1
De Bijbel open 2012 37 (22-09) Onlangs kreeg ik een vraag over twee genezingen in de bijbel. De ene gaat over de verlamde man in Lukas 5 die door het dak van een huis tot Jezus wordt gebracht en door Hem genezen wordt. De andere gaat over de blindgeborene in Joh. 9, die door Jezus van zijn blindheid wordt verlost. In het eerste geval lijkt er verband te bestaan tussen de ziekte en de zonde van de verlamde man. In het tweede geval, bij de blindgeborene zegt Jezus duidelijk dat dit niet het geval is. De vraag is nu hoe het kan dat er de ene keer wel sprake is van verband tussen ziekte en zonde en de andere keer niet. Dat is een belangrijke vraag. Ik denk dat veel mensen die met ziekte te maken hebben daar ook wel eens mee zitten. Is mijn ziekte soms een straf van God? Graag ga ik hier op in. Waarbij ik nu al wil zeggen dat we heel voorzichtig moeten zijn met het verband tussen ziekte en zonde te leggen. Maar dat er soms wel een verband kan bestaan, dat vinden we in de bijbel ook. Laten we maar een rustig gaan luisteren. Hopelijk hebben zowel de vragensteller als de andere luisteraars er iets aan. We gaan eerst naar Johannes 9, waarin de genezing van de blindgeborene wordt verteld. Jezus en zijn discipelen zien die blinde in het voorbijgaan. Dat roept de vraag bij de discipelen op: wie er gezondigd heeft: die blinde of zijn ouders. Daaruit kunnen we opmaken dat de discipelen er van uitgaan dat er een verband bestaat tussen de ziekte van de blinde en de zonde. Het is de gebruikelijke gedachtengang in Israel in die dagen. Maar dan maakt Jezus duidelijk dat hier helemaal geen sprake is van een verband tussen de blindheid en de zonde. Deze man is niet blind omdat hij of zijn ouders gezondigd hebben en ze er dus door God voor gestraft worden. Maar, zegt Jezus: deze blindheid is er om God te verheerlijken. Vervolgens wordt de man door Jezus genezen. Daardoor wordt inderdaad God verheerlijkt. In de genezing blijkt de eer en de glorie van zijn werken. En als straks de geestelijke leiders van Israel de genezen man in nauw drijven, dan getuigt deze man van het wonder dat hij eerst blind was en nu ziet. Zo groot is Gods werk. Wanneer we deze geschiedenis lezen wordt het dus duidelijk dat Jezus geen verbinding legt tussen de blindheid van deze man en een concrete zonde.
2
Nu gaan we naar Lukas 5, de geschiedenis van de genezing van de verlamde man. Hij wordt door zijn vrienden naar Jezus gebracht. Maar ze kunnen niet bij Hem komen, omdat een menigte mensen om Jezus heen dat onmogelijk maakt. Dan bedenken ze een noodingang om toch bij Jezus te komen. Ze klimmen op het platte dak, maken een opening en laten hun zieke vriend vlak voor Jezus neer. Wat doet Jezus dan? Hij zegt tegen de zieke: man, uw zonden zijn u vergeven. Dat roept bij de geestelijke leiders van het volk grote verontwaardiging op. Zonden vergeven kan God alleen. Wat verbeeldt Jezus zich wel, dit is gewoon godslasterlijk. Dan zegt Jezus tegen hen: wat is gemakkelijker om te zeggen: uw zonden zijn u vergeven of: sta op en ga lopen? Ja, het eerste natuurlijk. Welnu, daarom zegt Jezus tegen de verlamde man: sta op, neem uw bed op en ga naar huis. De man staat op en gaat genezen naar huis. Tot zover in het kort deze geschiedenis. Wat we hier zien is inderdaad een verband tussen zonde en ziekte. Dat blijkt uit het verband tussen zondenvergeving en genezing. Er was op een of andere manier zonde in het leven van de man gekomen en dat Jezus die zonde eerst vergeeft en pas daarna de zieke heelt wijst wel duidelijk op het verband. In Joh. 5 lezen we ook over het verband tussen zonde en ziekte. Daar gaat het over de genezing van de man die 38 jaar ziek geweest is en die in het huis Bethesda ligt. Daar wordt deze man door Jezus genezen van zijn jarenlange ziekte. We lezen dat Jezus deze man later in de tempel ontmoet. En dan zegt Hij tegen hem: u bent gezond geworden, zondig niet meer opdat u niet iets ergers overkomt. Dit is ook een duidelijk voorbeeld van het verband tussen ziekte en zonde. Ik denk dat Jezus met dat ergere zelfs het oordeel van God bedoeld heeft. Daar loopt de zonde op uit, als men van geen vergeving weten wil. Ik denk dat u en ik wel meer voorbeelden uit de bijbel kunnen noemen waarin het verband tussen ziekte en zonde duidelijk is. Ik denk zelf aan Mirjam, de zuster van Mozes die met melaatsheid gestraft wordt om haar zondig optreden tegen de Here en Mozes. Ik denk bijvoorbeeld ook aan Gehazi, die ook melaats wordt om zijn leugenachtig en hebzuchtig optreden tegenover de Here en Elisa. Je kunt ook denken aan Deut. 28, waarin Mozes het volk Israel toespreekt. Hij houdt hen de zegen en de vloek voor en zegt dat wanneer zij gehoorzaam in Gods wegen gaan, ziekte en andere rampen hen niet zullen treffen. Maar wanneer zij
3
ongehoorzaam zijn dan zal dat juist wel het geval zijn. En om een heel ander voorbeeld te noemen. In 1 Cor. 11 legt Paulus uit, hoe het komt dat er veel zieken zijn in de gemeente van Korinthe. Dat komt door de onwaardige wijze waarop men het avondmaal viert. Tegelijk zijn er ook allerlei voorbeelden uit de bijbel te noemen waaruit blijkt dat er helemaal geen direct verband tussen ziekte en zonde bestaat. Ik denk aan koning Hiskia, die midden zijn regering ziek wordt en als een wonder weer wordt genezen. Hier is er helemaal geen direct verband. En het grote voorbeeld is natuurlijk Job. De ene ramp en ziekte na de andere treft hem. Dan komen de drie vrienden van Job en zij weten hem precies te vertellen hoe het komt dat Job dit alles overkomt. Dat komt door zijn zonden. God straft hem. Laat hij die zonden maar eerlijk opbiechten. Dan is er genezing te verwachten en anders niet. Maar dan laat het boek Job zien dat die vrienden er helemaal naast zitten. Hoe je de tegenslagen, de ziekte van Job ook wilt duiden, er is geen verband tussen deze ziekte en een directe zonde. Het geloof van Job wordt beproefd, die kant zit er aan. Maar wat nog dieper ingrijpt is dat er iets onbegrijpelijks in het lijden van Job zit. Er is sprake van het grote raadsel van zijn ziekte en lijden. En ik denk dat dat aspect heel belangrijk is. Dat zien we ook in Psalm 73, waar ook het onbegrijpelijke van het lijden naar voren komt. Maar bestaat er dan geen verband tussen ziekte en zonde? We zagen het toch bij Mirjam, bij de verlamde, bij anderen? Ik denk dat we moeten zeggen dat, los van concrete personen, dat wel het geval is. Zonder de zondeval in Genesis 3 zouden er geen ziekte en dood zijn. We moeten het zo zien dat ziekte een onderdeel is van de gebrokenheid van het leven, die er gekomen is door de breuk in de relatie met God. Maar dat is iets anders dan een direct verband te leggen tussen iemands persoonlijke ziekte en iemands persoonlijk zondige leven. Trouwens, nu eens lezen we ook dat de ziekte van God komt, dan weer van de duivel, dan weer dat God het de duivel toestaat. Wat de bijbel ons vooral wil leren is dat ziek zijn een leerweg is. Wat Psalm 25 bezingt: Here , maak mij uw wegen door uw Woord en Geest bekend, geldt ook voor de ziekte die we te dragen krijgen. Daar moeten we niet te gemakkelijk over denken. Als niet zieken, als gezonden weten
4
we vaak zo gauw hoe het zit met de ziekte van de ander. Laten we voorzichtig zijn. God gaat met ieder mens zijn eigen weg. Ook de weg van ziek zijn. Ziek zijn is zwaar. Het is het dragen van een last, lichamelijk en geestelijk. Inderdaad, er zijn situaties denkbaar dat ziekte en zonde met elkaar te maken hebben. Maar dat hoeft dus helemaal niet. Ziek zijn kan ook een weg van beproeving en daarmee van loutering zijn. De dichter van Psalm 119 zegt het zo: het is goed voor mij verdrukt geweest te zijn. Maar dat zie je wel pas achteraf, als we het ooit echt goed zullen zien. Er is veel wat verborgen blijft en wat we pas eenmaal in het koninkrijk van God zullen verstaan. Ik vat de dingen samen. Uit Joh. 9 kunnen we leren dat we niet in zijn algemeenheid kunnen spreken over een direct verband tussen ziekte en zonde. Van Luk. 5 en Joh. 5 leren we ook dat dat verband er soms wel kan zijn. Maar dat is dan altijd gebonden aan een concrete situaties en aan concrete mensen. Je kunt niet zeggen: omdat bij de verlamde man vergeving en genezing hand in hand gaan, moet dat ook wel bij de blindgeborene het geval zijn. Ik benadruk deze dingen niet om de scherpe kantjes er wat af te halen, maar om de bijbel recht te doen en ook om te laten zien hoe zorgvuldig wij dienen te denken over de ziekte van onze broeder of zuster. En - maar dat kan heel diep gaan - ook over de ziekte van onszelf. Ik weet ook van iemand die het heel moeilijk vond om zijn ziekte niet als een straf te zien, omdat hem dan de mogelijkheid ontnomen wordt om zijn gezondheid terug te verdienen. Ja, wij mensen zitten soms ingewikkeld in elkaar. Van genade leven is en blijft moeilijk, zowel in gezondheid als in ziekte. Mag ik eindigen bij en rust vinden in onze Heiland, de Here Jezus Christus. Hij kwam in onze wereld om zondige en zieke mensen te redden. Daar profeteert Jesaja 53 al van: Hij heeft onze ziekten gedragen. Inderdaad, dat is het evangelie voor allen die met hun zonden, ziekte en ellende, tot Hem zich ter genezing wenden. Dat zien we en in Lukas 5 en in Joh. 9. Jezus schenkt heling als vergeving én genezing. Het zijn de tekenen van zijn volmacht als de Zoon van God om het heil van God te schenken. Vergeving schenkt Hij nu al, genezing nu lang niet altijd. Maar er komt een moment dat de profetie van Jesaja in vervulling gaat: aldaar zal niemand meer zeggen: ik ben ziek. Vanuit die
5
toekomst zal blijken dat het waar is wat Jezus zei in Joh. 9: de ziekte was er uiteindelijk, opdat de werken van God geopenbaard worden.