de schoolgids schooljaar 2013-2014
“We steken onze nek uit voor ieder kind gericht op het behalen van een maximale leeropbrengst”
basisschool St. Oda Past. Habetsstraat 40 6217 KM Maastricht 043-3430970 brinnummer: 03OP
[email protected] www.oda-bs.nl
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
een woord vooraf… Voor u ligt de schoolgids van basisschool St.Oda voor het schooljaar 2013-2014. Via deze schoolgids willen we u zo goed mogelijk informeren over onze school: de visie, de organisatie, de opzet en kwaliteit van het onderwijs en de zorg voor de leerlingen. U kunt hem u ook vinden op onze website www.odabs.nl. Voor enkele praktische informatie en planning van activiteiten willen we ook verwijzen naar onze schoolkalender. Ouders ontvangen bovendien wekelijks de nieuwsbrief “Deze Week”, waarin de actuele activiteiten van de betreffende week van alle partners van het Kindcentrum Oda beschreven staan. Deze nieuwsbrief staat ook op onze website. Als u op zoek bent naar een reguliere basisschool dan kan deze schoolgids u natuurlijk helpen een beeld te vormen van onze school en het totale kindcentrum. Tevens willen wij u ook van harte uitnodigen een kijkje te komen nemen om de pedagogische sfeer en het onderwijsklimaat te komen proeven en uw vragen te stellen. Ons motto is in deze: “Elke dag…..open dag”! Binnen het gebouw van het integraal Kindcentrum Oda functioneren naast basisschool St.Oda ook peuterspeelzaal ‘Lambiek’ en buitenschoolse opvang ‘Pinokkio’ (voor en na schooltijd). De inrichting van ons gebouw biedt dagelijks de gelegenheid om de ruimtes aan te passen voor educatieve activiteiten aan zowel kleine als grote groepen en voor het creëren van werk-/speelplekken voor kinderen van de basisschool, de peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang. Er wordt volop gebruik gemaakt van de flexibele speel- en leerruimtes op de 2 leerpleinen (begane grond en 1e verdieping) en de leerstraat (op de 2e verdieping). Kortom een gebouw waarin iedereen zich echt prettig voelt! Uw bijdrage, suggesties en wensen voor verbetering van deze schoolgids, maar vooral ook voor versterking en/of verbetering van activiteiten binnen de school en het totale kindcentrum, zijn altijd van harte welkom!
namens het team, Ed Lemmens directeur
n.b.: waar in deze schoolgids over ‘ouders’ wordt gesproken, bedoelen we uiteraard ook ‘verzorgers’
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
inhoud blz 1 basisschool St.Oda 1.1 geschiedenis van onze school 1.2 hier staan wij voor: onze visie, missie en profilering 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
de betrokkenen bij de school MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding de schoolorganisatie de leerlingen en de leerlingenraad de ouders en het oudercomité de medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad de kindpartners binnen het kindcentrum Oda peuterspeelzaal Lambiek BSO Pinokkio 2.7 stagiaires 2.8 na-en buitenschoolse activiteiten 3 de inrichting van het onderwijs 3.1 inleiding 3.2 didactische aanpak 3.3 beschrijving van de vak- en vormingsgebieden 3.3.1 het onderwijsaanbod in de groepen 1 en 2 3.3.2 het onderwijsaanbod in de groepen 3 t/m 8 Rekenen & Wiskunde Nederlandse taal lezen schrijven natuurkennis en techniek aardrijkskunde geschiedenis verkeer Engelse taal lichamelijke oefeningen levensbeschouwing/godsdienst actief burgerschap creatieve vorming, kunst en cultuur wetenschap en techniek 3.4 werken met de computer 3.5 huiswerk 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
3 3 5 7 7 8 9 10 10 10 10 11 12 12 13 14 14
15
16 18 18 19
het volgen va de leerlingen: ons zorgsysteem inleiding het leerlingvolgsysteem interne begeleiding gericht op leerlingenbegeleiding en leerlingenzorg extra hulp dyslexie en leesproblemen de regeling ‘het Rugzakje’ zorgpartners 4.7.1 Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg 4.7.2 het CJG 4.8 resultaten
20 20 21 22 22 23 23 23 24 25
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
26 26 26 27 27 28
naar school schooltijden en invulling onderwijstijd eten/snoepen overblijven/TSO vakanties en vrije dagen de leerplicht (ziekte)verzuim
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
1
5.7 toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen 5.8 naar het voortgezet onderwijs
28 30
5 6.1 6.2 6.3 6.4
omgaan met elkaar veilige school regels en afspraken gedragscode klachtenregeling
31 31 32 32
6 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9
overig veiligheid medicijngebruik en medisch handelen verzekering sponsoring hoofdluis fietsen parkeren roken en gezondheid het binnenklimaat
34 34 34 34 35 35 35 35 35
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
2
1. basisschool St.Oda 1.1 de geschiedenis van onze school In 1928 werd er voor het eerst gesproken over het stichten van een lagere school in de parochie Sint Lambertus. Op aandringen van het kerkbestuur werd een jaar later een meisjesschool gesticht in ons huidige gebouw onder de naam St.Theresiaschool. De naam St.Theresiaschool veranderde in 1935 in St. Odaschool, vernoemd naar de Heilige Oda, een blinde Schotse koningsdochter die na een bezoek aan het graf van de heilige Lambertus van Maastricht in Luik werd genezen. Vanaf 1952 liep het aantal leerlingen van de jongensschool Sint Lambertus aan het Volksplein steeds verder terug en per 1 december 1964 werd de school opgeheven. Om de jongens toch kans op onderwijs in de eigen parochie te geven, werd de St. Odaschool vanaf 1 augustus 1967 een gemengde school. Het aantal leerlingen groeide in de jaren zeventig zo sterk dat het noodzakelijk was om in 1975 een extra verdieping op het uit 1929 stammende gebouw te plaatsen. In 1985 werden de lagere school St.Oda en de kleuterschool St.Lambertus samengevoegd tot basisschool St.Oda. Nadat ook in de jaren negentig het leerlingaantal sterk toenam, werd in 2002 de schoolgebouw uitgebreid met de karakteristieke aanbouw waarin enkele lokalen en een gymnastiek-/speelzaal werden gerealiseerd. Ook het bestuur van de Stichting MosaLira heeft hierin toen een plek gevonden. Sinds augustus 2007 biedt de school tevens onderdak aan de peuterspeelzaal ‘Lambiek’ (behorende tot de Stichting STEPS) en sinds 2009 ook aan een locatie van de bso‘ Pinokkio’ (buitenschoolse opvang = voor- en naschoolse opvang), waardoor we een doorlopend aanbod voor kinderen van 2 tot 12 jaar kunnen aanbieden. In het schooljaar 2010-2011 vond er een grondige interne verbouwing plaats om het gebouw: nog beter te laten aansluiten op het onderwijs van de huidige tijd, dit gekoppeld aan ons gewenst onderwijsconcept, in te richten voor het functioneren als integraal kindcentrum anders in te richten t.b.v. van extra kantoorruimte. In het kantoordeel werd vanaf 2011 ook het bestuurskantoor van STEPS, Stichting Peuterspeelzaalwerk Maastricht, geplaatst. De peuterspeelzaal en de buitenschoolse opvang kregen een nieuwe plaats binnen ons gebouw en de onderwijsruimtes werden vergroot door het creëren van leerpleinen en een leerstraat naast de stamgroep-lokalen (de basislokalen van de groepen). Tevens vond er een nieuwe inrichting plaats t.b.v. het werken met de computers, inclusief de vernieuwing van de hardware en de ICT-infrastructuur (WI-FI).
1.2 hier staan wij voor: onze visie, missie en profilering Onze visie Basisschool St.Oda, gelegen aan de rand van de binnenstad van Maastricht in de wijk ‘Brusselsepoort’, is een prettige en (pedagogisch) veilige school. We werken als team vanuit de principes van een professionele cultuur binnen een lerende organisatie. In de jaren dat de kinderen op onze school zijn, hebben we oog voor hun talenten en proberen we hun persoonlijke groei zo optimaal mogelijk te stimuleren. Centraal bij onze aanpak staan: zelfreflectie samenwerking zelfverantwoordelijkheid verantwoordelijkheid naar/voor elkaar
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
3
betrokkenheid (rekening houden met elkaars gevoelens). Deze aanpak geldt zowel voor de leerlingen als het onderwijzend en niet-onderwijzend personeel. We functioneren in een integraal kindcentrum, het Kindcentrum Oda, dat haar uitstraling kent in de samenwerkingskracht met de kindpartners peuterspeelzaal ‘Lambiek’ (STEPS) en de bso ‘Pinokkio’ (Stichting Kinderopvang ‘Pinokkio’ Maastricht). Samen willen we de kinderen goed voorbereiden op wat komen gaat na de basisschool, zodat zij zich als volwaardig persoon kunnen handhaven in een democratische en multiculturele samenleving. De fysieke omgeving kenmerkt zich door een zeer transparante inrichting van stamgroep-lokalen, leerpleinen en een leerstraat; dit in combinatie met een zeer modern ingerichte ICT-omgeving. Onze missie “We steken onze nek uit voor ieder kind gericht op het behalen van een maximale leeropbrengst” , ……………..vandaar dan ook de keuze van ons prachtige logo:
Onze school is een school waar: kinderen, ouders en leerkrachten met plezier naar toe komen welbevinden en veiligheid centraal staan cultuureducatie een belangrijk onderdeel vormt van het onderwijsaanbod kennisoverdracht hoog in het vaandel staat, afgestemd op individuele verschillen aandacht is voor het sociaal pedagogisch klimaat (communicatie, relatie en jezelf kunnen zijn) de professionalisering van het team een belangrijke rol speelt aandacht is voor leerlingen met speciale behoeftes zowel aan de boven- als de onderkant het methodeaanbod actueel is en ICT een onderdeel vormt van het onderwijsprogramma bijzonder belang wordt gehecht aan goede communicatie met ouders, kinderen en kindpartners Onze profilering “Basisschool St.Oda……een kunstrijke school” Hiermee willen we ons onderscheiden van andere scholen: extra aandacht voor kunst en cultuur, zowel door beschouwing als creatieve vorming. Daarbij gaat het ons niet alleen om de kunstzinnige educatie van de leerlingen op zich, als ook om de rol die kunst, cultuur en creativiteit in zijn algemeenheid kunnen spelen bij de ontwikkeling van kinderen. Levensbeschouwing We proberen onze leerlingen te leren om vanuit een houding van verwondering en met respect te kijken naar de wereld om hen heen. Niet elk gezin en dus ook niet elk kind is katholiek of lid van een kerkgenootschap. Bij het aannemen van leerlingen gaan wij ervan uit, dat ieders opvatting op dit punt gerespecteerd moet worden. Dat betekent dat ook leerlingen met een andere geloofsovertuiging of zonder geloof passen in het beeld van de identiteit zoals wij die vorm trachten te geven. Mede door de samenstelling van onze schoolpopulatie bieden wij onze leerlingen de mogelijkheid in een multiculturele samenleving op te groeien en te leren samenwerken met respect voor elkaars opvattingen
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
4
2. de betrokkenen bij de school 2.1
MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding
MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding is het bevoegd gezag van 17 scholen voor regulier basisonderwijs, 2 scholen voor speciaal basisonderwijs en 3 voorzieningen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Binnen het speciaal onderwijs zijn er scholen voor zeer moeilijk lerende kinderen (REC 3), kinderen met gedragsproblematiek en kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum (REC 4). Op onze scholen werken circa 800 personeelsleden voor ruim 6.000 leerlingen. Missie MosaLira biedt een veilige uitdagende leeromgeving waarin kinderen zich ontwikkelen tot verantwoordelijke en succesvolle medeburgers. Ouders zijn partners bij het onderwijs. Persoonlijke talenten, respect voor elkaar en een duurzame samenleving zijn voor MosaLira leidend. Hoofddoelstelling MosaLira streeft naar het behalen van maximale leeropbrengst voor ieder kind, waarbij in een waarde gerichte benadering de vorming en het welbevinden van het gehele kind centraal staat. MosaLira denkt dat haar hoofddoelstelling het meest effectief gerealiseerd kan worden door te werken aan de hieronder genoemde drie strategische doelstellingen. Visie Tevens heeft MosaLira in het ‘Strategisch Programma 2012-2015’ voor elke strategische doelstelling haar visie geformuleerd wat in 2015 bereikt moet zijn, t.w.: 1. Beter benutten van haar breed onderwijsaanbod en goede kwaliteitszorg 2. Versterken van de professionele cultuur 3. Versterken van het persoonlijk meesterschap Identiteit MosaLira is een waarden gestuurde stichting. De sturende waarden van de stichting en haar scholen geven richting aan het denken, voelen en handelen van alle betrokkenen, aan de wijze van besturen, aan de inhouden en de vormen van leren, onderwijs en opvoeding en aan de relatie met de ouders en andere opvoedingspartners en de samenleving. Het College van Bestuur van MosaLira heeft een commissie ‘Onderwijs en Identiteit’ in het leven geroepen, die gevraagd en ongevraagd adviseert met betrekking tot levensbeschouwelijke zaken en die de levensbeschouwelijke oriëntatie van het onderwijs op alle scholen van MosaLira stimuleert, versterkt, begeleidt en ondersteunt. De commissie voert haar taak uit vanuit de aanname dat de levensbeschouwelijke oriëntatie van de stichting en haar scholen de basis en de toetssteen vormt voor een waarden gestuurde ontwikkeling. Het onderwijs binnen alle scholen van MosaLira wordt gegeven met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de gezamenlijkheid en de verscheidenheid van die waarden. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen katholieke, protestants-christelijke, interconfessionele, algemeen bijzondere, pedagogisch bijzondere of openbare scholen. Alle scholen van MosaLira formuleren de voor hen sturende waarden en beschrijven die in hun schoolondernemingsplannen en schoolgidsen. Ze geven daarbij aan op welke wijze zij zich verhouden tot hun
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
5
levensbeschouwelijke grondslag, het wat en hoe van hun onderwijs en opvoeding, het wat en hoe van hun levensbeschouwelijke educatie en hoe zij de relatie vormgeven met ouders, andere opvoedingspartners, kerkgenootschappen en de samenleving. Dit geheel geeft een eigen kleur aan elke school, het bepaalt wie de school wil zijn, het geeft haar een eigen gezicht, het bepaalt haar identiteit. Voor de beschrijving van onze identiteit willen we u verwijzen naar hoofdstuk 1.2 Het bestuur De stichting kent 2 organen: Het College van Bestuur De Raad van Toezicht Het College van Bestuur Het College van Bestuur is belast met het besturen van de stichting en komt alle taken en bevoegdheden toe die wettelijk het bestuur van de stichting toekomen, met uitzondering van de taken en bevoegdheden die in de statuten en de wet expliciet aan de Raad van Toezicht zijn toegekend. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de eenheid van het totale beleid en schept op bestuursniveau waarborgen ter bescherming van en bevordering van de denominatieve identiteit respectievelijk het openbaar karakter van de stichting en van de onderscheiden onder zijn beheer staande scholen en overige voorzieningen. Het College van Bestuur heeft zijn werkzaamheden vastgelegd in het bestuursstatuut. Het College van Bestuur bestaat uit de volgende personen: Voorzitter: Dhr. T. van Mulken Lid: Dhr. D. Huntjens De Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting, de algemene gang van zaken binnen de stichting alsmede het functioneren van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht vastgelegd in het bestuursstatuut. De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende personen: Voorzitter Dhr. F. Groutars Lid Mevr. M. Driessen Lid Dhr. P. Brugman Lid Mevr. M. Heijltjes Lid Dhr. H. Manders Lid Dhr. J. van Ruyven Directeurenberaad De directeuren van de scholen ressorterend onder de stichting vormen tezamen het directeurenberaad. Dit is een overlegorgaan met een adviserende functie. De volgende scholen ressorteren onder het bevoegd gezag van MosaLira: Bs. St. Aloysius Bs. St. Pieter Bs. Amby Bs. de Schans Bs. Anne Frank Bs. Scharn Bs. de Vlinderboom Bs. ’t Spoor UWC Primary Bs. Wyck Bs. John F. Kennedy SBO De Opstap Bs. De Lètterdoes SBO de Sprong Bs. Het Mozaïek ZMLK Jan Baptist SO en VSO Bs. De Maasköpkes Don Bosco SO en VSO diplomastroom Bs. Markus IvOO SO, VSO diplomastroom, VSO AD, Bs. Montessori Binnenstad JRK Bs. St. Oda Bs. Petrus en Paulus Adresgegevens van MosaLira MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding Pastoor Habetsstraat 40a / 6217 KM Maastricht tel.: 043-35 40 133 / e-mail:
[email protected] / website: www.mosalira.nl n.b.: zoals u dus kunt lezen werkt de stichting MosaLira vanuit hun kantoor gelegen binnen hetzelfde gebouw als het Kindcentrum Oda.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
6
2.2 de schoolorganisatie De onderwijskundige en organisatorische leiding van de school ligt bij de directeur, Ed Lemmens. Hij wordt hierbij ondersteund door een managementlid, Iris den Ridder en de twee interne begeleiders: Marja Bruijnzeels en Albert Hoenjet. Het managementlid heeft een takenpakket binnen de sector ‘onderwijs, organisatie en beleid’ en vertegenwoordigt de directeur bij diens afwezigheid. Bij een langere periode van afwezigheid van de directeur (bijvoorbeeld bij ziekte of studie) wordt de leiding van de school overgedragen aan een persoon bepaald door het College van Bestuur van MosaLira. De interne begeleiders hebben een takenpakket binnen de sector ‘onderwijs, begeleiding en zorg’. Samen met het onderwijzend en onderwijs ondersteunend personeel realiseren en ontwikkelen bovenstaande personeelsleden de gestelde doelen en planning binnen het ‘Schoolondernemingsplan 2011-2015’ en het daaraan verbonden actuele Operationeel Jaarplan 2013-2014. De interne begeleiders zijn tevens de contactpersonen van de school voor de vertrouwenspersonen van MosaLira (zie 6.4). Een overzicht van de teamleden en de groepsbezetting: zie in onze schoolkalender en op de website. 2.3 de leerlingen en de leerlingenraad Onze school ligt in de wijk ‘Brusselsepoort’, waar een deel van onze leerlingen woont. Maar van oudsher trekt onze school tevens veel leerlingen aan uit aangrenzende wijken. Het aantal leerlingen ligt dit schooljaar rond de 200 verdeeld over 10 groepen: 2 groepen 1/2 (instromers – jongste kleuters – oudste kleuters) en voor elk ander leerjaar één jaargroep en nog een groep 5/6. Afhankelijk van de inschrijvingen binnen de kleuterbouw, kan in de loop van dit schooljaar een derde kleutergoep worden opgestart. Voor de leerlingen is er op onze school een leerlingenraad, die al enkele jaren heel goed functioneert. We vinden het belangrijk dat de leerlingen op deze wijze een extra stem hebben binnen het wel en wee van de school. In de leerlingenraad zitten kinderen uit groep 5 t/m 8, die hiervoor door de overige leerlingen van hun groep gekozen zijn. Zij bespreken hier, samen met de directeur en/of het MT-lid, zaken die door hen zelf worden ingebracht, maar ook zaken die vanuit de overige leerlingen en het team ingebracht kunnen worden. Alle leerlingen van de school kunnen ideeën, voorstellen etc. inbrengen via het lid van de leerlingenraad. 2.4 de ouders en het oudercomité de communicatie We vinden het van groot belang dat ouders nauw betrokken zijn bij het wel en wee van hun kind op school. Leerlingen voelen zich vaak beter thuis op school als er een goed contact over en weer is, hun ouders weten wat er dagelijks met de kinderen wordt gedaan en er thuis met hen over praten. De ontwikkeling van de leerling verloopt dan vaak beter en met minder problemen. Op verschillende mabasisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
nieren proberen we de betrokkenheid van de ouders te vergroten. Zo vindt u informatie op de website of in de wekelijkse nieuwsbrief ‘DEZE WEEK’. Daarin staan van dag tot dag de activiteiten van de diverse groepen, het personeel en de partners van ons integraal kindcentrum. ‘DEZE WEEK’ wordt naast de papieren versie die op maandag wordt uitgedeeld, ook wekelijks (op zondag) op de website geplaatst. Door actief deel te nemen aan activiteiten op school of door mee te praten en mee te beslissen kunnen ouders meehelpen om de school beter te laten functioneren. Als ouders ‘echt’ willen meepraten en meebeslissen over de school, kunnen ze zitting nemen in het oudercomité of de medezeggenschapsraad. het oudercomité Onze school heeft een oudercomité. Deze geleding denkt, beslist en helpt mee bij allerlei ontwikkelingen en activiteiten, zoals bij de opzet, planning en uitvoering van de schoolreisjes, het kerstontbijt, het carnavalsfeest en het paasontbijt. De namen van de leden van het oudercomité vindt u op onze website. de ouderavonden Aan het begin van het schooljaar vindt er een kennismakingsavond plaats. Tijdens deze avond worden ouders over kindcentrum-, school- en groepsspecifieke zaken ingelicht. Alle medewerkers van het kindcentrum geven informatie in zogenaamde groepen. Tijdens het schooljaar wordt er ook naar gestreefd om thema-avonden te organiseren. de kind-/ oudergesprekken Driemaal per jaar wordt de gelegenheid geboden om met de groepsleerkracht over het functioneren van het kind te praten in de zogenaamde kind-/oudergesprekken: gesprekken tussen leerkracht, kind en ouders. Uiteraard zijn ouders ook op andere momenten van harte welkom om met ons in gesprek te gaan. het inloopkwartier ’s Ochtends om 08.30 u. mogen alle kinderen en hun ouders naar binnen. De kleuters kunnen rechtstreeks via hun eigen lokaal naar binnen, de overige leerlingen via de ingang aan de rechter- of de linkerzijde. Iedere ochtend kunt u uw kind naar binnen begeleiden om samen met hem/haar wat te lezen of werkjes/schriften te bekijken. U begrijpt dat er op dat moment niet de tijd is voor een volwaardig gesprek met de leerkracht van uw kind. Uiteraard kunt u een afspraak voor een gesprek op een ander tijdstip maken. Wij verzoeken de ouders na het 1e belsignaal het groepslokaal te verlaten, zodat de lessen op tijd kunnen beginnen. de ouderbijdrage De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage, die wordt geïnd door het oudercomité en jaarlijks – na instemming van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad – wordt vastgesteld door het bevoegde gezag van de school. Het oudercomité legt jaarlijks in een begroting verantwoording af over de jaarlijkse begroting/besteding van de ouderbijdragen. Hoe vrijwillig is deze ouderbijdrage? Nadat uw kind op onze school is toegelaten, dit is niet afhankelijk van het betalen van de bijdrage, wordt er door het oudercomité aan u als ouder contributie gevraagd voor extra activiteiten en andere zaken die niet tot het gewone onderwijs behoren, zoals bijvoorbeeld het Sinterklaasfeest, het schoolreisje, culturele excursies en het schoolkamp. De ouderbijdrage voor het schooljaar 2013 - 2014 is vastgesteld op € 35,- per kind. Als u niet betaalt kan dat betekenen dat u uw kind uitsluit van deelname aan activiteiten. De school is wèl verplicht om uw kind deel te laten nemen aan het reguliere onderwijsprogramma. Zijn er rond uw financiële situatie bijzonderheden waardoor u het bedrag in meerdere termijnen wilt betalen of een andere regeling wilt treffen, neem dan gerust contact op met de penningmeester van het OC of met de directeur van de school.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
8
2.5 de medezeggenschapsraad en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De ‘Wet op de Medezeggenschap’ in het onderwijs schrijft voor dat iedere school een medezeggenschapsraad (MR) moet hebben. De MR is een gekozen vertegenwoordiging van ouders en leerkrachten. Iedere ouder en leerkracht kan zich verkiesbaar stellen. Deze geleding buigt zich over meerdere schoolse zaken zoals buitenschoolse opvang, formatie, het schoolplan, maar ook over praktische zaken als inrichting van de speelplaats. Ook kan de raad de directie uitnodigen om kwesties te verhelderen of nader toe te lichten. In de wet worden een aantal zaken met name genoemd waarvoor het schoolbestuur instemming of advies van de MR nodig heeft. Deze staan in het reglement. De MR moet o.a. advies aan het schoolbestuur kunnen uitbrengen m.b.t.: een fundamentele wijziging van de organisatie van de school aanstelling of ontslag van de directie vaststelling of wijziging van de concrete taakverdeling binnen de directie nieuwbouw of belangrijke verbouwing van de school Zo zijn er ook zaken waarvoor het schoolbestuur instemming nodig heeft van de MR, voordat een beslissing kan worden genomen. Bijvoorbeeld zaken m.b.t.: verandering van de onderwijskundige doelstellingen van de school vaststelling of wijziging van het schoolplan/schoolondernemingsplan De MR vergadert 6 keer per jaar op school. Deze vergaderingen zijn openbaar, dus iedereen kan deze bezoeken. De zittingsduur voor een MR-lid bedraagt minimaal 3 jaar. De namen van de leden van de MR staan op onze website. De bezigheden van de MR kunt u volgen via de website. Hierop ziet u de vergaderdata, de agenda voor de vergaderingen en in het kort het besprokene tijdens de vergaderingen. Voor de gezamenlijke scholen van Stichting MosaLira is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De GMR bestaat uit 12 leden namelijk: 6 leden die de ouders vertegenwoordigen en 6 leden namens het personeel. De GMR-leden hebben zitting namens alle MosaLira-scholen. De GMR vergadert 8 keer per kalenderjaar. De informatie hierover kunt u vinden op de website van MosaLira.
2.6 de kindpartners binnen het Kindcentrum Oda Het integraal Kindcentrum Oda wordt gevormd door basisschool St.Oda, peuterspeelzaal ‘Lambiek’ (stichting STEPS) en de instelling voor buitenschoolse (voor- en naschoolse) opvang ‘Pinokkio’ (Stichting Kinderopvang ‘Pinokkio’ Maastricht). Peuterspeelzaal ‘Lambiek’, voorportaal voor basisschool St.Oda Meer dan de helft van de peuters in Maastricht ‘stept’ bij STEPS. In het Kindcentrum Oda kan dit in peuterspeelzaal ‘Lambiek’, één van de 22 STEPS-peuterspeelzalen. Deze peuterspeelzaal is gehuisvest in een kindvriendelijke ruimte binnen ons gebouw en werkt nauw samen in het kader van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) met het team van de onderbouw van basisschool St.Oda. School en peuterspeelzaal hebben een gemeenschappelijke visie ten aanzien van deze samenwerking en gebruiken hiervoor eenzelfde methodiek. Deze methodiek heet “Speelplezier” (zie: www.speelpleziermethodiek.nl ). Zowel de leidsters van de peuterspeelzaal als de leerkrachten van de school zijn gecertificeerd om met deze methodiek te werken. Waarom kiezen ouders eigenlijk voor een peuterspeelzaal? Ouders geven in de exit-formulieren aan het belangrijk te vinden dat hun peuter in een STEPS-peuterspeelzaal de mogelijkheid wordt geboden beter voorbereid naar de basisschool te gaan. Ook bij peuterspeelzaal ‘Lambiek’ kunnen peuters zich optimaal ontwikkelen op het terrein van cognitieve, sociale
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
9
motorische en creatieve vaardigheden. Dit gebeurt door middel van vaste groepen, gedurende 4 dagdelen en vaste en deskundige VVE- leidsters. Van deze 4 dagdelen neemt de gemeente Maastricht 2 dagdelen voor haar rekening, maar dat verplicht wel tot afname van 4 dagdelen door de ouders. Deze voorziening dient op de eerste plaats als aanvulling op de opvoeding, die deze peuters in hun leefomgeving ontvangen. De basisfunctie van de peuterspeelzaal is: “Spelen, ontwikkelen en ontmoeten”. Mocht uw belangstelling gewekt zijn dan bent u van harte welkom om een kijkje te komen nemen in de zaal. Een telefoontje (043-3436744 ) met de leiding van de zaal in de ochtenduren voor het maken van een afspraak wordt op prijs gesteld. Per mail een afspraak maken kan natuurlijk ook
[email protected] en voor meer informatie kunt u ook terecht bij het centraal bureau van STEPS, Past. Habetsstraat 40A,6217 KM Maastricht, tel.043-3270998 of per mail
[email protected].
bso ‘Pinokkio’ Sinds 1 augustus 2007 bestaat voor het schoolbestuur de wettelijke verplichting tot het organiseren van een voorziening voor buitenschoolse opvang. Buitenschoolse opvang (BSO) is bedoeld om kinderen voor- en na schooltijd en in de schoolvakanties (met uitzondering van wettelijk erkende feestdagen) op te vangen. BSO is een gezamenlijke aangelegenheid van het schoolbestuur en de ouders. Binnen de stad Maastricht is door de gezamenlijke schoolbesturen besloten de buitenschoolse opvang uit te besteden aan erkende kinderopvangorganisaties. Voor onze school betekent dit dat er een samenwerkingsovereenkomst is gesloten met stichting ‘Kinderopvang Pinokkio Maastricht’ (HKZ iso 9001 gecertificeerd). Op deze manier voldoet het schoolbestuur aan haar zorgplicht; de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de opvang ligt bij de opvangorganisatie zelf. Alle zaken rondom kwaliteit, personeel en huisvesting zijn dus een verantwoordelijkheid van de kinderopvangorganisatie. Ouders dienen zelf een overeenkomst met de eerder genoemde organisatie af te sluiten. Vanzelfsprekend staat het u als ouder vrij om voor een andere aanbieder van kinderopvang te kiezen. Voor adresgegevens van kinderopvangorganisaties in Maastricht verwijzen we u naar het register kinderopvang. Dit kunt u vinden op de website van de gemeente Maastricht: www.maastricht.nl (ga naar: kinderopvang en peuterspeelzalen, register kinderopvang). Met dagarrangementen wordt een doorlopend en goed op elkaar aansluitend aanbod van onderwijs, opvang, welzijn en mogelijke activiteiten tussen 07.30 en 18.30 u. bedoeld. Doel van deze dagarrangementen is om de voor-, tussen- en naschoolse opvang beter op elkaar te laten aansluiten met name om werkende ouders met kind(eren) ondersteuning te bieden bij het combineren van zorg en werk. De mogelijkheden van dagarrangementen zullen in de naaste toekomst ook voor onze school verder uitgewerkt en ingevuld worden. Werkende ouders hebben in bijna alle gevallen recht op een kinderopvangtoeslag. Ook indien u niet werkt, maar aan bepaalde voorwaarden voldoet, heeft u recht op deze toeslag. Voor nadere informatie over de kinderopvangtoeslag verwijzen we u naar de website van de belastingdienst: www.belastingdienst.nnl (ga naar: privé toeslagen - informatie over toeslagen - kinderopvangtoeslag).
2.7 stagiaires Onze school begeleidt o.a. studenten van het Leeuwenborgh-college (ROC) en de PABO. Deze studenten ondersteunen en assisteren voornamelijk de groepsleerkracht. Onze school is een door ‘Calibris’ erkend leerbedrijf. ‘Calibris’ is het kenniscentrum voor leren in de praktijk in zorg, welzijn en sport. Mbo- studenten (Middelbaar Beroeps Onderwijs) komen alleen in aanmerking voor een diploma als hun beroepspraktijkvorming (stage) plaatsvindt in een erkend leerbedrijf.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
10
Op onze school kunnen studenten dus passende praktijkervaring opdoen en zijn ze verzekerd van goede begeleiding. Daar krijgen we veel voor terug: gemotiveerde studenten die veelal volgens de laatste kwalificaties worden opgeleid. Met hun frisse kijk brengen ze actuele vakkennis in en dat houdt ons als school bij de tijd.
2.8 Na-en buitenschoolse activiteiten Via een centraal coördinatiepunt werken onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk samen om op professionele wijze naschoolse activiteiten in de wijk aan te bieden, transparant en toegankelijk voor alle kinderen in Maastricht. Dit centrale coördinatiepunt wordt vorm gegeven door Stichting KIX. Binnen Stichting KIX worden de expertise, die is opgebouwd vanuit de eerdere dagarrangementencoördinatie, en het BSO-activiteitenaanbod gebundeld. De naschoolse activiteiten starten bij aanvang van het schooljaar en bestaan uit kennismakingstrajecten met activiteiten op het gebied van sport, spel, cultuur, creatieve vormgeving, natuur, techniek, theater, dans en muziek.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
11
3. de inrichting van het onderwijs 3.1 inleiding De inrichting en planontwikkeling van ons onderwijs staat beschreven in ons ‘Schoolondernemingsplan 2011-2015’. De operationalisering van dit meerjarenplan wordt beschreven in het ‘Jaarplan schooljaar 2013-2014’. We werken met een systeem van jaargroepen: groepen kinderen met eenzelfde leeftijd zitten bij elkaar. Binnen dit systeem worden de relaties tussen de kinderen onderling en hun relatie met de groepsleerkracht gekenmerkt door een sfeer van vertrouwen, waarin elk kind tot ontplooiing kan komen. We vinden het belangrijk dat er een duidelijke structuur is in ons onderwijsaanbod en geven de leerlingen hierbij voldoende ruimte om te beantwoorden aan zijn eigen aard en behoeftes; dit zowel binnen de totale groep, als in de kleine groep (samenwerkend leren) en individueel. We beantwoorden hier aan de behoeftes van autonomie-, relatie- en competentiegevoelens bij kinderen. Bij het leren gaan we uit van zelfstandige actieve leerlingen, waarbij het onderwijs gericht is op de zone van de naaste ontwikkeling van elk individu. De opgave is een evenwicht te zoeken tussen kennis doorgeven en het kind zelf laten ontdekken. Samen leren, inspraak en zelfstandigheid zijn binnen onze school derhalve belangrijke onderdelen van een succesvolle schooltijd. De groepsplannen (het totaal aan planning van het onderwijs per periode per leerling) vormen het kader van de planmatigheid van begeleiding en zorg. Hier staan dus de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen in beschreven per periode. Het overbrengen van kennis op het kind plaatsen we constant in het perspectief van een veel bredere ontwikkeling. Sociaal-emotioneel willen wij het kind leren samen met anderen zijn ontwikkeling vorm te geven en hierbij waar nodig leren om te gaan met zijn/haar gevoelens. Dit kan alleen als het zich veilig en vertrouwd voelt op onze school. Het aanleren van sociale vaardigheden, openheid, eerlijkheid en respect voor elkaar zal steeds in de dagelijkse activiteiten en lessen terug moeten komen. De leerkracht heeft hierin een voorbeeldfunctie. De leerlingen geven middels de 2-jaarlijkse kwaliteitsmeting (KMPO) aan hoe zij over de school denken.
3.2 didactische aanpak Binnen onze onderwijsdidactiek beweegt de rol van de groepsleerkracht zich tussen die van regisseur en coach. Methodes bevatten naast de basisstof ook aanvullend materiaal, zowel voor de kinderen die meer herhaling nodig hebben, als voor de leerlingen die een extra uitdaging aan kunnen. Binnen de aanpak van de differentiatie wordt gewerkt met de verdeling van de groep binnen 3 niveaus: de zgn. ‘3-aanpak’. aanpak 3: na een korte instructie gaat deze groep leerlingen zelfstandig aan het werk aanpak 2: de instructie voor deze groep leerlingen is breder, dan volgt zelfstandig werk aanpak 1: na de groepsinstructie volgt intensieve instructie in kleine groepjes en individueel. Tevens worden er naast deze 3 stromen binnen onze differentiatie, dit afhankelijk van de diagnose van observaties en metingen, individuele leerlijnen uitgezet voor leerlingen (zowel ‘aan de onderkant’ als
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
12
‘aan de bovenkant’). Voor de meer- en hoogbegaafde leerlingen bestaat de mogelijkheid om deel te nemen aan een bovenschoolse plusgroep. Om de zelfverantwoording voor het werk te versterken wordt er in de groepen 1 t/m 3 gewerkt met planborden en in de groepen 4 t/m 8 met dag- en weektaken, dit in combinatie met coöperatieve werkvormen. De achterliggende gedachte van coöperatief leren is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar, leren. De leerlingen zijn actief met de leerstof bezig, ze praten hier met elkaar over, waardoor de inhoud van de stof meer betekenis voor hen krijgt. De groepslokalen zijn voorzien van een digitaal schoolbord, het zgn. ‘smartboard’, en een ruim aantal laptops (zgn. ‘Skoolmates’) gekoppeld aan ons WI-FI-infrastructuur ten behoeve van het computergebruik. Deze ICT-onderwijsmiddelen zijn binnen het onderwijs aan onze school niet meer weg te denken.
3.3 beschrijving van de vak- en vormingsgebieden 3.3.1 het onderwijsaanbod in groep 1 en 2 Er wordt in de groepen 1 en 2 gewerkt volgens de aanpak van de methodiek ‘Speelplezier’: een methodiek voor actief leren en ontwikkelingsgericht begeleiden, aansluitend op dezelfde methodiek die gebruikt wordt binnen de peuterspeelzaal. Deze aanpak biedt voor de kleutergroepen een beredeneerd aanbod voor spel, constructie, Nederlandse taal, beginnende geletterdheid, Rekenen&Wiskunde en muziek. Nederlandse Taal en spel lopen als een rode draad door het dagprogramma. In de groepen met de jongste leerlingen wordt met name met thema’s gewerkt, die ook gehanteerd worden in peuterspeelzaal ‘Lambiek’. Hierbij wordt steeds rekening gehouden met de belevingswereld en de betrokkenheid van het jonge kind. Daarom richten we ons op handelingsgerichte activiteiten, die dicht bij het kind liggen. Veel aandacht gaat hierbij uit naar het spel. Spel hoort bij jonge kinderen: het is voor hen de manier om zichzelf, de ander en de wereld om hen heen te ontdekken. er is een speel-/ leeromgeving met vaste hoeken (b.v.: een atelier en een bouwtafel) er is een lees-, schrijf-, kwebbelhoek en een verteltafel er wordt gebruik gemaakt van werkkaarten en speelplannen tijdens het spelen/werken er wordt gewerkt met picto's en woordvelden We maken hierbij ruim gebruik van het leerplein, gesitueerd in de directe omgeving van de groepslokalen/stamgroep-lokalen. Leerde het kind voorheen vooral door nadoen en minder door zelf op zoek te gaan naar oplossingen, bij de aanpak volgens ‘Speelplezier’ gaat het meer om het proces en niet zozeer om het product. Een kind wordt door de groepsleerkracht dus uitgedaagd om zelf na te denken en met eigen oplossingen te komen. Elk kind mag dat doen op zijn eigen niveau. De taak van de groepsleerkracht is om het kind dat er aan toe is, een stapje verder te helpen naar het volgend niveau. Het spreken vormt een belangrijk onderdeel van deze manier van werken. Bij alle activiteiten worden kinderen uitgedaagd tot praten. Niet alleen tijdens de praat- en luisteractiviteiten in de kring, maar ook tijdens het werken worden kinderen voortdurend uitgenodigd om te praten over wat ze doen en hoe ze het doen. De begeleiding van de leerkracht tijdens het werken bestaat dan ook vooral uit het stellen van de juiste vragen: vragen die de kinderen aanzetten tot nadenken en praten.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
13
3.3.2 het onderwijsaanbod in de groepen 3 t/m 8 rekenen&wiskunde Het onderwijs in Rekenen&Wiskunde is erop gericht dat de leerlingen verbanden kunnen leggen tussen kennis en vaardigheden t.b.v. het dagelijkse leefwereld. Voor dit vakgebied hanteren wij de nieuwste versie van de methode ‘De Wereld in Getallen’. Dit is een zogenaamde realistische rekenmethode, wat betekent dat zij uitgaat van rekensituaties uit het dagelijks leven, maar daarnaast ook rijtjessommen aanbiedt. De methode tracht de leerlingen niet slechts manieren bij te brengen om een som op te lossen, maar ook daadwerkelijk inzicht te verschaffen in de manier waarop de som wordt opgelost. Deze methode heeft naast herhalingstaken ook plustaken, zodat kinderen die dat aankunnen zelfstandig verder kunnen werken, terwijl anderen nog met de basis- of herhalingsstof bezig zijn. Alle groepen hebben op hetzelfde moment rekenles, zodat kinderen die voor- of achterliggen in een andere groep betere aansluiting kunnen vinden. Naast de oefenstof wordt er telkens na 12 taken een methodegebonden toets afgenomen. Gekoppeld aan deze methode maken we gebruik van de bijbehorende software t.b.v. de smartbord en digitaal oefen- en toetsmateriaal. Nederlandse taal Het onderwijs in de Nederlandse taal is gericht op doelmatig gebruik in het dagelijks leven. Gebruikte leerlijnen/methodes: - groep 3: ‘Veilig Leren Lezen’, een methode voor aanvankelijk leesonderwijs - vanaf groep 4: ‘Taalverhaal’. Deze methode besteedt veel aandacht aan woordenschat, woord- en zinsbouw, stellen; maar zeker ook aan spreken/luisteren en het creatief bezig zijn met taal. Er is ruimte voor tempo- en niveaudifferentiatie, herhalings- en verdiepingsstof. Ook is er veel afwisseling tussen klassikale opdrachten en coöperatieve werkvormen. Bij deze methode horen signalerings- en controletoetsen. lezen technisch lezen In groep 3 wordt dit vervolgd met het aanvankelijk leesonderwijs aan de hand van de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Vanaf groep 4 maken we voor technisch lezen gebruik van de methode ‘Estafette’ die aansluit op ‘Veilig Leren Lezen’. begrijpend lezen Methode: ‘Nieuwsbegrip’. Dit is een interactieve en aansprekende manier voor dit vakgebied. Er zijn wekelijks teksten en opdrachten aan de hand van het actuele nieuws. Bovendien besteden we met ‘Nieuwsbegrip’ structureel aandacht aan lees- en woordenschat-strategieën. Ten behoeve van het leesonderwijs (gericht op leesplezier) beschikt elke groep over een leestoren met op niveau aangepaste leesboeken (zowel literatuur als informatieve boeken).
schrijven Het schrijfonderwijs wordt ondersteund door de schrijfmethode ‘Pennenstreken’. Deze methode houdt de volgorde van de letters aan zoals die ook in de methode ‘Veilig Leren Lezen’ (groep 3) wordt aangeboden. De methode laat de leerlingen eerst ervaren hoe het is om een soepele doorgaande schrijfbeweging te maken, om daarna te werken aan de netheid van het schrift. Vanaf groep 7 is het schrijfonderwijs geïntegreerd in de andere vakken. natuurkennis en techniek Methode: ‘Wijzer door natuur en techniek’: een methode gericht op verkenning van de natuur, het milieu, techniek en het menselijk lichaam. Leerlingen leren oog te hebben voor een gezond leefmilieu; ze verwerven kennis, inzicht en vaardigheden over een gezond gedragspatroon dat past bij
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
14
henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Daarnaast doen ze kennis op over allerlei natuuren techniekprocessen en de ontwikkeling van het menselijk lichaam. De kinderen zijn niet alleen actief bezig met kennis verwerven, ze leren ook zelf een mening te vormen. De methode is geschikt voor zowel een klassikale aanpak als voor zelfstandig werken. aardrijkskunde Methode: ‘Geobas’. In groep 5 wordt veel aandacht besteed aan het werken met plattegronden en kaarten. In groep 6 staat Nederland centraal, in groep 7 Europa en in groep 8 tenslotte de overige werelddelen. Daarnaast wordt er in alle groepen ruime aandacht besteed aan topografie. De kinderen leren zelfstandig te werken met de atlas. Hierbij wordt ook veel gebruik gemaakt van digitaal materiaal. geschiedenis Methode: ‘Wijzer door de Tijd’. Deze methode is er vooral op gericht om historische kennis te ordenen en in de juiste tijd te plaatsen. Naast onderwerpen uit de vaderlandse geschiedenis is er ook aandacht voor de wereldse geschiedenis. n.b: Spreekbeurten, het volgen van het TV-weekjournaal en de aandacht voor de actualiteit vormen ook belangrijke onderdelen bij het overdragen van kennis rond de wereldoriënterende vakken. verkeer Methode: lesmateriaal uitgegeven door ‘Veilig Verkeer Nederland’. Voor groep 4 heet dit lesmateriaal ‘Stap vooruit’, voor de groepen 5 en 6 ‘Op voeten fietsen’ en voor de groepen 7 en 8 de ‘Jeugdverkeerskrant’. De aangeboden verkeerskennis en verkeerssituaties sluiten aan bij het gedrag van het kind als voetganger, speler, passagier én fietser. Ook de leerstof en het leesniveau sluiten aan bij kinderen van de desbetreffende groepen. Bij de foto's en tekeningen van de werkbladen horen opdrachten waarmee leerlingen direct, individueel of in groepjes, aan de slag kunnen. De opdrachten variëren van invullen, lijnen trekken, kleuren, knippen en plakken tot puzzelen en uitzoeken. In groep 7 wordt zowel een schriftelijk als een praktisch verkeersexamen afgenomen. Als voorbereiding hierop wordt er in groep 7 o.a. gewerkt met het boekje ‘Oefeningen voor het schoolverkeersexamen’. Ook is er een rol weg gelegd voor de ouders bij de voorbereiding van het praktisch verkeersexamen (het zgn, ‘fietsexamen’). Onze school heeft twee verkeersouders. die ons samen met een medewerker van ‘Veilig Verkeer Nederland’ helpen met allerlei zaken aangaande verkeer. Met ingang van schooljaar 2013-2014 nemen we deel aan het gemeentelijk VEBO-project (verkeerseducatie basisonderwijs). Dit is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Maastricht en diverse basisscholen om het verkeersonderwijs, maar ook bijvoorbeeld de verkeersveiligheid rondom de school, meer aandacht te geven. Engelse taal In groep 7 en 8 leren onze leerlingen het Engels aan de hand van de methode ‘The Team’. Centraal staat de leerlingen vertrouwd te maken met de Engelse taal en ze er op een speelse manier mee te leren omgaan. Ook bij deze methode hoort digitaal lesmateriaal en wordt er volop van de actualiteit gebruik gemaakt. lichamelijke oefeningen Alle leerlingen krijgen 2 maal per week lichamelijke oefeningen (gymnastiek) in onze inpandige gymzaal. Iedere maandag en dinsdag worden deze lessen volgens het inhoudelijke zgn. ‘vakwerkplan’ gegeven (planmatige lessenopbouw). Er wordt aandacht besteed aan spel, turnen, spel en atletiek. De andere les (in diezelfde week) is dan een spelles. Ook tijdens de lessen binnen de cyclus van de ‘Cultuurcarrousel’ (zie verderop) is ruime aandacht voor beweging. Eén keer per jaar orga-
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
15
niseren wij onze sportdag, dit als onderdeel van activiteiten rondom de Nationale Sportweek. Afhankelijk van het aanbod en de periode waarin het aanbod wordt aangeboden, nemen we deel aan sportactiviteiten, zoals: schaatsen tijdens ‘Winterland’, judo, basketbal en voetbal. Tevens activeren wij de deelname aan het ruime aanbod van sportactiviteiten gekoppeld aan de naschoolse activiteiten. Tijdens de bewegingslessen zijn de leerlingen verplicht sportkleding en schoenen (geen zwarte zolen!) te dragen. Om hygiënische redenen blijven de gymnastiekspullen niet op school (uitzondering de gymschoenen van de leerlingen van de groepen 1/2). Wilt u erop toe te zien dat de gymschoenen niet buiten worden gedragen? Het gymnastiekrooster staat vermeld in de schoolkalender. levensbeschouwing/godsdienst De grote kerkelijke feesten als Kerstmis en Pasen krijgen aandacht in het reguliere onderwijsprogramma in de vorm van verhaaltjes, gesprekken en vieringen. Maar naast aandacht voor het Christelijk geloof, besteden we ook aandacht aan aspecten van andere wereldgodsdiensten. In groep 4 en groep 8 wordt de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan de Eerste Heilige Communie en het H. Vormsel. De kerkelijke voorbereiding van deze beide sacramenten verzorgt de parochie en vindt buiten schooltijd plaats. actief burgerschap We schenken integraal aandacht aan het actief burgerschap c.q. burgerschapszin waarbij de uitgangspunten zijn dat: leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving actief burgerschap en sociale integratie worden bevorderd er voldoende aandacht is voor de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten. Specifieke activiteiten hierbij zijn: het uitvoeren van een maatschappelijke stage door de leerlingen van groep 8. Kinderen ervaren hoe het is een dagje te werken, leren afspraken na te komen en kunnen zich alvast een beetje oriënteren op een beroepskeuze frequent activiteiten met de bewoners van het Verzorgingstehuis ‘Klevarie’ en het Zorgcentrum ‘Lenculenhof’, dit in samenwerking met de activiteitenbegeleiding. Zo leren kinderen ook om te gaan met de ouderen van de samenleving deelname van kinderen uit de groepen 5 t/m 8 aan de leerlingenraad, om kinderen een stem binnen school te geven tweejaarlijks verschijnt schoolnieuws in het Buurtblad “Brusselsepoort” om de band met de buurt te versterken deelname aan aanbod van activiteiten gericht op actief burgerschap, dit zo mogelijk gekoppeld aan projecten binnen onderwijsprojecten creatieve vorming, kunst en cultuur Onze school steekt veel energie in creatieve vorming/cultuureducatie Het vak- en vormingsgebied ‘creatieve vorming’ wordt zoveel mogelijk integraal aangepakt. Het bestaat uit handvaardigheid, tekenen, muziek en dansante vorming. Doelen op schoolniveau: de leerlingen krijgen/hebben meer plezier in cultuurbeleving zijn trots op hun werk op het terrein van kunst en cultuur krijgen een positiever zelfbeeld door de ontwikkeling van hun talenten op dit terrein beschikken over meer kennis en vaardigheden op het gebied van kunst en cultuur worden gestimuleerd om hun verbeeldingskracht en originaliteit te vergroten beschikken over betere communicatieve en expressieve vaardigheden worden actief betrokken bij culturele activiteiten leren op groepsniveau beter samen te werken dragen bij aan de versterking van het schoolklimaat participeren in hun vrije tijd meer aan cultuuractiviteiten worden versterkt in hun probleemoplossend denken gaan beter om met en hebben respect voor verschillende (wereld)culturen
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
16
Handvaardigheid Het vakgebied handvaardigheid wordt verzorgd door een vakleerkracht. Zij verzorgt frequent lessen die worden gekoppeld aan kunstprojecten en andere activiteiten binnen de school. We proberen deze projecten binnen ons schoolgebouw zo zichtbaar mogelijk te maken voor iedereen. Tekenen Voor het vakgebied Tekenen wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Tekenvaardig’. In deze methode komen onder andere de onderwerpen: licht, ruimte en vormen aan de orde. Muziek/zang/dans Tijdens de muzieklessen komen aspecten als: muziek maken, muziek luisteren, bewegen op muziek en muzieknotatie aan bod. De actualiteit (Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval, etc.) speelt bij de muzieklessen een grote rol. Cultuureducatie en de ‘cultuurcarrousel’ Ook dit schooljaar organiseren we binnen ons onderwijs frequent de zgn. ‘cultuurcarrousel’. Dit is een groepsdoorbrekend keuzecircuit, waarbij leerlingen zich per keer inschrijven voor één van de vier cultuurdisciplines: muziek, dans, drama of beeldende vorming en de vakgebieden techniek en sport. Dit houdt tevens in dat de leerkrachten zelf ook kiezen voor twee van de disciplines en deze activiteit voorbereiden en begeleiden. Binnen de cultuurcarrousel komen ook theater- en museumbezoek aan bod.
Het’ Muziekspektakel’ Uiteraard besteden we in deze schoolgids ook aandacht aan ons ‘Muziekspektakel’! Dit spektakel vindt één maal om de 2 jaar plaats en is een samenwerking tussen onze school en de samenwerkende harmonieën ‘Koninklijke Harmonie Maastricht 1825’ en ‘de Ster’. Zij verzorgen gedeeltelijk de muziek tijdens dit spektakel, waaraan veruit de meeste leerlingen deelnemen. Dit festijn bevat elementen die o.a. aan bod komen in de bewegingslessen, muziek, dramatische expressie en handvaardigheid en tijdens de cultuurcarrousel. We zijn met ons spektakel te gast in het ‘Theater aan het Vrijthof’, dat elke keer weer bijna uitverkocht is en waarvan iedereen na afloop verzucht: ‘Wat een fantastisch optreden was dit weer!’ Het laatste ‘Muziekspektakel’ vond in 2012 plaats. Het volgende staat gepland voor juni 2014 (zie definitieve datum in onze schoolkalender). In het jaar dat er geen muziekspektakel op het programma staat, voert groep 8 een afscheidsmusical op. wetenschap en techniek We schenken binnen onze school al geruime tijd aandacht aan het vakgebied ‘Wetenschap en techniek’. Techniekonderwijs is meer dan een stroomkring bouwen of een bouwplaat in elkaar zetten. Het leert kinderen vooral ontwerpen, onderzoeken en ontdekken. Ze proberen dingen uit, stellen vragen, evalueren en gaan actief aan de slag. Techniek sluit dus aan bij de nieuwsgierigheid, creativiteit en het oplossend vermogen van kinderen. Techniek op de basisschool is dan ook beter te omschrijven met de term ‘wetenschap en techniek’. Een positieve houding ten aanzien van wetenschap en techniek helpt kinderen hun vaardigheden en talenten te ontwikkelen. Onze maatschappij heeft grote behoefte aan geschoolde mensen op het gebied van wetenschap en technologie, en het is dus belangrijk om kinderen hier al vroeg mee in aanraking te brengen. Bovendien blijkt wetenschap en techniek een heel goede manier om kinderen en leerkrachten te motiveren en actief bij onderwijs te betrekken.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
17
Daarom hebben wij geparticipeerd binnen het zogenaamde VTB-project (en zijn hiervoor gecertificeerd vanaf 2011). Dit programma VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs) heeft ons ondersteund om wetenschap en techniek een structurele en geïntegreerde plek in het onderwijs te geven. Het doel van het programma is kinderen in aanraking brengen met wetenschap en techniek, zodat zij hun talenten ontdekken en een positieve houding ten aanzien van wetenschap en techniek ontwikkelen. Afgelopen jaar namen we deel aan het techniekproject ‘ONO’, dat resulteerde in een prachtige film gemaakt door de leerlingen van groep 8, inclusief de activiteiten gericht op een heuse voorstelling met drukwerk en pr-activiteiten (techniek en ondernemen). We streven naar het bereiken van de volgende doelen: er is een doorgaande leerlijn voor wetenschap en techniek er zijn afspraken gemaakt en vastgelegd m.b.t. de uitvoering van de doorgaande leerlijn leerlingen maken, ontwerpen, testen en/of analyseren hun eigen producten, en/of er worden excursies gemaakt, en/of gastdocenten uitgenodigd, en/of leerlingen maken gebruik van internet de school heeft doelen voor wetenschap en techniek vastgelegd wetenschap en techniek staan in het schoolplan beschreven er is voldoende tijd, materiaal, ruimte en er zijn voldoende kundige mensen voor wetenschap en techniek ‘Techniektorens’ De school gebruikt als belangrijk onderwijsmateriaal voor dit vakgebied de zgn. ‘Techniektorens’ Met ingang van dit schooljaar werken we binnen de zaakvakken met de koppeling tussen de methodes rondom de wereldoriënterende vakgebieden en de leskisten uit deze ‘Techniektorens’. Daarnaast zal er dit schooljaar door de werkgroep gekeken gaan worden naar een koppeling tussen de leskisten van de ‘Techniektorens’ en de vakgebieden Rekenen&Wiskunde en Nederlandse taal.
3.4 werken met de computer De computer heeft binnen ons onderwijs een daadwerkelijke geïntegreerde rol. Van alle gebruikte onderwijsmethodes die wij hanteren wordt ook het software-materiaal gebruikt. Alle kinderen uit de groepen 1 t/m 8 zijn regelmatig achter de computer te vinden. We hebben de beschikking over een 50-tal laptops (zgn. ‘Skoolmates’). Deze functioneren binnen een draadloos netwerk (WIFIsysteem). Dit geeft kinderen uit diverse groepen de mogelijkheid om op verschillende tijdstippen tegelijk gebruik te maken van de laptops of om met een hele groep gelijktijdig ermee te werken. De computers worden ook meer en meer ingezet ten behoeve van de afname van toetsen. We streven hierbij de volgende doelen na: enerzijds de kinderen wegwijs te maken met het computergebruik, anderzijds de computer zoveel mogelijk in te zetten als hulpmiddel bij het normale lesprogramma. U kunt hierbij denken aan extra oefenstof bij de in gebruik zijnde methodes, tekstverwerking, remedial teaching en het gebruik van Internet.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
18
n.b: Voor het gebruik van internet is een media-protocol op stichtingsniveau opgesteld dat na te lezen is op www.mosalira.nl
3.5 huiswerk Onze school kiest er bewust voor de leerlingen huiswerk mee te geven. Het bevordert de zelfstandigheid van leerlingen en verschaft ouders meer inzicht in de leerstof. Bovendien zal dat later in het voorgezet onderwijs niet anders zijn. Niet alle leerstof kan tijdens de schooluren verwerkt en geleerd worden. Vooral voor leerlingen die extra oefening nodig hebben, vragen wij de ouders om thuis lezen, rekenen en taalextra te oefenen. Huiswerk maken en plannen gaat niet vanzelf. Dat moeten kinderen leren. Wij bouwen dit geleidelijk op door in de klas te werken met dag- en weektaken en door vanaf groep 5 een agenda te gebruiken.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
19
4. het volgen van de leerlingen: ons zorgsysteem 4.1 inleiding De ontwikkeling van ons zorgsysteem is een onderdeel van de kwaliteitsontwikkeling. Het betekent voor ons een vorm van permanent leren en wordt gekenmerkt door een procesmatig karakter, een proces dat nooit af is. 4.2 het leerlingvolgsysteem Om de ontwikkeling van onze leerlingen zo zorgvuldig mogelijk te bewaken, werken wij met een zogenaamd ‘leerlingvolgsysteem’. Dit is een systeem waarbij de leerlingen in de diverse groepen op vaste momenten gedurende het schooljaar getoetst worden, om zo kinderen die achterblijven of ver vooruit zijn beter te kunnen signaleren. Vanaf het moment dat een kind op onze school komt wordt er een digitale administratie bijgehouden. Hierin worden de behaalde resultaten opgenomen. Ook vinden er observaties plaats voor wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling (onder de naam SCOL), dit betekent dat er o.a. gelet wordt op: - werkhouding - gedrag naar medeleerling en leerkracht - concentratie - zelfstandigheid en redzaamheid. Daarnaast worden er diverse toetsen gebruikt, zowel methodegebonden als landelijk genormeerde toetsen. Via deze toetsen wordt de ontwikkeling van het kind bijgehouden. De toetsen van CITO zijn landelijk genormeerde toetsen die tweemaal per jaar op vaste tijdstippen worden afgenomen. We kunnen door afname van deze toetsen de ontwikkeling van elk kind op de diverse onderdelen in kaart brengen en vergelijken met het landelijk gemiddelde. Uiteraard ontstaat zo tevens een totaalbeeld van onze school, dat we ook weer met het landelijk gemiddelde kunnen vergelijken. In de groepen 1 en 2 worden de zg. CITO-toetsen ‘Taal voor Kleuters’ en ‘Rekenen voor kleuters’ en onderdelen van het dyslexieprotocol afgenomen. Vanaf groep 3 worden de vorderingen op het gebied van Technisch lezen bijgehouden met behulp van de AVI- en DMT-toetsen en op het gebied van Nederlandse taal, Spelling, Begrijpend lezen en Rekenen&Wiskunde met behulp van CITO-toetsen. In groep 7 wordt de CITO-Entreetoets afgenomen, een toets die laat zien wat het instapniveau van elk kind is in groep 8. In één oogopslag ziet u hoe uw kind ervoor staat op het gebied van Nederlandse taal, Rekenen&Wiskunde en studievaardigheden. De Entreetoets in groep 7 vormt samen met de Eindtoets in groep 8 en de eerder genoemde CITO-toetsen het totale leerlingvolgsysteem. Voor het volgen van de sociale competenties van kinderen gebruiken wij als leerlingvolgsysteem de zgn. ‘SCOL’ (sociale competentie observatie-lijst). Deze meet sociale competenties van leerlingen aan de hand van 26 sociaal competente gedragingen die op school observeerbaar en onderwijsbaar zijn. Deze gedragingen zijn onderverdeeld in 8 categorieën van sociaal competent gedrag, namelijk Ervaringen delen, Aardig doen, Samen werken en spelen, Een taak uitvoeren, Jezelf Presenteren, Een Keuze maken, Opkomen voor jezelf en Omgaan met ruzie. De SCOL wordt in alle groepen 2 maal per jaar door de leerkrachten ingevuld en vanaf groep 5 ook door de kinderen zelf.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
20
4.3 interne begeleiding gericht op leerlingenbegeleiding en leerlingenzorg Binnen onze school functioneren 2 interne begeleiders (ib-er). Zij werken nauw met elkaar samen en hebben binnen de schoolorganisatie tot taak de coördinatie van de sector ‘Onderwijs, begeleiding en zorg’. Samen met de directeur (onderwijskundig leider) en het MT-lid (met als taak de ondersteuning binnen de sector ‘Onderwijs, organisatie en beleid’) realiseren en ontwikkelen zij de gestelde doelen en planning binnen het schoolondernemingsplan en het daaraan verbonden actuele operationele jaarplan. De taakverdeling van de interne begeleiders: 1 ib-er gericht op de groepen 1 t/m 4 1 ib-er gericht op de groepen 4 t/m 8 Hierbij is bewust gekozen voor een zekere mate van overlapping met groep 4. Dit helpt om de doorgaande lijn van begeleiding en zorg te garanderen. Elke interne begeleider: bewaakt het proces van handelingsplanning draagt zorg voor een goede samenwerking tussen leerkrachten en externe deskundigen bewaakt de leerlingbesprekingen, inclusief de voortgangcontrolebesprekingen (planning, afspraken, kwaliteit) voert overleg met de directeur over de zorgcondities voert overleg met relevante partners buiten de school over structurele afspraken op het gebied van zorg De directeur is verantwoordelijk voor de samenhang van het leerlingvolgsysteem, de planmatigheid van handelen in de school voor de totaalopbrengsten en de analyse van deze opbrengsten. De ib-ers bewaken vanuit hun taken gezien en zoals verwoord in de inspectiekaders, dat de leervordering van de leerling passend zijn bij diens mogelijkheden. In de communicatie met de ouders spelen de ib-ers en de directeur naast de leerkrachten een zeer belangrijke rol. De intern begeleiders volgen de voortgang van de kinderen bij de groepen 1 en 2 door de ‘Groeiwijzers’ (gekoppeld aan de methodiek ‘Speelplezier’) in te zien en in de overige groepen door de klassen te bezoeken en gesprekken aan te gaan met de leerkrachten. Zij leiden de groepsbesprekingen als voorbereiding op de tweejaarlijkse ‘voortgangscontrolebesprekingen’. Dit zijn de tussentijdse besprekingen van de risico- en zorgleerlingen en begeleiden zo nodig de leerkrachten bij het uitvoeren van de actieplannen voor het bieden van extra zorg. De interne begeleiders zijn ook de schakel naar externe begeleiding als kinderen ondanks de extra zorg niet vooruitgaan. Alle leerlingen met een structureel afwijkend onderwijsprogramma voor één of meer basisvakken en leidende tot een lager eindniveau, krijgen een expliciet vastgelegde eigen leerlijn. Voorafgaand aan de individuele leerlijn moet er: kwalitatief goed onderwijs zijn gegeven (directe instructiemodel, interactief, gedifferentieerd en met gebruikmaking van verschillende leerstrategieën) 1 tot 2 jaar kwalitatief goede, planmatige, gerichte zorg zijn geweest, die na evaluatie niet succesvol bleek om de leerling op het basisniveau van de groep te krijgen. Het moment waarop de leerlijn ingaat, is als regel dus niet (te) vroeg in de schoolloopbaan; een capaciteitenonderzoek hebben plaats gevonden waaruit blijkt dat het kind op een lager eindniveau zal uitstromen. ZAT-team Zes keer per jaar is er een overleg binnen het intern ZAT (Zorg Advies Team) bespreking. Aan deze bespreking nemen de leerkracht van het betreffende kind en de beide interne begeleiders deel. Eveneens zes keer per jaar vindt er op onze school een overleg van het extern ZAT plaats. In het extern ZAT worden kinderen besproken met leer-en of sociaal -emotionele problemen. Vanuit verschillende disciplines wordt gekeken naar mogelijke oplossingen voor de problematiek die zich bij een kind voordoet. Deelnemers zijn de beide interne begeleiders, de jeugdarts, iemand met expertise op het gebied van gedragsproblemen, een lid met expertise op het gebied van leerproblemen en een lid met expertise op het gebied van maatschappelijke problemen. Als onderwijskundig leider van de school kan ook de directeur (indien gewenst of noodzakelijk) deelnemen aan het intern of extern ZAT
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
21
4.4 extra hulp Als de groepsleerkracht merkt dat er ondanks de extra hulp geen vooruitgang wordt geboekt, kan hij de leerling aanmelden voor onderzoek bij het CLZ (Centrum LeerlingZorg). Op basis van de observaties, de verzamelde gegevens van de groepsleerkrachten en de uitkomsten van dit onderzoek wordt een handelingsplan opgesteld, waarin staat hoe we het (leer)probleem proberen op te lossen. Ouders worden hier over steeds geïnformeerd; hun toestemming is ook nodig om dit plan uit te kunnen voeren. Het kan zijn dat een school deze zorg uitvoert, het is ook mogelijk dat er externe hulp wordt aangetrokken (een zgn. ‘Pabber,’ preventief ambulante begeleider) om het kind maar ook de leerkracht van het kind tijdelijk te begeleiden. Helaas komt het ook voor dat een leerling ondanks alle extra aandacht geen vooruitgang boekt en het probleem niet binnen school opgelost kan worden. De problemen van het kind kunnen te groot zijn of de mogelijkheden van de school niet toereikend. Dan behandelt het CLZ een verzoek tot toelating van een kind tot een speciale school voor basisonderwijs. Deze aanvragen worden door de school uiteraard in overleg met de ouders gedaan. Alle basisscholen in Zuidelijk Zuid Limburg werken nauw samen om de zorg voor alle leerlingen zo goed mogelijk te laten verlopen. Hiertoe worden afspraken gemaakt over de manier waarop scholen hulp kunnen bieden aan die kinderen die moeite hebben om het onderwijs te volgen. Deze afspraken worden vastgelegd in een Zorgplan voor de hele regio.
4.5 Dyslexie en leesproblemen Wat is dyslexie Dyslexie wordt gezien als een leerstoornis op het gebied van lezen, spelling en/of taal bij een normale intelligentie, zonder dat culturele-, sociaal emotionele-, zintuiglijke problemen of gebrekkig onderwijs als oorzaak kunnen worden aangemerkt. Dyslexie wordt vastgesteld als blijkt dat er na minimaal een half jaar intensieve begeleiding onvoldoende vooruitgang is bij een voldoende intelligentie. Als dit niet het geval is wordt er over leeszwak gesproken. In het dyslexieprotocol, dat landelijk is ingevoerd, wordt de school verplicht om kinderen met dyslexie en leesproblemen minimaal drie maal in de week, twintig minuten intensieve leesbegeleiding door de leerkracht te geven. Leerlingen met een hogere intelligentie kunnen op de basisschool dyslexie verbloemen. Zij hebben voldoende handvatten om zich het lezen eigen te maken en hebben gedurende de basisschoolloopbaan voldoende scores op hun leestoetsen, waardoor het niet nodig is hen extra leeshulp te geven. Hierdoor kan het zijn dat er in het voortgezet onderwijs alsnog dyslexie wordt geconstateerd. Dyslexieonderzoek Voor de basisschool is het niet noodzakelijk de diagnose dyslexie te hebben. Als een leerling niet het niveau behaalt dat hij of zij moet behalen, wordt de hulp geboden die ook bij vastgestelde dyslexie geboden wordt. Ook krijgen deze leerlingen dezelfde compenserende maatregelen bij toetsen en het aanbieden van de leerstof waarbij vooral wordt gekeken naar wat deze leerling nodig heeft. Bij leerlingen waarbij een vermoeden van dyslexie bestaat wordt tweemaal per jaar het CITO signaleringsinstrument dyslexie afgenomen. Indien er gegronde vermoedens van dyslexie bestaan verwijzen wij ouders voor verder onderzoek door naar het RID (regionaal instituut dyslexie) of een andere instantie zoals CLZ (centrum leerlingenzorg) of Adelante. Sinds het schooljaar 2008 is het mogelijk het dyslexieonderzoek door de verzekering vergoed te krijgen. Men is begonnen met leerlingen tot en met groep 4. Dit jaar kunnen ook de kinderen uit groep 8 voor vergoeding in aanmerking komen. Hierbij fungeert de school als poortwachter en deze moet aan kunnen tonen dat er ondanks intensieve begeleiding onvoldoende vooruitgang is. In het voortgezet onderwijs worden de kinderen bij binnenkomst gescreend op dyslexie en kunnen zij op dyslexie getest worden als hier reden voor is. Voor het voortgezet onderwijs is het belangrijk dit te weten omdat compenserende maatregelen minder vanzelfsprekend zijn en hier afspraken over gemaakt moeten worden. Signalering Om leesproblemen te signaleren worden er binnen onze school jaarlijks een tweetal toetsen afgenomen: de DMT (drie-minuten-toets van CITO) en de AVI. De DMT toets is een toets die het technisch lezen toetst. De scores van deze toetsen worden op het rapport vermeld. Met de AVI-toets wordt het tekst lezen getoetst. Deze test wordt vanaf groep 3 afgenomen.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
22
Remediëring Als een leerling niet het juiste AVI-niveau bereikt of een lV of V score heeft op de DMT, wordt er leeshulp ingezet. Op onze school wordt de methode ‘Veilig Leren Lezen’ in groep 3 gehanteerd en de methode ‘Estafette’ in de groepen 4 tot en met 8. Beide methodes voorzien in extra hulp voor leeszwakke kinderen.
4.6 de regeling ‘het Rugzakje’ Met ingang van het schooljaar 2003-2004 is de Regeling Leerlinggebonden Financiering ingegaan, ook wel ‘het rugzakje’ genoemd. Doel van deze regeling is om ouders meer keuzevrijheid te geven bij het zoeken naar een geschikte school voor hun kind met een stoornis of handicap en om de integratiemogelijkheden van deze kinderen te bevorderen. De stoornissen en handicaps zijn ingedeeld in vier verschillende groepen, ook wel ‘clusters’ genoemd. Elk cluster werkt vanuit een Regionaal Expertisecentrum (REC), waarin de speciale school én de ambulante begeleiding. Er zijn clusters voor kinderen met: een visuele beperking een gehoor- en ernstige spraaktaalproblemen ernstige leerproblemen of lichamelijke problemen en ernstige gedrags- en omgangsproblemen. Ouders van kinderen met een handicap of stoornis behorende tot één van deze clusters kunnen kiezen voor speciaal onderwijs binnen het REC, of voor aanmelding bij het gewone basisonderwijs met extra ondersteuning uit een denkbeeldig ‘rugzakje’. Voorwaarde is wel dat een speciale commissie (de CvI: Commissie voor Indicatiestelling) een positieve indicatie heeft afgegeven. Onze school wil voor alle kinderen iets kunnen betekenen, dus ook voor kinderen met een stoornis of een handicap. Maar omdat elk kind anders is, en ook het gevolg van de stoornis of handicap voor elk kind anders is, zullen we elke aanmelding van kinderen met een ‘rugzakje’ apart bekijken. Hierbij volgen we als school een stappenplan. Dit stappenplan is op onze school verkrijgbaar. Meer informatie over de regeling leerlinggebonden financiering is op onze school verkrijgbaar. Mocht u na het lezen van dit hoofdstuk menen dat ook uw kind in aanmerking zou kunnen komen voor een “rugzakje”, dan kunt u contact opnemen met één van onze interne begeleiders of de directeur.
4.7 de zorgpartners 4.7.1
Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg
De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg zet zich in voor een gezonde lichamelijke en psychosociale ontwikkeling van alle 4- tot 19-jarigen in de regio. Het team JGZ bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige en jeugdartsassistente. Bij de JGZ kunnen ouders en verzorgers, maar ook de school en de wat oudere kinderen zelf, terecht met de meest uiteenlopende vragen over opvoeden en opgroeien. Bij vragen of zorgen over een kind
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
23
kan men een afspraak maken voor een gesprek met een van de JGZ-medewerkers. Als uit het gesprek of onderzoek blijkt er hulp of zorg nodig is, dan zoeken ze samen et u naar een oplossing. Soms kunnen zij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat ze u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van hun partners op het gebied van opvoeden en opgroeien. Binnen de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), werkt het JGZ nauw samen met het consultatiebureau, het welzijnswerk en met andere professionals die zich bezighouden met de zorg voor en de gezondheid van de jeugd. Hierdoor kunnen kinderen nog beter geholpen worden. Vinger aan de pols Het team JGZ houdt de vinger aan de pols als het gaat om de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind tijdens zijn (of haar) schoolcarrière. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar zijn groei, motoriek en spraak, maar ook – bij oudere kinderen - naar eventueel schoolverzuim en het gebruik van genotmiddelen. Om te weten of er dingen zijn waar ze extra op moeten letten, vragen ze u en (als uw kind al wat groter is) uw kind regelmatig om een vragenlijst in te vullen waarin allerlei Gezondheidsaspecten aan bod komen. Daarnaast kijken ze natuurlijk in het kinddossier, met informatie over de groei en ontwikkeling van uw kind vanaf zijn eerste bezoek aan het consultatiebureau. Inentingen Het team JGZ zorgt ervoor dat uw kind volledig wordt ingeënt tegen difterie, tetanus en polio (DTP) en tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). De laatste twee inentingen tegen deze ziekten krijgt uw kind in het jaar dat het 9 wordt. Meisjes van 12 jaar krijgen bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. De GGD doet meer De GGD kijkt of de school of het kinderdagverblijf van uw kind schoon en veilig is en geven waar nodig adviezen om de hygiëne en veiligheid te verbeteren. Ze helpen scholen om hoofdluis te voorkomen en/of te bestrijden. Ook ondersteunen ze scholen bij hun lessen en/of projecten over bijvoorbeeld overgewicht, genotsmiddelen, pesten en seksuele vorming. Jongeren t/m 24 jaar kunnen met al hun vragen over seksualiteit en soa gratis terecht bij Sense, het Centrum voor Seksuele Gezondheid van de GGD’en in Limburg. Elk jaar doet de GGD Zuid Limburg onderzoek naar de gezondheid en het welbevinden van alle kinderen van 12 tot 18 jaar in Zuid-Limburg. Gemeenten en scholen gebruiken de resultaten van dit onderzoek bij het maken van beleid. Vragen? Meer weten? Neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Zuid Limburg. T 046 – 8506644 | E
[email protected]|www.jeugdgezondheidszorg.ggdzl.nl
4.7.2
het CJG
Het Centrum voor Jeugd en Gezin Maastricht is er voor iedereen met vragen over opvoeden en opgroeien. Het is een netwerk van Maastrichtse organisaties die samenwerken op het gebied van gezondheid voor en opvoeding van de jeugd. Het CJG organiseert regelmatig activiteiten of cursussen en kan u helpen in contact te komen met andere ouders om ervaringen en tips uit te wisselen. Ook kunnen zij u in contact brengen met professionals voor aanvullend advies. Op de website www.cjgmaastricht.nl/Home-Maastricht-Gezin vindt u meer informatie. U kunt ook telefonisch contact opnemen met het CJG via het nummer 088-43 43 000 of persoonlijk langs gaan. Het CJG heeft enkele inlooppunten in de stad. Het Centrum voor Jeugd en Gezin het dichts in de buurt van onze school heeft het volgende adres: Gebouw consultatiebureau/GGD Becanusstraat 9 6216 BX Maastricht
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
24
4.8 resultaten Wij streven ernaar uit de kinderen te halen wat er in zit. We vinden dat kinderen op school moeten presteren, maar we zijn er daarnaast van overtuigd dat “prestaties” voor ieder kind verschillend kunnen zijn. Het onderwijs wordt, zoals u in deze schoolgids heeft kunnen lezen, gerealiseerd met methodes, waarbij de variatie in werk- en verwerkingsvormen (differentiatie) goed mogelijk zijn. De school volgt de leerlingen in hun ontwikkeling en prestaties. Naast de methodegebonden toetsen gebruiken wij voor alle leerlingen een landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem om op gezette tijden de prestaties van de kinderen te meten. Over het algemeen blijkt dat ouders erg tevreden zijn over onze school. Met enige regelmaat bevragen wij ouders en leerlingen naar hun bevindingen en gaan wij over diverse onderwerpen met ouders in gesprek. Onze school heeft een goede naam bij het vervolgonderwijs, waarbij het gaat om het goede advies, de zelfstandigheid, het agendagebruik en de huiswerkattitude. Wij volgen de resultaten van onze oud-leerlingen nog een aantal jaren in het voortgezet onderwijs. De Onderwijsinspectie vergelijkt basisschool St.Oda periodiek met andere scholen. Het inspectierapport kunt u vinden op www.onderwijsinspectie.nl. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de eindscores van de afgelopen drie jaren: Uitslagen CITO-eindtoets
standaardscore landelijk ge-
2011
2012
2013
535,3
536
534,7
De uitstroom van groep 8 van schooljaar 2012-2013 is als volgt:
middelde standaardscore bs Sint Oda
537,4
534,7
VMBO-BB
2
VMBO-KB
7
VMBO-TL
2
VMBO-TL/Havo
2
HAVO/VWO
5
VWO
2
536,5
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
25
5. naar school 5.1 schooltijden en invulling onderwijstijd Onze schooltijden: voormiddag 08.45 - 12.00 u. namiddag 13.00 - 15.15 u. woensdag: 08.45 - 12.30 u. Op vrijdagmiddag hebben alle leerlingen van de groepen 1 t/m 4 vrij. De kinderen van groep 3 t/m 5 hebben speelkwartier van 10.15 -10.30 u. en de kinderen van groep 6 t/m 8 van 10.30 -10.45 u. De poort van de school gaat ’s ochtends om ongeveer 08.15 u. open en ’s middags om 12.55 u. Iedere ochtend kunnen de ouders hun kind naar het groepslokaal begeleiden. U kunt dan samen met uw kind wat lezen of werkjes bekijken. Wij verzoeken de ouders na het 1e belsignaal het groepslokaal te verlaten, zodat de lessen op tijd kunnen beginnen. In de groepen 1 t/m 4 gaan we uit van 23.5 lesuren per week. In de groepen 5 t/m 8 gaan we uit van een lessentabel van 25.75 uren per week. Leerlingen in de eerste 4 leerjaren (onderbouw) moeten tenminste 3520 uur les krijgen; in de laatste 4 jaren (bovenbouw) is dit 3760 uur. Het totale minimale aantal lesuren voor alle groepen is voor alle basisscholen 7520. Voor de resterende 240 uren kunnen scholen kiezen uit de volgende drie mogelijkheden: De lesuren kunnen bij de leerjaren 1 t/m 4 worden ondergebracht De lesuren kunnen bij de leerjaren 5 t/m 8 worden ondergebracht De lesuren kunnen gedeeltelijk bij de leerjaren 1 t/m 4 en gedeeltelijk bij de leerjaren 5 t/m 8 worden ondergebracht. Met de verrekening van de vakanties en vrije dagen rekening houdend, betekent dit voor schooljaar 2013-2014 dat de groepen 1 t/m 4 921,2 uur onderwijs volgen. Het totaal aantal uren voor de groepen 5 t/m 8 komt hiermee op 1009,5.
5.2 eten/snoepen De kinderen nemen voor ’s ochtends (speelkwartier) een klein hapje (fruit of een boterham) mee . Tijdens het speelkwartier en tijdens het overblijven, hopen we dat het snoepen tot een minimum beperkt blijft. Laat uw kind op zijn/haar verjaardag liever iets hartigs, fruit of een ander klein presentje (een gum, een slijper e.d.) uitdelen, maar liever geen snoep.
5.3 overblijven/TSO De kinderen kunnen tussen de middag te laten overblijven (TSO = tussenschoolse opvang). Het toezicht wordt verzorgd door professionele beroepskrachten: de groepsleerkrachten van de school en pedagogisch medewerkers van de bso ‘Pinokkio’.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
26
Ouders gaan een contract aan en dienen veranderingen t.a.v. afname van de TSO door te geven aan de administratie. Zo niet dan worden de kosten zoals vermeld op het contract in rekening gebracht. Indien er op enigerlei wijze niet voldaan wordt aan de betalingsverplichting behoudt de school zich het recht voor uw kind uit te sluiten van het overblijven.
5.4 vakanties en vrije dagen Voor het rooster van de vrije- en vakantiedagen verwijzen we naar onze schoolkalender.
5.5 de leerplicht
Ouders zijn verplicht ervoor te zorgen dat hun kind op een school staat in geschreven, dit uiterlijk op de eerste schooldag van de maand volgende op die waarin het kind vijf jaar wordt. Het kind moet dan naar school, want het is leerplichtig. Het kind mag echter al naar school als het vier jaar is. Artikel 4 van de leerplichtwet schrijft hierbij voor, dat als ouders hun kinderen op een school laten plaatsnemen, (dus óók als zij nog geen vijf jaar oud zijn!) zij verplicht zijn ervoor te zorgen dat hun kind het onderwijs ook daadwerkelijk volgt. Het is dus niet zo, dat ouders van 4-jarige kinderen zelf kunnen beslissen wanneer hun kind wel of niet de school bezoekt. Kinderen die in de periode tussen de aanvang van het schooljaar en de daarop volgende 5 weken 4 jaar worden, mogen vanaf de eerste schooldag starten. Dit doen we in verband met de inhoud van de eerste module van onze methodiek “Speelplezier”. Verlof en verzuimbeleid In welke gevallen kunt U extra verlof aanvragen? De Leerplichtwet kent geen snipperdagen (bijvoorbeeld om in verband met lagere kosten eerder op vakantie te kunnen gaan ), maar in bepaalde bijzondere omstandigheden kunt u wel extra verlof aanvragen. Extra verlof is mogelijk als de volgende omstandigheden zich voordoen: Huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad van het kind: maximaal 2 dagen 12,5- of 25-jarig huwelijksjubileum van ouders: 1 dag 25-, 40-, of 50-jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: 1 dag Ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad van het kind: duur in overleg met de directeur Overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de 4e graad van het kind: duur in overleg met directeur Verhuizing van gezin: 1 dag Sommige religieuze feesten: in overleg met directeur Extra verlof kunt u aanvragen bij de school of de leerplichtambtenaar. Om tijd te creëren voor overleg of een eventuele bezwaarprocedure, dient uw verlofaanvraag minimaal acht weken van tevoren bij de directeur van de school binnen te zijn. Dit geldt niet in het geval er sprake is van bijzondere omstandigheden. Bij de administratie zijn standaardformulieren verlofaanvragen te verkrijgen. De directeur van de school is bevoegd een besluit te nemen over een extra verlofaanvraag voor maximaal tien dagen in een schooljaar (aaneensluitend of bij elkaar opgeteld). De leerplichtambtenaar is bevoegd een besluit te nemen over een extra verlofaanvraag voor meer dan tien dagen. Hij doet dit altijd in overleg met de directeur. Na ontvangst van uw ingevulde formulier, ontvangt u het formulier retour, voorzien van de vermelding van de directeur : akkoord, dan wel niet akkoord. Indien nodig neemt de directeur telefonisch contact met u op. Een kopie van de verlofaanvraag bewaren centraal op de administratie. De leerkracht vindt het verleende verlof terug op de absentielijst op de portal. Vakantie onder schooltijd De Leerplichtwet stelt heel duidelijk dat vakantie onder schooltijd vrijwel onmogelijk is. Alleen als het gaat om een gezinsvakantie, die het gezin niet in de schoolvakantie kan opnemen door de specifieke aard van het beroep van (een van) de ouders, kan extra verlof worden verleend. Hierbij moet gedacht worden aan seizoensgebonden werkzaamheden in de agrarische sector en de horeca. In dat geval mag de schooldirecteur eenmaal per schooljaar het kind vrij geven (voor maximaal 10 schooldagen), zodat het gezin toch op vakantie kan. Het gaat daarbij om de enige gezinsvakantie in dat schooljaar.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
27
De verlofperiode mag overigens niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Tevens dient een werkgeversverklaring te worden overlegd. Bijzondere talenten Sommige kinderen hebben bijzondere talenten op het gebied van sport of kunst. Als zij iets met hun talenten doen, kan het voorkomen dat zij hiervoor lessen moeten verzuimen. De Leerplichtwet biedt hiervoor echter geen vrijstellingsmogelijkheid. Het is wel mogelijk hierover afspraken te maken met de directeur van de school; hij kan vrijstelling geven van bepaalde onderwijsactiviteiten. Dit zijn structurele afspraken die jaarlijks bij het begin van het schooljaar worden gemaakt. Incidentele verzoeken om te mogen verzuimen vallen buiten deze regeling. Verplichtingen voor schooldirecteuren Schooldirecteuren hebben op basis van de Leerplichtwet de verplichting om ongeoorloofd schoolverzuim te melden aan de leerplichtambtenaar van de gemeente waar de betreffende leerling staat ingeschreven. Wanneer niet aan bovenstaande verplichtingen is voldaan, dan is er sprake van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Dit kan een proces-verbaal tot gevolg hebben.
5.6 (ziekte)verzuim Laat ons tijdig weten als uw kind wegens ziekte of om andere redenen moet verzuimen. Meld u dit a.u.b. zelf via een briefje een telefoontje of mailtje (
[email protected]) vóór 09.00 uur. Hebben wij vóór die tijd niks van u vernomen, dan zullen wij contact met ú opnemen zodat wij te allen tijde weten waar uw kind is. Als een kind aan bepaalde lessen niet kan of mag deelnemen, vragen wij u dit schriftelijk aan de leerkracht mee te delen. Er wordt dan gezocht naar andere activiteiten waaraan de leerling kan deelnemen, eventueel in een andere groep. Als blijkt dat uw kind door ziekte het onderwijs niet (regelmatig) kan volgen, dan is het van belang dat u als ouders dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan dan samen met u bekijken hoe het onderwijs aan uw kind toch voortgezet kan worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een Consulent Onderwijsondersteuning aan Zieke Leerlingen van de onderwijsbegeleidingsdienst: OZL in Midden- en Zuid- Limburg of van de Educatieve Voorziening van een academisch ziekenhuis. Vanzelfsprekend is het continueren van het onderwijs belangrijk omdat een zieke leerling dan actief blijft met wat bij het dagelijkse leven hoort namelijk: onderwijs. Hierdoor wordt voorkomen dat een leerling die ziek is achterstand oploopt, waarbij zelfs sprake zou kunnen zijn van doubleren. Als u meer wil weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. Meer informatie en de bereikbaarheid van consulenten in uw regio kunt u vinden op de website van Ziezon, het landelijk netwerk Ziek Zijn & Onderwijs, www.ziezon.nl.
5.7 toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen Wanneer kinderen 4 jaar zijn kunnen ze tot de basisschool worden toegelaten. In de twee maanden gelegen tussen de leeftijd van 3 jaar 10 maanden en 4 jaar, mag een kind maximaal 5 dagen naar school komen. Deze regeling is bedoeld om kinderen alvast aan de nieuwe situatie te laten wennen, alvorens ze definitief tot school worden toegelaten. Afspraken hierover worden door de betreffende leerkracht gemaakt. Voor aanmelding vindt er altijd eerst een gesprek plaats tussen een MT-lid en de ouder(s)/verzorger(s). Er dient bij aanmelding een aanmeldingsformulier te worden ingevuld dat door minstens één van de ouders/verzorgers dient te worden ondertekend.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
28
Wanneer ouders/verzorgers hun kind(eren) van een andere school op onze school willen overplaatsen wordt er altijd contact opgenomen met de vorige school. Mocht een leerling van zijn ‘oude’ school een advies voor overplaatsing naar een speciale school voor basisonderwijs hebben meegekregen, dan nemen wij deze leerling niet aan omdat wij als gewone basisschool niet die zorg kunnen bieden die dit kind nodig heeft. Indien een leerling wel bij ons kan worden geplaatst (ook afhankelijk van de klassengrootte) dan dient de oude school een bewijs van uitschrijving en een onderwijskundig rapport aan ons te laten toekomen. Ouders ontvangen van de ‘oude’ school een afschrift van dit onderwijskundig rapport. Bij de overgang van onze school naar een andere school zijn vanzelfsprekend dezelfde voorwaarden van toepassing. De beslissing over schorsing en verwijdering van leerlingen ligt bij het bevoegd gezag, nadat de school en eventueel de ouders/verzorgers hierover zijn gehoord. Indien een leerling, om welke reden dan ook, niet meer toegelaten kan worden tot onze school kan het bevoegd gezag overgaan tot verwijdering van deze leerling. Het bevoegd gezag dient wel alles in het werk te stellen een andere school bereid te vinden deze leerling op te nemen. Indien dit ondanks alle inspanningen niet lukt, is het bevoegd gezag gerechtigd na 8 weken deze leerling toch van school te verwijderen. De regeling “Toelating, schorsing en verwijdering” ligt ter inzage op school. Protocol aanname van een leerling 1. Ouders vragen inschrijvings- of kennismakingsgesprek (incl. rondleiding) aan bij de administratie. 2. Administratiekracht plant gesprek in. 3. Inschrijvings-/kennismakingsgesprek en rondleiding vinden plaats door de IB-er (intern begeleider) 4. Ouders ontvangen een inschrijfformulier. 5. Ouders vullen het inschrijfformulier in en leveren dit in op school bij administratiekracht. Contacten vóór inschrijving door de interne begeleiders: Bij de onder-instromers wordt (indien van toepassing) een kort contact gelegd met de voorschoolse instelling voor een eerste informatie over het kind. De directeur bepaalt bij twijfel of de aannameprocedure al of niet vervolgd kan worden. Bij de zij-instromers wordt er contact opgenomen met de school/instelling van afkomst t.b.v. informatie over de situatie van het kind om zo zeker te weten dat een kind een advies heeft voor plaatsing op een reguliere basisschool. Eventuele onderzoeksgegevens (TIV) worden vooraf aan de school gegeven. Bij een zij-instromer mag er geen advies liggen voor plaatsing op een school voor SBO en SO. De directeur bepaalt bij twijfel of plaatsing kan plaatsvinden. 6. De groep van plaatsing wordt bij de zij-instromers (in overleg) bepaald door de directeur. 7. Overdracht: Onder-instromers: o De overdracht vindt plaats z.s.m. na plaatsing van de leerling plaats. o Overdrachts-/intakeformulier wordt ingevuld door leidsters/pedagogisch medewerkers van de voorschoolse instelling vooraf aan het overdrachtsgesprek. o Een overdrachtsgesprek vindt plaats tussen de voorschoolse instelling, de school en de ouders aan de hand van het overdrachtsformulier. o Indien een kind niet op een voorschoolse instelling heeft gezeten, wordt een EIGEN overdrachtsformulier ingevuld. Zij-instromers: o Kinderen afkomstig van scholen uit het buitenland worden na inschrijving geplaatst in de groep conform het advies van de basisschool van afkomst. In een periode van ongeveer 3 weken wordt beoordeeld of de plaatsing juist is. Bij twijfel vindt individuele toetsing plaats. De analyse en diagnose van de toetsing, dit in combinatie van eventueel ander factoren, bepaalt de definitieve plaatsing. De directeur neemt in deze de beslissing. 8. Plaatsing: Onder-instromers: ongeveer 4 weken voor de plaatsing krijgt de leerling een uitnodiging om 4 dagdelen kennis te komen maken/te oefenen. Dit wordt gecoördineerd door de iber van de groepen 1 t/m 4. Definitieve plaatsing vindt plaats op de dag van de verjaardag. Zij-instromers: plaatsing op de dag na uitschrijving van betreffende leerling op de andere school. 9. Kinderen die in de periode tussen de aanvang van het schooljaar en de daarop volgende 6 weken 4 jaar worden, mogen vanaf de 1 e schooldag starten. Dit doen we in verband met de inhoud van de eerste module van de methodiek ‘Speelplezier’.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
29
5.8
naar het voortgezet onderwijs (VO)
De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs is een grote stap. Voor de ouders van de leerlingen van groep 8 is er tijdens een algemene informatieavond halverwege het schooljaar uitleg over de manier waarop het schooladvies tot stand komt. Ook wordt tijdens deze avond informatie gegeven over de aanmeldings- en aannameprocedure. Naast deze mondelinge informatie, hebben de ouders van groep 8 de mogelijkheid om informatie te verkrijgen van de scholen van het voortgezet onderwijs op de open dagen die door de verschillende scholen georganiseerd worden in februari. De Eindtoets Basisonderwijs vindt in februari plaats. De CITO-eindtoets is een methode-onafhankelijk onderzoek. De school ontvangt formulieren betreffende individuele leerlingenscores. Deze formulieren worden met de ouders en de leerlingen besproken. Ouders krijgen een kopie van de individuele score van hun kind mee. Daarnaast nemen we ook de CITO-intelligentietoets af. Hiermee kunnen we zien of het kunnen en kennen van de kinderen overeenkomen. Voor de schoolkeuze na de basisschool zijn drie aspecten belangrijk: het advies van de school de score van de CITO-eindtoets in combinatie met de CITO-intelligentie-index de wens van het kind en de ouders Tijdens het eerste kind- oudergesprek in november zal de leerkracht een voorlopig advies uitbrengen. De ouders kunnen zich dan alvast op diverse scholen voor VO te oriënteren. De uiteindelijke uitslag van de CITO-eindtoets wordt begin maart met de ouders en het kind besproken. Met deze uitslag en het schooladvies kunnen de ouders hun kind bij de school van hun keuze aanmelden. Na aanmelding op een school voor VO vindt er tussen basisschool en middelbare school een zgn. warme overdracht plaats. Hierbij wordt elk kind individueel besproken. Ook eventuele verschillen in schooladvies en CITOscore worden dan besproken.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
30
6. omgaan met elkaar 6.1 Veilige school Op onze school streven we naar een veilig pedagogisch klimaat voor onze leerlingen. Naast fysieke veiligheid – heel belangrijk – gaat het ook om sociale veiligheid: pas dan kan een mens tot ontwikkeling komen. We zorgen ervoor dat iedereen zichzelf kan zijn, we praten met elkaar, we helpen elkaar om te gaan met problemen en luisteren naar elkaar. Door kinderen te leren dat respect hebben voor elkaar ook betekent, dat je rekening houdt met anderen en dat je mensen respecteert zoals ze zijn, willen we bereiken dat kinderen zich veilig voelen op onze school. Er is een pestbeleid. Tegen pesten treden we onmiddellijk op. Tevens zijn we gestart met de methodiek “Pestvrij”, die zowel preventief als curatief gericht is. Onze school heeft omgangsregels voor zowel kinderen als volwassenen die afgeleid zijn van de gedragscode van MosaLira en onderschrijft het “Convenant veilige school”, dat in oktober 2009 door MosaLira is ondertekend. MosaLira heeft ervoor gekozen om een veiligheidsplan op bestuursniveau te formuleren en dit plan vervolgens, waar nodig geacht door de directeur van de school, te laten specificeren voor de individuele scholen in een schoolveiligheidsplan.
6.2 regels en afspraken We zorgen ervoor dat iedereen zichzelf kan zijn: we praten met elkaar, we helpen elkaar om te gaan met problemen en luisteren naar elkaar. Door kinderen te leren dat ‘respect hebben voor elkaar’ ook betekent dat je rekening houdt met anderen en dat je mensen respecteert zoals ze zijn, willen we bereiken dat kinderen zich veilig voelen op onze school. Tegen pesten treden we onmiddellijk op. Onze school heeft omgangsregels voor zowel kinderen als volwassenen die afgeleid zijn van de gedragscode van MosaLira. Wij vinden het belangrijk dat kinderen, leerkrachten en ouders met plezier naar school komen. Bij de inrichting van dit veilige klimaat hebben we de volgende regels en afspraken geformuleerd voor onze leerlingen: in het schoolgebouw loop en praat ik rustig ik houd rekening met de ander: iedereen hoort erbij bij binnenkomst (start schooldag) geef ik de juf/meester een hand. Bij het weggaan (aan het einde van de schooldag) doe ik dat ook (dit laatste m.u.v. de kleutergroepen) ik blijf van andermans spullen af conflicten en ruzies los ik op door met de ander te praten, als het nodig is vraag ik hulp aan een juf of meester ik houd alle plekken in de school en op de speelplaats netjes op de speelplaats loop ik met mijn fiets aan de hand onder lestijd snoep ik niet en ik weet dat kauwgum niet is toegestaan mijn jas doe ik in de luizenzak, mijn tas hang ik erbij ik draag op school geen petjes, strandkleding, naveltruitjes of kleding met uitdagende teksten op school heb ik geen GSM nodig. Als ik deze bij me heb, lever ik hem in bij de juf of meester. Als kinderen om de een of andere reden met hun ouders moeten bellen, kan dat altijd via de vaste lijn van de school. Ouders kunnen ook altijd de school bellen en dan wordt de boodschap aan het kind doorgegeven.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
31
-
wie er ook met me werkt (mijn juf of meester, een vervanger of een overblijfkracht): ik zorg ervoor, dat ik me aan deze regels en afspraken houd.
6.3 gedragscode Stichting MosaLira en onze school werken aan een veilige school: een school waar het voor iedereen prettig werken en leren is. Goede relaties tussen allen die in de school werken en afspraken over hoe je met elkaar omgaat, zijn daarbij heel belangrijk. Een school kan niet zonder afspraken. Voor kinderen kennen wij schoolregels en voor volwassenen is er een gedragscode opgesteld. Het naleven van de afspraken in deze gedragscode zal leiden tot een veilig, werkbaar en prettig schoolklimaat voor iedereen. Een schoolklimaat dat zich kenmerkt door veiligheid, acceptatie, respect en vertrouwen is een voorwaarde voor alle leden van de scholengemeenschap om optimale leer- en werkprestaties te kunnen leveren. Voorop staat dat iedereen op school gelijkwaardig is en dat er geen enkel onderscheid gemaakt wordt in de manier waarop we elkaar benaderen. Met ‘elkaar’ bedoelen we de leerlingen onderling, leerlingen en volwassenen en volwassenen onderling. Onder volwassenen verstaan wij ouders, personeel, stagiaires en vrijwilligers op school. Het doel van de Gedragscode van MosaLira is dat: duidelijk is wat we van elkaar in school verwachten duidelijk is welk gedrag kan en welk gedrag niet kan we elkaar kunnen aanspreken op het naleven van de afspraken het personeel van de school aan de ouders of verzorgers kan uitleggen hoe het omgaat met de leerlingen vóór er een problematische situatie ontstaat, duidelijk is hoe de regels zijn overtreding van de regels getoetst kan worden aan de Gedragscode bij overtreding de juiste maatregelen genomen kunnen worden. Voor personeel gelden de afspraken in de CAO PO onder het hoofdstuk “ordemaatregelen en disciplinaire maatregelen” Op de scholen van MosaLira houdt men zich aan de volgende ‘Gouden Regels’: wij werken aan een goed en veilig leer- en werkklimaat wij delen de taken en verantwoordelijkheden met alle betrokkenen op onze school wij werken in een open communicatie, waarbij zorgvuldigheid een leidraad is. We lossen problemen op door erover te praten wij nemen elkaar serieus en helpen elkaar waar dat nodig is wij hebben respect voor de persoonlijke levenssfeer van de ander wij zijn ons bewust van de kwetsbare en afhankelijke relatie tussen leerling en volwassene en tussen leerlingen en volwassenen onderling wij houden ons aan de Gedragscode, het mediaprotocol en privacyprotocol en spreken elkaar hierop aan wanneer dat niet wordt gedaan wij vertonen professioneel gedrag, gerelateerd aan schoolse activiteiten. De gedragscode met bijlagen ligt ter inzage op school of is te lezen via de website van MosaLira (www.mosalira.nl)
6.4
klachtenregeling
Door de klachtenregeling, die door de overheid verplicht is gesteld, krijgen ouders en leerlingen wettige mogelijkheden hun klachten aan de orde te stellen. Onze school wil stimuleren, dat ouders en leerlingen een passend gebruik maken van deze nieuwe wetgeving, omdat klachten door team en directie beschouwd worden als een hulpmiddel, een handreiking om een veilig schoolklimaat te behouden. Veiligheid op school in de praktijk van alle dag is voor kinderen, ouders en personeel van groot belang. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld onderwijskundige zaken, pedagogisch klimaat, leerkrachten, discriminerend gedrag, geweld, pesten of vermoedens van seksuele intimidatie. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld kunnen worden. Indien dat echter niet mogelijk is, gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. In het stappenplan is een en ander schematisch weergegeven. Voor het Reglement Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs zie: http://www.geschillencies-klachtencies.nl/187-klachten of www.mosalira.nl
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
32
Een exemplaar van dit reglement ligt ter inzage bij de directie en een exemplaar bij de contactpersonen van de vertrouwenspersonen van de school. Voor de klachtenregeling van MosaLira zie ook: www.mosalira.nl. Een exemplaar van deze klachtenregeling ligt ter inzage bij de directie en een exemplaar bij de contactpersonen van de vertrouwenspersonen van de school. De klachtenregeling van MosaLira Stap 1 De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met degene tegen wie de klacht gericht is. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 2. Stap 2 De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met de directie. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 3. Stap 3 De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met de contactpersonen binnen de school. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 4. Stap 4 De klager kan, via de directie of de interne contactpersoon, een externe vertrouwenspersoon (laten) inschakelen om te bemiddelen tussen klager en aangeklaagde. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 5. Stap 5 De klager kan een klacht indienen bij het bestuur. Het bestuur neemt de klacht in behandeling. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 6. Stap 6 De klager kan een klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie. Deze onafhankelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bevoegde gezag hierover. De klachtencommissie geeft advies over: a. de (niet-) ontvankelijkheid van klager b. de (on-) gegrondheid van de klacht c. het nemen van maatregelen d. overige door het bevoegde gezag te nemen besluiten Het indienen van een klacht bij de landelijke klachtencommissie moet binnen een jaar, gerekend vanaf de dag na die waarop de feiten waarop de klacht betrekking heeft moet hebben plaatsgevonden, dan wel vanaf de dag waarop de klager daarvan heeft kennis genomen. Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bevoegde gezag het besluit hierop kenbaar maken aan: de klager de aangeklaagde klachtencommissie directie school onderwijsinspectie Deze termijn kan met ten hoogste 4 weken worden verlengd. Adres klachtencommissie: Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs Ambtelijk secretaris dhr. Mr. H.N. Nentjes Postbus 82324 2508 EH DEN HAAG Tel. 070-392 55 08 Fax. 070-302 08 36
De contactpersonen Contactpersonen zijn personeelsleden van de school: zij praten over, horen van en zien onveilige situaties. De contactpersoon is voor iedereen die betrokken is bij de school aanspreekpunt met betrekking tot klachten over de schoolsituatie, bijvoorbeeld over pedagogisch klimaat, begeleiding van leerlingen, toepassing van een strafmaatregel, (cyber)pesten, intimidatie, roddels, discriminatie, agressie, een personeelslid dat zijn handen niet thuis kan houden, enzovoorts. Bij de behandeling van een klacht zet de contactpersoon de procedure in werking. De contactpersoon controleert en bewaakt of een klacht volgens de procedure juist wordt behandeld, maar bemiddelt niet tussen klager en aangeklaagde. Voor de procedure, zie het stappenplan in de klachtenregeling van MosaLira. De contactpersonen voor onze school zijn Albert Hoenjet en Marja Bruijnzeels.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
33
7. overig 7.1 veiligheid In elke ruimte van de school is een ontruimingsplan aanwezig en 1 à 2 keer per jaar wordt er geoefend met de kinderen en het personeel van het kindcentrum en het personeel in ‘het Kantoor’ van MosaLira en STEPS om op een veilige manier buiten te komen in geval van calamiteiten. Hierop wordt het gebouw regelmatig gecontroleerd door gemeentecontroleurs, brandweerinspecteurs en arbeidsinspecteurs. Op alle buitendeuren zijn panieksloten aangebracht, dat wil zeggen dat de deuren aan de binnenkant altijd opengaan, maar aan de buitenkant tijdens schooluren dicht zijn. Iedereen die de school binnen wil, moet zich melden aan de ingang aan de Pastoor Habetsstraat. Met dit systeem kunnen we beter controleren wie er allemaal de school binnenkomt. De veiligheidscoördinator (directeur) coördineert alles en zorgt samen met de bedrijfshulpverleners dat de school een veilig instituut blijft.
7.2
medicijnverstrekking en medisch handelen
Het komt regelmatig voor dat een leerling ziek wordt of een ongeluk krijgt op school, waarbij de leerkracht direct bepaalt wat er moet gebeuren; vaak kan het verholpen worden met eenvoudige middelen. Ook krijgt de schoolleiding steeds vaker het verzoek van ouder(s)/verzorger(s) om hun kinderen de door een arts voorgeschreven medicijnen te laten toedienen of een medische handeling te laten verrichten. De schoolleiding aanvaardt met het verrichten van dergelijke handelingen een aantal verantwoordelijkheden en kan ervoor kiezen wel of geen medewerking aan het toedienen van medicijnen en het verrichten van medische handelingen te verlenen. Voor de individuele leerkracht geldt dat hij mag weigeren handelingen uit te voeren waarvoor hij zich niet bekwaam acht. Een en ander staat beschreven in het “protocol medicijnverstrekking en medisch handelen ”van MosaLira, dat ter inzage ligt op school.
7.3
verzekering
Onze school heeft een collectieve wettelijke aansprakelijkheidsverzekering. De wettelijke aansprakelijkheid van schoolbestuur, leerkrachten, overig personeel en begeleidende ouders is daarin geregeld, binnen school en tijdens uitstapjes of schoolreisjes. Deze verzekering treedt pas in werking als een beroep op een particulier afgesloten verzekering faalt en dekt de schade aan goederen niet. Daarnaast is een ongevallenverzekering afgesloten voor alle leerlingen, die dekking geeft tijdens verblijf op school en alle uitstapjes waarbij de leerlingen onder toezicht staan van de school. De basisschool Sint Oda en/of het bestuur van de Stichting MosaLira kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies, diefstal en/of beschadiging van eigendommen.
7.4
sponsoring
Er wordt terughoudend omgegaan met sponsoring. Bij financiering van bijzondere feesten en gebeurtenissen wordt incidenteel een beroep gedaan op sponsorgelden. Natuurlijk gebeurt dit in goed over-
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
34
leg met de medezeggenschapsraad. Behoudens naamsvermelding worden geen tegenprestaties geleverd. 7.5
hoofdluis
Een groepje ouders controleert ongeveer eens per zes weken, maar vooral na de vakanties, alle kinderen op luizen en neten. De data staan in de schoolkalender. Vanaf de kleutergroep is een luizencape/-zak verplicht. De luizencape/-zak is te koop op school bij de administratie. Bij het systeem van luizencontrole wordt nauw samen gewerkt met peuterspeelzaal ‘Lambiek’.
7.6
fietsen
De fietsenstalling voor de kinderen is rechts en links naast de poort langs de muur van de speelplaats. Kinderen en volwassenen lopen over de speelplaats met de fiets aan de hand. Gezien het beperkte aantal plaatsen in de fietsenstalling, willen we vragen om leerlingen die dichtbij school wonen niet met de fiets naar school te laten komen. Het gebruik van de fietsenstalling is op eigen risico. De school kan geen enkele verantwoordelijkheid dragen voor diefstal of eventuele schade, omdat continu toezicht op de fietsenstalling onmogelijk is.
7.7
parkeren
Veel kinderen worden door de ouders met de auto naar school gebracht. Soms parkeren ouders hun auto even langs de weg om hun kind uit te laten stappen. Hierdoor kunnen onoverzichtelijke en gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan. Om die reden hebben we de zgn. parkeerhanger ingevoerd. Per gezin wordt er één hanger verstrekt. Hiermee kunnen ouders voor de duur van 20 minuten, aangegeven op de hanger, vrij parkeren in de daarvoor bestemde vakken. ‘Team Handhaving Maastricht’ controleert regelmatig en gaat onherroepelijk over tot bekeuren bij foutparkeren. In de buurt zijn er genoeg parkeervakken, zoekt u er a.u.b. één op.
7.8
roken en gezondheid
Als school hebben we een voorbeeldfunctie. Roken op school en op de speelplaats is verboden, maar wij vragen ook aan de ouders om niet te roken aan de buitenkant van het schoolhek; we weten dat dit openbaar gebied is, maar een goed voorbeeld doet goed volgen!
7.9
het binnenklimaat
In ons schoolgebouw is balansventilatie-apparatuur geïnstalleerd waardoor er minder Co² in de ruimte blijft hangen en de temperatuur aangenaam blijft.
tot slot Deze schoolgids is met zorg samengesteld. Het kan echter zijn dat u onderwerpen mist of dat er iets niet duidelijk is. In dat geval kunt u altijd contact opnemen met het managementteam, zodat wij de informatie kunnen toelichten en/of aanpassen. Wij als school zijn niet verantwoordelijk voor evt. druken zetfouten.
basisschool St.Oda schoolgids 2013-2014
35