De activiteit het arr.angement maakt niet uit! l
Ech wel. puzzelen is ons vak!
verantwoord gewerkt!
Aanleiding Als opleider van de pmt opleiding hoor ik studen-
Ik wil hier niet de leermeester zijn die anderen
ten geregeld zeggen dat op stage wordt gezegd
op de vingers tikt aangezien ik zelf ook een voor-
dat het niet uitmaakt wat je doet als je maar weet
beeld ben van de ene groep die leent van de an-
waar je heen wilt met de cliënt! Omdat ik zelf ja-
deren zonder gedegen opleiding daarin.
renlang stagebegeleider
Op de VO-PMT ben ik wel geïntroduceerd in be-
ben geweest, snap ik
mogelijk één achtergrond van deze opmerking
paalde lichaamgeoriënteerde methodieken maar
wel. Studenten piekeren zich vaak uren suf over
dat was meer op activiteitsniveau en weinig on-
de activiteit in plaats van zich druk te maken over
derbouwd.
het waarom, het doel. Ik maak me echter zorgen
ding voor het schrijven van dit artikel. In ons vak
wanneer pmt'ers dit echt gaan menen omdat ze
is gedegen kennis van wat een arrangement kan
daarmee de kracht van ons vak ondermijnen. De
oproepen noodzakelijk, maar daarnaast is het de
En daarmee ben ik bij mijn aanlei-
zorgvuldig gekozen activiteit en het arrangement
basis en de kracht van ons vak, zowel op lichaams-
geven, naast het gesproken woord, de mogelijk-
georiënteerd- als bewegingsgeoriënteerd niveau.
heid om de ervaring van een cliënt betekenisvol te maken. In dit artikel wil ik een poging wagen om
Beginsituatie:
een kapstok aan te reiken die sturing kan geven
Bij de start, bij het eerste nadenken over waarom,
de start ligt bij de cliënt.
aan een adequate activiteitskeuze.
wat en hoe je de behandeling gaat aanpakken,
Een stukje geschiedenis
de cliënt en de context.
In de jaren 60 van de vorige eeuw waren pmt'ers
die de activiteitskeuze mede zal bepalen.
oud bewegingsonderwijzers die in de VGZ, psy-
Zowel de psychopathologie van de cliënt, de hulp-
chiatrie en revalidatie gingen werken. Ze hadden
vraag en het gestelde doel, de mogelijkheden van
liggen een aantal zaken vast, "veroorzaakt" door Het is vooraf-informatie
veel verstand van het ontwerpen van activiteiten
de cliënt op lichamelijk, emotioneel, cognitief en/
en om mensen daarbinnen bewegend te bege-
of sociaal gebied, de (des- of over-)interesse van
leiden, en
de cliënt voor bewegen én de accommodatie
waren daarmee voornamelijk bewe-
gingsgeoriënteerd.
De afgestudeerden van de
universiteiten van Amsterdam en Groningen wa-
kunnen de keuze voor activiteiten richting geven, maar ook uitsluiten of beperken.
ren doorgaans veel minder onderlegd in het be-
Deze 5 punten en wellicht nog wel meer bepalen
wegingsgeoriënteerd
werken en kozen daarom
de beginsituatie van ons werk. Ik ga er vanuit dat
veelal voor lichaamsgeoriënteerd werken omdat
de lezer zijn eigen situatie kan analyseren en de
ze daarin opgeleid waren.
mogelijkheden van zijn doelgroep en daarmee ge-
Zo ontstonden er dus twee groepen pmt'érs, de
paard gaande problematiek goed onder ogen kan
één beter in lichaamsgeoriënteerd werken en de
zien. Het is daarom dat ik hieraan geen aandacht
ander in bewegingsgeoriënteerd
en natuurlijk
geef omdat mijn inzet is om een poging te wagen
leenden ze activiteiten van elkaar. In dat lenen zit
om de activiteitskeuze die volgt ná deze vooraf-
voor mij het probleem niet maar wel in het te wei-
informatie van een kapstok te voorzien.
nig eigen maken van deze twee manieren van werken: in het "leent je pik" werd doorgaans te weinig
Vooronderstellingen
De rationale is een reden of grondslag voor een
Er zijn vier vooronderstellingen die een rol spelen
opinie, attitude, beslissing of handeling.
in het tot stand komen van de activiteitskeuze.
Door het formuleren van een rationale verantwoordt de therapeut voor zichzelf wat hij doet in
1. Een activiteit heeft een intrinsieke waarde.
zijn therapie en in het uitspreken ervan naar de
Ik bedoel hiermee dat de ene activiteit meer of
cliënt ontstaat zo een door beide onderschreven
minder een appèl doet op bewegende, lichamelij-
reden voor het therapeutisch handelen.
ke, emotionele, cognitieve en/of sociale aspecten
Bijvoorbeeld:
(verder LECSgenoemd) van de cliënt in relatie tot
cliënt zeggen "Door op tijd 'stop' te roepen, als
Als therapeut kun je tegen een
zijn problematiek.
ik dichter naar je toekom dan je prettig vindt bij
Rond dit appèl kunnen mogelijke inschattingen
deze controlled approach oefening, geef jij je
ten aanzien van de activiteit gemaakt worden
grens aan. Door dit vaker en in verschillende si-
door de therapeut,
tuaties bij de PMT te oefenen, leer je om beter
maar in het "hier en nu", in
het directe werk met de cliënt zal pas blijken of
in contact met jezelf te blijven als het spannend
die inschatting juist is. De intrinsieke waarde is
voor je wordt in sociale situaties en zal je minder
dus niet absoluut, maar wel meer of minder in te
gauw over je heen laten lopen". Hiermee geef ik
schatten en op te roepen.
als therapeut, naast de uitleg over WAT voor een
Bijvoorbeeld: Touwtrekken vraagt om het gebruik
activiteit ik aanbied, vooral duidelijkheid WAAR-
van lichamelijke kracht en kijkend naar het sociale
OM en WAARTOE ik deze activiteit aan de cliënt
aspect, roept het op om te gaan rivaliseren.
voorstel.
2. De gecreëerde context is mede bepalend voor
Arrangement: context, doelstelling, activiteit
het appèl.
Met behulp van de term arrangement wil ik de sa-
De gecreëerde context en de wijze waarop we
menhang tussen de tot nu toe gebezigde termen
deze kunnen manipuleren geeft ons mogelijkhe-
inzichtelijk maken met een schema. Een arrange-
den om meer of minder betekenis aan een be-
ment is een door de therapeut voorgevormde
paald aspect binnen de activiteit te geven. We
context waarin hij op een betekenisvolle manier
creëren niet alleen een context met materiaal
een doelstelling van de cliënt psychomotorisch
maar ook met personen. We noemen dit context-
therapeutisch bewerkbaar gemaakt heeft.
manipulatie.
Dus: Nadat de therapeut contact gemaakt heeft
Bijvoorbeeld: Bij springen met behulp van een
met de cliënt zal hij, uitgaande van de algemene
minitrampoline over een bok is de minitrampoline
doelstelling voor diens behandeling, een mental
naar achter plaatsen een contextmanipulatie om
set activeren. Met deze mental set als basis kan hij
het zweefmoment te vergroten, maar of dat ook
zijn rationale voor het werken van dit moment in-
echt gebeurt is echter afhankelijk van de deelne-
troduceren, waardoor cliënt en therapeut op één
mer, omdat het ook een appèl kan doen op de
lijn komen over de behandelingsdoelstelling en
emotie (angst) of cognitie ("Ik haal dit nooit").
werkwijze. Als logisch vervolg op deze rationale creëert hij een arrangement waarbinnen de te be-
3. De mental set is richtinggevend voor het appèl.
halen doelstelling(en) bewerk baar worden.
Onder mental set verstaan we de actuele toestand van diffuus gerichte aandacht die een persoon heeft op een bepaald kennis- of ervaringsgebied. Teneinde de ontvankelijkheid van de cliënt voor ons therapieaanbod te optimaliseren, moeten we zijn aandacht focussen op datgene wat wij hem willen aanreiken. We moeten het ervaringsgebied ontsluiten waarbinnen we gaan werken met de cliënt. Dit doen we door zowel verbaal als nonverbaal betekenisverlening te activeren. Bijvoorbeeld: Wanneer een therapeut
handen
wrijvend voor zijn cliënt gaat staan en aan geeft iets spannend te hebben voorbereid, focust dit de
Komen tot activiteitskeuze: het stappen plan als
cliënt in een richting
kapstok. Op basis van bovenstaande vooronderstellingen
4. De gegeven rationale van de therapeut bepaalt mede het appèl.
en gebruikte werkmodellen (LECS,arrangement,
... ) introduceer ik een stappenplan om te komen
Het kan natuurlijk zijn dat er aan meerder aspec-
tot een adequate activiteit aan de hand van een
ten aandacht moet worden geven. Het is onze deskundigheid
praktijkvoorbeeld. Mensen die op de hulpverlening
een beroep
doen, zijn vaak meer of minder uit balans. Voor
om daarin methodische
keuzes
te maken in afstemming met de cliënt, want dat heeft consequenties voor de activiteitskeuze.
pmt'ers is het doorgaans niet zo moeilijk om rond het onderwerp balans een activiteit te kiezen.
De keus voor L of E of e of 5 óf een combinatie heeft invloed op de activiteitskeuze.
Stap 1: Wat kunnen we op basis van LECSzeggen
Wanneer'er gekozen wordt om te starten met L,
over balans?
en niet met S, dan ligt een andere activiteitskeuze
L : je kan lichamelijk stevig staan. We noemen dat
voor de hand.
wel meer gegrond zijn (grounding).
Op lichamelijk vlak kan het zijn dat iemand zich-
Je kan ook
hoog staan dan sta je meestal met overstrekte
zelf door zijn wijze van bewegen steeds uit balans
knieën en het gaat vaak met een hoge ademha-
brengt. We kunnen dit zien bij ADHD'ers:
ling gepaard.
onvoldoend~ controle over de omgeving. De om-
er is
E : emotioneel kan je uit balans zijn omdat je door
geving speelt met hen. Nog specifieker: het kind
een gebeurtenis, een ervaring uit het veld gesla-
speelt niet met de bal, maar de bal speelt met het
door signalen
kind. Het kind loopt zichzelf vaak voorbij. Maar
van buiten eerder geraakt, maar het kan ook zijn
gen bent. Je wordt bijvoorbeeld
ook een cliënt met Parkinson kan zo vast zitten in
dat de "bibber" in je lijf zit. Bij alle twee geldt dat
zijn lijf en daarom zo krampachtig bewegen dat bij
je anders in de wereld staat. De één is meer alert
iedere stap een balansprobleem ontstaat.
en de ander staat meer vermijdend in de wereld.
Het moge duidelijk zijn dat LECSeen werk-
En hier begint het puzzelen: stap 3: Vanuit het doel ga je op zoek naar een activiteit waarin de
model is waar de werkelijkheid, het gedrag uit
cliënt wil experimenteren, wil oefenen.
elkaar getrokken wordt. Scheidslijnen zijn vaak
Bij het kind met ADHD zou ik een activiteit kiezen
niet zo duidelijk te trekken. In bovenstaande
waarin het kind bemerkt dat hij met aandacht en
uitwerking mag duidelijk zijn dat het ook
bewegen in een lager tempo meer de baas wordt
lichamelijk zichtbaar is of je meer alert of meer
over zijn eigen bewegen. Dus bijvoorbeeld
vermijdend bent.
carré van banken met allerlei obstakels, waar hij
een
over heen moet stappen. C : Cognities kunnen de mens breken en maken,
Uitbouw mogelijkheden in hoogte, maar ook bij-
zeker wanneer het om balans gaat. Negatieve ge-
voorbeeld om een bak met tennisballen mee te
dachten kunnen ons nog meer uit balans brengen.
geven die hij mag gebruiken om de therapeut
We noemen het dan bijvoorbeeld onzekerheid of
mee te bekogelen. Essentieel vind ik dat je de c1i-
faalangst.
ent in een positie brengt dat hij wil oefenen. En
S: Het sociale aspect rond balans is boeiend. Het
bij kinderen is daar vaak uitdaging, spanning bij
kan zijn dat je in eentje in balans bent, maar in
nodig.
relatie met anderen uit balans raakt. Natuurlijk kan het ook nog afhangen wie die anderen zijn en vanuit welk systeem ze komen (privé, werk, hobby, publieke
ruimte). Daarbinnen kunnen we weer
onderscheiden of de ander letterlijk in actie moet komen, dus je wordt letterlijk uit balans geduwd en/of getrokken of is de aanwezigheid of de blik al voldoende.
Studenten piekeren zich vaak uren suf over de activiteit in plaats van zich druk te maken over het waarom, het doel.
Dit is een meer algemene analyse rond hoe een mens meer of minder in balans kan zijn en ik denk dat het een kleine moeite is om dit toe te passen
De activiteit in dit arrangement heeft de volgende
op een specifieke cliënt.
intrinsieke waarde: door het smalle loopvlak wordt
Stap 2: Maak vanuit de kennis die je hebt van je
wordt een appèl gedaan op het tempo van lopen
de richting bepaald en door de spullen op de bank cliënt een keus in LEeS waarop een appèl gedaan
(L), maar wordt ook de aandacht (C) bepaald! Dus
kan worden in de activiteit om tot een positieve
de gecreëerde context heeft invloed op het appèl.
en/of corrigerende ervaring te komen.
Natuurlijk kan het kind nog als een dolle alle spul-
len van de bank knallen en er rennend overheen
nog gemikt mag worden, wordt dit nogmaals ver-
gaan. Ik moet zeggen dat mij dit nooit overkomen
sterkt.
is, maar voor het voorbeeld is het leuk wanneer
ontstaan. De Parkinson problematiek kan ervoor
het wel gebeurt om mijn denkwijze te illustreren.
zorgen dat de bal niet losgelaten wordt. De bal
Toch kan bij een bal gooien verkramping
Het betekent in dit geval dat het appèl op tempo
blijft bij wijze van spreken plakken in de hand,
te weinig dwingend was. Als aanpassing kun je
een 'stotterend
met het loopvlak de hoogte in of je kunt bijvoor-
natuurlijk weer aanpassen, in dit geval met een
beeld balletjes op pionnen leggen en deze door
bewegende actie die het loslaten minder in zich
bewegingsbeeld'.
Dat betekent
het kind in een emmer laten verzamelen.
heeft, bijvoorbeeld met een waterpistool op de
De Parkinson cliënt zit doorgaans niet op span-
foto's van de mensen in het wandrek mikken.
ning te wachten, die kan met psycho-educatie en/ of vanuit het onderhouden van mobiliteit gemo-
Stap 4: Zowel bij de ADHD als Parkinson proble-
tiveerd worden. Maar ook hier ben ik ervan over-
matiek is het nu van belang een goede mental set
tuigd dat positieve beleving in de activiteit een
te creëren omdat het appèl dan niet alleen uit de activiteit komt, maar ook versterkt wordt door het aangeboden ervaringsgebied: je richt verbaal de
Een arrangement is een door de therapeut voorgevormde context waarin hij op een betekenisvolle manier een doelstelling van de cliënt psychomotorisch therapeutisch bewerkbaar gemaakt heeft.
aandacht nog eens expliciet. Ook de rationale kan daarin versterkend werken omdat de intrinsieke motivatie van de cliënt wordt aangesproken. Een voorbeeld: Bij het kind met ADHD kan ik me voorstellen dat ik bij het lopen naar de zaal al aan hem vraag of hij ook in de 1e versnelling kan lopen en dan in de tweede ... we doen dat dan samen en natuurlijk zetten we onszelf ook in de versnelling achteruit! We kunnen dan kijken wanneer we meer ongelukjes hebben en botsingen. Welke versnelling leuker is en welke handiger en zo kan uitgelegd worden dat een bepaald tempo invloed heeft
belangrijk aspect is. Bij deze persoon denk ik aan
op meer of minder succes, meer of minder vallen.
aandacht naar voren, naar buiten. De aanname is
Ik anticipeer dan op het arrangement in de zaal,
dat door de spanning, de moeite om in balans te
en vertel dan dat als we zo meteen in de zaal ko-
blijven de aandacht naar binnen is gericht en er
men hij kan zien dat ik een activiteit heb gebouwd
meer blokkering ontstaat. Aandacht naar buiten
waarin tempo belangrijk is en dan is na deze men-
zorgt voor meer "gepasseerde" lichamelijkheid en
tal set de rationale gemakkelijk uitgelegd.
normaliter voor meer ontspanning. Methodisch gezien zou ik dus eerst starten met
Samenvattend kunnen 4 stappen onderscheiden
het oefenen van aandacht naar buiten en daar
worden:
hoeft
Stap 1: Wat kunnen we op basis van LECSzeggen
niet bij gelopen te worden. Je kan afhan-
kelijk van het beweegniveau zittend of staand
rond het thema, de problematiek.
beginnen. Bij zitten en een bal naar iets werpen
Stap 2: Maak vanuit de kennis die je hebt van je
ontstaat er geen balansprobleem (mits rompba-
cliënt een keus op LECSwaarop een appèl gedaan
lans in orde), wel een balansverstoring. Het wer-
kan worden in de activiteit om tot een positieve
pen dient wel aantrekkelijk gemaakt te worden,
en/of corrigerende ervaring te komen.
of bekende
Stap 3: Puzzel over een arrangement waarbinnen
Nederlanders in het wandrek te hangen die ge-
een optimaal appèl gedaan wordt op dat stuk van
door bijvoorbeeld foto's van politici
raakt mogen worden. Ook het gesprek over deze.
LECSwaarvoor gekozen is en wat je wilt laten er-
bekende mensen en politici versterkt de aandacht
varen.
naar buiten. Bij staande werpen gebeurt er direct
Stap 4: Bedenk een mental set en rationale die
meer: jezelf uit balans werpen kan dan om de hoek
deze ervaring versterken.
komen kijken en de wijze van staan en werpen zijn dan oefenmogelijkheden.
Bij stap 2 is gezegd dat de keus op L, E, C of 5
Deze activiteit vraagt om kijken naar voren: a.
of een combinatie invloed heeft op de activiteits-
omdat mikken daarom vraagt en b. het wordt ver-
keuze!
sterkt door de mensen die in het wandrek hangen.
Wanneer gekozen wordt om te starten met L en
De gecreëerde context doet een visueel appèl om
bijvoorbeeld niet met S dan ligt een andere activi-
meer naar buiten gericht te zijn en omdat er ook
teitskeuze voor de hand!
In het voorbeeld werd gekozen voor de L in com-
De omgeving brengt hem uit balans, is doorgaans
binatie met de e van LEes: een andere ervaring
al de aanvaller. Het kind ervaart de wereld als te-
in het bewegen in relatie tot balans houden werd
gen, moeilijk te hanteren. De ervaring van samen
gezocht.
en naast kan positiever en corrigerender werken omdat je samen zijn kracht en zijn mogelijkheden
Bij welke activiteit
komen we uit als gekozen
kan ontdekken om te blijven staan.
wordt voor de S?
Methodisch: het spanningveld in'deze activiteit zit
Stap 1 blijft hetzelfde en in stap 2 wordt gekozen
op lukken en mislukken en daar bestaat het leven
op basis van de informatie die je hebt van de cliënt'
van veel è1iëntenmet ADHD al grotendeels uit. De
voor het sociale aspect.
ervaring van uit balans zijn door een actie van de
Stap 3: het puzzelen.
ander is bekend, maar de ervaring van in balans
We gaan terug naar het kind met ADHD. Het boei-
blijven door de actie van een ander is nieuw. Het
ende van werken met het sociale aspect is dat je
is dus een methodische keus om het kind in een
er niet om heen kan om dit te combineren met
ervaring te ~rengen die sowieso lukt.
de E of e of L. De interactie met een ander heeft namelijk altijd meer of minder bewust invloed op
Ik kan me voorstellen dat u nu denkt dat de we-
deze aspecten.
reld in zijn realiteit zich ook zo voordoet aan het
Voor het voorbeeld is het echter interessant om
kind. Daar ben ik het mee eens, maar in therapie
de S te combineren met de L omdat door de keus
mag het ook eerst van makkelijker naar moeilijker
op het sociale aspect de activiteit verandert.
of in eerste instantie een positieve ervaring zijn.
Bij het kind met ADHD werd gezegd dat de omgeving met hem speelt en dat de bal vaak speelt
Kortom, de ingrediënten voor de activiteit zijn:
met het kind. Zo kan je ook kijken naar de me-
samen in actie zijn, waarin het lijfelijk in balans blij-
demens in de omgeving van een ADHD'er: die
ven wordt uitgedaagd!
medemens kan teveel invloed hebben waardoor verstoring van balans bij het kind plaatsvindt. In de activiteitskeuze wil je het tempo van bewegen én de regie daarover bij het kind beïnvloeden. Je wilt beïnvloeden dat hij in balans blijft op actie van anderen. Daarbij hebben we gekozen voor lichamelijk in balans.
Vanuit het doel ga je op zoek naar een activiteit waarin de cliënt wil experimenteren, wil oefenen.
De eerste gedachte is: kan hij stevig blijven staan op de actie van anderen? Nu ben ik genoodzaakt een uitstapje te maken
Ik stel me nu voor dat het kind de kapitein is die
want .... naar een andere keus en ik noem dat de
op een rollende kast staat en de opdracht is dat
eerste haak aan de kapstok. Deze eerste haak
zijn matroos (de therapeut) hem door een par-
is: kies je voor een activiteit waarin je samen
cours moet duwen. De bochten en de mogelijke
(naast), tegen of los van elkaar werkt.
tempowisselingen maken dat er een groot appèl
Deze haak is van groot belang omdat a. er te wei-
wordt gedaan op zijn lijfelijk in balans zijn. We zoe-
nig nagedacht wordt over de optie samen, naast
ken samen naar mogelijkheden om niet uit balans
en dat snel gekozen wordt voor tegen, en b. dat
te raken en onderzoeken of bepaalde manieren
je met deze keuze een verschillend appèl doet op de cliënt.
wijder staan of af en toe gaan zitten helpend zijn
van staan en meer of minder door de knieën of om in balans te blijven.
In mijn voorbeeld van het kind met ADHD die door een actie van de ander uit balans gebracht
Stap 4: de mental set en de rationale zijn bin-
wordt, is een activiteit van tegen elkaar snel ge-
nen deze activiteit natuurlijk weer van belang en
vonden. Je zet het kind op een bank en hij moet
maken bijvoorbeeld de stap naar de eerder af-
zich staande houden op de bank wanneer ik hem
gewezen activiteit om het kind te bekogelen op
met allerlei ballen bekogel. Er is dus een aanvaller
de bank mogelijk. Je kan duidelijk maken dat het
en een verdediger.
in balans blijven in een samenwerkingsopdracht
Het appèl wat je met deze activiteit nu doet, is
waarin hij de baas is erg goed lukte, maar gaat het
tweeërlei:
ook lukken in een activiteit waarin ik aanvaller ben
Inhoudelijk: de omgeving speelt al met het kind.
en hij de verdediger? Over de hoeveelheid ballen
en de grootte en de zwaarte van de ballen kan natuurlijk onderhandeld worden. Duidelijk is dat met een ander accent op LECS, de puzzel verandert, maar er komen ook andere overwegingen naar boven die in relatie staan met de problematiek. Naast de 4 stappen hebben we nu een kapstok met één haak: de positie-inname, die in stap 3 een belangrijke rol speelt. Een andere haak aan de kapstok ter ondersteuning van de activiteitskeuze is het gebruik van tijd, tempo en richtinggegevens. Vanuit het bewegingsonderwijs komt de wijsheid dat in iedere beweging binnen een bepaalde context sprake is van tijd (het moment). tempo en richting. Parallel hieraan zijn in thema's, hulpvragen en problematieken van mensen tijd, tempo en richtinggegevens meer of minder dominant aanwezig. Wanneer van dominantie sprake is dan kan werken met deze gegevens ondersteunend zijn bij de keus van een activiteit en is een tweede haak aan de kapstok. In een voorbeeld rond een bewegingsprobleem wordt duidelijk dat puzzelen met tijd, tempo en richtinggegevens het appèl kan laten verschuiven. Bijvoorbeeld in een mikopdracht (richting) is het rollen van een bal in een bepaald tempo al vaak gecompliceerd genoeg om iets omver te werpen. In de verstandelijk gehandicapte zorg, revalidatie en ouderenzorg is een dergelijk arrangement al snel te ingewikkeld: het appèl is te complex. Wan-
samen in actie zijn, waarin het lijfelijk in balans blijven wordt uitgedaagd!
kast vandaan kom. Dan wordt het moment samen met de richting dominant. Het is mijn uitnodiging aan u om met deze gegevens te puzzelen omdat het boeiend is hoe je op deze manier een arrangement kan beïnvloeden. Bij hulpvragen en problematieken is de dominantie van tijd, tempo en richting niet altijd even sterk aanwezig, maar neem bijvoorbeeld iemand met impulscontrole problematiek. Die reageert doorgaans te snel en gericht op de ander, terwijl juist iemand met subassertiviteit vaak te laat of niet of te traag reageert. En dan start weer stap 1: Wat kunnen we op basis van LECS zeggen van subassertiviteit en het te laat reageren? En dan stap 2 tot en met stap 4. Een derde en laatste haak aan de kapstok omvat twee afgeleiden van tijd, tempo en richting: te veel - adequaat - te weinig, en te vroeg adequaat - te laat. Toch wil ik deze nog onderscheiden omdat het inzicht geeft in hoe mensen bewegen en zich gedragen. Het verduidelijkt de problematiek en dat inzicht geeft weer voeding aan de activiteitskeuze. In het gedrag van mensen is zichtbaar en hoorbaar of iemand verbaal en / of non-verbaal te veel, te weinig of adequaat in actie is, en ook of iemand te vroeg, op tijd of te laat reageert. Wanneer we teruggaan naar de cliënt met impulscontrole problematiek dan is het voorspelbaar dat hij doorgaans te vroeg en te snel reageert. De Parkinson cliënt heeft in beweging vaak moeite om te stoppen en reageert dan te laat en hetzelfde geldt voor de subassertiviteitsproblematiek. Nu nog een uitwerking rond impulscontrole blematiek met behulp van het stappenplan.
pro-
Stap 1: Wat kunnen we op basis van LECS zeggen rond te vroeg en teveel bij impulscontrole.
L: In het lichaam zie je vaak veel spierspanning, bij aanraking is de spanning in het lichaam voelbaar. neer je echter een baan maakt waar de bal tusBewegend staat de persoon alert in de wereld. sendoor rolt, de richting is bepaald, dan lukt het wel. Het kan echter ook mogelijk zijn dat de rich- • E: in de volksmond zeggen we dat deze mensen "lichtgeraakt" zijn, dat betekent dat ze snel in een ting niet het bewegingsprobleem is, maar juist het emotie schieten; daarnaast is de uiting van de tempo; je ziet dat vaak bij mensen die rolstoelgeemotie vaak (te) groot. bonden zijn of weinig fut hebben. Het maken van C: de cliënt denkt vaak "de wereld is tegen mij", een hellende baan, waarover de bal vanzelf naar maar op het moment van reageren wordt niet gebeneden rolt, maakt het tempo ondergeschikt en dacht. Wanneer er gedacht wordt dan is het na zorgt voor richtingdominantie. de actie, we noemen dat rond onze haak aan de Kan de tijd, het moment ook dominant worden? kapstok te laat! Stelt u zich voor dat ik achter een kast zit en u S: door de snelle en heftige reactie op de mens mag mij proberen te raken met foamballen als ik om hem heen, wordt de ander op afstand gehoumet mijn hoofd of met een voorwerp achter de
den, maar de ander houdt ook afstand en dat ver-
lang is dat hij de baas is over zijn eigen keuzes.
sterkt weer de negatieve gedachten.
Je kan zelf bepalen wanneer je start of afspringt
Boeiend in deze analyse is dat het ons duidelijk
je op het goede moment en in eigen controle ac-
maakt dat in L, E en S sprake is van te vroeg en
ties onderneemt, iets waar je in het dagelijks leven
te veel, maar dat cognitief het tegenovergestelde
moeite mee hebt.
en wanneer je afspringt. We oefenen dan zo dat
het geval is, men is te laat en denkt doorgaans te weinig.
Nawoord
Dit is essentieel voor stap 2: Maak vanuit de ken~
Mijn voornemen om het gepuzzel rond activiteits-
nis die je hebt van je cliënt een keus op LECS
keuzes op papier te zetten heeft lang geduurd.
waarop een appèl gedaan kan worden in de ac-
In de eerste plaats omdat ik een vaardigheid heb
tiviteit om tot een positieve en/of corrigerende
ontwikkeld die op ervaring gestoeld is en ten
ervaring te komen.
tweede heb ik lang gedacht dat deze ervaring en
Cognitief kan de bekende "tel tot tien" interven-
vaardigheid te persoonlijk was en dus niet over-
tie gedaan worden, maar mijn ervaring is dat voor
draagbaa~
geen enkele cliënt met impulscontrole problema-
Door mijn werk aan de pmt-opleiding
tiek dit nieuws is. Mijn keus ligt op L en dan vooral
desheim kreeg ik steeds meer zicht op wat wel
te Win-
het bewegende accent omdat dit vaak nog een
en niet overdraagbaar was. Creativiteit is moeilijk
gezond stuk is waarbinnen de kans om een posi-
overdraagbaar, maar een manier van denken is
tieve ervaring op te roepen mogelijk is.
wel overdraagbaar en zeker wanneer die manier
Stap 3: Puzzel over een arrangement waarbinnen
op ieders eigen wijze gebruikt kan worden.
een optimaal appèl gedaan wordt op dat stuk van LECSwaarvoor gekozen is en wat je wilt laten ervaren. Mijn keus ligt dus op het bewegen en ik ben op zoek naar adequaat reageren. Mijn voorkeur zou uitgaan naar een arrangement waarin de cliënt in zijn eentje in actie is. Het samen in de zaal zijn en het bekeken worden is vaak al complex genoeg, daarom eerst een actievol arrangement in zijn eentje. Bijvoorbeeld afschommelen van een kast. Je staat op de kast, schommel onder je bil, je tilt je benen op, je schommelt en je springt aan het eind van de zwaai af. Natuurlijk is de kans op te vroeg hier ook aanwezig, maar bij te vroeg is de actie nog wel geslaagd en er kan geoefend worden met langer wachten en het effect daarvan op de schommelervaring ook qua beleving.
Ik realiseer me dat mijn kapstok met enkele ha-
Je kan ook kiezen voor een activiteit waarin het
ken niet volledig is en dat voor mijn kapstok ook
te vroeg of te laat uitgeschakeld worden. Bijvoor-
de spreekwoordelijke
beeld door met een honkbalknuppel en bal vanaf
een "kapstok met haken en ogen is". Toch heb
uitspraak geldt, dat het
een statief te laten slaan. Dit is een keus en maakt
ik gemeend het met u te moeten delen omdat het
deel uit van de puzzel gebaseerd op uw inzicht
nieuwe voeding aan uw keuzes rond activiteiten
van de cliënt.
kan geven en dat kan in belang zijn voor uw kwa-
Voor alle duidelijkheid: dit is geen creativiteit van
liteit van werken.
mij. Ik gebruik hier de andere haak van de kap-
Ook nodig ik u van harte uit om met mij in gesprek
stok, die van tijd, tempo en richting. Ik zoek een
te gaan rond dit stuk en natuurlijk mogen er ook
activiteit die het tijdsaspect, het goede moment
nieuwe haken aan de kapstok worden gehangen!
minimaal in zich heeft. Dus nogmaals het is een denkwijze, gebaseerd op dit stappenplan.
Martin van den Blink
Stap 4: Bedenk een mental set en rationale die
met ondersteuning van Fred Dijk
deze ervaring versterken. Rond de schommelactiviteit kan ik me voorstellen dat ik tegen de cliënt zeg, dat ik een spannende activiteit heb bedacht, die we ook steeds spannender kunnen maken, maar waarin het van be-