1
De Bijbel open 2013 12 (23-03) Vandaag hebben we de Bijbel geopend bij een gedeelte uit de lijdensgeschiedenis van Jezus. We letten daarbij in het bijzonder op het feit dat Jezus gekruisigd is en we vragen ons af wat de betekenis ervan is dat Jezus uitgerekend deze straf van de kruisdood heeft ondergaan. Daarover gaat het in Mattheus 27:26, waar we lezen dat de stadhouder Pilatus Jezus aan de soldaten overgeeft om gekruisigd te worden. Om daar meer zicht op te krijgen, luisteren we vandaag ook naar zondag 15 van de Heidelbergse Catechismus. In dit 450e jubileumjaar van de Catechismus denken we daar in ons programma iedere maand een keer over na. Vandaag doen we dat ook. Dan gaat het over vraag 39 waar staat: betekent het ook iets meer dat Jezus gekruisigd is dan dat Hij op een andere wijze gestorven zou zijn? Dat dit inderdaad het geval is hopen we vanmorgen te zien. Het kruis is zelfs zo belangrijk dat het een vast onderdeel van onze apostolische geloofsbelijdenis is als we van Jezus belijden dat Hij ook is gekruisigd. Mattheus 27 is een lang hoofdstuk vol van het lijden van onze Heiland. Het grootste deel wordt in beslag genomen door het verhoor van Jezus door Pilatus en de voltrekking van de doodstraf op Golgotha. Het hoofdstuk eindigt met de geschiedenis van de begrafenis. Wat in heel de gang van zaken duidelijk wordt is dat er in Jezus geen schuld gevonden wordt. Tegelijk bedreigen de leiders van het volk Pilatus. Jezus moet sterven. Pilatus denkt er met een list uit te komen. Hij stelt Jezus op het tweetal met Barabbas, een zware crimineel. Wie zal ik u loslaten? Dan klinkt het tegen heel zijn verwachting in: Barabbas. Maar wat moet ik dan met Jezus doen? Kruist Hem, roept de massa. Hier valt dan in dit gedeelte voor het eerst het woord kruis. Pilatus geeft toe, wast zijn handen in onschuld, laat Jezus geselen en geeft hem over om hem te kruisigen. Zo wordt Jezus na de geseling weggeleid naar Golgotha. De zware dwarsbalk wordt op zijn schouders gelegd en Hij wordt als een lam ter slachting geleid. De stad Jeruzalem uit, samen met twee anderen, naar Golgotha. Daar zal het gaan gebeuren. En zo komen we bij ons thema vanmorgen waar de HC bijzonder aandacht aan besteedt: het kruis.
2
Op Golgotha wordt de dwarsbalk van het kruis aan een paal vastgemaakt. Jezus wordt uitgekleed, op de dwarsbalk neergelegd en zijn handen en voeten worden vastgespijkerd. Vervolgens wordt het kruis rechtopgezet en dan hangt Jezus daar tussen hemel en aarde. Hier zal Hij sterven. We weten dat de dood aan het kruis de meest pijnlijke en afschuwwekkende marteling is die er in die tijd bestond. Een straf die alleen aan de ergste misdadigers werd voltrokken en dan nog alleen aan slaven. Het is deze straf, deze doodstraf die Jezus onderging. Van negen uur ’s morgens tot drie uur ’s middags heeft Hij de ondragelijke pijnen van de kruisdood ondergaan. Gedurende deze uren heeft Hij de stilte zeven keer onderbroken door zijn bekende woorden te spreken, die we niet voor niets ‘kruiswoorden’ noemen. Zijn laatste kruiswoorden zijn: Het is volbracht en Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest. Dan sterft Hij. Wanneer een soldaat een speer in zijn zijde steekt, komt er bloed en water uit, teken dat Hij gestorven is. De vraag waar het nu om gaat is: waarom heeft Jezus deze dood aan het kruis ondergaan? Is dat toevallig, omdat dat nu eenmaal in die tijd vaker gebeurde, zoals blijkt bij de twee andere kruiselingen? Nee, dat is het niet. Dat Jezus aan het kruis sterft heeft een hele specifieke betekenis. Dat wist Jezus zelf. Hij had al drie keer tegen zijn discipelen gezegd dat Hij zou gekruisigd worden. Jezus heeft daar zelf voor gekozen. Dat Hij gekruisigd werd was dus niet toevallig, niet iets onafwendbaars, maar door Gods Zoon zelf zo bepaald en gewild. Het kruis hoort bij het hart van het lijden van Jezus als onze Verlosser. Dat heeft vooral Paulus later benadrukt. Hij spreekt vaak over het kruis als een aanduiding voor de manier waarop Jezus ons verlost. Maar waar zit dat dan in? Dat zien we als we bedenken wat het in Israel betekende dat iemand de doodstraf door ophanging onderging. Het kruis wordt daarmee gelijk gesteld. In Deut. 21: 23 lezen we dat iemand die opgehangen wordt vervloekt is. Dat betekent dat Hij uitgestoten is. Dat zie je ook in al zijn verschrikking als zo iemand tussen hemel en aarde hangt. De hemel heeft hem uitgestoten en de aarde heeft hem ook uitgestoten. Zo iemand mag er niet meer zijn. Sterker nog: God zelf stoot zo iemand uit en ook
3
de mensen stoten hem uit. Dat is het ergste wat met een mens kan gebeuren. Als we dit bedenken wordt de betekenis van de kruisdood van Jezus voor ons duidelijk. Wanneer Hij aan het kruis hangt gaat aan Hem Deut. 21: 23 in vervulling. Dan is Hij de gehangene en dan is Hij dus de vervloekte. Dan wordt Hij de mens die uitgestoten is. Door de hemel en de aarde, door de mensen, maar ook door God. Dat ergste wat met een mens kan gebeuren, ondergaat Hij. Niet als een toeval, een speling van het lot, maar als een vrijwillige keus van Hem zelf. Zo roept Hij straks als een gehangene: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten. Hij wordt niet alleen door mensen weggestoten: weg met Hem, maar Hij wordt ook door zijn eigen Vader verstoten. Dat is het absolute dieptepunt dat Jezus in zijn lijden onderging. Wat triest. Hij die zoveel goed gedaan had aan de mensen, wordt door die mensen vervloekt. Hij die zoveel gehoorzaamheid aan God had betoond, wordt door Hem vervloekt. Hoe kan dat? Dat zien we als we beseffen dat het kruis niet alleen een dieptepunt in zonden is, maar ook een hoogtepunt van de liefde van onze Heiland voor God en voor ons mensen. Daarom vragen we verder. Waarom heeft Jezus deze dood aan het kruis gekozen? Waarom wilde Hij dat vreselijke ondergaan dat zelfs God zegt: weg met jou. Omdat wij mensen ons dat hebben waardig gemaakt. De kruisdood van Jezus wordt alleen maar duidelijk als wij Genesis 3 openslaan. Daarin gaat het over het drama dat wij de relatie met God verbroken hebben. Daardoor hebben we ons zijn vloek waardig gemaakt. Dat wil zeggen dat God zegt: Ga weg van Mij, Ik wil niets meer met je te maken hebben. Dat zou het einde betekenen van onze relatie met God. Tegen die achtergrond wordt het duidelijk dat het dieptepunt van de kruisiging van Jezus een hoogtepunt is van zijn liefde voor mensen die de vloek hebben verdiend. Het gaat er dan om dat we geloven dat Jezus die vloek voor ons, in onze plaats wilde dragen. Dat Hij in onze plaats de schuldige mens wilde zijn die verstoten wordt door God en mensen. Niemand heeft dat meer bewogen onder woorden gebracht dan Paulus in Galaten 3:13: Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet, door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: vervloekt is ieder die aan een hout hangt. En precies die diepe betekenis vinden we verwoord in zondag 15 van de HC. Als gevraagd wordt waarom Jezus de dood aan het kruis sterft, dan luidt het
4
antwoord: Dat ik daardoor zeker ben dat Hij de vloek die op mij lag, op zich geladen heeft, want de dood aan het kruis was door God vervloekt. Dat is de diepe betekenis, vol van zegen van de vloekdood van Jezus. Daarom is Jezus niet gestenigd of onthoofd, maar gekruisigd. We spreken in dit verband over de theologie van het kruis. Het kruis, als het wereldwijde symbool van onze redding, is ons juist om het lijden van Jezus zo kostbaar geworden. Dat is een zaak van geloof. Zonder geloof zegt Paulus tegen de Korintiërs is het kruis voor de Joden een ergernis, een struikelblok en voor de Grieken een dwaasheid. Inderdaad, wat moet je aan heil verwachten van iemand die de meest verachtelijke dood sterft aan een kruis. Maar zegt Paulus, voor ons die in Hem als onze levende Heiland, is het een kracht van God. Tegen de achtergrond van Deut. 21 wordt dat duidelijk. Hij in onze plaats. Dat is het wonder van het kruis. Zoals Paulus in Fil. 2 zegt van Jezus: Hij heeft zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, de dood aan het kruis. Hij draagt aan het kruis de vloek die wij verdienen en Hij draagt die z dat Hij die weg draagt. Nu brengt het kruis ons geen vloek meer, maar zegen. De zegen van de gemeenschap en de vrede met God. De zegen die Jezus door zijn kruis voor ons verdient. Hij voor ons verstoten opdat wij nooit meer verstoten zouden worden. Dat Hij dat wilde doen is het grootste wonder wat er bestaat. Vandaag, nu we Mattheus 27 hebben geopend en het leerboekje van Heidelberg ons helpt om dit gedeelte te verstaan, mogen we het ook tegen elkaar zeggen dat dit wonder er ook voor ons is. Wat zouden we toch moeten beginnen zonder het kruis van Jezus. We zouden voor altijd zonder God moeten blijven, dus vervloekt zijn en dat zou dubbel en dwars verdiend zijn. Wie zijn wij als zondige mensen in Gods ogen, die elke dag weer in concrete zonden kunnen vallen. Maar hoor het evangelie van het kruis van Jezus. In die vreselijke woorden: Hij gaf Hem over om gekruisigd te worden, begint zo waar een lied te zingen omdat we ze zo mogen lezen: Hij gaf Hem over om voor ons gekruisigd te worden. Paulus zegt: Ik ben met Christus gekruisigd en zo is het met een ieder die zich in het geloof aan Hem overgeeft. Ik vind het zo treffend dat de Catechismus zegt dat ik om het kruis van Jezus er zelfs zeker, absoluut zeker van mag zijn dat Hij de vloek die op mij lag, op zich geladen heeft. Dat beleefde Pascal toen hij schreef in zijn Mémorial:
5
zekerheid, zekerheid, vreugde, vrede. God van Jezus Christus. We voegen er aan toe: van de vloek maakt Hij mij vrij en zijn sterven zaligt mij. Te meer daar het kruis niet het einde is, maar de deur naar Pasen, de opstanding, het eeuwige leven. We geloven in de gekruisigde Jezus die dood geweest is, maar die leeft. Als ik de tekenen aan zijn handen en voeten en aan zijn zijde zie, zing ik: duizend, duizend maal o Heer, zij U daarvoor dank en eer.