De Bachelorproef Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie bachelorproefbrochure academiejaar 2016-2017
Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie Groot-Brittanniëlaan 45, B-9000 Gent – tel. 09 33 11 930 / fax 09 33 11 929
[email protected] – www.vtc.ugent.be
www.UGent.be
INHOUD
1
De bachelorproef: inhoud en planning ................................................... 4
2
Bibliografische richtlijnen ..................................................................... 10
3
Bachelorproefthema’s 2016-2017 ..................................................................... 21
4
Praktische afspraken ........................................................................... 37
2
3
1
DE BACHELORPROEF: INHOUD EN PLANNING
In het derde jaar van je bacheloropleiding in de Toegepaste Taalkunde maak je via de bachelorproef actief kennis met onderzoeksthema’s en onderzoeksvaardigheden uit je vakgebied. Je wordt daarin begeleid door een individuele begeleider en door de lessen in academische vaardigheden bij het opleidingsonderdeel Bachelorproef (A3BP) in het tweede semester. In deze brochure krijg je een overzicht van de thema’s waaruit je een keuze kunt maken voor je paper en van de belangrijkste algemene richtlijnen en praktische afspraken.
De bachelorproef is een wetenschappelijke paper waarin je in 5000 à 6000 woorden eigen tekst rapporteert over onderzoek dat je onder begeleiding uitvoert. Met dat gemiddelde aantal woorden verwijzen we naar de omvang van de hoofdtekst; inhoudstafel, citaten, voorbeelden uit corpusmateriaal, bibliografie, eventuele appendix e.d. zijn daar dus niet bij gerekend. Het onderzoek dat je uitvoert is inhoudelijk verbonden aan een van de onderzoeksdomeinen van onze vakgroep (zie http://www.vtc.ugent.be/onderzoek): EQTIS GoLLD INTERCOMM LT3 TRACE
Empirical and Quantitative Translation and Interpreting Studies Ghent On Language Learning and Didactics Research Centre for Multilingual and Intercultural Communication Language and Translation Technology Team Translation and Culture
De paper wordt geschreven in de taal van de afdeling waartoe je begeleider behoort. Als dat de afdeling Nederlands of Taaltechnologie is, wordt in overleg met de begeleider beslist of de paper wordt geschreven in het Nederlands of in een van je vreemde talen. Het is niet zo dat je keuze voor een van je vreemde talen die taal uitsluit als mogelijke keuze voor je masterproef.
Het is voor een tijdige afwerking van je paper heel belangrijk dat je in het eerste semester tijdens je Erasmusverblijf al start met de lectuur van wetenschappelijke bronnen voor je onderzoek, met de materiaalverzameling of met ander voorbereidend werk. Vraag dus aan je begeleider heel concreet hoe je in het eerste semester al van start kunt gaan met je onderzoek. Raadpleeg zeker de informatie over het vinden van wetenschappelijke bronnen in de cursus A2TK en via de universiteitsbibliotheek (http://lib.ugent.be/).
4
De colleges Academische vaardigheden voor de bachelorpaper in het tweede semester van Bachelor 3 begeleiden je bij de uitvoering van je onderzoek door de volgende academische vaardigheden in te oefenen: de selectie en evaluatie van bronnen, de gestructureerde lectuur van een wetenschappelijke tekst, de inhoudelijke en methodologische uitwerking van een onderzoeksopzet, de argumentatieve opbouw van een wetenschappelijke paper en een abstract, de beheersing van academisch register, citeren en parafraseren van bronnen, intellectuele eigendom en plagiaat, de samenstelling van een referentielijst. De afgewerkte paper wordt beoordeeld door de individuele begeleider (2/4 van het eindcijfer A3BP) en een medelezer (1/4 van het eindcijfer A3BP). Beiden drukken hun evaluatie schriftelijk uit aan de hand van een evaluatiefiche, die je tijdens de feedback na de examenperiode afhaalt op het studentensecretariaat. De evaluatie motiveert of aan de vereisten van een wetenschappelijke studie voldaan is en houdt o.a. rekening met explicitering en uitvoering van de onderzoeksvraag, verantwoording van methode, interpretatie van resultaten, academisch register, verantwoord gebruik van bronnen, bibliografie. De individuele begeleider houdt ook rekening met het leerproces en met de redactionele kwaliteit van de teksten die werden ingediend. De stof van de colleges A3BP wordt schriftelijk geëxamineerd (1/4 van het eindcijfer A3BP). Je kunt aan het schriftelijk examen deelnemen zonder je bachelorproef in te dienen. Een overdracht van je examencijfer van de eerste naar de tweede zittijd gebeurt vanaf een resultaat van 2.5/5 op de schriftelijke proef en vanaf 7.5/15 voor de bachelorpaper. De eindscore van het examen Bachelorproef wordt als volgt berekend (zie ook studiefiche): eerste zittijd Om te slagen moet de student gemiddeld 10 of meer behalen, met een minimumscore van 7.5/15 op de paper en 2/5 op het examen (9.5/20 > afgerond tot 10/20). Indien deze minimumscore niet gehaald wordt, kan een student maximaal 9/20 halen voor het totaal van het opleidingsonderdeel.
tweede zittijd De student behoudt de in eerste zittijd behaalde deelscores vanaf 7.5/15 voor de bachelorpaper en vanaf 2.5/5 voor het schriftelijk examen. Enkel de onderdelen met een tekort moeten opnieuw worden afgelegd. Om te slagen voor het opleidingsonderdeel moet de student gemiddeld 10 of meer behalen, met een minimumscore van 7.5/15 op de paper en 2/5 op het examen. Indien deze
5
minimumscore niet gehaald wordt op elk van beide onderdelen, kan een student maximaal 9/20 halen voor het totaal van het opleidingsonderdeel.
Alle ingeleverde teksten worden systematisch getest op plagiaat via de op Minerva beschikbare Ephorus-software. Met plagiaat bedoelen we “het overnemen, al dan niet in vertaling, van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk” (Van Dale). Onder ‘stukken’ verstaan we zowel stukken tekst uit gedrukte werken, als websites op het internet en ander elektronisch materiaal, als werk van andere studenten of van je lesgevers. Bij ‘redeneringen’ denken we onder andere aan de organisatie van informatie volgens een bepaalde structuur. Je vermijdt plagiaat door de aanwijzingen voor de huisstijl en verwijzingen naar bronnen zorgvuldig op te volgen. Die vind je in je syllabus bij de lessen Bachelorproef. Zorg er ook voor dat je voldoende volledig afgewerkte stukken tekst vooraf indient bij je begeleider, zodat die je tijdig op mogelijke fouten in het citeren van bronnen kan wijzen. Als dergelijke passages worden aangetroffen nadat de bachelorproef op een formele manier is ingediend, dan valt plagiaat onder het artikel 79 (fraude of onregelmatigheden) van het Onderwijs- en Examenreglement.
Hoe kies je een thema en begin je aan je onderzoek? De aangeboden onderwerpen zijn gerangschikt per afdeling (pp. 21-34). Elk thema heeft een code die het siegel van de begeleider weergeeft en het themanummer (bv. D1_1). Om een onderwerp voor je bachelorproef vast te leggen, neem je persoonlijk of via e-mail contact op met de begeleider van het thema. Houd er rekening mee dat je tijdens het zomerreces (06/07/2016-16/08/2017) mogelijk niet meteen een reactie krijgt. Wacht ook het antwoord van een begeleider af voor je een andere begeleider contacteert.
De begeleider registreert de toekenning van een thema via een beveiligde online-toepassing. De geregistreerde informatie (themacode, titel, naam begeleider, naam student) wordt zichtbaar op www.vtc.ugent.be/evalven (> Bachelorproef > lijst met toegekende thema's 2016-2017). Je hebt tot en met vrijdag 28 oktober 2016 de tijd om een thema te kiezen en te laten registreren.
6
Bij het begin van het academiejaar wordt in de cursus Bachelorproef op Minerva voor elk thema een themafiche opgeladen waarin je meer informatie vindt over de methodologie en het doel van elke studie. Iedereen die ingeschreven is op de cursus op Minerva krijgt een bericht zodra de fiches beschikbaar zijn. In de fiches vind je een antwoord op de volgende vragen:
1. Wat is de onderzoeksvraag van de studie?
2. Wat is het onderzoeksdomein?
3. Wat is de algemene onderzoeksopzet?
4. Wat is het theoretisch-methodologische kader van de studie?
5. Van welk onderzoeksmateriaal vertrekt de studie?
6. Via welke databank(en) vindt de student wetenschappelijke bronnen voor de studie?
7. Op welke competenties steunt het onderzoek?
7
De bachelorproef is de neerslag van je eigen onderzoek. Daarom werk je in principe zo zelfstandig mogelijk en leg je telkens een afgewerkt tekstgeheel voor aan je begeleider. Met je begeleider overleg je in elk geval op vier momenten tijdens de uitvoering van je studie om feedback te krijgen over de stappen die je zet. Deze contacten maken ook deel uit van je procesevaluatie:
1.
de bespreking van de onderzoeksopzet
2.
de bespreking van de schrijfopdracht (zie colleges A3BP)
3.
de bespreking van de resultaten, de inhoudelijke opbouw van de paper en de eerste formele redactie
4.
de bespreking van de definitieve tekst, de vormgeving en de eindredactie
De begeleider verwacht dat je zelf het initiatief neemt om hem of haar te contacteren. Maak dus tijdig een afspraak en communiceer correct en duidelijk. Met vragen van algemene aard kun je ook terecht bij de titularis van het opleidingsonderdeel A3BP.
Dit zijn enkele nuttige tips om het contact met je begeleider inhoudelijk efficiënt te laten verlopen en om de planning van je onderzoek concreet te maken:
Zorg ervoor dat je elk onderdeel van de beschrijving van je bachelorproefthema begrijpt: o herformuleer je onderzoeksvraag en ga na of je interpretatie correct is o is er een theorie of een reeks concepten waarmee je je vertrouwd moet maken voor je je studie kunt uitvoeren? o welke gegevens gebruik je; zijn die beschikbaar of moet je ze zelf verzamelen? o wat wil je bereiken tegen je volgende afspraak en wanneer plan je de volgende deadline?
Neem notities tijdens elk gesprek met je begeleider.
Neem notities bij alles wat je leest, waarin je kerngedachten samenvat en ideeën kritisch evalueert. Hou notities bij in een vorm die je zelf verkiest (schrift, computerfile, steekkaarten) en noteer in je eigen woorden. Noteer daarbij telkens de bron die je geïnspireerd heeft en maak een duidelijk verschil tussen de ideeën die je gelezen hebt en degene die je zelf gevormd hebt.
Maak samenvattingen van bronnen waarin je de belangrijkste argumenten noteert.
8
Noteer van bij het begin van je onderzoek volledige bibliografische referenties van je bronnen volgens de APA-conventies (auteur, titel, titel van tijdschrift/bundel, publicatiejaar, -plaats, uitgever).
Veel onderzoekers vinden het handig om een (papieren of elektronische) onderzoeksagenda bij te houden. Een onderzoeksagenda heeft een aantal functies:
PLANNING
prioriteiten stellen voor elke week en deadlines noteren, afspraken noteren
ARCHIVERING
een dagelijks logboek bijhouden van je lectuur, schrijf- en andere onderzoeksactiviteiten
REFLECTIE
vragen noteren die verder onderzoek vragen of die je aan je begeleider wil voorleggen, ideeën noteren die je verder wil uitwerken
ORGANISATIE
een lijst aanleggen van belangrijke contactpersonen, openingsuren van bibliotheken, websites, zoektermen gebruikt in databanken e.d.
9
2
BIBLIOGRAFISCHE RICHTLIJNEN
Omdat wetenschappelijke lectuur van bij het begin van je onderzoek voor de bachelorproef belangrijk is, vind je in deze brochure ook al een overzicht van de belangrijkste conventies voor het opstellen van een bibliografie
Er bestaan heel wat internationale conventies om een literatuuropgave van een wetenschappelijke publicatie op te stellen. Tijdschriften gebruiken vaak hun eigen huisstijl. Om in die verschillende stijlen enige uniformiteit te brengen volgen we voor de bachelorproef en de masterproef aan onze vakgroep de APA bibliografische conventie, d.i. de stijl van de American Psychological Association, de meest gangbare stijl in publicaties over communicatie en onderwijs. Je vindt op heel wat websites meer informatie over de APAstijlconventies, o.a. op http://www.apastyle.org/ http://owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/05
Studenten die een bijdrage leveren aan de GenTerm-projecten, en met name het MeSH Termbase Project, mogen een andere stijl gebruiken voor hun bibliografie, nl. de ISBD-stijl. Hiervoor raadplegen ze hun begeleider.
Gebruik de beschreven stijl niet alleen bij de redactie van de bibliografie van je bachelorpaper, maar ook voor het bijhouden van alle relevante bronnen tijdens je zoekproces. Daardoor kun je het geheel bij de eindredactie efficiënter in je tekst opnemen. Van een website vermeld je ook steeds de datum van raadpleging. Dat moet ook als de teksten na een bepaalde periode uitsluitend via betaling raadpleegbaar zijn.
Een bronvermelding moet volledig zijn; de lezer van je werk moet namelijk in staat zijn de publicatiegegevens te verifiëren. Voor elke verwijzing naar een bron in je tekst moet de lezer kunnen nagaan of de bron correct gebruikt is. Iedere verwijzing in de tekst, hetzij een citaat of een parafrase (zie syllabus A3BP), moet gemakkelijk en snel in de literatuurlijst terug te vinden zijn. Omgekeerd mag in de referentielijst geen referentie voorkomen waarnaar niet
10
in de tekst verwezen is. Een boek dat je gelezen hebt als achtergrondinformatie bij je onderwerp maar waarnaar je niet in je tekst verwijst, mag je dus niet opnemen in je referentielijst. Alle bronnen, zowel gedrukte als elektronische, worden in principe opgenomen in één alfabetische lijst. Als je toch verkiest om een indeling te maken in types van bronnen (bv. primaire en secundaire bronnen), overleg dat dan eerst met je begeleider. Een andere uitzondering op een doorlopende alfabetische rangschikking vormt de opname van bronnen in een niet-Latijns schrift. Meestal worden die anderstalige bronnen, bv. Russische, in een aparte lijst gerangschikt. Vraag echter steeds je begeleider naar de conventies die specifiek zijn voor de taal waarin je je bachelorproef schrijft.
Referentielijst: lijst van alle vermelde werken
Alle werken, boeken, artikels of elektronische publicaties die je in je bachelorproef vermeldt, worden alfabetisch gerangschikt in een referentielijst op de familienaam van de auteur, gevolgd door de initiaal van de voornaam.
In de lay-out van elke referentie laat je de tweede en alle volgende regels 1.27 cm inspringen (zie Word > Paragraph > Indentation > Hanging). Tussen de referenties laat je geen blanco regel. Let verder ook goed op het juiste gebruik van schuine druk, punten, komma’s en haakjes in de voorbeelden bij elk van onderstaande types referenties.
Het aantal auteurs dat maximaal in de literatuuropgave vermeld wordt, is beperkt tot zes. Tussen de namen van de twee laatst vermelde auteurs plaats je een ampersand (&). Zijn er meer dan zes auteurs, dan geef je dat aan door de afkorting et al. (et alii = en anderen) na de laatste naam, bv.
Harris, M., Karper, E., Stacks, G., Hoffman, D., DeNiro, R., Cruz, P., et al. (2001). Writing labs and the Hollywood connection. Journal of Film and Writing, 44(3), 213-245. Steehouder, M., Jansen, C., Maat, K., van der Staak, J. & Woudstra, E. (1992). Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie (3e, herziene druk). Groningen: WoltersNoordhoff.
11
Als je meer dan één werk van dezelfde auteur(s) opneemt, dan rangschik je die werken chronologisch van vroegste tot laatst gepubliceerde titel. Als je van dezelfde auteur meer dan één werk uit hetzelfde publicatiejaar opneemt, voeg je kleine letters a, b, c … toe na het jaartal, bv.
Meylaerts, R. (2004a). L’Aventure flamande de la Revue Belge. Langues, littératures et cultures dans l’entre-deux-guerres. Coll. Documents pour l’histoire des francophonies. Europe, Vol. 5. Bruxelles : Editions Archives et Musée de la Littérature – P.I.E. Peter Lang. Meylaerts, R. (2004b). La traduction dans les cultures multilingues : à la recherche des sources et des cibles. Target, 16(2), 289-317. Als de auteur van de publicatie niet bekend is of niet vermeld wordt, rangschik je de referentie alfabetisch op titel, bv.
Duden – Deutsches Universalwörterbuch. (2009). Mannheim: Bibliographisches Institut & F.A. Brockhaus AG.
Boeken Auteur, X (& Auteur, Y). (publicatiejaar). Titel. Plaats van uitgave: uitgever. Bourdieu, P. (1982). Ce que parler veut dire : l’économie des échanges linguistiques. Paris: Fayard. De Witte, J. & Verschueren, B. (1988). Reclame op de televisie: een reeks voorbeelden uit de praktijk (3e druk). Leiden: Martinus Nijhoff. Hönig, H. & Kussmaul, P. (1982). Strategie der Übersetzung. Ein Lehr- und Arbeitsbuch. Tübingen: Gunter Narr Verlag. Kenny, D. (2001). Lexical creativity in translation. Manchester: St.Jerome. Vertaalde werken rangschik je onder de naam van de oorspronkelijke auteur. In het bibliografische adres vermeld je dat het een vertaling is. Je geeft ook de naam van de vertaler(s), en, in samenspraak met je begeleider, eventueel de oorspronkelijke titel met jaar van publicatie. Набоков, Владимир Владимирович. (1988). Лекции по русской литературе. Перевод с английского; Предисловие Ив. Толстого. Москва: Независимая газета.
12
De Laplace, P.S. (1951). A philosophical essay on probabilities. (F. W. Truscott & F. L. Emory, Trans.). New York: Dover. (Essai philosophique sur les probabilités, 1814). Nooteboom, C. (2001). Le jour des morts. (P. Noble, Trad.). Arles : Actes Sud. (Allerzielen, 1998). Zijn er een, twee of meer redacteurs in plaats van auteurs, dan schrijf je achter de naam of namenreeks: (Red.) of het equivalent daarvan in de taal van het boek, bv. Ellis, D. & Donohue, W. (Eds.). (1986). Contemporary issues in language and discourse processes. Hillsdale N.J.: Lawrence Erlbaum. Van Uffelen, H., Weissenböck M. E. & van Baalen, C. (Hg.). (2003). Sprache und Identität. Wien: Edition Praesens. (Wiener Schriften zur niederländischen Sprache und Kultur, Bd.I) Als bepaalde gegevens niet vermeld staan in het boek, geef je dat als volgt weer in de beschrijving, op de plaats waar die gegevens normaal zouden staan: zonder plaats van uitgave: [s.l.], d.w.z. sine loco zonder naam van uitgever: [s.n.], d.w.z. sine nomine zonder jaar van uitgave: [s.d.], d.w.z. sine dato In plaats van de Latijnse afkortingen kun je ook de corresponderende afkortingen gebruiken in de taal van het boek. Ongepubliceerde bronnen zoals syllabi, scripties en dissertaties kun je op dezelfde manier beschrijven als gepubliceerde. De titel wordt echter niet cursief geplaatst. Achteraan vermeld je dan dat het om een niet gepubliceerd werk gaat en geef je de naam van de universiteit of hogeschool waar het werk berust, bv. Vermaere, B. (2003). An annotated translation of A Woman’s Place, the first chapter of C.R. Pierpont’s Passionate Minds: Women Rewriting the World. Translating prepositions conveying a causal link: A case study. Ongepubliceerde scriptie. Hogeschool Gent – Faculteit Toegepaste Taalkunde.
Artikelen 1 Artikel in encyclopedie
13
Auteur, X (& Auteur, Y). (publicatiejaar). Titel artikel. In (indien van toepassing: X. Redacteur) (indien van toepassing: Red./Ed(s)./Hg …), Titel encyclopedie. (Vol., p(p). of vermelding van digitale bron). Plaats van uitgave: uitgever. Bastin, G. L. (1998). Adaptation. In M. Baker (ed.), Routledge Encyclopedia of Translation Studies. (pp. 7-10). London: Routledge. Hermans, T., Lissens, R. F., Mosley, J. P. & Nachtergaele, V. (2009). Belgian literature. In Encyclopædia Britannica. (Encyclopædia Britannica 2009 Ultimate Reference Suite). Chicago: Encyclopædia Britannica.
2 Artikel in verzamelbundel Auteur, X (& Auteur, Y). (publicatiejaar). Titel artikel. In X. Redacteur (& Y. Redacteur) (Red./Ed(s)./Hg. …), Titel (pp.). Plaats van uitgave: uitgever. Chesterman, A. (2004). Vertaalstrategieën: een classificatie. In T. Naaijkens et al. (Red.), Denken over vertalen. Tekstboek vertaalwetenschap (pp. 243-262). Utrecht: Vantilt. O’Neil, J. M. & Egan, J. (1992). Men’s and women’s gender role journeys: Metaphor for healing, transition, and transformation. In B. R. Wainrib (Ed.), Gender issues across the life cycle (pp. 107-123). New York: Springer. Hetzelfde formaat wordt ook gebruikt voor de titelbeschrijving van hoofdstukken in boeken: Bassnett, S. (1990). Introduction: Proust’s grandmother and the thousand and one nights: The “cultural turn” in Translation Studies. In S. Bassnett & A. Lefevere (Eds.), Translation, History and Culture (pp. 1-13). London & New York: Pinter. Engelkamp, J. (1985). Die Repräsentation der Wortbedeutung. In C. Schwarze & D. Wunderlich (Hg.), Handbuch der Lexikologie (pp. 292-313). Königstein: Athenäum.
3 Artikel in wetenschappelijk tijdschrift
Auteur, X (& Auteur, Y). (publicatiejaar). Titel artikel. Tijdschrifttitel, jrg.of vol.(nr.), pagina’s. Baker, M. (1998). Reéxplorer la langue de la traduction : une approche par corpus. Meta, 43(4), 480-485. Ballard, M. (1996). Enoncés sans verbes et registres en traduction. Palimpsestes, 10, 179206. Klein, W. (1991). Was kann sich die Übersetzungswissenschaft von der Linguistik erwarten? Zeitschrift für Literaturwissenschaft und Linguistik, 21, 104-23. Van Istendael, G. (2006). Vertalen: berichten uit de werkplaats. Filter, 13(1), 59-67. Venuti, Lawrence. (1996). Translation, heterogeneity, linguistics. TTR, IX(1), 91-115.
14
Als het artikel een recensie is van een ander werk, wordt daarnaar in de beschrijving tussen haakjes verwezen: Baumeister, R. F. (1993). Exposing the self-knowledge myth [Review of the book The selfknower: A hero under control]. Contemporary Psychology, 38, 466-467.
Als een artikel ook online beschikbaar is en je hebt het in die vorm geraadpleegd, wordt dat op het einde van de titelbeschrijving vermeld (zie ook infra: elektronische publicaties). Voor de meeste online versies van wetenschappelijke tijdschriften bestaat er een zogenaamde doi-code, een unieke alfanumerieke code die als digital object identifier gebruikt wordt. Als het tijdschrift een doi code heeft, vermeld je die op het einde van de referentie. Berber Sardinha, T. (1999). Semantic prosodies in English and Portuguese: A Contrastive Study. Cuadernos de Filología Inglesa, 9(1), 93-110. doi:10.1177/0021943610364524 Deze online-vermelding kan op dezelfde manier worden toegepast voor online beschikbare artikelen van maand- en weekbladen, en kranten. 4 Artikel in maand- of weekblad Auteur, X (& Auteur, Y). (datum van publicatie of maand van publicatie). Titel artikel. Titel tijdschrift, jrg.(nr.), pagina’s. Henry, W. A., III. (09.04.1990). Making the grade in today’s schools. Time, 135, 28-31. Knulst, W.P. (dec. 1981). Bibliotheekgebruik als vrijetijdsbesteding. Bibliotheek en samenleving, 9(12), 341-347. Zwagerman, J. (26.07.2008). The American Scene in het British Museum. Vrij Nederland, 68(30), 74-75. De conventie voor het verwijzen naar de datum, week of maand van publicatie hangt samen met het taalgebied en kan dus variëren naargelang de taal van je bachelorproef. Vraag daarom je begeleider naar de conventie die gebruikelijk is voor het taalgebied in kwestie.
5 Artikel in krant Auteur, X (& Auteur, Y). (datum van publicatie). Titel artikel. Titel krant, p(p). of p..
15
Cecil, C.R. (01.02.2002). The living and the dead. The Times Literary Supplement, p. 24. Van Dooren, P. (23.07.1989). Chips voor het jaar 2000. De Standaard, pp. 7-9. Als de journalist die het artikel schreef niet vermeld wordt in de bron, staat de titel van het artikel op de positie van de auteur, zonder aanhalingstekens of schuine druk. Begint het artikel met een lidwoord, dan wordt het lidwoord weggelaten in de referentie:
Britse waarden tegen het fundamentalisme op school. (12.06.2014). De Standaard, p. 23.
Publicaties online Elektronische en gedrukte bronnen worden in je bibliografie in één lijst alfabetisch gerangschikt op de familienaam van de auteur (c.q. organisatie, of titel bij onbekende auteur). Voor de vermelding van elektronische publicaties begin je gewoon met het volgen van de hierboven beschreven stijl voor gedrukte bronnen: je vermeldt eerst de naam van de auteur, de datum van de publicatie, en de titel. De specifiek elektronische gegevens volgen na de titel.
In de volgende gevallen neem je de elektronische bron niet op in je referentielijst, ook al vermeld je de bron in je tekst. Als je naar een website verwijst, niet naar een specifiek document op die site, dan plaas je het URL-adres van de site tussen haakjes in de tekst: Kidspsych is een interactive website voor kinderen (http://www.kidspsych.org). In de referentielijst wordt de site niet opgenomen. Ook e-mail communicatie wordt in de APA-stijl niet opgenomen in de lijst van bibliografische referenties. In je tekst verwijs je ernaar met de vermelding “persoonlijke communicatie”: Volgens Emilie Robbins volgen uitgevers een standaardprocedure in hun overleg met vertalers (E. Robbins, persoonlijke communicatie, 4 januari 2014). Omdat er heel veel verschillende soorten online-publicaties zijn, gaande van artikelen tot wiki’s, blogs, podcasts enz. geven we hier slechts een selectie. De volledige informatie vind je op
http://owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/10/
16
In
de
syllabus
van
het
opleidingsonderdeel Bachelorproef krijg je ook bijkomende informatie. Een algemene regel is dat je bij elke inhoud die kan wijzigen in de tijd de datum van raadpleging vermeldt.
1 Artikel in online tijdschrift/krant Auteur, X (& Auteur, Y). (datum van publicatie of publicatiejaar). Titel artikel. Titel online tijdschrift/krant, jrg./vol., pagina’s (indien van toepassing). Geraadpleegd via (Retrieved from … in de taal van je bachelorproef) URL (niet onderstreept) of doi-code Bij online geraadpleegde artikels vermeld je de URL van de homepage van het tijdschrift of de krant. Hubo, B. (27.04.1999). Vlaanderen schenkt 664 miljoen aan Kosovo. De Standaard. Geraadpleegd via http://www.standaard.be Pekkanen, H. (2007). The duet of the author and the translator: looking at style through shifts in literary translation. New Voices in Translation Studies, 3, 1-18. Retrieved from http://www.iatis.org/newvoices/ Omdat URLs niet altijd stabiel zijn, voegen veel uitgevers van online artikelen nu een unieke alfanumerieke code toe, de zogenaamde DOI of Digital Object Identifier. Je vindt die in dat geval meestal op de eerste pagina van de publicatie. Als je een DOI vindt, voeg je die toe op het einde van de referentie. Ze vervangt de URL! Brownlie, D. (2007). Toward effective poster presentations: An annotated bibliography. European Journal of Marketing, 41, 1245-1283. doi:10.1108/03090560710821161 Bij artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften zonder doi die je geraadpleegd hebt als fulltext via een (afgesloten) elektronische database, vermeld je de URL van de homepage van de database.
Harris, K. (2011). Studying language in context. Journal of Communication Studies, 6(2), 6-21. Retrieved from http://www.sagepub.com
2 Boek online
17
Auteur, X (& Auteur, Y). (publicatiejaar, indien beschikbaar) Titel. (uitgever, indien beschikbaar) Geraadpleegd op URL (niet onderstreept)
De Huff, E.W. (1922). Taytay’s tales: Traditional Pueblo Indian tales. New York: Harcourt, Brace and Company. Retrieved from http://digital.library.upenn.edu Prince, Gerald. (2003). A dictionary of narratology. University of Nebraska Press. Retrieved from http://books.google.be/books
Als je verwijst naar een gepubliceerd boek waarvan je de elektronische versie geraadpleegd hebt (bv. via Google books), dan neem je de volledige titelbeschrijving op zoals bij het gedrukte boek, met vermelding van de homepage van de uitgever of de database waar je het boek hebt gevonden.
3 Encyclopedieën en woordenboeken online Titel artikel. (publicatiejaar, indien beschikbaar; anders s.d., of n.d. … in taal van bachelorproef). In Titel encyclopedie/woordenboek online. Geraadpleegd op datum op URL (niet onderstreept) Online encyclopedieën en woordenboeken vermelden vaak geen auteursnaam. De beschrijving van een artikel wordt daarom gerangschikt op titel. Geef de URL die naar het artikel in kwestie verwijst. Vermijd het gebruik van Wikipedia en controleer altijd de inhoud van een wiki-entry in een wetenschappelijke bron! Als je toch beslist om een referentie naar Wikipedia op te nemen, vermeld dan steeds de datum waarop je de entry raadpleegde, omdat de inhoud van wiki’s wijzigt in de tijd. Feminism. (n.d.). In Encyclopædia Britannica online. Retrieved http://www.britannica.com/EBchecked/topic/724633/feminism Plagiarism. (n.d.). In Wikipedia. Retrieved August 10, 2012, http://en.wikipedia.org/wiki/Plagiarism
from from
4 Webdocument of -pagina Auteur/Redacteur/Organisatie. (datum indien beschikbaar, anders s.d.). Titel document. [aantal pagina’s of §n indien vermeld]. Geraadpleegd op datum op URL
18
Amnesty International. (10.02.2004). NIGERIA. The Death Penalty and Women under the Nigeria Penal Systems. [35pp.]. Retrieved June 18, 2004 from http://web.amnesty.org
5 Bericht op online forum of discussiegroep Auteur. (datum indien beschikbaar, anders s.d.). Titel bericht [nr. bericht]. Bericht op URL forum/discussiegroep Frook, B. D. (23.07.1999). New inventions in the cyberworld of toylandia [Msg 25]. Message posted to http://groups.earthlink.com/forum
Andere niet-gedrukte bronnen Ook bronnen zoals cd’s, films enz. rangschik je in principe in dezelfde alfabetische lijst als de vorige referenties. Voor een uitgebreidere reeks bronnen dan de hier gemaakte selectie verwijzen we naar http://owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/11/
1 Cd-rom
Auteur/Redacteur/Organisatie of, bij afwezigheid van auteursreferentie, Titel. (datum/jaar). Titel (tenzij reeds vermeld) (editie, indien van toepassing). [Cd-rom]. Uitgever. Oxford English Dictionary computer file: On Compact Disc. (1992). (2nd ed.). [Cd-rom]. Oxford: OUP. 2 Film
Producent, P. (Producent), & Regisseur, R. (Regisseur). (jaar van productie). Titel film [Speelfilm]. Land van oorsprong: studio of verdeler. Kilik, J. & Golin, S. (Producers), & Iñárritu, A. G. (Director). (2006). Babel [Motion picture]. USA: Paramount Pictures.
19
3 Televisie-/radioprogramma
Producent of Redacteur, P. (Producent/Redacteur). (datum: dag/maand/jaar). Titel uitzending [Televisie-/radioprogramma]. Plaats: Zender. Barron, P. (Editor). (19.01.2009). Newsnight [Television broadcast]. London: BBC1.
4 Televisieserie (aflevering)
Scenarist, S. (Scenarist/Scenario), & Regisseur, R. (Regisseur/Regie). (jaar van productie). Titel/nr. aflevering [Aflevering televisieserie]. In P. Producent (Producent/Productie), Titel televisieserie. Plaats: studio of verdeler. Van Dyck, T. & Devlieger, M. (Scenario), & Van Dyck, T., Devlieger, M. & Vanhove, M. (Regie). (2009). Aflevering 4 [Aflevering televisieserie]. In T. De Pauw, T. Tyberghein & B. Gillioen (Productie), Van vlees en bloed. Brussel: Woestijnvis. Als je naar de serie als zodanig verwijst, vermeld je enkel de gegevens van de producent. De Pauw, T., Tyberghein T. & Gillioen, B. (Productie). (2009). Van vlees en bloed [Televisieserie]. Brussel: Woestijnvis.
20
3
BACHELORPROEFTHEMA’S 2016-2017
Deze lijst wordt bij het begin van het academiejaar nog aangevuld.
Afdeling Duits D1‘
Ine Van Linthout
D1’_1 vertaling als instrument voor culturele diplomatie: literatuurstudie of casus DuitslandBelgië D1’_2 de rol van vertaling in nationale beeldvorming (Fremdbild/Eigenbild): literatuurstudie
Da’
Carolin Benzing
Da’_1 Hitlers „Mein Kampf“. Die deutsche Debatte um die Neupublikation. Eine Medienanalyse Da’_2 Kulturaustausch zwischen Deutschland und Belgien. Das Goethe Institut Brüssel als Mittlerorganisation in Belgien Da’_3 Die Übersetzungsförderung des Goethe Instituts im niederländischen Sprachraum Da’_4 Analyse der literarischen Übersetzung von Andreas Steinhöfels Jugendroman Anders“ (2014) ins Niederländische Db
Christophe Wybraeke
Db_1 Zoekmachinemarketing of hoe je websites beter kunt laten scoren in zoekmachines: een analyse van de begrippen en termen in dit vakgebied (Nederlands-Duits) Db_2 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Unternehmerische Gesellschaftsverantwortung: een analyse van de begrippen en termen in dit vakgebied (Nederlands-Duits) Dc
Carola Strobl
Dc_1 Die Berichterstattung über Belgien in deutschen Medien im Kontext der Terroranschläge von Paris und Brüssel Dc_2 Die Berichterstattung über Flandern in deutschen Medien im Kontext der Frankfurter Buchmesse 2016 Dd
Griet Boone
Dd_1
Phraseologie im DaF-Studium – Forschungsstand
Dd_2
Phraseologismen als kulturelles Phänomen
21
De
Hinde De Metsenaere
De_1 Explizierung, Implizierung und der Einfluss des Übersetzers. Eine korpusbasierte Studie literarischer Texte De_2 Explizierung, Implizierung und der Einfluss des Übersetzers. Eine korpusbasierte Studie journalistischer Texte. De_3 Explizierung, Implizierung und Unterschiede zwischen Textsorten. Eine korpusbasierte Studie deutscher Übersetzungen niederländischer Texte. De_4 Explizierung, Implizierung und Unterschiede zwischen Textsorten. Eine korpusbasierte Studie niederländischer Übersetzungen deutscher Texte.
Df Df_1
Geert Stuyckens Sprachmittlung beim Übersetzen und im Fremdspracherwerb: eine Literaturstudie
Df_2 Selbstbilder, Fremdbilder, Stereotype und Vorurteile in der interkulturellen Kommunikation: eine Literaturstudie Df_3
Die Übersetzung von 'lekker’ bzw. ‘lecker' in literarischen Texten
Df_4 Die niederländische Übersetzung von Termini aus dem Bereich der deutschen Kulturgeschichte
Afdeling Engels E1
Bernard De Clerck
E1_ 1 The impact of language on the perception of company performance: an experimental study E1_2 The impact of graph distortion on the perception of company performance: an experimental study E1_3
The impact of language mistakes in sales ads on buyer perception: an experimental study
E1_4 The impact of passives on perceptions of responsibility in sustainability reports: an experimental study
E2
Lieve Jooken
E2_1
Kwantitatieve methodes in de studie van literaire vertaling: een literatuurstudie
E2_2
De vertaling van crime fiction: een literatuurstudie
E2_3
De vertaling van graphic novels of beeldverhalen: een literatuurstudie
22
E2_4 Een casestudie van het voorwoord en vijf brieven uit de Franse vertaling van Clarissa, or the History of a Young Lady (Samuel Richardson, 1748) door l’abbé de Prévost, Lettres anglaises, ou Histoire de Miss Clarissa Harlove (1751).
E4
Sonia Vandepitte
E4_1
Eye movements during translation: a database of research methods and results
E4_2
Study Abroad: a database of research methods and results
E4_3
Student peer feedback: a literature study
E4_4
GenTermfiches voor vertaalwetenschappelijke terminologie
E6
June Eyckmans
E6_1
Assessing translation competence: a comparison of methods
E6_2
Intensity of language use during a study abroad
Eh
David Chan
Eh_1 Analysis of one aspect (or more) of student speaking/writing performance supported by literature study. Eh_2 Analysis of one aspect (or more) of student speaking/writing performance supported by literature study. Eh_3 Analysis of one aspect (or more) of student speaking/writing performance supported by literature study.
E1
Alexandra Rosiers
El_1
Working memory and multilingualism
El_2
The role of personality in second language acquisition
Ek
Céline Van De Walle
Ek_1 The (dis)advantages of a cooperation between professionals and (trainee) interpreters in workplace practice Ek_2 The impact of interpreters’ and other primary participants’ non-verbal behaviour on verbal interaction Ek_3
The (trainee) interpreter's function in mediated doctor-patient interaction
23
Ek_4
The (dis)advantages of the use of role-plays for interpreter training and assessment
Ev
Sarah Candry
Ev_1
How do teenagers acquire new English words?
Afdeling Frans F1
Guy Rooryck
F1_1 Welke vormelijke en stilistische verschillen en gelijkenissen zijn traceerbaar in reclames die eenzelfde product aanprijzen in verschillende talen ? F1_2
Welke terminologie bestaat er in het Nederlands om vertaalcompetenties te formuleren?
F1_3 Hoe worden stijlkenmerken van Stendhals Le rouge et le noir overgebracht in het Nederlands? F1_4
Bibliografische status quaestionis over Franse werken en artikels rond stijl en vertaling.
F2
Bart Defrancq
F2_1
‘want’ vs. ‘omdat’ in tolkprestaties.
F2_2
De Nederlandse vertaling en vertolking van het voegwoord ‘si’’ in het Europees Parlement
F2_3 Corpusonderzoek naar de frequentie van samengestelde woorden in spontane taal en in vertolkingen F4
Sonia Michiels
F4_1 Nederlandse ondertitels van de documentaire ‘Planète Océan’ (Yann Arthus-Bertrand) – cohesie-elementen. F4_2 Nederlandse ondertitels van een documentaire van Jacques Cousteau – cohesieelementen. F4_3 Vergelijking van de Engelse en Franse audiodescriptie van ‘Despicable Me 2’ (‘Moi, moche et méchant 2’) - beschrijving personages. F4_4 Vergelijking van de Engelse en Franse audiodescriptie van ‘The tree of life’ (‘L’arbre de vie’) - beschrijving personages. F5
Désirée Schyns
24
F5_1
Sous les pavés la plage. Une étude de mai 68 en France.
F5_2 Comment la France défend-elle la langue française dans le monde? Une étude de la politique linguistique. F5_3 Deux fois Minoes: Une étude comparative des deux traductions Françaises (France et Québec) de Minoes d'Annie M.G. Schmidt. F5_4 Une étude de la traduction des expressions idiomatiques dans Rien ne s'oppose à la nuit (Niets weerstaat de nacht) de Delphine de Vigan
Fa
Griet Theeten
Fa_1
L’évaluation de la production écrite en FLE: un état de la question
Fa_2 Is academisch schrijven cultuurspecifiek en wat zijn de gevolgen voor de didactiek van academisch schrijven in het Frans? Fa_3
Le roman policier français contemporain et sa traduction en néerlandais
Fb
Vincianne De Smet
Fb’
Nele Noë
Fb'_1
la didactique des langues: la méthode actionnelle
Fc
Wouter Cochie
Fc_1
corpusonderzoek naar specifieke aspecten van simultaan tolken
Fc_2
corpusonderzoek naar specifieke aspecten van simultaan tolken
Fc_3
corpusonderzoek naar specifieke aspecten van simultaan tolken
Fd
Amaury de Sart
Fd_1 Conversación en la Catedral de Mario Vargas Llosa : stratégies et enjeux de la retraduction française (2015)
Fe
Laurence Swaelens
Fe_1
Les bienfaits de la chanson en FLE
Fe_2
Taaltaken luisteren op structurend niveau
25
Ff
Brunehilde Ammann
FF_1
L'anaphore dans les textes académiques: une étude comparative
FF_2 Etude de l'évolution des compétences écrites des étudiants entre Ba2 et Ba3 basée sur une analyse des fautes commises.
Fg
Helke Rampelberg
Fg_1 Passen tolken Frans-Spaans de interpretatieve methode (M. Lederer) minder toe dan tolken Frans-Nederlands, gezien Frans en Spaans beiden Romaanse talen zijn ? Fg_2 Zakelijke communicatie in het Frans : worden de zeer strikte formele regels voor zakelijke brieven steeds minder toegepast vermits steeds meer zakelijke communicatie per mail gebeurt?
Fj
Anneleen Spiessens
Fj_1 (Kritische) discoursanalyse van berichtgeving in Frans(talig)e kranten over een actueel en politiek geladen thema Fj_2 (Kritische) discoursanalyse van berichtgeving in Frans(talig)e kranten over een actueel en politiek geladen thema Fj_3 (Kritische) discoursanalyse van berichtgeving in Frans(talig)e kranten over een actueel en politiek geladen thema Fj_4 (Kritische) discoursanalyse van berichtgeving in Frans(talig)e kranten over een actueel en politiek geladen thema
Afdeling Italiaans Ib
Giuliano Izzo
Ib_1
Dominanza linguistica nel plurilinguismo precoce: stato dell’arte
Ib_2
Il code mixing nel plurilinguismo precoce: stato dell’arte
Ib_3
Didattica dell’italiano L2 (da definire e concordare con il docente)
Ib_4
Influsso interlinguistico nell’acquisizione dell’italiano L2
26
Ic
Irene Cenni
Ic_1
La lingua del turismo: le recensioni positive online.
Ic_2
Linguaggi specialistici: la lingua del turismo. Stato dell’ arte.
Ic_3
Espressione delle aspettative dei viaggiatori nelle recensioni turistiche online.
Ic_4
Il materiale turistico come materiale didattico per studenti di italiano L2.
Afdeling Nederlands N1
Stefaan Evenepoel
N1_1 studie van 5 Engelse vertalingen van het gedicht 'Herinnering aan Holland' van Hendrik Marsman (vertaald door P. Vincent, R. Delhez, S. McGlinn, J. Hellwig, R. Marlis) N1_2 studie van 5 Engelse vertalingen van het gedicht 'Herinnering aan Holland' van Hendrik Marsman (vertaald door P. Vincent, J. Wilkinson, Th. Van Kooten, D. Colmer, S. McGregor) N1’
Chloé Lybaert
N1’_1 Het belang van Algemeen Nederlands in Vlaanderen: in welke situaties moet standaardtaal gesproken worden? (1)
N1’_2 Het belang van Algemeen Nederlands in Vlaanderen: in welke situaties moet standaardtaal gesproken worden? (2)
N1’_ 3 De opmars van het West-Vlaams binnen het Vlaams televisielandschap'
N2
Filip De Vos
N2_1 kennis- en/of attitude-onderzoek leerlingen/leraars rond (aspecten van) Nederlandse spelling en/of grammatica
N2_2 kennis- en/of attitude-onderzoek leerlingen/leraars rond (aspecten van) Nederlandse spelling en/of grammatica
27
N2_3 (aspecten van) de beknopte bijzin als oorzakelijk object in het Nederlands: literatuur- en corpusonderzoek
N2_4 een diachrone analyse van (het gebruik en de aanvaarding van) gallicismen in het Nederlands
N3
Gert De Sutter
N3_1
Hoe identificeerbaar zijn vertalingen? Een survey-onderzoek.
N3_2
Syntactische voorkeuren bij kinderen: regionale variatie?
N5
Sarah Van Hoof
N5_1
“Vlaams gesproken”: een analyse van de taalvariatie in een recente animatiefilm
N5_2
Analyse van de taalvariatie in het tv-programma “De rechtbank”
N5_3 De conversationalisering van mediadiscours: een vergelijkende analyse van een oud en een recent tv-interview N5_4 Een kritische discoursanalyse van de vermarkting van het hoger onderwijs, op basis van folders en brochures van een Vlaamse universiteit.
Na
Rita Geens
Na_1 Welke gelijkenissen en verschillen doen zich voor inzake het gebruik van het thematisch principe in Nederlands en het Spaans Na_2 Welke gelijkenissen en verschillen doen zich voor inzake het gebruik van het thematisch principe in Nederlands en het Frans Na_3 Welke gelijkenissen en verschillen doen zich voor inzake het gebruik van het thematisch principe in Nederlands en het Engels Na_4
Hoe worden de verschillende types Spaanse doelzinnen in het Nederlands vertaald?
28
Nc
Annelore Willems
Nc_1 Een digitaal leerpakket grammatica in secundair onderwijs. De weg naar succes?
Nc_2 Het smelt (Lize Spit): te Vlaams voor onze noorderburen?
Nc_3 Het spreken van Standaardnederlands: realiseerbaar in het taalonzekere Vlaanderen?
Nc_4 Het Nederlands is wonderzoet , voor wie haar geen geweld aandoet
Ne
Ruud Ryckaert
Ne_1 Regionale verspreiding en variatie van familiekoosnaampjes
Ne_2 Een boksmatch met woorden. Genreanalyse van Poetry Slams
Nf Nf_1
Sylvianne De Schepper Gallicismen in De Standaard en Het Laatste Nieuws: een diachronisch onderzoek
Nf_2 Een vergelijkend onderzoek naar Belgisch Nederlands op grammaticaal vlak in De Standaard en Het Laatste Nieuws
Afdeling Russisch R1
Piet Van Poucke
R1_1 Het gebruik van beeldspraak in titels van krantenartikels: vergelijking van Russische en Nederlandstalige kranten R1_2 Vergelijking van Amerikaanse en Russische vertaalsites (welke verschillen zijn er tussen ‘Watching America’ en ‘InoSMI’?) R1_3 Het ‘moderniseren’ of ‘opfrissen’ van de taal in hervertalingen van (Russische) literatuur R1_4 Hervertalingen van Russische toneelstukken: A. Tsjechov in het Nederlands
29
Ra
Johanna Hautekiet
Ra_1 Alternatieve vormen voor het gebruik van passieve participia in het Russisch: een morfologische, syntactische of semantische kwestie? Ra_2 Hoe worden Belgische/Vlaamse realia (=cultuurspecifieke elementen, zoals namen van organisaties of maatschappelijke aspecten die niet bestaan in Rusland) vertaald in Russischtalige brochures voor nieuwkomers/asielzoekers? Welke vertaalstrategieën worden hiervoor het vaakst toegepast?
Rb
Bart Hendrickx
Rb_1 Studie van Russisch-Nederlandse/Nederlands-Russische valse vrienden Rb_2 Studie van Russisch-Nederlandse/Nederlands-Russische valse vrienden
Rc
Elena Ivobotenko
Rc_1 Juridische terminologie: vertaling van 4 juridische termen: Административное взыскание, административный надзор, административное расследование, административное правонарушение Rc_2 Juridische terminologie: vertaling van 4 juridische termen : должностное преступление - имущественный ценз- исправительная колония – разбой
Re
Charlotte Bollaert
Re_1 Institutionele vertaling en 'linguistic landscape' in Belarus Re_2 Hedendaagse Russische literatuur in Nederlandse vertaling Re_3 De vertaling van Franse/Engelse literatuur in Rusland: casestudy (auteur(s) naar keuze) Re_4 Het vertaalbeleid in Rusland na 1991: evolutie, continuïteit en veranderingen
Afdeling Spaans S1
Anna Vermeulen
S1_1
Los vocativos en ‘Tacones lejanos’ van Almodóvar (BNL vs. NNL)
30
S1_2
Los vocativos en ‘La ardilla roja’ (BNL vs. NNL)
S1_3
La audiodescripción española de ‘Buscando a Nemo’
S1_4
La audiodescripción española de ‘Toy Story’
S2
Patricia Vanden Bulcke
S2_1
‘Binomen’ in juridisch taalgebruik; corpusonderzoek
S2_2
Vertaling van de ‘perífrasis verbal’; corpusonderzoek
S2_3
Vertaling van de ‘perífrasis verbal’; corpusonderzoek
S2_4
Metaphoren in journalistieke teksten; corpusonderzoek
S3
Patrick Goethals
S3_1 Kritische discoursanalyse van toeristisch taalgebruik: het discours van het super-elite toerisme. Een status quaestionis met toepassing. S3_2
De vertaling van toeristische teksten: een status quaestionis met toepassing.
S3_3 Linguïstische en discursieve kenmerken van travelblogs: een status quaestionis met toepassing. S3_4 Multimodale analyse van toeristische teksten (tekst/beeld): een status quaestionis met toepassing.
S4
Hildegard Vermeiren
S4_1
Een studie van culturele stereotiepen in "Ocho apellidos vascos"
S4_2
Een studie van culturele stereotiepen in "Ocho apellidos catalanes"
S4_3
Een studie van culturele stereotiepen in een film van Pedro Almodovar
S4_4
Een studie van culturele stereotiepen in een Latijns-Amerikaanse film
Sa
Ana Moreno Bruna
Sa_1
Estudio contrastivo neerlandés – español: expresiones de ofrecimiento e invitación
Sa_2
Motivación y expectativas ante una estancia en el extranjero
Sa_3
Adquisición de fórmulas de rechazo y negación en español
31
Sd
Lucas Pauwels
Sd_1 Estudio traductológico del gerundio en 'Entra en mi vida' de Clara Sánchez y su traducción al neerlandés, ‘Kom in mijn leven’. Sd_2 Estrategias (y técnicas) utilizadas en la transferencia al neerlandés de las referencias culturales en la novela Pobre Manolito, de Elvira Lindo. [¿Extranjerización o domesticación?] Sd_3 Metáforas (y campos semánticos) en los informes de deporte: ¿hay diferencias causadas por el género de los deportistas en la cobertura española de un deporte practicado por hombres y mujeres? Sd_4 Una comparación de la transferencia al neerlandés y al español de las referencias culturales en The Girl on the Train, de Paula Hawkins (La chica del tren, Het meisje in de trein)
Se
Ria Van den Hende
Se_1 Strategieën om de mondelinge vaardigheid te verhogen bij (vreemde)taalverwerving, en meer specifiek bij het Spaans (status quaestionis) Se_2 Strategieën om de luistervaardigheid te verhogen bij (vreemde)taalverwerving, en meer specifiek bij het Spaans (status quaestionis) Se_3 Strategieën om de schrijfvaardigheid te verhogen bij (vreemde)taalverwerving, en meer specifiek bij het Spaans (status quaestionis) Se_4 Strategieën om de leesvaardigheid te verhogen bij (vreemde)taalverwerving, en meer specifiek bij het Spaans (status quaestionis)
Sf
Carine De Groote
Sf_1 Zoekmachinemarketing of hoe je websites beter kunt laten scoren in zoekmachines: een analyse van de begrippen en termen in dit vakgebied (Nederlands-Spaans) Sf_2 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen - Responsabilidad Social Corporativa: een analyse van de begrippen en termen in dit vakgebied (Nederlands-Spaans) Sf_3 Vergelijking van automatische en manuele termextractie voor twee talen (NederlandsSpaans) op basis van een corpus van economische teksten Sf_4 ¿Cómo escribir un texto académico? Wat zijn de meest gebruikte 'academische' uitdrukkingen om structuur te geven aan je Spaanse tekst? Onderzoek op basis van een corpus van academische teksten.
32
Sg
July De Wilde
Sg_1
Meervoudige (taal)identiteit bij Spaanstalige migranten in Vlaanderen en Brussel.
Sg_2
Leerparcours Nederlands bij Spaanstalige migranten in Vlaanderen en Brussel.
Sg_3
Leerparcours Frans bij Spaanstalige migranten in Brussel.
Afdeling Taaltechnologie
L2
Lieve Macken
L2_1 Wat is de invloed van directionaliteit op de vertaalkwaliteit in automatische vertaalsystemen: een vergelijkende studie (bijv. Engels -> Nederlands vs. Nederlands -> Engels) L2_2 Welke types terminologische variatie komen frequent voor in Nederlandse teksten en vertalingen? Wat is de invloed van deze variatie op automatische terminologie-extractiesystemen? L2_3 Hoe verstaanbaar zijn automatisch vertaalde teksten? Zijn moeilijk te begrijpen passages terug te brengen tot bepaalde foutentypes? Lb
Els Lefever
Lb_1 Is het mogelijk om op een automatische manier hyperniemen te ontdekken in een parallel corpus (Nederlands/Frans/Engels) ? Lb_2
Sentimentanalyse van politieke berichten op basis van een zelf aangelegd Twittercorpus.
Lb_3 Hoe goed scoren automatische systemen voor sentimentanalyse op een social media corpus ? Lc
Orphée De Clercq
Lc_1 Automated Essay Scoring: welke systemen zijn er vandaag op de markt om schrijfopdrachten automatisch te beoordelen? Literatuurstudie en een vergelijkend onderzoek. Lc_2 Code switching op Twitter: Nederlandse tweets zijn vaak doorspekt met andere talen. Literatuurstudie en corpusonderzoek op een verzameling tweets van 10 mannen en 10 vrouwen. Ls
Gilles Jacobs
Ls_1
Semantische frames van events in economisch nieuws: literatuur- en corpusstudie.
Lu
Ayla Rigouts Terryn
Lu_1
What are terms? About the nature of terms and terminology annotation
33
Lw
Joke Daems
Lw_1 Translation variation in translated and post-edited texts / Vertaalvariatie bij manueel vertalen en post-editen Kan zowel in het Engels als in het Nederlands geschreven worden.
Afdeling Turks Ua
Johan Vandewalle
Ua_1 Vertaalkundige studie op basis van een werk van Elif Shafak, door haar geschreven in het Engels en vervolgens vertaald naar het Turks. Ua_2 Studie van de herwerking van een intralinguale vertaling van de roman İntibah van Namık Kemal. Ua_3 Vergelijk de structuren waarmee de directe rede aangegeven wordt in het Turks en in het Nederlands. Ua_4 Vergelijk de Turkse en Nederlandse collocaties bestaande uit een werkwoord gecombineerd met okul/school, ders/les en sınav/examen. Ub
Feyza Altınkamış
Ub_1 Welke verschillen en gelijkenissen treffen we aan in het taalgebruik van Turkse en Vlaamse huwelijksaankondigingen? Ub_2
Kenmerken van een vertaling in jeugdliteratuur: een literatuurstudie.
Ub_3 De taal van het koffiedikkijken in het Turks: een onderzoek naar collocaties, idiomatische uitdrukkingen en sjablonen. Ub_4 De culturele verschillen in voorleesgedrag tussen Turkse eentalige gezinnen in Turkije en Turks-Nederlandse tweetalige gezinnen in Vlaanderen: een actieonderzoek. Uf
Sevdag Kaya
Uf_1 Hoe worden de namen van Belgische overheidsinstellingen vertaald in Turkse kranten die zich toespitsen op de Belgische actualiteit ? Uf_2 Onderzoek naar het gebruik en de Nederlandse vertaling van de woorden bereket, hayır en kısmet en hun collocaties. Uf_3 Welke zijn de belangrijkste verschillen in de interpunctieregels van het Nederlands en het Turks? Uf_4
Welke Turkse culturele elementen bevatten de reclames van Cola Turka
34
4
PRAKTISCHE AFSPRAKEN
deadline themakeuze
indiendata bachelorproef
eerste zittijd
tweede zittijd
vrijdag 28 oktober 2016
vrijdag 28 oktober 2016
maandag 15 mei 2017
woensdag 16 augustus 2017
gedrukte versie (x2) studentensecretariaat elektronische versie opladen op Minerva (cursus Bachelorproef)
De
lijst
met
geregistreerde
thema’s
kan
worden
geraadpleegd
op
www.vtc.ugent.be/evalven. Informatie in verband met de vormgeving van je bachelorproef (titelpagina, abstract, bijlagen, elektronische versie e.d.) vind je in de syllabus bij de cursus Bachelorproef (A3BP).
35
36