BPV-handboek
Versie 1.0, 2014
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Voorwoord Allereerst willen wij onze dank uitspreken dat u uw bedrijf openstelt voor onze studenten. Onze opleidingen zijn zo praktisch mogelijk ingericht en een leerbedrijf is hierbij essentieel. Wij streven ernaar dat bedrijven kunnen beschikken over jonge mensen met vakkennis, vaardigheden en beroepsattitudes, die passen binnen de beroepskwalificaties. Dit Beroepspraktijkvorming handboek is bedoeld voor alle praktijkopleiders die betrokken zijn bij de mbo-opleidingen die het Infra College aanbiedt. Niet alleen voor de begeleiders van onze studenten, maar voor iedereen die binnen het opleidingsbedrijf te maken heeft met, of geïnteresseerd is in, de opleidingen. In dit handboek wordt informatie geboden over de Beroepspraktijkvorming (BPV). Hoewel bij de totstandkoming zorg is besteed aan volledigheid en juistheid van de gegeven informatie, kunnen aan de informatie in dit handboek geen rechten worden ontleend. De geboden informatie dient als ondersteuning. Heeft u naar aanleiding van dit handboek vragen over de opleidingen en/of begeleiding, neemt u dan contact met ons op. De contactgegevens vindt u in bijlage 1. H.M. Noorman Voorzitter College van Bestuur
Om de tekst niet onnodig ingewikkeld te maken, hebben we de mannelijke vorm aangehouden. Overal waar hij staat, kan ook zij worden gelezen.
2
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Infra College 1.1 Over het Infra College ............................................................................................. 4 1.2 Doelstelling ............................................................................................................. 4 1.3 Organisatie ............................................................................................................. 4 1.4 Locaties................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2 MBO en Competentiegericht Onderwijs 2.1 BBL ......................................................................................................................... 6 2.2 WEB ........................................................................................................................ 6 2.3 Competentiegericht onderwijs ................................................................................ 6 2.4 Kwalificatiedossier .................................................................................................. 6 Hoofdstuk 3 Beroepspraktijkvorming 3.1 Doel ........................................................................................................................ 7 3.2 Erkenning ............................................................................................................... 7 3.3 Visie Infra College .................................................................................................. 7 3.4 Taken en verwachtingen ........................................................................................ 8 3.4.1 Taken ............................................................................................................. 8 3.4.2 Verwachtingen ............................................................................................... 8 3.5 BPV-bezoeken ....................................................................................................... 9 3.6 De leermeester ...................................................................................................... 9 3.7 Organisatie BPV .................................................................................................. 10 Hoofdstuk 4 Trajectmap 4.1 In het algemeen .................................................................................................... 11 4.2 Onderdelen ........................................................................................................... 11 Hoofdstuk 5 Theorie en generieke vakken 5.1 Theorie .................................................................................................................. 12 5.2 Nederlands en rekenen ........................................................................................ 12 5.3 Loopbaan en burgerschap .................................................................................... 12 5.4 Terugkomavonden ................................................................................................ 12 Hoofdstuk 6 Examinering 6.1 Theorietentamens ................................................................................................. 14 6.2 Praktijkexamens ................................................................................................... 14 6.3 Toetsen generieke vakken ................................................................................... 14 Hoofdstuk 7 Overig 7.1 Studieloopbaan begeleiding (SLB) ...................................................................... 15 7.2 Verlof en verzuim ................................................................................................. 15 7.3 Overeenkomsten ................................................................................................. 16 7.3.1. Onderwijsovereenkomst ............................................................................. 16 7.3.2. Beroepspraktijkvormingsovereenkomst ..................................................... 16 7.4 Belangrijke documenten ...................................................................................... 17 7.5 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling .............................................. 17
Hoofdstuk 8 Tot slot ........................................................................................................ 25 Bijlage 1 Contactgegevens Infra College .......................................................................... 26 Bijlage 2 Verklarende woordenlijst .................................................................................... 27 Bijlage 3 Bewijsmateriaal t.b.v. trajectmap ....................................................................... 29
3
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Hoofdstuk 1 Infra College INFRA COLLEGE is dé vakschool voor opleidingen in de grond-, water- en wegenbouw, ook wel Infratechniek genoemd.
1.1 Over het Infra College Het Infra College biedt allerlei opleidingen op het gebied van de infra. Voor het actuele aanbod kijk op www.infra-college.nl. De opleidingen worden aangeboden in een combinatie van werken en leren, een BBL-opleiding: praktijkopleiding op het werk en vaktheorie op school. Deze vaktheorie wordt ondersteund door het uitvoeren van praktijkopdrachten in het scholingsgebouw te Drachten. Het Infra College is niet alleen bedoeld voor schoolverlaters, maar ook voor volwassenen die een diploma willen halen en/of hun kennis en vaardigheden willen vergroten. Zo behoren bijscholing of omscholing ook tot de mogelijkheden. Er kunnen zowel diploma’s als deelcertificaten worden behaald. Infra College biedt tevens opleidingen aan in de derde leerweg en is partner in het project Vakmanschap in Stappen: www.vakmanschapinstappen.nl Het Infra College richt zich met name op studenten en bedrijven in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, maar staat ook open voor studenten uit andere regio’s.
1.2 Doelstelling Het Infra College wil: een kwalitatief hoogwaardige educatieve instelling zijn een relevant opleidingspakket bieden een gedifferentieerd samenhangend, overzichtelijk, toegankelijk en perspectiefrijk opleidingsen dienstenpakket aanbieden optimaal aansluitende leerroutes en flexibele leerwegen voor de student realiseren permanente aandacht hebben voor innovatie de student zodanig opleiden en vormen dat hij maatschappelijk goed kan participeren en zich zelfstandig kan ontwikkelen. Uitgangspunten 1) Centraal in de opleiding staat het aanleren van competenties. Een competentie omvat het totaal van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie. Daarmee omvat een competentie méér dan alleen het hebben van voldoende kennis, het kunnen uitvoeren van bepaalde technische vaardigheden of het vaardig zijn met communicatie. Je moet de kennis, de vaardigheid en de communicatie namelijk toe kunnen passen in een echte praktijksituatie, waarbij al deze onderdelen tegelijkertijd goed moeten worden uitgevoerd. 2) Zelfstandig leren wordt zoveel mogelijk gestimuleerd. 3) Ook op school gaan we uit van de normen en waarden die in het arbeidsveld waarvoor je wordt opgeleid gebruikelijk zijn. Je moet hierbij denken aan collegialiteit, samenwerken, afspraken nakomen, openstaan voor kritiek, opbouwende kritiek geven, zuinig zijn op het gebouw en de materialen.
1.3 Organisatie College van bestuur Het College van Bestuur geeft leiding aan het Infra College en is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het strategisch beleid.
4
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Directeur De directeur stuurt de volgende afdelingen/functies aan: Commissie van Beroep (extern ingericht) Examencommissie Administratie Coördinator Scholing/BPV-begeleider Studentenraad Studentenraad Het Infra College heeft in 2009 een studentenraad in het leven geroepen. Het Infra College wil graag de studenten betrekken bij de organisatie en mee laten denken over bepaalde onderwerpen. Geprobeerd wordt om vanuit iedere klas een vertegenwoordiger deel te laten nemen aan de raad. Kwaliteit Kwaliteit staat bij het Infra College hoog in het vaandel. Er worden bijvoorbeeld tevredenheidsonderzoeken gehouden, er worden verschillende evaluatievergaderingen georganiseerd en er is een studentenraad die meepraat over hoe de organisatie en het onderwijs zou kunnen worden verbeterd. Daarnaast zijn er externe partijen die regelmatig onderzoeken of het Infra College aan alle wettelijke verplichtingen voldoet. De Inspectie van Onderwijs is bijvoorbeeld een dergelijke organisatie.
1.4 Locaties Het kantoor van het Infra College is gevestigd in Leek. Ook zijn er in Leek 3 lokalen beschikbaar voor theorielessen en (computer)toetsen. Kijk voor de adressen en contactgegevens in bijlage 1. Tijdens de werkplaatsperiode vinden de theorie- en praktijklessen over het algemeen plaats in het scholingsgebouw van GOA Infra in Drachten. Tevens kan er gebruik worden gemaakt van een oefenterrein in Assen.
5
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Hoofdstuk 2 MBO en Competentiegericht onderwijs In dit hoofdstuk leest u meer over het onderwijssysteem en de onderwijsvorm.
2.1 BBL Alle opleidingen die het Infra College aanbiedt zijn BBL-opleidingen. BBL staat voor Beroepsbegeleidende Leerweg. Hierbij heeft de deelnemer een arbeidsovereenkomst met een omvang van 60% of meer bij een erkend leerbedrijf. In de BBL-leerweg gaat een reguliere deelnemer 1 dag per week naar school. Bij het Infra College wordt vooralsnog voornamelijk in de winter geschoold, een aantal weken achtereenvolgens. De OOK- en de BPV-overeenkomst worden afgesloten voor de duur van twee jaar bij een opleiding op niveau 2 en 3. Een opleiding op niveau 1 duurt 1 jaar. De daadwerkelijke duur van de opleiding is afhankelijk van de opleiding en van de ervaring en verwachte leerprestaties.
2.2 WEB In de Wet Educatie- en Beroepsonderwijs (WEB) is een aantal zaken voor het mbo geregeld met betrekking tot kwaliteit, deelnemende instellingen en onderwijstijd. Het Infra College is gehouden aan deze wet.
2.3 Competentiegericht onderwijs Een aantal jaren geleden is het Infra College gestart met de invoering van het competentiegericht onderwijs (CGO). Competentie staat voor een combinatie van vaardigheden, houding en kennis. Iedere student die na 1 augustus 2012 is gestart volgt een competentiegerichte opleiding. Bij CGO wordt niet alleen beoordeeld op vakkennis maar ook op houding en gedrag. (Burgerschaps)competenties nemen een belangrijke plaats in binnen de opleiding.
2.4 Kwalificatiedossier Het onderwijs is aan veel veranderingen onderhevig. Een van de veranderingen is dat competenties steeds belangrijker worden. Niet alleen kennis is belangrijk, ook hoe dit toegepast wordt op de werkplek. Naast deze aspecten is het ook belangrijk dat de student kan werken in een team. Alles wat een student aan het eind van de opleiding moet kennen en kunnen om een bepaald beroep uit te oefenen staat beschreven in een kwalificatiedossier. Een kwalificatiedossier is een landelijk document met een beschrijving van de diploma-eisen, die uitgaan van wat een beroepsbeoefenaar moet kennen en kunnen aan het eind van zijn opleiding. In een kwalificatiedossier staan vaak meerdere opleidingen of uitstroomrichtingen beschreven die te maken hebben met een beroep of branche. Het kwalificatiedossier van iedere opleiding is te vinden op http://www.kwalifcatiesmbo.nl. Ook is een geprinte versie van het dossier in te kijken in Leek en Drachten. In het kwalificatiedossier zijn de kerntaken, werkprocessen en competenties uitgewerkt in prestatieindicatoren. Ook worden de benodigde vakkennis en benodigde vaardigheden beschreven. Hierop wordt het onderwijs en de examinering vorm gegeven.
6
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Hoofdstuk 3 Beroepspraktijkvorming BPV is een belangrijk deel van de opleiding en vindt plaats bij het leerbedrijf. Hier voert de student onder begeleiding van een praktijkopleider werkzaamheden uit. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan de trajectmap en de opleiding. Bij het leerbedrijf worden kennis en vaardigheden toegepast in de praktijk.
3.1 Doel BPV staat voor Beroepspraktijk Vorming. Het doel van BPV is het in de praktijk aanleren van de kennis en het trainen van de vaardigheden die bij de opleidingen horen.
3.2 Erkenning Binnen onze opleidingen vindt het praktijkleren plaats bij erkende leerbedrijven. Fundeon is het kennis- en communicatiecentrum dat zorg draagt voor de erkenning en registratie van leerbedrijven in de bouw- en infrasector (in de loop van 2015 wordt deze taak overgenomen door SBB: Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven). Alle leerbedrijven in Nederland staan vermeld op de website www.stagemarkt.nl. Alle bedrijven die te kennen geven dat ze erkend willen worden, moeten voldoen aan een aantal criteria. De erkenning van leerbedrijven gebeurt op basis van een erkenningsregeling. De erkenningsregeling voor leerbedrijven en opleidingsbedrijven in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij is vastgesteld door vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in de sector en door vertegenwoordigers van de MBO Raad. Fundeon beoordeelt aan de hand van deze regeling of bedrijven en organisaties erkend leerbedrijf kunnen worden en blijven. De belangrijkste voorwaarden:
Voor elk beroep waarvoor het leerbedrijf wil opleiden, is een aparte erkenning nodig; Iedere leerling wordt begeleid door een leermeester die het beroep uitvoert, waarvoor de leerling wordt opgeleid; Het leerbedrijf geeft de leerling tijd, ruimte en begeleiding om het vak te leren, naar school te gaan en praktijktoetsen uit te voeren.
Op de website van Fundeon is de uitgebreide erkenningsregeling te vinden: http://www.fundeon.nl/sites/fundeon/files/downloadables/Erkenningsregeling%20leerbedrijven%201-12013.pdf Heeft u vragen en/of opmerkingen over de erkenning en/of de voorwaarden, neem dan contact op met het Infra College of met Fundeon.
3.3 Visie Infra College op BPV Voor het Infra College is BPV essentieel. Onderwijs krijgt vorm vanuit de beroepspraktijk, bij de leerbedrijven of tijdens praktijkleren. Het Infra College stelt de beroepspraktijk en het functioneren in de maatschappij en arbeidsmarkt centraal. Voor de beroepen in de Infra is ervaring en praktijkleren enorm belangrijk. Het Infra College stelt daarom eisen aan alle betrokkenen bij de BPV, de deelnemer, het leerbedrijf maar ook aan zichzelf – de school. De inhoud van BPV wordt gestuurd door de inhoud van de opleiding en de leerdoelen. Tijdens de BPV-periode wordt meerdere malen overlegd en beoordeeld.
7
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Van de deelnemer wordt verwacht dat hij in zijn trajectmap (zie hoofdstuk 4) bewijsstukken verzameld die aantonen dat de deelnemer de samenstellende onderdelen (kennis, vaardigheden en attitude) in voldoende mate beheerst.
3.4 Taken en verwachtingen Van iedere betrokken partij kunnen een aantal dingen worden verwacht en iedere partij heeft zijn of haar eigen taken. 3.4.1 Taken Praktijkopleider 1. Zorgt voor een erkenning door het kenniscentrum Fundeon 2. Kijkt of de verwachtingen van de deelnemer en het leerbedrijf op elkaar aansluiten 3. Maakt concrete afspraken met de school en de deelnemer over vorm, inhoud begeleiding en beoordeling van de BPV 4. Zorgt voor de dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer 5. Zorgt voor een gekwalificeerde, gemotiveerde en toegankelijke praktijkopleider 6. Voert met de deelnemer en de BPV-begeleider van school begeleidings- en voortgangsgesprekken 7. Beoordeelt de deelnemer aan het einde van de BPV-periode op basis van gemaakte afspraken in de praktijkovereenkomst 8. Heeft contact met de school over de trajectmap en BPV-beoordeling van de deelnemer Infra College 1. Praktijkgericht voorbereiden van de deelnemer op de BPV-plaats 2. Ondersteunen van de deelnemer in het vinden van een BPV-plaats 3. Zorgt voor bedrijfsoriëntatie, presentatie- en sollicitatievaardigheden 4. Zorgt voor heldere voorlichting voor de start van de BPV-periode over verantwoordelijkheden en verplichtingen van bedrijf en school 5. Maakt in de praktijkovereenkomst concrete afspraken met het leerbedrijf over vorm en inhoud van de BPV, manier en frequentie van de begeleiding en beoordeling van de BPV en komt deze afspraken na 6. Zorgt ervoor dat deelnemer en leerbedrijf weten wie het aanspreekpunt is in de school 7. Bewaakt de voortgang en de aansluiting van de leerdoelen van de student op de leermogelijkheden in het bedrijf 8. Zorgt voor een geschikt (competente en toegewijde) BPV-begeleider 9. Zorgt voor een objectieve beoordeling van de deelnemer en betrekt ook het leerbedrijf hierbij (het oordeel van het leerbedrijf is een onderdeel van de beoordeling van de deelnemer tijdens de BPV) 10. Koppelt de beoordeling terug aan het leerbedrijf 3.4.2. Verwachtingen Zoals u hierboven heeft kunnen lezen is BPV een belangrijk en verplicht onderdeel van de opleiding. Daarom hebben de betrokken partijen, samen met de overheid en verschillende landelijke organisaties, hun verwachtingen naar elkaar uitgesproken en afspraken gemaakt. Hieronder staan de meest belangrijke afspraken op een rij. Van de student wordt verwacht dat hij op zoek gaat naar achtergrondinformatie over het leerbedrijf zichzelf oriënteert op de branche, het beroep, het leerbedrijf en de leermogelijkheden weet wat hij wil en komt om te leren gemotiveerd is akkoord gaat met de afspraken die zijn vastgelegd in de praktijkovereenkomst die de school levert zichzelf goed presenteert aan het leerbedrijf zich houdt aan de afspraken die in de praktijkovereenkomst zijn gemaakt 8
BPV-handboek, versie 1.0 2014
de instructies opvolgt van de praktijkopleider terugkoppelt aan de coach op school zorgt dat alle onderdelen van het BPV-programma zijn afgerond en ingeleverd
Van het leerbedrijf wordt verwacht dat het een door Fundeon erkend leerbedrijf is het kijkt of de verwachtingen van de deelnemer en het leerbedrijf op elkaar aansluiten het concrete afspraken met school en de deelnemer maakt over vorm, inhoud, begeleiding en beoordeling van de BPV het akkoord gaat met de afspraken die zijn vastgelegd in de praktijkovereenkomst die de school levert het zorgt voor de dagelijkse begeleiding en opleiding van de deelnemer op de werkvloer het zorgt voor een gekwalificeerde, gemotiveerde en toegankelijke praktijkopleider de praktijkopleider samen met de deelnemer begeleidings- en voortgangsgesprekken heeft de deelnemer aan het einde van de BPV een beoordeling geeft het contact heeft met school over de BPV-beoordeling van de deelnemer Van school wordt verwacht dat zij de deelnemer praktijkgericht op de BPV voorbereidt de deelnemer ondersteunt bij het zoeken naar een leerbedrijf bij de start van de BPV zorgt voor een heldere voorlichting over verantwoordelijkheden en verplichtingen van leerbedrijf en school zorgt voor een praktijkovereenkomst waarin de afspraken en regels zijn vastgelegd of waarin daarnaar wordt verwezen ervoor zorgt dat de deelnemer en praktijkopleider weten wie het aanspreekpunt op school is en wanneer deze bereikbaar is zorgt voor voldoende begeleiding conform de afspraken in de praktijkovereenkomst de voortgang en de aansluiting van de leerdoelen van de deelnemer op de mogelijkheden in het leerbedrijf bewaakt Maakt de student deze verwachtingen naar uw mening niet waar, dan dient u de kandidaat hierop aan te spreken en de school in te lichten. Maakt de school naar uw mening de verwachtingen niet waar, kaart dit dan ook bij ons aan.
3.5 BPV-bezoeken Iedere student wordt minimaal twee keer per jaar bezocht door de BPV-begeleider. Tijdens deze gesprekken worden o.a. de formulieren in de trajectmap ingevuld en wordt besproken hoe het gaat met de student, de opleiding, het invullen van de trajectmap en het functioneren bij het leerbedrijf. Naast de twee standaard bezoeken per schooljaar heeft de begeleider telefonisch contact met de praktijkopleider. Als er aanleiding voor is, kan de student of de praktijkopleider natuurlijk altijd vragen om een extra contactmoment. Zijn het bedrijf en de begeleider niet tevreden over de inzet en vorderingen van de student (bijvoorbeeld omdat hij vaak te laat komt of niet zijn best doet), dan kunnen zij besluiten om een waarschuwingsbrief naar de student te sturen. In deze brief worden de afspraken die worden gemaakt bevestigd en wordt een periode vastgesteld waarin de student de tijd krijgt om verbeteringen te laten zien. Komt hij de afspraken wederom niet na, dan kan er nog een brief worden gestuurd. Uiteindelijk kan dit leiden tot verwijdering van de opleiding.
3.6 De leermeester De leermeester is de spil in de opleiding van de leerling. De leermeester is iemand die zijn vak beheerst en bovendien didactische kwaliteiten heeft. 9
BPV-handboek, versie 1.0 2014
De leermeester heeft oog voor de ontwikkeling van de leerling en weet de leerling te motiveren. Voor een deel is dat aanleg. De leermeestercursus van Fundeon ondersteunt die aanleg met praktische handvatten. De cursus bevat een klein stukje theorie, maar er wordt vooral veel geoefend door het doen van opdrachten In principe kan iedere vakman in de bouw en infra leermeester worden. Wel moet de werkgever hier achterstaan, want de leermeester moet tijd en ruimte krijgen om de leerling op te leiden. Leermeesters die leerlingen in uitvoerende beroepen - zoals straatmaker of metselaar - begeleiden, zijn verplicht om een cursus van Fundeon te volgen en daarna een keer per twee jaar een nascholingsdag. Deze cursussen vergoedt het Scholingsfonds.
3.7 Organisatie BPV Wordt de leerling tevens ingeschreven bij het samenwerkingsverband SPG Infra Noord, dan zoekt de SPG een geschikt bedrijf. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met: - De inhoud van het opleidingsprogramma van de deelnemer (leerdoelen) - De wensen van de deelnemer - De wensen en mogelijkheden van het leerbedrijf - De hoeveelheid BPV-plaatsen bij het leerbedrijf De werktijden worden in onderling overleg aangepast aan het type bedrijf, sector en tijdstip. De deelnemers vallen onder de CAO voor wat betreft de ARBO en werktijden. De praktijkovereenkomst is een verplicht document voor alle deelnemers tijdens de bpv. De betrokkenen de praktijkopleider van het leerbedrijf, de deelnemer en de school. Bij BBL-deelnemers is bovendien het kenniscentrum Fundeon betrokken. Afspraken rondom de BPV worden vastgelegd in de POK. Als de BPV-periode onverhoopt niet verloopt zoals verwacht, weten alle partijen wat hun rechten en plichten zijn. Bij BBL-deelnemers is een ondertekende praktijkovereenkomst verplicht om de deelnemer volledig in te kunnen schrijven. De BPV-overeenkomst is wettelijk verplicht en dient aan de wettelijke vereisten te voldoen: zonder deze praktijkovereenkomst telt de BPV niet mee voor de opleiding. De praktijkovereenkomst wordt bij een BBL-opleiding in principe voor de gehele opleidingsduur afgesloten. De school ontvangt ook een kopie van het arbeidscontract. Als de deelnemer afwezig is en u heeft niets van hem/haar gehoord, dan kan er sprake zijn van ongeoorloofd verzuim of er kan iets anders aan de hand zijn. U dient dan contact op te nemen met school. Als de deelnemer ziek is, of er is een andere geldige en dringende reden voor verzuim, dan meldt de deelnemer dat zelf.
10
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Hoofdstuk 4 Trajectmap Omdat de trajectmap zo’n belangrijk deel uitmaakt van de opleiding wordt hier een apart hoofdstuk aan gewijd.
4.1 Trajectmap in het algemeen Zoals reeds eerder beschreven is kennen en kunnen belangrijk, maar ook bepaalde vaardigheden. Het Infra College maakt gebruik van de Trajectmap van Fundeon. In de Trajectmap staat beschreven aan welke eisen een student moet voldoen. In deze map wordt bijgehouden wat de student allemaal heeft geleerd tijdens de scholingsdagen, maar ook in de praktijk bij het leerbedrijf. Tijdens de opleiding worden op verschillende momenten beoordelingsformulieren ingevuld door de docenten, het leerbedrijf en de studenten zelf. De map geeft een beeld van wat de student al kan en wat hij nog moet en/of wil leren. Maar niet alleen in de vorm van beoordelingsformulieren. Van alles wat de student leert, moet hij zelf kunnen bewijzen dat hij het heeft geleerd. De bewijzen hiervan worden toegevoegd aan de trajectmap. Zo’n bewijs kan zijn de uitslag van een toets, de beoordeling van een opdracht in de praktijk, een verslag, foto’s, tekeningen etc. Belangrijk is dat de bewijzen bewaard blijven. De student is zelf verantwoordelijk voor de inhoud en het beheer van het portfolio/trajectmap. Waar nodig kan de begeleider vanuit school hierbij helpen. De map wordt na het afronden van de opleiding doorgenomen door de examencommissie en moet aan de eisen voldoen om in aanmerking te komen voor een diploma. Kortom, de trajectmap vormt een belangrijk deel voor de diplomering!
4.2 Onderdelen De trajectmap kent de volgende onderdelen: Opleidingsgegevens: mijn gegevens, opleidingsgegevens, gevolgd onderwijs/cursussen, werkervaring, etc. Afsprakenformulier Voortgangsoverzichten: voortgang overzicht, verzamelstaat periodieke beoordelingen Beoordelingseenheden: iedere beoordelingseenheid is uitgewerkt, de beroepstaken worden genoemd en er wordt onder andere informatie gegeven over toetsing en beoordeling Beoordelingsformulier leerbedrijf: periode beoordeling leerbedrijf Beoordelingsformulier ROC: periode beoordeling ROC Formulier reflectiegesprek: formulier reflectiegesprek Formulier praktijktoetsen: beoordelingsformulier praktijktoets Tekeningen en bewijslast: informatie over bewijzen verzamelen, bewijslast van betreffende leerling (foto’s, verslagen, werkstukken, verklaringen, etc.) Urenregistratie Info van ROC CBG/Extern deskundige Algemene informatie Invulwijzer Gevolgd onderwijs/cursussen Werkervaring Voortgangsoverzicht (per opleiding), overzicht van beoordelingseenheden en beroepstaken Adresgegevens leerbedrijf, evt. samenwerkingsverband en het Infra College Zie bijlage 3 voor meer informatie over bewijsmaterialen. Op de site van Fundeon vindt u handboeken voor de leermeesters: (http://www.fundeon.nl/leermeester/trajectmap/handboek-voor-leermeesterbouw-en-infra). In het handboek staat wat de leermeester moet weten om de leerling goed te begeleiden en te beoordelen in de beroepspraktijk. 11
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Hoofdstuk 5 Theorie en generieke vakken Tijdens de opleiding staat de praktijk zoveel mogelijk centraal. Als de student bij uw bedrijf is, wordt hij begeleid door een leermeester of begeleidend vakman en deze begeleider zal de student de kneepjes van het vak leren. Daarnaast volgt de student een aantal weken scholing in het scholingsgebouw. Deze periode duurt over het algemeen 8 weken en vindt plaats in de winterperiode (januari en februari). Tijdens een scholingsdag wordt in principe een dagdeel theorie en een dagdeel praktijk gevolgd. Dit kan per leerling verschillen, vanwege het op-maat-traject wat voor de scholingsperiode wordt opgesteld.
5.1 Theorie Voor iedere module geldt dat er naast een praktijkexamen ook een theorietentamen moet worden gemaakt. In de winter en tijdens zelfstudie kan de student met de theorieboeken en/of het digitale lesmateriaal aan de slag.
5.2 Nederlands en Rekenen Voor alle studenten die na 1 augustus 2010 met een mbo-opleiding zijn gestart, gelden de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen mbo, zoals die zijn vastgelegd in het 'Besluit Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' (juni 2010). Welke beroepsopleiding studenten ook volgen, alle mbo-2- en 3-studenten vanaf cohort 2010 doen examen voor Nederlandse taal en rekenen op niveau 2F. Voor rekenen gebeurt dit uitsluitend middels een centraal ontwikkeld examen (COE). Voor Nederlandse taal worden de vaardigheden lezen van zakelijke teksten en luisteren getoetst in een centraal ontwikkeld examen (COE); voor de overige vaardigheden vindt de toetsing plaats middels instellingsexamens. In de studiejaren 2013-2014 en 2014-2015 worden zogenaamde pilotexamens afgenomen. Dat wil zeggen dat iedereen verplicht is om mee te doen aan de examens, dat de resultaten ook worden vermeld op het diploma, maar dat deze nog niet meetellen. Vanaf studiejaar 2015-2016 telt de examinering voor Nederlandse taal wel mee voor het diploma, voor rekenen is dat vanaf studiejaar 2016-2017.
5.3 Loopbaan en burgerschap (LB) Naast eisen die aan een beroep worden gesteld worden er ook (wettelijke) eisen gesteld rond loopbaan en burgerschap (L&B). De wettelijke eis is, dat de student een inspanningsverplichting heeft, d.w.z. dat hij moet voldoen aan de inspanningseisen die het Infra College voor het onderdeel loopbaan en burgerschap stelt. Het gaat over onderwerpen als de eigen loopbaan sturen, actief deelnemer zijn van onze maatschappij, vitaal burgerschap, het maken van politieke keuzes, als kritisch consument kunnen functioneren, etc. Het onderdeel ‘burgerschap’ draagt ertoe bij dat de student zich ook buiten zijn beroep op een juiste manier kan redden.
5.4 Terugkomavonden De student is het grootste deel van de opleiding bij het leerbedrijf vanwege de BPV. Tijdens de scholingsperiode in de winter wordt fulltime heel intensief geschoold, maar dat wil niet zeggen dat de student de rest van het jaar niets meer aan zijn theorie en de generieke vakken hoeft te doen. Omdat de periode dat wij de studenten weer op ‘school’ zien relatief lang duurt, organiseren we 12
BPV-handboek, versie 1.0 2014
terugkomavonden. Zo kunnen we beter contact houden. Tijdens deze terugkomdagen staat de trajectmap centraal. De BPV-begeleider zal de vorderingen die zijn gemaakt bespreken. Ook wordt aandacht geschonken aan Nederlands en rekenen. Uiteraard is er ook de gelegenheid om vragen te stellen en/of eventuele problemen aan te kaarten. De terugkomavonden zijn onderdeel van de opleiding en hebben een verplichtend karakter. De avonden moeten bijgewoond zijn om in aanmerking te komen voor een diploma. Alleen met gegronde reden en na toestemming van de BPV-begeleider mag de student afwezig zijn. In januari krijgt iedereen een jaarrooster uitgereikt met daarin alle (scholings)activiteiten.
13
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Hoofdstuk 6 Examinering Om een diploma te behalen moet de student aan kunnen tonen dat hij alle onderdelen met positief resultaat heeft afgerond. Dus alle kerntaken moeten op de juiste wijze door hem, kunnen worden uitgevoerd. Tevens moet hij op alle praktijk- en theorie-examens een voldoende hebben gehaald en dient hij de onderdelen m.b.t. burgerschapscompetentie, taal en rekenen behaald te hebben. De eisen waaraan moet worden voldaan aan het einde van de opleiding staan beschreven in de trajectmap en in het kwalificatiedossier. Deze eisen zijn door het ministerie van Onderwijs bepaald. Tevens staan deze eisen in het Onderwijs- en Examenreglement (OER). De OER beschrijft aan welke eisen een ieder die betrokken is bij examinering zich moet houden.
6.1 Theorietentamens Over het algemeen vinden de theorietentamens in de winterperiode plaats. In overleg kunnen er ook op andere momenten (her)tentamens gedaan worden. In principe doen de studenten eerst een theorietentamen en worden vervolgens opgegeven voor een praktijkexamen. De tentamens worden binnen twee weken nagekeken. Alle cijfers waarvan het eindcijfer ligt tussen de e 4,5-6,5 worden opnieuw beoordeeld door een 2 corrector. Bij verschil in beoordeling dienen deze 2 e personen tot overeenstemming te komen. Lukt dit niet dan wordt er een 3 persoon ingeschakeld. De uitslag die deze persoon bepaalt is bindend.
6.2 Praktijkexamens Als de werkprocessen voldoende worden beheerst, wordt de student, in overleg met het leerbedrijf, opgegeven voor het praktijkexamen. Over het algemeen vinden deze praktijkexamens plaats in de examenhal van Fundeon in Harderwijk. De student ontvangt hiervoor tijdig een uitnodiging, ook het samenwerkingsverband en u als bedrijf worden zo spoedig mogelijk ingelicht. In deze examens kan praktisch worden aangetoond dat de stof wordt beheerst. Wanneer een student niet tevreden is over een examen, dan dient dit meteen na afloop van het examen bij ons kenbaar worden gemaakt. Haalt iemand een onvoldoende, dan neemt het Infra College contact met de student op om de oorzaak na te vragen.
6.3 Toetsen generieke vakken Vanaf augustus 2010 wordt gewerkt met referentieniveaus voor Nederlandse taal en rekenen. Deze referentieniveaus worden gebruikt in zowel het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het MBO zodat je ze met elkaar kunt vergelijken. Omdat je (net als andere vaardigheden) een taal moet ‘onderhouden’ moet je aan het eind van je leertraject (soms opnieuw) je niveau bewijzen. Van alle studenten worden de taal- en rekenvaardigheden gemeten bij binnenkomst op de opleiding (de zgn. nulmeting). Voor het op peil brengen of houden van de taal- en rekenvaardigheden worden er door de opleiding activiteiten georganiseerd. Het referentieniveau voor een opleiding op niveau 1 is 1F, voor de opleidingen op niveau 2 en 3 geldt 2F. De eindwaardering van het examenonderdeel Loopbaan en burgerschap wordt uitgedrukt in “niet voldaan” of “voldaan”.
14
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Hoofdstuk 7 Overig Er zijn nog een aantal onderwerpen niet besproken die terdege van belang zijn.
7.1 Studie Loopbaan Begeleiding (SLB) Iedere student krijgt een begeleider aangewezen die als contactpersoon fungeert gedurende de opleiding(en). De begeleiding bestaat uit verschillende onderdelen. Voordat iemand aan de opleiding begint wordt hij uitgenodigd voor een intakegesprek. Tijdens deze intake kijken we met de kandidaat (en bij minderjarigheid met ouder(s)/verzorger(s)), naar de verschillende opleidingen, de wensen en naar de vooropleiding. Het Infra College wil iedereen de kans bieden een passende opleiding te volgen. We vinden het belangrijk dat de studenten een opleiding en dus een beroep kiezen dat het beste past bij hun interesse en mogelijkheden. Mochten zich situaties voordien die van invloed zijn op de ontwikkelingen tijdens de opleiding, dan is het belangrijk dit te melden bij de desbetreffende begeleider. Dit kan een privé-situatie zijn, maar het kan ook zijn omdat iemand een ‘rugzakje’ heeft (gehad) op het voortgezet onderwijs of omdat iemand zelf vindt dat hij extra begeleiding nodig heeft. Voorbeelden zijn bijvoorbeeld een leerstoornis, dyslexie of dyscalculie. Voor wat betreft dyslexie zijn er aangepaste examens beschikbaar. In het geval van dyslexie of dyscalculie dient een bewijs van een deskundige worden aangeleverd. Kortom, tijdig melden is belangrijk wanneer er sprake is van een leerstoornis, beperking of een andere situatie die van invloed kan zijn op de leerpresentaties. Extra begeleiding kan bestaan uit: - Extra begeleiding tijdens BPV-periode - Extra begeleiding tijdens de scholingsperiode - Hulp bij plannen en organiseren - Aangepast lesmateriaal - Aangepaste toetsing en examinering De BPV-begeleider heeft op meerdere momenten gedurende de BPV-periode contact met de student. Hij zal de student op het werk bezoeken en met hem en de leidinggevende bespreken hoe het gaat. Uiteraard hopen we dat iedereen met een diploma uitstroomt. Gebeurt dit niet, wordt er geen diploma op niveau 2 behaald en is de student jonger dan 23 jaar dan wordt dit gemeld bij het RMC: het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Schoolverlaters) van de gemeente waar de student woont. De BPV-begeleider kijkt voordat de student uitstroomt, welke mogelijkheden er zijn binnen het Infra College. Hetzij, een vervolgopleiding of een ander leerbedrijf etc.
7.2 Verlof en verzuim Aangezien het om een werken-leren traject gaat, zijn de reguliere schoolvakanties niet van toepassing. De vakanties en vrije dagen van het leerbedrijf worden gevolgd. De directie en de docenten gaan er vanuit dat studenten 100% aanwezig zijn. In de onderwijsovereenkomst is vastgelegd dat de student zich verplicht zich in te spannen voor de opleiding. Het is dan ook verplicht om de praktijk- en theoriescholing bij te wonen. Verlof wordt tijdens de werkplaatsperiode uitsluitend aangevraagd bij de docent of (BPV)-begeleider. Verlof tijdens de BPV-periode vindt plaats in overleg met het leerbedrijf. Bij ziekte dient de student zich ziek te melden. Bij ongeoorloofd verzuim van 16 uur of meer binnen vier weken bij jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie wordt door het Infra College een melding gedaan bij het digitale loket van DUO. 15
BPV-handboek, versie 1.0 2014
7.3 Overeenkomsten Er zijn binnen het Infra College verschillende contracten en afspraken van toepassing.
7.3.1 Onderwijsovereenkomst Het Infra college sluit met elke student een zogenaamde onderwijsovereenkomst af. In deze overeenkomst zijn de rechten en plichten van beide partijen opgenomen. Aan de orde komen onder meer: de betreffende opleiding de nodige voorbereidende, ondersteunende activiteiten ter bevordering van het kunnen instromen en met goed gevolg voltooien van de opleiding de organisatie van het onderwijs en de examens de beroepspraktijkvorming, waarvoor een aparte overeenkomst wordt afgesloten (zie verderop) de studie- en beroepskeuzevoorlichting en studiebegeleiding lestijden en locaties inspanningsverplichting van de student afwezigheid en verlof kosten van de opleiding uitval onderwijsactiviteiten examenregelingen klachtenregeling gedrag student disciplinaire maatregelen aansprakelijkheid Infra college 7.3.2 Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPV-overeenkomst) Zoals eerder in deze studiegids is vermeld, vindt het leren in en buiten de school plaats. Voor het leren bij het leerbedrijf, wordt een BPV-overeenkomst afgesloten. Deze wordt afgesloten tussen de werkgever, de student, Fundeon en het Infra College. De BPV-overeenkomst heeft betrekking op: duur en omvang van de beroepspraktijkvorming inhoud van BPV begeleiding beoordeling verzekeringen aansprakelijkheid letsel en schade melding bij de bedrijfsvereniging gedragsregels geheimhouding absentie kleding en uiterlijke verzorging verplichtingen organisatie die de beroepspraktijkvorming aanbiedt problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming verlenging beëindiging
16
BPV-handboek, versie 1.0 2014
7.4 Belangrijke documenten Onderwijs- en Examenreglement (OER) In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) zijn de afspraken vastgelegd over de opleiding en de examinering. Voor elke opleiding bestaat zo’n OER. Dit is een belangrijk onderdeel, want hierin staat precies beschreven hoe jouw opleiding is opgebouwd. Studentenstatuut In het deelnemersstatuut worden de rechten en plichten van de studenten weergegeven. Overige regels In de studiegids staat een uitgebreide beschrijving van de rechten en plichten van de studenten. De studiegids is te downloaden via onze website: www.infra-college.nl Onderwerpen die onder andere behandeld worden: Huisregels Verzuimreglement Bijzonder verlof Privacyreglement Computergebruik Kledingvoorschriften en PBM Nood- en ontruimingsplan Bezwaar en beroep Klachtenregeling Ongewenste intimiteiten
7.5 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Als school hebben wij de plicht te beschikken over deze meldcode. Veiligheid is een van de belangrijkste zaken voor de mens. Veiligheid bij ons op school en bij het leerbedrijf, maar ook thuis. Wij hebben als school de plicht om zorg te dragen voor onze studenten. Het kan zijn dat er vermoedens zijn wat betreft huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Een meldcode is een stappenplan waarin staat hoe een professional moet omgaan met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een meldcode is echter geen meldplicht. Door het gebruik van de meldcode blijft de beslissing, om vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling wel of niet te melden, de verantwoordelijkheid van de professional. In plaats van melden kunnen professionals ervoor kiezen om hulp te organiseren. Het stappenplan van de meldcode biedt hen houvast bij de afweging. Heeft u een vermoeden dat er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling bij een of meer van uw leerlingen, neem dan contact met ons op.
17
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Hoofdstuk 8 Tot slot In deze handleiding zijn veel onderwerpen besproken. Wellicht dat niet alles aan de orde komt. Als er situaties of zaken zijn waar dit handboek niet voorziet, neem dan contact met ons op. Ook bij vragen, opmerkingen en/of suggesties staan wij u graag te woord. Wij wensen u veel plezier en succes tijdens het opleiden van de studenten .
18
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Bijlage 1 Contactgegevens Infra college Centraal postadres Postbus 72 9350 AB LEEK T. 050 52 66 222 E.
[email protected] W. www.infra-college.nl
College van Bestuur Bezoekadres Industriepark 5-D 9351 PA LEEK T. 050 52 66 222 Postadres van College van Bestuur Postbus 72 9350 AB LEEK Infra College Infolijn algemeen T . 050-52 66 222 Voor algemene vragen over opleidingen, het aanvragen van brochures of aanmeldingsformulieren en dergelijke. Landelijke Klachtencommissie BVE p.a. Stichting Geschillencommissies Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht Scholingslocaties Infra College Oefenterrein Assen Naast het voormalig scholingsgebouw aan de Dr. A.F. Philipsweg 80 Scholingsgebouw ‘Jan Konijnenburg’ Ringweg 5 9201 GT DRACHTEN 0512-540866 Scholingslocatie Leek Industriepark 5D 9351 PA LEEK 050-5266222
19
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Bijlage 2 Verklarende woordenlijst Beroepsopleiding BBL Bezwaar BHV BPV BVE CAO Certificaat Cesuur Cijferlijst Competentie Crebocode CvB Deelkwalificatie
Diploma Eindterm
EVC Kerntaak MBO OC &W OER Onderwijsovk. ROC SBU WEB
Een opleiding gericht op de kwalificatie voor opeenvolgende niveaus van beroepsuitoefening Beroeps Begeleidende Leerweg. Een combinatie van leren en werken. Minstens 60% van de studie speelt zich af in de praktijk. Protest van een kandidaat tegen een beslissing van de examencommissie naar aanleiding van de behandeling van zijn klacht door die commissie. Bedrijfshulpverlening Beroepspraktijkvorming (stage) is een belangrijk onderdeel van je opleiding. Beroepsonderwijs & Volwasseneneducatie Collectieve arbeidsovereenkomst Een bewijs waaruit blijkt dat een kandidaat een examenonderdeel met voldoende resultaten heeft afgesloten. De grens tussen voldoende en onvoldoende resultaat voor een (deel)examen. Een lijst met waarderingen voor examens of examenonderdelen, die respectievelijk bij een diploma hoort en op een certificaat wordt vermeld. Een competentie omvat het totaal van kennis, vaardigheden, persoonskenmerken en motivatie. Het nummer van een deelkwalificatie zoals dat voorkomt in het Centraal Register Beroepsopleidingen College van Bestuur Een combinatie van eindtermen gebundeld in een of meer onderwijseenheden, vastgesteld voor een bepaalde beroepsopleiding die in het licht van (de verdere studie of) de uitoefening van het beroep waarop de opleiding is gericht, een zelfstandige betekenis hebben. Een bewijs dat een kandidaat een examen met goed gevolg heeft afgelegd Als zodanig omschreven kwaliteit op het gebied van kennis, inzicht, vaardigheid en, in voorkomende gevallen, beroepshouding, waarover degene die de beroepsopleiding voltooit, met het oog op het maatschappelijk en beroepsmatig functioneren dient te beschikken, en die in voorkomende gevallen betekenis heeft voor doorstroming naar het vervolgonderwijs. Erkenning van eerder verworven competenties Een set van inhoudelijk samenhangende beroepsactiviteiten die door een belangrijk deel van de beroepsbeoefenaren wordt uitgevoerd. Middelbaar Beroepsonderwijs Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Onderwijs- en examenregeling De overeenkomst zoals bedoeld in artikel 8.1.3. van de WEB Regionaal Opleidingen Centrum Studiebelastingsuur Wet Educatie en Beroepsonderwijs
20
BPV-handboek, versie 1.0 2014
Bijlage 3 Bewijsmateriaal t.b.v. trajectmap Het is best lastig om bewijsstukken te verzamelen die iets zeggen over wat je geleerd hebt. Een diploma kan hiervan een bewijs zijn. Ook een CV kan dit laten zien. Dit geeft een beeld over jou en over welke competenties je zou kunnen bezitten, maar het is nog niet altijd een bewijs dat je de competenties ook daadwerkelijk beheerst. Waaraan moet het bewijsmateriaal voldoen?
Het moet echt zijn, bijvoorbeeld: o logo o briefpapier o stempelhandtekening met pen Het bewijs mag niet te oud zijn: voorzien zijn van een datum, liefst met pen; Het moet relevant zijn: te maken hebben met wat je aan wilt tonen; Het moet bewijs zijn over een bepaalde periode: niet een eenmalig feit; Het moet afwisselend zijn: niet steeds hetzelfde soort bewijs (bijvoorbeeld alleen maar foto’s) Zorg dat je als je foto’s maakt, je hier ook bij op staat
Een beschrijving van een activiteit wordt pas duidelijk als de resultaten erbij staan. Beter wordt het als er ook foto’s aan worden toegevoegd of een fotoreportage. Nog echter wordt het als er een video of film als aanvullend materiaal wordt gepresenteerd. Laat anderen zeggen (schrijven) wat ze van je vinden. Een schriftelijke beoordeling over het werk en de manier waarop dit gedaan is kun je laten schrijven door:
de praktijkopleider de begeleider/coach de collega’s de klanten de andere deelnemers enz.
Bewijsstukken worden pas echt bewijs als in een gesprek erover blijkt dat de onderliggende kennis aanwezig en toegepast is!
21