Scholengemeenschap Dalton Voorburg
Scholengemeenschap Dalton Voorburg
Examenreglement
HAVO-VWO Tweede Fase 2013-2014 examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
1
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg
Inhoudsopgave examenreglement HAVO-VWO Tweede Fase Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5. Artikel 6.
Begripsbepalingen Toelating tot het eindexamen Afnemen van het eindexamen Indeling van het eindexamen: profielwerkstuk Onregelmatigheden Geheimhouding
Hoofdstuk II. Inhoud van het eindexamen Artikel 7. Artikel 8. Artikel 9. Artikel 10. Artikel 11. Artikel 12.
Examenprogramma Keuze van examenvakken Vrijstellingen en ontheffingen Eindexamen VWO (atheneum) Eindexamen VWO (gymnasium) Eindexamen HAVO
Hoofdstuk III. Regeling van het eindexamen Artikel 13. Artikel 14. Artikel 15. Artikel 16. Artikel 17. Artikel 18.
Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Schoolexamen Beoordeling van het schoolexamen Herkansing toetsen van het schoolexamen Afsluiting van het schoolexamen en mededeling eindcijfers Examendossier
Hoofdstuk IV. Centraal Examen Artikel 19. Artikel 19a. Artikel 20. Artikel 21. Artikel 22. Artikel 23. Artikel 24. Artikel 25. Artikel 26. Artikel 27. Artikel 28. Artikel 29. Artikel 30. Artikel 31.
Tijdvakken en afneming van het Centraal Examen De Rekentoets Toelating tot het Centraal Examen en opgave kandidaten Centraal Examen voorlaatste leerjaar Centraal Examen op een hoger niveau Gecommitteerden Commissie voor Examens Regels omtrent het Centraal Examen Beoordeling van het schriftelijk Centraal Examen Beoordeling van het Centraal Praktisch Examen voor het vak Tekenen VWO Vaststelling score en cijfer Centraal Examen Niet op regelmatige wijze afgenomen Centraal Examen Onvoorziene omstandigheden Centraal Examen Verhindering Centraal Examen
Hoofdstuk V. Uitslag, herkansing en diplomering Artikel 32. Artikel 33. Artikel 34. Artikel 35. Artikel 35a. Artikel 36a. Artikel 36b. Artikel 36c. Artikel 37.
Eindcijfer eindexamen Vaststelling uitslag Uitslagregeling examenjaar 2014 Herkansing van het Centraal Examen Herkansing van de Rekentoets Voorlopige cijferlijst Diploma en cijferlijst Atheneumdiploma aan een gymnasium Duplicaten en afgifte verklaringen
Hoofdstuk VI. Overige bepalingen Artikel 38. Artikel 39. Artikel 40. Artikel 41. Artikel 42.
Afwijking wijze van examineren Gegevensverstrekking Bewaren van het schoolexamenwerk en centraal examenwerk Inzagerecht in het centraal examenwerk Spreiding voltooiing eindexamen
Hoofdstuk VII. Slotbepalingen Artikel 43. Artikel 44.
Inwerkingtreding Citeertitel
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
2
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In dit besluit wordt verstaan onder: de wet: deel I van de Wet op het Voortgezet Onderwijs; Inrichtingsbesluit W.V.O.: het Inrichtingsbesluit van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, laatstelijk gewijzigd op 22 december 2006 (Staatsblad 251); Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; inspectie: de inspectie, bedoeld in artikel 113 of 114 van de Wet op het voortgezet onderwijs; bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, i.c. het bestuur van de Stichting Scholengroep Spinoza; kandidaat: ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten; gecommitteerde: een gecommitteerde of tweede corrector als bedoeld in artikel 23 van dit reglement; W.V.O. : Wet op het Voortgezet Onderwijs VWO: Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs als bedoeld in artikel 7 van de Wet op het voortgezet onderwijs; HAVO: Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs; directeur: de rector/locatiedirecteur van de SG Dalton Voorburg of zijn wettelijke vervanger c.q. de examensecretaris; leerling: een leerling ingeschreven aan de SG Dalton Voorburg; schooljaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daaropvolgende jaar; examinator: degene die is belast is met het geven van onderwijs en het afnemen van het (school)examen in enig jaar waarover het (school)examen zich uitstrekt; vakken: algemene vakken; kunstvakken: de vakken behorende tot de beeldende vorming (tekenen), alsmede muziek; profielwerkstuk: het in artikel 4 bedoelde profielwerkstuk HAVO-VWO; toets: een toets met schriftelijke of mondelinge vragen en opdrachten, behorend tot het schoolexamen; praktische opdracht: opdracht, behorend bij het schoolexamen, al of niet gebonden aan een bepaald vak, waarvoor een cijferbeoordeling geldt; handelingsopdracht: opdrachten waarvan per leerling door de examinator moet worden vastgesteld of deze naar behoren zijn uitgevoerd; PTA: Programma van Toetsing en Afsluiting, genoemd in artikel 13 van dit reglement; College voor Examens: Het CvE houdt zich in opdracht van de Minister bezig met de uitvoering van de centrale examens in het voortgezet onderwijs en de staatsexamens; schoolexamen: het onder verantwoordelijkheid van de school af te nemen examen: Centraal Examen: het onder verantwoordelijkheid van de Minister af te nemen examen; eindexamen: een examen in het geheel van de voor het desbetreffende eindexamen voorgeschreven vakken bestaande uit het schoolexamen en het Centraal Examen; herkansing: het opnieuw deelnemen aan een toets van het schoolexamen of een zitting van het Centraal Examen; examenstof: de aan de kandidaat te stellen eisen; combinatiecijfer: het rekenkundig gemiddelde van het afgeronde eindcijfer van het profielwerkstuk en afgeronde eindcijfers van de volgende vakken: - Voor HAVO de vakken Literatuur en Maatschappijleer; - Voor Atheneum de vakken Literatuur, Maatschappijleer en Algemene Natuurwetenschappen; - Voor Gymnasium de vakken Literatuur, Maatschappijleer, Algemene Natuurwetenschappen en Klassieke Culturele Vorming.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
3
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg Artikel 2. Toelating tot het eindexamen 1. 2.
Het bevoegd gezag stelt de leerlingen vanaf het vierde leerjaar van de afdelingen HAVO en VWO in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. Het bevoegd gezag kan tot het eindexamen kandidaten toelaten die niet als leerling van de school zijn ingeschreven voorzover er een samenwerkingsovereenkomst bestaat met een of meer bevoegde gezagsorganen zoals bedoeld in artikel 8, lid 1 van dit reglement.
Artikel 3. Afnemen van het eindexamen 1. 2. 3.
De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De directeur wijst één van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. De directeur wijst een lid van de schoolleiding aan om namens hem als voorzitter van de examencommissie op te treden.
Artikel 4. Indeling van het eindexamen: profielwerkstuk 1. 2.
3.
Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een Centraal Examen dan wel uit beide. Het schoolexamen VWO en HAVO omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een schriftelijke of mondelinge presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken. Tenminste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer voor VWO, en 320 uur voor HAVO.
Artikel 5. Onregelmatigheden 1. 2.
3.
4.
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het school- of centraal examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt kan de directeur maatregelen nemen. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een onderdeel of toets van het schoolexamen of het centraal examen, b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwde examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. Het besluit waarbij een in het eerste lid bedoelde maatregel wordt genomen, wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en de kandidaat of de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de kandidaat indien de kandidaat minderjarig is. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur op basis van artikel 5, eerste en tweede lid in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde Commissie van Beroep. Van de Commissie van Beroep mag de directeur geen deel uitmaken. In overeenstemming met artikel 30a van de wet dient het beroep binnen drie dagen nadat de beslissing aan de kandidaat is bekendgemaakt, schriftelijk aangetekend te worden bij de Commissie van Beroep. De Commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken na ontvangst van het beroepsschrift, tenzij zij deze termijn gemotiveerd heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De Commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het school- en/of het centraal examen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De Commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, aan de directeur en aan de inspectie. Het adres van de commissie is: Commissie van Beroep van de Stichting Scholengroep Spinoza, Van Tuyll van Serooskerkenstraat 77 - 85, 2273 CD Voorburg.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
4
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg Artikel 6. Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van het Eindexamenreglement en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Hoofdstuk II. Inhoud van het eindexamen Artikel 7. Examenprogramma 1.
2.
De Minister stelt, behalve voor door het bevoegd gezag vast te stellen vakken die onderdeel zijn van het eindexamen, voor elk van de onderwijssoorten examenprogramma’s vast, waarin zijn opgenomen: a. een omschrijving van de examenstof voor ieder eindexamenvak, b. welk deel van de examenstof centraal zal worden geëxamineerd en over welke examenstof het schoolexamen zich uitstrekt, en c. het aantal en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen. Tevens kunnen in een examenprogramma zijn opgenomen voorschriften betreffende de aard, de omvang, het aantal, de beoordeling en de weging van de onderdelen van het schoolexamen. Een examenprogramma wordt vastgesteld per vak of per groep van vakken.
Artikel 8. Keuze van examenvakken 1.
2.
De kandidaten kiezen, met inachtneming van dit hoofdstuk, in welke vakken zij examen willen afleggen. Voor leerlingen geldt deze keuze voor zover het bevoegd gezag, al dan niet in samenwerking met het bevoegd gezag van een of meer andere scholen, hen in de gelegenheid heeft gesteld zich op het examen in die vakken voor te bereiden. De kandidaten kunnen voor zover het bevoegd gezag hun dat toestaat, in meer vakken of niet-verplichte delen van de examenstof examen afleggen dan in de vakken en examenstof die ten minste tezamen een eindexamen vormen.
Artikel 9. Vrijstellingen en ontheffingen Conform artikel 26e van het Inrichtingsbesluit W.V.O. kunnen de volgende vrijstellingen door het bevoegd gezag verleend worden: 1. Het bevoegd gezag kan een leerling ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in het vak Lichamelijke Opvoeding indien de leerling vanwege diens lichamelijke gesteldheid niet in staat is dit onderwijs te volgen. In de uren die hiermee vrijkomen hoeft geen vervangend onderwijs te worden gevolgd. 2. De leerling die na het behalen van het HAVO-diploma doorstroomt naar het vijfde leerjaar van het VWO is vrijgesteld van de vakken Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV), maatschappijleer en algemene natuurwetenschappen (ANW). 3. a. De HAVO-leerling die in het bezit is van het VMBO-diploma en die in plaats van de VMBOvakken examen heeft afgelegd in één of meer overeenkomstige vakken op HAVO-niveau is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in dit vak respectievelijk deze vakken. b. De VWO-leerling die in het bezit is van een diploma HAVO en die in plaats van de HAVOvakken examen heeft afgelegd in één of meer overeenkomstige vakken op VWO-niveau is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in dit vak respectievelijk deze vakken. 4. Het bevoegd gezag kan een leerling van het atheneum een ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in de Franse taal en/of Duitse taal in het gemeenschappelijk deel als: a. de leerling in de eerste drie jaar van het voortgezet onderwijs vrijgesteld was van het volgen van onderwijs in beide moderne vreemde talen omdat de leerling voordien in het buitenland onderwijs heeft gevolgd zonder Franse en/of Duitse taal; b. de leerling een andere moedertaal heeft dan de Nederlandse taal en minder dan zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd; c. de leerling een stoornis heeft die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
5
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg 5.
Bij toepassing van het vierde lid wordt het vak Franse taal of Duitse taal vervangen door een van de examenvakken genoemd in artikel 10, eerste lid onder b of c, met een normatieve studielast van tenminste 440 uren, ter keuze van de leerling, voor zover het bevoegd gezag dit examenvak als zodanig aanbiedt.
Artikel 10. Eindexamen VWO (atheneum) 1.
2.
Het eindexamen VWO (atheneum) omvat: a. de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, genoemd in artikel 26b, eerste lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O., daaronder tevens begrepen een profielwerkstuk. Voor de bepaling van het eindcijfer van het vak Literatuur worden de eindcijfers van alle afzonderlijke moderne talen tezamen aangemerkt; b. de vakken van het profieldeel van een van de profielen, genoemd in artikel 26b van het Inrichtingsbesluit W.V.O., derde tot en met het zesde lid, en c. ten minste één vak met een normatieve studielast van tenminste 440 uren van het vrije deel, genoemd in artikel 26b, zevende lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O. d. het profielwerkstuk VWO heeft betrekking op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer. e. De Rekentoets. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen atheneum aflegt aan een school voor VWO bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken waarvoor vrijstelling of ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste tot en met vierde lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O. (overeenkomstig artikel 9, eerste t/m vierde lid van dit Examenreglement).
Artikel 11. Eindexamen VWO (gymnasium) 1.
2.
3.
Het eindexamen VWO (gymnasium) omvat: a. de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, genoemd in artikel 26b, tweede lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O., daaronder tevens begrepen een profielwerkstuk. Voor de bepaling van het eindcijfer van het vak Literatuur worden de eindcijfers van alle afzonderlijke moderne talen tezamen aangemerkt; b. de vakken van het profieldeel van een van de profielen, genoemd in artikel 26b van het Inrichtingsbesluit W.V.O., derde tot en met het zesde lid, en c. ten minste één vak met een normatieve studielast van tenminste 440 uren van het vrije deel, genoemd in artikel 26b, zevende lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O. d. het profielwerkstuk VWO, dat betrekking heeft op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 400 uur of meer. e. de Rekentoets. Het eindexamen VWO (gymnasium) omvat in elk geval het vak Latijnse taal en literatuur en/of Griekse taal en literatuur alsmede het vak Klassieke Culturele Vorming (KCV) dat onderdeel uitmaakt van het combinatiecijfer. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen gymnasium aflegt aan een school voor VWO bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken waarvoor vrijstelling of ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O. (overeenkomstig artikel 9, eerste en derde lid van dit Examenreglement).
Artikel 12. Eindexamen HAVO 1.
Het eindexamen HAVO omvat: a. de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, genoemd in artikel 26c, eerste lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O., daaronder tevens begrepen een profielwerkstuk. Voor de bepaling van het eindcijfer van het vak Literatuur worden de eindcijfers van alle afzonderlijke moderne talen tezamen aangemerkt; b. de vakken van het profieldeel van een van de profielen, genoemd in artikel 26c van het Inrichtingsbesluit W.V.O., derde tot en met het zesde lid, en c. ten minste één vak met een normatieve studielast van tenminste 320 uren van het vrije deel, genoemd in artikel 26c, zesde lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O. d. het profielwerkstuk HAVO, dat betrekking heeft op één of meer vakken van het eindexamen. Ten minste één van deze vakken heeft een omvang van 320 uur of meer. e. de Rekentoets.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
6
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg 2.
3.
In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen HAVO aflegt bij het eindexamen vrijgesteld van het vak Lichamelijke Opvoeding van het gemeenschappelijk deel, indien hem ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs voor dit vak op grond van artikel 26e, eerste lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O. (overeenkomstig artikel 9, eerste lid van dit Examenreglement). In geval van toepassing van artikel 22 van dit Examenreglement (overeenkomstig artikel 14, achtste lid van de W.V.O.) is de kandidaat die het eindexamen HAVO aflegt bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken waarvoor vrijstelling of ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, zesde lid van het Inrichtingsbesluit W.V.O. (overeenkomstig artikel 9, lid 3a van dit Examenreglement).
Hoofdstuk III. Regeling van het eindexamen Artikel 13. Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) 1.
2.
3.
Het bevoegd gezag van de school stelt dit examenreglement vast. Het examenreglement bevat informatie over de maatregelen, bedoeld in artikel 5, en de toepassing daarvan, alsmede regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen, de gang van zaken tijdens het eindexamen, de herkansing van het schoolexamen, en de samenstelling en het adres van de in artikel 5 bedoelde Commissie van Beroep. Ten aanzien van de herkansing wordt bepaald, in welke gevallen een herkansing mogelijk is. Tot die gevallen kan behoren dat de kandidaat door ziekte of ten gevolge van een bijzondere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid, niet in staat is geweest, aan de desbetreffende toets deel te nemen. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks voor 1 oktober een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) vast, dat betrekking heeft op het desbetreffende schooljaar. In het programma wordt in elk geval aangegeven welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst, de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen, de wijze waarop het schoolexamen plaatsvindt, de tijdvakken waarbinnen de toetsen van het schoolexamen aanvangen, de herkansing daaronder mede begrepen, de wijze van herkansing van het schoolexamen, de wegingen van de onderdelen van het schoelexamen alsmede de regels voor de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen voor een kandidaat tot stand komt. Het examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting worden door de directeur voor 1 oktober toegezonden aan de inspectie en verstrekt aan de kandidaten.
Artikel 14. Schoolexamen 1.
2. 3. 4.
5.
6.
Het schoolexamen vangt aan in het vierde leerjaar van HAVO en VWO. Het schoolexamen wordt afgesloten voor de aanvang van het eerste tijdvak van het Centraal Examen, bedoeld in artikel 19, op een nader te bepalen datum per schooljaar. Het schoolexamen bestaat uit handelingsdelen, schriftelijke en mondelinge schoolexamentoetsen, Praktische Opdrachten en een profielwerkstuk. De schriftelijke schoolexamentoetsen hebben een minimumduur van 50 minuten en een maximumduur van 120 minuten. e Een kandidaat mag altijd deelnemen aan de 1 schoolexamentoets. Aan de deelname aan de herkansing van de schoolexamentoets kunnen bepaalde voorwaarden of verplichte handelingsdelen worden verbonden. Deze voorwaarden zijn opgenomen in het PTA van de verschillende vakken. Uitzondering op de in artikel 4 genoemde regel is het vak Nederlands. De kandidaat die voor het vak Nederlands niet voldoet aan de uiterste inleverdatum van het verplichte handelingsdeel (i.c. het e schrijfdossier) verbonden aan de 1 SE-toets schrijfvaardigheid is verplicht deel te nemen aan de herkansing van de toets op de eerstvolgende gelegenheid, onder voorwaarde dat het handelingsdeel alsnog is afgerond. Het wederom niet voldoen aan de voorwaarde tot deelname aan de herkansing of het zich opnieuw niet houden aan de uiterste inleverdatum van het handelingsdeel/schrijfdossier voor de herkansing wordt beschouwd als een onregelmatigheid overeenkomstig artikel 5. Op basis van artikel 5, lid 2a wordt het cijfer 1 toegekend voor de desbetreffende toets van het schoolexamen. Het overschrijden van een vastgestelde uiterste inlever- of presentatiedatum voor een (nietherkansbare) Praktische Opdracht kan gezien worden als een onregelmatigheid overeenkomstig artikel 5. Op basis van artikel 5, lid 2a kan het cijfer 1 toegekend worden voor de desbetreffende Praktische Opdracht.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
7
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg 7.
Een kandidaat die te laat verschijnt bij de aanvang van een schriftelijke zitting van het schoolexamen, wordt tot uiterlijk 30 minuten na aanvang van de zitting toegelaten. Een kandidaat die na 30 minuten na aanvang van de schoolexamentoets verschijnt, wordt doorverwezen naar de herkansingszitting met inachtneming van de bepalingen omschreven in artikel 16.
Artikel 15. Beoordeling van het schoolexamen 1.
2.
3. 4.
5.
6.
Het cijfer voor een toets van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Deze cijfers worden gebruikt met de daartussen liggende cijfers met 1 decimaal. In afwijking van het eerste lid, worden het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming en het vak Lichamelijke Opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel, beoordeeld met "voldoende" of "goed". Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van de desbetreffende vakken, zoals blijkend uit het examendossier. De beoordelingscriteria voor een onderdeel van het schoolexamen worden vooraf vastgesteld en aan de kandidaat bekendgemaakt. Indien een kandidaat van mening is dat zijn prestaties bij een toets of praktische opdracht verkeerd beoordeeld zijn, bestaat er een mogelijkheid tot beroep bij de directeur binnen veertien dagen na het bekend worden van de beoordeling. Na onderzoek zal de directeur beslissen of en op welke wijze de beoordeling aangepast zal worden en/of er een herkansing voor dit onderdeel zal worden aangeboden. Indien de directeur van mening is dat een afgenomen schoolexamentoets niet voldoet aan de eisen die hieraan inhoudelijk gesteld mogen worden, kan hij besluiten de toets ongeldig te verklaren. In dit geval zal er nieuwe schoolexamentoets over dezelfde leerstof afgenomen moeten worden. Indien een kandidaat zich aan de beide mogelijke schoolexamentoetsen over dezelfde stof (toets en herkansing) of aan de in het PTA genoemde inleverdata van praktische opdrachten onttrekt, kan de directeur maatregelen nemen, zoals omschreven in artikel 5 van dit reglement.
Artikel 16. Herkansing toetsen van het schoolexamen 1.
2.
3.
4. 5.
De kandidaat die eindexamen aflegt, heeft met in achtneming van het tweede lid het recht om opnieuw dan wel alsnog deel te nemen aan schriftelijke of mondelinge schoolexamentoetsen (SE’s) die worden beoordeeld door middel van een cijfer. Indien de kandidaat echter door ziekte of ten gevolge van een bijzondere, van zijn wil onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest aan de eerste toets deel te nemen, dient hij gebruik te maken van de herkansing. Indien de kandidaat door ziekte of ten gevolge van een bijzondere, van zijn wil onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest aan de desbetreffende herkansing deel te nemen, vervalt die herkansing. Het bevoegd gezag stelt de volgende regels vast voor de toepassing van het eerste lid: a. het aantal malen dat opnieuw, dan wel alsnog aan een toets van het schoolexamen mag worden deelgenomen, is ten hoogste één. In totaal mag een kandidaat dus tweemaal een schoolexamentoets afleggen, d.w.z. éénmaal de eerste toets en éénmaal de herkansingstoets. Conform artikel 14, lid 4 en 5 kan het recht op deelname aan de toets of de herkansing van een toets van het schoolexamen gebonden zijn aan bepaalde voorwaarden of verplichte handelingsdelen. Die voorwaarden zijn per vak in het PTA vastgelegd. b. de herkansingsregeling houdt in dat de schoolexamentoetsen (SE´s) herkansbaar zijn, tenzij anders is aangegeven in het PTA; c. de Praktische Opdrachten (PO´s) zijn niet herkansbaar; d. de herkansing van een toets van het schoolexamen vindt plaats op basis van een door de directeur opgesteld rooster en vindt plaats in de eerstvolgende les/- of toetsperiode. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag het aantal malen dat opnieuw dan wel alsnog aan één of meer toetsen van het schoolexamen mag worden deelgenomen, vaststellen op een hoger aantal dan volgt uit het gestelde in het tweede lid onder a (de zogenaamde hardheidsclausule). Om hiervoor in aanmerking te komen, dient de examenkandidaat of zijn wettelijke vertegenwoordiger een beargumenteerd schriftelijk verzoek in te dienen bij de directeur. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en de eerder afgelegde toets van het schoolexamen geldt als definitief cijfer voor die toets. Indien een kandidaat zich op onreglementaire wijze onttrekt aan de voor hem op het rooster aangegeven vaklessen kan hem het recht op een herkansing voor het desbetreffende vak of de desbetreffende vakken voor één of meer toetsperiodes ontnomen worden conform artikel 5, lid 2b van dit reglement. De kandidaat kan tegen deze beslissing in beroep gaan conform artikel 5, lid 4.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
8
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg 6.
Een kandidaat die na vaststelling van de uitslag van het eindexamen conform artikel 32, 33 en 34 is afgewezen en het daarop volgende eindexamenjaar doubleert, heeft het recht opnieuw deel te nemen aan de toetsen van het schoolexamen van het laatste examenjaar en de voorlaatste examenjaren. Hierbij geldt dat het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing of de eerder afgelegde toetsen geldt als definitief cijfer voor de toets.
Artikel 17. Afsluiting van het schoolexamen en mededeling eindcijfers 1.
2.
3.
Een kandidaat heeft het schoolexamen afgesloten indien: - het vak Lichamelijke Opvoeding en voor HAVO en Atheneum het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming is beoordeeld met “voldoende” of “goed”, - de praktische opdrachten en toetsen van de vakken van het gemeenschappelijk deel als aangegeven in het PTA zijn afgelegd en derhalve voor deze vakken een eindcijfer is verkregen, - de praktische opdrachten en toetsen van de vakken van het gekozen profieldeel als aangegeven in het PTA zijn afgelegd en derhalve voor deze vakken een eindcijfer is verkregen - in het vrije deel voor tenminste 320 uren voor HAVO en 440 uren voor Atheneum en Gymnasium studielasturen zijn besteed aan een vak als aangegeven in het PTA, voor deze vakken de praktische opdrachten en toetsen zijn afgelegd en derhalve voor deze vakken een eindcijfer is verkregen, en - het profielwerkstuk met een cijfer is beoordeeld. Voor de aanvang van het Centraal Examen maakt de directeur aan de kandidaat schriftelijk bekend a. welke (eind)cijfers hij heeft behaald voor de vakken van het schoolexamen, alsmede het combinatiecijfer; b. het cijfer van het profielwerkstuk zoals opgenomen in het combinatiecijfer en c. de beoordeling voor de vakken Lichamelijke Opvoeding en Culturele Kunstzinnige Vorming. Bij een examenvak zonder Centraal Examen is het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het getal indien nodig eerst afgerond op één decimaal en vervolgens op een geheel getal.
Artikel 18. Examendossier Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. Het examendossier is het geheel van de onderdelen van het schoolexamen zoals gedocumenteerd in een door het bevoegd gezag gekozen vorm.
Hoofdstuk IV. Centraal Examen Artikel 19. Tijdvakken en afneming van het Centraal Examen 1. 2. 3. 4. 5.
Het Centraal Examen kent een eerste, tweede en derde tijdvak. Het eerste en tweede tijdvak wordt afgenomen in het laatste leerjaar. Het derde tijdvak wordt aansluitend aan het laatste leerjaar afgenomen door het College voor Examens. Het College voor Examens kan vakken aanwijzen waarin wegens het zeer geringe aantal kandidaten, het Centraal Examen in het tweede tijdvak eveneens wordt afgenomen door het College voor Examens. Bij toepassing van het derde of vierde lid, leveren de kandidaten de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken in bij een van degenen die toezicht houden. De voorzitter van het College voor Examens bepaalt, in welke gevallen wordt afgeweken van de eerste volzin, alsmede in welke gevallen en op welk tijdstip de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in die volzin, aan de kandidaten worden teruggegeven.
Artikel 19a. De Rekentoets 1.
2. 3. 4.
Het College voor examens stelt regels vast voor de uitvoering van de rekentoets. Het College voor examens stelt in ieder geval een regeling vast voor de afnameperiode van de Rekentoets en de uitvoering van de correctie voor zover de rekentoets bestaat uit open vragen. De regeling, bedoeld in het eerste lid, treedt slechts in werking na goedkeuring door Onze Minister. Onze Minister kan zijn goedkeuring onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang. De beoordelingsnormen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet College voor examens worden bij de beoordeling van de rekentoets toegepast. De rekentoets wordt afgenomen in het laatste leerjaar.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
9
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg 5. 6. 7.
In afwijking van het vierde lid kan het bevoegd gezag een leerling uit het voorlaatste leerjaar toelaten tot de rekentoets. Het College voor examens kan bij regeling bepalen dat de rekentoets niet onder toezicht van een of meer gecommitteerden staat. Artikel 29 en artikel 30 van dit examenreglement zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 20. Toelating tot het Centraal Examen en opgave kandidaten 1. 2.
3. 4.
De kandidaat die het schoolexamen heeft afgesloten overeenkomstig de bepalingen in artikel 17, eerste lid wordt toegelaten tot deelname aan het Centraal Examen. In afwijking van het eerste lid kan het bevoegd gezag een kandidaat, die ten gevolge van ziekte of een andere van zijn wil onafhankelijke omstandigheid het schoolexamen in een bepaald vak niet heeft kunnen afsluiten voor de aanvang van het eerste tijdvak, in de gelegenheid stellen het schoolexamen in dat vak af te sluiten vóór het Centraal Examen in dat vak, doch na de aanvang van het eerste tijdvak. De directeur deelt jaarlijks vóór 1 november aan de Informatie Beheer Groep mede hoeveel kandidaten in elk vak aan het Centraal Examen in het eerste tijdvak zullen deelnemen. De directeur zendt jaarlijks ten minste drie dagen voor de aanvang van de Centrale Examens in het eerste tijdvak, aan de Informatie Beheer Groep een lijst waarop voor iedere kandidaat vermeld staat in welke vakken hij Centraal Examen zal afleggen en waarop is aangegeven welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen heeft behaald. Voor de aanvang van het tweede tijdvak wordt een lijst met de kandidaten, de in het eerste tijdvak door die kandidaten behaalde cijfers, de, voor zover van toepassing, alsnog behaalde cijfers voor het schoolexamen, alsmede een overzicht van het vak of de vakken waarin elke kandidaat examen zal afleggen, aan de inspectie gezonden.
Artikel 21. Centraal Examen voorlaatste leerjaar 1. 2.
3.
4.
5.
In afwijking van artikel 19, lid 2 kan het bevoegd gezag een leerling uit het voorlaatste leerjaar toelaten tot het Centraal Examen in één of meer vakken, niet zijnde alle vakken van het eindexamen; De leerling die gebruik wenst te maken van deze mogelijkheid dient hiervoor een schriftelijk verzoek in bij het bevoegd gezag i.c. de directeur. Het bevoegd gezag bepaalt voor welke vakken en onder welke voorwaarden deze mogelijkheid wordt geboden. De leerling die toestemming krijgt van het bevoegd gezag is verplicht het schoolexamen in dat vak of die vakken af te sluiten vòòr aanvang van het eerste tijdvak van het Centraal Examen in het voorlaatste leerjaar teneinde toegelaten te kunnen worden tot het Centraal Examen Overeenkomstig artikel 35 heeft de kandidaat die voor één of meer vakken wordt toegelaten tot het Centraal Examen in het voorlaatste leerjaar het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 31, eerste lid, van toepassing is, in het derde tijdvak, deel te nemen aan de herkansing van het Centraal Examen voor één vak van het eindexamen waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat ingevolge artikel 34, derde lid, de cijfers zijn bekendgemaakt. Het recht op herkansing kan of in het voorlaatste examenjaar of in het eindexamenjaar gebruikt worden. Indien een kandidaat een centraal examen of een afsluitend schoolexamen in één of meer vakken heeft afgelegd in het voorlaatste leerjaar en vervolgens de school verlaat zonder een eindexamen te voltooien, verstrekt de directeur hem conform artikel 36a, lid 2 een voorlopige cijferlijst. Op deze voorlopige cijferlijst worden het vak of de vakken vermeld, alsmede het cijfer van het schoolexamen, het cijfer van het centraal examen en het eindcijfer, met de aantekening of gebruik gemaakt is van de herkansingsmogelijkheid in het voorlaatste leerjaar.
Artikel 22. Centraal Examen op hoger niveau 1.
2.
3. 4.
Het bevoegd gezag kan de leerling van de HAVO-opleiding in de gelegenheid stellen een of meer HAVO-examenvakken te vervangen door het overeenkomstige vak of de overeenkomstige vakken op VWO-niveau. De leerling die gebruik wenst te maken van deze mogelijkheid dient hiervoor een schriftelijk verzoek in bij het bevoegd gezag i.c. de directeur. Het bevoegd gezag bepaalt voor welke vakken en onder welke voorwaarden deze mogelijkheid wordt geboden. De leerling die toestemming krijgt van het bevoegd gezag om een overeenkomstig vak op VWO-niveau te volgen legt examen af volgens de VWO-eisen en wordt op een VWO-niveau beoordeeld. De cijfers van het VWO-vak of de VWO-vakken behaald voor zowel schoolexamen als Centraal Examen alsmede het eindcijfer of de eindcijfers worden vermeld op de cijferlijst bij het HAVO-diploma.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
10
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg Artikel 23. Gecommitteerden 1. 2. 3. 4.
Het bevoegd gezag wijst ten behoeve van het centraal examen één of meer gecommitteerden aan. De aanwijzing geldt voor het eerste en tweede tijdvak. De gecommitteerden ontvangen van het bevoegd gezag een vergoeding van de door hen gemaakte kosten. Het bevoegd gezag van de gecommitteerde zorgt er voor dat de aangewezen gecommitteerde de uit die aanwijzing voortvloeiende verplichtingen nakomt. De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een door het bevoegd gezag opgestelde verklaring betreffende de verrichte correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde.
Artikel 24. Vaststelling examenopgaven door College voor Examens (CvE) 1.
2.
De Minister stelt een College voor Examens in. Dit College voor Examens heeft o.a. als taak: a. het vaststellen van de dagen en uren waarop de Centrale Examens in de verschillende tijdvakken aanvangen en waarop de toetsen van het Centraal Examen worden gehouden; b. het tot stand brengen van de opgaven van de Centrale Examens; c. het vaststellen van de opgaven van de Centrale Examens; d. het tot stand brengen van de beoordelingsnormen voor de Centrale Examens; e. het vaststellen van de beoordelingsnormen voor de Centrale Examens; f. het geven van regels voor het bepalen van een score, voortvloeiend uit de beoordeling; g. het geven van regels voor de omzetting van de scores in cijfers voor de Centrale Examens; h. het geven van regels met betrekking tot de hulpmiddelen die gebruikt mogen worden bij het maken van de opgaven van de Centrale Examens; i. het uitoefenen van andere door de Minister opgedragen taken. Het College, bedoeld in het eerste lid, kan bepalen dat een toets wordt afgenomen op een tijdstip dat is gelegen voor de aanvang van het eerste tijdvak.
Artikel 25. Regels omtrent het Centraal Examen 1.
2. 3.
4. 5. 6. 7. 8.
De Informatie Beheer Groep, zorgt ervoor dat de opgaven, de beoordelingsnormen en de door de commissie gegeven regels, bedoeld in artikel 24 met uitzondering van de in het eerste lid, onder g en h, bedoelde regels, tijdig worden gedrukt en verzonden aan de directeur van de school. De directeur zorgt ervoor, dat de opgaven voor het Centraal Examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. Tijdens een toets van het Centraal Examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd een mededeling betreffende de door het College voor Examens vastgestelde errata. De directeur draagt er zorg voor dat het nodige toezicht bij het Centraal Examen wordt uitgeoefend. Zij die toezicht hebben gehouden, maken een proces-verbaal op. Zij leveren dit in bij de directeur samen met het gemaakte examenwerk. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van de examenzitting worden toegelaten. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het Centraal Examen blijven in het examenlokaal tot het einde van de examenzitting. Bij ministeriële regeling kan ten aanzien van één of meer zittingen worden bepaald dat de kandidaten de opgaven, de door hen gemaakte aantekeningen alsmede andere door hen gemaakte stukken inleveren bij een van degenen die toezicht houden. Bij die regeling wordt bepaald wanneer de opgaven, de aantekeningen en de andere stukken, bedoeld in de eerste volzin, aan de kandidaten worden teruggegeven.
Artikel 26. Beoordeling van het schriftelijk Centraal Examen 1.
De directeur doet het gemaakte werk van het Centraal Examen met een exemplaar van de opgaven en met het proces-verbaal van het examen toekomen aan de examinator in het desbetreffende vak. De examinator beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, bedoelde beoordelingsnormen toe. De examinator drukt zijn beoordeling uit in de score, bedoeld in
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
11
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg
2.
3.
4.
5.
6. 7.
artikel 24, eerste lid, onderdeel f. Na correctie stelt de examinator het nagekeken examenwerk en de door hem op een apart formulier vastgestelde score ter hand van de directeur. De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score, bedoeld in het eerste lid, onverwijld aan de betrokken gecommitteerde toekomen. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, bedoelde beoordelingsnormen en de in artikel 24, eerste lid, onderdeel f, bedoelde regels voor het bepalen van de score toe en geeft het beoordeelde examenwerk inclusief de scorelijst aan de directeur. De directeur zorgt er voor dat het van de examinator ontvangen beoordeelde examenwerk en de scorelijst alsmede een exemplaar van de opgaven, het correctievoorschrift en het proces-verbaal onverwijld ter hand worden gesteld aan de gecommitteerde. De gecommitteerde beoordeelt het examenwerk zo spoedig mogelijk en past daarbij de beoordelingsnormen en de daarbij behorende scores toe. De gecommitteerde voegt een ondertekende verklaring van de verrichtte tweede correctie bij het examenwerk. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid. De Minister kan bepalen dat in verband met de aard van de opgaven, ter vermijding van overbelasting van de gecommitteerden dan wel ter versnelling van de examenprocedure wordt afgeweken van het eerste tot en met vierde lid van artikel 26 en van het eerste en tweede lid van artikel 27.
Artikel 27. Beoordeling van het Centraal Praktisch Examen voor het vak Tekenen VWO 1.
2.
De directeur draagt er zorg voor dat bij het maken van het praktisch gedeelte van het centraal examen voor het vak Tekenen VWO de examinator in het desbetreffende vak aanwezig is. De examinator beoordeelt het resultaat van het praktisch werk inclusief de procesbeschrijving volgens daartoe gegeven richtlijnen en past daarbij de beoordelingsvoorschriften toe. De examinator drukt zijn beoordeling uit in de score, bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel f. De examinator stelt de score en voor zover mogelijk het beoordeelde werk aan de directeur ter hand. De gecommitteerde beoordeelt het resultaat van het praktisch werk alsmede de procesbeschrijving. De directeur overhandigt de gecommitteerde daartoe een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal, de authenticiteitsverklaring alsmede de regels voor het bepalen van de score.
Artikel 28. Vaststelling score en cijfer Centraal Examen 1.
2.
De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score voor het Centraal Examen vast. Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, wordt het geschil voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden beslecht wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt in de plaats van de eerdere beoordelingen door examinator en gecommitteerde. De directeur stelt het cijfer voor het Centraal Examen in een vak vast op grond van de in het eerste lid bedoelde score en met inachtneming van artikel 24, eerste lid, onderdeel g.
Artikel 29. Niet op regelmatige wijze afgenomen Centraal Examen 1.
2.
Indien het Centraal Examen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaatsgehad kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor een of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen. De inspectie verzoekt het College voor Examens, bedoeld in artikel 24, eerste lid, nieuwe opgaven vast te stellen en bepaalt op welke wijze en door wie het examen zal worden afgenomen.
Artikel 30. Onvoorziene omstandigheden Centraal Examen Indien door onvoorziene omstandigheden het Centraal Examen in één of meer vakken aan één of meer scholen niet op de voorgeschreven wijze kan worden afgenomen, beslist de Minister hoe alsdan moet worden gehandeld.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
12
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg Artikel 31. Verhindering Centraal Examen 1.
2.
3.
4.
Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij één of meer examenzittingen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het Centraal Examen voor ten hoogste twee examenzittingen te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het Centraal Examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van het College voor Examens zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij het College voor Examens. In dat geval deelt de directeur aan het College voor Examens mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het Cenraal Examen heeft behaald, alsmede, wanneer dat zich voordoet, dat ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 38, eerste, tweede dan wel derde lid, en waaruit deze toepassing bestaat. Na afloop van het derde tijdvak deelt het College voor Examens het resultaat mede aan de directeur.
Hoofdstuk V. Uitslag, herkansing en diplomering Artikel 32. Eindcijfer eindexamen 1. 2.
3. 4.
Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De directeur bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het Centraal Examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. Het cijfer voor de Rekentoets is tevens het eindcijfer.
Artikel 33. Vaststelling uitslag 1. 2. 3.
De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van artikel 34. De uitslag luidt 'geslaagd voor het eindexamen' of 'afgewezen voor het eindexamen'. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de directeur en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen.
Artikel 34. Uitslagregeling examenjaar 2014 De kandidaat die eindexamen VWO of HAVO heeft afgelegd, is geslaagd a. als het rekenkundig gemiddelde van de bij het centraal schriftelijk examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; b. als voor maximaal één van de vakken Nederlandse taal, Engelse taal en voorzover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C het eindcijfer 5 is behaald; c. als hij voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer heeft behaald, d. als hij voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer heeft behaald, dan wel e. als hij voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt, dan wel f. als hij voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken het eindcijfer 4 en voor één van deze vakken het eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of meer heeft behaald en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt. g indien geen van de eindcijfers van de vakken van het combinatiecijfer zoals genoemd in het tweede
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
13
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg
2.
3.
lid, lager is dan een 4, h. indien het vak Lichamelijke Opvoeding en voor HAVO en Atheneum het vak Culturele Kunstzinnige Vorming van het gemeenschappelijk deel zijn beoordeeld met “voldoende” of “goed”. i. indien hij de rekentoets als verplicht onderdeel van het eindexamen heeft afgelegd. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, sublid g wordt het gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van het profielwerkstuk en van de volgende examenvakken aangemerkt als het eindcijfer van één vak, het zogenaamde ‘combinatiecijfer’: a. Voor HAVO de vakken Literatuur en Maatschappijleer; b. Voor Atheneum de vakken Literatuur, Maatschappijleer en Algemene Natuurwetenschappen; c. Voor Gymnasium de vakken Literatuur, Maatschappijleer, Algemene Natuurwetenschappen en Klassieke Culturele Vorming. De directeur bepaalt het combinatiecijfer als het rekenkundig gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van de samenstellende vakken en het profielwerkstuk. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien het eerste cijfer achter de komma een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Zodra de op grond van het eerste en tweede lid bepaalde uitslag is vastgesteld, maakt de directeur deze tezamen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat bekend door middel van een voorlopige cijferlijst, onder mededeling van het in artikel 35 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 35, eerste lid geen toepassing vindt.
Artikel 35. Herkansing van het Centraal Examen 1.
2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat heeft voor één vak van het eindexamen waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat ingevolge artikel 34, derde lid, de cijfers zijn bekendgemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 31, eerste lid, van toepassing is, in het derde tijdvak, deel te nemen aan de herkansing van het Centraal Examen. De kandidaat stelt de directeur voor een door deze laatste te bepalen dag en tijdstip schriftelijk in kennis van gebruikmaking van het in het eerste lid bedoelde recht. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde Centraal Examen geldt als definitief cijfer voor het Centraal Examen. Na afloop van de herkansing in het laatste leerjaar wordt de uitslag definitief vastgesteld met overeenkomstige toepassing van artikel 34 en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat bekendgemaakt. Na afloop van een herkansing in het voorlaatste leerjaar wordt het eindcijfer schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vakken waarin deeleindexamen is afgelegd in een eerste examenjaar conform de regeling gespreid examen zoals beschreven in artikel 42. De kandidaat mag van het in het eerste lid bedoelde recht op herkansing van het Centraal Examen gebruik maken in beide examenjaren.
Artikel 35a. Herkansing van de Rekentoets 1. 2.
De kandidaat heeft recht op één herkansing in de rekentoets binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen. Artikel 35, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 36a. Voorlopige cijferlijst 1. 2.
3.
De directeur maakt de uitslag van het eindexamen tezamen met de eindijfers schriftelijk bekend aan iedere kandidaat door middel van een voorlopige cijferlijst voor aanvang van het tweede tijdvak. Indien een kandidaat een centraal examen of een afsluitend schoolexamen in één of meer vakken heeft afgelegd in het voorlaatste leerjaar en vervolgens de school verlaat zonder een eindexamen te voltooien, verstrekt de directeur hem een voorlopige cijferlijst. Op deze voorlopige cijferlijst worden het vak of de vakken vermeld, alsmede het cijfer van het schoolexamen, het cijfer van het centraal examen en het eindcijfer. De Minister stelt het model van de voorlopige cijferlijst vast.
Artikel 36b. Diploma en cijferlijst 1.
De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, een cijferlijst uit waarop voor zover van toepassing zijn vermeld:
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
14
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg
2.
3.
4. 5.
6.
a. de cijfers voor het schoolexamen en de cijfers voor het Centraal Examen, b. het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk, alsmede het cijfer voor het profielwerrkstuk, c. de beoordeling van de vakken Culturele en Kunstzinnige Vorming en Lichamelijke Opvoeding, d. de eindcijfers voor de examenvakken, met inbegrip van het combinatiecijfer bepaald op grond van artikel 34, lid 2, e. het cijfer van de Rekentoets, f. de uitslag van het eindexamen. De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat, een diploma uit, waarop het profiel of de profielen zijn vermeld die bij de uitslag zijn betrokken. Indien een kandidaat in meer vakken examen heeft afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen vormen, worden de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, op de cijferlijst vermeld, tenzij de kandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit. De Minister stelt het model van de cijferlijst vast. Voor de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling of ontheffing is verleend bij het eindexamen geldt het volgende: a. Indien de kandidaat conform artikel 9, eerste lid, ontheffing is verleend voor het volgen van het vak Lichamelijke Opvoeding wordt het vak zonder vermelding van een cijfer vermeld op de cijferlijst. In plaats van een cijfer wordt bij dit vak “Vr” (Vrijstelling) vermeld. b. De vakken Algemene Natuurwetenschappen, Maatschappijleer en Culturele Kunstzinnige Vorming waarvoor de kandidaat bij het eindexamen VWO is vrijgesteld op grond van een diploma HAVO, worden niet vermeld op de cijferlijst. c. Vakken waarvoor de kandidaat bij het eindexamen VWO is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd eindexamen HAVO waarvan deze VWO-vakken deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst met vermelding van het eerder behaalde cijfer. d. Vakken waarvoor de kandidaat bij het eindexamen HAVO is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd eindexamen VMBO voor zover het de theoretische leerweg betreft, waarvan deze HAVOvakken deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst met vermelding van het eerder behaalde cijfer. De directeur en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma's en de cijferlijsten.
Artikel 36c. Atheneumdiploma aan een gymnasium De directeur van een scholengemeenschap of school voor vwo die gymnasium verzorgt, kan in plaats van een diploma gymnasium een diploma atheneum uitreiken aan een kandidaat indien: a. de scholengemeenschap of school voor vwo atheneum onderwijs verzorgt; b. de scholengemeenschap of school voor vwo overeenkomstig artikel 21 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs kenbaar heeft gemaakt dat het behalen van een diploma atheneum en het volgen van atheneumonderwijs mogelijk is; en c. de kandidaat staat ingeschreven voor atheneum onderwijs.
Artikel 37. Duplicaten en afgifte verklaringen 1. 2.
Duplicaten van afgegeven diploma's en cijferlijsten worden niet verstrekt. Een schriftelijke verklaring dat een in het eerste lid bedoeld document is afgegeven, welke verklaring dezelfde waarde heeft als dat document zelf, kan uitsluitend door de Informatie Beheer Groep worden verstrekt.
Hoofdstuk VI. Overige bepalingen Artikel 38. Afwijking wijze van examineren 1.
De directeur kan toestaan dat een gehandicapte of dyslectische kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
15
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg 2.
3.
4.
5.
Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het Centraal Examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende examenzitting van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal; b. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
Artikel 39. Gegevensverstrekking Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de definitieve uitslag stuurt het bevoegd gezag aan de Informatie Beheer Groep een lijst waarop voor alle kandidaten zijn vermeld: a. het profiel of de profielen waarop het examen betrekking heeft; b. de vakken waarin examen is afgelegd; c. de cijfers van het schoolexamen, alsmede in voorkomend geval, het vak of de vakken waarop het profielwerkstuk betrekking heeft; d. het cijfer van de Rekentoets; e. de cijfers van het Centraal Examen; f. de eindcijfers; g. de uitslag van het eindexamen of het deeleindexamen.
Artikel 40. Bewaren van het schoolexamenwerk en het centraal examenwerk 1.
2.
Het gemaakte werk van het Schoolexamen en het Centraal Examen van de kandidaten en de lijst, bedoeld in artikel 39, worden gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de directeur, ter inzage voor belanghebbenden. Indien een kandidaat er prijs op stelt over een door hem gemaakt examenwerk te kunnen beschikken, kan dat worden toegestaan met inachtneming van de genoemde bewaartermijn. Een door de directeur en de secretaris van het eindexamen ondertekend exemplaar van de lijst, bedoeld in artikel 39 wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard.
Artikel 41. Inzagerecht in het centraal examenwerk 1.
2. 3.
4.
De examenkandidaat heeft na vaststelling van de uitslag van het eindexamen conform artikel 33 en 34 recht op inzage in het gemaakte werk van het Centraal Examen en de beoordeling daarvan zoals omschreven in artikel 26, 27 en 28. De kandidaat mag zich bij de inzage in het examenwerk laten bijstaan door een wettelijke vertegenwoordiger of een deskundige. Het is niet toegestaan dat het inzagerecht uitmondt in een hernieuwde beoordeling van het examenwerk. De beoordeling is uitsluitend opgedragen aan examinator en gecommitteerde en zij hebben in onderling overleg een definitieve score voor het examenwerk vastgesteld. Indien geconstateerd wordt dat er een objectief aan te wijzen fout is gemaakt bij de correctie van het examenwerk zoals een onjuiste optelling van de deelscores, verschrijvingen of een onjuiste middeling van scores door examinator en gecommitteerde wordt dit gemeld bij de directeur van
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
16
20-09-13
Scholengemeenschap Dalton Voorburg zowel de examinator als gecommitteerde. Zij stellen vervolgens in onderling overleg en na raadpleging van de inspectie vast welke procedure gevolgd wordt.
Artikel 42. Spreiding voltooiing van het eindexamen 1.
2.
3.
4.
5.
Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die in het laatste leerjaar langdurig ziek is, en ten aanzien van een kandidaat die lange tijd ten gevolge van een bijzondere, van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheid niet in staat is geweest het onderwijs in alle betrokken eindexamenvakken gedurende het laatste leerjaar te volgen, het Centraal Examen en in voorkomend geval het schoolexamen, voor een deel van de vakken in het ene schooljaar en voor het andere deel in het daarop volgende schooljaar wordt afgelegd. In dat geval wordt het eindexamen in een vak in het eerste of in het tweede van deze schooljaren afgesloten. Het bevoegd gezag geeft zijn in het eerste lid bedoelde toestemming uiterlijk voor de aanvang van het eerste tijdvak van het Centraal Examen. In bijzondere gevallen kan het bevoegd gezag afwijken van de eerste volzin ten behoeve van een kandidaat die nog niet in alle betrokken eindexamenvakken Centraal Examen heeft afgelegd. Artikel 35, eerste tot en met vierde lid, is ten aanzien van de kandidaat van toepassing in het eerste en in het tweede schooljaar van het gespreid Centraal Examen, met dien verstande dat het in dat artikel bedoelde recht in het eerste schooljaar ontstaat nadat de eindcijfers van de vakken waarvoor in het eerste schooljaar het Centraal Examen is afgesloten, voor de eerste maal zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de regeling van de herkansing voor het Centraal Examen in haar geheel van toepassing is in beide examenjaren conform artikel 35, lid 6. Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de eindcijfers, behaald tot en met het eerste schooljaar van het gespreid Centraal Examen, zendt het bevoegd gezag aan de inspectie een lijst waarop voor die kandidaat zijn vermeld de gegevens, genoemd in artikel 39, onderdelen a tot en met e. De directeur en de secretaris stellen op verzoek van de kandidaat de uitslag van het eindexamen reeds vast aan het einde van het eerste schooljaar van het gespreid centraal examen of het gespreid schoolexamen, met overeenkomstige toepassing van artikel 34. Conform artikel 36a, lid 2 verstrekt de directeur de kandidaat een voorlopige cijferlijst. Op deze voorlopige cijferlijst worden het vak of de vakken vermeld, alsmede het cijfer van het schoolexamen, het cijfer van het centraal examen en het eindcijfer, met de aantekening of gebruik gemaakt is van de herkansingsmogelijkheid in het voorlaatste leerjaar.
Hoofdstuk VII. Slotbepalingen Artikel 43. Inwerkingtreding 1. 2.
Dit examenreglement treedt in werking met ingang van 1 augustus 2012. In alle gevallen waarin dit examenreglement niet voorziet beslist de directeur.
Artikel 44. Citeertitel Dit reglement kan worden aangehaald als Examenreglement HAVO - VWO Tweede Fase van de Scholengemeenschap Dalton Voorburg.
examenreglement HAVO-VWO 2014 Dalton
17
20-09-13