-DALTON HANDBOEK2015-2016
Inleiding Voor wie is dit document geschreven Kenmerken van onze school in trefwoorden De leerkracht Dagkleuren Kleutergroepen Dagritmepakket/ daltonbord Symbolen De taak Tijd Van dagtaak naar weektaak De vakken in de taak Omvang en inhoud van de taak: maatwerk Samenwerken in de taak Planning en notatie Voorbeeld daltonbord Evaluatie en beoordeling/reflectie Taakbrief Takenbord kleuters De taken Routines in groep 1 en 2 (Zelf-)correctie Keuzetaak Samenwerken Maatjeswerk Daltonregels Coöperatief leren Samen werken Daltonkringgesprek Klasinrichting/klusjesbord Werkplekken Ontwikkelingslijn reflectie Kijkwijzer groep 1 en 2 Kijkwijzer groep 3 t/m 8 Wie zijn wij ?
3 3 4 4 5 6 6 8 11 11 11 13 13 13 13 14 15 15 16 17 17 18 18 20 26 26 27 27 27 28 29 30 35 37 39
Daltonhandboek ods Engelenberg
Inhoud
2
Inleiding Berucht zijn ze, de mappen met "belangrijke zaken" die in de scholen staan te verstoffen in kasten en op boekenplanken. Toch durven wij het aan om een daltonhandboek samen te stellen. Niet omdat de Rijksoverheid, het schoolbestuur of een andere instantie dat van ons vraagt, maar omdat we dat zelf willen. In dit daltonhandboek staat beschreven hoe het onderwijsteam van de openbare daltonschool Engelenberg het daltononderwijs gestalte geeft. Niet omdat het moet, maar omdat het team daar trots op is en om te bewaken dat gemaakte afspraken levend blijven binnen de school. Het gaat er niet om of alles uiteindelijk mooi is opgeschreven, maar het gaat erom hoe er dagelijks met de kinderen op school wordt gewerkt. Dit handboek zal zich blijven ontwikkelen, want de praktijk is soms weerbarstig en het onderwijs ontwikkelt zich, waardoor je je werkwijze moet aanpassen. Wij hopen dat dit document ieder jaar verandert en dat het daardoor steeds interessant blijft voor de mensen die ermee moeten werken. Namens het team van de ods Engelenberg, Hans Vermolen, daltoncoördinator Voor wie is dit document geschreven Misschien is het goed om eerst te vertellen hoe dit plan tot stand is gekomen. In 1999 is er gestart met het werken volgens de daltonideologie. In januari 2005 is de school officieel daltonschool geworden en in 2010 is de licentie met vijf jaar verlengd. Het team onderkent dat deze daltonideologie belangrijk is voor het functioneren van kinderen en volwassenen in de samenleving. Een team van enthousiaste leerkrachten werkt in de school. De school kent echter ook een regelmatige verandering van de teamsamenstelling. Het is dus belangrijk dat alle nieuwe mensen worden opgevangen en ingewerkt door het zittende personeel. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van de locatieleidster, die die taken heeft gedelegeerd aan de leerkrachtbegeleider en de daltoncoördinator. De behoefte wordt gevoeld om afgesproken zaken op papier te zetten. Op deze wijze is het goed over te dragen aan nieuwe collega’s en is het een instrument dat kan dienen om de cultuur van de school te bewaken.
Verder is dit document waarschijnlijk interessant voor instanties die zich op de hoogte willen stellen van de werkwijze van de school. Te denken valt aan: de onderwijsinspectie, visiteurs van de Nederlandse Dalton Vereniging, het schoolbestuur de algemeen directeur en eventueel andere daltonbasisscholen.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Dit daltonhandboek is geschreven voor: de leerkrachten en het overige personeel van de school en stagiaires die bij ons stage lopen
3
Kenmerken van onze school in trefwoorden De goede daltonschool die wij willen zijn, kenmerkt zich vooral door: 1. een goed pedagogisch klimaat 2. een rode draad, qua werkwijze, door de hele school 3. taken 4. de rol van het keuzewerk 5. uitgestelde aandacht 6. op een goede manier samenwerken (zowel in de taak als daarbuiten) 7. coöperatief leren 8. een differentiatiemodel (leerwegen) 9. respect voor de omgeving (huishoudelijk takenbord) 10. het gebruik van dagkleuren 11. een samenwerkend team (leren van elkaar, opvattingen delen, intervisie) 12. ook eisen stellen / ter verantwoording roepen Uitgaande van het kind kwam Helen Parkhurst tot de volgende drie basisprincipes:
a. vrijheid in gebondenheid b. zelfstandigheid c. samenwerking
De leerkracht Het daltononderwijs van een school laat zich maar voor een deel vastleggen in afspraken. Het belangrijkste is en blijft altijd de persoon van de leerkracht. Deze heeft "dalton tussen de oren zitten". Dat is een bepaalde houding ten opzichte van kinderen en ten opzichte van het onderwijs. Een houding die zich erdoor kenmerkt dat je bijvoorbeeld kinderen geen oplossingen kant en klaar aanlevert, dat je ze stimuleert zelf na te denken over problemen, dat je oog hebt voor werkvormen die samenwerking bevorderen, dat je hier en daar een stapje terug wilt doen om kinderen de gelegenheid te bieden om zelf verantwoordelijkheid te dragen.
Daltonhandboek ods Engelenberg
De hier genoemde onderwerpen zijn voor een deel uitgewerkt en beschreven in dit daltonhandboek. Enige andere zijn in ontwikkeling. Ook wat hier is vastgelegd, zal regelmatig onderwerp van bespreking zijn en blijven. En zo hoort het ook. Onderwijs en dus ook onze school is nooit af. In 2013 heeft de Nederlandse Daltonvereniging bovenstaande driehoek herzien en toegevoegd zijn de kernwaarden ( we spreken nu niet meer over principes of uitgangspunten): effectiviteit en doelmatigheid, reflectie en borging.
4
De persoon van de leerkracht is het hart van het (dalton)onderwijs. Het team Vanuit de daltonoptiek gezien, opereert een leerkracht per definitie niet solistisch. Hij / zij functioneert in een team. Binnen dit team inspireer je elkaar en ondersteun je elkaar. En in teambijeenkomsten wordt de ontwikkeling van de school vorm gegeven. Taakdifferentiatie Er wordt binnen de school gewerkt met een daltoncoördinator en een leerkrachtbegeleider om de dagelijkse daltonkwaliteit te stimuleren en te onderhouden.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Dagkleuren Iedere dag van de week wordt in de hele school aangegeven met een vaste kleur. Deze kleuren structureren de week voor de kinderen, wat hen helpt om een planning te kunnen maken. De kleuren hangen in iedere groep op het daltonbord. Bij groep 1 en 2 is middels één of twee stipjes voor de kinderen te zien of het een korte of lange dag is. Daarnaast worden de dagkleuren gebruikt bij de administratie van verschillende zaken.
5
Kleutergroepen Dagritmepakket/ daltonbord Kleuters: dagritmepakket Een hulpmiddel om de dag voor de kinderen te ordenen is het dagritmepakket. Dit pakket bestaat uit een aantal kaarten met afbeeldingen die de verschillende activiteiten voorstellen die voor het bewuste dagdeel gepland staan. Deze activiteiten worden aan het begin van het dagdeel op volgorde neergezet. Het gebruik van het dagritmepakket brengt ordening en geeft de kleuters rust. Planbord: Als een leerling een taak wil doen, plaatst hij zijn onderste foto op de lijn van het betreffende taakje en zet zijn stoel in de gang, als hij deze niet nodig heeft. Daarna pakt de leerling de betreffende bak, zoekt een plekje en gaat aan het werk. Soms ( in groep 1 meestal) is voor een taak een bepaalde plek aangewezen (i.v.m. het ondersteunen). Als het taakje klaar is worden de spullen opgeruimd, gaat het taakje in de af-bak en wordt het magneetje in de kleur van de dag geplaatst en gaat het kind verder met kiezen. Als de dalton/keuze tijd voorbij is en je taakje is niet af, dan ga je spullen opruimen, het taakje gaat in de niet-af-bak, foto laten staan op planbord. Het volgende dalton/keuze moment ga je hiermee verder. De leerkracht kijkt de af-bak dagelijks na en zorgt dat deze aan het eind van de dag leeg is. De leerkracht kijkt de niet-af-bak regelmatig na en attendeert kinderen op werk dat er in ligt.
Het kiesbord bij de kleuters. Kinderen kunnen zelf aan de symbolen op het keuzebord zien welke hoeken/ activiteiten er nog vrij zijn en maken vervolgens hun keuze. Met hun foto geven ze op dit bord aan wat ze hebben gekozen. Een picto geeft de te kiezen hoek/activiteit weer. De onderstaande vakjes geven het aantal leerlingen weer dat aan deze activiteit/in deze hoek mag spelen. Dit aantal kan verminderd worden door de sippe smileys in de vakjes te plaatsen. Behalve bij de computer is er geen tijdslimiet voor hoe lang een kind in een hoek mag spelen. Op de computer zijn er wekkertjes voor als er met pluspunt gewerkt wordt. Deze wekkertjes zitten dan met een magneetje onder het picto. De leerkracht stelt de tijd in (10– 15 minuten). De tijd gaat lopen als het kind zelf, zodra het bij de computer zit, op het
Daltonhandboek ods Engelenberg
Daltonbord
6
knopje start drukt. Als het piepje gaat stopt het kind, zet het wekkertje uit en hangt deze weer onder het picto van de computer. Hier wordt eind groep 1 mee gestart, wanneer de kinderen zelfstandig op de computer kunnen. Er is keuze uit de volgende hoeken/activiteiten. Niet altijd zet je alle keuzes in, afwisseling versterkt de motivatie. Keuzekast - Huishoek – Leeshoek - Letter/cijfer hoek – Computer – Verfhoek – Luisterhoek – Digibord – Tekenen – Knutselen- Kleien- Grote bouwhoek- Kleine bouwhoek- ZandtafelWatertafel- Poppenkast- Poppenhuis Het aanbod van de hoeken wisselt per thema, alleen de verfhoek, knutselen en tekenen blijft redelijk hetzelfde. Je mag geen foto van een ander verplaatsen, alleen de 2 kinderen die als taakje hebben om het kiesbord leeg te maken (einde van een dalton/keuze) zetten de foto’s terug op de oorspronkelijke plek. 1 per week (of per twee weken) plant de juf de kinderen in bij een onderdeel wat ze normaal niet kiezen. Dit kan ook een keer één bepaalde kast zijn, bijvoorbeeld met ontwikkelingsmaterialen of puzzels die de leerkracht dan uitstalt op een tafel.
daltonaspecten
samenwerking effectiviteit reflectie
De kinderen voelen zich medeverantwoordelijk voor het verloop van de dag. Het stimuleert het taakbesef. Het dagritmepakket en de daltonborden zijn een voorstadium van het leren plannen. Ook bij het samen plannen van samenwerkingsopdrachten is het daltonbord een welkom hulpmiddel. Overzichtelijk aanbod van te kiezen activiteiten. Helder overzicht over wie wat doet, c.q. heeft gedaan.
Opruimen: 5 minuten voor opruimtijd, langslopen en aangeven, timetimer op 5 minuten. Opruimliedje Uitleg opruimen (later in het jaar niet meer nodig) Groep 2; Eigen werk opruimen Stoeltje in de kring (naast maatje) Dagtaakje opruimen (op planbord blauwe kaartjes met opruimtaakje) Staat het stoeltje van je maatje in de kring????? Anderen helpen in overleg met de juf. Groep 0/1: Eigen werk opruimen Stoel in de kring Dagtaakje opruimen Anderen helpen in overleg met de juf Wachten tot iedereen zit en time timer afgelopen is. Time timer op 10 minuten.
Daltonhandboek ods Engelenberg
vrijheid / verantwoordelijkheid zelfstandigheid
7
Extra DDU – Denken – Delen – Uitwisselen Handelingswijzers bv voor kwasten schoonmaken Opruimfoto’s in de hoeken en op de kasten (veranderen, als kast of hoek verandert) Helpen bij plannen; kinderen waarvan blijkt dat zij de taken niet af krijgen. Vraag: wanneer ga je welke taak doen? Vierkantje met de kleur van de dag naar keuze op het bord plaatsen. Maandag tijdens Dalton Keuze per kind individueel (opnemen in kinddagboek) Niet naar de wc tijdens kringactiviteit (hier werken we aan maar is per groep/ kind verschillend). In de ochtendkring wordt besproken welke dag het is en wordt het bordje van de betreffende dag aangewezen door Pompom. Op het takenbord van de kleutergroepen geeft een kind met een gekleurde magneet aan op welke dag hij/zij de taak gemaakt heeft. Groepen 3 t/m 8 Op de taakbrief geven de kinderen met de dagkleur aan dat ze een bepaalde opdracht af hebben gekregen. Aangezien er bij het plannen ook dagkleuren worden gebruikt, kan iedereen zien of de planning overeen is gekomen met de daadwerkelijke uitvoering. De dagkleuren zijn: maandag geel • • dinsdag rood woensdag groen • donderdag blauw • vrijdag oranje • De dagkleuren zorgen door de hele school heen voor een ordening van de week. Daarnaast hanteren we in verschillende groepen aanvullende materialen om de kinderen steun te bieden bij het ordenen van tijd en hun bezigheden.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Symbolen Op verschillende plaatsen in de school worden symbolen gebruikt.
8
Bijvoorbeeld: Oranje kaart
Er rijst bij de leerling een vraag
Ik vraag het aan mijn tafel-, groepsgenoten
Kijk eerst nog eens heel goed naar de opgave
Ik vraag het aan mijn maatje
De vraag blijft bestaan Ik zet mijn vraagteken en ga verder met ander werk
Deze zes kaartjes hangen in de klas. Als een kind nu tijdens het zelfstandig werken tegen een probleem aanloopt, volgt het de route van de oranje kaart. Zodra de leerkracht tijd heeft zal de leerling geholpen worden. Vraagteken Ieder kind heeft een vraagteken, dat het opzet als het een vraag heeft. De leerkracht neemt het initiatief om de kinderen te helpen. Stemkalander WC-symbolen in de groep. Uit het oogpunt van zelfstandigheid, wordt de gang naar de WC geregeld middels symbolen, die per groep kunnen verschillen, maar aan de hand waarvan het kind steeds zelf kan zien of het naar de WC mag.
Uitgestelde-aandacht-teken/ Stoplicht Aan het stoplicht dat voor het bord hangt kan het kind zien of het met zijn vraag bij de leerkracht terecht kan of dat het een andere oplossing moet zoeken. Stoplichten worden gehanteerd in de groepen 1 t/m 5.
Daltonhandboek ods Engelenberg
DDU Ddu staat voor Denken, Delen en Uitwisselen. Het is een voorbeeld van hoe je met samenwerking tot een oplossing kan komen. Eerst denk je zelf na over het antwoord op een vraag, daarna overleg je met je maatje en vervolgens worden de antwoorden uitgewisseld met de rest.
9
Bij de kleuters wordt Pompom gebruikt als hulpmiddel. De procedure in groep 1 en 2 is als volgt: • langslopen en melden dat je zo uitgestelde aandacht gaat doen. Pompom op de tafel waaraan je uitgestelde aandacht gaat doen, zodat kinderen weten dat ze daar niet kunnen zitten. • liedje: Luister goed naar wat ik zeg: Pompom op de stoel en de juf is even weg. • rode stip bij Pompom op schoot • uitleg: wat moet je doen als je een vraag hebt? 1. nog een keertje goed kijken. 2. maatje vragen. 3. kaartje in de houder. 4. even overslaan en verdergaan of ander werkje zoeken. Laat een kind dit benoemen. • je mag niet bij de juf komen • uitgestelde aandacht uitvoeren eventueel de timetimer aanzetten. • na afloop laat je weten dat de uitgestelde aandacht afgelopen is en zet je de stip op groen. daarna eerst bij de kinderen die een kaartje in de houder hebben gedaan langslopen.
Hand omhoog Als de leerkracht de aandacht wil van de groep steekt hij/zij de hand omhoog. De leerlingen volgen. Hiermee maak je zichtbaar dat er aandacht wordt gevraagd. Er vindt bij dit gebaar geen verbale ondersteuning plaats in groep 3 t/m 8. Bij de kleuters echter wel, omdat niet alle kinderen tijdens het werk zicht hebben op de
vrijheid / verantwoordelijkheid zelfstandigheid samenwerking effectiviteit reflectie
Daltonaspecten Symbolen verschaffen duidelijkheid, zodat het kind verantwoordelijkheid kan nemen voor de eigen keuzes. Daarnaast geven ze ook de mate van vrijheid aan. Kijkend naar het symbool kan het kind zelfstandig beslissingen nemen, zonder dat iets aan de leerkracht hoeft te worden gevraagd. Door de symbolen te respecteren, houdt het kind rekening met anderen. Verlaging van zinloze vragentijd. Iedereen kan snel zien hoe de vlag ervoor staat.
Daltonhandboek ods Engelenberg
leerkracht.
10
De taak Misschien is de taak wel het bekendste element van het daltononderwijs. Er is in de school een opbouw in het omgaan met de taak. Die opbouw betreft onder andere de tijd die aan de taak besteed wordt en de periode die hij beslaat de omvang van de taak de onderdelen van de taak. Tijd De genoemde tijden zijn richtlijnen / gemiddelden. Afhankelijk van de dag en de andere activiteiten in de groep kan dit anders zijn. Daar komt bij dat de ene groep op dit gebied meer aankan dan de andere. Het is aan de leerkracht om te beoordelen of meer mogelijk is, of minder nodig is. groep 1 2 3 4 5 6 7 8
per dag 1.30 uur 1.30 uur 1.30 uur 1.30 uur 2.00 uur 2.00 uur 2.00 uur 2.00 uur
per week 7.30 uur 7.30 uur 7.30 uur 7.30 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur 10.00 uur
Daltonhandboek ods Engelenberg
Van dagtaak naar weektaak Taakperiode Op onze school wordt de taak altijd aangeboden in een dag-, meerdaags- of weekoverzicht. Er is een opbouw, waarbij dit eerst wordt gehanteerd als een aantal dagtaken naast elkaar en later als een weektaak, waarbij kinderen ook verder mogen werken aan opdrachten die bij een andere dag staan.
11
klaar met de (deel)taak,dan ..... Na de administratie op het takenbord kiest het kind een andere activiteit.
Na de administratie op het takenbord kiest het kind een andere activiteit.
Als het kind de taak van de dag af heeft, kiest het uit de andere taken en/of keuzetaken. Als het kind de taak van de dagen af heeft, kiest het kind stof uit de andere taken en/of keuzetaken.
De volgorde waarin de opdrachten worden gemaakt is vrij. De kinderen kiezen ook stof uit de andere taken en/of keuzetaken en verwerken dat ook op de taakbrief.
De volgorde waarin de opdrachten worden gemaakt is vrij. De kinderen kiezen ook stof uit de andere taken en/of keuzetaken en verwerken dat ook op de taakbrief. De volgorde waarin de opdrachten worden gemaakt is vrij. De kinderen kiezen ook stof uit de andere taken en/of keuzetaken en verwerken dat ook op de taakbrief.
Daltonhandboek ods Engelenberg
In schema: groep Taakperiode Kinderen krijgen naarmate ze zich ontwikkelen “taken” die in een week moeten worden gedaan. Er zijn 4 taken waarvan iedereen 1 1 taak moet maken. Daarnaast kiest groep 1 nog één taak. De overige taken zijn keuzetaken. De groepsleerkracht heeft aanvankelijk een grote rol bij het leren op zich nemen van deze taakjes. Hiervoor wordt het magnetische takenbord gebruikt Kinderen krijgen naarmate ze zich ontwikkelen “taken” die in een week moeten worden 2 gedaan. Er zijn 4 taken waarvan iedereen 1 taak moet maken. Daarnaast kiest groep 2 nog twee taken. De overige taken zijn keuzetaken. De groepsleerkracht heeft aanvankelijk een grote rol bij het leren op zich nemen van deze taakjes. Hiervoor wordt het magnetische takenbord gebruikt 3 De opdrachten staan voor de hele week op het daltonbord genoteerd. Na de voorjaarsvakantie wordt er gestart met de eendaagse taakbrief 4 Tot de voorjaarsvakantie is er de eendaagse taakbrief en daarna staan de opdrachten op de twee- en driedaagse taakbrief voor de hele week genoteerd. Per twee en drie dagen wordt er een planning gemaakt. De opdrachten staan op de twee- en driedaagse taakbrief voor de hele week genoteerd. Per twee en drie dagen wordt er een planning gemaakt. Na de voorjaarsvakantie wordt er gewerkt met 5 een weektaak. De kinderen mogen zelf de volgorde van de opdrachten in de week bepalen. De kinderen plannen zowel de maatjestaken als de individueel te maken taken. De opdrachten staan per week genoteerd. De kinderen mogen zelf de volgorde van de opdrachten in de week bepalen. De kinderen 6 plannen zowel de maatjestaken als de individueel te maken taken. De opdrachten staan per week genoteerd. De kinderen mogen zelf de volgorde van de 7 opdrachten in de week bepalen. De kinderen plannen zelf zowel de maatjestaken als de individueel te maken taken.
12
8
De opdrachten staan per week genoteerd. De kinderen mogen zelf de volgorde van de opdrachten in de week bepalen. De kinderen plannen zelf zowel de maatjestaken als de individueel te maken taken.
De volgorde waarin de opdrachten worden gemaakt is vrij. De kinderen kiezen ook stof uit de andere taken en/of keuzetaken en verwerken dat ook op de taakbrief.
De taakbrief loopt voor de groepen 5 t/m 8 meestal van maandag t/m vrijdag. De vakken in de taak Eigenlijk zijn alle vakken, misschien met uitzondering van bewegingsonderwijs en bij groep 3 ook bij verkeer en geschiedenis, geschikt om op te nemen in de taak. Uiteraard is niet elke opdracht bruikbaar. Verder is de invulling van de taak ter beoordeling van de groepsleerkracht. Het kind moet, naast de basisstof, ook andere taken en/of keuzetaken in de weektaak inplannen. Omvang en inhoud van de taak: maatwerk Hoewel de taak in eerste instantie lijkt op een serie opdrachten die voor alle kinderen van de groep hetzelfde is, is het toch zeker de bedoeling dat er maatwerk wordt geleverd. Wij maken op school gebruik van drie leerwegen (1.instructie afhankelijk, 2.basis en 3.plus). Voor het ene kind kan de leerkracht besluiten de taak te verlichten (zorgweg) en voor het andere kind kan hij besluiten om de te gemakkelijke onderdelen te vervangen door moeilijkere (plusweg). Vooral als de niveaus steeds verder uiteen gaan lopen, zal er steeds meer gebruik worden gemaakt van deze mogelijkheid. In het omgaan met tempo- en niveauverschillen binnen de taak schuilt het vakmanschap van de leerkracht.
Planning en notatie Naarmate het kind meer vrijheid krijgt bij het plannen van zijn werkzaamheden, heeft hij/zij ook meer handvatten nodig om dit te kunnen doen. Ook moet voor leerkracht en kind zichtbaar zijn hoe ver hij gevorderd is. Hiervoor worden de "hulpmiddelen" gebruikt. 1. In de groepen 3 t/m 8 staat de actuele planning van de week op het bord. 2. Vanaf groep 5 moeten de kinderen hun weektaak plannen. Ze moeten vooraf bepalen wanneer ze de maatjeswerkopdrachten willen doen en ze moeten rekening houden met de gegevens op de taakbrief. Ze geven hun planning aan in de dagkleuren, in de zogenaamde planningshokjes op de taakbrief. 3. Als een opdracht klaar is, dan wordt dit in de dagkleur afgetekend in een daarvoor bestemd aftekenhokje. Bij de kleuters op het takenbord met een gekleurde magneet, en vanaf groep 3 door het kleuren van het betreffende vakje op het taakblad. Het kind kan zo de vorderingen in één oogopslag zien. 4. Op het taakblad noteren de kinderen ook, welke activiteiten ze naast de basisstof hebben gedaan, bijv. keuzetaken.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Samenwerken in de taak Omdat samenwerken een belangrijk aspect van het daltononderwijs is, wordt er in vele situaties samengewerkt. Daarom staan er ook in de taak opdrachten waarbij samenwerken noodzakelijk is. Kleuters: Via het takenbord doen de kinderen regelmatig samenwerkingsopdrachten. Groep 3: Regelmatig staat er een samenwerkingsopdracht in de taak. Groep 4 t/m 8: In de weektaak worden samenwerkingsopdrachten aangegeven met een symbool ☺☺. Deze samenwerkingsopdrachten zijn gevarieerd over de verschillende vakgebieden.
13
De blauwe kaartjes (dalton) op het bord betreffen taken die de kinderen zelfstandig kunnen uitvoeren. De klokjes, rechts op het bord, geven aan hoeveel tijd er per dag beschikbaar is om zelfstandig te werken. Op bovenstaande foto is te zien dat er op dinsdag twee uur beschikbaar is voor zelfstandig werk. Een kind kan dan zelf beslissen of zij/hij op dat moment bijv. het rekenwerk van dinsdag en woensdag gaat doen en taal van de maandag en dinsdag. Op de taakbrief wordt dat werk dan ingekleurd met rood potlood (dinsdag). Het leren plannen aan de hand van de klokjes is een leerproces, dat in het begin veel begeleiding krijgt van de leerkracht. In de bovenbouw is er nog wel de controle door de leerkracht, maar weten de meeste kinderen heel goed welk werk ze bijv. in twee uur af kunnen krijgen en dus ook kunnen inplannen. De groene kaartjes (instructie) geven aan dat er op die bewuste dag een instructie volgt, waar alle kinderen aan meedoen. Rode kaartjes duiden een toets aan.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Daltonbord Het daltonbord is een essentieel onderdeel waarmee de kinderen hun werk leren plannen. In combinatie met dit bord, de taakbrief en de taakinstructie kunnen de kinderen zelf bepalen wanneer ze welk werk gaan doen.
14
Evaluatie en beoordeling/ reflectie Evaluatie Ten behoeve van de evaluatie vult het kind het reflectiedeel met betrekking tot de weektaak in. In groep 1 en 2 vindt de evaluatie mondeling plaats. Dat geldt ook grotendeels voor groep 3. In groep 4 en 5 gebruiken ze de reflectiethermometer op de taakbrief en in de groepen 6 t/m 8 worden er cijfers gegeven m.b.t. de reflectie van het eigen werk. De leerkracht bespreekt het proces van het taakwerk regelmatig met de kinderen. De leerkracht kan dit zowel groepsgewijs als individueel doen. Het zal dan gaan over thema's als planning, samenwerken, netheid, inzet, zelfstandig problemen oplossen, rekening houden met elkaar.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Lay-out taakbrief De onderdelen die op de taakbladen van de verschillende groepen moeten voorkomen en de opbouw daarin door de hele school heen, staan hiervoor beschreven. Daarnaast staat er altijd op: de naam van het kind, de datum en/of het weeknummer het maatje van die week We vinden het belangrijk dat we kinderen ook op dit punt voldoende structuur en herkenbaarheid bieden. We streven daarom naar eenheid in de taakbrieven. De leerkrachten dienen bij de vormgeving hier rekening mee te houden.
15
De daltonaspecten binnen het taakwerken zijn legio. We noemen: Daltonaspecten vrijheid / Vrijheid in de eigen planning en de uitvoering daarvan. verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen gemaakte keuzes. Vrijheid om wel of niet de instructie te volgen en de verantwoordelijkheid daarvoor dragen. zelfstandigheid Zelfstandig administreren. Kritisch het eigen werk evalueren. samenwerking Opdrachten in tweetallen of grotere groepen uitvoeren. Onderlinge hulp. effectiviteit Beschikbare lestijd wordt optimaal gebruikt. reflectie Kritisch het eigen werk evalueren.
Taakbord kleuters In de kleutergroepen (groep 1 en 2) kennen we het takenbord, hierop worden twee soorten werkjes aangegeven :
Bij de keuzetaken staat aangegeven aan welke activiteiten en in welke hoeken de kinderen mogen werken. Het takenbord heeft de vorm van een tabel met van links naar rechts het dagritme bovenaan, onderaan de kinderen met hun foto en van beneden naar boven de nummers van de taken. De kinderen kunnen op het andere bord zien hoeveel kinderen er in de verschillende hoeken mogen werken en “plakken” hun foto op het bord bij hun keuze. Organisatie Vanuit de kring mogen de kinderen kiezen. Zij hebben een magneetje waar hun eigen foto op staat. Deze mogen ze op het bord hangen. Als het kind voor een taakje kiest en deze af krijgt, mag het zijn / haar foto vervangen door een magneet in de dagkleur. Is het taakje klaar, dan kiest het kind een andere werkje. Aan het eind van de week evalueert de leerkracht met de kinderen de gemaakte keuzes.
Daltonhandboek ods Engelenberg
1.Keuzetaken 2.Verplichte taken
16
De taken De soorten taken zijn heel divers. Bijvoorbeeld werken met ontwikkelingsmateriaal, creatieve opdrachten, of werken in een bepaalde hoek. Start van het jaar 3 taken + 1 keuzetaak voor groep 2, en 2 taken + keuzetaak voor groep 1 Vanaf de herfst, 3 taken + keuzetaak voor groep 1 Vanaf februari 4 taken voor groep 2 Voor groep 0 2 taakjes. Zij mogen altijd een taakje uit de bak van groep 1 kiezen als zij klaar zijn met hun eigen taakjes. Alle taakjes moeten in één week af zijn. De kinderen kiezen zelf wanneer ze de taakjes doen. Maatjestaak plannen met de juf op maandag De taak moet af zijn voordat er gekozen wordt op het kiesbord.
zelfstandigheid
samenwerking
effectiviteit reflectie
Daltonaspecten Door het gebruik van het takenbord wordt het taakbesef van de kleuter geoefend. (Dit gebeurt in de kleutergroepen uiteraard ook op zeer veel andere manieren.) Het kind is er verantwoordelijk voor dat het zijn opdrachten af krijgt. Daarbij heeft het de vrijheid om een opdracht vandaag of op een andere dag te doen. De keuze wordt in principe zelfstandig gemaakt, al zal het duidelijk zijn dat de leerkracht hierbij vaak nog een handje zal helpen. Het zelfstandig "administreren" d.m.v. de kaartjes en de magneten is voor sommige kleuters best nog wel moeilijk, maar vormt een goede voorbereiding op het werken met de taakbrief vanaf groep 3. Het zelfstandig pakken, schoonmaken en opruimen van materialen is een belangrijk element van het werken in de kleutergroepen. De leerkracht zal bewust zoeken naar samenwerkingsopdrachten. Daarnaast wordt er ook veel aandacht besteed aan het elkaar helpen en het delen van het materiaal. In de beschikbare lestijd kan er meer gedaan worden. Welk keuzes maak je en waarom?
Routines in groep 1 en 2: • Goedemorgen liedje • Dagen van de week liedje (evt. kalender bijwerken, bij wisseling maand/ seizoen) • Dagritme kaarten • Daltonregel (maandag 1x per 2 weken) • Evalueren werk (inhoudelijk) en/of werkhouding , na Dalton Keuze • Eten en drinken (bakken halen/ terugzetten, uitdelen, liedje) • Bij eten en drinken eerste tijd op maatjesstem. Als een kind hard praat, krijgt hij 2 keer de kans om het goed te doen. Bij de 3e keer moet hij eventjes uit de kring. • wc- binnen; mbv jongens- en meisjesketting. Buiten; melden bij juf, bij terugkomst een high5 Extra in groep 1 en 2 • DDU – Denken – Delen – Uitwisselen • Handelingswijzers bv voor kwasten schoonmaken Opruimfoto’s in de hoeken en op de kasten (veranderen, als kast of hoek verandert) • Helpen bij plannen; kinderen waarvan blijkt dat zij de taakjes niet af krijgen. Maandag tijdens Dalton Keuze per kind individueel (opnemen in kinddagboek) • Niet naar de wc tijdens kringactiviteit (hier werken we aan maar is per groep/ kind verschillend).
Daltonhandboek ods Engelenberg
vrijheid / verantwoordelijkheid
17
"Corrigeren moet je leren" Zelf nakijken vraagt een bepaalde houding van de kinderen. De kinderen moeten zich realiseren dat je je werk nakijkt om er iets van te leren en niet om zoveel mogelijk "krulletjes" in je schrift te hebben. Als leerkrachten moeten we ons realiseren dat we dit de kinderen moeten leren. Daltonaspecten vrijheid / Verantwoordelijkheid nemen voor de eigen manier van corrigeren. verantwoordelijkheid Hulp / uitleg vragen als je merkt dat er veel fouten zijn gemaakt. zelfstandigheid Zelfstandig nakijken. samenwerking In de varianten waarbij je elkaar of samen corrigeert. effectiviteit Je ziet snel of het gemaakte werk begrepen is of niet. reflectie Wat ging goed en wat behoeft extra oefening?
Keuzetaak Vrijheid betekent niet alleen dat het kind de volgorde binnen de taak mag bepalen, maar ook dat het voor een deel zelf de inhoud van zijn / haar keuzetaak kan leren kiezen. Keuzetaak is: een niet-vrijblijvende, educatieve activiteit; een vast onderdeel van de weektaak; een activiteit die de kinderen zelf mogen kiezen, afhankelijk van hun belangstelling, in de kleutergroepen vermeld op het takenbord;
Daltonhandboek ods Engelenberg
(Zelf-)correctie Kind of leerkracht Wij hechten grote waarde aan de zelfcorrectie. Dit geldt zowel voor de opdrachten die binnen de taak worden gedaan als voor opdrachten daarbuiten. Zelfcorrectie heeft een aantal voordelen: 1. Het kind krijgt meteen feedback op zijn werk. Hij hoeft niet te wachten tot hij het werk pas later terugkrijgt van de leerkracht. 2. Het heeft een duidelijk leereffect, omdat het kind, als het een fout ontdekt, zich meteen zal afvragen hoe deze fout kon ontstaan. 3. Het geeft de kinderen hierdoor een beter inzicht in wat ze kunnen en bij welke zaken ze hulp moeten vragen van de leerkracht. In de kleutergroepen is zelfcorrigerend materiaal voorhanden. Aangezien dit niet voor alle opdrachten geldt, wordt bij sommige opdrachtjes de bril van de juf gehanteerd. Deze bril zetten de kinderen op en kijken met de ogen van de juf naar het resultaat van hun werk. In de loop van groep 3 mogen de kinderen bepaalde opdrachten al zelf corrigeren. Naarmate de kinderen ouder worden, is er steeds meer mogelijk ten aanzien van het zelf corrigeren. In de hogere groepen wordt dit geleidelijk uitgebreid. Het streven is om de kinderen, zo veel mogelijk en zo veel als zij aankunnen, zelf te laten corrigeren. Het is ter beoordeling van de groepsleerkracht welk werk geschikt is om door de kinderen te laten corrigeren. Hierbij gelden de volgende afspraken: 1. Toetsen worden door de leerkracht nagekeken. 2. Regelmatig corrigeert de leerkracht het werk van alle kinderen om goed de vorderingen te kunnen bepalen. 3. De leerkracht neemt steekproeven om te kijken of het corrigeren goed is gebeurd. 4. Ook hier kan "op maat" worden gewerkt. Het ene kind geeft er blijk van al heel zelfstandig en goed te kunnen nakijken, terwijl de ander onzorgvuldig is of liever de antwoorden overschrijft. Dit laatste kind kan minder vrijheid aan en moet meer worden ondersteund en gecontroleerd. 5. Ook andere correctievormen kunnen worden gebruikt, zoals nakijken in tweetallen, leerkracht en kind kijken ieder de helft na, klassikale correctie e.d.
18
bij voorkeur zelfcorrigerend, al zal de leerkracht ook hierbij volgen wat de leerlingen doen en welke kwaliteit ze leveren, ook binnen de keuzetaak zal ernaar gestreefd worden kinderen te laten samenwerken; samenwerkingsopdrachten worden met een symbool aangegeven.
De keuzetaak bestaat op dit moment uit: methode gerelateerde opdrachten thema gerelateerde opdrachten het voorbereiden van presentaties het maken van werkstukken keuzekast met taken gerangschikt naar de negen intelligenties voorstellen uit de leerlingen zelf(vanaf groep 6 bedenken de kinderen zelf de inhoud van de kast door de kinderen gemaakt aan de hand van een thema
Wij hebben de negen intelligenties, verbaal/linguïstisch, logisch/mathematisch, lichamelijk/kinesthetisch, muzikaal/ritmisch, naturalistisch, visueel ruimtelijk en interpersoonlijk (samenwerken) voor de kinderen enigszins vertaald en voorzien van pictogrammen. Intrapersoonlijk (filosofisch) komt regelmatig voor in levo en kanjer
SAMEN ( interpersoonlijke intelligentie) Interview Presentatie Quiz
LIJF( lichamelijk-kinesthetische intelligentie) Toneel Gebarentaal Uitbeelden Film
NATUUR (naturalistische intelligentie) Bekijken
Daltonhandboek ods Engelenberg
ALLEEN (intrapersoonlijke intelligentie) Logboek / dagboek bijhouden Eigen gevoel en idee
19
Uitzoeken Uitvinden en demonstreren
TAAL (verbaal-linguïstische intelligentie) Verhalen Gedichten Woordspelletjes
REKENEN (logisch-mathematische intelligentie) Ingewikkelde vraagstukken Cijferpuzzels Werken met getallen
MUZIEK (muzikaal-ritmische intelligentie) Geluiden Luisteren – opnemen Liedjes maken
CREATIEF (visueel-ruimtelijke intelligentie) Plattegronden Bouwwerken Tekenen – schilderen Fotograferen
Samenwerken Wij vinden het van grote pedagogische waarde dat kinderen sociale vaardigheden opdoen. Het samenwerken is daarom van grote betekenis. Samenwerken vindt op vele manieren plaats. We noemen: In de taak Er worden bewust samenwerkingsopdrachten in de taak gezet. In de instructielessen Taal-, reken- en andere methodes doen vaak suggesties voor samenwerkingsopdrachten. De leerkrachten zullen bewust samenwerkingsopdrachten opnemen in hun lesprogramma. Binnen het bewegingsonderwijs Werkvormen waarbij samenwerking nodig is. Veel sport- en spelvormen zijn hiervoor geschikt. Binnen de creatieve vakken Het maken van groepswerkstukken.
Daltonhandboek ods Engelenberg
FILOSOFIE (filosofeer-existentiële intelligentie) Bestaan Kosmos Kritisch
20
Ontwikkelingslijnen Samenwerking, Zelfstandigheid en Vrijheid Zelfstandigheid
Vrijheid
Ik weet hoe iemand heet
Ik kan iemand zijn naam zeggen
Ik kan vragen hoe iemand heet
Ik kan iemand begroeten
Ik kan iemand om hulp vragen
Ik kan zeggen dat iemand ergens mee moet stoppen
Ik kan spullen terugvragen
Ik kan luisteren naar een ander
Ik kan zelfstandig op de gang werken
Ik mag mijn materiaal kiezen
Ik durf te vragen of iemand harder/zachter kan praten
Ik mag tijdens de werkles zelf bepalen waar ik werk
Ik laat een ander uitpraten
Ik durf hulp te vragen aan klasgenootje of leerkracht (sociale zelfredzaamheid) Ik durf nee te zeggen
Ik kan samenwerken met schoolmateriaal Ik kan reageren op wat een ander zegt Ik heb een eigen inbreng in een samenwerkingsopdracht Ik accepteer de inbreng van een ander Ik kan werken met een maatje
Ik mag deels de volgorde van mijn werk bepalen Ik weet wat er van mij als maatje verwacht wordt
Ik kan zelfstandig jas aan/uit doen, beker e.d. wegzetten, tas opruimen Ik kan zelfstandig het toilet bezoeken Ik kan zelf materiaal uit de kast kiezen en weer opruimen Ik kan zelfstandig een keuze maken uit de taken van de taakjes Ik kan het evalueren van de werkjes aangeven op de taakbrief Ik kan na instructie zelfstandig opdrachten uitvoeren Ik kan werken met zelfcorrigerend materiaal
Ik kan mijn werkje inleveren op de goede manier Ik voldoe aan klassenregels (niet steeds aan juf vragen) Ik kan zelfstandig de taken van het planbord afwerken Ik kan zelfstandig problemen oplossen Ik kan ong. 15 min. omgaan met uitgestelde aandacht tijdens de instructie/kleine kring
Ik mag zelf kiezen aan welke kinderen ik hulp vraag
Ik mag zelf bepalen waar ik tijdens de taak ga werken. Ik kan rustig werken en praten
Ik ben persoonlijk aanspreekbaar door medeleerlingen en de leerkracht Ik reflecteer op het eigen werk Ik kan omgaan met uitgestelde aandacht durf kleine vrijheden aan Ik hou mij aan regels en afspraken
Daltonhandboek ods Engelenberg
Samenwerking
Groep 1 en 2
21
Ontwikkelingslijnen Samenwerking, Zelfstandigheid en Vrijheid
*of klassikaal) het eigen werk en evalueer dat en trek conclusies Ik praat af en toe mee over een opdracht
Ik ken het gebruik van
samenwerkingsmaterialen Ik kan werken in wisselende groepsgrootte Ik reageer op wat een ander zegt Ik bied aan om iets uit te leggen
Zelfstandigheid Ik kan mij houden aan de doelen van gr. 1-2
Ik kan zelf bepalen of ik meedoe met de instructie voor rekenen
Ik kan mijn eigen werk inplannen.
Ik kan zelf mijn taakbrief bijhouden/afkleuren. Ik kan mijn taak evalueren.
Ik kan werken in wisselende groepsgrootte. Ik kies mijn eigen werkplek, afhankelijk van de taak.
Ik kies tijdens andere activiteiten indien gewenst, voor een stille werkplek Ik bepaal zelf de volgorde van de taken Ik heb oog voor mijn maatje en voor de groep Ik ben persoonlijk aanspreekbaar Ik kan soms het eigen werk nakijken
Ik kan omgaan met uitgestelde aandacht. Ik ken het gebruik van materialen Ik kan zelf mijn materialen pakken voor de taak, en opruimen
Ik vraag hulp aan een ander
Ik kan omgaan met verschillen
in de groep Ik geef een ander een complimentje
Vrijheid
Ik ben samen met anderen
verantwoordelijk voor een positieve sfeer in de klas
Ik kan nagekeken werk verbeteren Ik kan zelf verdiepingsstof kiezen die wordt aangeboden door de leerkracht (keuzetaakkast). Ik kan individueel werken. Ik kan taakgericht werken Ik kan initiatief nemen Ik kan 30 minuten omgaan met uitgestelde aandacht. Ik kan zelf hulp vragen en hulp bieden
Ik kan zelf afspraken maken m.b.t. samenwerken.
Ik kan eigen functioneren evalueren
Ik kan zelf verrijkingsstof kiezen (opstel/verhaal schrijven, mini-informatie, spreekbeurtje voorbereiden, etc.)
Ik leg verantwoording af over het doen en laten. Ik geef zelf invulling aan een onderdeel van de taak Ik mag uit verschillende keuze opdrachten kiezen Ik denk mee bij het opstellen van plannen Ik heb inbreng in het groepsgebeuren
Daltonhandboek ods Engelenberg
Samenwerking Ik controleer -samen met juf
Groep 3 en 4
22
Ik kan geclusterde instructie aan
Ik kan omgaan met zelfcorrigerend materiaal en dat zelf nakijken, zonder ondersteuning Ik ben mij bewust van mijn eigen leerproces.
Ik registreer de vorderingen van het werken aan de taak (op de taakbrief).
Daltonhandboek ods Engelenberg
23
Samenwerking
Groep 5 en 6
Zelfstandigheid
Vrijheid
Ik kan een ander voorzien van (positieve) feedback
Ik kan mijn eigen werk inplannen voor de halve en de hele week.
Ik kan mijn eigen werk zorgvuldig nakijken
Ik kan afspraken en beloften nakomen
Ik kan samenwerken met groepsgenoten
Ik kan een ander helpen zonder voor te zeggen
Ik geef zelf invulling aan een onderdeel van de keuzetaak Ik bepaal zelf hoe lang onderdelen van de taak duren Ik bepaal zelf het tijdstip waarop elke taak wordt opgepakt
Ik kan op vriendelijke wijze zeggen als ik het ergens niet mee eens ben Ik wil en durf initiatief te nemen Ik kan coaching (tutoren) van andere kinderen aannemen Ik kan samen met een ander problemen oplossen Ik kan samenwerken plannen
Ik kan zelf mijn leerdoelen benoemen op de weektaak. Zowel vakinhoudelijk als de vorm. Ik ken de regels voor en de routines bij het werken aan de taak Ik kan zelf verrijkingsstof kiezen, waaronder opstel/verhaal schrijven, mini-informatie, computer, keuzetaakkast, spreekbeurt voorbereiden etc. Ik kan tijd goed indelen (efficiënt gebruik maken van de daltontijd)
Ik kan een hulpvraag stellen
Ik kan vragen of iemand iets kan herhalen als ik iets niet begrepen of verstaan heb Ik kan met de juiste woorden zeggen dat ik iets niet leuk vind Ik kan reageren op het juiste gebruik van de oranje kaart Ik ben behulpzaam Ik sta open voor ideeën van een ander Ik toon belangstelling in wat een ander zegt Ik kan omgaan met tegenslagen Ik kan iemand uit laten praten
Ik kan geconcentreerd werken
Ik kan op positieve wijze ondersteuning/feedback leveren Ik kan mijn eigen functioneren evalueren. Ik ben mij bewust van mijn eigen leerproces Ik registreer de vorderingen van het werken aan de taak (evt. Portfolio)
Daltonhandboek ods Engelenberg
Ontwikkelingslijnen Samenwerking, Zelfstandigheid en Vrijheid
24
Ontwikkelingslijnen Samenwerking, Zelfstandigheid en Vrijheid
Zelfstandigheid Ik kan op positieve wijze kritiek leveren en ontvangen Ik kan mijn eigen tijd indelen
Ik help andere kinderen, net zoals ik ook word geholpen Individuele verantwoordelijkheid Ik deel informatie met klasgenoten Ik zeg rustig dat ik het ergens niet mee eens ben Directe interactie
Ik kan eigen werk controleren.
Ik kan eigen werk indelen
Ik kan een andere leerling bevragen Ik kan zelf onderwerpen bedenken (keuzetaak) Ik kan zelf experimentjes uitvoeren. Ik ken mijn eigen leerstijl
Ik kan met alle kinderen samenwerken
Ik sta open voor ideeën van anderen Ik kan iets vanuit een werkgroepje presenteren aan de klas en durf initiatief te nemen Ik los samen met een ander een probleem op Sociale vaardigheden Ik accepteer een mening van een ander Ik heb een goede luisterhouding Ik kan een ander gerichte vragen stellen Ik kan mijn eigen mening vertellen Ik kan op een positieve manier met kritiek omgaan
Vrijheid Ik mag zelf bepalen of ik wil samenwerken of niet Ik mag tijdens projecten samen met mijn groepje taken verdelen zodat het project goed verloopt
Ik kan zelf kiezen uit diverse leer- en oplossingsstrategieën . Ik kan coachen en gecoached worden Ik kan zelf activiteiten organiseren Ik kan zelfstandig conflicten oplossen
Daltonhandboek ods Engelenberg
Samenwerking Positieve wederzijdse afhankelijkheid
Groep 7 en 8
25
Maatjeswerk In de groepen 1 en 2 vindt er wekelijks een maatjeswissel plaats. In de groepen 3 t/m 8 is elk kind tweewekelijks gekoppeld aan een ander maatje waarmee hij/zij de samenwerkingsopdrachten maakt. Daltonregels Eens per twee weken komt er een nieuwe daltonregel in de klas te hangen. Alvorens die regel op te hangen wordt hij besproken met de kinderen. In groep 1 en 2 hangen dezelfde regels. De groepen 3 t/m 8 hebben meer regels en soms iets andere dan de kleuters.
Groep 1 en 2: Als ik zeg “Stop!”, houd je op. Zeg niet “Nee”, maar: “Speel je mee?” Bedenk je eerst goed, voor je iets doet. Zoemer? Geen gekwek, meteen op je plek. Er is er maar één die praat, zodat alles beter gaat. Slaan of schoppen? Daar moet je snel mee stoppen! Als ik met een werkje stop, ruim ik alles netjes op. Heeft een ander soms verdriet, help hem dan als je ’t ziet. Met lachen is niets mis, zolang het maar niet om een ander is. Rennen doe je op het plein. Binnen moet je rustig zijn.
Groep 3 t/m 8: -
Als ik zeg “Stop!”, houd je op. Zeg geen “Nee”, maar: “Speel je mee?” Bedenk je eerst goed, voor je iets doet. Zoemer? Geen gekwek, meteen op je plek. Er is er maar één die praat, zodat alles beter gaat. Slaan of schoppen? Daar moet je snel mee stoppen! Heeft een ander soms verdriet, help hem dan als je ’t ziet. Met lachen is niets mis, zolang het maar niet om een ander is. Rennen doe je op het plein. Binnen moet je rustig zijn.
Daltonhandboek ods Engelenberg
-
26
-
Ruim je spullen netjes op, dan blijft de klas tiptop. Laat je niet hard horen, anders kun je een ander storen. Heb je de dagtaak gedaan, dan kun je met je taakbrief verder gaan. Let niet op wat een ander doet. Dat kan de juf of meester goed.
Coöperatief leren In alle groepen worden vormen van coöperatief leren uitgeprobeerd en ingeoefend. Bij deze werkvormen zal de leerkracht regelmatig een korte nabespreking houden over het samenwerkingsproces. De werkvormen die wij hanteren zijn : binnen- buitenkring ddu (denken delen uitwisselen) Samen werken Er is een verschil tussen samenwerken (dit is samen aan een opdracht werken, zoals hierboven omschreven) en samen werken. Met samen werken bedoelen we dat kinderen weliswaar individueel aan een opdracht werken, maar dat ze wel rekening met elkaar houden en elkaar helpen. Rekening houden met elkaar houdt in, dat je elkaar niet stoort of afleidt tijdens het werk, maar ook, dat je je verantwoordelijk voelt voor het welzijn van je medeleerlingen en dat je je verantwoordelijk voelt voor de sfeer in de groep en de school als geheel. Kinderen moeten het normaal vinden dat je elkaar helpt en het is ook normaal dat je hulp vraagt. We zijn ons ervan bewust dat niet alle kinderen dit uit zichzelf kunnen.
Daltonkringgesprek Groep1: Binnen- en buitenkring Groep2: Binnen- en buitenkring uitbreiden met het stellen van vragen aan elkaar en na de kring vertellen enkele kinderen wat een ander gedaan heeft. Groep 3: De kinderen worden in groepjes verdeeld, met behulp van de gekleurde praatkaartjes (rood, groen, geel, blauw en oranje). De kinderen met een rood kaartje gaan bij elkaar zitten, groen gaat bij groen zitten, etc. Elk groepje heeft 1 leider, dat is diegene die het praatkaartje ‘begin’ heeft. Deze leider geeft tijdens het vertellen de beurt door en werkt met waarschuwingen. 2 waarschuwingen is uit het groepje. Groep 4: In groep 4 wordt deze kring uitgebreid met het stellen van vragen. Door middel van een vuist in de lucht kan een kind aangeven dat hij een vraag heeft over datgene wat verteld wordt. De leerkracht moet hierbij wel behandelen wat vragen zijn en wat nuttige vragen zijn. Groep 5/6:
Daltonhandboek ods Engelenberg
Tijdens het zelfstandig werken zal de leerkracht zich terughoudend opstellen t.o.v. de gebeurtenissen in de groep. Ook probleempjes in de sociale sfeer moeten de kinderen in eerste instantie proberen zelfstandig op te lossen. Daltonaspecten vrijheid / Verantwoordelijkheid nemen voor de fysieke en sociale omgeving. verantwoordelijkheid De vrijheid om hulp te zoeken en te geven. zelfstandigheid Zelfstandig hulp zoeken en hulp verlenen. samenwerking Duidelijk. effectiviteit Werk kan sneller gemaakt worden. reflectie Ging het goed? Waarom wel/niet?
27
In groep 5/6 wordt praatkaartje ‘begin’ vervangen door ‘leider’. Deze leider geeft een samenvatting aan het eind van elk gesprek. De leerkracht moet hierbij natuurlijk behandelen wat een goede korte en bondige samenvatting is en hoe je die presenteert. Groep 7/8: De kinderen kennen de werkwijze van een kring houden met behulp van de praatkaartjes. In groep 7 komt er de rol van notulist bij. De praatkaartjes in groep 7/8 zijn wel wat uitgebreider. Zo is de leider nu de voorzitter. Hierbij is het aan de leerkracht om dit begrip toe te lichten. De voorzitter heeft dezelfde functie als de leider en geeft net als in groep 5/6 dus ook een korte samenvatting aan het eind van elk gesprek. De notulist noteert kort en bondig wat er gezegd wordt tijdens het vertellen. In groep 8 is er elke maand een klassenvergadering. Hierbij is dan ook een van de kinderen de voorzitter en een van de kinderen de notulist. Hierbij kan je nu de notulen laten uitwerken en deze bijvoorbeeld bewaren in een map. Je kan de kinderen ook de punten laten aandragen voor de vergadering en eventueel een agenda laten maken.
Klasinrichting/klusjesbord De inrichting van de klassen moet zo zijn, dat de kinderen alle materialen die zij nodig hebben, zelfstandig kunnen pakken, eventueel weer schoonmaken en opruimen. Als een kind bijvoorbeeld een nieuw schrift nodig heeft, dan hoeft het dat niet eerst aan de leerkracht te vragen en materialen als potloden, papier, boeken en scharen hebben ze in hun eigen vak of kunnen ze eenvoudig zelf ophalen. In de klas hangt een klusjesbord. Daarop staan enkele huishoudelijke taken, die door de kinderen uitgevoerd te worden, alleen of samen.
dienen
Daltonhandboek ods Engelenberg
Met het daltonkringgesprek oefenen we vaardigheden van het samenwerkend leren. Basisvaardigheden: 3/8 Elkaars naam gebruiken, elkaar aankijken tijdens het praten, vriendelijk op elkaar reageren, een inbreng durven te hebben, zo duidelijk praten dat anderen je kunnen verstaan, luisteren naar elkaar, elkaar uit laten praten, de inbreng van een ander accepteren, rustig praten, om de beurt praten. Voortgezette vaardigheden: 4/8 Vragen stellen aan elkaar, reageren op wat een ander zegt, elkaar aan moedigen mee te doen, elkaar een complimentje geven, ondersteunende opmerkingen maken. Tussenvaardigheden : 5/8 Herhalen wat iemand gezegd heeft, de voortgang samenvatten. Vaardigheden gevorderde groepen: 7/8 Je in het standpunt van een ander verplaatsen, verschil van mening accepteren, ook op langere termijn een goede relatie behouden, overeenstemming met elkaar bereiken, kritiek formuleren op ideeën, niet op personen, met elkaar problemen oplossen, op een vriendelijke manier zeggen dat je het er niet mee eens bent, verschillende ideeën integreren, ideeën verder uitbouwen, de groep stimuleren en motiveren.
28
vrijheid / verantwoordelijkheid zelfstandigheid samenwerking
effectiviteit reflectie
Daltonaspecten De vrijheid om zonder te vragen materialen te gebruiken die nodig zijn. Zelf bepalen wat nodig is en dat zelf halen. Ook een ander moet de spullen weer gebruiken, dus laat het schoon achter, maak niet alles op en overleg over het gebruik van schaarse spullen. Leerling en leerkracht hoeven elkaar niet te storen in onzinnige zaken. Heb ik de materialen juist gebruikt en overige zaken weer netjes opgeruimd?
Opruimen in groep 1 en 2 : • 5 minuten voor de opruimtijd: langslopen en aangeven dat we gaan opruimen. Daarna gaat de timetimer (op het digibord) op 10 minuten en gaat het opruimen beginnen. • Opruimliedje • Uitleg opruimen (later in het jaar niet meer nodig) Groep 2; - Eigen werk opruimen - Stoeltje in de kring (naast maatje) - Dagtaakje opruimen (op planbord blauwe kaartjes met opruimtaakje) - Staat het stoeltje van je maatje in de kring????? - Anderen helpen in overleg met de juf. Groep 1: - Eigen werk opruimen - Stoel in de kring - Dagtaakje opruimen - Anderen helpen in overleg met de juf - Wachten tot iedereen zit en time timer afgelopen is. • Time timer op 10 minuten.
Werkafspraak De belangrijkste werkafspraak die overal in de school geldt, of je nu in het lokaal zit te werken of ergens anders, luidt: "Je mag elkaar niet storen."
vrijheid / verantwoordelijkheid zelfstandigheid
Daltonaspecten De vrijheid om zelf de werkplek te bepalen. De verantwoordelijkheid om zijn werk te maken en dus om een gunstige werkplek te kiezen, ligt in principe bij het kind. Bij het maken van deze keuze moet het kind aanvankelijk met de leerkracht overleggen, maar uiteindelijk maakt het deze keuze
Daltonhandboek ods Engelenberg
Werkplekken De kinderen hebben een zekere vrijheid in het kiezen van een werkplek in de school. Doordat er met een taak wordt gewerkt, zijn kinderen gelijktijdig bezig met verschillende opdrachten op verschillende werkplekken. Op alle werkplekken in de gangen geldt als regel : je mag er rustig werken, zonder een ander te storen. In een daltonschool zal een kind (moeten) wennen aan een zeker "werkgeruis", maar het kan er ook voor kiezen een rustige werkplek op te zoeken.
29
samenwerking effectiviteit reflectie
zelfstandig. In het "je mag elkaar niet storen" is één van de belangrijkste aspecten van het samenwerken samengevat. Verhoogd het werktempo. Heb ik me aan de afspraken gehouden? En de anderen?
Ontwikkelingslijn REFLECTIE De leerling… Vooraf: - denkt na over materiaal dat nodig is om een taak voldoende te kunnen volbrengen. - weet waar hij/zij materiaal kan vinden. - kiest waar hij/zij kan werken. - kan 3 verplichte werkjes plannen. - Kan benoemen wat hij/zij nodig heeft om een taak te kunnen starten. - kan benoemen wat hij/zij moet doen - kan kiezen tussen meerdere opdrachten - kan een dagritme overzien. - kan inschatten of hij/zij een opdracht kan uitvoeren - kan aangeven wat hij/zij van een taak vindt, gevoel onder woorden brengen - kan vooraf de juiste vragen stellen Tijdens: - weet hoe hij/zij hulp moet vragen als iets niet lukt. - begrijpt waar hij/zij mee bezig is. - kan eventuele problemen oplossen, zelfstandig of met hulp van anderen - kan omgaan met uitgestelde aandacht. - denkt na over wat (niet) goed gaat - kan zijn/haar vragen goed verwoorden Na: -
-
Kan verwoorden hoe het is gegaan, wat wel en niet goed lukte. kan zeggen wat hij/zij van een taak vond kan vertellen wat hij/zij geleerd heeft. kan vertellen wat moeilijk was aan de opdracht
Werkvormen
Middelen
Handelen van de leerkracht staat centraal.
Planbord, aftekenbord
De juiste vragen stellen.
Dagritmekaarten
Zelfcorrigerend materiaal
Klok of timetimer Inspelen op: Pictogrammen Maatjes In de kleine kring
Handelingswijzer uitgestelde aandacht.
Coöperatieve werkvormen: tweegesprek, binnen/buitenkring
Smileys
Individueel
Juffenbril (eens per week)
Kiesbord
Goede vragen stellen spelvormen
Reflectiekaartjes (eens per week)
Pluim van de dag
Daltonhandboek ods Engelenberg
Einddoelen GROEP 2 Doel
30
-
kan vertellen of het doel van de opdracht gehaald is. kan vertellen hoe het samenspelen/samenwerken is gegaan
Einddoelen GROEP 4 Doel De leerling… Vooraf: - wil een opdracht/taak gaan maken - bedenkt welk materiaal daarbij nodig is. - bepaalt hoeveel tijd eraan gewerkt kan worden. - weet wat van hem/haar op een dag verwacht wordt. - kan de taken per dag plannen. - kan aangeven met wie, wanneer, waar, wat nodig heeft en hoe te gaan werken. - weet wat het doel is van de les/taak. - kan zichzelf doelen per dag stellen Tijdens: - weet hoe hij/zij hulp moet vragen - kan de planning bijstellen als dat nodig is. - weet dat hij/zij hulp moet vragen als er bij correctie veel fouten zijn. - denkt na over de uitvoering van de taak en kan dit verwoorden
Werkvormen
Handelen van de leerkracht staat centraal. De juiste vragen stellen. Inspelen op:
Middelen
eerste half jaar in groep 3: smileys dagtaken/weektaak (achterkant), thermometer op voorkant, ook bij groep 3 Zelfcorrigerend materiaal / nakijkboekjes Handelingswijzer uitgestelde aandacht Reflectiekaartjes Mr. Positivo
Reflectiebord
Spin van de dag (groep 3 )
Pluim van de dag (groep 3)\ kanjer van de dag, pluim van de dag.
-
-
-
kan het werk nakijken. kan aangeven waarom het samenwerken wel/niet goed gaat. vertelt wat moeilijk of makkelijk ging. kan aangeven of en waarom de taak goed is uitgevoerd kan zijn/haar gevoel over de taak na afloop goed onder woorden brengen kan leerpunten bedenken voor de volgende keer
Daltonhandboek ods Engelenberg
Na:
31
De leerling Vooraf: - denkt na over de invulling van de tijd die nodig is voor de taak. - kan meerdere taken overzien. - denkt na over de taken die nog komen. - weet wat er van hem/haar verwacht wordt. - is zich bewust van zijn/haar kwaliteiten. - weet wat van hem/haar over 2 dagen verwacht wordt. - kan meerdere dagen achter elkaar plannen en overzien. - weet wat het doel is van de les. - weet hoe hij/zij moet plannen per week - denkt na over de volgorde van de taken - denkt na over de aanpak van de taak Tijdens: - weet waar hij/zij goed in is. - kan een planning bijstellen als dat nodig is - kan vooraf en tijdens de opdracht aangeven of hulp nodig is en in welke vorm - kan een oplossing bedenken als het niet goed gaat. Na: - bedenkt of hij/zij tevreden is over het product/proces. - kan het eigen werk nakijken. - kan benoemen wat hij/zij goed en niet goed heeft in de taak en waarom. - kan verbeterpunten aangeven. - kan zeggen wat hij/zij geleerd heeft. - kan aangeven hoe het geleerde toegepast kan worden in andere situaties. - kan inhoudelijk vertellen waarom iets moeilijk, makkelijk o.i.d. gaat/ging. - kan aangeven hoe de samenwerking is gegaan - kan omgaan met gecorrigeerd werk en de eisen daarvan
Werkvormen
Handelen van de leerkracht staat centraal. De juiste vragen stellen.
Inspelen op: Schriftelijk reflecteren Mondeling: klassikaal, in groepjes, individueel
Middelen
Weektaken (achterkant) Weektaken: vanaf groep 5 op de voorkant zelf doel formuleren en daags becijferen Zelfcorrigerend materiaal / nakijkboekjes Handelingswijzer uitgestelde aandacht Reflectiekaartjes Mr. Positivo Reflectiebord
Geheime kanjer, kanjer/pluim van de dag, kanjer petjes
Daltonhandboek ods Engelenberg
Einddoelen GROEP 6 Doel
32
Einddoelen GROEP 8 Doel De leerling… Vooraf: - kan overzien wat er van hem/haar verwacht wordt binnen een taak: materiaal, tijd en doel. - denkt hier van te voren goed over na. - kan iets niet maar wil het toch leren, bedenkt wie/wat daarvoor nodig is. - weet wat van mij voor de hele week verwacht wordt. - kan een weekplanning maken en overzien. - kan een planning maken op basis van zijn/haar competenties/vaardigheden. - kan inschatten of instructie/hulp nodig is. Tijdens: - kan evt. dingen bijstellen tijdens een taak. - kan iets wat hij/zij wil leren en niet lukt, anders organiseren. - is in staat tijdens de uitvoering van de taak kritisch te kijken naar werktempo, concentratie en motivatie
Werkvormen
Handelen van de leerkracht staat centraal.
Middelen
Weektaken (achterkant)
De juiste vragen stellen.
Weektaken: vanaf groep 5 op de voorkant zelf doel formuleren en daags becijferen
Inspelen op:
Zelfcorrigerend materiaal / nakijkboekjes Handelingswijzer uitgestelde aandacht Reflectiekaartjes
Mr. Positivo
Reflectiebord
Geheime kanjer, kanjer, kanjer van de dag, kanjer petjes
-
bedenkt wat de volgende keer anders moet. kan zeggen wat hij/zij nog wil leren. kan aangeven wat nodig is om het te leren. kan omgaan met gecorrigeerd werk en de eisen daarvan aangeven hoe het samenwerken is gegaan. is in staat het eindproduct kritisch te beoordelen kan leerpunten voor de volgende taak formuleren
Daltonhandboek ods Engelenberg
Na:
33
Middelen groep 1/2: - Juffenbril > een leerling zet de juffenbril op en mag vertellen hoe het die dag ging, over de werkles of over het gemaakte werk. Reflecteren door de ogen van de juf. - Reflectiekaartjes > tijdens een kringgesprek of eindevaluatie van de dag de kaartjes met vragen behandelen. - Pluim van de dag > de leerkracht neemt een leerling in gedachten die hij/zij de hele ochtend in de gaten houdt. Aan het eind van de ochtend vertelt de leerkracht of de leerling de pluim heeft ontvangen en waarom. Als de leerling de pluim niet heeft ontvangen zegt de leerkracht niets. Middelen groep 3,4,5: - Reflectiekaartjes> tijdens een kringgesprek of eindevaluatie van de dag de kaartjes met vragen behandelen. - Complimentenbal> een bal in een vak verstoppen of de dag ervoor iemand de complimentenbal stiekem geven. Deze leerling gaat de hele dag ongemerkt complimenten geven aan klasgenoten. Aan het eind van de dag moet de klas raden wie de geheime complimentenbal heeft gehad. - Reflectiebord> verwisselbaar kaartje (reflectiekaartjes of een andere vraag) met een vraag. Post-its van kinderen op de ramen van de deur. Het kan ook op het whiteboard en dan kunnen de kinderen er gewoon bijschrijven gedurende een dag of week. - Spin van de dag> complimenten geven aan een leerling. OF - Kanjer of pluim van de dag> de leerkracht neemt een leerling in gedachten die hij/zij de hele ochtend in de gaten houdt. Aan het eind van de ochtend vertelt de leerkracht of de leerling de pluim heeft ontvangen en waarom. Als de leerling de pluim niet heeft ontvangen zegt de leerkracht niets. Of de kanjer krijgt complimenten van de leerkracht. - Taakbrief> dagelijks bespreken van de thermometer of cijfers met persoonlijk doel.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Middelen groep 6,7,8: - Reflectiekaartjes> tijdens een kringgesprek of eindevaluatie van de dag de kaartjes met vragen behandelen. - Complimentenbal> een bal in een vak verstoppen of de dag ervoor iemand de complimentenbal stiekem geven. Deze leerling gaat de hele dag ongemerkt complimenten geven aan klasgenoten. Aan het eind van de dag moet de klas raden wie de geheime complimentenbal heeft gehad. - Reflectiebord> verwisselbaar kaartje (reflectiekaartjes of een andere vraag) met een vraag. Post-its van kinderen op de ramen van de deur. Het kan ook op het whiteboard en dan kunnen de kinderen er gewoon bijschrijven gedurende een dag of week. - Kanjer van de dag> de leerkracht grabbelt een naam op een ijsstokje. Die leerling houdt hij/zij de hele ochtend in de gaten. Aan het eind van de ochtend vertelt de leerkracht of de leerling de kanjer van de dag was en waarom. Als de leerling de kanjer niet was zegt de leerkracht niets. - Taakbrief> dagelijks bespreken van de cijfers met persoonlijk doel.
34
Kijkwijzer Dalton / klassenmanagement Groep 1/2 ja
nee
ja
nee
ja
nee
Er heerst rust in de kring. Het kiezen gaat vlot. De leerkracht heeft goed overzicht tijdens het kiezen. Controle van zelfstandig werken Voert de procedure uitgestelde aandacht goed uit. Opdracht uitgestelde aandacht. Werkhouding van de rest van de klas tijdens de uitgestelde aandacht. Beëindigen van uitgestelde aandacht. Afhandelen van de geplaatste kaartjes. Het kind zoekt, indien nodig, samenwerking met medeleerlingen bij de uitvoering van de taak
Kinderen gebruiken de dagkleuren systematisch bij het afkleuren vd taak Kinderen gebruiken de dagkleuren systematisch bij het plannen vd taak De structuur van de dag wordt op een planbord weergegeven In de taak zijn ook samenwerkingsopdrachten opgenomen. In elke klas wordt een nakijktafel gebruikt Kinderen controleren hun eigen werk m.b.v. bijvoorbeeld antwoordenboekjes Instructietafel staat centraal en gebruik hiervan is duidelijk bij de leerlingen. Er zijn voor de kernvakken taken op 3 verschillende niveaus. Een voor de gemiddelde leerling, de zwakke leerling en de begaafde leerling Er is voor elk kind duidelijk wanneer er voor hem een instructie is wanneer hij zelfstandig kan werken Kinderen weten, wat het doel is van de taken die ze moeten doen. Kinderen maken gebruik indien nodig in het kader van uitgestelde aandacht van het vraagteken.. Het stoplicht wordt systematisch gebruikt
Daltonhandboek ods Engelenberg
Dagkleuren zijn zichtbaar in de klas.
35
De leerkracht loopt tijdens het zelfstandig werken vaste rondes Kinderen kunnen zelf hun werkplek kiezen. Er is een mogelijkheid tot samenwerken binnen of buiten de klas. De kinderen kunnen een bepaalde tijd geconcentreerd zelfstandig werken Er wordt gewerkt -zoals afgesprokenmet planbord, dagtaak, halve week- en weektaak ja
nee
ja
nee
Het stilteteken (hand omhoog) wordt geregeld gebruikt De diverse symbolen hebben een vaste plek in de klas De actuele planning van de dag staat op het bord Er wordt gewerkt met maatjes; een overzicht is zichtbaar in de klas De keuzetaak is een educatieve activiteit. Het daltonkringgesprek wordt tenminste wekelijks geoefend Het kind bepaalt zelf hoe (werkvormen, tempo, plaats en tijd) hij werkt aan de door de leerkracht gestelde doelen Kinderen zijn betrokken bij het beoordelen van eigen werk. Op het taakblad wordt aangegeven wanneer er instructie is. Er wordt dagelijks geëvalueerd.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Opmerkingen:
36
Kijkwijzer Dalton / klassenmanagement Groep 3 t/m 8 ja
nee
ja
nee
ja
nee
Taakinstructie: Boeken en schriften waar uitleg over komt, liggen op tafel Er wordt uitleg van ALLE vakken en opdrachten gegeven, behalve de leerkrachtgebonden lessen Na de uitleg ligt het boek en/of schrift dicht in de hoek van de tafel De voorkant van de taakbrief wordt besproken bij het begin van de taakperiode Kinderen weten op welke dag leerkrachtgebonden lessen vallen Kinderen kunnen zelf bepalen welke instructies ze volgen of niet Kinderen weten hoeveel tijd ongeveer nodig is voor een taak Kinderen weten hoeveel tijd ze per dag hebben voor zelfstandig werken Het kind kan zelf bepalen in hoeverre het hulp nodig heeft Het kind zoekt, indien nodig, samenwerking met medeleerlingen bij de uitvoering van de taak
Kinderen gebruiken de dagkleuren systematisch bij het afkleuren vd taak Kinderen gebruiken de dagkleuren systematisch bij het plannen vd taak De structuur van de dag wordt op een planbord weergegeven In de taak zijn ook samenwerkingsopdrachten opgenomen. In elke klas wordt een nakijktafel gebruikt Kinderen controleren hun eigen werk m.b.v. bijvoorbeeld antwoordenboekjes Instructietafel staat centraal en gebruik hiervan is duidelijk bij de leerlingen. Er zijn voor de kernvakken taken op 3 verschillende niveaus. Een voor de gemiddelde leerling, de zwakke leerling en de begaafde leerling Het is voor elk kind duidelijk wanneer er voor hem een instructie is en wanneer hij zelfstandig kan werken Kinderen bepalen zelf of ze wel of niet aan een instructie deelnemen Kinderen weten, wat het doel is van de taken die ze moeten doen. Het kind stelt zichzelf per week een eenvoudig persoonlijk doel Kinderen maken gebruik indien nodig in het kader van uitgestelde aandacht
Daltonhandboek ods Engelenberg
Dagkleuren zijn zichtbaar in de klas.
37
van het vraagteken.. Het stoplicht wordt systematisch gebruikt De leerkracht loopt tijdens het zelfstandig werken vaste rondes Kinderen kunnen zelf hun werkplek kiezen. Er is een mogelijkheid tot samenwerken binnen of buiten de klas. De kinderen kunnen een bepaalde tijd geconcentreerd zelfstandig werken Er wordt gewerkt -zoals afgesprokenmet planbord, dagtaak, halve week- en weektaak ja
nee
ja
nee
Het kind plant bij op gekregen taken de benodigde leeractiviteiten Het stilteteken (hand omhoog) wordt geregeld gebruikt De diverse symbolen hebben een vaste plek in de klas De actuele planning van de dag staat op het bord Er wordt gewerkt met maatjes; een overzicht is zichtbaar in de klas De keuzetaak is een educatieve activiteit. Het daltonkringgesprek wordt tenminste wekelijks geoefend Het kind bepaalt zelf hoe (werkvormen, tempo, plaats en tijd) hij werkt aan de door de leerkracht gestelde doelen Kinderen zijn betrokken bij het beoordelen van eigen werk. Op het taakblad wordt aangegeven wanneer er instructie is. Er wordt dagelijks geëvalueerd.
Daltonhandboek ods Engelenberg
Opmerkingen:
38
Wie zijn wij ?
Managementteam dalton:
Saskia Houwing, locatieleidster
Marcel Tuinstra, leerkracht groep 8
Daltonhandboek ods Engelenberg
Hans Vermolen, daltoncoördinator
39