Einde Januari 1937
Nr 1
DE BELGISCHE VAKBEWEGING COWMSSION SYNOJC4U. vtBtLCJCUUt
OFFICIEEL ORGAAN DER SYNDIKALE KOMMISSIE BEHEER EN REDAKTIE : JOZEF STEVENSSTRAAT. 8 BRUSSEL
SYNQlKAUL KOVUS»)£
van BttCJt
Ter inleiding Y TIER is dus ons bijzonder nummer over de Spaansche tragedie. Met dit dokument wil de Belr—l gische vakbeweging getuigenis afleggen van haar solidariteit met de zaak der Spaansche * * Republiek, die door den misdadigén wil van haar bezittende klassen, haar militairen en haar geestelijkheid, ten prooi is aan den bloedigsten burgeroorlog. Die wreede oorlog, die reeds meer dan zeven maand duurt, is nog zijn einde niet nabij. De verniel- en de heerschzucht der voorheen regeerende klassen, hun verblindheid en hun haat hebben zooveel rampen gesticht, zooveel puin en asch opgehoopt en zooveel menschen gedood, dat er geen spraak meer kan zijn van een vergelijk. Deze oorlog moet uitloopen op vrijheid of slavernij. *
*
*
Deze burgeroorlog in Spanje belangt nochtans niet alleen het Iberisch schiereiland aan. Hij is de zaak van geheel de wereld en vooral van geheel Europa. Onze vriend Pietto Nenhi zegt dan ook zeer te recht: « De loopgraven waarmee Spanje''s grond is doorploegd, zijn die van aller en ieders vrijheid! » De nederlaag van de Spaansche Republiek beteekent de vestiging van het fascisme in West-Europa, de omsingeling van het republikeinsch en Volksfront Frankrijk, een bedreiging voor het demokratisch België, de verbreking van het Europeesch evenwicht in het voordeel van Hitler en Mussolini, het spoedig uitbreken'van een oorlog en de bijna zekere nederlaag van de demokratische krachten. Nu reeds mogen Franco en zijn handlangers rekenen op de reaktionnaire en fascistische elementen van alle landen, terwijl de krachten van vooruit gang, vrijheid en menschelijkheid van alle landen achter de republikeinsche strijders staan. Van de eerste dagen van het konflikt af, heeft de Belgische vakbeweging haar sympathie voor de Spaansche r epublikeinen betuigd. Met dit dokument wil ze het pakt van de vriendschap en solidariteit bevestigen dat haar verbindt met het Spaansche volk, in zijn strijd voor zijn bestaan en zijn vrijheid. *
*
*
Maar is dit nummer van ons officieel tijdschrift hoofdzakelijk bedoeld als de levendige uiting van ons gevoel van gemeenschap met de zaak van onze Spaansche broeders, het mag geen afbreuk doen aan wat steeds het hoofddoel van zijn zorgen was, namelijk het verbreiden van de waarheid. Zoo hebben wij niet geaarzeld, in dit nummer een artikel op te nemen van onzen vriend Pierre Ganivet, die een andere strekking dan de onze vertegenwoordigt, maar welke in Spanje deelneemt aan de verdediging der Republiek. Ganivet gewaagt in zijn artikel van zekere meeningsverschillen, die zich geopenbaard hebben in den schoot vah het Volksfront. Nochtans geeft hij blijk van een zekere partijdigheid, dewelke wij hem trouwens vergeven, in dien zin dat het niet slechts de kommunisten zijn die trachten de lakens naar hun zijde te trekken, maar eveneens de anarcho-syndikalisten. Wij zijn de meening toegedaan dat dit moeilijk anders kan. Het is een feit dat de Spaansche,
DE BELGISCHE VAKBEWEGING republikeinsche regeering samengesteld is uit verschillende strekkingen. Maar niemand kan betwisten dat in den schoot dier regeering ieder der deelnemende partijen blijken geeft van goeden wil en wijsheid. Wij drukken hier den vurigen wensch uit dat deze goede wil en deze wijsheid de overhand zullen behouden. Het is slechts wanneer alle regeeringspartijen er zich rekenschap van geven dat de overwinning maar kan verkregen worden door een gemeenschappelijke inspanning, dat zij inderdaad zullen zegevieren. En verder ook hopen wij dat dit gevoel van solidariteit zal blijven voortleven na de overwinning in het werk van Spanje's wederopbouw. Omdat het Spanje van morgen meer dan ooit behoefte zal hebben aan de eensgezindheid, de solidariteit en den samengebundelden wil van al diegenen die bijgedragen hebben tot zijn zegepraal. Indien wij GaniveVs artikel afgedrukt hebben, kunnen wij ons echter geenszins aansluiten bij zijn besluiten. Des te minder daar zekere partijen va% haar oude mentaliteit nog niet heelemaat afstand hebben gedaan. Naar onze meening is er niet slechts de keuze tusschen het anarchistisch socialisme en het reaktionnair fascisme. Er is nog een derde uitkomst .- het demokratisch federalistisch socialisme met een planmatige gemengde ekonomie, welke wij als de gunstigste voor Spanje beschouwen. Dat regime, waarvan wij vurig de verwezenlijking wenschen, zal afhangen van het doorzicht, de dapperheid en de wilskracht der vakver e enigingsleden en socialisten, alsook van de begrijpende houding aller republikeinen. Mogen ons vertrouwen en onze hoop in hen niet beschaamd wordeni *
*
*
De reaktionnair'en en de fascisten moeten nu maar in de in dit nummer vermelde feiten " geen bevestiging van hun beweringen zien. Neen, het zijn niet de handelingen van de kommunisten die den opstand Spanje's luister... hebben uitgelokt. Al de artikelen in dit nummer bewijzen het tegendeel. Het is de burgeroorlog, ingezet door de meineedige officieren met den steun van de geheele reaktie, die de extremisten in de gelegenheid heeft gesteld zich uit te breiden en hun huidige geduchte kracht te bereiken. De verantwoordelijken voor dien staat van zaken zijn zij die de Republiek, welker dienaren zij moesten zijn, hebben verraden, zijn zij die niet willen dulden dat de vertegenwoordigers van de arbeidende klassen het gezag in handen hebben, zijn zij die hun landgenooten, arbeiders en boeren, in slavernij willen houden, zijn zij die niet hebben geaarzeld, op hun medeburgers Moorsche en zwarte soldaten af te sturen zijn zij die hun vaderland aan Hitler en Mussolini hebben verkocht om er in naam de meesters van te blijven. *
*
*
In dit nummer hebben wij het woord willen laten aan de vertegenwoordigers van verschillende strekkingen die in Spanje voor de Republiek vechten. Ongelukkig moesten wij enkele bijdragen missen, namelijk die van onze vrienden Louis de Brouckère en Pietro Nenni en van den kommunist Jef Last, die waarschijnlijk te zeer in beslag werden genomen door hun aktie ten bate van Spanje. Moge hun ontstentenis niet te nadeelig geweest zijn voor de objektiviteit van dit dokument, waarin naast socialisten en syndikalisten, ook anarcho-syndikalisten, republikeinsche burgers, katholieken en linksstaande socialisten ftun meening hebben mogen uitdrukken.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
3
Wij danken al die gelegenheidsmedewerkers, maar vooral en in 't bijzonder den heer Ossorio y Gallardo, ambassadeur der Spaansche Republiek te Brussel, die ons een belangrijk artikel heeft willen zenden waarin hij ons zegt wat hij over Spanje's toekomst denkt. Het spreekt vanzelf dat ieder schrijver slechts zijn eigen oordeel geeft en dat wij er geenszins aan denken, de verantwoordelijkheid voor alle in onze kolommen uitgedrukte meeningen op ons te nemen. #
*
*
Wat de positie van de Belgische vakbeweging betreft, zij is gekend. De Belgische vakbeweging staat geheel aan de zijde van de Spaansche republikeinen en is dan ook tegen de politiek van niet-inmenging, die in strijd is met de door den Volkerenbond gecodificeerde regelen van internationaal recht en die vooral aan Franco en zijn kliek ten goede is gekomen. Wij willen evenwel tegenover Léon Blum niet zoo onrechtvaardig zijn als sommigen van onze kameraden. Wij zijn van oordeel dat het voor Blum moeilijk ware geweest een politiek van daadwerkelijke inmenging te volgen, gezien de houding van een groot deel der Fransche opinie (zelfs van het Volksfront), alsmede van de konservatieve regeering van Engeland, gezien ook het oorlogsgevaar dat aan dergelijke politiek verbonden was. Maar toch moest de niet-inmengingspolitiek anders geweest zijn in den vorm, ten minste bij den aanvang. Léon Blum heeft de les begrepen, naar blijkt uit zijn veranderde houding ten aanzien van het verbod van het zenden van vrijwilligers naar Spanje, welk verbod in Frankrijk slechts wettelijk wordt als de andere Staten dezelfde maatregelen treffen. *
*
%
Wij sluiten deze inleiding met den wensch dat ons bijzonder nummer moge bijdragen tot het versterken, bij onze kameraden, van hei gevoel van solidariteit met het arme Spaansche volk, en dat het meteen hun dokumentatie omtrent de verschillende uitzichten van die verschrikkelijke tragedie welke de Spaansche burgeroorlog is, zal aanvullen. Wij hopen vooral dat dit dokument beter het afschuwelijk gevaar van het fascisme en de innerlijke voosheid van dit regime zal doen inzien. ... wordt bij middel van kanonkogels tot puin Wie zal het nog ernstig kunnen meenen geschoten. met een Hitler, die, terwijl hij verklaart de westersche beschaving te willen redden door middel van zijn rassentheorie, zijn « Arische » soldaten opstuurt om te vechten aan de zijde van Moorsche muzelmannen en van heidensche negers, tegen een blank volk met een oude kuituur? De Spaansche burgeroorlog is het doorslaande bewijs van wat wij steeds hebben gezegd, namelijk dat fascisme gelijk is aan barbaarschheid.
\
4
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Het Internationaal Vakverbond en de Spaansche arbeiders t
door
Corn. Mertens
Ondervoorzitter van het Internationaal Vakverbondf
EN van de voornaamste pijlers waarop de internationale vakbeweging berust, is voorzeker de solidariteit welke onderling betoond wordt wanner de organisaties van het eene of het andere land door tegenslagen getroffen worden, of wel een kamp te leveren hebben welke haar verplicht een beroep te doen op de stoffelijke en zedelijke medewerking der zusterorganisaties in het buitenland. Wij, in België, weten de internationale solidariteit des te beter te waardeeren vermits zij ons mild getoond werd in zekere omstandigheden, zooals bij voorbeeld tijdens de ongeluksjaren 1914-1918, wat ons mede in staat stelde om onmiddellijk na den wapenstilstand van 11 November 1918 onze vakbeweging tot hoogen bloei op te voeren. Overigens, de gansche geschiedenis van onze internationale vakbeweging krioelt van daden van solidariteit welke door de jaren heen zijn betoond geworden. Geen wonder dan ook dat het Internationaal Vakverbond zijn plicht begreep, toen de Spaansche georganiseerde arbeiders, als bij dit lichaam aangesloten nationaal organisme, een beroep deden op den daadwerkelijken steun der andere landen. Maar het I. V. V. was er zich ook ten volle van bewust dat het hier niet ging, noch gaat om een gewonen strijd, waarin de Spaansche arbeiders zijn gewikkeld geworden, maar wel om eenen kamp tegen meineedige opstandelingen die niets anders op het oog hebben dan de onderdrukking van de vrijheid en de demokratie, zonder dewelke geen vrije vak- en arbeidersbeweging mogelijk en denkbaar is. Daarom werd onmiddellijk in kontakt getreden mét de Socialistische Arbeiders-Internationale, en het zijn dan deze beide organismen die niet alleen gezamenlijk den oproep tot steun in de wereld slingerden, maar die ook meermalen te zamen kwamen om gemeenschappelijk te onderzoeken wat tot steun van onze Spaansche kameraden moest en kon gedaan worden. Het zou natuurlijk onbegonnen werk zijn om te trachten, binnen het kader van een eenvoudig artikel, al was het maar een gedacht te geven van de talrijke resoluties die aangenomen werden, en de stappen te beschrijven welke zijn gedaan geworden om te bekomen dat de wettige Spaansche regeering, samengesteld volgens de uitspraak van het kiezerskorps in Februari 1936, door de groote machten op zoodanige wijze zou behandeld worden dat haar, zonder voorbehoud noch beperkingen, de voordeelen zouden verzekerd worden welke, ingevolge het internationale recht, aan elke wettige regeering verzekerd worden, en die haar moesten en moeten toelaten, de door fascistische landen openlijk ondersteunde opstandelingen, welke over Spanje den burgeroorlog hebben uitgestort, de neerlaag toe te brengen. Voor wat de stoffelijke hulp betreft, zoo hebben de aangesloten en de met het I. V. V. sympathiseerende landen sommen bijeengebracht, die op ruim 13 millioen Fransche franken mogen geschat worden. Meer dan 9 millioen zijn daarvan reeds besteed geworden, en dit uitsluitend voor den aankoop van levens- en geneesmiddelen, alsook van kleedingstukken, vooral ondergoed. Tevens verleent het I. V. V. zijn medewerking voor het vervoeren en onderbrengen van Spaansche kinderen, wier ouders in den barbaarschen burgerkrijg het leven lieten, en die thans als weezen in Frankrijk, Zwitserland en België liefderijk worden opgenomen. Kortom, het mag van het I. Y. V. worden gezegd dat het, in samenwerking met de S. A. I., ook hier weer een daad van internationale solidariteit stelt, in de vaste overtuiging de zaak van de vrijheid en de demokratie op doelmatige wijze te dienen, met de vurige hoop dat de Spaansche arbeiders weldra het pleit winnen mogen!
E
5
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Geschiedkundig visioen over de periode vóór de instelling der Republiek
S
PANJE kende zijn laatsten roemrijken dag, toen het Napoleon tot -den terugtocht dwong en versloeg, tijdens den Onafhankelijkheidsoorlog (1808-1814), die gevoerd werd, niet met een nationaal leger, maar door het volk dat naar de wapens gegrepen had, zonder dat er een ander gezag bestond dan dit van de te Cadiz samengeroepen Cortes, die naar Fransen voorbeeld het grondwettelijk en parlementair stelsel, met de Constitutie van 1812, de eerste die Spanje ontving, invoerden. Van dit oogenblik af werd de verzwakking
zondering, een burger de Regeering leidde, was dit slechts als mandataris van de generaals. Wdke geschiedenis van Spanje men ook raadplege, zij wijst steeds uit dat de politiek van heel dit tijdvak bepaald werd vanuit de kwartieren van het leger en vanuit de alkoof van de Koningin. Ten slotte werd zij onttroond bij een nieuwen opstand van het leger, dat een voorloopige Regeering vormde en de kroon aanbood aan Amedeus van Savoye, die ze na twee jaar weer moest neerleggen, omdat hij er niet in slaagde
MEN AT VLEESCH SLECHTS OP EEN BRUILOFTSMAAL Ilya EHRENBOURG. eiken dag duidelijker. Toen koning Ferdinand VII — die in de geschiedenis bekend staat als de trouwelooste en vernaderlijkste aller koningen — terugkwam, was zijn eerste werk de vrijzinnige wetgevers, aan wie hij het behoud van zijn kroon te danken had, naar het schavot of de gevangenis te voeren en het grondwettelijk regime door het absolutistische te vervangen. Onder zijn heerschappij verloor Spanje bijna geheel zijn ontzaglijk Arnerikaansch koloniaial rijk, terwijil het slechts Cuha, Porto Rico en de Philippijnen behield. Als de koning gestorven was, trachtte zijn weduwe, die gedurende de minderjarigheid van haar dochter Isabella II het regentschap waarnam, een verdraagzamer stelsel in te voeren, maar tegen deze poging ontketende infant D. Carlos, broer van den overledene, den eersten burgeroorlog, weldra gevolgd door twee andere. De strijdende legers noemden ziclh het eene absolutistisch, het andere vrijzinnig, maar in feite waren beide militaristische benden, die slechts over de vormen van 's lands dienstbaarheid twistten. Het eenige verschil was dat langs de zijde van de absolutisten eene fanatieke en barbaarsche geestelijkheid streed, die meende God te dienen met het begaan van o.e wreedste en afschuwelijkste misdaden. Van toen af; waren .militarisme en klerikalisme de ware tirannen van Spanje. Koningin Isabella werd op dertienjarigen leeftijd (!) als meerderjarig erkend; haar bewind was een schandaal van zedeloosheden van alle slag. Gedurende gansch deze periode regeerden generaals, die tegen elkaar opstonden; om de rriaclht in handen- te krijgen; Wanheer; per uit-
het grondwettelijk stelsel, dat hij voorstond, te handhaven. Zoo kwam de eerste Republiek (1873) tot stand, die slechts elf maanden leefde, omdat haar leiders, alhoewel uiterst eerlijk en met de reinste bedoelingen bezield, getuigden van eene volstrekte onbevoegdlheid om te regeeren en elkander in onderlinge twisten vernietigden. 1874 bracht het herstel van het Koninkrijk met als koning den jongen Alfons XII, zoon van Dona Isabella. Maar, ook al wenschte voorzeker een zeer groot deel van het volk het Koninkrijk om den vrede terug te vinden (koning Alfons kreeg den titel vian « den Vredestichter »), toch was het herstel niet toe te schrijven aan de stemming van het volk, doch wel aan een nieuwen militairen opstand, die in de vlakte van Saguhto door generaal Martinez Campos uitgevochten werd. Gedurende het bewind van Alfons XII (18741885) en gedurende het Regentschap uitgeoefend door zijn weduwe Mark-Kristina (18851903), wisselden zich aan de leiding twee burgers af : Ganovas, met groot talent, en Sagasta, middelmatig en behendig. Maar, daar zij beiden vervuld waren van den wensen Spanje weer vrede te schenken — en vrede had Spanje zeker van noode — vonden zij een bedrieglijk politiek stelsel uit, waarin de twee partijen tot een zekere overeenstemming kwamen, en met het volk niet de minste rekening hielden. Zoo bereikteh zij dat algemeen stemrecht, parlementair stelsel, rechtspraak, openbaar bestuur, plaatselijk regime, enz., nog slechts leugen ^reri;' V a r l i j k , de militairen regeerden niet meer
6
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
in persoon (alhoewel nog enkele bij uitzondering en voor slechts korten duur er toe overgingen), maar in feite gingen zij voort te bevelen, om dat zij zich tot een heilige en onschendbare kaste gevormd hadden. Zij slorpten het grootste deel van 's Rijks inkomsten op, zij genoten voorrechten en vrijdommen en niemand kon op hen eenige kritiek uitoefenen zonder met zware gevangenisstraf bedeeld te worden. Onze laatste koloniën, Cuba, Porto Rico en de Philippijnen, werden niet burgerlijk geregeerd, maar wel door gouverneurs, die in onredelijkheid en zotheid wedijverden. Wanneer zekere politieke mannen, zooals de republikein Pi Margall en de monarchist Miaura zelfbestuur bepleitten, bejegende men hen als separatisten en vijanden van het Vaderland en van het leger. Wanneer een dagblad kritiek uitoefende, vielen benden officieren de redaktie binnen, ranselden er de opstellers af en sloegen er den boedeil kort en klein. En in plaats van de onruststokers te straffen, vaardigde men een wet uit om met nog
solini, stelde hij, met goedkeuring van den Koning, de diktatuur in. Wij moeten eerlijk bekennen dat de diktatuur niet bloedig was. Zij blonk uit door onzedelijkheid, door ongeletterdheid. Zij trok Spanje in het belachelijke, omdat Primo de Rivera, die in het land heeleimaal onbekend was, meende, dat hij aan alles de hand mocht slaan met de hulp van eenige generaals en eenige burgers, die nog verachtelijker dan de militairen waren. De onzedelijkheid werd zóó opgedreven dat de diktator zelf eene inteekening opdrong om zijn verdienste als staatsman te beloonen, terwijl deputaties, gemeentebesturen, banken en alle beambten van Spanje verplicht waren bij te dragen. Op die manier slaagde hij er in ettelijke millioenen te verzamelen, die hem plechtig in het openbaar overgereikt werden. Dit was de apotheose van de afzetterij. De verontwaardiging van de intellektueelen en van de jeugd steeg zoo hoog, dat de Koning eindelijk Primo de Rivera, die kort nadien
De kinderen dronken melk zoolang zij gezoogd werden. Daarna, nooit meer.
grooter strengheid de kritiek te onderdrukken. Om de militairen aangenaam te zijn, hield men den oorlog tegen Cuba gaande, fusilleerde men op de Philippijnen den autonomistischen leider Rizal en bond men een hopeloozen strijd aan tegen de Vereenigde Staten. Het resultaat van de militaristische politiek was, dat wij alle oorlogen verloren en dat wij Cuba, waarover de strijd ging (!), Porto Rico en de Philippijnen, die in den strijd niet betrokken waren geweest, moesten prijsgeven! Toen nu Alfons XIII de koninklijke meerderjarigheid bereikte (1903), werd de militaristische strekking nog verscherpt. Een politiek man beproefde Spanje weer op te richten : de groote vrijzinnig-behoudsgezinde Don Antonio Maura, die de « revolutie van boven af » predikte en prachtige maatregelen trof om de politieke zeden te verbeteren, het algemeen stemrecht te zuiveren, het plaatselijk bestuur herin te richten, het land met een doelmatige vloot tè begiftigen en in alle openbare bedrijrvigheden orde te brengen. Maar alle politieke partijen, de zijne inkluis, zweerden tegen hem sanien, onder aansporing van niemand minder dan den Koning, en slaagden er in hem van de politiek te verwijderen. Dan doken eenige onbeduidende leidertjes op, oneerlijk en vleierig tegenover de Kroon, die Spanje van heel zijn politieken en geestelijken inhoud beroofden. En wanneer het logisch ware geweest dat het, volk tegen zooveel rotheid in verzet kwam, deed het tegenovergestelde zich voor : generaal Primo de Rivera waagde een staatsgreep en, naar 't voorbeeld van Mus-
Louis de BROUCKERE.
stierf, wegzond. Maar in plaats van zich op het volk te beroepen en zijn zonden te biechten, zocht hij een anderen generaal, Berenguer. E$n wanneer deze Regeering het niet meer kon uithouden, vond hij een nieuwen militair, Aznar, komende uit de Marine. Aznar organiseerde gemeentelijke verkiezingen, en het volk, met groote scherpzinnigheid, veranderde ze in een politiek referendum. Alle hoofdsteden, alle groote steden, alle gemeenten van belang en ook een groot deel der kleinere dorpen stemden voor de republikeinsche kandidaten, die het best de Natie vertegenwoordigden. Madrid koos alle leden van een Republikeinsch Komitee, die nog maar pas door een militaire rechtbank — zij het ook heel licht — gestraft waren geworden. Zooveel geestdrift verwekte de beweging, dat op 14 April 1931 — 48 uren na de verkiezingen — de Koning Spanje verliet en het Republikeinsch Komitee in de ministeries, als voorloopige Regeer ing van de Republiek, zijn intrek nam. Uit dit kort overzicht kunnen wij het volgende leeren : A. Spanje was sedert meer dan eene eeuw ' een land zonder politiek bestaan, waar het volk van geen tel was. B. Het militarisme heeft gedurende heel dit tijdvak Spanje verstikt en getyranniseerd. C. De Republiek van 1931 is de wettigste Regeer ing sedert 1814, daar zij de eenige is die uitgaat van den volkswil, die zich op vreedzame en wettige wijze uitte in verschillende verkiezingen.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Het ekonomisch Spanje door Jules Dekock Licentiaat in de ekonomische wetenschappen.
S
EDERT zes maanden wordt aan de overzijde der Pyreneeën een strijd zonder genade geleverd. Hij is niet te wijten aan eenig toeval of aan de verdorvenheid van een of ander individu of kategorie van individuen. Hij schiet daarentegen diep wortel in de ekonomische en sociale struktuur van het land. De landbouwkwestie is de sleutel, de knoop van het drama van Spanje. Het landbouwvraagstuk.
Spanje is in hoofdzaak een landbouwland; inderdaad, volgens de telling van 1920, de laatste waarover wij beschikken — en sindsdien heeft de toestand bijna geen wijziging ondergaan — werken 56.1 t. h. der bedrijvige bevolking in den landbouw, den boschbouw en de visscherij; de landbouw alleen telt meer dan 50 t. In. der bedrijvige bevolking. Maar de hoofdzakelijke zijde van het vraagstuk is die van de verdeeling van het grondbezit. Hoewel de Spaansche statistische gegevens zeer onvolledig zijn, beschikken wij te dien aanzien over cijfers die welsprekend genoeg zijn. Volgens het boek van Castrillo Santos: « 1931-1935: Vier jaren van socialistische experimenten )), « beslaan 95 t. h. van al de landbouweigendommen een oppervlakte van 5 millioen hectaren, terwijl 0.35 t. h. 9 millioen hectaren beslaan. Een millioen eigenaars bezitten 6 millioen hectaren. Honderd duizend eigenaars bezitten 12 millioen hectaren. » Naar een andere statistiek, bezaten 30,000 tot 50,000 grooteigenaars, onmiddellijk vóór de vestiging van de Republiek van 1931, 51.1 t. h. van den grond; 700,000 eigenaars bezaten ongeveer 35.2 t. h. van den grond, of gemiddeld nagenoeg 20 hectaren. Dan volgden ongeveer 1 millioen kleinhoevenaars met 11.1 t. h. van den grond of gemiddeld 5 hectaren; de armste boeren, ten getalle van ongeveer 1,250,000, bezaten 2.2 t. h. van den grond, of gemiddeld nauwelijks 1/2 hectare. Twee millioen landarbeiders, van alle bezit ontbloot, vormden de basis der sociale piramide van den Spaanschen landbouw. Inderdaad, op een totaal van ongeveer 5 millioen, bezaten 750,000 eigenaars meer dan 86 t. h. van den grond. Volgens een andere statistiek, die van 1931 dagteekent, bezaten 2 ï. h. van de bevolking in 27 van de 50 provincies 67 t. h. van den grond, terwijl 76.5 t. h. der bevolking
slechts 4.7 t. h. van den grond bezaten. De groote eigendommen zijn bijzonder talrijk in de zuidelijke en de westelijke provincies. Hier volgen nog eenige welsprekende cijfers: In de provincie Sevilla, behoorden de gronden voor 59.23 t. h. aan 1,168 eigenaars en voor 40.77 t. h. aan 45,859 eigenaars. In de provincie Ciudad-Real, was de grond voor 75.28 t. ih. het eigendom van 1,527 eigenaars, terwijl het overige aan 85,080 eigenaars toebehoorde die gemiddeld minder dan 5 hectaren bezaten. Elders is de tegenstelling wat minder scherp, maar over het geheel is de verdeeling van den grond, om het gematigd uit te drukken, zeer ongelijk, daar de groot bezitters zich overal het leeuwenaandeel toeèigenen. De bedrijfsvormen verschillen van de eene streek tot de andere. In volstrekte getallen is het rechtstreeksch beheer overwegend; het aantal bedrij fsvoerende eigenaars is zeer groot, maar hun domein is in (het algemeen uiterst klein. In de zuidelijke en de westelijke provincies zijn de groote ondernemingen: weiden, veeteelt, talrijk. In de andere streken van het land verpachten de eigenaars doorgaans hun gronden, die zeer dikwijls uiterst verbrokkeld worden, vooral in de noordoostelijke, de oostelijke en de centrale provincies. Aldus zijn in de provincie Valencia 98 t. h. der bedrijven kleine ondernemingen met minder dan 10 hectaren. Zoo komt zich, in sommige streken zooals Catalonië en langs de kusten van de Middellandsché Zee, naast of boven het vraagstuk van de verdeeling van het groot grondbezit een ander vraagstuk plaatsen: dat van de ruilverkaveling van de kleine bedrijven en zelfs van de kleine eigendommen. De landbouwekonomie. Het hoofdkenmerk van de Spaansche ekonomie is de traagheid van haar evolutie en haar achterlijke techniek. Spanje heeft geen burgeriijke revolutie gekend die het middeleeuwsch en leenroerig verleden opruimde. Alle bedeesde omwentelingspogingen sedert meer dan een eeuw misjukten. De oude economische en sociale verhoudingen van het leenroerig stelsel bleven bestaan, dikwijls zelfs onder een schijnbaar nieuw juridisch omhulsel. Daar de grandes of grooteigenaars, meestal edellieden, de
8
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
overheerschende klasse uitmaakten, was geheel het economisch, sociaal en geestelijk leven van Spanje beïnvloed en doordrongen van hun levens- en denkwijze. Vandaar het overheersehen van een geest van sleur, traditie en bureaucratie, de ontstentenis van zin voor initiatief en nieuwigheid, het misprijzen voor nijverheidsen handelswerk, het parasitisme, de onbekwaamheid, de omkooperij, de onwetendheid en hèt godsdienstig fanatisme. Dus een voor de ontwikkeling van het kapitalisme zeer ongunstige staat van zaken. De grooteigenaars verbruiken de opbrengst van den grond, in plaats van ze te besteden,
en in Spanje nagenoeg dezelfde is, bracht Frankrijk in 1933 meer dan tweemaal zooveel wijn voort als Spanje. De boeren gaan gebukt onder den zwaren druk der belastingen, der pachtgeldën of der schattingen van feudalen aard. Aldus bestaan in de noordelijke streken : Galicië, Asturië en het vroeger koninkrijk Leon, nog feudale rechten, zoogenaamde « foros », die uit de Xe eeuw dagteekenen. De « foros » zijn een jaarlijksche schatting welke de pachter aan den grondeigenaar betaalt; in ruil daarvoor, staat laatstgenoemde aan den pachter zijn eigendom voor eeuwig af, of vaker voor een bepaalde periode
Spaansche landarbeiders bij het werk. ware het slechts gedeeltelijk, aan de verbetering van den bodem en der bebouwing, waarin ze trouwens dikwijls in het geheel geen belang meer stellen, daar zij hun gronden slechts aanzien als een politiek en sociaal machtmiddel. Onder de bescherming van tolmuren die als de hoogste van de wereld worden beschouwd, en waarvan zij zich, met de kapitalisten, alle voordeden toeêigenen, buiten zij schaamteloos den Spaansdhen verbruiker uit. En de groote massa kleine boeren is te arm om tot den technischen vooruitgang van den landbouw bij te dragen. Laten wij eenige cijfers aanhalen om ,een beter denkbeeld van den toestand te geven: slechts 40 t. h. van de totale oppervlakte van het land is werkelijk bebouwd, zoodat de bebouwbare oppervlakte voor belangrijke uitbreiding vatbaar is, zelfs met inachtneming van de ongunstige geografische ligging en het ongunstig klimaat van het land; van die 40 t. h. blijft elk jaar doorgaans een kwart braak liggen. Terwijl in België de opbrengst aan tarwe gemiddeld 2,500 kgr. per hectare is, bereikt zij in Spanje slechts ongeveer 1,000 kgr. Anderzijds, terwijl de oppervlakte van de wijngaarden in Frankrijk
die gewoonlijk overeenstemt met drie geslachten van landbouwers die op de hoeve verblijven. In Katalonië bestaat de « rabassa morta » : de eigenaar verleent aan den landbouwer het reclht een wijngaard op zijn grond aan te leggen, mits een jaarlijksche schatting die tot de twee derden van den oogst kan opslorpen. Dat recht duurt 50 jaar of zoolang de wijngaard bestaat. Dergelijke regelingen bestaan \in Spanje zoowat overal. De halfbouw is ook zeer verspreid. Dikwijls dringen tussdhenpersonen zich tusschen den grooteigenaar en den pachter, zoodat dan deze nog erger uitgebuit wordt. Het landbouwproleiariaat. De toestand van de daglooners in den landbouw is bijzonder pijnlijk. Bij de 2 millioen landbouwproletariërs komen trouwens honderdduizende kleinpachters wier grond niet voldoende is om hen te voeden en die nog genoodzaakt zijn zelf loonarbeid te verrichten of leden van hun gezin als loonarbeiders te doen werken. Er dient onderscheid gemaakt tusschen de vaste daglooners die per jaar zijn aangeworven en 4e
9
DE BELGISCHE VAKBEWEGING toevallige daglooners die het slechts tijdelijk zijn, vooral in den oogsttijd. Volgens de officieele statistieken, die de werkelijkheid verbloemen, bedroegen de loonen van de vaste arbeiders, in de jaren 1932 en 1933, 3 tot 8 peseta per dag; die van de toevallige daglooners, 5 tot 12 peseta per dag, volgens de streken. Er dient niet uit het oog verloren dat de toevallige daglooners gedurende een groot deel, het derde of de twee derden van het jaar werkloos zijn. Op die loonen hebben de « braceros » of landarbeiders dikwijls afhoudingen of terugstortingen voor voeding te ondergaan. Zoo waren, er, volgens een in de
en de zwakheid, waarvan zij te dien aanzien in de jaren 1931 tot 1933 blijk gaven, duur betaald ; de Republiek dierf het groot grondbezit, bolwerk van de reaktie, niet grondig aantasten. Tot in September 1932 wachtten de Cortes om een wet op de landbouwhervorming aan te nemen. Was die wet toegepast geworden, zij ware een belangrijke vooruitgang geweest, zonder de gewettigde hoop van de landbouwersmassa ten volle te vervullen. Ongelukkig werd de toepassing van de wet nog een jaar uitgesteld, en in den Herfst 1933 werd, met de overwinning van de reaktie, de landbouwhervorming naar een onbepaalde toekomst verwezen. Na de verkiezingen van Februari 1936 legde de Volksfrontregeering spoed aan den dag om de wettelijke bepalingen van de reaktionnaire regeeringen die haar voorafgingen, in te trekken; de uitgezette boeren werden weer op hun hoeve geplaatst en de wet van September 1932 werd weer van kracht gemaakt. Gedurende het tijdperk van Februari tot aan het uitbreken van den burgeroorlog, kregen 87,000 landbouwersgezinnen genoeg grond om onafhankelijk te leven. Maar er bleven nog meer dan 700,000 landbouwersgezinnen wier honger naar grond moest bevredigd worden! Het is buiten kijf dat de zegepraal van de Spaansche demokratie dat kapitale vraagstuk voorgoed zal oplossen. Daarvan hangt Spanje's ekonomisclhe en sociale toekomst af. 4
,De nijverheid. Spaansche arbeidsters. Cortes in 1934 aangehaald verslag, in de provincie Salamanka, landarbeiders die uitsluitend voor hun eten werkten. In de streken van de groote ondernemingen zijn de daglooners het talrijkst en het ellendigst. De Spaansche ekonomie had bijzonder te lijden onder de crisis, die op het platteland voortdurend een diepe en geweldige beroering verwekte. Inderdaad, bij de werkloosheid van de landarbeiders kwamen de uitzettingen van arme boeren die hun verplichtingen niet konden nakomen. De grooteigenaars gaven er dikwijls de voorkeur aan, de oogsten te laten rotten of de gronden braak te laten liggen, wat de gisting en de verbittering x>p het platteland slechts kon opdrijven. Maar de reaktie kon steeds alle bewegingen op woeste wijze onderdrukken. De hervorming op landbouwgebied. In 1931 beurde een ontzaglijke hoop de landbouwersmassa op : de boeren hoopten dat de Republiek hen den grond zou schenken. Helaas! daar kwam niets van terecht. Derrepublikeinsche partijen hebben de kleinnfljoedigheid
Volgens de telling van 1920, werken ongeveer 22 t. h. van de bedrijvige bevolking in de nijverheid, 2 t. h. in de mijnen en de steengroeven, 31. h. in de vervoerbedrijven en 5 t. h. in den handel, dus samen ongeveer 32 t. h. De vergelijking van eenige getallen zal een denkbeeld geven van de belangrijkheid der Spaansche nijverheid : Spanje Frankrijk
Elektrische drijfkracht in millioenen kwh.(l) Kolen in 1,000 ton (1) . . Ruwijzer in 1,000 ton (1) . . Staal . (in 1,000 ton (1) . . Getal spillen voor het spinnen van ruwe katoen, in 1,000 (2) .
Italië
BeJgië
2,433 14,319 9,815 4,043 7,108 53,780
223 26,931
753 10,362
727 4,041
1,003
9,716 2,122 4,110
2,070 10,157 5,473 2,091
(1) Jaar 1929. (2) Op 31 Januari 1935. Gelijk wij het reeds deden opmerkenv was d« sociale atmosfeer in Spanje niet gunstig voor den opbloei van de, voortbrengingskrachten én van het kapitalisme. Volgens H. Gann^sj en T. Repard gelijkt het^paansch kapitaJtisjns»
10
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
eenige bedrijfstakken uitgezonderd, op het Engelsen kapitalisme van 1850. De voornaamste industrieën zijn gevestigd in Asturië en Biskaje: kolen- en ertsmijnen, metaalindustrie; in Katalonië : textielbedrijven, en in Andalusië : ertsmijnen. Het totaal aantal arbeiders en bedienden werkzaam in de nijverheid, de mijnen, de vervoerbedrijven en den handel bereikt nagenoeg 2 millioen. In de textielfabrieken werken 200,000 arbeiders; in de mijnen en de metaalindustrie, 175,000. Tot naricht zij gezegd dat het getal 2 millioen het door de telling van 1930 in België verkregen getal benadert, maar dat de bevolking van Spanje driemaal talrijker is dan die van België. De kleine bedrijven : konsumptiewaren, met den landbouw verwante bedrijven, bouwvakken, enz., over geheel het land verspreid, zijn overwegend. In technisch opzicht zijn ze zeer achterlijk en gaat Ihun ontwikkeling zeer langzaam. Met uitzondering van Katalonië, en dan nog, waar een groot deel van de nijverheids- en de handelsbedrijvigiheid is samengetrokken,, is het kapitalisme in Spanje niet bezield met dien machtigen drang naar tedhnischen vooruitgang die uitgaat van het waar kapitalistisch streven naar winst en akkumulatie. De feudale levenswijze drukt met geheel haar dood gewicht op de tengere nijverheid. Het aanzien van het grondbezit stelt dat van het roerend bezit in de schaduw. Dat legt uit waarom menig Spaansch kapitalist vurig verlangt een plaats onder de groot^ grondbezitters in te nemen. Die toestand komt tot uiting in de sociale en politieke zwakheid van de inlandsche burgerij. Andere omstandigheden nog, die met de vorige innig verband houden, vertraagden de ontwikkeling van het kapitalisme : de ontstentenis van een voldoende binnenlandsch afzetgebied, als gevolg van de diepe ellende der landbouwers- en arbeidersmassa; het. vreemd kapitalisme nam de laattijdige ontwikkeling van het Spaansch kapitalisme te baat om zich de grondstof fenbronnen toe te eigenen, wat bijdraagt tot het remmen van de ontwikkeling van het inlandsen kapitalisme. Thans zijn de meeste groote óndernemingen, de textielfabrieken uitgezonderd, en talrijke openbare diensten in handen van vreemde vennootschappen. Andere, even ongunstige faktoren waren : vooreerst de ondergeschiktheid waarin Katalonië zich tegenover het centraal gezag te Madrid bevond, het bestaan van ihooge tolmuren die de drijfveer naar technischen vooruitgang doofden en waarvan de nijverheidsburgerij in ruime mate met de grondeigenaars de voordeelen deelde, wat de tegenstelling tusscheri beide klassen heel wat heeft verzacht; ten slotte, de sleclhte staat van de vervoermiddelen en de overdreven vervoertarieven. Laten wij nog opmerken dat, wegens de achterlijkheid van het kapitalisme, de « oude »
middenstand : ambachtslieden en handelaars betrekkelijk belangrijk is. Het vreemd kapitalisme. Er zijn geen cijfers voorhanden betreffende de belangrijkheid van de beleggingen van het buitenlandsch kapitaal. Het schijnt wel dat de volgende landen te vermelden zijn in de volgorde hunner belangrijkheid: Engeland, Frankrijk, Vereenigde Staten, België. De kapitaalbeleggingen van de Vereenigde Staten worden op 70 millioen dollar geschat.
De produktieve arbeid wordt vervangen door de fabrikatie van verdedigingsmiddelen. Het internationaal kapitalisme heeft de hand gelegd op de rijkdommen van den Spaanschen ondergrond. Het heeft Spanje, dat eertijds het grootste koloniaal rijk bezat, zelf tot een uitbuitingskolonie gemaakt. De feudaal-reaktionnaire regeeringen, die onbekwaam waren om den ekonomischen vooruitgang van hun land te bevorderen, stonden de rijkdommen er van af aan het buitenlandsch kapitalisme, in ruil voor jaarlijksche uitkeeringen of andere winstaandeelen, gratifikaties, enz., een bewijs te meer van het parasitisme der leidende klasse. Die toestand wordt belicht door de volgende tabel die de opbrengst van de voornaamste minerale grondstoffen in 1929 vermeldt; we nemen de cijfers van dat jaar, want sindsdien is de opbrengst ten gevolge van de krisis verminderd : Produktie van Spanje (in 1,000 T.) Ijzererts IJzerkies Kopergehalte van het tiitgedolven erts . . Loodgehalte van het twtgedolven erts . . . Zinkgehalte van het uitgedolven erts . .
6,559 3,867 63.7 116.5 53.0
11
DE BELGISCHE VAKBEWEGING Zwavelgehalte van het uitgedolven zwavelkies Ruwijzer Staal Kopergieterij Loodgieterij Zinkgieterij
1,425 753 1,003 28.5 142.8 11.3
Het overgroote deel van het ijzererts en het ijzerkies wordt in ruwen staat naar Engeland uitgevoerd; de zeer zwakke Spaansche ijzer- en staalindustrie is in de handen van de Engelschen en gaat niet verder dan de halffabrikaten, die ook uitgevoerd worden; de meeste ijzermijnen böhooren aan Engelsche vennootschappen toe. De belangrijkste mijnen zijn in het Noorden gelegen, langsheen de kust van den Atlantischen Oceaan, rond Bilbao en Oviedo; er zijn er ook in het Zuiden, in Andalusië: Huelva, Sevilla. De ertsen uit het Noorden worden onder de beste der wereld gerekend. In 1929 bereikte de kolenopbrengst meer dan 7 millioen ton. Het bekken van Oviedo leverde daarvan 70 t. h. Er worden er ook gevonden in de provincies Leon, Corona, Valencia, Cordoba. Die produktie is ontoereikend, zelfs voor de geringe behoeften van de Spaansche markt. Men voert dan ook jaarlijks 1 tot 2 millioen ton kolen in. De aanwezigheid van ijzer en kolen in het Noorden zou de ontwikkeling van een groote metaalindustrie toelaten. De kopermijnen zijn in handen van Engelsche vennootschappen : « Rio Tinto » en « Huelva Copper and Sulfur ». Zulks is ook het geval voor het zwavelkies, waarvan Spanje het eerste voortbrengingsland ter wereld is. Het zijn ook Engelsche vennootschappen, alsmede een Belgische vennootschap, de « Royal Asturian Cy », die de zink- en de loodproduktie kontroleeren. Een Fransche vennootschap, de <( Société Miniere et Métaljurgique de Pena^roya », kontroleert de produktie van zilverhoudend lood. Het grootste deel van de ertsen, evenals de produktie der koper-, lood- en zinkgieterijen, wordt ook uitgevoerd. Spanje brengt ook ongeveer 1,000 ton kalksuperphosphaat per jaar voort, of 9 t. h. van de wereldproductie. Het Duitsch elektro-chemisch Konzern Flix kontroleert een deel van die produktie. Talrijke openbare diensten zijn in handen van vreemde vennootschappen; het telefoonmonopolie werd door Primo de Rivera aan de Amerikaansche vennootschap « International Telephone and Telegraph Company » geschonken. Op het gebied van de voortbrenging en de verdeeling van elektrische drijfkracht, bestaan er sterke buitenlandsche belangen : Fransche, Engelsche en Amerikaansche. De chemische bedrijven, die zich in de laatste jaren in Katalonië snel hebben ontwikkeld, wer-
den opgericht met Fransche, Belgische en Duitsche kapitalen; de zijdefabricage, ten slotte, wordt door Fransch kapitaal gecontroleerd. De toestand der arbeidersklasse. Het is steeds moeilijk een vergelijking te maken tusschen de loonpeilen der arbeiders van verschillende landen. De cijfers waarover wij: beschikken stellen ons niettemin in de mogelijkheid, ons bij benadering een algemeen denkbeeld te vormen van de verhouding tusschen de Spaansche en de Belgische loonen. Te dien einde hebben wij een tabel opgemaakt met de uurloonen in eenige beroepen te Barcelona, Bilbao, Madrid, Valencia en Brussel, in Oktober 1935; wij hebben de loonen omgezet in Belgisch geld tegen den koers van de peseta — 4 fr. 05, gemiddelde koers in OktoBer '1935 te BrusseL De cijfers werden overgenomen uit de « Revue Internationale du Travail » van Maart 1936 : Barcelona
Bilbao
Machinebouw: Bankwerkers en draaiers . . . . 4.62 6.08 Hulparbeiders . . . 3.81 4.05 Huisbouw: Steenleggers en metselaars 7.49 6.28 Timmerlieden en schrijnwerkers . . 6.56 6.28 Htilparbeiders . . . 5.47 5.47 Drukkerij en boekbinderij: Boekbinders . . . 6.93 6.20
Madrid
Valen- Brus cia sel
6.56 4.82 5.55 4.05 3.52 4.20 7.09 5.51 5.75 7.49 5.51 6.00 4.66 4.13 4.50 6.48 6.48 5.95
Doorgaans is de arbeidstijd, gelijk in België, 48 uren. Uit die cijfers blijkt dat de nominale ïoonen in Spanje in 't algemeen hooger zijn dan de overeenstemmende nominale loonen in België. Wat is nu het betrekkelijk peil van de kosten van het levensonderhoud ? Volgens de statistische gegevens van het I.. A. B. kostte een « model-provisiekorf » met 14 voedingswaren, in Oktober 1935 en in dezelfde steden, in Belgisch geld : Bareelona fr. 59.94 Bilbao 51.00 Madrid 55.57 Valencia . . . . ~. . . . . . 53.22 Brussel . . . . 40,11 Zoodat het levensonderhoud te Barcelona 50 t. h. duurder was dan te Brussel; te Bilbao. 27 t. h.; te Madrid, 39 t. h., en te Valencia, 33 t. h. Die cijfers zijn natuurlijk slechts bij benadering juist. Daaruit volgt dat het werkelijk loon van den Spaanschen arbeider merkelijk lager is dan dat van den Belgischen arbeider, des te meer omdat de te Brussel in de bedoelde beroepen betaalde loonen niet ds Ihoogste van Beïgië zijn, gelijk zulks wel het geval is voos dé loonen te Bar-
12
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
celona, Bilbao en Madrid, in Spanje; de toestand is natuurlijk minder gunstig in de plaatsen van minder belang. Wat de werkloozen betreft, zij verkeeren in een jammerlijken toestand, daar de verzekering tegen werkloosheid praktisch niet bestaat.
menging opdrong, is natuurlijk ingegeven door de zorg voor het vrijwaren van de machtige Britsche belangen in Spanje.
De ekonomische macht der Kerk.
Inmiddels ziet John Buil zich door de steeds krachtiger inmenging van de fascistische mogendheden tusschen twee vuren geplaatst, want die landen begeeren de schatten welke hij uit Spanje trekt. De fascistische landen schreeuwen op alle tonen dat hun bemoeiing slechts ^[ordt ingegeven door de bekommernis, te beletten dat een bolsjewistische diktatuur wordt ingesteld. Maar de feiten spreken geheel anders. Want men ziet wel in dat het niet voor de schoone oogen van Carmen is dat Hitler en Mussolini de opstandelingen te hulp snellen. Reeds vóór verscheidene weken onthulde de internationale pers de bewoordingen van een
Wij moeten nog eenige woorden zeggen over de ekonomische macht van de Kerk, want zonder dat ware een studie over de Spaansche ekonomie onvolledig. De Katholieke Kerk is de machtigste instelling van Spanje; zij is de grootste grondeigenaar en meteen een der grootste industrieelen en financiers. De rijkdom van de Katholieke Kerk werd op een derde van den nationalen rijkdom geraamd. De Jezuïeten zijn bijzonder bedrijvig op ekonomisch gebied.Volgens H.Gannes en T. Repard, kontroleerde de Jezuïetenorde de bank Urquijo te Madrid, welker kapitaal 126 millioen
... en van de inmenging der fascistische landen.
Meer dan een vierde van de stad is vernield en onbewoonbaar. Zeer talrijk zijn de slachtoffers onder de burgerlijke bevolking. Reeds heerscht er hongersnood en blijken besmettelijke ziekten onvermijdelijk. Wij dringen aan op de spoedeischende noodwendigheid voor de onzijdige mogendheden door bemiddeling van een internationale organisatie dadelijk een groote actie op touw te zetten. Zonder verwijl dient overgegaan tot het ontruimen van de stad en gedeeltelijk in het bestaan te voorzien van vrouwen, kinderen en niet-strijders, ten einde onbeschrijfelijke gruwelen te verzachten als ze niet kunnen verhinderd worden. (Uittreksel uit het manifest uitgegeven door een afvaardiging'van Engelsche parlementsleden.) peseta bedroeg, alsmede vier provinciebanken met een totaal kapitaal van 85 millioen peseta. Zij bezitten bovendien mijnen in Biskaje, den Noorderspoorweg en fabrieken in Katalonië. Dat alles legt in ruime mate de huidige hou ding der massa tegenover de Kerk in Spanje uit. Enkele ekonomische zijden van de niet-inmenging. Het internationaal kapitalisme, dat Spanje tot een van zijn uitbuitingskolonièn heeft gemaakt, beeft bij de gedachte dat het zijn kapitalen en zijn winsten zou kunnen verliezen. Een republikeinscn en socialistisch Spanje zou aan dat kapitalisme niet meer toelaten, de rijkdommen van het land te brandschatten. De wederwaardigheden van den burgeroorlog worden dan ook trouw weerspiegeld in de koersen der aandeelen van de vreemde vennootschappen. En het is niet te verwonderen dat de groote dagbladen, die in alle landen in dienst staan van het kapitaal, den ergsten smaad en de laagste beleedigingen over de heldhaftige strijders der Spaansche revolutie uitstorten. De houding der Engeïsche regeering, die aan Frankrijk de ongelukkige politiek van qiet-in-
overeenkomst tusschen de fascistische mogendheden en de opstandelingen. Sindsdien hebben de feiten de waarheid er van ruim bevestigd. Luidens de bewoordingen van die overeenkomst, zouden de opstandelingen de Kanarische eilanden, als basis voor de zee- en de luchtvloot, Spaansch Marokko en Spaansch Guinea, dit laatste gelegen in de nabijheid van de vroegere Duitsche kolonie Kameroen, aan Duitschland afstaan. Bovendien zou Duitschland de hand leggen op het ijzererts en het kopererts van Spanje. Duitschland heeft inderdaad' dringend behoefte aan grondstoffen voor zijn herbewapening. Volgens misschien overdreven geruchten zou de regelmatige levering van Zweedsch erts aan Duitschland in gevaar verkeeren, daar Zweden zijn erts wil voorbehouden aan Groot-Brittanje, dat ook koortsachtig herbewapent. Reeds zijn de verzendingen van kopererts en ijzererts begonnen; zij worden geladen op de schepen die de Duitsche « vrijwilligers » naar Spanje brengen. Te Sevilla werd een vennootschap gesticht, de « Hisma Ltda Corranza y Bernardtt », belast met de (kontrole over en. den uitvoer van het ijzererts uit Spaansch Marokko. Zeker, het Spaansch erts zal ver van toereik
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
kend zijn voor de ontzaglijke behoeften van Duitschland, welks ijzerertsinvoer voor het jaar 1936 18 millioen ton bereikte. En het zou slechts voor de helft het eventueel verlies van den invoer uit Zweden vergoeden. Maar de Spaansche produktie is voor tamelijk groote uitbreiding vatbaar! Italië zou ook zijn aandeel van den buit krijgen. Het zou de ihand leggen op de Baleareneilanden of een deel er van, alsmede op Rio de Oro, kolonie van weinig waarde. Maar wat belangwekkender is, want Italië heeft gebrek aan kolen, het zou koncessies verkrijgen voor de ontginning van kolenmijnen in Spanje. Bovendien zou Italië de kwikproduktie' mogen kontroleeren. Kwik is een grondstof van hoofdzakelijk belang voor de bewapening, want knalkwik is onmisbaar voor het fabriceeren van granaten, geweer- en kanonkogels en alle projektielen. Spanje is de grootste kwikproducent van de wereld; het levert 40 t. h. van de wereldproduktie. Italië neemt de tweede plaats in met 35 t. h. Men begrijpt aanstonds de belangrijkheid van den inzet : de fascistische Staten zouden de drie kwart van de wereldproduktie aan kwik beheerschen. Nog andere mogelijkheden, bestaan langs de zijde van Portugal. Hitler heeft zijn voornemen te kennen gegeven, Spanje niet te verlaten vooraleer ihij koloniën heeft verkregen. Nu, Portugal bezit in Afrika nog twee tamelijk belangrijke koloniën, die evenwel slecht bestuurd en
13
slecht geëxploiteerd worden, namelijk Angola en Mozambique. De pers heeft reeds gesproken over ekonomische overeenkomsten tusschén Duitschland en Portugal voor het exploiteeren van die koloniën. De fascistische regeering te Lissabon is geheel verkleefd aan de groote fascistische mogendheden; zij weet dat de overwinning van het demokratisch Spanje haar doodvonnis zou beteekenen. Billijkerwijze is Duitschland er ook daartoe besloten, uit zijn tusschenkomst munt te slaan, door zijn oog op Mozambique en Angola te werpen. Niets belet het trouwens, de nominale souvereiniteit van Portugal te eerbiedigen. Zullen Engeland en Frankrijk laten begaan?
Besluit. Aldus moest, wegens de aard zelf van de ekonomische verhoudingen in Spanje en de huidige konstellaties in de internationale politiek, de revolutie onvermijdelijk buiten de Spaansche grenzen treden. Het is dan ook niet overdreven te verklaren dat van den uitslag van den strijd niet alleen het lot van Spanje, maar ook het lot van Europa zelf zal afhangen. Het ware natuurlijk voorbarig, nu reeds voorspellingen te doen ten aanzien van Spanje's. toekomst op ekonomisdh gebied. Maar wij zijn er vast en onwrikbaar van overtuigd dat de door ons vurig gewenschte zegepraal van het Spaansche volk een prachtige ekonomische en sociale herleving van Spanje, eindelijk bevrijd van zijn eeuwenoude ketenen, zal inluiden.
Spaansche boeren.
14
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De maatschappelijke klassen van Spanje
S
PANJE, «door de groote verscheidenheid van zijn bodem, van zijn klimaat en van zijn regenregime, is een land van veelvuldige ekonomie. Het bezit groote uitgestrektheden geschikt voor den bouw van graangewassen, gematigde zones die olijven, oranjeappels, rijst en wijn opleveren; bergachtige streken overdekt met ^wouden en een overvloed van mijnen van steenkool, ijzer, lood, koper, kwikzilver en andere stoffen. Nijverheidscentra van eersten rang zijn Barcelona en Bilbao, vooral voor wat weverij en metaalindustrie betreft. De zeevaartnijverheden zijn minder talrijk dan de zeer uitgestrekte kusten zouden eischen. Maar in het algemeen is de landbouw overheersdhend met, daartusschen verspreid, dorre gebieden. Daaruit vloeit voort, dat in eenige provincies de eigendom heel weinig verdeeld is. Zoo, te Sevilla, Cadiz, Cordoba, Badajoz, Caceres, Ceudad-Real en Salamanca, en ook wel in Aragon, komt het zeer vaak voor dat uitgestrektheden van 1,000 a 2,000 hektaren zich bevinden in de handen van één enkel eigenaar, bijna altijd een aristokraat, die evenveel ove r vloed aan rijkdom als tekort aan verstand en hart heeft. Niettegenstaande al zijn rijkdom slaagde deze er niet in zulke ontzaglijke uitgestrektheden uit te baten. Het gebied bleef grootendeels onbebouwd of slecht bebouwd, en het meest verspreide stelsel van uitbating was de verpachting. De bezitter trok rustig zijn rente te Madrid, en in meer dan één geval kende hij zijn landerijen zelfs niet. Zijn beheerder, die op het dorp leefde, genoot een onbeperkte volmacht. Vaak kwam het geval voor, dat een terrein in pacht genomen werd om het in onderpacht te geven. Er waren zelfs dorpen waar een zelfde domein tot twee- en driemaal toe in onderpadht gegeven werd, zoodat eene klasse tusschenpersonen ontstond, die geld verdiende met nietsdoen, terwijl de planter, die ten slotte den bodem bewerkte en daarop zijn leven sleet, nauwelijks genoeg trok om te eten. De daglooners van het .veld genoten een ellendig loon; in ettelijke gevallen echte hongerloonen. * Dit alles stelde in de toariden van de grondbezitters niet alleen een ekoribnïiscli gezag, ntaar nog een vergaande politieke macht, daar de landbouwers, in hun armoede, verplicht waren te stemmen zooals de « heer » bevolen had, omdat deze de planters met uitdrijving uit zijn landerijen en de daglooners met afdanking be-
dreigde, indien zij de kandidaturen van zijn keuze niet steunden. Vele Regeeringen gaven ontzaglijke sommen uit voor waterwerken, voor de besproeiing van de dorre gebieden, maar de meeste bezitters gaven er de voorkeur aan niet te besproeien. De uitvoering van de besproeiingswerken vergde veel geld en, daar ihet niet bij de bezitters kon gevonden worden, besloot men tot de verdeeling van de gronden en het in het leven roepen van eene menigte van kleine eignaars, die, dank r\\ hun ekonomische onafhankelijkheid, hun politieke onafhankelijkheid zouden- gekregen hebben. Dit nu echter viel niet in den smaak van de heeren, die om dezelfde reden, de oprichting van scholen en de verspreiding van de kuituur tegenwerkten. In die omstandigheden waren de ware maatschappelijke klassen de volgende : Eene aristokratie van middeleeuwsch type, onwetend en eigenzuchtig. Eenige middenstanden die de aristokratie blind naaapten en het volk den rug toekeerden. De militaire en de geestelijke klassen, die zich ten dienste van aristokratie en rijken stelden in ruil voor de bescherming van hun voorrechten. Dit is te meer onverstaanbaar, daar het kader van officieren voor het. grootste deel uit den middenstand gesproten was en de meeste pastoors zonen van nederige vbuifenmenschen waren. Eenige moedige intellektueelen, van het liberaal burgerlijk type, die aan Universiteit, Akademie en Athenaeum tegen onwetendheid en onrecht streden. Een ontzaglijke arbeidersmassa uit de steden, van dag tot dag meer ontwikkeld en beter georganiseerd, die vanaf de stichting van de proletarische syndikaten zich voor haar verheffing en haar verbetering inspande. En een andere ontzaglijke massa van plattelandspröletariërs tot lijfeigenschap gebracht, levend in ellende, niet georganiseerd, die nog niet den weg naar de verlossing vond. Zoo krijgen wij een duidelijk overzicht van de huidige opstelling van de maatschappelijke klassen. Aan de zijde van het fascisme de aristokratie, de militairen, de geestelijkheid en 80 per honderd van de middenstanders. Tegen net fascisme, de andere 2Q per honderd van de middenstanders, de intellektueelen, alle arbeiders zoowel van de stad als van het platteland, en eenige katholieken, wie het ontbreekt aan macht, maar die vurig naar maatschappelijke rechtv aardigheid snakken.
15
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
TABEL DER PARTIJEN De Linksche Partijen LINKSCH REPUBLÏKEINSGHE PARTIJ. Leider : Manuel Azafta. Kleine linksche burgerij, demokratisch, antifascistisch, antiklerikaal, voorstander van progressieve hervormingen. REPUBLIKEINSCHE U N I E . Leider . Diego Martinez Barrios. Staat ietwat rechts van de linksch republikeinsche partij. LINKSCHE CATALAANSCHE PARTIJ (Esquerra). Leider : Luis Companys. Zelfde sociale samenstelling als de twee vorige partijen, maar beperkt tot Catalonië, waarvoor deze partij zelfbestuur eischt. GALICIAANSCHE FEDERATIE. Leider : Santiago Gasares Quiroga. Zelfde samenstelling als de vorige partijen, maar voorstander van zelfbestuur voor Galicië.
LIBERAAL-DEMOKRATISCHE PARTIJ. Leider : Melquiades Alvarez. Kleine reaktionnaire partij.
De Rechtsche Partijen SPAANSCHE KONFEDERATIE DER AUTONOME RECHTSCHE PARTIJEN. Leiders : José Maria Gil Robles en José Calvo Sotelo (gedood). Rechtsche koalitie gaande van de republikeinsche reaktionnaire partijen tot de monarchistische partijen, onder fascistische leiding. VOLKSAKTIE (Acción Popular). Leider : José Maria Gil Robles. Fascistisch en klerikaal.
SOCIALISTISCHE PARTIJ. Leiders : Largo Caballero (linkerzijde), Indalecio Prieto (centrum) en Julian Besteiro (rechterzijde) . Aangesloten bij de II e Internationale. KOMMUNISTISCHE PARTIJ. Algemeene sekretaris : José Diaz. Aangesloten bij de I I I e Internationale. VEREENIGDE SOCIALISTISCHE PARTIJ VAN CATALONIË (Parti Socialista TJnificat de Gatalunya — P. S. U. C ) . Leiders : Juan Gomorera en Valdes. Gevormd na samensmelting der socialistische en kommunistische partijen. Aangesloten bij de I I I e Internationale. IBERISCHE ANARCHISTISCHE FEDERAT I E (Federación Anarquista Ibérica — F. A. I.). Leiders : Buenaventura Purruti (gedood in de omstreken van Madrid), Juan Garcia Oliver. Programma : Libertair kommunisme; tegenstander van alle staatsautoriteit.
José M. Gil Robles.
ARBEIDERSPARTIJ VAN MARXISTISCHE E E N H E I D (Partido Obrero de Unificacion Marxista — P. O. U. M.)Leiders : Andrés Nin en Joaquin Maurin (gesneuveld op het front). Trotzkistische invloed, maar in onmin met Trotzki.
D e Centrum-Partijen RADIKALE PARTIJ. Leider : Alejandro Lerroux. Kleine burgerij met behoudsgezinde tendenz. Verbonden met de fascistische partijen en vijandig tegenover het socialisme. BEHOUDSGEZINDE PARTIJ. Leider : Miguel Maura. Staat ietwat rechts van de radikale partij.
Primo de Rivera, leider der Phalangisten.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
16
L ANDBOUWPARTIJ. Leider : José Martinez de Velasco (gedood). Verdedigde de belangen der grootgrondbezitters. PARTIJ DER SPAANSCHE HERNIEUWING (Renovación Espaftola). Leiders : Antonio Goicoechea en Calvo Sotelo (gedood). Voorstander van het herstel der monarchie met Alfons XIII als koning. Fascistisch programma. SPAANSCHE PHALANX (Falange Espaftola). Leider : José Antonio Primo de Rivera (ter dood veroordeeld en gefusilleerd). Openlijk fascistisch, kopie van het nazisme.
Generaal Queipo de Llano, de speaker van de Francokliek.
y
.*•.. ^
•-•-
::.--•
GARLISTISCHE PARTIJ. Traditionalistisch. Streeft naar het herstel der monarchie met als koning de afstammeling van Don Carlos, broeder van Ferdinand V I I , die troonpretendent was tegen Isabella II. Reaktionnair en klerikaal. BASKISGHE NATIONALE PARTIJ. Leider : José Horn (overleden). Streeft naar zelfbestuur voor de Baskische provincies. Klerikaal, maar staat aan de zijde van de regeering. REGIONALISTISCHE CATALAANSCHE LIGA (Liga regionalista Gatalana). Leiders : Fransisco Gambó en Juan Ventosa. Behoudsgezind en regionalistisch.
Franco, de nationale « held ».
Generaal Gabanellas.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
17
De politieke partijen
W
drukte letter hebben. Al wat hen er toe noopt IJ kunnen gemakkelijk de politieke en iets verder te denken, is hun aartsvijand. Zij arbeidersgroepeeringen, die voor of tezijn diegenen die overal kommunisten zien. Ongen de Regeering handelen, onderscheigelukkiglijk zijn zij een menschensoort, die nu den en beoordeelen. onder alle volkeren van de wereld overvloedig Staan langs de zijde van de opstandelingen : aanwezig is. 1° De koningsgezinden, die zich wel grondStaan aan wettelijk en de zijde van parlementair de Regeering: zouden noelö De linkmen... indien sche republid e Grondwet keinen, waarniet toegepast van de heer en het ParleAzafia het ment riuïstqn hoofd was tot werking geop het oogensteld werd. Zij blik dat hij zijn verdeeld in tot Voorzitter twee groepen: van de Repueen die het bliek verheherstel van Alven we rd. fons XIII naBurgers, listreeft en een beralen, parandere die de * Manuel Azafia, lementairen, onmogelijkheid President van de Republiek. veeleer poliLargo Gaballero, daarvan inziet tiek dan sohoofd van de Regeering en voorstelt ciaal getint. der Republiek. dat Alfons ten gunste van zijn 2° De gezoon infiant D. Juan van den troon afstand doet. matigde republikeinen, geleid door den Voory 'f$ l>*- Carlisten. Zij zijn de zitter van de Kamer van VolksopVolgers van de absolutisten, vertegenwoordigers, den heer dfë de burgeroorlogen van de Martinez Barrios. Zij vormen de XIX® eeuw ontketenden, en zoohuidige rechterzijde van de Repuals deze wenschen zij een onbebliek. Zij ontstonden uit de repuperkte alleenheerschappij op te blikeinsche beweging, wier leider richten. de heer Lerroux was. Zij scheidden zich van hem af om zich 3° De fascisten. Menschen, niet te bevuilen aan zijn walgedie niet stilstaan bij een vorm lijke zeden. (De heer Lerroux van. regeering, omdat zij, zoois nu naar Portugal gevlucht, als in Duitschland, Italië en waar hij de fascisten steunt.) Portugal, -ttiet persoonlijk mandaat van een dwingeland, die 3° De socialisten. Eene sterke •of wel zelf de functies van partij met groot zedelijk gezag. staatshoofd waarneemt, of wel Gedurende de drie kwart eeuw het staatshoofd als uithangbord van haar werkzaamheid volbracht gebruikt, verkiezen. zij een grootsche zending van opvoeding van het proletariaat. Zij 4° De groóte massa van de maakt deel uit van de Algemeene middenstanders, die geen politieUnie van Arbeiders (Unión Geke oyertuiging hebben en er ook neral de Trabajadores, U.G.T.). niets voor voelen, die al hun In haar middens heerschen nu streven beperken tot het vredig twee strekkingen, die van den opstrijken van wedde of rente, lieer Largo Caballero, eer de het bezoeken van Casino, koffieLuis Companys, huis óf, bioskoop, en die een President van de Catalaansche sovjetpolitiek goedgezind, en die Generaliteit. .heiligen afschrik van de gevan den heer Prietö, meer evolu-
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
18
tionnistisch en gematigd. De partij geniet grooten invloed te Madrid, in Asturië, in het Baskenland, te Ciudad-Real, te Toledo en te Valladolid. Zij vormt de basis van de opbouwende politiek. 4° De kommunisten. Tot Juli weinig talrijk, wanneer men ze vergelijkt met de andere syndikale arbeidërsgroepeeringen; maar zij zijn menschen, die schitteren door ontwikkeling, verdiensten en moraliteit. Vol bewondering voor het werk van Stalin, vormen zij nu in Spanje een sterk beihoudsgezind element. Zij zijn ten slotte geheel het tegenovergestelde van wat de menschen van rechts, door zwakhoofdigheid geplaagd, veronderstellen. Zij trokken voordeel uit het Russische experiment en zij zijn niet « Moskou 1917 », doch wel « Moskou 1936 ». 5° De syndikalisten. Zij vormen de andere, zeer sterke syndikale arbeidersorganisatie en zij zijn vereenigd in den Nationalen Arbeidsbond (Confederación Nacional del Trabajo, C. N. T.). Hun sterkste scharen vinden wij in Gatalonië, Aragon en Valencia. Anarchistisch gevormd, staan zij de rechtstreeksche aktie voor, d.i. de
^K.yc'ji v
%
^
w JJJK
:
onderhandeling van arbeiderssyndikaten met werkgeverssyndikaten zonder tusschenkomst van den Staat. Op dit punt zijn zij" tegenstanders van het kommunisme en van de U. G. T.; maar, daar zij allen kollektivisten zijn, vinden zij op maatschappelijk gebied een ruim veld voor verstandhouding. 6° De anarchisten, vereenigd in de Iberische Anarchistische Federatie (Federación Anarquista Iberica, F, A. I.). Daar zij de generators van het syndikalisme zijn, kunnen wij op hen toepassen wat wij daarover zegden, ook ai zijn zij weinig in getal. 7° Een kern van katholieken, sterk in het Baskenland en zeer gering — bijna tot alleenstaande! persoonlijkheden herleid — in het overige schiereiland. Doordrongen van de sociale beteekenis van het kristendom, verstaan zij zich uitstekend met diegenen welke een zelfde doel nastreven, al zij het dan langs verschillende wegen; zij worden bijzonder gehaat door de geestelijkheid en de overige katholieken, die zich van de Kerk als borstwering bij de verdediging van (hun beurs bedienen.
^ÉUh
^,
Hk
l,':'v %^m • ^ • ^ « ^ _
^•^^^H
s
*
'
•
H
5$*,^ v
HH W** *'* • jjfe; • M HBH9 • ^ • ^ • 1 Sra&cfr^ J «SBBB ^^^^^BUBS&SSGBÊUUÊ 3gx»Kxy fy% > flH^I ^ ^ ^ ^ ^ ^ H B K ^ ^ S H B
§§£> y
>
*
v *
" '
•• '
•
*
' *1zT,
' ''- ; «3 ' - \ ' < - : - \ - > -
'
f- *&>•?*
*
: -' - '/<£ 1
<* «£iy\
B.
"*' 4$°?f*
H ^ ^ ^ ^ ^ H ft ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ H ^k
*
A> \Jf/t* •• A 'i*«»s s j
IBjRBraS^Hi RIS^B^BB B ^ M m -»Ji&l<sb,'% mHp^H N *vili|BJ B^Br^Mll
HHN|
111111? ^ * S|JBSH^£^> ' - a ^
"
\ ' '
j^HHH v^^fl•^•BHÉttltoWMÉttÈ É l t t é l B ^ B H m 9 \ * i H HB^B^Gfëiill! ^ H B H H H
C-. \'
Eë>
w\,
^
f
N
^
wk * J^BSB
m " W £»«!? SnJ* ^B^ V
•H^Uil^jËjofewJuK^BBBa
~im£d&ïM • H B T^ST * Hi^^^Hp^i^^^^l ^^^^^•K&A^^H
1
ÉMB»P8BCP^V 1.-M: ffli9HffiiPBg$Bfj«MUW ' «jf^wBS IKÜ *j$É!
s
*>$b. J
fÉ&&
s
^Hü ^HH^^^^H
m mm
^iv'3$i^H
V^^HBB
£\-^^^^^^^^HH
mWMWMWm^^M
Kolonel Farraa, leider der militianen van Barcelona.
Buenaventura Durruti, getallen te Madrid.
De Pasionarla.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
19
De vakbeweging in Spanje door Georges Siolz Hulpsekretaris van het I. V. V.
I NGEVOLGE de revolutionnaire pogingen in 1848, ontstond in Spanje de eerste beweging van syndikalen aard. Dit initiatief was een soort schakel in den toenmaligen ontwikkelingsgang. Inderdaad, in 1839 had de Regeering de oprichting aangemoedigd van gemengde beroepsvereenigingen in opvolging van de vroegere gilden, die zoolang op Sp'aanschen bodem bloeiden. Daar echter de nieuwe organisaties, geleidelijk met hun ontwikkeling, andere gedachten begonnen aan te kleven en stilaan specifieke lichamen van het proletariaat werden, trachtte men hun verbreiding en ontwikkeling testuiten. Ondanks .menigvuldige plagerijen, bleven zij hardnekkig voortwerken, en in 1855 ontlook zelfs een eerste algemeene stakingsbeweging. In 1868 brak de politieke omwenteling uit, die het ontstaan en de ontwikkeling begunstigde van de Spaansche afdeeling van de Internationale Arbeidersvereniging. Van den beginne af was Barcelona vaak het woelig brandpunt van de opkomende arbeidersbeweging. Herinneren wij er aan. dat het eerste arbeiderskongres aldaar plaats had in 1869. In een manifest, weinigen tijd vroeger uitgegeven, eischte de Spaansche afdeeling van de I.A.V. de vrijheid van vereeniging, den tienurigen werkdag, de oprichting van gemengde nijverheidscomité's. Tegenover de uitbreiding der beweging, liet de Regeering niet na beteugelingsmaatregelen te nemen, waarvan de strengheid gedurende enkelen tijd snelle vorderingen verhinderde. Verder leed de beweging aan inwendige tendenzverschillen, zoodanig dat het tot een splitsing kwam in 1872. De anarchisten belegden een kongres te Cordoba en de socialisten te Toledo. Gedurende de kortstondige Republiek van 1872, maakte de beweging nieuwe vorderingen. Op de burgeroorlogen en de restauratie van de verdreven monarchie volgde een vrijere ontwikkeling van de arbeidersorganisaties : de Grondwet van 1876 erkende het principe van de vrijheid van vereeniging. Sedert de splitsing van 1872 is de Spaansche beweging in twee hoofdstrekkingen verdeeld: de anarchistisch-syndikalistische bonden en het vrije syndikalisme. De anarchistische strekking vereenzelvigt zich met de « Confederación Nacionai del trabajo » (C.N.T.), hoofdzakelijk beperkt tot Catalonië en Andalusië; zij werd
I
vooral zeer bedrijvig na den oorlog en bereikte haar hoogtepunt in 1919, dank zij de toetreding van het Nationaal Verbond der Landarbeiders. Op haar kongres van 1919, te Madrid, deelde zij mede dat haar ledental 800,000 man 'Sterk was; maar dit cijfer, gestadig aan schommelingen blootgesteld, is niet te vertrouwen.De vaak gewelddadige aktie van deze organisatie maakte haar tot het doelwit van het gestrenge optreden der Regeering. De beteugeling schijnt echter den invloed niet verzwakt te hebben van deze beweging, die blijkt te beantwoorden aan de psychologie en de eigenschappen van zekere Spaansche gewesten, wat bewezen wordt door de onbetwistbare vlucht die zij later nam en de rol die zij tijdens de huidige gebeurtenissen speelt. De ontwikkelingsgang van de gekonfedereerde syndikale strekking is zeer verschillend. De « Union General de Trabajadores de Espana » (U.G.T.), een der oudste afdeelingen van het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen, werd opgericht in 1888, op het eerste kongres dat de in 1879 opgerichte Socialistische Partij te Barcelona belegde. Deze beweging verschilt in hoofdzaak van de anarchistisch-syndikalistische bonden door de gematigdheid van haar ideeënleer, de objeknviteit bij haar aktie, den aard van haar organisaties en den samenhang van haar programma. Van den beginne af beoogde zij verbetering van den maatschappelijken toestand der arbeiders door het organiseeren van overwogen stakingen en door deelneming aan het politieke leven — in tegenstelling met de anarchistisch-syndikalistische beweging. De bedrijvigheid van de U. G. T. had een heilzamen invloed voor de arbeidersklasse ingevolge de rijpelijk overlegde stakingen die zij organiseerde, de tastbare voordeelen die zij veroverde en de weigering deel te nemen aan de vaak onbezonen akties en impulsieve bewegingen van de anarchisten. Haar knap en verstandig beleid, de bezadigdheid en het edel gemoed van haar leiders, haar politieke handigheid noopten de overheden, die haar nooit uit het oog verloren, zich te haren opzichte verdraagzamer te toonen. In 1911 heerschte er gedurende korten tijd oneenigheid in haar schoot. De oorlogsperiode was voor «Spanje een tijdperk van groote verdrukking, die van 1915 tot
20
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
1918 talrijke groote stakingsbewegingen uitlokte : het kwam toenmaals insgelijks tot een tijdelijke verzoening tusschen de C.N.T. en de U.G.T. Er kwam zelfs een overeenkomst tot stand tussehen beide strekkingen. De duur werd op drie jaar bepaald, doch was veel korter, ingevolge een avontuurlijke algemeene staking uitgelokt door de anarchistisch-syndikalistische bonden en waaraan de U.G.T. uit gewetensbezwaar niet kon deelnemen. Eén jaar na haar oprichting telde de U.G.T. 3,335 leden;
stelsel stortte ineen onder den tweevoudigen dwang van zijn eigen afgeleefdheid en de wilskracht van nieuwe mannen. Een koalitieregeering van republikeinen en demokraten kwam aan het bewind. L. Caballero en tal van andere arbeidersvoormannen namen er deel aan. Op het einde van dezelfde maand April 1931 bracht het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen hulde aan de roemrijke zegepraal van de Spaansche demokratie door een zittijd van zijn Algemeenen Raad te Madrid te beleggen.
De volksvrouwen groeten haar militianen die naar het front vertrekken. in 1913 vereenigde zij er 147,729; tijdens den oorlog daalde dit cijfer tot op 89,601 in 1918, maar in 1924 was het ledental reeds gestegen tot 210,741, om in 1931, na de uitroeping van de Republiek, ongeveer 800,000 te bereiken. Een zeer goede bepaling van de aktie en de strekking van de U.G.T. in de na-oorlogsche jaren, vindt men in het boek dat L. Caballero in 1925 in het licht gaf, getiteld: Het Heden en de Toekomst van de U.G.T. : De politieke en sociale rechten van het Spaansche proletariaat waren nooit iets anders dan een mythe. Het voortdurend schorsen van de grondwettelijke rechten, het veelvuldig afkondigen van den staat van beleg stelden de arbeidersklasse niet in de mogelijkheid gebruik te maken van de vrijheid van vereeniging, pers en gedachte. Onze Spaansche kameraden hoopten dat met de Republiek ook een nieuwe tijd zou inzetten. II De Spaansche Republiek werd feitelijk geboren in April 1931. Haar ontstaan werd voorbereid in de Model-gevangenis te Madrid, waarin onder het diktatorschap van Primo de Rivera — laatste toevlucht van het vorstenhuis om het hoofd boven water te houden — mannen en gedachten opgesloten werden. Het oude
In het eerste jaar van de Republiek telde de U.G.T. 800,000 leden, waarvan er 400,000 tot het Verbond van de Landarbeiders behoorden : wat teeken end is voor de verwachtingen die het Spaansche volk in de jonge demokratie stelde. Ongelukkig bleef de teleurstelling niet lang uit, want weldra begonnen sommige machten, waaraan de arbeidersklasse haar medewerking verleend had voor het oprichten van het nieuwe stelsel, de Republiek te ondermijnen en de hoop die het volk bezielde te fnuiken. Allengs kreeg de Republiek een ander uitzicht en de arbeidersbeweging diende te kampen met de opkomende bedreiging van een fascistische beweging, waarvan de reaktionnaire handelwijze een bittere voorsmaak was van wat komen zou. Daarenboven beijverden de kommunisten zich, zooals naar gewoonte, door de misnoegdheid en de ontevredenheid uit te buiten, tweespalt te verwekken. In April 1934 werd
DE BELGISCHE VAKBEWEGING verborgen burgeroorlogen, dat de fascisten onder leiding van Gil Robles wilden te nutte maken om het bewind te bemachtigen, waarbij zij geenszins de gedienstigheid versmaadden die zij zelfs vonden in het kamp van de burgerpartijen, mede-oprichters van een demokratie die zij verrieden door ze onkenbaar te maken. Tegenover het gevaar dat de reeds zoo bestookte demokratie bedreigde, besloten de Spaansche kameraden tot de redding over te gaan, zelfs al moesten daarvoor de grootste offers gebracht worden. En aldus ontstond — om slechts eene episode te noemen — het treurspel van Asturië, de bloedige bladzijde van Oktober 1934. Weinigen tijd daar voren werden, onder den drang van de op til zijnde gebeurtenissen waaromtrent geen vergissing mogelijk was, pogingen gedaan om de arbeidersmacht opnieuw te vereenigen. Toen ontstond wat men placht te noemen het « Arbeidersbondgenootschap ». Vóór de Oktobergebeurtenissen kwam er opnieuw eenheid in de rijen van de U.G.T., waarbij de afgescheiden groepen van de C.G.T.U. en nog andere zelfstandige bonden zich vervoegden. Ingevolge de beteugeling die op de Oktobergebeurtenissen van 1934 volgde en duizende dooden en tientallen duizende gevangenen kostte, brak een duister tijdperk aan, dat vijftien maanden duurde en tijdens het-
21
De overwinning van de demokratie viel niet in den smaak van degenen die haar val verlangden om hun klassevoorrechten terug te krijgen en den ondergang van de Republiek te bewerken door de verknechting van de arbeiders. De zegepraal van het Volksfront tijdens de Kamerverkiezingen ligt rechtstreeks ten grondslag aan het oproer van de meineedige generaals. Toen het Internationaal Vakbondskongres te Londen bijeenkwam, deelde Caballero, de leider van de Spaansche afvaardiging, onder toejuichingen mede, dat de U.G.T. meer dan anderhalf millioen leden telde. Op het huidige oogenblik is dit cijfer gewis sedert lang ruimschoots overschreden. Herinneren wij er aan, nu er toch sprake >s van het kon gres te Londen, dat door een soort voorgevoel van de gebeurtenissen die eens te meer zijn land in een bloedbad zouden herscheppen, Caballero, na de uiteenzetting van de internationale beteekenis van Oktober 1934 en na getoond te hebben dat van Oktober 1934 tot Februari de achtereenvolgende regeeringen <( vreesachtig het hoofd bogen vóór degenen die hun vertrouwen niet verloren achter de tralies van de kerkers », de gedenkwaardige woorden uitsprak die wij allen eerbiedig in het geheugen moeten bewaren :
Zij beweenen hen die voor de vrijheid vielen. welk niets van de demokratische vrijheden overbleef. De arbeidersvoormannen zaten in de gevangenis, de vakbondsgebouwen waren verzegeld, de arbeiderspers vervolgd (El Socialista werd juist 100-maal in beslag genomen!). Op het einde van dit tijdperk, in Februari 1936, hadden de Kamerverkiezingen plaats. Het was een zegepraal voor het Volksfront, gesproten uit hei algemeen bondgenootschap der demokratische krachten die zich tegenover het fascisme vereenigd hadden.
« Van op dit internationaal spreekgestoelte, verklaren wij u plechtig dat, moest ooit morgen — want de strijd is nog niet uitgevochten en het beest nog niet gedood — het fascisme door slinksche middelen of door -geweld pogen het hoofd terug op te richten en 's lands lot in* handen te nemen, dan zouden wij meer dan ooit bereid zijn om met vreugde én op edelmoedige wijze ons bloed te vergieten voor de vrijheid van Spanje en van gansch de wereld! »
22
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Die woorden, uitgesproken op 8 Juli, kregen elf dagen later een tragische doch geestdriftige bevestiging! III De aktie die in 1931 tot den val van de monarchie leidde was enkel gesteund op de vereenigde linksche macht, m. a. w. op de vakbonden : U.G.T. Het waren eveneens de vakbonden van de U.G.T. die, na 18 Juli 1936, de basis vormden van het Republikeinsche verweer. De vakbonden richtten milities en kolommen op. Toen de Regeering, na den val van Irun, machteloos bleek te zijn, was het de sekretaris van de U.G.T. die belast werd niet de samenstelling van een Regeering voor de verdediging van de Republiek. De leden en de organisaties van de C.N.T. konden hun plicht niet ontduiken met de voormannen van de U.G.T. voor een zelfde doel te strijden. De republikeinsche beweging bestaat dus uit drie strekkingen : U.G.T., C.N.T. en de linksche republikeinen. De U.G.T.-strekking bevat de Socialistische Partij en enkele afgescheiden groepeeringen; de C.N.T.-strekking bevat de Iberische Anarchistische Federatie. Op hetzelfde oogenblik dat tusschen de beide syndikale strekkingen de toenadering plaats had die zelfs tot de deelneming van de C.N.T. aan de Regeering van Madrid en de Generaliteit van Barcelona leidde, boekte de U.G.T. aanzienlijke vorderingen, ook in Catalonië. Op het einde
van September 1936 werd op een internationale vergadering medegedeeld dat de U.G.T. in Catalonië alleen reeds 300,000 leden telde. Omstreeks h#lf September zag ik te Alicante aanplakbiljetten die een geblinddoekten arbeider verbeeldden recht aanstappend op den afgrond van het « Staatskapitalisme »; hij wordt gered door een anderen arbeider, die het kenteeken van de C.N.T. draagt. Maar daar bewuste toenadering in de ondernemingen en op de fabrieken geschiedde, streefde de evolutie van de C.N.T. de anarchistische theorieën voorbij; zij scheen zelfs aan te sturen op een ernstig opgevatte koördinatie van de verschillende sociale organisaties. Er werd een aanvang gemaakt met het oprichten van verbindingskomité's U.G.T.C.N.T., en ten huidigen dage kan men een begin van definitieve toenadering waarnemen. Claridad, het orgaan van Caballero, maakt een verklaring van de C.N.T. bekend en wijst op de vorderingen in de gewestelijke ko mité's met het oog op de vereeniging van de beide vakorganisaties. « Wij hopen, luidt de gevolgtrekking, dat wij weldra bij machte zullen zijn ditmaal voorgoed te zeggen dat er geen verschil bestaat onder de Spaansche arbeiders, om het even tot welke vakbondscentrale zij behooren, marxistische of anarchistische, en dat dit een der doeltreffendste kanonkogels is die op den vijand kunnen afgeschoten worden. » De vakbondseenheid in Spanje wordt geboren te midden van onbeschrijflijk leed en smart.
Trouw aan de Republiek.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
23
Het Spaansch geschil door Pierre Ganivet Directeur van het syndikalistisch tijdschrift " L'Homme réel "
De militaire opstand van 17 Juli.
Mislukking van het rebellenplan.
O
Het plan der opstandelingen was eenvoudig: de beweging moest gelijktijdig in al de garnizoenen van het land ontstaan. De les van Asturië indachtig, verwachtten de leiders van het oproer zich gewis aan een hardnekkigen tegenstand van de volksmassa; nochtans hoopten zij dat de garnizoenen van de voornaamste centra, Madrid en Barcelona, zonder al te veel moeite zouden stand houden tot op het oogenblik dat den overeengekomen aanval op de beide hoofdsteden zou gebeuren door de legermacht van den opstandigen generaal Mola, met de garnizoenen Pampeluna, Burgos en Segovië, geholpen door de Marokkaansche troepen van generaal Franco, wier vervoer diende verzekerd door de medeplichtigheid van de vloot. Volgens dit plan zouden een tiental dagen volstaan hebben om gansch* het land te veroveren. Het plan mislukte. De bemanning van de meeste oorlogsschepen bleef de Regeering van het Volksfront getrouw en strafte meedoogenloos de officieren die tot de opstandelingen toegetreden waren. Ook de meerderheid van de republikeinsche vliegers brachten hen de ver-
P den avond van 17 Juli kwamen te Madrid de eerste berichten toe van den militairen opstand ontketend door generaal Franco. Het Volkshuis te Ceuta was door de muiters omsingeld. In den nacht vernam men dat ook de garnizoenen van Marokko en van de Kanarische Eilanden in oproer waren. 's Anderendaags 's morgens sloegen de garnizoenen in de provincie aan het muiten en kort na den middag van denzélfden dag bleek het dat bijna gansch het leger en de vloot aan de beweging deelnamen. De Regeering kon nog alleen staat maken op de stormgarde, een gering gedeelte van de burgerwacht, de karabiniers en op de volksmilitie. Wegens het verraad van het leger, dat nochtans met haar bescherming belast was, scheen de Regeering zich in een wanhopigen toestand te bevinden. Zelfs het garnizoen van Madrid trok zich terug in versterkte kazernes, zijn beurt afwachtende om insgelijks aan den strijd deel te nemen. Toen beseften Azana en de voorzitter van den Raad, Cesarès Quiroga, den ernst van het gevaar. Zij besloten de volksmilitie te wapenen. Daardoor werd de Republiek iflji de eerste oogenblikken van den opstand voor ondergang behoed.
•
Gesneuveld bij de verdediging van de Republiek.
24
DE BELGISCHE VAKBEWEGING m*
wachte hulp niet. Verder bleven de Baskische separatisten, alhoewel katholieken, getrouw aan de Regeering, wier programma de verdediging van het « particularisme » behelsde. De anarchistischgezinde syndicalisten van de C. N. T. en F. A. I., op wier onthouding de muiters rekenden, schaarden zich vastberaden aan de zijde van de republikeinen, zelfs van degenen die hen het meest vervolgd hadden. Te Barcelona, te Madrid, te St-Sebastiaan, in de
Het fascistisch ingrijpen herschiep Spanje in een strijdperk waarop de fascistische ideologie en 'de demokratische ideeënleer (het met elkaar schijnen uit te vechten. Het zou insgelijks de zwakheid van de zoogezegde demokratische regeeringen doen uitschijnen, in de eerste plaats van de Fransche Regeering. Bij elke inbreuk door Duitschland en Italië op de voorschriften van het internationaal recht, bij iedere inmenging van bedoelde landen in Spanje's za-
Terechtgesteld door de opstandelingen in den bloei van het leven.
meeste steden van het Oosten, van Catalonië en van Aragori waren zij de eersten die tegen de muiters oprukten en ze in bedwang hielden. Generaal Mola moest in stede van den aanval op Madrid, den terugtocht blazen naar de gecementeerde loopgraven van Guaderrama en Somosierra. Nochtans bleven Sevilla, Cordova, Granada, Burgos, Saragossa en Huesca in handen van de opstandelingen. Burgeroorlog of internationale oorlog.
Het is buiten kijf dat de regeeringstroepen er tamelijk vlug zouden in geslaagd zijn deze laatste brandpunten van het oproer in te nemen, hadde generaal Franco niet de hulp ingeroepen en verkregen van - de fascistische Staten. Duitschland en Italië leverden aan Franco vliegtuigen en piloten om de huurbenden (inlandsche soldaten van het Rif en manschappen van het vreemdelingenlegioen) van Marokko naar .Spanje over te brengen. Op diplomatisch gebied voerden zij een doeltreffende actie voor de erkenning van de onwettige Regeering van Burgos.
ken, gaf de Fransche Regeering zulke blijken van kleinmpedigheid dat de stoutmoedigheid van Franco's bondgenooten er slechts door aangemoedigd werd. Om een bewijs te leveren van haar inzicht de regeeringstroepen geenszins te steunen, ging de Fransche Regeering zoover den invoer van sinaasappelen uit Valencia aanzienlijk te beperken, zonder zich er rekenschap van te geven dat zij zoodoende de Spaansche democraten een der voornaamste inkomstenbronnen ontnam en ten slotte het financieren hunner bewapening in gevaar bracht. Na ettelijke weken van moeizame onderhandelingen, leidde de non-interventie-politiek tot de eenzijdige blokkade van de regelmatige Spaansche Regeering. Terwijl de burgeroorlog hoe langer hoe meer op internationaal gebied verplaatst werd, verloor hij allengs zijn oorspronkelijk karakter. In Juli-Augustus kwam het er voor de regeeringstroepen slechts op aan de Republiek te redden en het fascisme den weg te versperren.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Maar de gewapende volksmassa's lieten het niet bij een defensieve houding. Zij gingen over tot den tegenaanval en ontketenden de sociale revolutie. Tiïans voeren de volksmassa's strijd voor de verdediging van de veroveringen dezer politieke en sociale revolutie. Het bewijs hiervan wordt geleverd door het feit dat drie anarchistische vakbondsleiders in de Regeering van Madrid zetelen en drie andere in die van Catalonië en door het overwegend aandeel dat de anarchistische C. N. T. en de F. A. I. in de bedrijvigheid op alle gebied innemen. In Spanje wordt, niet meer gevochten voor of tegen de Republiek van de bourgeoisie, zooals vóór zes maanden, maar de strijd gaat voor of tegen het libertair en federalistisch socialisme. De tusschenkomst van de Sovjets.
Het ingrijpen van de U.S.S.R. ten bate van de Regeering van Madrid heeft den reeds zoozeer verwarden toestand nog verwikkeld. De Russen die steeds het Duitsch hitleriaansch spookbeeld voor oogen hebben, trachten den militairen toestand van Frankrijk te versterken. Zij bereiden deze versterking voor op Fransch binnenlandsch gebied door de Fransche communistische partij te bewegen samen te werken met den Generalen Staf (niet langer propaganda
25
voeren tegen het leger, goedkeuring van de kredieten voor de landsverdediging en van de verlenging van den dienstplicht); op buitenlandsch gebied door te beletten dat, Franco eens de overwinnaar, de Duitschers van Spanje een aanvals-uitgangspunt zouden maken en aldus een nieuw front scheppen aan de Spaansche grens Zij aanzien de nederlaag van Franco als die van Duitschland. Edoch, zij verdragen niet dat die nederlaag de Spaansche anarchisten zou te baat komen. Daarom gaat al hun steun ten voordeele van de regeeringsgezinden naar de radicale bourgeoisie. Zij leveren alleen wapens en ammunitie aan de gematigde troepen van het Volksfront; zoo worden bij voorbeeld de Baskische katholieken op bewonderenswaardige wijze door hen van alles voorzien en gesteund. Een Russisch generaal leidt de verrichtingen van de Baskische troepen op het front van Navarra. Daarentegen weigeren de Russen de legerafdeelingen van Catalonië, die Saragossa en Huesca omsingelen, van kanonnen en tanks te voorzien, omdat bewuste kolommen door anarchisten en trotzkysten aangevoerd worden. Als deze steden sedert zes maanden in handen van rebellen zijn, dient zulks uitsluitend toegeschreven aan het gebrek van geschut bij de belegeraars. De Russen stemden er slechts in toe de meerderheid te helpen op voorwaarde dat de
Blaar het volk brengt een vrome bloemenhulde aan de plaatsen waar de verdedigers der Republiek vielen.
'm
De Republiek maakt propaganda
<;•&$>,• ir'-'
B^;<
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
ministers van de Catalaansche Regeering die tot de P. O. U. M. (trotzkysten) behooren afgezet werden. En mijn beste makker Durutti, opperbevelhebber van de Catalaansche legerafdeelingen, kwam op geheimzinnige wijze om het leven, zoogezegd door een verloren kogel, bij het einde van een vergadering, juist toen (hij aan Stalin een dringend telegram gezonden had, waarin hij de invrijheidstelling eischte van de Spaansche en Italiaansche anarchisten, syndikalisten en socialisten, die naar de U. S. S. R. vluchtten en aldaar door de Gepeoe naar Siberië gezonden werden. 3e tusschenkomst van de Sovjets in Spanje draagt den stempel van een dubbele bekommernis: 1° het dwarsboomen van de Duitsche politiek in Spanje; 2° het libertair socialisme remmen en de Republiek der radicale bourgeoisie — de diplomatische handlangster van Moskou — terug aan het bewind brengen. N o pasaran !
Sedert de maand November schijnen de fronten van den burgeroorlog gestabiliseerd. Maar
27
Duitschland kan door het aanhouden der regeeringstrouwe schepen en door het zenden naar Franco van duizende « vrijwilligers », gekozen onder de manschappen der Reichswehr, en door de rebellen tanks en kanonnen te laten geworden, op doeltreffende wijze bijdragen tot de ontmoediging van zekere trouw gebleven krachten " en tot de inneming van Madrid. Zou de val van de hoofdstad voor de rebellen een definitieve overwinning beteekenen? Neen, gewis niet. Gedurende de Russische revolutie was de hoofdstad herhaaldelijk ten minste zoo erg bedreigd door de Witten als Madrid thans door de muiters, wat echter niet belette dat de Witten ten slotte verpletterd werden, juist omdat zij, zooals de Spaansche opstandelingen thans, gebrek leden aan den stevigen steun der massa. En zelfs in het ergste geval, namelijk dat Spanje door het leger van Franco veroverd wordt, dan nog ware de Spaansche quaestie niet beslecht, evenmin als het vraagstuk van het Russische volk in 1906, na de onderdrukking van de revolutie, opgelost was.
In den Volkenbond pleitte een groot advokaat, M. Ossorio y Gallardo, voor zijn volk Ziehier in welke termen : De theorie die het aanzien van den Staat aan den aard van de tegen hem samenzwerende vijanden toetst kan niet goedgekeurd worden. Het feit dat sommige vertegenwoordigers van den rijkdom, de macht of het intellekt tegen een regeering stelling kozen als argument aanvoeren, ware het vraagstuk stellen in onaannemelijke dubbelzinnige bewoordingen. Immers, wie zou in dergelijk geval zeggen aan welke zijde rijkdom, intellekt en macht zich schaarden? Als er in den schoot van een volk twee sociale groepeeringen elkander bestrijden, dan waant elk van beide zich de verdediger van het recht en meent dat degenen die hem ter zijde staan rechtschapenheid te veel hebben en al de burgers in gemoede voor hem zijn. Plaatst men het vraagstuk op dat gebied, dan kan het onmogelijk opgelost worden door rekening te houden met de belanghebbende meeningen in beide kampen. Kan zulke kwestie voor een bepaald volk rijzen? Het vooropzetten van dergelijke onderstelling alleen zó'u reeds verzet en verontwaardiging uitlokken. Gewis zou geen enkel der hier vertegenwoordigde landen dulden dat een derde zijn souvereiniteit plachte te bepalen. Door « uitschakeling » komt men aldus tot de eenige in rechte en gemoede aanne^melijke gevolgtrekking. De wettige macht
van een volk, is degene die gekozen werd overeenkomstig de rechtskundige regels van dit volk. De Republiek bestaat omdat ze door de overgroote meerderheid der burgers op vredelievende wijze en te midden van uitbundige geestdrift ingesteld werd; de omvergeworpen monarchie had zich zelfs onthouden. Het volk koos de Kamers die de Grondwet moesten opmaken op een zoo reine manier dat bewuste* verkiezingen als voorbeeld kunnen aangehaald worden. De Cortes namen een grondwet aan. Deze grondwet is thans van kracht. Wij, Spaansche republikeinen, houden een Regeering voor wettig als zij haar grondwettèlijken plicht naleeft en voor het Parlement verschijnt en daarvan het vertrouwen bekomt. Zij is wettig als zij ambtelijke organismen ten dienste heeft en gesteund wordt door een volk dat bereid is haar op heldhaftige wijze te verdedigen. Ze is wettig als zij door machtige intellektueele bewegingen gesteund wordt. Zij is wettig als ze voortspruit uit een vooraf vastgestelde wetgeving, op hare beurt gesproten uit een geregeld gekozen Parlement. Kortom, een regeering is wettig als zij onafhankelijk is van om het even welke instelling en geen ambtenaren telt die haar opgedrongen werden door militaire «pronunciamiento's», revolutionnaire bewegingen, geldmacht of door amfere onuitgesproken handelwijzen.
28
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De tragedie van Spanje De eenige verantwoordelijken door A. N i c o l e
H
OE ontstonden en waarom voltrokken zich de vreeselijke bloedige gebeurtenissen in Spanje? Wie zijn de verantwoordelijken voor de vernietiging van zijn kunstschatten, de verwoesting van zijn monumenten, het afbranden van zijn dorpen en steden, het in massa fusilleeren van zijn zonen, het bombardeeren van zijn scholen en gasthuizen, voor dien ongenadigen oorlog, dit vermoorden van ouderlingen, vrouwen, gekwetsten en kinderen?
De rebellegeneraal Varela bewondert,..
Het oogenblik van kalmte om een onpartijdige studie der gebeurtenissen te maken is nog niet aangebroken. Wanneer de oorlog een einde neemt, de hartstochten luwen en de geesten bedaren, dan zal het oogenblik daar zijn om met volledige getuigenissen en onweerlegbare bewijzen uit te maken, wie de verantwoordelijkheid van zooveel smart, zoovele tranen en zoovele misdaden dragen. Om de waarheid te verbergen haastte zich de machtigste pers van Europa en Amerika, met een overvloed van middelen, die de ontzaglijke macht van haar meesters bewijst, vanaf de eerste dagen van den strijd een veldtocht van leugens en bedrog in te zetten. Zij bazuinde het over de heele wereld uit, dat alle kwalen en alle wreedheden, alle gruwelen en alle onmensdhelijkneden, die in Spanje voorvielen, uitsluitend het werk der « rooden » was. Nu, en eens voor altijd, en wij hebben de zekerheid, dat geen mensen die de waarheid liefheeft en de werkelijkheid der feiten eerbiedigt, ons zal kunnen tegenspreken, bevestigen wij, dat het gedrag van de zoogezegde rooden, zelfs in de laakbaarste gevallen, een beweging van vergelding was. Wij kunnen met zekerheid uitmaken, dat al wat in Spanje voorvalt het gevolg is van een militairen opstand gesteund door elementen van de Katholieke Kerk, den adel, de groote grondeigenaars, de heeren van het bankwezen en de nijverheid, de invloedrijkste handelaars, met den onbeperkten bijstand van zekere vreemde regeeringen. De opstand werd met zooveel zorg, behoedzaamheid en voorbedachtheid voorbereid, dat geen enkel centrum van het leger of van de marine, noch een generaal, noch een aanvoerder, noch een officier buiten de beweging bleef. Deze steunde op de rechtsche politieke groepeeringen, van de « phalangisten », — dien titel namen de navolgers van Hitler en Mussolini in Spanje, — tot de machtige « Acción popular », — die de geestelijken en de leeken, die de plannen van het Vatikaan voorstonden, groepeerde, met de samenwerking van de beide koningsgezinde strekkingen, de partijgangers van de onttroonde Bourbons en de zoogenaamde « requetés », die tot op heden de wettigheid van de titels, waarmee Isabella II en haar troonopvolgers regeerden, betwisten én daarentegen
tf*"" *"•"' -*t Yy *
i
-•m
&*£'
%
ZLs*-
jjM-
B**.h ^•s«^é>iSW<•MM*®*»!,
de rechten op den troon opeischen voor, eerst don Carlos, vervolgens don Jaime en tegenwoordig den tadhtigjarigen don Alfonso de Este. Nooit had in een land eene regeering eene meer omvattende en bontere samenzwering tegenover zich, vermits wij in Spanje, vanaf de hoogste waardigheidsbekleders van de Katholieke Kerk, den adel en de machtigen, de generaals en de admiraals, tot de somberste avonturiers, die fabelachtige fortuinen in bankzaken en smokkelhandel, buiten en tegen de wet, hadden opgehoopt, in de rangen der opstandelingen aantroffen. Aldus versmolten zij zich in een monsterachtig verbond, vanaf de kardinaal-primaat van Toledo tot den verderfelijken Juan March, die als uitvoerende werktuigen voor zijn plannen over de generaals Sanjurjo, Goded, Franco, Fanjul, Cabanellas, Queipo de Llano, Mola, Balmer, Orgaz, Saliquet, Millan-Astray, enz., beschikte. De militairen liepen te wapen tegen de regeering ^ an de Republiek. Waarom greep die opstand plaats? Eenvoudig omdat de Republiek het werk was van het volk, dat een democratisch regime had geschapen, er naar strevend de inrichtingen van leenroerig type, die op ekonomisch, godsdienstig en militair gebied Spanje tot slavernij doemden en het in de deerniswekkendste armoede en onwetendheid geknecht hielden, te sloopen. Niemand in de beschaafde wereld kan zich een klaar denkbeeld en een juiste meening vormen van het laag en ellendig type van bestaan van de buitenmenschen en vooral van de landbouwers uit de beide Kastiliës, Estramadura en vele van de Andalusische en Aragoneesche provinciën. Indien wij met realistische trekken de tafereelen van armoede en leed, van havelooze huisgezinnen en uitgehongerde dorpen borstelden, dan zou men zeker beweren, dat wij door verbittering zondigen en dat, door partijdrift meegesleept, wij in de meest overdreven leugens vervallen. Sinds meer dan twintig jaar, toen de laatste Bourbon reeds eenige jaren regeering telde, maar vooral bij het einde van den Wereldoorlog, groeide meer en meer de machtige stroom van ontvoogding en de drang naar een betere politiek, die reeds op het einde van de XIXe eeuw was losgekomen en eenige vertraging leed, toen Maura « de revolutie van boven af » beproefde, daarbij zijn vertrouwen stellend in het gezond oordeel en in het eenvoudig instinkt tot zelfbehoud van den nieuwen koning. Maar toen die hoop verijdeld werd, groeide het republikeinsch verzet, waarbij zidh in een zelfde beweging de georganiseerde arbeidersklasse en de wakkerste bestanddeelen van een
:0f.
•
- ~
>
^
i
w E R K VL<
t%* *
*jfj»^
> •
*y ?.
i'
n.
; « * $ » • <
!&Z ...
!
ff
*•
'*>ï
'*U?
^Wv?
3.
vSjrPfc^.:* <$*«? "Me*
«*»«a
*
30
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
sterke minderheid van intellektueelen en h o geschoolstudenten aansloten. De koning, verre van de vurige begeerte van het land te dienen en den wil van het volk te eerbiedigen, poogde deze protestbeweging met duizend listen, steeds getuigend van dubbelzinnigheid en verraad, te breken. Wanneer ihet hem onmogelijk werd zijn werk van huichelarij en bedrog voort te zetten, verliet hij de politiek van arglistigheid, spande zich in het karretje van zijn valsche grondwettelijkheid, werd meineedig en bereidde den staatsgreep van September 1923 voor, het werk van zijn gunstelingen onder de generaals, onder de leiding van Primo de Rivera die de diktatuur instelde. Zeven jaar lang zuchtte Spanje onder den hiel van de militairen, die zich niet bloeddorstig toonden slechts omdat het hun in die periode
bekleeders van de Katholieke Kerk, o. m. diegene die den hoogsten rang bezette, kardinaal Segura, aartsbisschop van Toledo en primaat van Spanje, en hooge vertegenwoordigers van een machtige godsdienstige orde bleken deel te hebben genomen. Het in brand steken van kerken en kloosters in 1931 was er het gevolg van en vindt er een duidelijke verklaring in. Dan kwamen de algemeene verkiezingen en het volk bekrachtigde plechtig en vastberaden het gezag toevertrouwd aan de voorloopige regeering van de Republiek. Op de 472 verkozen en verscheen één enkel volksvertegenwoordiger met uitgesproken koningsgezinde neiging op de Constituantes. Deze was graaf de Romanones, die na volbrenging van zijn plichten tegenover de nalatenschap van den Koning, dien hij gediend had, zich onafhankelijk deed noe-
Als iemand u zegt dat hij Spanje moest verdedigen tegen een demagogische en rustverstorende regeering, antwoordt hem dan gerust dat hij liegt. Zegt iemand u dat de Spanjaarden hun leven, noch hun belangen, noch hun geweten veilig hadden, antwoordt hem dan gerust dat hij liegt. Zoo iemand u zegt dat het noodig was het gezag en de waardigheid van Spanje tegen om het even welk ander gevaar te beschermen, antwoordt hem dan gerust dat hij liegt en voegt er aan toe dat hij, noch degenen die denken zoo als hij, het recht hebben het monopolie van de vaderlandsliefde voor zich op te eischen ten overstaan van die overgroote meerderheid van het Spaansche wolk dat gewapenderhand en met zijn verstand de beginselen van rechtvaardigheid en vrijheid verdedigt... M . Angel OSSORIO Y GALLARDO, in het tijdschrift « Homo ». niet beliefde en ze het niet noodig achtten, daar hun ingrijpen voorafgegaan werd van een walgelijke en ellendige campagne om de politieke mannen in diskrediet te brengen. Maar weldra verwekten in het land de kwellingen en de buitensporigheden van de hofgeneraals en van hun medewerkers eene golf van diepen afkeer tegenover hen en den Koning. De burgerlijke waardigheid van het Spaansche volk stak het hoofd op en, toen Bourbon een nieuwe list van zijn onverkwikkelijke politiek wilde beproeven, de generaals even losliet om zijn eigen huid te redden en het volk ter stembus riep, werd hij door de vergaderingen afgezet en het koningschap afgeschaft. Zoo zag in Spanje het nieuwe stelsel het licht. De instelling van de Republiek was een onbeschrijflijk feest van nationale vreugde en hoop, van zulk een draagwijdte en van zoo groote edelmoedigheid, dat geen enkel geweerschot afging en niet de geringste woeling zich voordeed. De gansene wereld, verrast en tevens vol bewondering, verheugde zich over die uiting zonder weerga van burgerlijke deugd. Door de wet en binnen de wet voltrok zich de hervorming van het politiek stelsel in Spanje. Nauwelijks een maand was verstreken sedert de voornaamste gebeurtenis, toen men reeds f§Il manoeuvre van koningsgezinde oppositie ontdekte, waaraan zekere hoogere waardigheids-
men. Het koningschap bleef op de politieke kaart van Spanje geschrapt; en ook begraven. De Constituantes ondernamen haar taak, in een geest die in vele opzichten gematigd, beschroomd en bijna naïef was; in andere opzichten verbalistisch en doctrinair. Maar met een ongeëvenaarde wijsheid en steeds met een republikeinschen ijver en een rechtvaardigheidszin, die maakten dat al haar vergissingen haar vergeven werden. Daarenboven won de politiek aan schoonheid en welvoeglijkheid, iets — dat moeten wij erkennen — dat nieuw was in Spanje, maar zij bereikte zulk een peil, dat nooit een volk een groep eerlijker en deugdelijker mannen in regeeringsfuncties zag. Maar de oude aristokraten, evenals hun vriendjes de militairen, de geestelijken en de andere oude rommel, waaronder het laatste overschot van de Bourbonsche kliënteel niet ontbrak, die zich in hun leven, have en willekeur bedreigd zagen, beschouwden de handelwijze van de voorloopige regeering als zwakheid of onvermogen en, zich sterk voelend, verzinden zij bedreigingen en gevaren voor de eenheid van het vaderland, want Katalonië had een zekere gewestelijke autonomie bekomen, en zij bereidden de beweging van April 1932, die geleid werd door generaal Sanjurjo. Tot den aftocht gedwongen en verslagen, vluchtten de eenen buiten Spanje en zochten de anderen een
31
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
schuiloord in de duisternis van hun eigen onbeduidendheid. De edelmoedige Republiek verleende genade voor de doodstraf en vervolgens amnestie aan den militairen leider van den opspand, die vanuit een van de beste en hoogste ambten van de burgerlijke Administratie van het rijk dit laatste laf verraden had, daarbij misbruik van zijn gezag makend en zijn woord vergetend. De edelmoedige handelwijze van de republikeinsche regeering, door haar onverzoenlijke vijanden als lafhartig opgevat, gaf deze laatsten adem en veerkracht om hun strijdmachten te herstellen en een nieuwe campagne in te zetten, voornamelijk door katholieke elementen gesteund en door Rome lichtzinnig ingegeven en geleid. De partij van de « Acción pópular », het nieuwe tegen de Republiek gerichte werktuig en een uitdrukking van den katholiek-politieken geest, die uit taktische overwegingen haar haat tegen het stelsel ontveinsde, zonder er zich ooit in te laten vertegenwoordigen, maakte zooveel mogelijk gebruik van de verwarring die uit haar dubbelzinnigen aard voortvloeide.
la Corogr
Bij de verkiezingen van 1933 deed die politieke organisatie dienst als vergaarbak voor de overblijfselen, het bezinksel en den afval van alle oude heerschende klassen. In een monsterachtige verwarring groepeerden zich vanaf den oprecht geloovige (diegene welke men aan onmensenelijk kwaad en ontzettende geyaren voor zijn overtuiging deed gelooven) tot den financier zonder geloof, vanaf den laffen koningsgezinde tot den bedrieglijken republikein, vanaf den patroon schuldig aan simonie tot den gelen arbeider, en de massa van oude kwezels en jonge hysteriekers, die in de middens van katholieke actie een ongewone bedrijvigheid aan den dag legden en er een grooten invloed hadden. Bij die verkiezingen zegevierden de zoogezegde rechtsehen, die door een soort geestelijk zinsbedrog aan de werkelijkheid van hun overwinning gingen gelooven en zich gedroegen alsof zij voor altijd over Spanje zouden te heersenen hebben. Hun innigste streven, de Antirepubliek, zooals zij zelf zegden, was de Grondwet te hervor-
'Qv't'tJo
A S T U°ff I E S 0X50333
!M533iI?Kra GAL
^m f5ÏÏES5E)
S
/
^
X O
IONNE raxöJj&Li
O
Alicanta
SlCCICEILa lUUSÖ^
^
SeviHe '•'"'•"•. /v» • O A '-u O fcl5BÏIP3 .V E V I L L E ...-•' •"
SMia
*
,M ure ie
3
'\
^
Greriade
H * °,
N
Meerderheid der Hnksche partijen.
•
Meerdeiheid der centrumpartijen. Meerderheid der rechtsche partijen. Streken waar de stemmen ongeveer gelijk verdeeld zijn tusschen de Hnksche en de rechtsche partijen.]
32
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
men en zelfs haar te verminken. De kleingeestigheid van hun plannen en de onwaardigheid van hun opvattingen openbaarden zich in den angst en het ongeduld, waarmee zij de wetten wijzigden, die nog maar slechts den weg voor de maatschappelijke hervorming op het land hadden aangewezen, doordat zij de slaven en lijfeigenen, die in het oude ekonomisch-juridisch stelsel van Spaansche landbouwuitbating onder verkapten vorm nog voortbestonden, vrijmaakten. Maar de overwinning was wel wettelijk, maar niet werkelijk. De overwinning van de Acción popular en haar handlangers berustte niet op een grooter aantal stemmen, maar wel op een ongerijmde kieswet, die de meerderheden een enorm voordeel toekende, en op het volstrekte gebrek aan eensgezindheid onder de linksen en, die volkomen verdeeld en zich onderling bestokend den strijd hadden gevoerd. Deze linkschen omvatten eenerzijds de republikeinsche partijen, onderling verdeeld, en anderzijds de alleen marcheerende arbeiderselementen. In het eene front heerschte aldus de meest volstrekte eenheid van krachten, in het andere de totale verbrokkeling. En zoo deed zich de schijnbare nederlaag van de linksen en voor, alhoewel de door hen bekomen stemmen in aantal merkbaar die door de rechtschen verzameld te boven gingen. Met een ziekelijk gebrek aan zelfbeheersching, met een losbrandende woede begonnen de rechtschen al wat republikeinsdhen geest verried met hun onverzoenlijken haat te vervolgen. De onbeschaamde houding van de Acción popular — vergeten wij niet dat zij steeds het Vatikaan achter zich had — verwekte spoedig groote ergernis onder de arbeidende klassen, wier syndikale organisaties zich in een zeer jammerlijken toestand geplaatst en weldra aan een wreede vervolging blootgesteld zagen. Niettegenstaande dit werd de Acción popular, beschermd en vertroeteld in de hooge sferen van het gezag, geroepen om te regeeren, ondanks de waarschuwingen en de zeer hevige protesten, die de republikeinsche partijen en de arbeiders tegen deze politiek uitten. De oppositie bereikte haar hoogtepunt met den arbeidersopstand van Oktober 1934, die door de Regeering verpletterd werd. Toen volgde een onderdrukking van onbeschrijfelijke wreedheid. De bevoorrechten en de machthebbers vroegen de vernietiging van socialisten en republikeinen. De Acción popular, die toen aan de regeer ing was, gevoelde bij deze gebeurtenissen niet de geringste angstvalligheid, niet de lichtste aarzeling. Wel integendeel, zij ontzegde zich stelselmatig zulke gevoelens. Deze politiek schiep een onoverbrugbare kloof, die elk gevoel van burgerlijke samenhoorigheid vernielde en de haat tusschen de beide vijandige machten deed groeien. Dit werk van
geestelijke en sentimenteele scheuring, als gevolg van de noodlottige hegemonie van de Acción popular in de regeering van het land, werd niet slechts door de Kerk niet afgekeurd, — hoe kon het anders, vermits al wat gebeurde door haar ingegeven was? — maar nog met de toejuichingen van hooge katholieke organismen openbaar bekrachtigd. Daar de wil en het streven van de Natie door het parlement niet vertegenwoordigd, noch door de regeering gediend werden, ontstond eene beweging van toenadering, nooit te voren in Spanje gezien, die alle linksche krachten tot een reusachtige massa versmolt; de krisis bleek onvermijdelijk, de Kamers werden ontbonden en nieuwe verkiezingen gehouden. De rechterzijde, die zich door de machten van de financie, de nijverheid, den handel en de oude aristokratie, door de Kerk en door de hoofden van het leger gesteund voelde en die over aanzienlijke sommen geld beschikte, kondigde triomfantelijk de verplettering van haar vijanden aan. Zeker van de overwinning, zonder schaamte noch schroomvalligheid, spraken zij op alle tonen van de verplettering van het marxisme, van de vrijmetselarij, van de slechte vaderlanders, van de Joden — die men nog moest uitvinden — en van de « lakeien van Rusland ». Onbegrijpelijke gemeenheden weergalmden van de openbare plaats tot aan den voet van het altaar, en van het altaar tot aan de propagandatribune. 's Zondags, na het evangelie, predikte men vanaf den kansel in vele dorpen en steden den kruistocht tegen de linkschen, dien de aanhangers van de Acción popular vermetel <( heiligen oorlog » betitelden. De jongeren uit de rechtsche groepen, die nog onbescheidener en stouter optraden, aarzelden niet te zeggen, dat om Spanje te zuiveren en te redden het noodig was alle linksche politieke mannen, de socialistische, kommunistische en syndikalistische leiders, de beheerders van arbeidersinstellingen, alle vrijmetselaars en in het algemeen eiken « antivaderlander » te fusilleeren. Zoo zou de orde voor altijd verzekerd zijn en de maatschappelijke vrede heersenen. In weerwil van de nadeelen, waarmee zij af te rekenen hadden, en de schaarschheid van de middelen, waarover zij beschikten, kwamen de linkschen zegevierend uit den strijd. De geestdrift en de vastberadenheid van het volk maakten alles goed en verzekerden het Volksfront eene meerderheid zoo talrijk, sterk en dicht, als zuiver en onbevlekt in haar oorsprong. Nooit heeft een regeering met evenveel recht, als deze na den triomf gevormd, kunnen bevesti- gen, dat zij de meerderheid van de natie vertegenwoordigde. Vanaf den dag na de nederlaag bereidden de rechtschen den militairen opstand. Spanje, dat waren zij; hun voorrechten, hun belangen en hun heerschappij. Het
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
volk had geen rechten, maar slechts de verplichting hen te dienen. Tijdens de voorbereiding van den opstand verzamelden zij al hun strijdkrachten en, bovendien, hadden zij den steun van zekere diplomatieke vertegenwoordigrs van bepaalde landen, die bereid waren tot het uiterste het plan van oproer van de gewapende macht te steunen, op voorwaarde dat deze er in toestemde in Spanje een totalitair stelsel op te richten; een aanbod van bijstand dat in al zijn onderdeelen nageleefd werd. Men spreekt veel over de hulp van Rusland aan de wettige regeering van Spanje — hulp die bij de nauwgezetste inachtneming van de internationale normen en gewoonten heelemaal geoorloofd is — en verzwijgt daarbij, dat, lang vooraleer Rusland zooals men veronderstelt tusschenkwam, Italië en Duitschland begonnen waren de opstandige militairen, met verrassende mildheid en overvloed, van wapens, materieel, ammunitie en manschappen te voorzien. Wat gebeurde nu tijdens de eerste dagen van den opstand ? Wanneer het optreden van Franco en zijn partijgangers in de zone van het Spaansch protektoraat in Marokko nog niet zijn terugslag op het Schiereiland had gehad — men weet dat de beweging twee (Jagen toefde vooraleer zij Spanje aangreep, —- vielen Melilla en Ceuta ten offer aan afschuwelijke en monsterachtige slachterijen. In massa fusilleerde men de vertegenwoordigers van de linkerzijde, republikeinen, socialisten en kommunisten; vele burgerlijke overheden; degenen die men voor vrijmetselaars hield; de beheerders van de syndikale organisaties. Dan trof het afgrijselijke bloedbad het Schiereiland, Cadiz, Sevilla, Granada, Cordoba, Salamanca, Zamora, Palencia, Valladolid, Burgos, la Coruna, Santiago, Pontevedra, Vigo, Lugo, Vitoriav Saragossa, Huesca, Pamplona en gansch Navarra. Op vele van deze plaatsen, en bijzonder te Pamplona, te Granada, te Sevilla en te Cadiz, namen de oproerlingen hun toevlucht tot
33
ongeloofelijke vormen van barbaarschheid. Dit alles met het stilzwijgen, zoo niet met de medeplichtigheid van de katholieken! Zou iemand durven loochenen, dat de katholieken en de phalangisten van Navarra, waaronder zich de bloeddorstige pastoor don Monico onderscheidde, overgingen tot het fusilleeren van priesters van het Baskenland, omdat deze de rebellen niet wilden vervoegen en voortgingen de Republikeinsche regeering te eerbiedigen? Is het mogelijk in twijfel te trekken, dat diezelfde katholieken de bisschoppen van Pamplona en Vitoria opsloten, omdat deze, aan een hoog kristelijk gevoel gehoorzamend, zich niet in de rangen van de opstandelingen wilden scharen en er van walgden de wapens van de opstandige katholieken te zegenen. Diegenen die den storm ontketenden, diegenen die den massamoord als middel van uitroeiing en terreur gebruikten, zijn de benden van Franco, die zich verdedigers van de orde noemen, de katholieken, die zeggen, dat zij in Christus, symbool van liefde en zachtmoedigheid, kommunieeren, diegenen die het geloof belijden van een Kerk, die onder de geboden van de Wet van haar God er een heeft die zegt: « Gij zult niet dooden. » Dat hetgeen ik schreef een trouwe weergave van de waarheid is, zal het oordeel van de Geschiedenis tot in de details bevestigen. De Geschiedenis zal tevens bevestigen, dat diegenen die den militairen opstand in Spanje voorbereidden en die, zich reeds zeker van de overwinning wanend, zich in een afschuwelijke onderneming waagden, in hunne berekeningen één ding vergaten, één enkel, maar hoogst belangrijk: Zij rekenden niet met het volk; En zij rekenden er niet mee, omdat zij niet weten dat het bestaat; zij miskennen het, zij* negeeren het. Maar het volk was er, en het begon met hen te overwinnen. Nu heeft het met internationale strijdmachten te kampen. En toch zal het zegevieren !
Enkele artikelen uit de Grondwet van de Spaansche Republiek Artikel één. — Spanje is een demokratische Republiek van arbeiders van alle categorieën, vereenigd onder het stelsel van Vrijheid en Recht. Alle macht gaat uit van het volk. Art. 2. — De wet Is gelijk voor alle Spanjaarden. . Art. 3. — De Spaansche Staat heeft geen officieelen godsdienst. Art. 6. — Spanje ziet van oorlog af als nationaal politiek werktuig. Art. 7. — De Spaansche Staat zal de universeeie regels van het Internationaal recht eerbiedigen door ze in eigen stellig recht te nemen. HM
De Spaansche arbeiders...
,.f&»
•s/v*-
%êf^:%K^ ió'ïi&^^ %é
. . w a k e n over hun haarden.
35
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De burgeroorlog in Spanje Zijn invloed op het internationaal leven door Augusto Barcia Oud-Voorziüer van den Raad en Minister van State van de Spaansche Republiek
D
E Spaansche burgeroorlog zal van grooten invloed op het internationaal leven zijn. Niet slechts omdat de binnenlandsche politiek van Spanje, telkens wanneer door de mogendheden tusschengekomen wordt, grondig op het leven van het vasteland reageert, zooals de geschiedenis van ons land doorheen de eeuwen bewijst, maar omdat op dit oogenblik, waarop de wereld gretig en onvoldaan naar eene betere maatschappij, naar grondige wijzigingen in de zedelijke, juridische en ekonomisclhe orde uitziet, Spanje een verheven zending te vervullen, een bewonderenswaardige rol te spelen heeft. Spanje, tot tweemaal toe bolwerk van de westersche beschaving en van de onafhankelijkheid van Europa, ontdekker van werelddeelen, schepper van twintig natiën, dat de veroveringsplannen van Napoleon verijdelde, is op dit oogenblik de sleutel van het politieke stelsel over wiens lot op onzen bodem beslist wordt. N\et langer kan de ware beteekenis van den strijd in Spanje, zoowel van het maatschappelijke als van het internationale standpunt, betwist worden. In Spanje staan niet slechts twee vijandige politieke stroomingen tegenover elkander, maar twee stelsels, twee opvattingen, twee levensbeschouwingen. De demokratische en de autoritaire opvatting van de maatschappelijke orde. Door de eerste tracht men de ekonomisch-juridische hervorming, die eischt dat het volk over zijn lot, voor en door zichzelf, beschikt en het gezag, dat nu in handen van bevoorrechte minderheden is, aan de arbeidende klassen overgemaakt wordt, langs wettige banen te leiden. Door de tweede ontkent men de wettigheid en zelfs de mogelijkheid van die verandering, want men beweert dat het volk, krachtens zijn natuur, gedoemd is eeuwig onder voogdij van diegenen welke de belangen van bezitters en machthebbers vertegenwoordigen, te leven. Zij die aan den strijd deelnemen, vertegenwoordigen of symboliseeren die twee strekkingen, die ten slotte zulke vijandige, zulke volstrekt tegenstrijdige houdingen hebben aangenomen, dat zij ongekende vormen van gewelddadigheid *]èj$* brutaliteit hebben aangenomen. De Spaanscljë burgeroorlog wordt met zooveel woestheid efi nijd gevoerd, gaat in zulke mate al wat voorzien kon worden te boven, dat, tot
een maatschappelijke tragedie geworden, hij afschrikt door zijn bloedig karakter, ontzet door zijn grootheid, verplettert door zijn onverzoenlijkheid, overweldigt door zijn heldhaftigheid. Nooit, sinds de wereld bestaat, bereikte een volk zulk een graad van zelfverloochening en manhaftigheid. Daarom hebben in alle demokratische landen van de wereld diegenen die de inspanning der Spaansche Republiek waardeeren, den plicht duidelijk te toonen, dat de stroomingen van het internationale leven in haar uiterste vormen nu in Spanje tegenover elkaar in het strijdperk staan. *
*
*
Indien wij nu van de hoogten van het universeele afdalen naar de meer konkrete problemen van de internationale politiek, dan stellen wij vast, dat de Spaansche burgeroorlog onmiddellijke en onvermijdelijke terugwerkingen op vraagstukken van het allerhoogste belang voor het Europeesche leven zal hebben. Vroeger beweerde men, naar de principes van de eeuw, dat de zee der groote internationale beslissingen de Atlantische Oceaan was. Sedert den oorlog geeft men te verstaan, dat het lot van de wereld zal beslist worden in den Stillen Oceaan, waarvan het belang van jaar tot jaar toeneemt, omdat zijn wateren de langste kusten bespoelen, de meeste volken in verbinding stellen en den handel tusschen het grootste aantal rassen, gedachten, kuituren en de meest tegenstrijdige belangen vergemakkelijkt. Misschien schuilt er wel waarheid in die beweringen; maar heden, als morgen en overmorgen, is de internationale zee bij uitnemendheid de Middellandsche Zee. En sinds de wateren van de « Mare Nostrum » den weg naar Indië en de onvervangbare brug tusschen Europa en Afrika vormen, geldt haar vrijheid of haar leenplichtigheid als het meest akute internationaal vraagstuk. Een weinig meer dan eene maand geleden schreven wij iets, dat door een groot deel van de Europeesche pers overgenomen werd en dat de waarheid zeer nabij komt; ook meenen wij het hier te mogen herhalen. Ik schreef in mijn herinneringen dat, toen het er op aankwam de belangen van de groote mogendheden in de Middellandsche Zee in een stelsel van wederzijdsche toegevingen te schik-
36
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Met het zedelijk verval van dezen tijd staan de dingen zóó, dat men iedereen voor belachelijk houdt die ihet gegeven woord of de gezworen trouw eer aandoet. *
D e graven von Neurath en Ciano, de l a s t g e v e r s v a n Franco, t o o n e n z i c h t e v r e d e n o v e r de w i j z e w a a r o p hun b e velen uitgevoerd worden...
ken en te ordenen — eene van de moeilijkste taken van de diplomatie in de eerste decade van deze eeuw —, men als oplossing de politiek van het « statu quo » vond, waarbij Spanje onvermijdelijk een bijzondere opdracht te vervullen kreeg. De aardrijkskundige ligging van Spanje, strategisch de voordeeligste van heel het Middellandsch zeegebied, drong deze oplossing op. De oostkust, de Balearische eilanden, de bezittingen in het noorden van Marokko, die den toegang tot de zeeëngte beheerschten, en de mogelijkheid, Gibraltar alle doeltreffendheid als vesting te ontnemen, door de bergketen, die de Engelsche vlootbasis overziet, te versterken en met geschut te voorzien, dit alles bracht mee, dat het Rif" aan Spanje in protektoraat toevertrouwd werd. Maar daarbij komt nog, dat Spanje, oprecht en echt vredelievend, genezen van zijn vroegere imperialistische dwaasheden, met een verheven besef van zijn plichten, terwijl het er meer aan dacht zijn hooge ekumenische gevoelens in eer te herstellen dan zijn krijgers met roem te overladen, gansch tegenovergestelde wegen volgde dan andere volkeren, die er niet voor terugdeinsden den wereldvrede in gevaar te brengen om aan hun heerschzucht te voldoen. De Akte van Algesiras en de aanvullende verdragen regelen juridisch den internationalen toestand van de westelijke Middellandsche Zee. Toen de oorlog uitbrak in 1914, had Spanje kunnen partij trekken uit die hachelijke oogenblikken en zijn onzijdigheid doen vergoeden. Het zocht geen voordeel; maar nauwkeurig zijn plichten vervullend leefde het eervol zijn verbintenissen na en bleef het loyaal tegenover allen. Wij weten maar al te goed, dat het niet die geest is die de internationale zaken bezielt en dat de oprechtheid van een volk in zake buitenlandsche politiek gewoonlijk als dwaasheid of onvermogen bestempeld wordt.
*
*
De toestand in de Middellandsche Zee is tegenwoordig veel ingewikkelder, moeilijker en neteliger dan in 1906 en .1911. Niet alleen valt nu af te rekenen met de belangen van de Britten, die de volledige vrijheid van die wateren en het overwicht in het Suezkanaal als eene levenskwestie beschouwen, — niemand zal vergeten dat bij het onderteekenen van het Briand-Kellogg-Pakt Engeland een uitdrukkelijk voorbehoud maakte om in elk geval zijn rechten in dit opzicht te vrijwaren, — ook Frankrijk heeft eene volstrekte regelmatigheid van zijn verbinding met Marokko en Algerië noodig; evenzeer als Italië zijn vrijheid van betrekking met Tripolis en Lybië, en nu ook nog met Abyssinië, voor onontbeerlijk ihoudt; Turkije — dit kwam reeds op de Conferentie van Montreux tot uiting — berust niet langer in het in het nabije Oosten geleden onrecht; en Rusland, om redenen die immer duidelijker spreken, kan niet onverschillig toekijken op al wat het internationaal regime van het Middellandsche zeebekken raakt of zou kunnen raken. Bewijzen deze bondig aangehaalde feiten niet afdoend hetè enorme belang, dat de Middellandsche zeekwestie in deze stonden van Europeesche onrust en verwarring heeft? En alsof het geschrevene nog niet voldoende was, brengt Duitschland, gebruik of misbruik makende van de moeilijkheden waarmee Europa nu te kampen heeft, met die monsterachtige politiek van den « bluf » waarin het een meester is, zoolang het op zijn weg geen vastberaden houding of duidelijk besluit van andere mogendheden ontmoet, de wereld in onrust en de Wilhelmstrasse in triomfstemming, terwijl tiet zijn verschijning in de Middellandsche Zee
... onder h e i teeken van het hakenkruis;
DE BELGISCHE VAKBEWEGING voorbereidt om redenen, die heel doorzichtig zijn voor ieder die zien wil en kan. Nu alles wat Rijnland en Saargebied aanbelangde van de baan is, en terzelfder tijd als het de oostelijke landen en volken, die zijn blinde leiding niet aanvaarden, bedreigt, zoekt Duitschland op koloniaal gebied en bijzonder in Afrika nieuwe voldoeningen.
... «n
37
Het streven van Duitschland, zich rechtstreeksche belangen in de Middellandsche Zee te scheppen, kan, voor het oogenblik ten minste, slechts door of ten koste van Spanje verwezenlijkt worden. Want Italië zal in zijn eigen belang — eerlang zullen wij het ervaren — tegen zekere aanmatigingen van het Rijk in verzet moeten komen, zonder dat in de eenvoudige gelijkenis van politiek stelsel een voldoende reden voor het nastreven van gelijkloopende doeleinden zal gevonden worden. Wel integendeel; moeilijk zouden wij in de huidige Europeesche politiek in haar voornaamste trekken meer tegengestelde of vijandige belangen kunnen vinden dan die van Duitschland en Italië. De ware leiders van de Wilhelmstrasse vergeten nooit, dat hun werkterrein in de richting van den « Drang nach Osten » ligt, waarvoor de ontwikkeling van Italië de voornaamste hinderpaal is. Zoodat in het huidige Europa, in werkelijkheid, en alhoewel de hartstochten eene andere taal spreken, eene duurzame verstandhouding tusschen Frankrijk en Duitschland gemakkelijker te verwezenlijken is dan tusschen Duitschland en Italië Begrijpt men nu wat de burgeroorlog in Spanje voor het lot van Europa beteekent? Niet willekeurig of overdreven is de bewering, die reeds hier en daar gehoord wordt, dat in Spanje een Europeesche strijd in grooten stijl, onder het uiterlijk van een binnenlandsch konflikt, aan den gang is. Indien die strijd, die ons volk teistert en op zulke wreede wijze zijn innerlijke krachten verteert, beperkt ware gebleven tot de inspanning van de Republiek om een opstand den kop in te drukken, dan zou het konflikt sinds lang eene oplossing hebben gevonden. * ** Buiten wat wij reeds schreven is het noodig nog met alle klaarheid te bevestigen: Dat in Spanje, te midden van ontzettende smarten, wier hevigheid wij alleen voldoende kennen, een van de momenten van het geweldig vraagstuk van de maatschappelijke hervorming, waarmee de wereld kampt, voltrokken wordt. Zal over het lot van elk volk al dan niet door de georganiseerde arbeidende klassen mogen beschikt worden? Zal men de overdracht van de madht, met geweld — revolutionnaire weg — of langs wettige banen — demokratisch-vrijzinige evolutie —, kunnen bewerken? De demokratische landen, elk met den rhythmus die zijn gesteldheid past, geven de voorkeur aan het tweede systeem. Andere, voorstanders der autoritaire stelsels, hebben het eerste overgenomen en trachten het op te dringen aan iedereen die zij vatbaar achten voor hun invloed. De Spaansdie burgeroorlog stelt zonder twijfel een beslissend internationaal moment daar in het geschiedkundig proces van hernieuwing en hervormingen in de maatschappelijke organisatie en in de ekonomisch-juridische instellingen die haar bepalen.
38
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De houding van de " Osservatore Romano "
in Oktober 1934 P 1 Oktober 1934 sprak Gil Robles een rede uit die de Regeering deed vallen. De eerste-minister Samper werd door den klerikaal-fascist Robles niet meer slaafsch genoeg geoordeeld. In de nieuwe regeering, samengesteld door Lerroux, traden verschillende fascisten van de C. E. D. A. Deze deelneming aan de regeering van de Republiek van een partij die er zich altijd op'beroemd had antirepublikeinsch en antidemokratisch te zijn, werd door de arbeidersklasse gevoeld als een uitdaging. Gil Robles gaf er zich volledig rekenschap van, vermits hij zeide : « Zeker, ik wist dat indien de vertegenwoordigers van mijn partij zouden toetreden tot de regeering, een burgeroorlog daarvan het gevolg zou zijn. » Maar het was juist dat wat hij wilde. Hij wenschte den burgeroorlog, hij bereidde hem voor, hij ontbrandde hem, en wanneer hij losbrak ten gevolge zijner uitdagingen, dan organiseerde hij de onderdrukking op zulk een brutale wijze, zoo meedoogenloos, zoo brutaal, dat er een rilling van verontwaardiging en afgrijzen doorheen het gansche volk liep. Nochtans schaarde het Vatikaan zich zonder voorbehoud achter de regeering, die in feite een ongrondwettelijke regeering was uit hoofde van de deelneming van een antirepublikeinsche en antidemokratische partij. Ziehier nu in welke termen de Osservatore Romano de daden van de misdadigersregeering van Gil Robles goedkeurde :
O
De toestand die in Spanje heerscht ingevolge het onlangs uitgebroken oproer dient als volgt beschouwd : stipte wettigheid willen handhaven is niet alleen het recht, maar ook de plicht van de Spaansche Regeering. Het land heeft het recht door zijn Regeering beschermd t e w o r d e n . W a s de Regeering aan haar plicht t e kort geschoten door de rebellen niet ten strengste te straffen, dan had zij v e r a n t w o o r d e lijk geweest voor het v e r d e r bloedvergieten. Z i e d a a r de w a r e en rechtvaardige leerstelling die overeenstemt met de overleveringen van de Katholieke Kerk in haar betrekkingen met de wereldlijke r e g e e ringen. Het is buiten kijf dat de wettige regeeringen tot plicht hebben alle opstanden t e dempen en al de katholieken die in hun K e r k gelooven dienen de Regeering t e steunen in haar strijd tegen om het even welk oproer.
Dit zijn de termen die in Oktober 1934 gebruikt werden door het officieel orgaan van het Vatikaan om het antigrondwettelijk, uitdagend en misdadig bewind te verdedigen. Welnu, twee jaren nadien, wanneer een andere regeering, die zich strikt in haar samenstelling en haar program trouw had getoond aan de grondwet, laffelijk aangevallen wordt door verraderlijke generaals, dan neemt het Vatikaan het op voor de partij dier meineedigen tegen het wettelijke bewind. Het is dus niet waar dat de leer van het Vatikaan is het wettelijk bewind altijd te steunen. Wel is het waar dat het Vatikaan zich altijd achter de bezittende klassen schaart. En tegen de armen. Maar waar blijft alzoo de leer van Christus? Ik weet, zeide mij Bergamin, dat de sociale wedergeboorte van het katholicisme even noodzakelijk is als de vergeestelijking van een communisme, dat zonder dit in een moeras van opportunisme moet verzinken. Ik weet dat communie en communisme denzelfden stam hebben en dat, alle ratio ten spijt, onze harten elkander reeds gevonden hebben, omdat wij allen de rechtvaardigheid willen voor die eenvoudigen der aarde, die Christus het naaste waren. Het is geen toeval dat de apostelen van Christus arbeiders waren en geen generaals ais Mola I ' Jef LAST. Brieven uit Spanje.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
39
De geestelijkheid in Spanje door Leocadio Lobo Toegevoegd pastor der parochie St-Gines. Gewezen leer aar aan het seminarie van Madrid.
M
Politieke misdadigers? Door de eenen door haar opofferingen tot het martelaarschap verheven, door de anderen tot politieke laagheid en gemis aan geestesleven verlaagd, is de Spaansche geestelijkheid heden zonder twijfel het uitverkoren voorwerp van de algemeene aandacht. De ontzaglijke ramp van den oorlog, die reinigt en verheft, maar ook vernielt en verwoest, kan niet anders -dan het voorhoofd en het hart van de Spaansche priesters merken met het gloeiend brandijzer van haar hartstocht en haar grootschheid. Maar de wereld merkt nog niets van deze passie en deze grootsdhheid. Rome en Spanje bezongen de gouden havervelden van onze oevers en heden barsten onze stroomen van tranen en bloed. Wanneer de storm zal wegtrekken en de zon weer gloren, dan zal op dit plechtig en ARTELAREN?
Spaansche katholicisme » beschouwen, is zonder twijfel goddeloosheid, ja zelfs godslastering. Zij kunnen zich titels aanmatigen zooveel zij willen om hun misdaad te rechtvaardigen; zij kunnen artikelen over « De Heilige Mis aan het Front », waarin gesproken wordt van « het rhytmisch geratel van de mitrailleuse », als volgt dateeren: « Jaar één van de blauwe tijdrekening, jaar negentienhonderd zes en dertig van de kristelijke tijdrekening », waarbij eerst aan de kleur van het fascistische hemd en daarna aan den goddelijken vrede herinnerd wordt. De Pax Romana, waarin de ware Prins van den Vrede, Princeps pacis, geboren werd; maar dit klinkt zoo grotesk dat het meer doet weenen dan de oorlog zelf. Alleen de zonde van de hoovaardij, een echte duivelsche zonde, « de hoogmoed van de orthodoxie », zooals de groote
Ben christelijke beweging zooals de onze billijkt maatschappelijken vooruitgang, want wat hadde Christus anders op deze aarde te verrichten? Wij komen uit het volk, wij zijn afkomstig van het volk, net zooals Christus en evenals Hij zijn wij voor het volk. Wij staan aan uw zijde tot de zegepraal behaald is en wij zullen het fascisme uitroeien, ofschoon wij de kerkbranden evenals den dood van sommige personen betreuren. Bij een algemeen onderzoek naar het gedrag van die machtige generaals, herinneren wij ons het geval van dit Iersch dorpje, dat rijk was, doch slechts een arme en nederige kerk bezat. Wij blijiren de nederige en arme kerk getrouw. Weest er van overtuigd dat het Baskisch nationalisme vol ijver aan uw zijde zal staan tot het fascisme ten val gebracht wordt. * M. Jozef ANTONIO AGUIRRE, leider van de Baskische Nationalisten, in het Nationaal Parlement te Madrid, op 1-10-1936. verheven oogenblik, schoon als al wat tragisch is, en een van de meest grootsche en verhevene die de menschheid beleefde, de wereld in stomme bewondering staan. Ik geloof oprecht, dat er van geen « godsdienstoorlog » in de gewone, gekende beteekenis van het woord, sprake is. Óver de « godsdienstige beteekenis » spreken van een militairen opstand en van een staatsgreep, die slechts door de manhaftigheid en het prachtig verweer van een volk gebroken werd, over een « kruistocht » spreken en de leiders van de rechtsche politieke organisaties « befaamde katholieken » noemen, is voor mij niet alleen onwaar, maar tevens dwaas. Een generaal, in opstand tegen het wettig gezag en tegen het Spaansche volk, den bijnaam van sint Lodewijk geven, en het nationaal-syndikalisme of phalangisme op oorlogsvoèt ingericht, als « vaandeldrager van het
Kardinaal van België zegde, kan zich verstouten, het universeele menschelijke gevoel van het christendom voor zich, bij uitsluiting van alle andere, op te eischen. Alleen de hoogmoed kan vergeten, dat, zooals Maritain het zegde, de kristelijke godsdienst ons niet toebehoort, omdat hij geen menschelijke schepping is, maar dat integendeel wij hem toebehooren, als een gave van 's Heeren genade die immer onverdiend is. Maar ik, die deze verkeerde, al te oppervlakkige en al te gemakkelijke voorstelling van den burgeroorlog en de godsdienstige toestanden in Spanje verworpen heb, beweer dat, indien wij het vraagstuk doordringen en het uitdiepen, tot wij de wortelen van den boom, die zulke bittere vruchten afwierp, blootleggen, wij al dadelijk voldoende redenen vinden om de « godsdienstige beteekenis », de « katholieke beteekenis » en de « kristelijke beteekenis »
40
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
vast te stellen en te verdedigen van -dezen strijd van het volk tegen zijn onderdrukkers en zijn beulen. En wij, katholieken, weten beter dan wie ook hoe zwak de mensen, « een geest in eene breekbare vaas opgesloten », is, en dat het Spaansche volk, dat nu te wapen en badend in bloed de toekomst tegemoet gaat, misschien het volk in de wereld is, dat met de meeste vreugde de knieën boog voor den God, waarvan de staf het hout is « waarop Hij zijn machtige armen uitstrekt », zooals onze Lope de Vega zegde. De onverschilligen in godsdienstzaken, al of niet ontwikkeld, doeden de priesters niet en steken de kerken niet in brand, en in Spanje stierven vele priesters en brandden vele tempels af. Daarbij komt, dat overal op dezelfde wijze de priesters om het leven kwamen en de heiligdommen vernield werden; de priesters met gebonden handen en tong, zonder dat men hen toeliet voor hun verdediging te spreken, zonder pleit noch wet; de heiligdommen, met ontvlambare vloeistoffen en met fascistische bommen. Eenigen werden het slachtoffer van het in woede ontstoken en in revolutieroes verkeerende volk, anderen, van diegenen die op onzinnige wijze (( God » en de « Eenheid van het vaderland » gelijkstelden en verwarden. Naar mijn meening is de misdaad van deze laatsten verreweg het afschuwelijkst en het vervloektst. Noch de guillotine, noch de beul zijn verantwoordelijk voor de terechtstellingen; de rechterlijke overheid en de wet nog minder; zij betroffen slechts diegenen die een misdaad, waarop de doodstraf stond, gepleegd hadden. Indien meer Baskische nationalistische priesters in de handen van de militairen en de phalangisten gevallen waren, zou het aantal slachtoffers nog grooter zijn geweest; en indien mili- , tairen en phalangisten in Katalonië de overhand hadden gehad, zouden vele priesters de ontzettende religieuze zonde van politiek katalanisme met het leven beboet hebben. De farizeërs, die steeds over de priesters en prelaten, die sedert 1931 beschuldigd of vervolgd werden, spreken, hebben al te vlug vergeten dat slechts enkele jaren geleden een ander prelaat en prins van de Spaansche Kerk mishandeld werd en zich verplicht zag zijn vaderland te verlaten, terwijl men in aristokratische kringen en avondAan onze zijde staat in Spanje alles wat kunst is, intellect, humanisme; aan den anderen kant de verwatenste, domste bourgeoisie, het brutaalste landbezit en de ignorantste geestelijkheid die de wereld ooit gekend heeft. Daarom kan deze strijd geen «inde nemen zoolang er nog tien menschen leven die Spanje werkelijk liefhebben. Altijd opnieuw zal het verzet weer opstaan. Jef LAST. Brieven uit Spanje.
Men wil ons op de mouw spelden dat de opstandige Spaansche generaals het christendom vertegenwoordigen in den strijd tegen de godverzakers. Dat is natuurlijk belachelijk. In Spanje bestaat een wettige regeering weliswaar eenigszins zwak, maar wettig gekozen. Elke vaderlander had tot plicht de regeering te steunen, haar gezag te versterken en bovenal haar toezicht over de extremisten van de junta te verscherpen. In tegenstelling daarvan hebben de militaire leiders een gewapend oproer uitgelokt en de regeering aldus in de armen van de extremistische partijen gedreven. De Kardinaal van York, in een episcopaal schrijven van October 1936.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
VOORHEEN, onder het teeken des kruises, werden de Mooren uit Spanje verjaagd.
THANS, eveneens onder het teeken des kruises, worden de Mooren teruggeroepen en losgelaten op het volk van Spanje.
41
partijtjes ironisch het leed van zijn zwerftocht en van zijn verbanning besprak. Maar wenden wij onze blikken naar het arbeidende volk, het volk van Spanje : Waarom heeft het zijn priesters gedood? Waarom heeft het zijn tempels vernietigd? Want wij moeten bekennen, dat de schuldigen niet zooals men beweert de leiders waren, waarbij men vermijdt over het Spaansche volk, goed of slecht, zooals het werkelijk is, te spreken. Het waren mannen uit het volk en vrouwen uit het volk die overgingen tot die daden, die aan alle kontrole, zelfs van het geweten, zooals ik van vele gevallen weet, ontsnappen. Waarom? Mijn lezers zullen begrijpen, dat op het oogenblik dat ik schrijf, uit mijn hart naar den hemel een gebed opstijgt, waarin zich mijn smart en mijn hoop vereenigen. Priester van Christus, ween ik nog meer over dit volk, voorzeker minder schuldig dan wij, en dat nu zonder priesters en zonder tempels is. Maar ik ben zeer vertoornd om diegenen die een politieke vlag op dien puinhoop of op de lijken van mijn gevallen broeders willen planten. Het bloed stijgt mij naar het hoofd, wanneer men de ontzaglijkheid van de Spaansche tragedie wil verminderen. Mijn ziel is vol verbittering, moe van hooren en lezen; ik ben er van overtuigd dat velen van diegenen die in Spanje en in het buitenland onze priesters beweenen, zelf geen kristenen zijn of dien naam niet verdienen. De smart van de christenziel is een grenzenlooze universeele smart; zij weent met steeds meer droefenis over de onschuldigen, de invaliden, de kinderen, de ouderlingen, de vrouwen, het gansdhe volk, dat het slachtoffer is van een afschuwelijken broederoorlog. Al het overige lijkt mij heidensch, egoïstisch, en gebeden voor het behoud der voorrechten van de priesterorde; vergeten wij niet dat de priesters van Brahma uit diens hoofd ontsproten, terwijl de arbeiders uit vergankelijker en nederiger deelen van zijn lichaam geboren werden. Vreezen wij de waarheid niet. Zijn onze priesters martelaren? Zijn zij slachtoffers van eene politiek die hun ziel vergiftigde? Werden zij niet slecht en verkeerd voorgelicht, en geleid in hun handelingen en in hun ambt? Zijn zij bezweken voor de vleierijen en de bedreigingen van de machtigen dezer aarde? Waren zij goed, slecht, werkzaam, lui, schuchter, autoritair, ontwikkeld, onwetend? Hebben zij het volk liefgehad en verdedigd? Namen zij het verloren schaap op de schouders of waren zij in plaats van herders, huurlingen? Dienden
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
42
w "••yvW«i'• : .V-' : •• , ^U''l'^\^•-•'.
^'.-;
:
V-. : .
•'' :: .'
'••-.*
i
j
>
^,dT ''LW^f* i j l $$ï
De rebellen doen hun keus voor...
zij de belangen van God en van de Kerk of vielen zij ten offer aan hartstochten en ondeugden? Ik, die vanaf mijn jeugd met priesters samenleefde, die na mijn voorbereiding in het groot seminarie van Madrid er professor werd benoemd; die honderdtallen en misschien duizendtallen dorpen in Spanje ken en die meer dan zestien jaar priesterschap achter den rug heb te Madrid, eerst in de arbeiderswijken en daarna in de aristokratische parochies, ik geloof met eenige reden te mog^n beweren, dat ik mijn broeders ken. Ik eerbiedig en ik bemin met gansch mijn hart de priesters van Spanje en ik moet bekennen, dat velen onder hen hoedanigheden en deugden bezitten die ik mis. Maar in mijn diepste innerste voel ik de waarheid en het be-
...de terechtstelling.
droeft mij deze bittere maar oprechte bekentenis te moeten afleggen : De tragedie van mijn broeders, de Spaansche priesters, vervult mij met smart, maar zij verrast mij niet. Sedert jaren reeds teekende zich in Spanje een lijn af, die eiken dag duidelijker en scherper de scheiding tussen en de priesters en het volk aangaf. Allen bekenden het en allen betreurden het, maar bij gebrek aan eenheid en heel dikwijls aan leiding, bevolen wij allen verschillende oplossingen aan, en in de arbeidersmiddens vooral kwamen wij tot een deerniswekkende onvruchtbaarheid en ondoeltreffendheid. Onze proletarische klassen gingen voort hun kinderen te doopen, voor de Kerk te huwen, missen aan overledenen op te dragen; steden en dorpen vierden nog met groote plechtigheid de godsdienstige feesten en het Spaansche volk, gemakkelijk in geestdrift ontstoken, juichte in de processies zijn Heilige Maagden en zijn Heiligen toe, maar wij zagen en betreurden dat de gloed van het hart allengs uitdoofde en wij trachtten ons met de oppervlakkige geestdrift te troosten. Anderzijds beantwoordden onze vormingscentrums, waar dikwijls veel theologie geleerd werd, niet meer aan de intensiteit en de complexiteit van het huidige leven, waartegen derhalve vele edele initiatieven en edelmoedige pogingen te pletter liepen. Wij kwamen uit de seminaries als autoritaire en bekeeringszuchtige priesters, en van uit de hoogte van onze waarheid minachtten wij theorieën en menschen; ons ontbrak de groote drijfveer der vruchtbare en edelmoedige naastenliefde, die weet te verbeteren zonder te kwetsen, die de menschen kan liefhebben ook wanneer zij hun leer veroordeelt. Wij vermochten niet de wortels van het kwaad uit te rukken. Op de preekstoelen en in
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
43
Vrouwen van republikeinen die ter dood veroordeeld werden omdat zij zich solidair verklaard hadden met hun echtgenooten, enkele minuten vóór de terechtstelling.
de boeken, in de tijdschriften en in de kranten kwamen de verwenschingen in de plaats van de leer. Bij gebrek aan een volledig inzicht begonnen wij te prediken tegen de mode en tegen de lichtzinnigheid; het Spaansche volk, een godsdienstig volk in de XVIe en XVII6 eeuw, verviel in een. vadsige onkunde van den katholieken godsdienst en wij, die met ongewone heftigheid tegen de afschaffing van het godsdienstonderwijs in de Staatsscholen geprotesteerd hadden, wij hadden in de meeste gevallen volledig het recht en de verplichting welke de Grondwet tot 1931 erkende, uit het oog verloren. Als uiterste middel om het godsdienstig leven van het land herop te beuren, nam men zijn toevlucht tot het inrichten op groote schaal van « maatschappelijke voordrachten », ingericht voor de arbeiders, en « geestelijke oefeningen voor dames en heeren » voor de hoogere standen van de samenleving. Ons volk was verwaarloosd, vergeten, in ellende en in angst gedompeld. Een hatelijk net van tusschenpersonen had elk contact tusschen grondheer en aandeelhouder eenerzijds, en arbeiders anderzijds verbroken. De kenmerken van het kapitalisme waren misschien nog scherper en algemeener in ons land dan elders, al komt dit vreemd en paradoxaal voor. En deze tusschenpersonen waren dikwijls hard en wreed. Geen wonder dat de syndikale groepeeringen van marxistisch of anarchistisclh type groote uitbreiding namen, zonder dat wij den moed hadden om deze strooming te kanaliseeren en te leiden; en nog veel minder om eene machtige kristelijke syndikale organisatie op te richten, welke op dit oogenblik duizende slachtoffers had gespaard, zooals het voorbeeld van het Baskische volk het bewijst. En wanneer het volk ontwaakte en opstond, dan schrokken wij en stelden het volk in 'tongelijk; in plaats van recht-
vaardigheid en menschlievendheid te prediken, in plaats van te trachten het volk te veroveren in naam van een God, die als arbeider geleefd had en op een kruis gestorven was, stortten wij voortdurend over onze arbeiders gedachten en woorden van « gelatenheid » en « geduld » uit, en verhieven wij lofzangen aan de armoede, terwijl wij eiken opstand, hoe braaf en onschuldig ook, streng veroordeelden. Zonder het te beweren of het zelfs te willen, heelemaal te goeder trouw, hebben wij brutale en onmenschelijke toestanden verdedigd en helpen bestendigen, terwijl wij meenden de belangen van God op deze aarde te dienen. Voor mij heeft de katholieke godsdienst geen beteekenis zonder het volk. Christus kwam aan de armen het evangelie verkondigen en de katholieke godsdienst, wanneer hij ophoudt populair te zijn, houdt op waar en echt te zijn. Zoo was het in Spanje. Daar de armen wegbleven van de Kerk, die zij overlieten aan de rijken, die naar mijn meening slechts recht hebben op een tempel in de mate dat zij de geestelijke goederen van de armen deelachtig zijn, doorstond de Spaansche Kerk een nieuwen vreeselijken aanval en werd de lijn, die haar van het volk scheidde, weldra een afgrond. Het volk zag ons met de rijken en oordeelde in zijn eenvoud, en wel met eenig recht, dat wij met hen gemeene zaak hadden gemaakt.De vele pogingen om eene kristelijke syndikale organisatie tot stand te brengen mislukten ten gevolge van dé vreeselijke blindheid van de kapitalistische en behoudsgezinde standen. Onze maatschappelijke werken werden met recht door de arbeiders nasprezen. Vele priesters wijdden zich aan de verovering van het volk op maatschappelijk gebied en zij zijn getuigen van de wijze waarop zij onthaald en aanhoord werden. Maar « de pastoors mochten niet aan sociologie doen », men
44
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
beloerde hun vergissingen om ze te onderlijnen en te veroordeelen en, terwijl zij blijkbaar op den steun en de geestdrift van velen onder hen « die het welzijn van het volk begeerden » rekenden, geraakten zij weldra geïsoleerd en verlaten, wanneer het niet de wettige overheid was die ten slotte hun werk verbood. Wat meer nog? Omdat ons volk als gemeenschap en als klasse verdwaald en zonder hoop, verstooten en op afstand gehouden was, braken de banden van liefde in vele gevallen en namen de onverschilligheid en zelfs de haat hun plaats in. Het was noodig het volk met geweld in bedwang te houden, daar de syndikale organisaties en de politieke arbeidersgroepeeringen van zijn strijdlust en van zijn macht gebruik maakten. En weer zonder ihet te willen, afgeleid van hun zending van vrede, aanvaardden vele priesters den strijd op hetzelfde terrein en met dezelfde wapens. En in Spanje als in zoovele landen weerklonk het woord « gezag » en wilde men datgene wat men « traditie » noemde opgraven. Maar men sprak van een gezag, niet om het volk in goede banen te leiden, maar slechts om het te beteugelen en te bedwingen in zijn overigens grootendeels rechtvaardige verzuchtingen; men sprak niet van het kristelijk begrip van het gezag, dat dienst beteekent, — « Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen », — en men vergat de groote traditioneele opvattingen, die in Spanje sedert eeuwen waren : « vrijheid », « zelfbeschikking » en in vele gevallen « fiere en edele opstandigheid ». Dan stonden de rijken van deze wereld, de beroepspatriotards en de troebelwatervisschers op. Wanneer wij, Spaansche priesters, ons van den toestand wilden rekenschap geven, stonden wij niet enkel tegenover een ernstig godsdienstig en maatschappelijk vraagstuk, maar zaten wij bovendien vast in een politieke kwestie, die wij, als onbevoegd om ze te controleeren en te meten, ter "zijde hadden moeten laten. En dit bracht ons weer verder. De Kerk en de Staat, zegde men, verkeeren in gevaar en moeten gered worden. En vermits de autoritaire vormen van een fascistisch stelsel zich reeds op Spanje's politieken horizont af teekenden, — en deze beweging had er zorg voor gedragen zich onder een kristelijk uiterlijk voor te doen, — werd ze gunstig onthaald en beging men de grove fout ze in de tempels en heiligdommen binnen te halen. Het kenteeken van de katho-
lieke koningen, in het teeken van hetwelk vroeger de terechtstelling van verdorven leenheeren en geestelijken plaatsgreep, hing nu aan het knoopsgat van een menigte jongens, die deel uitmaakten van de katholieke jeugdgroepeeringen en van de Spaansche phalanx. Te Madrid gingen zij zoo ver, gezamenlijk als een wereldlijke vereeniging mis te hooren. Ik heb ze zeer bitter moeten bestraffen, want in den tempel, waar zij zich gereedmaakten de communie te ontvangen, droegen zij een revolver op zak. Vele priesters lazen altijd en bijna uitsluitend de fascistische pers en, nadat te Madrid de lezing van een doodenmis voor Garcia Hernandez (een der opstandelingen van Jaca) was geweigerd geworden, vormden zich gemengde godsdienstige en fascistische betoogingen, wanneer een lid van de phalanx gestorven was. En zoo ging Ihet verder. De besmetting had onvermoede perken bereikt. Maar het is nu niet het oogenblik om te beschuldigen, maar wel om den vrede te zoeken. Aan de poorten van de kerken van Madrid, waar de fascisten met een betreurenswaardige dubbelzinnigheid en noodlottige gevolgen de wacht optrokken, verdeelden en verkochten zij dagbladen, tijdschriften en boeken, die de verzuchtingen van het volk bestreden. En op dezelfde plaatsen, aan de poorten van de tempels, boden zij de zegels van de « witte hulp » aan, waarop een van de afgrijselijkste en bloedigste tafereelen uit onze burgeroorlogen gegraveerd stond. Martelaren? Politieke misdadigers? God in zijn barmhartigheid zal hun zielen ontvangen. Zij leefden als kristenen en velen onder hen als heiligen; dat getuigt van de goedheid van hun ziel. Van een menschelijk standpunt zullen wij het oordeel van de geschiedenis afwachten. Iets meer dan een maand geleden haalde de bekende Dominikaner P. Rutten, te Brussel, een anekdote aan, die interessant is om de personages en om den inhoud : Een bekend Spaansch maatschappelijk man en kristen, professor aan de Hoogeschool te Madrid, de heer Severius Aznar, bracht een bezoek aan den Heiligen Vader, en Pius XI die zich bekloeg over den toestand in Spanje zegde hem vol leed en verdriet : « Het Spaansche volk heeft de Kerk verlaten. » Severius Aznar bepaalde zich met het antwoord : (( Heilige Vader, zou het niet de Spaansche Kerk zelf zijn die haar volk verlaten heeft? » Parijs, 5 Januari 1937.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
45
Gebed voor Spanje Uit het katholiek tijdschrift « La Citê chrétienne » nemen wij dit hartroerend gebed voor Spanje over. Het weerspiegelt het ware christelijk gevoel in zijn zuiversten, edelsten en meest verheven zin :
H
EER, in dit rustig oord van België, wonen wij machteloos de gebeurtenissen bij die Uw mooi Spanje in beroering brengen. Eiken dag lezen wij het nieuws van verschrikkelijke gevechten tusschen Witten en Rood en, als gold het wilde volksstammen. Hun misdaden doen ons van afgrijzen beven. Heer, hoe moeten wij bidden voor de tallooze dooden die den Spaanschen bodem bedekken? Men zou zeggen dat die mannen en vrouwen in de onstuimigheid van hun hartstocht en strijd hun christelijke ziel verkracht en hun menschelijke waardigheid verloren hebben. De haat verderft de harten. Zij durven U zelfs bidden om hun te helpen hun broeders uit te moorden! En Gij waart gekomen om liefde en vrede op aarde te prediken! Heer, is het mogelijk dat al deze menschen van slechten wil zijn? Er zijn er die strijden voor de verdediging van hun leven en voor dit van hun naasten, anderen sterven moedig voor een ideaal dat zij heerlijk vinden. Maar degenen die koelbloedig dezen broedermoord voorbereidden en bevolen? En degenen die door hun fouten en buitensporigheden de ramp niet konden voorkomen? En degenen die op laffe wijze gijzelaars doodschieten? En zij die open steden beschieten? En zij die, net duivels, de besten onder Uw priesters en geestelijken vermoorden, alsof zij behept waren met razende bloeddorstigheid ten opzichte van menschen waarvan zij de betere geaardheid voelen; alsof zij Christus zelf haatten. En degenen die soms, naar men zegt, in Uw naam afschuwelijke weerwraakmaatregelen nemen? Heer, vergeef hen allen, zelfs de ellendigsten, want het is niet mogelijk dat zij weten w.at ze doen. Zijn het eigenlijk niet degenen die U vroeger beweerden te dienen door Spanje's lot in handen te nemen, die door hun nalatigheden en verraad dit groot en prachtig katholiek volk in een massa vechtende wilde beesten herschiepen? Heer, als het moet dat onze Spaansche broeders zulke verschrikkelijke beproevingen dienen te doorstaan, sta dan degenen bij die lijden en sterven in dezen afschuwëlijken strijd; wend U niet af van hen die onder bedrieglijke bescherming, wellicht een schijnbare gerustheid en de verzoeking van de overwinnaars ondergaan. •Heer, zorg er voor dat de Spaansche katholieken die U getrouw bleven hun verdwaalde landgenooten redden. Zorg er voor dat Uw priesters die aan het bloedbad ontsnapten onder hun parochianen vergiffenis en verzoening prediken en de pogingen zegenen van degenen die meer sociale gerechtigheid willen invoeren. En laten herders en getrouwen, vaak zoo fijk en machtig, geen « christenen » meer zijn die verraden, maar die hun plicht beseffen ten opzichte van hun broeders van den boeren- en arbeidersstand; laten zij zich aan Uw nederigheid, armoede en barmhartigheid spiegelen opdat zij voor hun rijkdom zouden behoed worden. Heer, ook wij roepen Uw ontferming in. Want ik vrees er voor, dat velen onzer gezondigd hebben. Wij zijn met vooroördeelen en gramschap vervuld tegen al wat « rood » en proletarisch is; en vrees en baatzucht sluiten onze harten : zorg er voor dat ze opengaan voor meer moed en edelmoedigheid, opdat de « christenen » voortaan in de oogen van anderen geen bevoorrechten en medeplichtigen van een onrechtvaardige maatschappelijke orde meer zouden zijn. .•'ƒ--• . Zorg er voor dat wij steeds staan aan de zijde van de armsten en de nedërigsten en van degenen die lijden, in Spanje en elders, overal waar ellende en strijd woeden. Heer, wij bidden U op onze knieën opdat er een einde moge gemaakt worden aan de onderlinge verdelging in Spanje en opdat wij Uw goddelijke Boodschap van Liefde en Vrede leeren beminnen.
DE BELGISCHE
46
VAKBEWEGING
Vrouwen en kinderen van Spanje door Isabella Blume-Grégoire Nationale sekreiaresse van de Socialistische Vrouwen en volksvertegenwoordigster voor Brussel.
O
M er behoorlijk te kunnen over schrijven, zou men ze lang en goed moeten waargenomen hebben. Door U te zeggen wat ik weet zult gij wellicht het overige kunnen raden en beter begrijpen welk groot menschelijk werk ons ginds te wachten staat. De Spaansche vrouw is voor ieder een Carmen, tintelend van levenslust en hartstocht, voor wie vrij liefdesgenot hoofdzaak is. Een konventioneel portret waarvan men ongetwijfeld daar te lande .het evenbeeld ontmoet, doch niet veelvuldiger dan zooveel andere. Zijn de Spaansche vrouwen mooi? Ja en neen. Alles hangt af van de beteekenis die men aan dit woord hecht. Te Barcelona, Valencia, Alicante, zijn de jonge vrouwen onder de menigte die op het einde van den namiddag op de « Rambla » wandelt 2:eer bekoorlijk en mooi. Maar als men de andere bekijkt geeft men er zich rekenschap van dat zij spoedig verouderen en zwaar worden. Het vrouwentype dat den grootsten indruk maakt, ontmoet men buiten! De boerin, die op
het land arbeidt met primitieve werktuigen. In haar gang en voorkomen ligt iets edels dat nog in waardigheid toeneemt als zij op het hoofd een korf of een kruik draagt. De oude boerenvrouwen zijn doorgaans zeer mager, haar huid werd door de zon gebruind, haar gelaatstrekken zijn verhard doclh zeer zuiver en omlijst met een grooten puntvormigen halsdoek. Vaak biedt hare gestalte, met den breeden rok en het hoofd bedekt met een grooten doek, alles scherp afgetéekend op het reine uitspansel en tegen den wolkenloozen hemel, een prachtig gezicht. De Spaansche vrouw, de arbeidster en de boerin werken hard, zooals trouwens al de vrouwen ter wereld die voor haar dagelijksch brood moeten werken en daarbij voor haar huishouden dienen te zorgen. Dat belet de Spaansche vrouwen echter niet haar uiterlijk in acht te nemen: en de haarkapsters maken er gewis goede zaken. Inderdaad, de vrouv/en gaan er* uit zonder hoed, maar haar weelderige lokken zijn steeds
* • « # > • *»">
GISTEREN
Onder de noodwendigheden van den oorlog veranderen de Spaansche vrouwen «nel.
VANDAAG.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De arbeiders worden soldaten. Moed houden! Tot weerziens! of Vaarwel!...
In de gewelven van den metro terwijl Franco Madrid bombardeert.
47
gekruld en de zware vlechten vormen een mooien wrong. Het is jammer dat de mode van de mantille verdwijnt, want niets is mooier dan die kanten sluier die van den ihoogen kam over hoofd en schouders neerdaalt. De Spaansche vrouwen zijn meestal in ihet zwart gekleed, de kleederen tamelijk laag, zelfs degene die voor de wandeling bestemd zijn. Fransclhe mode, doch langere rokken. Ook de kleine meisjes dragen veel langere kleederen dan te onzent. De kindermodes zijn bekoorlijk en de kindergoedwinkels bijzonder goed voorzien. Helaas! dit alles is slechts in het bereik van degenen dié mooie kleederen kunnen koopen. In Spanje, van Barcelona tot Madrid, zijn er een heeïe menigte kinderen die in een haveloos plunje uit bedelen gaan. Gewoonte in de landen van het Zuiden zal men mij wederleggen ; gewoonte die echter een grooten wantoestand aan het licht brengt en bewijst dat lal van kinderen niet naar school gaan. In de (helft van het land zijn'er geen sciholen en 50 t. h. van de inwoners zijn ongeletterd. Tal van knapen zwerven langs de « terrassen » van de hotels, en bieden de verbruikers aan hun schoenen te poetsen. Velen zijn niet zeer kloek en lijden aan de oogen. Maar het volk, de menigte, is zeer teergevoelig voor de kinderen. Deze teerhartigheid is gewis zeer verschillend van degene die de kinderen omringt in landen zooals Zwitserland en Duitschland, maar toch is zij er niet minder oprecht om. Öp de wandeling zijn moeder en vader vergezeld van hun kleuters en niet zelden ontmoet men onderweg een muilezel beladen met een moeder en (haar talrijk kroost. De vrouwen en de kinderen hebben reeds veel geleden onder de omwenteling, In de door de muiters veroverde steden werden die onschuldige slachtoffers met honderden vermoord. Sedert den ; beginne van de beschieting van Madrid werden! ten minste 1,200 kinderen om het leven gebracht. Wie zal ooit onder juiste bewoordingen kunnen brengen het verschrikkelijk verhaal dat ik vernam uit den mond van een boer van Estramadura, die gevlucht was om dienst te nemen in de gelederen der militie. Zijn vier kinderen, waarvan het jongste vijf jaar oud was, werden doodgeschoten omdat zij niet op fascistische wijze wilden groeten. Zooals in alle oorlogen dienden de vrouwen vaak als gijzelaarsters en moesten zij boeten voor de afwezigheid van haar man. De opstandelingen gedroegen zich zoo schandelijk ten opzichte van de vrouwen, dat er militianen waren die eerder hun vrouw ter dood brachten dan ze prijs te geven aan oneer en aan de gewelddaden van de rebellen. Die afschuwelijke oorlog zal de vrouwen bijblijven. Zij hadden er een bedrijvig aandeel aan, want zij begrepen wat de democratie en het Volksfront voor haar beteekenen.
En zij beweren Spanje te redden.» \
DE BELGISCHE VAKBEWEGING Wordt er van de Spaansche vrouwen gewaagd dan gaan de gedachten naar degene die aan het front de plaats van haar gesneuvelden man, vader of zoon innemen en naar de vooraanstaande vrouwen waaraan de revolutie zooveel verschuldigd is als aan de voormannen. Het is onmogelijk over de vrouwen van Spanje te spreken zonder Margarita Nelken en « La Pasionaria » te vernoemen. Zij namen de ondankbaarste taken op zich, zij zijn op het front en achter het front. Zij bezoeken de soldaten in de loopgraven en houden zich onledig met de gekwetsten, het voorzien van levensmiddelen en het wegzenden van de kinderen. Zij zijn tevens leidster en moeder en men moet niets van zulke edele taken begrijpen om een aanval te wagen op haar eer. Zij zijn het zinnebeeld van de revolutie zelf.
49
derde lijkjes bedekken de straatsteenen en het puin der platgeschoten huizen bedelft er evenveel. Schrikbeelden spoken rond over dag en bij nacht, zoo verschrikkelijk, dat zelfs het zonnelicht ze niet verdrijven kan. Meer dan twaalfhonderd kinderen en honderde moeders en vaders werden gedood. Een kameraad terug van het front zegde mij dat 's avonds moeders en kinderen met een deken of een hoofdkussen onder den arm een veilig hoekje zoeken tegen het bombardement. Zij zouden moeten weggezonden worden. Gewis, maar er is gebrek aan auto's en het dichtsbijgelegen station ligt op 120 km. afstand van Madrid. Telkens dient gekozen tusschen het vervoer van ammunitie en dat van vrouwen en kinderen. En een der vraagstukken die de internationale lichamen ren spoedigste dienen op te los-
Ik heb die kleine slachtoffers en andere onschuldigen gezien; gedood in moeder's armen, andere op een stadsplein of aan de poort van de school. Ik heb gezien wat velen van u reeds bekend is door photo's en wat gjeen enkele vrouw kan zien zonder te huiveren van doodelijken afschuw : al deze tengere bevroren en bebloede lichamen, met een nummer op de borst, zij aan zij, de eene nog zachtjes glimlachend in den dood, andere hun gekruld hoofd ten hemel gericht met open mond en om hulp roepend, nog andere het gelaat krampachtig vertrokken van angst en pijn. Andrée VIOLLIS. Daar waar zij verschijnen brengt een gansche volk haar hulde, en haar tegenwoordigheid daar waar geleden wordt, daar waar men sterft, is een, troost voor mannen, vrouwen en kinderen. Zij leveren er het beste bewijs van dat de vrouwen de moeilijkste plichten kunnen vervullen en verdienen dat voor (haar vrijmaking geijverd wordt; want die beide vrouwen vertegenwoordigen duizende vrouwen die gisteren nog aan achterlijke overleveringen gebonden waren en thans de toekomst verdedigen. Geen woorden zijn bij machte den vastberaden en kalmen moed te beschrijven van haar die bij den trein het vertrek van de militianen afwachten en als genegenheids- en herkenningsteeken den vuistgroet aannamen zonder dat ooit tranen of klachten de scheiding storen. Ik denk ook aan degene die den geheelen dag naaien, stikken en werken voor het
sen: het « ontruimen van Madrid ». Maar het volstaat niet de stad te ontruimen; degenen die weggezonden worden dienen naaY een veilig oord gestuurd. Onze « Internationalen » zorgen reeds sedert enkelen tijd voor het plaatsen van kinderen. Er zijn er duizenden ondergebracht in het Zuiden van Frankrijk. In België richten de Partij en de Syndikale Kommissie de huisvesting in. Honderde kameraden lieten zich inschrijven. Wij ontvingen hartroerende brieven, overal staan kamers en bedjes Voor « hen » gereed. Wij verwachten ze. Mogen zij het welzijn en de veiligheid vinden die hun ouders hun niet geven kunnen. Ginds sterven mannen en lijden vrouwen, laten hun kinderen bij ons gelukkig wezen.
Opgejaagd door Franco's vliegers, , verbergen de kinderen zich in de kelders.
50
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De Spaansche intellektueelen en de Republiek door Manue! Chaves Nogales Oud-bestuarder van het dagblad " Ahora " van Madrid.
I
N alle landen tracht het fascisme zich een min of meer hecht ideologisch programma op te bouwen, dat ten minste voldoende stevigheid bezit om te weerstaan aan het beperkte kritisclhe doorzicht van den middelmatigen hedendaagschen burger, dien man in de straat, die kranten leest maar geen boeken, een kinema bezoekt maar geen theater, kundig is maar niet ontwikkeld en zijn beroep kent maar van dat van de anderen absoluut niets afweet, die vormlooze massa, die de strijdmoraal van het proletariaat derft en de fascistische kliènteel uitmaakt. In alle landen zoekt de demagogische beweging van de reactie, die fascisme heet, een stelsel van begrippen, eenige intellektueele steunpunten, die stevigheid moeten geven aan het kunstwerk van kwade hartstochten en feodale overleveringen, dat het ten slotte is. In alle landen gebruikt hef fascisme voor deze taak eenige kernen van intellektueelen, die hun verstand verloochenend moeizaam, hetgeen wij de filosofie van het fascisme zouden kunnen noemen, uitwerken. Noch in Italië, noch in Duitschland heeft het ontbroken aan enkele theoretici in staat de mythen van het Arianisme en het corporatisme te verzinnen. In Spanje vindt men niets van dit alles; volstrekt niets. In alle landen heeft het fascisme geprobeerd er als een intellektueel produkt uit te zien. In Spanje liggen zijn onredelijkheid, zijn barbaarschheid bloot. Nooit bestond het allergeringste inzicht een ideologisch gehalte te geven aan de zuiver en eenvoudig reactionnaire beweging, die onder den titel van fascisme bezig is Spanje te vernietigen. De Spaansche phalangisten bezitten4 geen enkele eigen leuze, die zij in hun strijd tegen het volk kunnen indachtig zijn. Daarenboven is hun nationalisme niet Spaansch, maar een ellendig afgietsel van het Italiaansche of Duitsche nationalisme. Zij hebben noch een kreet, noch een zinnetje kunnen vinden, dat wij als oorspronkelijk mogen beschouwen. Noch een lied, noch zelfs maar een strophe. De ware oorzaak van die afschuwelijke intellektueele en geestelijke armoede is, dat de Spaansch fascistische beweging eigenlijk niets meer is dan eene wanhopige reactie van een bij mirakel overlevend feodalisme, dat er maar niet kan in berusten te verdwijnen en uit in-
stinkt tot zelfbehoud datgene afslaat wat hem het noodlottigst moet zijn: het verstand, de geest. Het geval doet zich in Europa voor, dat
De verheerlijking van de fascistische deugden en... die feodale herinneringen ten slotte een intellektueele uitdrukking vinden in het mediaevisme van Berdiaeff en eenige « nazi » theoretici, die trachten bepaalde intellektueele opvattingen van het feodaal type, die in het huidige leven zuivere scheppingen der verbeelding zijn, in omloop te brengen, maar in Spanje, waar het mediaevisme en de feodale geest nog sluimeren in wat Azana « de verrotte gehuchten » noemde, heeft men niet eens geprobeerd deze beestachtige krachten met een min of meer willekeurige theorie te rechtvaardigen. Die ontaarde fauna van jonge heertjes, militairen, grondeigenaars, pastoors, woekeraars, renteniers, Mooren en gelukzoekers, die generaal Franco opkommandeerde, is er niet in geslaagd één enkel Spaansch intellektueel, in staat den opstand redelijk te wettigen, op haar kant te krijgen. De eenige Spaansche intellektueel, die partij voor den militairen opstand koos, eenvoudig en uitsluitelijk uit persoonlijken wrok tegen de Republiek, don Miguel de Una-
DE BELGISCHE VAKBEWEGING muno, reageerde al spoedig tegen die horden, die bij de eerste verstandelijke opmerking die hij zich verstoutte hen te maken — « het volstaat niet te overwinnen, men moet overtuigen » had Ihij gezegd — hem alle gezag ontnamen en hem in de sombere afzondering, waarin hij
51
zijn boek « De Krisis van het Humanisme » het Spaansch fascisme de eenige noemenswaardige intellektueele bijdrage — door de fascisten natuurlijk verloochend — bezorgde, vatte den nieuwen Staat op, op grondslag van een nationalisme, dat het Spaansche karakter zekere ze-
Overal waar Franco's manschappen doortrokken hebben zij alle gevangenen doodgeschoten. Zij hebben schoolmeesters, geneesheeren en neringdoenden doodgeschoten omdat het vrijmetselaars waren; zij hebben arbeiders vermoord om de eenvoudige reden dat zij burgerlijk gehuwd waren. Onder de slachtoffers betonden zich ook vrouwen en kinderen. Zij moordden zelfs al werd niemand der hunnen gedood; het gebeurde zelfs vóór de poorten van Gibraltar, wat ten stelligste bewezen is. De beruchte slachting te Badajoz is geen uitzondering. Wat in deze zaak ongewoon aandoet was de aanwezigheid van buitenlandsche reporters en bij het einde van dezen oorlog zal men kunnen vaststellen dat de helft van alle steden en dorpen die in Franco's handen vielen hetzelfde lot ondergingen. Met dit doodschieten werd trouwens van den eersten dag van het oproer af een aanvang gemaakt in Afrika en te Sevilla. Generaals, kolonels en officieren die geweigerd hadden tot de muiters toe te treden werden gedood; regeeringsfunctionarissen, geneesheeren, vrijmetselaars werden vermoord; van den beginne af aan werd gansch het programma van het uitmoorden van politieke tegenstanders in uitvoer gebracht. De rebellen waren vast besloten door schrikaanjaging te zegevieren. Op hetzelfde oogenblik dat zij den oorlog ontketenden, pasten zij de bloedige en laffe methoden toe die hen ook thans nog kenschetsen. George BEATON, stierf, opsloten. Droevig en heilzaam voorbeeld! Het Spaansche fascisme is de negatie van het verstand, de blinde onderwerping aan barbaarsche machten. Ramiro de Maeztu, die met
••..haar resultaten : In stukken gesneden lijk van een republikeinsch vlieger, door de rebellen gevangen en gedood, en zoo teruggezonden naar M a d r i d bij m i d d e l van een valscherm.
delijke hoedanigheden toekent, krachtens dewelke de Spaansche wereld een oecumenische zin, die zijn imperialistisch streven wettigt, zou bezitten. Van dit moeizaam opgebouwde verstandswerk van den eenigen fascistisdhen schrijver uit Spanje vindt men geen spoor in het fascisme dat de geüniformeerde moordenaars van de Spaansche phalanx beoefenen. Behalve deze twee uitzonderingen, die van de Maeztu en, onder voorbehoud, die van de Unamuno — misschien kunnen wij nog de eerlijke en beperkte mentaliteit van agent van de openbare orde van Sefior Salaverria als eene uitzondering tellen — zijn de Spaansche intellektueelen allen, volstrekt allen, antifascisten. Er is een trek in hun vorming die hun allen verbiedt zichzelf te verloochenen met van het liberalisme naar het fascisme over te steken. Niet één van de Spaansche schrijvers die heden prestige uitoefenen in of buiten Spanje, zou het fascisme kunnen aanvaarden zonder schandelijk aan heel zijn vroeger werk, noodzakelijkerwijze ingegeven door e*ene vrijzinnige en humanistische opvatting, die radikaal tegen de fascistische indruischt, te verzaken. Pio Baroja zou één voor één alle.bladzijden.die hij schreef moeten vernietigen, vooraleer akte van onderwerping aan de Junta van Burgos te kunnen doen. En zoo ook Azorin, en Ortega y Gasset, en Perez de Ayala, en allen die in Spanje een positieve intellektueele waarde vertegenwoor, digen. Don Miguel de Unamuno zelf had onlangs het fascisme van de Spaansche jonge heertjes op de scherpste wijze gehekeld en met zijn vurig woord Mussolini, Victor-Emmanuel, Carmona en Oliveira Salazar aangevallen; het ging zelfs zoo ver dat hij met zijn bitsige schriften
52
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
de Republiek diplomatieke incidenten, wegens zijn persoonlijke aanvallen op leiders van fascistische Staten, bezorgde. En hij was de eenige intellektueel die zich aan Franco onderwierp ! Men vergete niet, dat de letterkundige herleving in Spanje het werk is van het geslacht van schrijvers van 1898, een geslacht dat zich kenmerkte door de wanhopige en soms anarchiseerende reactie van de besten tegen een Staat, die schier bezweek onder de gevolgen van de koloniale ramp, uitgelokt door de domheid van de heerschende klassen, diezelfde oligarchieën, die onlangs tegen de Republiek opstonden, omdat zij meenden in ihet fascisme het middel gevonden te hebben, dat zij noodig hadden om de hegemonie, die zij door hun onbekwaamheid verloren, te herwinnen. De schrijvers van het geslacht van acht en negentig en hun rechtstreeksche nakomelingen zouden hun eigen reden van bestaan loochenen, zouden zelfmoord plegen, indien zij ihun steun verleenden aan de heroprichting van Ihet smadelijke Spanje van onbekwame militairen, smerige dorpspolitiekers, oude kwezels, woekeraars, hoera-patriotten, pauperisme, honger- en versleten imperialisme uit de XVP eeuw, dat zij hun gansche leven met den moed der wanhoop bestreden. Het is mogelijk dat de Spaansche intellektueelen, eensgezind in het veroordeelen van het Spanje dat de horden van Franco willen doen herleven, voor den opbouw van het nieuwe Spanje niet dien samenhang en die krachtdadig-
heid hebben kunnen bewaren, waarvan zij blijk gaven bij de slooping van het oude nationale systeem, waaraan zij hun leven wijdden. Het is mogelijk dat met de afkondiging van de Republiek van 14 April zij hun sloopingstaak als voleindigd beschouwden, en zij zich verloren en zonder levendoel voelden. De voltrekking van den triomf verplaatst altijd den overwinnaar in een eigenaardigen toestand, in dien zin dat de aanpassing bij de nieuwe gebeurtenissen hem niet altijd gemakkelijk is. Dit gebeurde met de Spaansche intellektueelen. De verwezenlijking der demokratische Republiek, hun levensdoel, beteekende het einde van hun oude gewoonten, hun individualisme, hun anarchistische neigingen, hun stelselmatige onsolidariteit met den Staat. De nieuwere geslachten gedroegen zich niet edelmoedig tegenover hen. Ingelijfd bij strijdorganisaties, politieke partijen en syndikale centralen, hebben zij niet juist de geestelijke kracht van die kern van het Spaansch intellekt weten te waardeeren, en om die reden alleen is deze op dit oogenblik, dat over Spanje's leven of dood beslist wordt, verspreid, ontwapend en zonder plaats in het gevecht. Maar dan kwam eindelijk op het kritieke" oogenblik het manifest van de intellektueelen van Madrid, geteekend door de invloedrijkste schrijvers, kunstenaars en geleerden van Spanje, de proletarische massa's versterken en zich met toewijding langs de zijde van het volk scharen.
Laten de af deelingen van de « Internationale Vereeniging van de Arbeiders » in elk land tot de aktie van de werkende massa aanzetten. Blijft zij leidelijk toezien of verzaakt zij aan haar plicht, dan zal de afschuwelijke oorlog van gisteren de voorbode zijn van nog doodelijker internationale geschillen en in elk land tot een voor den arbeider nieuwe nederlaag leiden, . hem toegebracht door de heeren en meesters van sabel, land en kapitaal. Karl MARX, in- « La Commune ».
DE- BELGISCHE VAKBEWEGING
V R IJ W I L L I G E R S
53
VAN DE
Aan de gewetens der wereld! Met eigen oogen hebben wij de meest hartverscheurende gruwelen gezien die een mensch ooit zien kan. In een open stad, geen versterkte stad, hebben wij weerlooze mcnschen zien vermoorden. Wij hebben deerniswaardige grijsaards, vrouwen en kinderen het ergste, het afschuwelijkste lot zien ondergaan dat ooit iemand ten deel viel. Hoe is het mogelijk dat de beschaafde wereld nog langer lijdelijk die woestheid kan aanzien. Hoe is het mogelijk dat niemand onder de verantwoordelijke personen van Europa den moed heeft om te zeggen : GENOEG! ^S^* 8 8 ?*?^ " n ^ r :- sr'<-:
Hoe is het mogelijk dat de volkeren die vrede willen en in vrede willen leven deze orgiën van gruweldaden, waaraan onschuldige en weerlooze menschen ten offer vallen, nog langer zonder verzet kunnen dulden. Wij doen beroep op al degenen die een geweten hebben! Wij richten ons tot al degenen die man zijn en die de rechten van den mensch en de menschelijke waardigheid niet als ijdele woorden beschouwen! Op tegen het uitmoorden van de ongelukkige bevolking van Madrid. Pietro NENNI en Julius DEUTSCH.
<-V »».4*-«fö;
»t-^-. WA-
INTERNATIONALE
B R I G A
O •
•
•
•
*
•
54
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De toekomst van Spanje IEMAND kan voorspel- Angel Ossorio Gezant van len hoeveel leed er nog zal geschieden, hoeveel bloed er nog zal vloeien en hoeveel rijkdommen er nog zullen verloren gaan in de Spaansche Republiek. Maar, ik heb een onwankelbaar vertrouwen in haar eindzege. Waarom? Partijgeest? Ik behoor tot geen enkele partij. Wegens persoonlijk belang? Ik weet wel dat iemand zooals ik, voorstander van politieke vrijheid, behoudsgezind, en verder slechts advocaat, geen voordeel heeft bij deze nieuwe maatschappij, waarin ik toch nooit mijn vroegere positie zal terugvinden. Wegens onberedeneerde gevoeligheid? Ik ben te oud en heb te veel ervaring om mij aan sentimentaliteit over te leveren. Wat dan? Mijn vertrouwen berust hoofdzakelijk op de volgende twee beschouwingen:
N
Ten eerste: Wij hebben te doen met een geschiedkundigen ontwikkelingsgang. En nooit bleef de geschiedenis in gebreke op den weg van de vrijmaking der menschheid. Er zijn oogenblikken van stilstand, achteruitgang, instorting, maar in zijn geheel beschouwd vormt de curve geen dalende doch een stijgende lijn. De vrijheid van den mensch werd grooter na de komst van Christus, ze nam toe na den inval van de Barbaren, werd nog ruimer na de Renaissance-beweging en groeide nog meer na de Fransdhe Revolutie. Thans zal het niet anders zijn. De Spaansdhe gebeurtenissen zijn niet van plaatselijken aard, maar integendeel het aan de macht komen op politiek en economisch gebied van de arbeiders van gansch de wereld. Ook ditmaal zal de historische lijn opklimmen. Ten tweede: Voor een aanhanger van de leer volgens dewelke alles beschikt wordt door de Voorzienigheid, zijn ook de geschiedkundige doeleinden door haar bepaald en nooit bedrijft de Voorzienigheid het kwade. Gewis, brengt zij smart teweeg, maar voor een christelijk mensch is smart geen ondergang, ongeluk of inzinking, maar een beproeving en zuivering. Nooit gebeurden de groote omwentelingen van de Menschheid zonder leed en smart. De foltering van de Spaansche republikeinen is hun aan-
y Gallardo
deel in den strijd voor de invoering van een grootere maatschappelijke rechtvaardigheid. Mm Moest ik er aan gelooven, dat de Voorzienigheid de ellende van de arbeiders en de verdrukking van al de burgers zou vereeuwigen ten bate van verraderlijke generaals, gewetenlooze kapitalisten, imperialistische geweldenaars en overweldigers, of van politieke stelsels die alle menschelijke vrijheid loochenen... dan geloof ik dat ik er het verstand bij zou verliezen. Onze zegepraal lijdt geen twijfel. Maar wat zal er van Spanje geworden den dag der overwinning ? Zal er een bloeddorstig en alles verwoestend communisme aan het bewind komen, zooals sommige landen en lieden het uitschreeuwen, ofschoon zij er wellicht zelf niets van gelooven, doch het voorwenden, om hun eigen doeleinden te bereiken ? Er zal dan een tijdperk van verwarring en strijd onder verscheidene strekkingen aanbreken, waarvan de uitslag in geen geval de verknechting van een gansche maatschappij door de communistische partij zijn zal. Dergelijk vooruitzicht opper ik niet op lichtzinnige wijze; integendeel, het wordt krachtig gesteund door onderstaande beschouwingen :
Spanje.
1° Uiteraard zijn de Spanjaarden verschrikkelijk individualist. Welke ook de invloed zij die uitgaat van de opvoeding voortspruitende uit de organisatie van de arbeidersmassa's, het wezenlijk kenmerk van een volk kan niet gemakkelijk gewijzigd worden. 2° De arbeidersmassa is in twee geweldige groepen verdeeld: het syndicalisme met anarchistische strekking en het socialisme met communistische strekking. De overheersching van de eene groep is niet denkbaar zonder de verdelging van de andere, wat gewoon uitgesloten is. Wat zullen zïj dan doen? Een vergelijk treffen ! Brachten zij het niet tot een overeenkomst tijdens den oorlog? Regeerden zij zelfs niet te zamen? Waarom dan geen onderlinge verstandhouding in vredestijd? Beter nog, zij verstaan elkander nu reeds. In de door de arbeiders in beslag genomen nijverheden, werden de raden
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
samengesteld op grondslag van de evenredige vertegenwoordiging van de U. G. T. en de C. N. T. Ziedaar een duidelijke aanwijzing van wat de toekomst brengen zal. De beide maatschappelijke strekkingen hebben dezelfde beteekenis als de politieke strekkingen in de bourgeois-maatschappij. Zij zullen elkander niet verdelgen, maar door onderlinge verstandhouding samenwerken. Dat degenen die zulks be-
55
munisten als menscheneters beschouwen, zooals de fascisten en ihun handlangers doen, is er een andere. De gedachte van een bolsjewistisch Spanje verworpen zijnde, welk economisch stelsel zal dienvolgens overheerschen ? Mijns inziens een gemengd stelsel. Tal van bedrijven zullen genationaliseerd worden (mijnen, verkeerswezen, fundamenteele nijverheden, verzekerin-
W i j beleven hier uren van vervoering en hoop; Madrid zal niet vallen. Pierre BRACHET. Laatste zin uit den laatsten brief aan zijn moeder.
twijfelen slechts de oproepen nalezen die dagelijks uitgegeven worden door de verantwoordelijke lichamen van beide bewegingen. 3° Op den dag der overwinning zal de balans opgemaakt worden van de machten 4\e er aan medegewerkt hebben: socialisten en communisten, anarchisten en syndicalisten, republikeinen, intellectueelen en een minderheid van katholieken. En bij het opbouwen van den nieuwen Staat dient met al deze groepen rekening gehouden. Moest een enkele dezer groepen het inzicht koesteren de, andere te verdelgen, dan ware dit op flhet eerste zicht doodslag, maar ten slotte zelfmoord. 4° Zij die voortdurend van het communistisch schrikbeeld gewagen, thebben de visioenen van 1917 voor oogen. Maar sindsdien zijn twintig jaar vervlogen en de U. S. S. R. van heden is zeer verschillend van het Rusland ten tijde van Lenin. Het volstaat zijn economischen toestand na te gaan en zijn jongste grondwet te lezen. De menschheid zal zich Rusland's ervaring en leed te nutte maken, zonder dat het noodzakelijk weze denzelfden weg van meet af aan te volgen. Wat mij betreft, ik kan het communisme niet gunstig gezind zijn als Ihet de persoonlijheid in den mensen doodt. Maar, zijn grondvesten bespreken is één zaak, en de com-
gen, bankwezen wat het krediet betreft, niet wat den wisselhandel aangaat, enz.). Andere bedrijven zullen gesocialiseerd worden (ijzerindustrie, textielnijverheid, enz.). Er zullen ook bedrijven door steden en gemeenten in eigen beheer genomen worden (plaatselijke openbare diensten, mineraal water, boschontginning). De voortbrengingscoöperatie zal enorme uitbreiding nemen (vooral in Caraloniè). En ten slotte zal het particulier bezit van de geringe en middelmatige eigenaars in steden en dorpen: industrieelen, neringdoenden, beoefenaars van vrije beroepen, geëerbiedigd worden. Het groot-kapitalisme zal verdwijnen. Het particulier eigendom dat blijft bestaan, zal aan de eisenen van zijn sociale functie dienen te beantwoorden. Het zal uit zijn met de heerschappij van de rijken, priesters, aristocraten en militairen; met de rijkemanszoontjes, parasieten en leegloopers. Elke bedrijvigheid, elke openbare macht zal voor den arbeider openstaan. Arbeid zal de nieuwe koning worden. Politieke vrijheid zal op economische vrijheid berusten. En Spanje zal worden wat zijn grondwet wil dat het is: Een democratische Republiek van arbeiders aller klassen, een stelsel van vrijheid en recht.
Literatuur * over Spanje Au secours de l'Espagne. Hommage a Pierre Brachet. Fédération Nationale des J. G. S., avenue des Alliés, 28, Charleroi. No Pasaran! (Ils ne passeront pas). Scènes de la guerre civile en Espagne, par Ilya Ehrenbourg. — Ed.: Paris, rue StGermain-l'Auxerrois, 4 (l e r ), Paris. Brieven uit Spanje, door Jef Last. — Uitgeverij : Contact-Amsterdam. Spain in Revolt, by Harry Gannes and Theodore Repard. — Ed.: Victor Gollancz Ltd, London, 1936. Esprit. — Revue internationale. Directeur: Emmanuel Mounier, rue du Faubourg StDenis, 137, Paris (Xe). (N° du l er novembre.) L'Homme réel. — Revue du syndicalisme et, de Thumanisme, paraissant Ie 15 de chaque mois. Rédaction-administration : Pierre Ganivet, rue Valette, 13, Paris (Ve). (N0B: 29-30, m'ai-juin 1936; 33, septembre 1936; 34-35, octobre-novembre 1936.) Homo. — Revue bimensuelle de culture et d'action sociales. Administration: Homo, rue Fossé-aux-Loüps, 64, Bruxelles. (N 08 : 31, 5 décembre 1936; 30, 21 novembre 1936.) Journal des Nations. — Rédaction : rue Gauthier, 7, Genève. (NOB des 4 et 5 octobre 1936.) Revue internationale du Travail. Juin 1929: Le problème de la colonisation intérieure en Espagne, par O. Gorni. Annuaire statistique de la Sociétê des Nations. Le Peuple, de la C. G. T. Paris. (NOB des 20 aoüt, 12 novembre et 24 décembre 1936.) Het Volk, d'Amsterdam. (N° du 12 janvier 1937.) Spione und Verschwörer in Spanien, F. Spielhagen. — Editions du Carrefour, Paris. Espagne, Espagne, par J. R. Bloch. Service d'Information, publié par le Comité international de Coordination et d'Information pour l'Aide a l'Espagne républicaine. — Paris. La Rébellion militaire en Espagne, par Ceferino Gonzalez. — Bruxelles. Menschenopfer unerhört. Ein Schwarzbuch ïïber Spanien., A. Köstler. — Editions du Carrefour, Paris. Vu, numero spécial sur l'Espagne. L'IHustration, n08 spéciaux: aoüt 1936 et janvier 1937. Le Petit Parisien, numero spécial sur l'Espagne, janvier 1937.
DE « SALUD » DER
ZEGEPRAAL