2015 - 2016
Dalton Voorburg
HET OVERGANGSBELEID In hoofdstuk 1 staat een overzicht van de regels en procedures die bij het nemen van overgangsbeslissingen voor alle leerjaren van belang zijn. In hoofdstuk 2 staan de overgangsnormen vermeld.
I. ALGEMEEN GEDEELTE 1. Beoordelingsschalen a. In klas 1 en in de klassen 2-HAVO/Atheneum wordt er gewerkt met de beoordelingsschaal A, B, C, D, F. e b. In klas 2-VMBO, 2-Gymnasium en in de 3 klassen wordt er gewerkt met de beoordelingsschaal 1 t/m 10 voor de cognitieve vakken en de beoordelingsschaal A, B, C, D. F voor Lichamelijke Opvoeding (LO) , Kennis van het Geestelijk Leven (KGL) en de expressievakken Tekenen, Handvaardigheid en Muziek. c. In de bovenbouw wordt er gewerkt met de beoordelingsschaal 1 t/m 10 voor de cognitieve vakken en met de beoordelingsschaal onvoldoende/voldoende/goed voor de vakken Lichamelijke Opvoeding (LO), Kennis van het Geestelijk Leven (KGL), Kunstvakken I (VMBO) en CKV (HAVO en VWO). 2. Rapporten en vergaderprocedure a. T.a.v. de cognitieve vakken geldt dat het rapportresultaat uitsluitend de geleverde prestatie moet weergeven. b. Eenheid in beoordeling per vak per laag tussen de docenten die dat vak geven is een vereiste. 3. Volledig rapport Een beslissing tot bevorderen kan alleen worden genomen op grond van een volledig rapport. 4. Voorbespreking en overgangsvergadering a. Zodra de rapportgegevens zijn ingeleverd, vindt er een voorbespreking plaats tussen mentor en afdelingsleider. Zij stellen aan de hand van de overgangsnormen vast welke leerlingen zonder meer kunnen worden bevorderd. De overige leerlingen worden in bespreking gebracht. b.
Het staat iedere docent vrij een leerling in bespreking te brengen.
c.
Er wordt naar gestreefd zonder stemming tot een overgangsbeslissing te komen.
d.
De docentenvergadering beslist bij meerderheid van stemmen. Als de leiding van de vergadering meent dat er geen duidelijke meerderheid is voor een beslissing, of als een docent daartoe de wens te kennen geeft, kan er schriftelijk gestemd worden.
e.
Tot stemming wordt pas overgegaan als de hele discussie is afgerond. Voor de stemming vat de voorzitter nog eens samen waarom het precies gaat. Het stemmen gebeurt in de volgende stappen: Eerste stap: Bevorderen of afwijzen (zie bevorderingsnormen II A t/m I) Tweede stap: Indien bevorderd: - Het opleggen van een of meer taken (zie punt 9). - Het aanbieden van een toelatingsexamen voor een hogere afdeling (zie punt 8). Indien afgewezen zijn er de volgende mogelijkheden: - Het aanbieden van een herexamen (zie punt 7); - Beslissing over toelaatbaarheid tot een lagere afdeling (zie punt 11 en 12); - Beslissing over plaatsing in een volgend leerjaar (zie punt 10). - Bij een onvolledig rapport: Uitstel van de overgangsbeslissing: de overgangsbeslissing wordt uitgesteld tot uiterlijk de tweede lesweek van het volgende schooljaar (zie punt 6); N.B.: Een leerling kan in twee opeenvolgende leerjaren niet in aanmerking komen voor een bevordering onder de norm, tenzij de docentenvergadering hier anders over beslist. Toelichting: een leerling die van leerjaar 1 naar leerjaar 2 onder de norm is bevorderd kan in principe niet opnieuw in aanmerking komen voor een bevordering onder de norm van leerjaar 2 naar leerjaar 3.
f.
Alle docenten van de betreffende klas die aanwezig zijn hebben stemplicht en gelijke stem. Docenten die twee vakken geven hebben dubbele stemplicht. Blanco stemmen is in het algemeen niet toegestaan. De voorzitter kan in bijzondere gevallen aan een docent ontheffing van deze bepaling verlenen. 1
g.
De stem van de voorzitter telt slechts mee als de stemmen staken, behoudens het gestelde in h.
h.
Wanneer de voorzitter van de vergadering les geeft aan de leerling die wordt besproken stemt het bijzittende schoolleidingslid mee; diens stem geeft de doorslag bij het staken der stemmen.
i.
Met de stemmen van de docenten die afwezig zijn wordt geen rekening gehouden.
j.
De vergadering kan worden geschorst als twee of meer docenten van de betreffende leerling afwezig zijn. De aanwezige docenten beslissen hierover bij meerderheid van stemmen.
k.
Niemand mag inlichtingen van welke aard dan ook verstrekken aan ouders en/of leerlingen over het besprokene op de vergadering vóór het einde van de revisievergadering. Alleen de voorzitter of de mentor kan, gemachtigd door de vergadering, hiervan afwijken.
5. Revisievergadering a. In de revisievergadering hebben alle docenten recht van spreken over elke leerling, doch bij het stemmen blijven de regels 4e t/m j van kracht. De leraren zijn verplicht de revisievergadering bij te wonen met het oog op gelijke normen voor en kansen van iedere leerling. b.
Iedere docent kan bij de mentor en/of de afdelingsleider een leerling voor revisie aanmelden, mits er daarvoor argumenten worden aangevoerd. Mentor en afdelingsleider besluiten in overleg met de docent of deze leerling daadwerkelijk voor revisie in aanmerking komt. Revisiegevallen moeten uiterlijk een etmaal vóór de revisievergadering bij de mentor en/of de afdelingsleider aangemeld zijn. Tijdens een revisievergadering kunnen geen andere leerlingen in bespreking worden gebracht.
6. Uitstel van de overgangsbeslissing Uitstel van de overgangsbeslissing kan alleen plaatsvinden bij de leerling die buiten zijn schuld om een onvolledig eindrapport heeft. Deze leerling krijgt in de zomervakantie en in de eerste lesweek van het volgende schooljaar de tijd om een of meer vakken af te ronden. De overgangsbeslissing kan worden uitgesteld tot uiterlijk de tweede lesweek in het nieuwe schooljaar. 7. Herexamen Een herexamen kan worden aangeboden aan die leerling die niet aan de bevorderingsnorm voldoet. In principe worden er in klas 1 geen herexamens aangeboden. a.
De docentenvergadering beslist hierover met tenminste een 2/3 meerderheid van stemmen.
b.
Alvorens de docentenvergadering besluit tot het aanbieden van herexamens, moet de afweging gemaakt worden of de herexamens haalbaar zijn gezien de eventuele hiaten die een leerling in de loop van het schooljaar heeft opgelopen. Besluit de docentenvergadering tot het aanbieden van de mogelijkheid tot herexamen dan dienen de vakken te worden bepaald door de docentenvergadering. Dan pas mag eventueel de keuze van het vakkenpakket een rol spelen. De voorkeur gaat uit naar een aantal van twee vakken.
c.
Ter overgangsvergadering wordt vastgesteld aan welke eisen het nieuwe cijfer- of letterbeeld moet voldoen. Uitgangspunt daarbij zijn de bevorderingsnormen of de criteria die ter vergadering opgesteld zijn om voor bevordering in aanmerking te komen.
d.
Het resultaat van het herexamen draagt bij tot het vaststellen van het nieuwe rapportcijfer; dit laatste mag niet lager zijn dan het oorspronkelijke gegeven. De leerling die een herexamen heeft gekregen wordt medegedeeld aan welke beoordeling het herexamen moet voldoen om een hoger rapportcijfer/-letter te halen. Hem wordt niet medegedeeld aan welke cijfer-/letterconstellatie zijn rapport moet voldoen om alsnog te worden bevorderd.
e.
Indien het herexamen met succes is afgelegd, mag de leerling plaatsnemen in het leerjaar waarvoor het herexamen is aangeboden.
N.B.: Een leerling kan in twee opeenvolgende leerjaren niet in aanmerking komen voor herexamens, tenzij de docentenvergadering hier anders over beslist. Toelichting: een leerling die van leerjaar 2H/A naar 3H met herexamens is bevorderd kan niet opnieuw in aanmerking komen voor herexamens van leerjaar 3H naar 4H.
2
8. Toelatingsexamen Een toelatingsexamen kan alleen worden aangeboden aan een leerling die reglementair is bevorderd naar het volgende leerjaar en zijn schoolloopbaan wenst voort te zetten in het volgende leerjaar van een hogere afdeling. In principe worden er in klas 1 geen toelatingsexamens aangeboden. Voorbeeld: Een leerling uit klas 2H/A wordt reglementair bevorderd naar 3-HAVO. Leerling en ouders hebben het verzoek ingediend voor een bevordering naar 3-Atheneum. Na de reglementaire bevordering wordt dit verzoek in behandeling genomen. a.
De docentenvergadering beslist hierover met tenminste een 2/3 meerderheid van stemmen.
b.
Besluit de docentenvergadering tot het aanbieden van de mogelijkheid tot een toelatingsexamen dan dienen de vakken te worden bepaald door de docentenvergadering. Daarbij pas mag evenueel de keuze van het vakkenpakket een rol spelen. De voorkeur gaat uit naar een aantal van twee vakken.
c.
Ter overgangsvergadering wordt vastgesteld aan welke eisen het nieuwe cijfer- of letterbeeld moet voldoen. Uitgangspunt daarbij zijn de bevorderingsnormen of de criteria die ter vergadering opgesteld zijn om voor bevordering in aanmerking te komen.
d.
Het resultaat van het toelatingsexamen draagt bij tot het vaststellen van het nieuwe rapportcijfer; dit laatste mag niet lager zijn dan het oorspronkelijke gegeven. De leerling die een toelatingsexamen heeft gekregen wordt medegedeeld aan welke beoordeling het toelatingsexamen moet voldoen om een hoger rapportcijfer/-letter te halen. Hem wordt niet medegedeeld aan welke cijfer-/letterconstellatie zijn rapport moet voldoen om alsnog te worden bevorderd.
e.
Indien het toelatingsexamen met succes is afgelegd, mag de leerling plaatsnemen in het leerjaar van de afdeling waarvoor het toelatingsexamen is aangeboden.
9. Taken en adviestaken Taken hebben een begeleidend karakter: ze hebben de bedoeling tekorten in kennis en vaardigheden zoveel mogelijk op te heffen, teneinde de beginsituatie van de leerling in het nieuwe cursusjaar te verbeteren. De docentenvergadering kan in alle gevallen waarin bevordering plaatsvindt een taak opleggen, maar alleen als de betrokken docent hiermee akkoord gaat. Het maximaal aantal op te leggen taken per leerling bedraagt twee. Voor een vak dat in het volgend cursusjaar niet meer wordt gevolgd wordt geen taak opgegeven. Adviestaken en overige werkafspraken die docenten met leerlingen maken worden niet op het rapport vermeld. Wel dienen adviestaken e.d. te worden gemeld aan de afdelingsleider. N.B. bij punt 7, 8 en 9: a. Omschrijvingen van herexamens, toelatingsexamens en taken moeten vóór de rapportuitreiking in tweevoud (1 exemplaar voor de leerling, 1 voor de administratie) zijn ingeleverd op de daarvoor bestemde formulieren bij de administratie. b.
Indien mogelijk moet de leerling de gelegenheid krijgen de hierboven genoemde herexamens, toelatingsexamens of taken voor de vakantie af te werken. Elke taak dient te worden gecontroleerd. Indien een taak na de vakantie niet naar behoren is gemaakt, dan moet de leerling de taak alsnog na schooltijd en binnen 1 week afronden.
c.
Het verdient de voorkeur dat de docent zelf het herexamen/toelatingsexamen of de taak afneemt. Indien dit niet mogelijk is spreekt de sectie af welke sectieleden na de vakantie verantwoordelijk zijn voor de afname van het herexamen/de taak.
d.
In het geval van een mondeling her- of toelatingsexamen is naast de desbetreffende docent een gecommitteerde aanwezig. De docent zorgt voor een gecommitteerde in samenspraak met de afdelingsleider.
10. Beslissing over plaatsing in een volgend leerjaar Slechts in zeer bijzondere gevallen kan een leerling zonder overgangsbewijs geplaatst worden in een volgend leerjaar. Een voorstel tot plaatsing dient gebaseerd te zijn op psycho-sociale gronden of op een orthopedagogische indicatiestelling. Alleen de afdelingsleider kan - na overleg met mentor en leerlingbegeleider - een voorstel ten aanzien van plaatsing in een volgend leerjaar aan de vergadering voorleggen. De docentenvergadering beslist hierover met tenminste een 2/3 meerderheid. Aan een plaatsing in een volgend leerjaar kan een leerling geen wettelijke rechten ontlenen: de leerling is namelijk niet reglementair bevorderd. 3
Voorbeeld: Een leerling afkomstig uit 2-HAVO/Atheneum wordt op psycho-sociale gronden of op basis van een orthopedagogische indicatiestelling geplaatst in 3-HAVO. Aan het einde van het schooljaar 3-HAVO is het de leerling gelukt om te voldoen aan de bevorderingsnorm naar 4-HAVO. Feitelijk wordt de leerling op dat moment bevorderd van 2-HAVO-Atheneum naar 4-HAVO. Als de leerling aan het einde van het schooljaar 3-HAVO niet voldoet aan de overgangsnorm naar 4-HAVO, is hij feitelijk nog steeds een leerling met alleen een overgangsbewijs naar 2-HAVO/Atheneum. 11. Beslissing over de toelaatbaarheid tot een lagere afdeling van de school a. Toelaatbaarheid tot hetzelfde leerjaar in een lagere afdeling van de school Indien de leerling niet is bevorderd kan de docentenvergadering adviseren of doubleren in hetzelfde leerjaar in een lagere afdeling zinvol is. (zie ook punt 12: Regels ten aanzien van doubleren en toelaatbaarheid tot een lagere afdeling). b. Toelaatbaarheid tot een volgend leerjaar in een lagere afdeling van de school Indien de leerling niet is bevorderd kan de docentenvergadering bepalen of een voortzetting in een volgend leerjaar in een lagere afdeling zinvol is. Feitelijk is er in dit geval sprake van een bevorderingsbeslissing (zie ook punt 12: Regels ten aanzien van doubleren en toelaatbaarheid tot een andere afdeling). 12. Regels ten aanzien van doubleren en toelaatbaarheid tot een lagere afdeling. a. De docentenvergadering staat niet toe, dat een leerling het onderwijs in eenzelfde leerjaar van een afdeling gedurende meer dan twee schooljaren volgt. Voorbeeld: Als een leerling uit 3-VWO niet wordt toegelaten tot 4-VWO mag hij 3-VWO herhalen. Als hij aan het eind van het herhalingsjaar opnieuw niet wordt toegelaten tot 4-VWO mag hij het derde leerjaar VWO niet voor de tweede keer herhalen. De docentenvergadering kan wel bepalen of de leerling toelaatbaar is tot het derde leerjaar HAVO of het vierde leerjaar HAVO. Indien de leerling toelaatbaar wordt geacht tot het vierde leerjaar HAVO is er feitelijk sprake van een bevorderingsbeslissing naar een volgend leerjaar in een lagere afdeling. b.
De docentenvergadering staat niet toe, dat een leerling het onderwijs in eenzelfde leerjaar in twee of meer afdelingen tezamen gedurende meer dan drie schooljaren volgt. Voorbeeld: Als de leerling uit bovengenoemd voorbeeld -nadat hij twee schooljaren in 3-VWO heeft doorgebracht- wordt toegelaten tot 3-HAVO mag hij het derde leerjaar HAVO niet meer herhalen.
c.
De docentenvergadering staat niet toe, dat een leerling het onderwijs in twee opeenvolgende leerjaren van een afdeling gedurende meer dan drie schooljaren volgt. Voorbeeld: Als een leerling het derde leerjaar VWO herhaalt en daarna wordt toegelaten tot 4-VWO, mag hij dat vierde leerjaar niet (ook nog eens) herhalen. Bij de toepassing van dit artikel worden gemeenschappelijke leerjaren geacht te behoren tot de afdeling die de leerling in aansluiting daarop volgt. Voorbeeld: Als een leerling de tweede klas 2H/A herhaalt, en daarna wordt toegelaten tot het derde leerjaar VWO, mag hij dat derde leerjaar niet (ook nog eens) herhalen. De docentenvergadering kan wel bepalen of de leerling toelaatbaar is tot het derde leerjaar HAVO.
d.
De docentenvergadering kan van het bepaalde in de artikelen a t/m c afwijken indien daarvoor naar haar oordeel een zeer gewichtige reden bestaat. Een dergelijk besluit vereist een meerderheid van tenminste 2/3 van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.
e.
In afwijking van het bepaalde in artikel b en c, kan de docentenvergadering de leerling die is afgewezen bij zijn eindexamen toestaan het laatste examenjaar te doubleren.
13. Negatief advies ten aanzien van een gekozen vak in de bovenbouw De vakdocent kan de keuze van zijn vak ontraden. Dit advies dient de leerling schriftelijk te worden medegedeeld op de brief bij het rapport. De verplicht te volgen vakken in het gemeenschappelijk deel van de bovenbouw VMBO, HAVO en VWO zijn van deze bepaling uitgezonderd.
4
14. Overige bepalingen In procedurekwesties waarin niet is voorzien, beslist de voorzitter.
II. NORMEN VAN HET OVERGANGSBELEID A. Overgang van 1 naar 2 1. De besluiten die de docentenvergadering dient te nemen zijn: a. afwijzen b. bevorderen 2. Bij de beslissingen te hanteren criteria: Bevorderd naar 2-VMBO-tl wordt de leerling die voor de vakken NE, FA, EN, GS, AK, WI en BI maximaal 2 x D heeft, en voor de vakken LO, MU, TE en HV maximaal 1 x D. Bevorderd naar 2-HAVO/Atheneum kan worden de leerling die voor de vakken NE, FA, EN, GS, AK, WI en BI minimaal 4 x B heeft. De leerling mag voor de kernvakken NE, EN en WI maximaal 1 x C hebben. Voor de vakken FA, GS, AK, BI mag de leerling maximaal 1 x D hebben: deze onvoldoende moet gecompenseerd worden met een extra B. Voor de vakken LO, MU, TE en HV mag de leerling maximaal 1 x D hebben. Bevorderd naar 2-Gymnasium kan worden de leerling die voor de vakken NE, FA, EN, GS, AK, WI en BI minimaal 4 x A en 3 x B heeft. De leerling mag voor de kernvakken NE, EN en WI maximaal 1 x B hebben. Voor de vakken LO, MU, TE en HV mag de leerling maximaal 1 x D hebben. De leerling die niet aan bovenstaande criteria voldoet, wordt in bespreking gebracht. N.B.: Doubleren in klas 1 is niet toegestaan. B. Overgang van 2-VMBO-tl naar 3-VMBO-tl 1. De besluiten die de docentenvergadering dient te nemen zijn: a. afwijzen b. bevorderen 2. Het beleid is erop gericht alleen die leerling te bevorderen die de stof van het tweede leerjaar voldoende heeft verwerkt. Er zal niet worden gekeken naar het vakkenpakket dat de leerling denkt te kiezen, maar naar het algemeen niveau waarop de leerling heeft gewerkt. 3. Bij de beslissingen te hanteren criteria: Bevorderd wordt de leerling die voor de vakken NE, FA, DU, EN, GS, AK, WI, NA, BI en EC minimaal 58 punten heeft en aan onvoldoendes maximaal 3 x 5 of 1 x 4 en 1 x 5. De leerling mag voor het kernvak Nederlands geen 4 hebben.Voor de vakken LO, MU, TE en HV mag maximaal 1 x D behaald zijn. De leerling die niet aan bovenstaande criteria voldoet, wordt in bespreking gebracht. 4. De docentenvergadering dient toestemming te verlenen voor het volgen van een extra vak in 3-VMBO. De docentenvergadering beslist hierover bij meerderheid van stemmen.
C. Overgang van 2-HAVO/Atheneum naar 3-HAVO / 3-Atheneum 1. De besluiten die de docentenvergadering dient te nemen zijn: a. afwijzen b. bevorderen 2. Bij de beslissingen te hanteren criteria: De leerling wordt bevorderd naar 3-HAVO indien de leerling voor de vakken NE, FA, DU, EN, GS, AK, WI, NA en BI minimaal 6 x B heeft behaald en maximaal 1 x D. De leerling mag voor de kernvakken NE, EN en WI 1 x C hebben. Voor de vakken LO, MU, TE en HV mag de leerling maximaal 1 x D hebben. De leerling wordt bevorderd naar 3-Atheneum indien de leerling voor de vakken NE. FA, DU, EN, GS, AK, WI, NA en BI minimaal 6 x A heeft behaald en maximaal 1 x C. De leerling mag voor de kernvakken NE, EN en WI 1 x B hebben Voor de vakken LO, MU, TE en HV mag de leerling maximaal 1 x D hebben. De leerling die niet aan bovenstaande criteria voldoet, wordt in bespreking gebracht. 5
D. Overgang van 2-Gymnasium naar 3-Gymnasium 1. De besluiten die de docentenvergadering dient te nemen zijn: a. afwijzen b. bevorderen 2. Bij de beslissingen te hanteren criteria: De leerling wordt bevorderd naar 3-Gymnasium indien de leerling voor de vakken NE, GR, LA, FA, DU, EN, GS, AK, WI, NA en BI minimaal 65 punten heeft behaald met aan onvoldoendes maximaal 3 x 5 of 1 x 4 en 1 x 5. De leerling mag voor de kernvakken NE, EN en WI 1 x 5 hebben. Voor de vakken LA en GR mag de leerling geen onvoldoende eindijfer hebben. Voor de vakken LO, MU en TE mag de leerling maximaal 1 x D hebben. De leerling die niet aan bovenstaande criteria voldoet, wordt in bespreking gebracht.
E. Overgang van 3-VMBO-tl naar 4-VMBO-tl 1. De besluiten die de docentenvergadering dient te nemen zijn: a. afwijzen b. bevorderen 2. Bij de beslissingen te hanteren criteria: Bevorderd wordt de leerling die voor zijn 8 examenvakken 47 punten of meer in totaal heeft en aan onvoldoenden maximaal 3x5 of 1x4 en 1x5. De leerling mag voor het kernvak Nederlands geen 4 hebben. De vakken LO, KGL en Kunstvakken I (MU, TE of HV) moeten met een “voldoende” of “goed” worden afgesloten. De leerling die niet aan bovenstaande criteria voldoet, wordt in bespreking gebracht. 3. De docentenvergadering dient toestemming te verlenen voor het volgen van een extra vak in 4-VMBO. De docentenvergadering beslist hierover bij meerderheid van stemmen.
F. Overgang van 3-HAVO naar 4-HAVO 1. De besluiten die de docentenvergadering dient te nemen zijn: a. afwijzen b. bevorderen 2. Het beleid is erop gericht alleen die leerling te bevorderen die de stof van het derde leerjaar voldoende heeft verwerkt. Er zal niet worden gekeken naar het vakkenpakket dat de leerling denkt te kiezen, maar naar het algemeen niveau waarop de leerling heeft gewerkt. 3. Bij de beslissingen te hanteren criteria: a. Bevorderd naar 4-HAVO wordt de leerling die 59 punten of meer in totaal heeft en aan onvoldoenden maximaal 3x5 of 1x4 en 1x5. b. Voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde mag de leerling nooit het eindcijfer 4 hebben, maar hooguit voor één van deze vakken het eindcijfer 5. c. Voor de vakken LO, MU en TE mag maximaal 1xD worden gehaald. De leerling die niet aan bovenstaande criteria voldoet, wordt in bespreking gebracht. 4. De docentenvergadering dient toestemming te verlenen voor het volgen van een extra vak in 4-HAVO. De docentenvergadering beslist hierover bij meerderheid van stemmen.
G. Overgang van 3-Atheneum/Gymnasium naar 4-VWO 1. De besluiten die de docentenvergadering dient te nemen zijn: a. afwijzen b. bevorderen Indien de leerling is afgewezen dient te worden vastgesteld of hij toelaatbaar is tot de 4e klas HAVO. 2. Het beleid is erop gericht alleen die leerling te bevorderen die de stof van het derde leerjaar voldoende heeft verwerkt. Er zal niet worden gekeken naar het vakkenpakket dat de leerling denkt te kiezen, maar naar het algemeen niveau waarop de leerling heeft gewerkt. 3. Bij de beslissingen te hanteren criteria: a. Bevorderd naar 4-Atheneum wordt de leerling die 59 punten of meer in totaal 6
heeft en aan onvoldoenden maximaal 3x5 of 1x4 en 1x5. Voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde mag de leerling nooit het eindcijfer 4 hebben, maar hooguit voor één van deze vakken het eindcijfer 5. c. Voor de vakken LO, MU en TE mag maximaal 1xD worden gehaald. De leerling die niet aan bovenstaande criteria voldoet, wordt in bespreking gebracht. b.
d.
Bevorderd naar 4-Gymnasium wordt de leerling die 70 punten of meer in totaal heeft en aan onvoldoenden maximaal 3x5 of 1x4 en 1x5. e. Voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde mag de leerling nooit het eindcijfer 4 hebben, maar hooguit voor één van deze vakken het eindcijfer 5. f. Voor de vakken LO, MU en TE mag maximaal 1xD worden gehaald. De leerling die niet aan bovenstaande criteria voldoet, wordt in bespreking gebracht. 4. De docentenvergadering dient toestemming te verlenen voor het volgen van een extra vak in 4-VWO. De docentenvergadering beslist hierover bij meerderheid van stemmen. H. Overgang van 4-HAVO naar 5-HAVO In de opzet van de Tweede Fase bestaan er geen absolute overgangsnormen. De leerling volgt een doorlopend traject, dat wordt afgesloten met het Centraal Examen. Aan het eind van 4-HAVO wordt er door de docentenvergadering een advies uitgebracht over de haalbaarheid van het vervolgtraject op basis van capaciteiten, werkhouding en motivatie, waarbij de slaagnorm voor het examen een richtlijn vormt. Een leerling is geslaagd a. als het rekenkundig gemiddelde van de behaalde resultaten voor alle bij het centraal examen betrokken vakken ten minste 5,5 is; b. als voor maximaal één van de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en voorzover van toepassing wiskunde-A, wiskunde-B of wiskunde-C het eindijfer 5 is behaald; c. als voor alle vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer is behaald, d. als voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer is behaald, dan wel e. als voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer is behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt, dan wel f. als voor twee van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 5 is behaald dan wel voor één van de vakken het eindcijfer 4 en voor één van deze vakken het eindcijfer 5 is behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer is behaald en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt. Het studieadvies aan het eind van het jaar is bindend, indien de docentenvergadering unaniem een negatief advies uitbrengt t.a.v. de overgang naar het volgende leerjaar. I. Overgang van 4-VWO naar 5-VWO en van 5-VWO naar 6-VWO In de opzet van de Tweede Fase bestaan er geen absolute overgangsnormen. De leerling volgt een doorlopend traject, dat wordt afgesloten met het Centraal Examen. Aan het eind van 4-VWO en 5-VWO wordt er door de docentenvergadering een advies uitgebracht over de haalbaarheid van het vervolgtraject op basis van capaciteiten, werkhouding en motivatie, waarbij de slaagnorm voor het examen een richtlijn vormt. Een leerling is geslaagd a. als het rekenkundig gemiddelde van de behaalde resultaten voor alle bij het centraal examen betrokken vakken ten minste 5,5 is; b. als voor maximaal één van de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en voorzover van toepassing wiskunde-A, wiskunde-B of wiskunde-C het eindijfer 5 is behaald; c. als voor alle vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer is behaald, d. als voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer is behaald, dan wel e. als voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer is behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt, dan wel f. als voor twee van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 5 is behaald dan wel voor één van de vakken het eindcijfer 4 en voor één van deze vakken het eindcijfer 5 is behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer is behaald en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt. Het studieadvies aan het eind van het jaar is bindend, indien de docentenvergadering unaniem een negatief advies uitbrengt t.a.v. de overgang naar het volgende leerjaar. 7
J. Doorstroming van 4-VMBO-tl naar 4-HAVO Leerlingen die een diploma VMBO-theoretische leerweg hebben behaald kunnen in principe worden toegelaten tot 4-HAVO. De beslissing hierover ligt bij een toelatingscommissie, die bestaat uit de afdelingsleider HAVO, de afdelingsleider VMBO, de decaan VMBO, de decaan HAVO en de mentor. Deze commissie beslist bij meerderheid van stemmen. De beslissing van de toelatingscommissie wordt gebaseerd op de adviezen van de vakdocenten VMBO ten aanzien van capaciteiten, werkhouding/motivatie en gedrag of (bij externe toelating) het advies van de toeleverende VMBO-school. Toelatingseisen zijn: - de leerling heeft op zijn diploma-cijferlijst VMBO een gemiddeld eindcijfer van minimaal 6,8; - de leerling heeft geen onvoldoende eindcijfers op de diploma-cijferlijst; - de leerling heeft een voldoende voor de rekentoets. Ook kunnen er eisen gesteld worden aan het vakkenpakket/de gekozen VMBO-vakken.
K. Doorstroming van 5-HAVO naar 5-Atheneum In principe is een leerling die in het bezit is van een HAVO-diploma toelaatbaar tot 5-Atheneum. Over de toelating tot 5-Atheneum van een leerling met een HAVO-diploma wordt beslist door een toelatingscommissie, die bestaat uit de afdelingsleider VWO, de afdelingsleider HAVO, de decaan HAVO, de decaan VWO en de mentor. Deze commissie beslist bij meerderheid van stemmen. De beslissing van de toelatingscommissie wordt gebaseerd op de adviezen van de vakdocenten HAVO ten aanzien van capaciteiten, werkhouding/motivatie en gedrag of (bij externe toelating) het advies van de toeleverende HAVO-school. Als toelatingseis geldt dat de leerling op zijn eindcijferlijst HAVO een gemiddeld eindcijfer van minimaal 6,5 heeft. Om voor toelating tot 5-VWO in aanmerking te komen kunnen er ook eisen gesteld worden aan de gekozen HAVO-(profiel)vakken. NB 1: Leerlingen die van HAVO naar Atheneum doorstromen krijgen een wettelijke vrijstelling van de volgende vakken uit het gemeenschappelijk deel VWO: CKV en Maatschappijleer. NB 2: Leerlingen die van HAVO naar Atheneum doorstromen en op de HAVO één of meer examenvakken op VWO-niveau hebben afgesloten, krijgen voor dat vak of die vakken een wettelijke vrijstelling.
8