Dalton Handboek Mei 2014
Inleiding Dit handboek, eerste versie voorjaar 2014, is geschreven voor en door het team van Daltonschool de Kleine Kapitein. In mei 2014 heeft de MR het boek, ter informatie en instemming, gelezen en besproken. Eind mei is het gepubliceerd op onze website, www.dekleinekapitein.nl Laura van der Hammen, directeur de Kleine Kapitein Openbare basisschool voor Daltononderwijs
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
Inhoud Dalton Handboek Inleiding 1)
Dalton op de Kleine Kapitein
3
2)
Waarom Dalton? Onze visie
4
3)
De doorgaande lijn in kernwaarden
5
4)
Dalton in ons bewegingsonderwijs
15
5)
Dalton-ontwikkelplan, 2014-2019
18
6) Dalton-scholing
19
7) Bijlagen:
20
• Weektaak groep 1/2 • Weektaak groep 3 • Weektaak groep 4 • Weektaak groep 5 t/m 8 • Voorbeeld handelingswijzer • Format actie-plan • Kijkwijzer Dalton-klassenbezoeken • Evalueren, kaart voor in de klas • Voorbeeld kinderenquête, overblijf
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
3
1. Dalton op de Kleine Kapitein De Kleine Kapitein is vanaf de oprichting in 2004 een originele en Amsterdamse Daltonschool waar leerkrachten, ouders en bestuurders bewust hebben gekozen voor een vorm, een idee, een visie en een gedachtegoed. Hoe geeft de Kleine Kapitein in praktijk invulling aan het Daltononderwijs? In dit Dalton handboek staat het antwoord op deze vraag. Op overige, organisatorische, huishoudelijke en praktische zaken geven wij duidelijkheid in onze schoolgids. Als team zijn wij trots op de inhoud die wij geven aan ons onderwijs. We zien er met elkaar op toe, dat gestelde doelen, gemaakte afspraken en structuren vastgehouden en verder ontwikkeld worden. Een omgeving waarbinnen kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen is een vereiste voor een goede ontwikkeling. Daarnaast is het hanteren van herkenbare structuren belangrijk, omdat het kinderen zicht geeft op de verwachtingen die we van elkaar hebben. Wij kunnen alles keurig beschrijven, maar waar het werkelijk om gaat is hoe wij in de dagelijkse omgang met de kinderen werken. Onderwijs is en blijft in ontwikkeling en dat geldt ook voor de beschrijving van het proces in dit document. Inzichten en visies op werkwijze kunnen veranderen en dat betekent dat dit boek regelmatig aangepast zal moeten worden. Het met elkaar bezig zijn met de ontwikkeling van het onderwijs maakt dat het werken met kinderen leuk en interessant blijft. Wij willen ons enthousiasme delen met iedereen die onze school bezoekt. We hopen dat dit boek interessant is voor iedereen die ermee mag werken. Rollen waarop onze school voorbereidt: Het kind in het vervolgonderwijs Niet alleen het traditionele “huiswerk maken” vraagt van de kinderen dat ze bepaalde vaardigheden beheersen. De ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs doen een steeds groter beroep op de zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen. Zij zullen ook steeds vaker projecten en studieopdrachten krijgen waarbij je niet individueel, maar samen met medescholieren zaken moet uitwerken. De volwassene als beroepsbeoefenaar In de meeste beroepen in onze moderne, westerse kennismaatschappij worden initiatief, verantwoordelijkheidsgevoel en creativiteit verwacht. Vaak zal er moeten worden overlegd met collega’s, met opdrachtgevers en met diverse instanties. Zowel zelfstandigheid als het goed kunnen samenwerken zijn daarbij essentieel. De volwassene als medeburger De maatschappij is gebaat bij mensen die zich actief inzetten voor de samenleving.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
4
2. Waarom Dalton? Onze visie Wij kiezen op de Kleine Kapitein voor Dalton, omdat wij het belangrijk vinden, dat onze leerlingen een open en bewuste houding ontwikkelen en verantwoordelijk worden gemaakt voor hun eigen leerproces, zodat zij bewuste keuzes kunnen maken. Kinderen respecteren elkaar, hebben belangstelling voor elkaar, leren van en met elkaar. Zo ontstaat er een pedagogisch klimaat waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Er is sprake van keuzevrijheid voor kinderen bij het bepalen van wat doe ik wanneer, maar het moet wel af. Daardoor krijgen kinderen ruimte en inzicht in hun eigen ontwikkeling. Differentiatie is uitgangspunt. Daarnaast worden de talenten van kinderen gezien, gewaardeerd en zichtbaar gemaakt. Daltonscholen, dus ook onze school, onderscheiden zich door een eigen visie op kinderen: • Daltonscholen gaan er vanuit, dat elk mens in staat is verantwoordelijkheid te dragen. Deze benadering leidt tot een democratische grondhouding. • De leraren proberen een veilig, ondersteunend klimaat te bieden om het kind de kans te geven zo zelfstandig mogelijk met zijn omgeving om te gaan. • Daltonscholen gaan er vanuit dat elk kind zijn omgeving zo goed mogelijk probeert te begrijpen en er zo positief mogelijk mee omgaat. • Door elk kind te benaderen als open, communicatief en redelijk, wordt persoonlijke groei geboden. • Leraren hebben vertrouwen in de positieve bedoelingen van het kind. • In het spanningsveld van individuele belangen en belangen van de groep leert het kind zijn positie te bepalen.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
5
3. De doorgaande lijn in kernwaarden Verantwoordelijkheid en vertrouwen • De leerling neemt verantwoordelijkheid voor de verwerking van zijn taak. • De leerling legt waar nodig verantwoording af aan zijn leraren, zijn medeleerlingen en zijn ouders over de verwerking van zijn taak. • De leerling is actief betrokken bij zijn eigen (leer)werk. • De leerling draagt zorg voor zijn leeromgeving.
Onderbouw
Middenbouw Bovenbouw
Huishoudelijke taken Alle kinderen hebben een huishoudelijke taak waarmee we hen verantwoordelijkheid voor de (leer-)omgeving aanleren. Deze taken hangen in de klas en zijn inzichtelijk voor iedereen. Iedere dag wordt afgesloten met de uitvoering van deze taakjes en een reflectie op de dag of een onderdeel daarvan. Kind van de dag/week In de groepen 1 tot en met 4 is een kind van de dag. Deze leerling helpt met allerlei taken en heeft bepaalde privileges (naast de juf in de kring, de tassen uitdelen, het dagritme bijhouden). In de groepen 5 tot en met 8 is er een kind (zonnetje) van de week. Deze leerling helpt met allerlei taken en krijgt van klasgenoten feedback op gedrag en omgang. Rapportage In de rapporten, die we 2 keer per jaar uitreiken, hebben we een aantal Dalton-competenties omschreven welke gescoord kunnen worden middels een 3-punts of 5-punts schaal. In de kleutergroepen maken we gebruik van een observatielijst welke wij hebben ontworpen naar aanleiding van onze VVE-methode KoTotaal en Dalton vaardigheden. Hierbij volgen we het kind op basis van het aantal maanden genoten onderwijs. Gedurende de kleuterperiode wordt hier door de leerkracht 4 keer een verslag over geschreven. Wij beoordelen: Groepen 1/2: is zelfredzaam, functioneren met een maatje, voert de maatjestaak uit, kan taken op de weektaak plannen, is taakgericht bezig en laat zich niet afleiden, omgaan met uitgestelde aandacht (regels in de klas). Groepen 3 t/m 8: gebruik weektaak, gebruik Daltonblokje, functioneren met een maatje, samenwerken, taakgerichtheid, omgaan met uitgestelde aandacht.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
6
3. De doorgaande lijn in kernwaarden Zelfstandigheid • De leerling neemt zelf initiatieven om zijn leerdoelen te bereiken. • De leerling vraagt hulp van anderen en helpt anderen als zij hem/haar om hulp vragen. • De leerling bepaalt mede hoe ( werkvorm, tempo, plaats, tijd) hij/zij werkt aan de gestelde doelen. • De leerling kan omgaan met uitgestelde aandacht. • De leerling krijgt de gelegenheid het gemaakte werk zelfstandig na te kijken.
Onderbouw
Middenbouw Bovenbouw
Handelingswijzers In alle lokalen en gezamenlijke ruimten hangen verschillende handelingswijzers. In de kleuter-
groepen veelal gebruikmakend van foto’s, in de andere groepen van picto’s en tekst. Wij maken voor bepaalde routines handelingswijzers om kinderen zo een visuele en tekstuele ondersteuning te geven bij dagelijkse routines en processen. Hierbij hebben ze dan geen leerkracht of klasgenoot nodig. Daarnaast geeft het een doorgaande lijn weer in afspraken, structuren en routines. De handelingswijzers hangen op een logische, toepasselijke plek en worden door leerkrachten gemaakt en gedeeld.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
7
Uitgestelde aandacht In alle klassen is een stoplicht voor de leerkracht aanwezig, echter in verschillende verschijningen zoals het digibord, een cirkel op het taakbord of een symbool aan de wand.
De betekenis is overal hetzelfde:
Groen betekent dat de leerkracht beschikbaar is. Rood betekent dat de leerkracht niet beschikbaar is en de kinderen vragen moeten stellen aan andere kinderen en/of hun maatje. In de kleutergroepen heeft de leerkracht een knijper aan haar kleding waarop een rode of groene cirkel is bevestigd. Hiermee loopt zij rond tijdens de takentijd en geeft hiermee aan of zij benaderd kan worden door kinderen. Kinderen in groep 3 krijgen een Daltonblokje door school uitgereikt. Dit blokje staat tijdens takentijd altijd op tafel. Rood: ‘Ik wil niet gestoord worden.’ Groen: ‘Kinderen mogen vragen aan mij stellen.’ Vraagteken: ‘Ik heb een vraag aan de leerkracht.’ Tijdens de blokjesronde stopt de leerkracht bij kinderen die het blokje op een vraagteken hebben staan. Kinderen leren hun vraag te “parkeren” en verder te gaan met werk wat ze wel weten/ snappen. In alle klassen is een timetimer aanwezig. Deze wordt tijdens takentijd altijd aangezet waardoor de kinderen de tijd visueel zien verstrijken en hiermee rekening kunnen houden in de planning van hun werk. Stilte- en samenwerktafels Iedere klas heeft een samenwerktafel en een stiltetafel, mits de inrichting dit mogelijk maakt. Deze kunnen in de klas of op de gang staan en worden dusdanig gelabeld.
Aan deze tafel kunnen maatjestaken worden uitgevoerd of overige opdrachten waarbij samenwerken gewenst en/of toegestaan is.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
8
Nakijken In de groepen 3 tot en met 8 krijgen kinderen de verantwoordelijkheid zelfstandig werk (deels) zelf na te kijken. Rekenen is hiervoor zeer geschikt en wordt in groep 3 als eerste aangeboden. Voor een aantal andere vakken worden antwoordmodellen gemaakt. De groepen 3 tot en met 8 hebben een nakijktafel. Deze is gelabeld en voorzien van een handelingswijzer.
3. De doorgaande lijn in kernwaarden Samenwerking • De leerling benut de gegeven tijd en gelegenheid om te oefenen en zich te bekwamen in samenwerkingsvaardigheden. • De leerling werkt op respectvolle wijze samen met leraar en medeleerlingen.
Onderbouw
Middenbouw Bovenbouw
Maatjes In de kleutergroepen en groep 3 worden de maatjes aangeduid met foto’s, vanaf groep 4 is dit met naamkaartjes. Maatjes wisselen in alle groepen om de 2 weken. Dit gebeurt leerkracht gestuurd en groepsdoorbroken (indien een combinatiegroep). 1 á 2 keer per jaar mogen de kinderen zelf een maatje kiezen. Op de weektaak staat altijd minstens 1 maatjestaak. Hierbij is het belangrijk dat dit een opdracht is waarbij de kinderen elkaar nodig hebben en van elkaar afhankelijk zijn. Bij het plannen van de weektaak is er overleg tussen de maatjes noodzakelijk. Samenwerken Op de gang en in de klas staan zowel stiltetafels als samenwerktafels. Tijdens takentijd kunnen de kinderen ervoor kiezen hier te gaan zitten en samen te werken. Dit kan op de gang echter alleen als de kinderen een gangpas hebben en er op dat moment geen instructie wordt gegeven.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
9
Een gangpas geeft kinderen de mogelijkheid op de gang te werken. Deze pas is een blijk van vertrouwen van de leerkracht en kan indien nodig ook worden ingetrokken.
Coöperatieve werkvormen Iedere bouw heeft twee coöperatieve werkvormen afgesproken die ze jaarlijks aan de kinderen aanleren. Op deze manier ontwikkelen de kinderen een scala aan werkvormen waarbij we het samenwerkend leren stimuleren. Onderbouw: zoek-iemand-die, duo’s Midden-/bovenbouw: denken-delen-uitwisselen, placemat, binnen/buiten-kring Taakspel Met ingang van schooljaar 2013-2014 spelen wij in de groepen 3 t/m 8 Taakspel, de leerkrachten worden hiervoor opgeleid en begeleid. Taakspel is een methode die tijdens takentijd gespeeld kan worden ter bevordering van de taakgerichte werksfeer en de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Kinderen zitten in tafelgroepjes, deze groepjes hebben een (door de kinderen bedachte) naam. Ieder groepje heeft een poster aan de muur waarop de beloningen gespaard kunnen worden. Als de gehele groep een beloning verdient dan besluit de groep welke dat is. Dit kunnen week- of maandbeloningen zijn.
Leerkrachten geven positieve en mondelinge feedback tijdens de blokjesronde, negatieve feedback wordt slechts gemarkeerd door het wegpakken van een kaartje van het tafelgroepje. Tutoren Kinderen van groep 6 krijgen de gelegenheid tutor te zijn van een groep 3 leerling. Eenmaal per week is er een half uur tutorlezen, waarbij de groep 3 leerling hardop leest en hierbij gecoacht wordt door de leerling uit groep 6. Er wordt gebruik gemaakt van een handelingswijzer en er wordt wekelijks geëvalueerd.
3. De doorgaande lijn in kernwaarden Reflectie, werken met de weektaak • De leerling maakt een planning voor zijn taakwerk. • De leerling stuurt zijn planning bij door de voortgang te overzien. • De leerling beziet het behaalde eindresultaat kritisch en neemt leerpunten mee naar een volgende planning van zijn taak. • De leerling reflecteert op zijn eigen gedrag en dat van zijn medeleerlingen.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
10
Onderbouw
Middenbouw Bovenbouw
De weektaak De kinderen leren al in groep 1 dat zij verantwoordelijk zijn voor hun taken, de planning, registratie en evaluatie hiervan. Er wordt gedurende de week regelmatig gekeken naar de voortgang, door zowel de leerkracht als bijvoorbeeld de ouders. Op basis hiervan worden voornemens geformuleerd door zowel de leerkracht als de kinderen. Het werken met een weektaak heeft diverse doelen; • Kinderen leren hun werk te plannen. • Kinderen leren geplande activiteiten uit te voeren. • Kinderen leren zelfverantwoordelijk te zijn. • Kinderen leren het geplande werk te reflecteren. De Daltonweek start op maandag in de kleutergroepen. Op deze dag legt de leerkracht de verschillende opdrachten uit en plannen de kinderen hun weektaak in. Kleuters leren dat de schoolweek op maandag begint. Op het bord hangen de symbolen met daaronder een afbeelding van de taak. Taken worden aangeduid met symbolen. De kinddoelen worden vermeld bij de taken en besproken met de kinderen. De activiteiten zijn divers en gericht op verschillende ontwikkelingsgebieden. Te denken valt aan werken met ontwikkelingsmateriaal, knutselen, naar een verhaal luisteren in de luisterhoek, werken met je maatje, enzovoort. De kinderen mogen zelf kiezen wanneer ze welke activiteit uitvoeren. Als ze op maandag de knutselactiviteit willen uitvoeren, bevestigen ze het kaartje met de knutselactiviteit bij de maandag. Alle dagen hebben een bepaalde kleur, zodat de dagen voor de kinderen herkenbaar zijn. Deze kleuren worden door de hele school gebruikt. Als alle kaartjes bevestigd zijn, kunnen de kinderen gaan werken. De leerkracht vraagt bij aanvang van takentijd wat de kinderen op de weektaak hebben staan. Zodra de kinderen weten wat ze gepland hebben, gaan ze de activiteit uitvoeren. De activiteiten zijn vrijwel altijd zo samengesteld dat de kinderen de activiteiten zelfstandig of met hun ‘maatje’ uit kunnen voeren. Zodra de kinderen de activiteit uitgevoerd hebben, draaien ze het kaartje waarop de activiteit staat afgebeeld, om. Het symbool wordt dan afgebeeld met een kruis erdoor, zodat de kinderen weten dat ze de activiteit uitgevoerd hebben.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
11
Op de lange dagen (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) zijn er twee momenten, takentijd genoemd, waarop met de weektaak wordt gewerkt. Op de korte dag (woensdag) wordt er 1 moment met de weektaak gewerkt. Alle materialen liggen klaar, de kinderen kunnen de spullen voor de verschillende taken zelf pakken en weer opruimen. Als de taak klaar is, de leerkracht heeft het gezien, dan registreren de kinderen zelf door het symbool op de weektaak om te draaien en de weektaak op te ruimen. In de midden-/bovenbouw gebeurt de uitleg van de lesstof deels per groep, deels individueel. Dit betekent dat er gedurende de dag verschillende vormen van instructie aan bod komen, aan de gehele groep of aan een kleinere groep aan de instructietafel. De verwerking van de stof vindt plaats met behulp van een weektaak, waarop steeds per dag of per week staat aangegeven wat er moet worden gedaan. Een weektaak bevat lesstof die de kinderen moeten maken, naar aanleiding van instructie. Daarnaast staat er op de weektaak keuzewerk, dat een aanvulling op de gewone lesstof is. Het werken met taken geeft de leerkracht de mogelijkheid om opdrachten aan het niveau van de kinderen aan te passen (differentiatie) en eventueel een kind of kleine groepjes kinderen extra te begeleiden. Wanneer de leerkracht hiermee bezig is, is zij dus niet beschikbaar voor de rest van de groep (uitgestelde aandacht). Het is mogelijk dat kinderen op hun eigen niveau werken, zelfs wanneer dit jaargroepen overstijgt. De kinderen mogen binnen bepaalde marges (vrijheid in gebondenheid) zelf de volgorde van verwerking kiezen en hun eigen tempo volgen. Deze manier van werken bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen, terwijl voordelen van de groepsinstructie ook blijven bestaan. Op de weektaak staan verschillende vakken (o.a. taal, lezen, rekenen, schrijven). Het betreffen instructies en verwerkingsopdrachten. Met behulp van kolommen kunnen de kinderen taken plannen en afkleuren. De instructies staan vast en worden door de leerkracht bepaald en gepland. De instructies worden zowel klassikaal als in kleine groepen gegeven. We proberen de lesstof zo goed mogelijk op niveau aan te bieden. Hierdoor zijn weektaken verschillend. De instructiemomenten staan met een i vermeld op de weektaak en ze staan eveneens met tijden aangegeven bij het dagritme. De kinderen weten dan precies hoe laat een bepaalde instructie aan bod komt. Momenteel hebben de instructies voor vrijwel alle leerlingen een verplichtend karakter. In groep 4 en 5 krijgen de kinderen een weektaak, maar worden de taken per dag aangegeven en gepland. Op deze manier leren de kinderen hoeveel taken ze op een dag ongeveer kunnen maken. Gedurende het jaar wordt gekeken of kinderen er aan toe zijn om per week te gaan plannen. Dit gebeurt in overleg met de kinderen en soms ook met de ouders. De kinderen plannen een dagtaak iedere dag opnieuw. Ze geven met cijfers de volgorde van taken aan. Hierbij houden ze rekening met de instructies. Verwerkingsopdrachten kun je bijvoorbeeld pas na de instructie plannen. Wanneer een taak gedaan is kleuren de kinderen de kolom “af” in. Zodra kinderen eraan toe zijn, worden de taken per vak aangegeven en gaan ze per week plannen.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
12
Behalve alle vakken zijn vaste onderdelen op de dagtaak: - Hoe ging het deze week?
Aan het einde van iedere week evalueren de kinderen samen met de leerkracht de week. Ze kleuren dan het gezichtje wat zij bij die week vinden passen, dit doet de leerkracht ook. Mondeling wordt er besproken waarop je kunt evalueren: vond je het moeilijk of makkelijk, heb je het werk af of niet, heb je een leuke/goede dag gehad of niet. Naast deze vraag wordt er op allerlei verschillende deelgebieden geëvalueerd en gereflecteerd, bijvoorbeeld op samenwerken of werkverzorging. - Keuzewerk Keuzewerk is een vast onderdeel op de weektaak. Het bestaat uit vijf verschillende mogelijkheden, waaruit de kinderen er elke week 2 kiezen. De keuzetaken worden als gelijkwaardig beschouwd ten opzichte van de vaste taken, en mogen dus net als de andere vakken gedurende de dag ingepland worden. Het is niet de bedoeling dat kinderen dit pas doen als al hun andere werk klaar is: de taken zijn gelijkwaardig. Het aanbod wordt veelal bepaald door de leerkracht. Inbreng en betrokkenheid van de kinderen bij het aanbod is een aandachtspunt en wordt komend schooljaar besproken en uitgewerkt.
Kinderen hebben onderling verschillende dag-/weektaken, er wordt gedifferentieerd in
tempo en niveau. Indien een kind extra hulp, verdieping of uitdaging nodig heeft op een bepaald gebied, kan dit worden opgenomen op de weektaak, in de kleutergroepen wordt dit aangegeven met een ster. In de kleutergroepen hangt er aan het einde van de dag een dagritmekaart met daarop een groot vraagteken. Dan gaan de kinderen, samen met de leerkracht, de dag en eventuele werkzaamheden evalueren. In de midden-/bovenbouw staat evalueren ook op het dagritme vermeld. In de lokalen hangen
kaarten
waarop
verschillende
soorten evaluatie-vragen staan die de leerkrachten en de kinderen gebruiken om te evalueren en de dag te bespreken.
3. De doorgaande lijn in kernwaarden Effectiviteit en doelmatigheid • De leerling behaalt zijn leerdoelen die passen bij zijn persoonlijke ontwikkeling. • De leerling gaat op een efficiënte en verantwoorde wijze om met zijn leertijd. • De leerling is actief bezig met de taak en maakt efficiënt gebruik van zijn keuzemogelijkheden.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
13
Onderbouw
Middenbouw Bovenbouw
Kinddoelen In de kleutergroepen wordt het kinddoel op het taakbord gehangen en besproken met de kinderen. We vinden het belangrijk kinderen te vertellen en te laten ervaren wat het doel van een opdracht of een les is en geven ze hiermee de gelegenheid te checken of ze een doel behaald hebben of (nog) niet. Door de kinddoelen op zowel de weektaak als het dagritme te vermelden zijn de kinderen actief betrokken bij hun eigen (leer-)werk en kunnen ze hierop worden bevraagd. In de groepen 3 t/m 8 staat het kinddoel zowel op het taakbord (bij instructies) als op de weektaak. Dagritme Iedere dag wordt geopend met de bespreking van het dagritme. Deze geven we zowel tekstueel als visueel weer. In de kleutergroepen met kaarten en plaatjes, in de middenbouw met picto’s, tijden en tekst en in de bovenbouw met tijden en tekst. Kinderen leren hoe een dag verloopt, hoeveel tijd er voor bepaalde onderdelen is en hoe ze hiermee rekening kunnen houden in hun planning.
3. De doorgaande lijn in kernwaarden Borging • De school werkt planmatig aan de daltonontwikkeling en beschrijft dit in een daltonbeleidsplan. • De school geeft aan hoe de daltonontwikkeling wordt aangestuurd, bv. door een daltoncoördinator. • De school draagt haar daltonidentiteit uit. (schoolgids, website, folders etc). • De school heeft daltonscholing in het scholingsplan opgenomen. • De school benut de daltonmogelijkheden van het gebouw. • De school enquêteert regelmatig de leraren, de ouders en de leerlingen over de daltonontwikkeling en de kwaliteit van het daltononderwijs. • De school is actief betrokken bij dalton-regioactiviteiten, waarbinnen zij vertegenwoordigd is. • De leerlingen worden betrokken bij de daltonontwikkeling van de school. • De ouders worden betrokken bij het ondersteunen van de dalton-ontwikkeling van de school. • Het schoolbestuur ondersteunt de school in haar daltonontwikkeling.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
14
Dalton-coördinator In schooljaar 2014-2015 zal er een Dalton-coördinator worden opgenomen in de formatie. Het is wenselijk dat hier ambulante tijd voor wordt vrijgemaakt (1 dagdeel per week) en deze coördinator lid wordt van het MT. Op deze manier borgen we de afgesproken werkwijzen en ontstaat er ruimte voor nieuwe ontwikkelingen en initiatieven. De procedure (functiemix, LB) wordt in september 2014 gestart, scholing voor de coördinator wordt gefaciliteerd in schooljaar 2015-2016. De functie-omschrijving voor Dalton-coördinator zullen we gezamenlijk schrijven, gebaseerd op voorbeelden uit de praktijk en input van collega scholen. Identiteit In ons nieuwe logo, onthuld in juni 2013, heeft het woord Dalton een prominente plek gekregen. Daarnaast staat op onze homepage een verwijzing naar de NDV en beschrijven wij op een aparte pagina ons Daltononderwijs voor ouders en belangstellenden. Enquêtes Onder leerlingen houden wij regelmatig een enquête of tevredenheidsonderzoek. Dit doen wij op specifieke onderwerpen zoals bijvoorbeeld de overblijf. Eens in de vier jaar onderzoeken wij de tevredenheid onder ouders. In schooljaar 2013-2014 hebben we dit bijvoorbeeld aangeboden als afstudeeropdracht voor een Pedagogiek student van de HvA. Hierin hebben we vragen opgenomen over de keuze voor Dalton-onderwijs, bekendheid met onze Dalton-werkwijzen en behaalde opbrengsten en resultaten. In schooljaar 2014-2015 wordt er een tevredenheidsonderzoek onder personeel uitgezet. Regio/landelijk Tot voor kort namen de directeur en de intern begeleider jaarlijks deel aan 1 regionale bijeenkomst en 1 nationale dag van de NDV. Nu we voornemens zijn het MT uit te breiden zal voortaan het gehele MT aan dergelijke bijeenkomsten deelnemen. In schooljaar 2015-2016 willen wij graag zelf gastschool zijn voor een regio-bijeenkomst. STAIJ, binnen het bestuur Binnen het bestuur, Samen Tussen Amstel en IJ, zijn 3 Daltonscholen: Dalton de Meer, Aldoende en de Kleine Kapitein. Deze scholen wisselen uit op directie-en coördinator-niveau. Directeuren ondersteunen elkaar bij functiemix-procedures en leerkrachten ontmoeten elkaar bij nascholing. We zijn voornemens een overleg te organiseren voor de coördinatoren om kennis uit te wisselen en collegiale consultaties te plannen.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
15
4. Dalton in ons bewegingsonderwijs Bewegingsonderwijs aansluitend op het Daltononderwijs • Kinderen te leren kiezen. Na klassikale uitleg hebben de kinderen vaak de vrijheid om te kiezen op welk niveau zij verder oefenen. Dat betekent kunnen omgaan met verantwoordelijkheid. Zij weten wat het leerdoel is want er worden natuurlijk wel bepaalde eisen gesteld aan het bewegen. • Kinderen vaak te laten samenwerken. Ze krijgen ook andere taken dan van beweger, zoals: helpen, ondersteunen, vangen etc. Zij leren omgaan met verschillen in zowel motorisch als sociaal opzicht. Op deze manier leren zij zichzelf en anderen kennen en accepteren. Respect hebben voor elkaar is hierbij erg belangrijk. Voorwaarden is wel dat de kinderen zich veilig voelen in de les. • Het bevorderen van de zelfstandigheid van de kinderen. Leren luisteren naar elkaar, samen oplossingen zoeken en dingen kunnen aannemen van kinderen die je daar in kunnen helpen en ondersteunen. Gebruik maken van de ervaringen en talenten van anderen. Praktische toelichting De eerste gymles van de week, biedt de gymdocent nieuwe of vervolg activiteiten aan. Soms mogen de kinderen zelf de (spel)activiteit en medespelers kiezen. Meestal deelt de docent de groepen in door de kinderen een 2 (3 of 4) tal te laten maken, deze een ander 2 (3 of 4) tal te laten kiezen en samen een spel of activiteit te laten doen. Zo ontstaan er 3 of 4 vaste groepen, die elk een andere activiteit doen. Na een tijdje stoppen alle activiteiten waarna er gelegenheid is voor interventies: iets laten zien (vaardigheid, kunstje, spelsituatie, werkwijze), een compliment/aanwijzing/correctie geven op uitvoering of werkwijze. Daarna schuift elke groep door naar het volgende onderdeel. Zo doen alle groepen elke activiteit in de les. Deze werkwijze leent zich uitstekend voor observaties van spelvaardigheid, turnvaardigheid en grondvormen van bewegen, de bouwstenen van kerndoel 57 (“De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur n leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.” De tweede gymles van de week, biedt de gymdocent een combinatie aan van bekende (spel) activiteiten en arrangementen, vaak met twee die in de eerste les van de week zijn aangeboden. De werkwijze is doorgaans een keuzeles. Elk kind kiest zelfstandig of met een zelfgekozen maatje zijn eerste (spel)activiteit en speelt dit tot de docent het wisselmoment geeft. De interventies zijn korter en vooral gericht op het samenwerken en goed laten verlopen van het plannen. Elk kind kiest zijn tweede (spel)activiteit die een andere dan de eerste (spel)activiteit is. In de volgende keuzeronde mag een kind een (spel)activiteit herhalen uit een eerdere keuzeronde. De laatste keuzeronde is meestal vrijer: kies de (spel)activiteit die je nog niet gedaan hebt of het liefste nog een keer doet. Dat kan dan wel een herhaling van de voorlaatste (spel)activiteit zijn. Kinderen die een (spel)activiteit nog niet gedaan hebben, krijgen voorrang op kinderen die het al wel gedaan hebben. Sommige kinderen kiezen er dan voor toch het spel te kiezen in het besef dat ze beginnen als wachter. De meeste kinderen kiezen eieren voor hun geld en gaan liever aan de slag bij een (spel)activiteit waar ze direct aan de slag kunnen.
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
16
Af en toe is er ook een “Vrije” keuzeles De kinderen mogen de hele les kiezen op eigen tempo en bij een (spel)activiteit blijven zo lang ze willen. De docent helpt met bewaken en structuren van de tijd middels opmerkingen (“nog een half uur, nog 15 minuten, nog 10, nog 5 minuten: als je nog wilt wisselen van spel doet het dan nu..”) en/of de TimeCoach, een time timer die terug telt vanaf max. 60 minuten tot nul en waarbij de klok tot 15 minuten groen, tot 10 minuten geel, tot 5 minuten oranje en tot 0 minuten rood kleurt). Deze werkwijze leent zich uitstekend voor observaties van sportiviteit en inzet, de bouwstenen van kerndoel 58 (“De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deel nemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening te houden.”). Na de meivakantie gaan de bovenbouwgroepen 7 en 8 actief aan de slag met het organiseren van (delen) van de gymles. Eén keer per week mogen twee of drie kinderen een les(deel) voorbereiden op papier en bespreken die de les vooraf met de gymdocent. Na wat tips gaan deze kinderen deze les aan hun eigen groep geven. Vanuit praktische overwegingen zal deze les/ dit lesdeel hetzelfde dagdeel ook aan de andere groep aangeboden worden door de gymdocent, eventueel met wat aanpassingen. Sportdag op onze Daltonschool In de werkgroep sportdag zitten naast de gymdocent en een groepsdocent ook minstens twee ouders. Drie jaar geleden hebben we gekozen voor het formeren van heterogene spelgroepen met als belangrijkste uitgangspunten samenwerken met kinderen van verschillende leeftijden (6 t/m 12 jaar), meisjes en jongens evenredig verdeeld en een begeleidende rol voor de oudste kinderen in elke groep. In deze vaste spelgroepen die begeleid werden door een ouder, werd op volgorde een spelencircuit afgewerkt. Vorig jaar zijn we daar al vanaf geweken, omdat de begeleidende rol voor oudere kinderen voor velen moeilijk was en te kort deed aan hun eigen spelplezier. Verder hebben we de spelgroepen anders samengesteld door 3e, 4e en 5e groepers in spelgroepen bij elkaar te zetten en de 6e, 7e en 8e groepers in spelgroepen bij elkaar te zetten. Dit verhoogde bij de meeste kinderen de spelvreugde en beleving, omdat de leeftijden niet zo ver uit elkaar liepen. De inhoud bleef: een mix van teamspelen (tegen elkaar), atletiekspelen (individuele prestaties) en groene spelen (voor de lol, zonder competitie). Dit verliep al beter, maar wat we als docenten misten was de keuzevrijheid van kinderen. Daar werken de kinderen in de klas dagelijks mee en in de twee gymlessen is de „keuzeles” een bekend en beproefd recept. Kinderen kiezen zelf hun spelen in de eigen volgorde en wisselend alleen, in tweetallen en soms in meertallen. Beperking is vaak dat ze na een spel een ander spel moeten kiezen. Later in de les mogen ze een eerder gekozen spel opnieuw kiezen. Soms is de opdracht dat ze elk spel één keer moeten kiezen en dat vraagt al een aardige planningsvaardigheid. In de evaluatie van de sportdag 2013 werd geopperd dit ook bij de sportdag te doen. Door gestage groei zou dat ook nodig
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
17
zijn, want hoe meer kinderen hoe meer spelgroepen, spelen en dus begeleiders je nodig zou hebben. Met 15 spelgroepen heb je al 15 begeleiders en 15 spelleiders nodig. Dat was vaak krap aan. Dit jaar hebben we in de werkgroep van de sportdag de Dalton principes zelfstandigheid samenwerking en vrijheid in gebondenheid nadrukkelijk benoemd. We hebben voorgesteld de kinderen in tweetallen (evt. drietallen bij oneven aantal) met een spelkaart langs de spelen te laten gaan en ze zelf de volgorde te laten kiezen. Dit werd na wat beargumenteren unaniem besloten. In de praktische uitwerking hebben we gekozen de 3e groepers met elkaar te laten spelen, de 4e en 5e groepers samen en de 6e, 7 e en 8e groepers samen. In elk van de 3 circuitrondes was er een andere spelgroep bij de teamspelen, atletiekspelen en groene spelen. In elk circuit mocht een tweetal 4x een keuze maken uit 5 spelen. Wij zorgden voor de wisseltekens. Elke keer als er een nieuw spel begon, stroomden tweetallen toe en werden spelgroepen geformeerd door de spelleider en/of de kinderen. Dit liep over het algemeen goed. De kinderen toonden hiermee aan dat ze bekend waren met deze werkwijze. Die komt beter tegemoet aan zelfstandigheid (zelf kiezen met wie, wat en wanneer), samenwerken (samenspelen en overleggen) en vrijheid in gebondenheid (wel samen, 4x kiezen uit 5 spelen, gekozen spel afmaken, elke spelronde ander type spelen). Bijkomend voordeel was dat er minder begeleiders nodig waren. De 15 spelen werden geleid door ouders en de 7 docenten liepen rond om aan te moedigen, ondersteunen, helpen. Een echt Dalton sportdag dus. Hier gaan we op voort bouwen. We vragen de hulpouders, docenten en de kinderen wat er moet blijven en wat er anders moet. Guido Melis, gymleraar De Kleine Kapitein
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
18
5. Dalton-ontwikkelplan, 2014-2019 Schooljaar
Actie-plan
Doel
Kernwaarde
2014-2015
Keuzewerk
Leerlinggestuurde invul-
Vrijheid-
(op studie-middag)
ling van keuzewerk.
verantwoordelijkheid.
Rapport (studiedag)
Opnemen van Dalton-
Borging.
competenties in (nieuw) rapport. VVE, samenwerking en
Beschrijven en uitvoeren
Effectiviteit en
doorgaande lijn (studie-
van samenwerkings-
doelmatigheid.
dag)
activiteiten tussen kdv
Borging.
en kleutergroepen. Functie-omschrijving
Schrijven van een functie-
Dalton-coördinator
omschrijving, passend bij
Borging.
DKK waarna procedure van start gaat. 2015-2016
Hoofdstuk handboek
Beschrijving en vastleg-
“taakborden”
ging van schoolbrede
(coördinator)
afspraken omtrent inrich-
Borging.
ting van taakborden. Mentoren
Schoolbrede afstemming
Zelfstandigheid. Vertrou-
(op studie-middag)
over inzet mentoren.
wen-verantwoordelijkheid
16-veld DKK
Op basis van visie en
Borging.
(op studie-middag)
ontwikkeling, DKK in kaart brengen en voornemens uitspreken.
Hoofdstuk handboek
Beschrijving en vast-
“inrichting lokalen”
legging van schoolbrede
(coördinator)
afspraken omtrent
Borging.
inrichting van lokalen. Verzorgen van regio-NDV-
DKK expertise delen,
bijeenkomst/studiedag
uitwisselen en kennis-
Borging.
maken. 2016-2017 2017-2018
Proef-visitatie
Voorbereiding op visitatie,
Borging.
nulmeting. 2018-2019
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
19
6. Dalton-scholing Schooljaar
Team
Individueel
MT
Overige scholing /studiedagen
2014-2015
2 middagen:
Afronden: Marije
- “omgaan met
Ticheloven
gedrag”, Bascule (hele team)
- olv Lotte Bakker,
Starten: Renske
KPZ
Kooij-Speerstra
- ouderportaal
(groep 1/2)
Parnassys (hele team)
- scholenbezoek
Annemiek Kaandorp - nieuw rapport
2015-2016
Floor Bollin
(groepen 3 t/m 8)
Jerry van der
- VVE/jonge kind
Meulen
(groepen 1/2)
2 middagen:
Dalton-coördinator,
-
KPZ
2016-2017
2 middagen: - scholenbezoek
2017-2018
2 middagen: -
2018-2019
2 middagen: - scholenbezoek
Teamscholing verzorgd door: Lotte Bakker, KPZ www.wenkedaltonkpz.nl Individuele scholing verzorgd door: Marijke van Zelst, Eigenonderwijs www.eigenonderwijs.nl
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
20
7. Bijlagen • Weektaak groep 1/2 • Weektaak groep 3 • Weektaak groep 4 • Weektaak groep 5 t/m 8 • Voorbeeld handelingswijzer • Format actie-plan • Kijkwijzer Dalton-klassenbezoeken • Evalueren, kaart voor in de klas • Voorbeeld kinderenquête, overblijf
Tosaristraat 30A • 1019 RT Amsterdam • (020) 419 89 83 •
[email protected] • www.dekleinekapitein.nl
Bijlage 1 Weektaak groep 1/2 Weektaak groep 1/2 Daltonschool De Kleine Kapitein
Maandag
naam: ko groep: 1/2c
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Bijlage 2 Weektaak groep 3 weektaak groep 3 – daltonschool de kleine kapitein – 2013/2014 vrij taak
dinsdag 6 mei nr
af
taak 6, 7
6 t/m 8 4
woensdag 7 mei nr
i
af
taak 8
nr i
9 t/m 11 5
donderdag 8 mei af
taak 9
nr i
12 t/m 15 6
vrijdag 9 mei af
taak 10, 11
nr i
7
19
blok 6, les 1
keuze-werk taal
hoe ging het deze week? dit kan ik al goed hier ga ik op letten
naam:
blok 6, les 2
i blok 6, les 3 en 4
blok 6, les 5
af
Bijlage 3 Weektaak groep 4
Weektaak groep 4 week 30 naam:Jayden
donderdag 10-4
vrijdag
maandag
11-4
14-4
dinsdag
woensdag
15-4
16-4
samen Donderdag
Vrijdag
Spelling: werkboek blz. 46 en 47
i
Taal:lesboek blz. 142 en 143 lezen. maken: blz. 149 Ik leer woorden over afval. Rekenen:rekenmapje. + sommen
i
Ik kan woorden met ou schrijven.
i i
Rekenen: rekenmapje. + sommen blok 2, les 1. Het erf. Ik weet wat een erf is.
Ik oefen de hoofdletters u en w.
Engels
i i i
Spelling: kopieerblad ou Rekenen: rekenmapje. - sommen Taal: blz. 150 en 151. Ik weet het verschil tussen
mens, dier, plant en een ding.
Dinsdag
Met juf Anita
Schrijven: les 18.
Maandag
sportdag planning af
Met juf Anita
i
Rekenen: rekenmapje. - sommen
i
Met juf Anita
Spelling: dictee + bespreken. Begrijpend lezen: blok 5, les 4.
i
Ik kan details vinden door W-vragen te stellen.
Woensdag
Muziek Sportdag
Extra Ook deze week:
www.bloon.nl (10 minuten) Kopieerblad: weg met het vuil!
Ik oefen woorden over afval.
Snelle sommen Keuzewerk (20 minuten)
Ik heb …sommen goed.
Lees een strip
Speel kwismeester 4B
Ik oefen een tafel
Oefen op de computer
..
Geef iemand een dictee.
Is mijn la netjes?
Hier ga ik op letten tijdens deze week:
ik
de juf of meester
Bijlage 5 Voorbeeld handelingswijzer
opruimtaak
1. Ik kijk hoeveel tijd ik hiervoor heb.
2. Ik ruim eerst op waar ik 3. Ik kijk dan wat mijn mee bezig ben. opruimtaak is.
5. Ben ik klaar? Ik vraag of ik iemand kan helpen!
6. Alles opgeruimd? Ik pak 7. Ik ga rustig op mijn mijn jas en mijn tas. plek zitten.
4. Ik doe mijn opruimtaak.
Bijlage 6 Format actie-plan
Dalton-actieplan “inzet handelingswijzers” nu
geen doorgaande lijn onbekendheid in MB/BB Esther (1A/2A) heeft enkele gemaakt voor haar groep.
stappen
1. (april 2013) Welke afspraak/handeling wil je vastleggen in een handelingswijzer? Afspreken in een bouwvergadering. OB: MB: uitgestelde aandacht middels Daltonblokje BB: 2. Visualiseren, foto’s maken, picto’s zoeken. 3. (medio april 2013)Op de bouwvergadering worden de handelingswijzers met elkaar ontworpen waarna vastgelegd. 4. (eind april 2013)Op de bouwvergadering presenteren de bouwen de definitieve handelingswijzers en worden ze geïmplementeerd in de groepen. 5. (juni 2013) In iedere groep is een handelingswijzer in gebruik .
eindresultaat
In ieder groep is in ieder geval 1 handelingswijzer nadrukkelijk aanwezig. De leerkracht werkt consequent met de afspraken zoals de handelingswijzer die visualiseert. Leerlingen werken zelfstandig, ondersteund door de afspraken die de handelingswijzer visualiseert. OB: liggend A3 (tabel met foto’s en tekst) MB/BB: liggend A3 (tabel met picto’s en tekst) Lettertype century gothic.
Bijlage 4
Weektaak groep 5 t/m 8
Weektaak groep 6
………………… week 30
donderdag 10/03 Taal (elke do-ma-di) Spelling (elke do-ma-di) Rekenen (elke do-ma-di-wo) Schrijven Begrijpend lezen Geschiedenis Natuur Aardrijkskunde Engels Extra werk
Dit wil ik nog leren Keuzewerk
vrijdag 11/03
maandag 14/03
Takentijd: donderdag vrijdag maandag dinsdag woensdag
dinsdag 15/04
Woordenschat ‘Ik leer nieuwe woorden over de natuur’ Kopieerblad week 30 ‘ik oefen met de nieuwe woordenschat’ Lesb. 148+149 opdr. A,C,1,3 ‘ik herhaal de woordenschat’ Lesb.150 opdr. 1 ‘ik kan de reis van water beschrijven’ Werkb.44+45‘ik leer bij werkwoorden wanneer ik d of dt schrijf’ Kopieerblad Dictee ‘ik kijk hoe goed ik de spellingsregels al kan’ Werkb. 1+2 ‘ik kan breuken plaatsen op de getallenlijn’ Lesb.3+4 ‘ik kan oppervlakte berekenen in m2’ (lengte x breedte) Werkb.3+4 ‘ik oefen nog eens met oppervlakte berekenen in m2’ Nieuw schrift blz 16 Maken opdrachten nieuwsbegrip Blok 5 les 1 Maken opdr. Blok 5 les 1 Blok 4 les 5 ‘Ik leer over oorlogsmonumenten en herdenken van oorlog’ Maken opdrachten blok 4 les 5 Blok 5 les 1 ‘ik leer over gezond eten’ Blok 5 les 2 ‘Ik leer over Zuid-Nederland’ Unit D vanaf worksheet 3 Visgraatjes (verhoudingstabellen maken) kopieerbl. bij meester ABC lijst over Indonesië (de A staat voor , de B staat .., de Z…) Tafels oefenen met stopwatch tijd: Geoefend met: score: 20 min: Indonesië verhaal schrijven + tekening . . Rekenen PC (www.rekenen-oefenen.nl) taalzee . . Artikel krant of tijdschrift . . Werk vorige weektaken afmaken
Hoe vind ik dat ik mijn weektaak heb gedaan?
Hier ga ik zelf deze week extra op letten: Meester gaat letten op: ‘gemaakte afspraken bij het lopen op de gangen’
do
vrij
2 uur en 10 minuten geen 1 uur en 45 minuten 1 uur en 30 minuten geen
woensdag SPORTDAG wie planning af i donderdag i i i d i i i i i i i
maandag donderdag maandag dinsdag maandag dinsdag vrijdag donderdag maandag dinsdag dinsdag
.
.
.
.
.
.
ma
di
Bijlage 7
Kijkwijzer Dalton-klassenbezoeken
Kijkwijzer Dalton klassenconsultaties Groep: 1/2.
Datum:
1. DAGKLEUREN. De dagen van de week hangen volgens de dagkleuren op het whiteboard. 2. DAGRITME. Er wordt gebruik gemaakt van dagritmekaarten en hangen zichtbaar in de klas. 3. SYMBOLEN. Er wordt gebruik gemaakt van pictogrammen (taken, w.c., kasten)
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
In de klas is een overzicht van de maatjes zichtbaar. Er wordt gewerkt met handelingswijzers. 4. UITGESTELDE AANDACHT Er wordt gewerkt met een knijper op de trui van de leerkracht. Er is een vragenboog waarin kinderen hun foto zetten als zij een vraag hebben en de juf is niet beschikbaar. Er wordt gebruik gemaakt van een timetimer. 5. SAMENWERKEN Er wordt gewerkt met maatjes(-taken) 6. DE TAAK Er wordt gewerkt met een weektaak. De
Bijlage 7
Kijkwijzer Dalton-klassenbezoeken
kinderen plannen zelf een moment waarop ze de opdracht(en) uitvoeren (tijdens takentijd). De taken worden op verschillende differentiatieniveaus aangeboden. Er zijn kinderen met een ster-taak. Er zijn verschillende vormen van instructies, grote en kleine kringen. De leerling kan zelf de volgorde van het werk bepalen. De leerlingen registreren zelf wanneer een opdracht klaar is d.m.v. het omkeren van het pictogram. De leerkracht besteedt structureel elke dag tijd aan evaluatie. 7. (ZELF)CORRECTIE. Er is (voldoende) zelfcorrigerend materiaal. 8. ZORG VOOR KLAS, SCHOOL, OMGEVING Alle kinderen hebben een (huishoudelijke) taak. Materialen staan in de klas op vaste, te bereiken plaatsen. Leerlingen halen zelfstandig hulpmiddelen en materialen. Alle kinderen hebben een portfolio-map in de klas. Er wordt thematisch gewerkt, gebruikmakend met wisselende thema-spel-hoeken. Er wordt gebruik gemaakt van stem-volumekaarten (1, 2, 3) Naast de deur van de klas hangt een prikbord wat actueel is en wordt bijgehouden.
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
Bijlage 7
Kijkwijzer Dalton-klassenbezoeken
Kijkwijzer Dalton klassenconsultaties Groep: 3 t/m 8
Datum:
1. DAGKLEUREN. De dagen van de week worden aangeven met een dagkleur op het whiteboard.
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
De dagkleuren worden gebruikt voor het plannen en afkruizen van de taak. 2. DAGRITME. Er wordt gebruik gemaakt van dagritmekaarten, het dagritme staat op het bord. Op het whiteboard staat aangegeven wanneer welke instructie is. Bij de instructies wordt het kinddoel beschreven op het whiteboard. 3. HANDELINGSWIJZERS EN SYMBOLEN. Er wordt gebruik gemaakt van pictogrammen (bijvoorbeeld w.c.) Er wordt gewerkt met handelingswijzers. 4. UITGESTELDE AANDACHT Er wordt gewerkt met een time-timer. Er wordt gewerkt met het stoplicht, eventueel op het digibord. (optioneel) De leerlingen werken met een Dalton-blokje. Dit blokje ligt tijdens werken op hun tafel. 5. SAMENWERKEN Er wordt gewerkt met maatjes/tafelgroepjes. Deze groepjes hebben een naam t.b.v Taakspel.
Bijlage 7
Kijkwijzer Dalton-klassenbezoeken
Op de weektaak staan structureel maatjestaken. De leerkracht maakt gedurende een weektaak gebruik van verschillende coöperatieve werkvormen. 6. DE TAAK. Er wordt gewerkt met dagtaak (groepen 3 en 4) en een weektaak (groepen 5 t/m 8)
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
De taken worden op verschillende differentiatieniveaus aangeboden. Er zijn verschillende vormen van instructie, zichtbaar in de planning. Er wordt gewerkt via het directe instructiemodel. De kinddoelen worden per instructie op de weektaak vermeld. Er wordt gebruik gemaakt van de instructietafel. De leerling kan zelf de volgorde van het werk bepalen. De leerlingen plannen het werk en registreren zelf wanneer een opdracht klaar is d.m.v. het kleuren (met de dagkleuren) op de weektaak. Op de taak staat aangegeven voor welk vak instructie wordt gegeven. De leerkracht besteedt structureel elke dag tijd aan evaluatie. De leerlingen (met gangpas) mogen buiten de klas een werkplek zoeken om te werken. 7. (ZELF)CORRECTIE. Er is (voldoende) zelfcorrigerend materiaal. De leerlingen kijken bepaalde werkboeken e.d. zelf na. Leerkracht kijkt (steekproefsgewijs) ook nog
Bijlage 7
Kijkwijzer Dalton-klassenbezoeken
na. Er wordt gebruik gemaakt van de blauwe map waarin het werk en de weektaak gedurende de dag verzameld wordt. 8. KEUZEWERK Keuzewerk is een vast onderdaal van de taak. Leerlingen mogen in een bepaalde tijd kiezen wat ze gaan doen (keuze uit een aantal wisselende dingen).
X
Opmerkingen
X
Opmerkingen
Leerkrachten peilen regelmatig bij leerlingen waar hun belangstelling ligt en wat zij evt. als aanvulling zouden willen hebben. 9. ZORG VOOR KLAS, SCHOOL, OMGEVING Er wordt gewerkt met huishoudelijke taken en dit is zichtbaar in de klas. Materialen in de klas op vaste, te bereiken plaatsen. Leerlingen halen zelfstandig hulpmiddelen en materialen. Leerlingen laten hun werkplek binnen en buiten de klas netjes achter. Leerlingen hangen hun jassen en tassen onder de luizencapes. Naast de deur van de klas hangt een prikbord wat actueel is en wordt bijgehouden. Alle kinderen hebben een portfolio-map in de klas.
Bijlage 8
Evalueren, kaart voor in de klas
Evalueren Nu kan ik…
Ik ben trots op… Vandaag maakte ik… Nu begrijp ik…
Vandaag leerde ik… Het leukste was… Ik hielp met… Het moeilijkste was… Wat ik morgen ga proberen is…
Bijlage 9
Voorbeeld kinderenquête, overblijf
Naam ____ Groep ____ Jongen/Meisje We willen graag weten hoe het met jou gaat op de overblijf en hoe jij de overblijf vindt. Zet op elke lijn een rondje om een getal. Hoe dichter het kruisje bij het lachende gezichtje, hoe beter je het vindt gaan. Dichter bij het verdrietige gezichtje betekent dat het minder goed gaat.
Ik vind de overblijf helemaal niet leuk
Ik voel me niet prettig/veilig tijdens de overblijf
De overblijfjuf begrijpt me helemaal niet
Met leuke dingen kan ik helemaal niet bij de overblijfjuf terecht
Met vervelende dingen kan ik niet bij de overblijfjuf terecht
Ik heb heel erg last van de ruzies van anderen
0----1-----2----3-----4------5------6-----7-------8---------9-----------10
0---1------2-----3-----4-------5------6------7-------8-----------9---------10
0----1------2-------3-----4-------5-------6-------7--------8----------9---------10
Ik vind de overblijf heel erg leuk
Ik voel me heel erg prettig/veilig tijdens de overblijf
De overblijfjuf begrijpt me helemaal
Met leuke dingen
0------1-----2------3------4------5--------6---------7---------8---------9---10 kan ik altijd bij de
overblijfjuf terecht
0----1-----2----3-----4------5------6-----7-------8---------9-----------10
Met vervelende dingen kan ik bij de overblijfjuf terecht
Ik heb helemaal
0----1------2-------3-----4------5-------6--------7------8--------9-----------10 geen last van de
ruzies van anderen
Bijlage 9
Ik weet niet welke regels er tijdens de overblijf gelden
Er zijn te weinig spullen om mee te spelen
Voorbeeld kinderenquête, overblijf
0------1----------2-------3-------4-----5--------6------7-----8-------9-----10
Ik weet welke regels er tijdens de overblijf gelden
Er zijn genoeg
spullen om mee te 0-----1------2----------3--------4------5-------6-------7--------8-------9-----10------I spelen
Tips, opmerkingen of wat je ons nog wilt vertellen over de overblijf: …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………