds verwezen naar het veelvuldig gebruik van containerbegrippen als internationalisering en internationale competenties. Om een Babylonische spraakverwarring te vermijden is het daarom aangewezen dat concepten van meetaf aan duidelijk worden gedefinieerd. Een eerste belangrijke vaststelling daarbij is alvast dat het concept van interculturele competentie niet samenvalt met de idee van internationale competenties. Het gaat om duidelijk onderscheiden begrippen, met een eigen oorsprong en finaliteit, ook al worden zij in beleidsdocumenten nog vaak samen vermeld (Bologna experten, 2011 4). Verder is het goed te vermelden dat er in de wetenschappelijke literatuur geen consensus bestaat in de omschrijving van interculturele competenties (Krols, 2009; CIMIC, 2011). Een gemotiveerde keuze is derhalve aangewezen, die niet alleen praktisch hanteerbaar is maar ook past in een context van lerende mensen, en dit op verschillende niveaus: -
het niveau van maatschappij relevante vraagstukken (cf. burgerschap, ontwikkeling, culturele integratie, multiculturele samenleving...) het niveau van de beroepsspecifieke betekenis van interculturele competenties (cf. interculturele competenties voor leerkrachten, verpleegsters, managers...) het individuele groeiproces van de student (cf. op welke sterktes kan je buigen en wat zijn je leerpunten staan...)
Er bestaan in de literatuur verschillende concepten van interculturele competentie die hieraan beantwoorden. Wat we daaruit kunnen concluderen is bijvoorbeeld dat voor interculturele competentie kennis (K-Knowledge) en vaardigheden (S-Skills) weliswaar belangrijke componenten zijn, maar dat attitudes (A-Attitudes) en ‘awareness’(A+) nog van grotere betekens zijn (Fantini, 2000). Deze bewustwording wordt bovendien doorgaans beschouwd als van een andere orde dan de andere drie dimensies. Bewustwording vraagt verkenning, experiment en ervaring. Internationale mobiliteit kan een context bieden voor dergelijke ervaringen en verkenningen. Belangrijke conclusies omtrent het concept ‘interculturele competentie’ die we meenemen uit de literatuur: een procesgeörienteerd concept dat geen eindpunt kent: interculturele competentie is een levenslang proces van ‘becoming’, en niemand is uiteindelijk helemaal intercultureel competent een focus op bewustwording (awareness) door zelfkennis, introspectie en reflectie: een kenmerk van het proces van bewustwording is dat het een moeilijk omkeerbaar proces is. bewustwording leidt tot een diepere ontwikkeling van cognitie, vaardigheden en attitudes; bewustwording van de persoonlijkheid; ontwikkeling van een kritische kijk ten aanzien van zichzelf in sociale situaties; de transformatie van het zelf en de relaties met anderen, en tot creatieve en kritische manieren om om te gaan met de werkelijkheid. het concept van interculturele competentie ondersteunt finaal de capaciteit van mensen om relaties met cultureel anderen te verbeteren en hun blik op de wereld te verbreden. Eén van de belangrijke (werk)definities van het concept interculturele communicatie die aan deze randvoorwaarden beantwoordt luidt als volgt: ‘Interculturele competentie is het gepast en effectief beheren van interactie tussen mensen die, in zekere mate, verschillende of uiteenlopende affectieve, cognitieve of gedragsmatige oriëntaties op de wereld vertegenwoordigen.’ (Sptizberg, 1989)
3
We verwijzen naar het hoofdstuk ‘interculturele competenties’ van het handboek internationalisering. Het verslag over descriptoren heeft het over ‘internationale/interculturele competenties’. In het inhoudelijk verslag (p. 41) worden interculturele competenties vermeld als één van de willekeurige voorbeelden van internationaal gerichte competenties, naast taalvaardigheid, professionele expertise, Europees burgerschapscompetenties, enz... 4
3
2. De interculturele competentiewijzer Met het oog op een verdere operationalisering van deze definitie, ontwikkelde CIMIC een interculturele competentiewijzer waarin negen componenten worden onderscheiden. Een gedetailleerde omschrijving van deze componenten kan u terugvinden in het handboek ‘Interculturele Competentie’, uitgegeven bij Politeia in oktober 2011. We vermelden deze componenten hier kort om een beeld te schetsen van de basiselementen waaraan de interculture competentiewijzer als vragenlijst is opgehangen. Verder bestrijken deze componenten basisaspecten die individuen toelaat om actief en effectief te interageren met mensen met andere achtergronden of oriëntaties. Meer bepaald gaat het om de volgende componenten: -
culturele zelfkennis culturele flexibiliteit culture veerkracht culturele ontvankelijkheid (receptiviteit) culturele kennnisverwerving culturele relationele competentie interculturele communicatieve competentie culturele conflicthantering culturele multiperspectiviteit (een breed en meervoudig cultureel perspectief)
De IC-Wijzer is een diagnostisch instrument voor interculturele competentie en is geconretiseerd in een gevalideerde vragenlijst. Op basis van de onderscheiden componenten worden competentieniveaus bepaald, die uiteindelijk informatie biedt over waar een persoon (bv. een student die vertrekt naar het buitenland) zich situeert in termen van zijn of haar interculturele competentie. Een meer grafische voorstelling, met de hypotetische resultaten van één bevraging op één bepaald moment vindt u in figuur 1. Het instrument is in de eerste plaats een zelfevaluatie instrument, gericht op kritische zelfreflectie. De IC-Wijzer is in principe ook opgezet als een proces, waarin deelnemers niet alleen inzage krijgen in de sterktes en leerpunten, maar ook begeleid en ondersteund worden in de trajecten en keuzes die zij maken. Vertrekpunt is dat culturele competentie begint ‘dicht bij huis’, maar het instrument reflecteert als zodanig ook het dynamisch karakter van zowel culturen als van de eigen interculturele competentie. Figuur 1: grafische voorstelling momentopname
4
zelfkennis 30 multiperspectief
25
flexibiliteit
20 15 10 conflicthantering
5
veerkracht
0
communicatie
ontvankelijkheid
relationele vaardigheid
kennisverwerving
De IC-Wijzer werd reeds in verschillende contexten gevalideerd in het vorige onderzoeksproject, maar wordt in een pas opgestart opvolg project dat we dit jaar starten ook op een grotere schaal en in een specifieke context van internationale mobiliteit toegepast 5. Ook zullen we in dit project inhoudelijke knooppunten uit het vorige project verder uitdiepen en op punt stellen
5
Het betreft het project IC-Catalist, dat momenteel door CIMIC wordt uitgevoerd.
5
3. Interculturele competentie voor internationale mobiliteit Jaarlijks trekken honderden Vlaamse hogeschoolstudenten op buitenlandse stage of studieverblijf. Ongetwijfeld is dit op individueel vlak een zeer bijzondere leerervaring. Maar met de toenemende vraag in het hoger onderwijs om binnen de curricula ook interculturele competentie een sterkere plaats te geven, stelt zich nu ook de vraag wat na hun terugkeer mag worden verwacht aan effecten op precies die interculturele competentie. Maakt de buitenlandervaring hen ook zodanig ‘intercultureel competent’ dat zij een meerwaarde betekenen m.b.t. cruciale vraagstukken over culturele diversiteit in hun opleiding en hun (toekomstig) beroep in Vlaanderen? Terecht willen opleidingen en docenten weten in hoeverre de internationale mobiliteit van studenten hen ook op deze realiteit voorbereidt en hen ook hierin de nodige ‘kennis’, ‘vaardigheden’ en ‘attitudes’ meegeeft. Over de kenmerken van studenten die naar het buitenland vertrekken in het kader van hun opleiding bestaat er al heel wat onderzoek (o.a. Teichler, 2002, Europese Commissie, 2011, ). Deze studies zijn vaak gefocust op mobiliteiten met het oog op het bevorderen van de Europese identiteit. Zelden vindt er een voor- en nameting plaats van de centrale kenmerken, zodat beschikbare data beschrijvend blijven en er uiteindelijk ook weinig geweten is van de concrete effecten van de mobiliteit op de student. Kenmerken zoals duur en aard van het verblijf worden vaak aangegeven als relevant, maar zelden geanalyseerd in verhouding tot andere studentenkenmerken die betekenisvol zijn voor leerprocessen, zoals bijv. de mate van zelfsturing, communicatieve vaardigheid, het gebruik van sociale media enz. Een verruimde inzet van de IC-Wijzer in internationale mobiliteitstrajecten kan met andere woorden bijdragen tot een strategisch en actueel debat op vlak van internationalisering, en dit zowel onderzoeksmatig als beleidsmatig. Het recent opgestarte project IC-Catalyst pikt daar expliciet op in.
6
4. Het IC-Catalyst project De basisvraagstelling van het IC-Catalyst project is als volgt: wat zijn de effecten van internationale mobiliteit voor de interculturele competentie van de student? Voor deze primaire vraag onderscheiden we de volgende drie subvragen: a) Leidt internationale studentenmobiliteit tot een verhoogde interculturele competentie van de student? b) Welke gevolgen heeft internationale studentenmobiliteit voor de persoonlijke ontwikkeling van de betrokkene? c) Welke variabelen van internationale studentenmobiliteit bepalen mee het effect op interculturele competentie? IC-Catalyst richt zich op de consolidatie van kennis en expertise m.b.t. het impact van internationaliseringstrajecten voor een versterkte interculturele competentie. Twee opdrachten zijn voorzien: a.
een uitgebreide effectmeting van de internationaliseringservaring op de interculturele competentie van studenten in het hoger onderwijs. Dit gebeurt met als instrument de IC-Wijzer en aan de hand van de methodiek van pre- en post-testen. Binnen het project zal een kritische screening van het bestaande diagnostische instrument gevolgd worden door een validatie ervan bij verschillende doelgroepen en opleidingen en door middel van gerichte kwalitatieve studies. Deze bijkomende opvolgingsstudies dragen bij tot een degelijke kwaliteitscontrole van het instrument en bieden een onmiddelllijke meerwaarde voor al diegenen die betrokken zijn bij de internationale mobiliteiten (i.e. studenten, docenten, begeleiders, international officers, beleid) b. opzetten en activeren van een expertisenetwerk m.b.t. het thema interculturele competentie in internationalisering via de Delphi methode. Dit betekent dat een groep deskundigen iteratief worden bevraagd om kritisch te reflecteren op bestaande en in ontwikkeling zijnde kaders en instrumenten die de verankering van interculturele competentie bij studenten kan ondersteunen. Het proces wordt ondersteund in een internetplatform en opgevolgd met expertenbijeenkomsten. Het project is gestart in september 2011 en loopt tot augustus 2013. Bevragingen aan de hand van de IC-Wijzer starten in november 2011.
7
1. Bibliografie Anderson, Philip H., Lawton, Leigh, Rexeisen, Richard, J. & Hubbard, Ann C. (2006). Short-term study abroad and intercultural sensitivity: A pilot study. In: International Journal of Intercultural Relations, 30, pp. 457-469. Arasaratnam, Lilu A. & Doerfel, Marya L. (2005). Intercultural communication competence: Identifying key components from multicultural perspectives. In: International Journal of Intercultural Relations. Behrnd, Verena, Prozelt, Susanne (2011). Intercultural competence and training outcomes of students with experiences abroad. (article in press) In: International Journal of Intercultural Relations, 29, pp. 137-163. Bracke, Carla (2007). Onderzoek naar de omkadering voor Vlaamse jongeren die naar het Zuiden trekken. In opdracht van het Platform Kleurrijk Vlaanderen. Centrum voor Intercultureel Management en Internationale Commmunicatie, CIMIC (2011). Handboek Interculturele Competentie. Uitgeverij Politeia: Brussel. Deardorff, Darla K. (2006). Identification and assessment of intercultural competence as a student outcome of internationalization. In: Journal of Studies in International Education, Vol. 10, No. 3, p. 241-266. Europese Commissie. (2009). Green Paper. Promoting the learning mobility of young people. Opgevraagd op 7 oktober 2011 van http://www.eur-lex.europa.eu . Europese Commissie (2011). Flash Eurobarometer 319b – the Gallup organization. Youth on the Move. Education and training, mobility, employment and entrepreneurship. May 2011, Brussels. Europese Commissie (2011). Mapping mobility in European higher education. Volume I: overview and trends. Eds. Ulrich Teichler, Irina Feerencz and Bernd Wächter. Brussels. Fantini, A. E. (2000). A central Concern: Developing Intercultural Competence. In Fantini, A. E. (ed.), About Our Institution (pp.25-42). SIT Occasional Papers Series. Brattelboro, VT: The School for International Training. Fantini, Alvino E. (2009). Assessing intercultural competence: issues and tools. In: Deardorff Darla K. (Ed). The Sage handbook of intercultural competence, London, Sage, pp. 456-476. Fink, Gerhard & Mayrhofer, Wolfgang (2009). Cross-cultural competence and management – setting the stage. In: European Journal Cross-Cultural Competence and Management, Vol. 1, No. 1., p. 4265. Flamenco vzw (2010). Handboek Internationalisering. Opgevraagd op 2 november 2011 van www.handboek-internationalisering.be/nl/handboek-internationalisering. Gertsen, M. (1990). Intercultural competence and expatriates. In: International Journal of Human Resources Management, 1, 341-362. Hammer, Mitchell, R., Bennett, Milton J. & Wiseman Richard (2003). Measuring international sensitivity: The intercultural development inventory. In: International Journal of Intercultural Relations, 27, pp. 421-443. Hammer, Mitchell (2005). Assessment of the Impact of the AFS Study Abroad Experience. New York: AFS Intercultural Programs. Idea consult (2010). Study on mobility patterns and career paths of EU researchers. Report prepared for the European Commission, Research and Directorate-General, Juni 2010, Brussel 8
Krols, Yunsy (2009). Literatuurstudie Interculturele Competentie. Rapport in kader van project ICW. Marcotte, Claude, Desroches, Jocelyn, Poupart, Isabel (2007). Preparing internationally minded business graduates: the role of international mobility programs. In: International Journal of Intercultural Relations, 31, p. 655-668. Melin, Göran (2005). The dark side of mobility: negative experiences of doing a postdoc period abroad. In: Research Evaluation, volume 14, nr. 3, December, pp. 229-237. Pedersen, Paula J. (2010). Assessing intercultural effectiveness outcomes in a year-long study abroad program. In: International Journal of Intercultural Relations, 34, p. 70-80. Peeters, Bob, Bouwen, René, & Francke, Jolie (2004). Reizen om te leren. Evaluatie van het VLIRinitiatief ‘reisbeurzen voor studenten’. Rohrlich, B. (1993) ‘Expecting the Worst (or the Best!). What Exchange Programs should Know about Student Expectations’, Occasional Papers in Intercultural Learning, Number 16. Savicki, Victor, ed. (2008). Developing Intercultural Competence and Transformation. Theory, Research, and Application in International Education. Stylus, Sterling, Virginia. Shadid, W.A. (1998). Grondslagen van interculturele communicatie: Studieveld en werkterreinen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu van Loghum Spitzberg, B.H. (1989). Issues in the development of a theory of interpersonal competence in the intercultural context. In: International Journal of Intercultural Relations, 13, 241-268 Szkudlarek, Betina (2010). Reentry – A review of the literature. In: International Journal of Intercultural Relations, 34, p. 1.21. Teichler, Ulrich & Rizva, B. (2007). The changing role of student mobility. In: Higher Education Policy. 20, 457–475. Vande Berg, Michael, Connor-Linton, J. & Paige, R. M. (2009) The Georgetown Consortium study: Intervening in student learning abroad. In: Frontiers: The Interdisciplinary Journal of Study Abroad, XVIII VHLORA. (2003). Het hoger onderwijs internationaliseren, handboek ten behoeve van alle personeelsleden uit het Vlaamse hoger onderwijs. Opgevraagd op 1 november, 2009 van http://www.vlhora.be/nieuws/publicaties/BOEK-ho-intern.pdf. VLIR-UOS (2011), Integratie van Vlaamse hogescholen in VLIR-UOS. Participatie, Integratie en Synergie. VLIR-UOS, Brussel.
9