CURIUM Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Oegstgeest en Gouda
Jaardocument 2006
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Voorwoord Voor u ligt het jaardocument over het boekjaar 2006 van de Stichting Curium, academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie met vestigingen in Oegstgeest en Gouda. In het verzorgingsgebied Zuid-Holland noord en Midden-Holland voorziet Curium in poliklinische, deeltijd en klinische diagnostiek van kinderen en jeugdigen met ernstige psychiatrische problematiek. De klinische capaciteit is gevestigd in de hoofdvestiging in Oegstgeest. De poliklinische en deeltijdvoorzieningen worden zowel in Gouda als in Oegstgeest aangeboden. Curium is bestuurlijk verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum en geeft in dit kader mede gestalte aan de academisering van de kinder- en jeugdpsychiatrie. Het bestuur en de directie van Curium hebben zich geconformeerd aan de corporate governancecode. In dit voorliggende jaardocument tracht de stichting op een zo goed mogelijke manier maatschappelijke verantwoording af te leggen over haar prestaties op het gebied van de academische kinder- en jeugdpsychiatrie over het boekjaar 2006. Het jaardocument is opgesteld conform de richtlijnen zoals die door de overheid voor een jaardocument van de zorginstellingen worden voorgeschreven. Omdat Curium zowel regulier ggztaken uitvoert als ook de academische kerntaken onderwijs, onderzoek, opleiding en nascholing is in het jaardocument getracht een aantal ruimere prestatie-indicatoren te kwantificeren. Daarnaast is aan de organisatie-eenheden gevraagd om elk een korte samenvatting te geven van de meest belangrijke aspecten die in 2006 de revue hebben gepasseerd. Het bestuur en de directie van Curium wensen u veel leesplezier.
Jaardocument 2006
1
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Inhoudsopgave Visie en strategie Doelstellingen patiëntenzorg Doelstellingen onderwijs, onderzoek en opleiding Personeelsbeleid Financieel beleid Maatschappelijke ontwikkelingen
3 4 4 5 5 6
Corporate Governance Verslag bestuur Verslag directie
7 7 8
Organisatie Organigram
9 10
Jaarrekening 2006 Balans Resultatenrekening Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Accountantsverklaring Productiecijfers Patiëntenzorg
11 12 13 14 15 17
Prestatie-indicatoren en kengetallen Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3
18 19 23 28
Facilitaire Dienst BHV
32 33
Klachten en klachtencommissie Cliëntenraad
34 34
Sociaal jaarverslag en kengetallen
37
Commissies Geneesmiddelencommissie Kwaliteitscommissie Protocollencommissie Arboteam
43 44 44 45 45
Publicaties en voordrachten
46
Jaardocument 2006
2
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Visie en strategie Curium, academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie met vestigingen in Oegstgeest en Gouda levert hoogwaardige diagnostiek en behandeling aan kinderen en jongeren met een ernstige psychiatrische aandoening. Met haar vestigingen bedient ze de zorgregio’s Zuid-Holland noord en Midden-Holland. Curium is bestuurlijk gelieerd aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en heeft vier kerntaken: patiëntenzorg, opleiding, onderwijs en onderzoek. Alle vier deze kerntaken probeert zij op zo’n hoog mogelijk niveau uit te voeren met veel aandacht voor de samenhang en integratie van deze vier verschillende taken. Om alle taken adequaat uit te voeren is Curium constant op zoek naar de meest effectieve diagnose- en behandelmethodes en verdere professionalisering van haar medewerkers. De medewerkers van Curium zijn het grootste kapitaal van de organisatie en de organisatie tracht met een dynamisch personeelsbeleid het kennis- en vaardigheidsniveau van de medewerkers zo optimaal mogelijk te houden. Curium probeert alle gelederen van de organisatie te betrekken bij de ontwikkeling van de instelling. Door middel van de beleidscyclus in de organisatie wordt een dialoog tot stand gebracht tussen de ambities van de werkvloer en de strategische keuze van de organisatie. In 2006 is de organisatie van Curium verder ontwikkeld door de invoering van het kwaliteitssysteem NIAZ. Veel regels en protocollen zijn de afgelopen periode geüniformeerd en op schrift gesteld en vervolgens ingevoerd. Hierbij werd veel aandacht besteed aan het zo doelmatig mogelijk inrichten van de administratieve processen en de patiëntlogistiek. In 2006 is de eindoplevering gerealiseerd van de nieuwbouw van het entreegebouw en de klinische units met als sluitstuk de oplevering van de tweede fase van de klinische units E t/m H. In het voorjaar van 2007 zal ook de inrichting van het terrein zijn voltooid. Daarnaast heeft Curium in het najaar van 2006 twee semi-permanente gebouwen neergezet ten behoeve van dagbestedingactiviteiten van (dag) klininisch opgenomen kinderen en jongeren in Curium en uitbreiding van de poliklinische activiteiten. In 2006 nam Curium afscheid van de zittende hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie prof. dr. Ph.D.A. Treffers. Na zich 22 jaar met ziel en zaligheid te hebben ingezet voor de wetenschap van de kinder- en jeugdpsychiatrie en het welbevinden van de organisatie Curium vond hij het tijd het stokje over te dragen aan de nieuwe lichting. Het bestuur van Curium en de raad van bestuur van het LUMC is er in geslaagd in prof. dr. Robert Vermeiren een adequate opvolger te vinden die de ambities van de kinder- en jeugdpsychiatrie naar een hoger plan kan voeren. Ook in het bestuur van de Stichting Curium heeft in 2006 een wijziging plaatsgevonden. Prof. dr. Onno Buruma, voorzitter van het bestuur, heeft per september 2006 afscheid genomen en is opgevolgd door prof. dr. Ferry Breedveld.
Nieuwe directeur Robert Vermeiren
Jaardocument 2006
Afscheidnemende directeur Flip Treffers
3
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Doelstellingen patiëntenzorg Curium had zich in 2006 ten doel gesteld om in toenemende mate te gaan werken in zorglijnen binnen de doelgroepen van de kinder- en jeugdpsychiatrie. Meer samenhang tussen ambulante, dagklinische en klinische programma’s, eenduidigheid in behandelteam en werken volgens een vast behandelprogramma en –protocol stonden hierbij voorop. Kinderen en jongeren functioneren in een zeer complexe omgeving waarbij de ouders of opvoeders, de school, de vriendenkring en andere partijen een belangrijke rol spelen. De hulpverlening die Curium biedt kan daarom ook nooit op zichzelf staan en Curium heeft in 2006 veel geïnvesteerd in samenwerking met andere jeugdzorginstellingen. Het is uitdrukkelijk het streven van Curium kinderen niet tussen wal en schip te laten vallen en zo veel mogelijk te trachten het kind zorgloos over te laten gaan in de zorg van een andere instelling als de hulpverlening van Curium wordt beëindigd. Met de komst van de nieuwe afdeling Educatie, School en Beroepen (ESB) wordt voorzien in een ander knelpunt in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Steeds meer worden in Curium kinderen behandeld waarvoor geen plek meer is in het (speciaal) onderwijs. Het reguliere, bijzondere onderwijs en het speciaal onderwijs voorzien niet in een schoolaanbod voor deze complexe jongeren of er is in het onderwijs geen perspectief meer op een schooldiploma. Curium tracht met de ESB afdeling die jongeren een adequaat en op het kind toegespitst dagprogramma te geven waarin op hun niveau gewerkt wordt met een onderwijsprogramma en beroepsgeoriënteerde programma’s die de jongeren weer een kans geven op de toekomstige arbeidsmarkt. Met dit project is Curium uniek en er zijn al vele verzoeken gekomen van buiten de instelling om jongeren te laten participeren in dit programma. 2006 stond ook in het teken van een nieuw medisch registratiesysteem en Curium heeft het registreren in diagnose behandelcombinaties (DBC’s) met ingang van 1 januari 2006 succesvol ingevoerd.
Doelstellingen onderwijs, onderzoek en opleiding In nauwe samenwerking met het LUMC voert Curium de overige kerntaken uit. Op het gebied van onderzoek is in 2006 het patiëntgebonden gedeelte van het Beren van de wegproject afgesloten. Samen met de kinder- en jeugdpsychiatrie van de Erasmus Universiteit is Curium een aantal jaren geleden begonnen met een effectiviteitstudie naar de cognitieve behandelmethode bij angst en depressie. In de volgende jaren zullen de gegevens die tijdens het onderzoek zijn verzameld resulteren in een groot aantal publicaties. In 2006 is een start gemaakt met een geheel nieuw wetenschappelijk project, dit keer in samenwerking met de afdeling ontwikkelingspsychologie van de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Leiden. Dit Schoolweigeringsproject behelst een effectiviteitstudie naar een nieuwe behandelmethode voor kinderen en jongeren die niet meer naar school durven te gaan en die hen terugbrengt in het reguliere onderwijstraject. Het bij- en nascholingsproject in de kinder- en jeugdpsychiatrie is in 2006 in samenwerking met de Boerhaave Commissie door Curium uitgebreid. De Boerhaave leergroep verdient in toenemende mate zijn plekje bij de kinder- en jeugdpsychiaters in Nederland en wordt al binnen twee jaar gezien als het meest vooruitstrevende bij- en nascholingsprogramma. De interne opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater is in 2006 verder gecontinueerd en er zijn afspraken gemaakt om intensiever te gaan samenwerken met de opleiding voor volwassenenpsychiatrie van het LUMC. Ook het aantal praktijkopleidingsplaatsen voor de opleiding tot GZ-psycholoog en klinisch psycholoog heeft Curium in de afgelopen periode uitgebreid.
Jaardocument 2006
4
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Personeelsbeleid In 2006 heeft Curium haar personeelsbeleid geactualiseerd door middel van een nieuw personeelsbeleidsplan. Hierin zijn de uitgangspunten geformuleerd om te komen tot een modern en op de doelgroep toegespitst HRM-beleid waarin het motiveren en stimuleren van de medewerkers om een zo hoog mogelijke kwaliteit te leveren voorop staat. Een goede balans tussen de individuele ambities van de werknemer en de collectieve belangen van de organisatie staan hierbij voorop. In 2006 is het ziekteverzuim uitgekomen op 5%. Dit is vrijwel gelijk aan de landelijke trend. Door intensieve aandacht van leidinggevenden bij de ziekteverzuimbegeleiding en het coachen van de leidinggevenden in hun rol als casemanager is het ziekteverzuim binnen Curium stabiel gebleven. In de komende jaren zal met een prominent ziekteverzuimbeleid getracht worden dit percentage laag te houden.
Financieel beleid Curium heeft als een door de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten gefinancierd ziekenhuis geen winstoogmerk. De begroting van 2006 liet daardoor ook een sluitende exploitatie zien. 2006 was in financieel en bedrijfsmatig opzicht een turbulente periode. Op 1 januari 2006 diende Curium het nieuwe medische registratiesysteem dbc’s ingevoerd te hebben en dat vroeg veel van de administratieve processen en de patiëntgebonden medewerkers. In de dbc-systematiek dienen patiëntgebonden medewerkers een uitgebreid urenregistratiesysteem bij te houden voor hun directe en indirecte patiëntgebonden activiteiten. Met vereende krachten is Curium er in geslaagd dit nieuwe systeem succesvol in te voeren. De financiering van Curium werd echter in 2006 nog uitgevoerd volgens de oude CTG-tarieven. Vaste prijzen voor het aantal poliklinische verrichtingen, dagklinische opnames en klinische bedden bepaalden de baten van Curium. Curium heeft er uitdrukkelijk voor gekozen de administratieve lasten van de medewerkers zo laag mogelijk te houden. Immers, het uitvoeren van de kerntaken zijn het belangrijkst en vragen veel toewijding van de in de kinder- en jeugdpsychiatrie werkzame medewerkers. In 2006 heeft er daarom geen dubbele registratie plaatsgevonden in dbc-termen en in CTG-tarieven, maar is het systeem zo ingericht dat de registratie in dbc’s automatisch de ouderwetse verrichtingenstructuur van CTG genereert. De invoering van de dbc-systematiek viel voor Curium samen met de implementatie van een nieuw financieel systeem. Ook dit project is met veel succes gerealiseerd. In 2006 lag de nadruk op de invoering van de twee nieuwe systemen en de veranderende werkwijze die deze onderdelen met zich mee brachten. 2007 zal in het teken staan van het verbeteren van de informatiestromen uit deze systeemdelen. Zowel de financiële, medische als productieregistratie van Curium zullen in de komende periode worden verfijnd op basis van een gedegen basisregistratie in de primaire processen. In de loop van 2006 werden vanuit het Ministerie van VWS extra financiële middelen beschikbaar gesteld om de wachtlijsten in de kinder- en jeugdpsychiatrie verder terug te dringen. Ook Curium heeft een beroep gedaan op deze middelen omdat de wachttijden voor nieuwe patiënten vooral voor de ambulante hulpverlening ver boven de landelijke normen zaten. Het poliklinische aanbod is daardoor in de loop van het jaar met meer dan 10% opgevoerd. De patiëntgebonden clusters van Curium hebben de hoge productieambities in 2006 grotendeels weten waar te maken. Productieafspraken zijn gerealiseerd en er is bij de klinische units zelfs sprake van een kleine
Jaardocument 2006
5
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
productiviteitsverbetering. Een uitzondering daarop is echter de afdeling voor doven en slechthorenden, De Vlier. Zij hebben het hele jaar ver onder de productieafspraken gezeten en sluiten het jaar met een aanzienlijk verlies af. Dit was voor Curium aanleiding om na de zomer van 2006 een onderzoek in te stellen naar het toekomstperspectief van de hulpverlening aan doven en slechthorenden binnen Curium. Curium heeft over het jaar 2006 een totale groei gerealiseerd van 6%. Cluster 1 en 2 van Curium zijn er in geslaagd een kleine overproductie te realiseren op de productieafspraken. Dit was echter onvoldoende om het productieverlies van De Vlier op te kunnen vangen, en derhalve sluit Curium af met een klein negatief resultaat van € 137.000. Dit is 0,8% van de exploitatie. Het kleine negatieve resultaat zal verwerkt worden in de reserve aanvaardbare kosten, waardoor deze op het niveau van 7,8% is gekomen. Curium wil met een vermogenspositie tussen de 8 en 11% uitkomen. Derhalve zal Curium in de komende jaren dienen te streven naar een positief resultaat van minimaal 1% van de exploitatie.
Maatschappelijke ontwikkelingen De jeugdzorg in zijn algemeenheid en de kinder- en jeugdpsychiatrie in het bijzonder zijn erg in beweging. Ook in 2006 zijn deze ontwikkelingen Curium niet ontgaan. Een jaar na invoering van de nieuwe Wet op de Jeugdzorg werd Curium al geconfronteerd met hiaten in het systeem waarbij er grote onduidelijkheid was over de verhouding tussen Bureau Jeugdzorg en ggzinstellingen. Curium heeft getracht deze problematiek te beslechten door goede afspraken te maken met Bureau Jeugdzorg over indicatie en verwijzingen en waar mogelijk getracht een pragmatische oplossing te vinden voor de complexe wet- en regelgeving in Nederland. Met de invoering van de dbc-systematiek in 2006 is nog niet de overheveling van de kinder- en jeugdpsychiatrie vanuit de AWBZ naar de nieuwe zorgverzekeringswet gerealiseerd. Het financieel afrekenen in dbc-producten en de overheveling van de financiën van de AWBZ naar de zorgverzekering zijn tot nader order uitgesteld tot 1 januari 2008. Met de komst van een nieuw kabinet in het voorjaar van 2007 en de vorming van een nieuw Ministerie voor Jeugd en Gezin staan deze ontwikkelingen iets meer op losse schroeven. Curium zal blijven benadrukken dat het een publieke instelling is met een maatschappelijke taak. Het heeft geen doel om winst te maken en zij tracht haar publieke taak zo adequaat mogelijk in te vullen door middel van hoogwaardige uitvoering van haar vier kerntaken. Zij tracht daarbij de collectief verkregen middelen zo effectief mogelijk in te zetten en continu te werken aan een vraaggestuurde hulpverlening. In 2005 en 2006 is veel geïnvesteerd in het fundament van de organisatie. Moderne huisvesting, gedegen bedrijfsvoering en adequaat personeelsbeleid moeten in de komende periode resulteren in de meest hoogwaarde diagnose en behandeling van kinder- en jeugdpsychiatrische stoornissen.
Moderne huisvesting: Verblijfsunits voor jongeren
Jaardocument 2006
6
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Corporate Governance Verslag bestuur Curium committeert zich aan de in 2005 door de verschillende brancheorganisaties zorg aan de minister van VWS aangeboden zorgbrede governance code. Dit heeft geresulteerd in het vaststellen van een eigen beleids- en verantwoordingscyclus bestuur en directie van Curium waarin de corporate governancecode wordt bekrachtigd. De beleids- en verantwoordingscyclus is een wezenlijk onderdeel van het kwaliteitssysteem van Curium en kan niet los gezien worden van de bredere tendens om verantwoording naar de werkvloer te brengen en meer toezicht naar het bestuursniveau. Het bestuur is belast met het integraal toezicht op de organisatie en de directie van Curium en dit toezicht beslaat alle kerntaken van de instelling. Voor dat doel hebben de directie en het bestuur in 2006 vier maal volgens een vast vergaderstramien vergaderd en heeft er daarnaast een aantal bilaterale overleggen plaatsgevonden over de belangrijkste thema’s die binnen de organisatie spelen. Ook heeft het bestuur in aanwezigheid van de directie een overleg gevoerd met de ondernemingsraad en met de cliëntenraad. De auditcommissie van Curium, waarin de penningmeester van het bestuur zitting heeft, evenals de directeur bedrijfsvoering en de HEAD, vergaderde twee keer per jaar ter voorbereiding op de bestuursvergadering. Aan de orde kwamen onder meer de resultaten, de jaarrekening, de managementletter, de begroting, de risicoparagraaf, dbc-implementatie en de AO/IC-procedures. Het bestuur was in 2006 belast met de moeilijke opdracht een adequate opvolger te vinden voor de zittende hoogleraar en algemeen directeur prof. dr. Treffers. Geadviseerd door de benoemingscommissie ingesteld voor deze leerstoel is het bestuur er in september in geslaagd hiervoor in prof. dr. Robert Vermeiren een ambitieuze opvolger te vinden. Met ingang van 1 oktober 2006 is hij in deze functie benoemd.
Bestuur Curium neemt afscheid van directeur Flip Treffers en voorzitter Onno Buruma. (25 augustus 2006)
Jaardocument 2006
7
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Verslag Directie De directie van Curium is belast met het besturen van de organisatie en heeft in 2006 veel tijd besteed aan het anticiperen op de veranderende omgeving van de kinder- en jeugdpsychiatrie. Er heeft veel nadruk gelegen op het aanpassen en verbeteren van de bedrijfsprocessen, vooral op het gebied van de medische en financiële administratieve processen. De administratieve organisatie en het interne controle mechanisme zijn verder aangepakt en het registreren in diagnose behandelcombinaties is in 2006 adequaat geïmplementeerd. Begin 2006 heeft de directie van Curium met goedkeuring van het bestuur een nieuw strategisch beleidsplan gepresenteerd voor de eerstkomende twee jaar. Hierin staan de ambities op patiëntenniveau geformuleerd en wordt veel nadruk gelegd op de invoering van zorgprogramma’s voor de verschillende specialistische doelgroepen binnen Curium en de samenwerking met andere instellingen om de keten van hulpverlening in de jeugdzorg goed te kunnen sluiten. Curium heeft in 2006 verder voortgebouwd op de invulling van de zorgprogramma’s voor de verschillende specialistische hulpverleningsprogramma’s. Met de komst van de nieuwe hoogleraar zijn tevens de ambities op wetenschappelijk vlak verder gedefinieerd. De implementatie van het kwaliteitssysteem NIAZ binnen Curium vroeg ook in 2006 de nodige aandacht. De implementatie van het kwaliteitssysteem heeft er in 2006 voor gezorgd dat de focus van het vastleggen van regels en protocollen van decentraal naar centraal is verschoven. Voor een instelling als Curium die werkt met één specialisme, namelijk kinder- en jeugdpsychiatrie, bleek het vooral van belang te zijn zoveel mogelijk regels en protocollen Curiumbreed in te zetten om uniformiteit en een effectieve werkwijze te waarborgen. Dit laat onverlet dat de afdelingen zijn doorgegaan met de invulling van het kwaliteitssysteem op afdelingsniveau. In de loop van 2006 is een centrale protocollencommissie ingevoerd die alle bestaande protocollen en regelingen heeft geëvalueerd, aangepast en een groot aantal nieuwe protocollen ter advies aan de directie heeft voorgelegd. In de loop van 2007 zal de accreditatie bij het NIAZ worden aangevraagd. In 2006 heeft de directie van Curium goedkeuring gekregen voor de eindafrekening van het nieuwbouwtraject klinische units en entreegebouw en heeft daarmee een bouwfase die drie jaar in beslag heeft genomen succesvol kunnen afronden. In 2007 verwacht Curium de focus op de bedrijfsvoering te kunnen verschuiven naar de kerntaken.
Entree Curium Oegstgeest
Jaardocument 2006
8
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Organisatie Bestuur
Vanaf 1 september 2006 Prof. dr. F.C. Breedveld (voorzitter) Dr. ir P.C.J. Leijh Ir. H.M. le Clercq Prof. dr. E.C. Klasen
Tot 1 september 2006 Prof.dr. O.J.S. Buruma (voorzitter) Dr.ir P.C.J. Leijh Ir. H.M. le Clercq Prof. dr. E.C. Klasen
Directie
Directeur patiëntenzorg tot 1 september Ph.D.A. Treffers Directeur patiëntenzorg vanaf 1 oktober R.R.J.M. Vermeiren Directeur bedrijfsvoering H.G. Boswerger
Cluster 1
Manager patiëntenzorg R. Eijsberg Manager bedrijfsvoering C.C.A. Lagendijk (tot 1 mei) Manager bedrijfsvoering T. Bilgoe (vanaf 1 mei)
Cluster 2
Manager patiëntenzorg M.A.W. Rinne Manager bedrijfsvoering B.M. Siebelink
Cluster 3
Manager patiëntenzorg T. van Gent (tot 1 sept.) Manager patiëntenzorg R. Eijsberg (vanaf 1 sept.) Manager bedrijfsvoering D. Aldershoff
Ondersteunende diensten
Facilitaire dienst Hoofd C.L. van Baaren Economische en Administratieve Dienst (EAD) Hoofd M.W. Nieuwenhuize Personeelszaken Coördinator M.E.H. Canter Visscher (tot 1 augustus 2006) Hoofd M.M. Wildeboer (vanaf 1 september) Samenstelling van de OR van 1 maart 2006 tot 1 maart 2007 Joke Baars, voorzitter Florianne Schepen Wilco Langeveld Linda van Delft Ronald Gordijn Henny Heijkoop Ankie de Jong Betteke van der Meer Mieneke Norder Arjan Theil Vanessa Vos Vera van Houten, ambtelijk secretaris
Jaardocument 2006
9
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Organigram Curium
Bestuur Ondernemingsraad
Cliëntenraad
Directie Cluster 1 Klinische en dagklinische afdelingen
Jaardocument 2006
Cluster 2 Poliklinische zorg en dagbehandeling
Cluster 3 Auditief gehandicapten
LUMC Diensten
Staf
Economische administratieve dienst
Personeelszaken PR & Voorlichting Medische Informatie Voorziening Afdeling Onderzoek
Facilitaire Dienst
Afdeling kinder- & jeugdpsychiatrie
10
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Jaarrekening 2006
Het binnenterrein van Curium is opnieuw aangelegd
Jaardocument 2006
11
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Balans per 31-12- 2006 ACTIVA € Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
31-12-2006 €
238.765 20.975.842 7.377
€ 250.675 19.951.341 10.329
21.221.984 Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Financieringstekort Liquide middelen
392.998 203.851 71.780
Totaal
31-12-2005 €
20.212.345
424.778 61.980 668.629
486.758
21.890.613
20.699.103
PASSIVA € Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen
31-12-2006 €
17.547
Financieringsoverschot
1.317.235
1.454.863
314.987 12.539.392
Jaardocument 2006
1.472.410
358.384 6.260.407 70.225
Overige kortlopende schulden en overlopende passiva
Totaal
31-12-2005 €
17.547
1.334.782 Egalisatierekening afschrijvingen Langlopende schulden
€
7.701.452
12.537.677
21.890.613
20.699.103
12
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Resultatenrekening 2006 2006
€
2005
€
€
€
Bedrijfsopbrengsten: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidies
16.904.283
15.153.391
Vrije besteedbare aanvullende inkomsten
95.777
148.584
15.301.975
17.000.060
Som der bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten:
- Personeelskosten
13.489.684
12.314.065
- Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
872.171
657.005
- Overige bedrijfskosten
1.896.049
1.927.439
Som der bedrijfslasten 16.257.904
14.898.509
742.156
403.466
Financiële baten en lasten
- 879.784
- 619.064
RESULTAAT
- 137.628
- 215.598
Resultaat exclusief financiële baten en lasten
Jaardocument 2006
13
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
Jaardocument 2006
14
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Accountantsverklaring
Jaardocument 2006
15
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Jaardocument 2006
16
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Productiecijfers patiëntenzorg Productiecijfers
Productieafspraak
Werkelijke productie
2006
2006
95 2.600 2.500 600 200 2.700 17.000 25.600
127 463 4.921 238 1.637 112 18.820 26.191
102%
1.147 7.276 190 410 860 8.835 400 550 445 20.113
1.082 5.951 1 85 771 6.927 230 1.117 168 16.332
81%
2.370
2.483
105%
641 1.716 3.443 4.570 825 3.830 280 125 95 15.525
1.115 1.416 2.182 2.110 407 3.230 290 281 105 11.136
72%
Dagbehandeling K 2.1 K 2.2 K 2.3
1.890 8.540 1.110
1.433 6.817 2.403
Totaal
11.540
10.653
Kliniek Eerste opname Bekostigingscategorie 1.1 Bekostigingscategorie 1.2 Bekostigingscategorie 1.3 Bekostigingscategorie 1.4 Bekostigingscategorie 1.5 Bekostigingscategorie 1.6 Totaal bekostigingscategoriën Polikliniek F101 Nieuwe inschrijving volw F102 Intake volw F103 Onderzoek volw F104 Psychotherapie volw F105 gropscont psych volw F106 Behandeling volw F107 Groepscont beh volw Telefonisch contact F110 Toeslag contact
F124 Dienstverlening en preventie F151 Nieuwe inschrijving jeugd F152 Intake jeugd F153 Onderzoek jeugd F154 Psychotherapie jeugd F155 Groepscont psych jeugd F156 Behandeling jeugd F157 Groepscont beh jeugd Telefonisch contact F160 Toeslag contact
Jaardocument 2006
Bezettingspercentage t.o.v. productieafspraken
92%
17
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Prestatie-indicatoren en kengetallen
Jaardocument 2006
18
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Cluster 1: Kliniek Productie
Cluster 1 heeft een goede productie kunnen realiseren in 2006. In de bezettingscijfers is zichtbaar dat deze voor de ambulante hulpverlening Oegstgeest (168%) en de Dagbehandeling (201%) ruimschoots gehaald zijn. Er heeft in 2006 een verschuiving plaatsgevonden tussen de kliniek en dagbehandeling waardoor de dagbehandeling hoger uitkomt en de kliniek iets lager. Door een betere registratie van de poliklinische activiteiten is een duidelijke toename van het aantal verrichtingen te zien.
Productieoverzicht 2006
KORT CIRCUIT (residentieel) Gesloten opnameafdeling IKB, afdeling voor kortdurende cognitief therapeutische behandeling Unit G, open observatieafdeling jeugd Unit D, open observatie afdeling kinderen SPECIALISTISCHE BEHANDELAFDELINGEN (residentieel) Van Krevelenhuis Unit E Unit F
Unit H Unit C, behandelafdeling kinderen
Jaardocument 2006
DOELGROEP
PRODUCTIECIJFER
crisisinterventie/BOPZ/gesloten opname t.b.v. diagnostiek en behandeladvies 12 – 18 jaar emotionele stoornissen, psychotische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen waar cognitieve therapie geïndiceerd is, 12 – 18 jaar t.b.v. diagnostiek en behandeladvies, kortdurende behandeling, 12 – 18 jaar t.b.v. diagnostiek en behandeladvies, kortdurende behandeling, 6 – 12 jaar
108%
autismespectrumstoornissen, 6 – 12 jaar Vervolgbehandelingsunit neuropsychiatrische stoornissen, 12 – 18 jaar Autismespectrumstoornissen of andere neuropsychiatrische handicap en lichte cognitieve beperking ( IQ 70-90), t.b.v. observatie en kortdurende behandeling, 12 - 18 jaar eet-, somatoforme en internaliserende stoornissen, 10 –18 jaar diverse psychiatrische problematiek, 6 – 12 jaar
106%
100%
97% 98%
99% 61%
106% 102%
19
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
SPECIALISTISCHE BEHANDELAFDELINGEN (semi-residentieel) Unit A, De Klimop (deeltijdbehandeling, daggroep en naschoolse groep) Unit B, Dagbehandeling DGT (dialectische therapie)
autismespectrumstoornissen, 12 – 18 jaar
109%
borderline persoonlijkheidsstoornissen, 15 – 18 jaar
83%
Ontwikkelingen binnen Cluster 1. Een drietal inhoudelijke ontwikkelingen hebben in 2006 centraal gestaan: 1. De opzet van een integraal taakgericht programma voor alle opgenomen jongeren; 2. De opening van een deeltijdbehandelingsunit voor jongeren met persoonlijkheidsproblematiek (accent op borderline); 3. De keus om de zorglijn eetstoornissen te centreren in de ambulante zorg (poli+ concept). 1. Het taakgericht programma voor alle opgenomen jongeren binnen het klinisch cluster moest voor 2007 het antwoord gaan vormen op het onvoldoende programmatisch aanbod van het TAC (Trainings-en activiteiten centrum) waarin met name de arbeidstoeleiding en de deelnameverplichting van de betreffende jongeren werden gemist. Ook moest dit programma een passende uitwerking vormen in het dagprogramma van de jongeren op het competentiemodel – zoals binnen Curium is ingevoerd – waarmee een op competenties gerichte houding vanuit de medewerkers naar de jongeren wordt nagestreefd. Uitgangspunt is dat de normale vaardigheidsontwikkeling via schoolgang en vrijetijdsbesteding van jongeren met een ernstige psychiatrische problematiek zodanig verstoord is geraakt dat goed geplande aanpassingen nodig zijn. Gebeurt dit niet dan is verveling, gebrek aan schoolmotivatie en allerlei vormen van acting out aan de orde van de dag die contraproductief werken op de behandelingsdoelen. Wij besloten een voor de KJP uniek - maar binnen de zwakzinnigenzorg en de psychiatrie voor volwassenen al veel langer herkenbaar – programma op te zetten met de volgende onderdelen: - een extern gericht ESB programma: met educatieve therapie, school en beroepstoeleiding; - een intern gericht programma: met vaktherapieën en activiteiten/sportbegeleiding; - een unit-programma: met door sociotherapeuten gegeven trainingsmodules, waar mogelijk unit-overstijgend. Deze onderdelen worden aangestuurd door twee coördinatoren van het extern en intern programma en een coördinerende “aanjager” voor het unit-programma. Een passend ICTprogramma moet het mogelijk gaan maken om vanuit de units via intranet een op maat samengesteld programma te kiezen via inschrijving op nog openstaande modules. Alleen de coördinatoren kunnen daadwerkelijk inboeken en bevestigen. In 2006 is de eerste opzet van een programma gemaakt waarin wensen vanuit de units zijn geïnventariseerd, behandelingsuitgangspunten zijn geformuleerd, een begroting en formatieplan is opgenomen, de coördinatie is bepaald en de behoefte aan ruimte is beschreven. In sneltreinvaart werden twee grote (semipermanente) gebouwen aangekocht die een plek kregen aan de rand van het terrein en die onderdak moesten gaan bieden aan de educatieve therapieklassen, een drietal praktijkklassen (catering, detailhandel en administratie), een arbeidstoeleider en de educatief therapeuten. Een van deze gebouwen gaat “de Schakel” genoemd worden: symbool voor onze inspanning om de jongeren naar een externe plek in het arbeidsproces of schoolproces te begeleiden.
Jaardocument 2006
20
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
De opzet is om (delen van) het programma in de toekomst beschikbaar te stellen voor De Vlier, de dagbehandeling en poli van Curium en voor onze samenwerkingspartners rond het voormalige TAC. 2. Deeltijdbehandeling persoonlijkheidsstoornissen De afdeling IKB (intensieve kortdurende therapieafdeling) had zich al toenemend gespecialiseerd in de DGT(dialectische gedrags therapie) behandelingsvorm van m.n. borderlineproblematiek. Men realiseerde zich daar dat de behandeling van borderlinepatiënten beter gecentreerd zou kunnen worden rond deeltijdbehandeling met wel de mogelijkheid om korte tijd klinisch op te nemen en beschikbaar te zijn voor crisissituaties. In samenwerking met de betreffende ambulante zorg van Rivierduinen is toen het programma voor de deeltijdbehandeling - en in feite voor de zorglijn behandeling borderlinepersoonlijkheidsproblematiek – geschreven. In 2006 is de afdeling geopend en deze draait van meet af aan uitstekend. IKB en de DGT-deeltijdbehandeling (intern bekend als unit B) staan onder dezelfde leiding. 3. De zorglijn eetstoornissen Waar bij de opzet van het zorgprogramma eetstoornissen in eerste instantie gekozen werd voor een centrale plaats van de klinische afdeling (intern bekend als unit H), werd juist de poliklinische behandeling het speerpunt toen het zorgprogramma een nieuwe inhoudelijke leidinggevende kreeg in de persoon van Ward van Alphen. Samen met zijn medewerkers werd de zgn. “poli+”constructie in 2006 uitgewerkt, waarbij op een dagdeel meerdere verrichtingen aan een cliëntsysteem worden aangeboden: bv. consult diëtiste, gesprek met de kinderpsychiater en een gezinsgesprek. Een beoordeling door de kinderarts of een gedragstherapeutische behandeling of een vaktherapeutisch contact zijn ook mogelijk. Dit wordt als klantvriendelijk ervaren en kan ook opname in de kliniek voorkomen. De band met de kindergeneeskundige afdeling van het LUMC is van onschatbare waarde en geeft deze zorglijn een voorsprong op andere eetstoornissenprogramma’s die elders worden aangeboden. Er werd besloten om deze zorglijn via het houden van een minisymposium in februari 2007 aan de externe verwijzers te presenteren.
De praktijk op unit H: sociotherapeuten aan het woord Dagelijks werken met meisjes die een ernstige eetstoornis hebben. Het is zwaar werk, maar gelukkig gaat het met de meeste meisjes na een tijdje beter en komen ze later nog af en toe langs om te vertellen hoe het met ze gaat. Sociotherapeuten Mieke Bruins, Joyce van der Ploeg en Carla Stevens van Unit H vinden dat ze een prachtige baan hebben en vertellen dan ook graag over het reilen en zeilen op hun unit. Unit H heeft vier bedden voor patiënten met eetstoornissen. De andere drie bedden zijn bedoeld voor jongeren met somatoforme stoornissen. Een dag op Unit H is erg gestructureerd. Alles staat op papier; de eetmomenten, de rustmomenten en de momenten met activiteiten. “De meeste meisjes komen bij ons binnen via het LUMC of via de huisarts. Meestal hebben ze een ernstig ondergewicht. In het begin krijgen ze heel veel rust en gebeurt alles wat ze doen onder begeleiding. De meisjes hebben vaak de behoefte om veel te bewegen, want daar vallen ze van af, terwijl het voor hen juist goed is om heel veel te rusten. Vanaf het begin moeten de meisjes aan alles meedoen, dus ook aan de eetmomenten. We eten altijd aan tafel en daar zitten ze dan gewoon bij, ook al eten ze niet”, aldus Mieke, Joyce en Carla. Voor Carla zijn de moeilijkste momenten als ze, bijvoorbeeld in een weekend, met een meisje dat nog in de zogenaamde fase
Jaardocument 2006
21
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
nul zit, alleen moet eten. “Je kookt voor twee en dekt de tafel voor twee. Maar tijdens het eten zit er iemand tegenover je die geen hap neemt. Voor het eten nemen we standaard een half uur, in de hoop dat het meisje toch nog gaat eten, maar dwingen kun je ze niet.” Als een meisjes op unit H komt heeft ze vaak ‘geen ziekte in zicht’. “Het is lastig doordringen en een kwestie van lange adem. Maar we blijven herhalen hoe belangrijk een goed en gezond lichaam is en we blijven motiveren. Er is veel overleg tussen de sociotherapeuten en we hebben ook echt het gevoel dat we het met zijn allen doen. De meisjes zijn in het begin vaak erg manipulatief en halen alles uit de kast om maar te blijven afvallen. Onderling moeten we goede afspraken hebben en ook goed de zaken aan elkaar overdragen. We krijgen gelukkig ook tijd om over de patiënten te praten, ook met de diëtist en de arts.”
Joyce van der Ploeg, Mieke Bruins en Carla Stevens
De meisjes blijven gemiddeld 7 maanden op unit H. Regelmatig volgt er daarna nog een poliklinische behandeling. Sociotherapeut Mieke Bruins vertelt over het ‘terugvalpreventieplan’: “Als een meisje naar huis gaat wil dat nog niet zeggen dat ze helemaal genezen is. De eetstoornis blijft een zwakke plek waar ze mee om moet leren gaan. In het ‘terugvalpreventieplan’ wijzen we de meisjes al op die valkuilen. We proberen ze sterk genoeg te maken om met zwakke momenten om te gaan. In een follow-up gaan we nu ook onderzoeken hoe het de meisjes vergaat na de behandeling.” Het is ook de bedoeling dat er meer aandacht komt voor de thuissituatie van de opgenomen meisjes. Zo gaan er in de toekomst bijvoorbeeld huisbezoeken plaatsvinden, om een beter beeld te krijgen van de thuissituatie. “Als je weet hoe er thuis met het meisje en haar problemen om gegaan wordt, kun je daar op inspelen. Je kunt de ouders en andere gezinsleden meer handvatten geven en ook het meisje leren hoe thuis om te gaan met haar eetstoornis. Ook kun je het dagprogramma op de unit en het programma thuis zoveel mogelijk op elkaar laten lijken, zodat bijvoorbeeld een bezoek aan huis qua structuur niet afwijkt van een dag op de unit. Dat maakt het allemaal wat makkelijker.” Mieke, Joyce en Carla vinden het werken met meisjes met een eetstoornis ‘boeiend’. “Geen dag is hetzelfde. Het is ook een uitdaging om een goed programma neer te zetten en prettig dat wij aan de ontwikkeling van nieuwe dingen mee kunnen werken. Zo langzamerhand zijn wij gespecialiseerd in het werken met deze meisjes. In het begin was het zoeken en nu hebben we een goed getraind en op elkaar inspelend team. Er komt gelukkig steeds meer aandacht voor eetstoornissen. Maar nog steeds zijn graatmagere mannequins een rolmodel voor deze meisjes. Het is een goede ontwikkeling dat bijvoorbeeld Dove momenteel modellen voor hun reclames gebruikt, die méér dan een maatje 34 hebben.” De drie sociotherapeuten vinden het erg fijn dat sommige van hun ex-patiënten later nog eens langs komen om te vertellen hoe het met ze gaat. “Ze bekennen dan wel eens dat ze voor ons echt ‘draken’ zijn geweest, maar zijn ons achteraf erg dankbaar. Bij de meeste meisjes zie je een stijgende lijn en dat is erg positief.”
Jaardocument 2006
22
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Cluster 2: Dagbehandeling, diagnostiek en polikliniek In dit jaarverslag kijkt Cluster 2 terug op een turbulent maar succesvol jaar. Naast de resultaten zullen ook de inhoudelijke, wetenschappelijke en personele ontwikkelingen worden besproken, naast natuurlijk de resultaten. Productie In de loop van 2006 heeft Curium aanspraak kunnen doen op aanvullend budget om meer kinderen in behandeling te nemen en de wachttijden te verkleinen. Daarom lag de productieafspraak voor 2006 10% hoger dan de afspraak voor 2005. Ten aanzien van de poliklinische verrichtingen, waarin opgenomen dienstverlening en preventie, is het afgesproken aantal verrichtingen ruimschoots gehaald. Het totaal lag ruim 4,5% boven de productieafspraak. De geldelijke waarde van de gerealiseerde verrichtingen lag echter 1,5% onder het op basis van productieafspraak en tarieven begrootte bedrag. De deeltijdbehandelingen hebben de productieafspraken op een fractie na waargemaakt: ruim 99 %. Om deze resultaten te bereiken was het personele budget met ca. 5,3% uitgebreid ten opzichte van 2005. Uiteindelijk is feitelijk maar 3,1% meer f.t.e. ingezet ten opzichte van 2005, wat betekent dat in de personele uitgaven sprake was van een positief saldo. Het eindresultaat voor Cluster 2, het saldo uit verrichtingen (t.o.v. de afspraak) mét het saldo op het budget voor personeel, is ruim positief. Het overall ziekteverzuim, inclusief afwezigheid in verband met zwangerschap en bevalling, lag dit jaar op 6,6%, alleen het ziekteverzuim lag op 5,2%. In 2005 bedroegen deze percentages respectievelijk 3,4% en 2,1%. Kanttekeningen Bij deze cijfers is een aantal opmerkingen te plaatsen. -
Als belangrijkste opmerking: de medewerkers van de afdelingen hebben zich (opnieuw) buitengewoon goed en positief ingezet.
-
In 2006 is gestart met de verplichte registratie van directe en indirecte patiëntentijd in het kader van de DBC’s. Dit proces is nieuw gestart in 2006 en kwam als een vrij plotselinge verplichting voor de medewerkers van Curium. Het zich eigen maken van deze nieuwe systematiek én de daarbij behorende manier van werken vormde een duidelijke extra belasting voor de medewerkers. De ondersteuning in de vorm van een digitaal registratie systeem kon pas in april van dat jaar worden gerealiseerd.
-
In het kader van de nieuwe registratie systematiek dient élke medewerker individueel verrichtingen te registreren. Het bekend worden met deze regels en het aanwennen van de registratiediscipline hebben er in de eerste helft van het jaar mogelijk toe geleid dat het aantal geregistreerde verrichtingen lager ligt dan feitelijk gerealiseerd.
-
Het hogere personele budget in verband met de 10% hogere productie afspraak was weliswaar per direct beschikbaar maar de invulling met personeel kon niet per 1 januari gerealiseerd worden.
-
In de verschillende teams is verder gewerkt aan het aanpassen van diagnostisch- en behandelaanbod aan de specifieke stoornissen bij de aangemelde kinderen. Dit heeft geresulteerd in aangepaste werkwijzen bij de verschillende teams.
-
In het stafgebouw heeft een ingrijpende renovatie plaatsgevonden die grote flexibiliteit en aanpassingen van de medewerkers heeft gevraagd, waarbij vooral het personeel van de polikliniek in Oegstgeest betrokken was.
Jaardocument 2006
23
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Ontwikkelingen binnen Cluster 2 Ten opzichte van 2005 is het aantal nieuw ingeschreven kinderen bij de ambulante afdelingen opnieuw toegenomen (ruim 14%). Duidelijk is de invloed van de aangepaste en flexibelere werkwijze. Het aantal diagnostische verrichtingen per kind is opnieuw wat afgenomen. Enerzijds is dit een positieve ontwikkeling, de diagnostiek kan sneller worden uitgevoerd en bestaat uit minder (vaak tijdsconsumerende) onderdelen. Anderzijds blijkt dit financiële consequentie te hebben gehad: de vaak duurdere onderzoeken worden minder ingezet. Tevens heeft dit consequenties gehad voor de structurele dataverzameling in het kader van wetenschappelijk onderzoek. Minder inzet van psychodiagnostisch onderzoek heeft er toe geleid dat niet bij alle kinderen de zelfde benodigde data verzameld zijn. Duidelijk is dat minder kinderen individuele psychotherapie hebben ontvangen dan wel dat het aantal sessies per kind is afgenomen. Het percentage individuele psychotherapiecontacten in het aanbod van behandeling en begeleiding aan het kind is verder afgenomen: van ruim 55% in 2004, naar ruim 46% in 2005 tot ruim 35% in 2006. Het accent lijkt te zijn verplaatst naar meer begeleidingscontacten met het kind, zowel in de zin van medicatiecontacten als in de zin van (vaardigheids) trainingen, individueel of in groepsverband, en in meer begeleiding via telefoon of email. Bij de deeltijdbehandeling is het aantal gerealiseerde verpleegdagen ten opzichte van 2005 met bijna 3% toegenomen. Omdat er geanticipeerd was op uitbreiding en differentiatie van het aanbod was de productieafspraak echter bijna 4% hoger ingeschat. Problemen bij onder andere het vinden van geschikte huisvesting voor de uitbreiding hebben gemaakt dat deze nog niet is gerealiseerd. Desondanks is het aantal verpleegdagen toch toegenomen. Overige inhoudelijke ontwikkelingen De differentiatie in werkwijze, maar ook de kennis en vaardigheden in deze werkwijzen bij de medewerkers is verder ontwikkeld: In de gespecialiseerde politeams werd de werkwijze afgestemd op de eigen doelgroep verder uitgewerkt. Op de polikliniek in Gouda werd een grote stap gezet in de vorm van een nieuwe werkwijze die zo efficiënt mogelijk omgaat met de daar beschikbare expertise en deskundigheid. Het professionele reglement dat in de zomer van 2006 verscheen was hierbij behulpzaam. De dagbehandeling in Oegstgeest sloot in 2006 een pilot af van een gecombineerd aanbod met PI-school de Brug. De ervaringen die hierin zijn opgedaan werden meegenomen in de plannen voor een mogelijke derde dagbehandelingsgroep in Oegstgeest, die in 2006 verder zijn uitgewerkt. De dagbehandeling in Gouda kreeg te maken met de introductie van een klinisch psycholoog in opleiding die onder supervisie de rol van behandelverantwoordelijke ging vervullen. Het team van de DB heeft zich aan deze en andere veranderingen die zich voordeden flexibel weten aan te passen. Er is een start gemaakt met het beschrijven van de zorgprogramma’s. In het najaar is er voor de somatoforme stoornissen (consultenteam polikliniek Oegstgeest) een eerste programma op papier gereed gekomen. De medicatiespreekuren op de poliklinieken zijn weer verder uitgebreid. Ze voorzien in een grote behoefte. Het voorschrijven van medicatie in de kinder- en jeugdpsychiatrie neemt toe. Curium heeft een duidelijke functie in de regio voor de meer ingewikkelde farmacotherapeutische behandelingen, onder andere in geval van co-morbiditeit. Het groepenaanbod op de polikliniek in Oegstgeest is uitgebreid. Dit komt vooral ten goede aan de ouders en kinderen binnen het neuroteam, maar de groepen zijn teamoverstijgend en dus ook voor de overige polipopulatie toegankelijk. Nieuw in dit kader is een specifiek (groeps-) aanbod voor kinderen met een oppositioneel-opstandige gedragsstoornis (ODD). Het aandeel van de directe verwijzingen vanuit het medische circuit naar Curium is gelijk gebleven. Dit lijkt te betekenen dat Curium binnen de ambulante zorg nog steeds een duidelijke positie heeft in de regio als hooggekwalificeerde derdelijns kinder- en jeugdpsychiatrische instelling.
Jaardocument 2006
24
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
De wachtlijsten zijn, ondanks de snellere doorstroming van patiënten, onverminderd lang gebleven. De capaciteitsuitbreiding en het flexibeler, meer vraaggericht werken, heeft kennelijk een positieve, aantrekkende werking op het aantal cliënten dat hulp zoekt bij de poliklinieken en deeltijdbehandelingen in Curium. Personele ontwikkelingen In het cluster is de flexibele inzet van disciplines verder ingevoerd. De introductie van het professionele reglement bleek hierbij van grote waarde en verschafte duidelijkheid over de mogelijke rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende medewerkers. De werving van kinder- en jeugdpsychiaters bleek, ondanks grote inzet van diegenen die in de positie waren iets aan werving te doen, nog steeds moeizaam. Ook de aanwas van artsen in opleiding tot K&J psychiater was in cluster 2 beperkt. Wel werd op de polikliniek in Oegstgeest een steeds duidelijkere plek en rol ingenomen door de psychologen in opleiding tot GZ psycholoog en, nieuw dit jaar, de GZ psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog. De laatste is zowel werkzaam op de polikliniek in Oegstgeest als op de dagbehandeling in Gouda. Ook de werving van psychotherapeuten dan wel GZ-psychologen met afgeronde opleidingen cognitieve gedragstherapie dan wel systeemtherapie verliep moeizaam. Dankbaar is gebruik gemaakt van de goede en enthousiaste inzet van recentelijk of bijna afgestudeerde psychologen en orthopedagogen die vaak na hun stage bij Curium op parttime aanstellingen bij konden springen in de diagnostiek en begeleiding. Het ziektepercentage is helaas toegenomen, nadat het in 2005 uitzonderlijk laag was. In 2006 was er een aantal langdurige ziektegevallen te betreuren, geen van allen direct werkgerelateerd. Wetenschappelijk onderzoek In 2006 is intensief gewerkt aan de implementatie van het Schoolweigeringsproject, dat door de faculteit sociale wetenschappen in samenwerking met cluster 2 wordt uitgevoerd. Na een uitgebreide training en minutieuze voorbereiding is het project aan het eind van 2006 begonnen met de diagnostiek en behandeling van de eerste kinderen. Evenals voorheen het “Beren van de Weg” project richt het zich op de behandeling van angststoornissen en wordt het daarom aangehaakt bij het angst-depressieteam. Ook zijn er voorbereidingen getroffen om deel te nemen aan een landelijk onderzoek naar de invloed van medicamenteuze behandeling bij kinderen met een autisme-spectrumstoornis. Daarnaast heeft een aantal scribenten onderzoeken afgerond naar de bruikbaarheid en diagnostische waarde van de sociaal emotionele vragenlijst en naar de effectiviteit van behandeling van het Psychotraumacentrum Kinderen en Jeugd in Haarlem op basis van vragenlijsten. Overige ontwikkelingen en activiteiten Er is een voorzichtige start gemaakt met het werken met een centrale agenda. Ook is dit jaar de interne controle stringenter toegepast en zijn de dossiers gecontroleerd en daar waar zich onvolkomenheden voordeden zijn deze aangepast. De werkwijzen en afspraken zijn beter in kaart gebracht en er is een start gemaakt met reguliere controles op volledigheid en correctheid van de dossiers. De DBC registraties zijn dit jaar verplicht geworden. De medewerkers zijn hierin getraind en langzaam is het typeren en sluiten van DBC’s deel uit gaan maken van het reguliere werk. De enorme achterstand die er bij het starten van het DBC traject onmiddellijk ontstond als gevolg van de al lopende behandelingen en onderzoeken die ook getypeerd moesten worden is nog niet ingehaald. Curium verzorgde in het voorjaar van 2006 een cursus psychopathologie voor medewerkers van Bureau Jeugdzorg die wegens groot succes in het najaar werd herhaald. Veel medewerkers van cluster 2 hebben hieraan een bijdrage geleverd. De medici uit het cluster verzorgden ook in 2006 weer meerdere werkgroepen en colleges voor geneeskundestudenten.De gedragswetenschappers deelden hun kennis met studenten ontwikkelingspsychologie in het kader van hun
Jaardocument 2006
25
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
mastersprogramma en droegen bij aan het theoretisch onderwijs in het kader van de opleiding tot GZ psycholoog. Het gehele jaar en al sinds vele jaren lopen er op de poli in Oegstgeest 1 á 2 coassistenten hun stage van 6 weken. Zij krijgen in die periode onderwijs en begeleiding van een vaste groep cluster 2 medewerkers. Samenvattend Voor het hele cluster, met name de ambulante afdelingen, blijkt de trend die zich in 2005 leek in te zetten verder te zijn gegaan en zijn er wederom meer kinderen ingeschreven, is daardoor het aantal verrichtingen verder toegenomen. Het aantal diagnostische verrichtingen per kind is verder afgenomen, net als het aantal verrichtingen in het kader van behandeling. De begeleiding van de kinderen daarentegen is iets toegenomen. Tegenover de als positief te beoordelen flexibelere en snellere werkwijze richting patiënt staan de financiële consequenties en de gevolgen voor wetenschappelijk onderzoek van deze werkwijze. Duidelijk is dat hier een evenwicht in zal moeten worden gevonden. De betere monitoring van wat er in het diagnostische proces gebeurt en waar de tijd en energie aan wordt besteed (zowel in termen van directe als ook van indirecte patiëntentijd) kunnen hierbij behulpzaam zijn. De inzet en betrokkenheid van medewerkers was wederom groot en nieuwe vaardigheden en verplichtingen worden of zijn inmiddels snel eigen gemaakt en geïncorporeerd in de werkzaamheden.
Succesvolle SoVa trainingen bij Curium in Gouda
Twee keer per jaar worden bij Curium in Gouda Sociale Vaardigheidstrainingen gegeven. De trainingen zijn bedoeld voor kinderen met Pdd-nos of Asperger, maar ook voor hun ouders. Ouderbegeleider Aly Tilders en psychotherapeut Marianne Samson geven de trainingen altijd samen. De trainingen zijn zo succesvol dat er een lange wachtlijst is. Zo’n 5 jaar geleden is in Gouda gestart met de Sociale Vaardigheidstrainingen, ook wel SoVatrainingen genoemd. Het bijzondere aan de trainingen is dat zowel het kind als de ouders er aan mee moeten doen. Een groepje kinderen komt 10 keer overdag bij elkaar en de ouders 8 keer op een avond. Aly Tilders: “Het is echt noodzakelijk dat beide ouders aan de trainingen meedoen. Als één van beide niet wil, kan ook het kind niet meedoen aan de trainingen.” Dat klinkt streng, zegt Marianne Samson, maar volgens haar werkt deze manier van werken erg goed. “We werken met de kinderen in groepjes van 8 en behandelen elke keer een ander thema. Zo gaat het een keer over luisteren, of over gevoelens, hoe vraag je iets of hoe krijg je aansluiting bij een groepje. Eerst praten we met de kinderen over deze onderwerpen en ze mogen ook over hun ervaringen vertellen. Dan gaan we vaak een rollenspel doen. Regelmatig nemen we een deel hiervan op en laten de beelden later aan de ouders zien. Die weten wat er met hun kind aan de hand is, maar vaak zien ze toch hele nieuwe dingen. Een kind reageert en functioneert anders in een groep dan bij de ouders. Het opent wel eens de ogen van ouders. Ohh..bedoelt hij dat, of, nu snap ik waarom hij zo reageert of boos wordt…” De trainingen worden gegeven aan kinderen die een contactstoornis hebben en dus moeite hebben in de omgang met andere mensen. Deze training kan volgens Aly en Marianne die problemen niet oplossen, maar kinderen kunnen wel leren er veel beter mee om te gaan. “Je kunt niet verwachten dat een kind na deze cursus opeens heel erg sociaal vaardig is. Maar we willen het kind leren dat het niet altijd aan een ander ligt hoe er gereageerd wordt, maar dat hij
Jaardocument 2006
26
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
of zij daar ook zelf iets aan kan doen. Door bijvoorbeeld iets wat vriendelijker te vragen. Het kind leert snappen wat of waarom hij iets doet en wat de gevolgen daar van kunnen zijn. Daarom betrekken we ouders er ook zo nauw bij. Die kunnen wat wij de kinderen hier vertellen thuis gebruiken. Het thuisfront moet er echt mee bezig en waarschijnlijk snappen ouders na deze cursus ook veel beter wat er in hun kind omgaat. Dus in plaats van boos te worden, gaan ze nu begripvoller met het kind om. Dat zorgt voor een beter begrip over en weer en komt de sfeer in gezinnen vaak ten goede. We horen ook wel dat ouders een tijdje na de cursus nog regelmatig teruggrijpen naar dingen die ze geleerd hebben. Hun kind er ook op wijzen…’weet je nog wat je geleerd hebt..’. “ Om ook thuis aan de slag te gaan krijgen de kinderen opdrachten mee. Ze moeten bijvoorbeeld een gesprekje met iemand voeren, of iemand iets vragen of plaatjes van mensen met verschillende emoties uitknippen. “Elke keer als een kind een opdracht af heeft, mogen ze een vakje inkleuren op de zogenaamde groepsthermometer. Dit is een groot vel papier waarop een thermometer staat en de groepsnaam die de kinderen zelf hebben verzonnen. Af en toe krijgen ze ook een beloning in de vorm van wat lekkers of een klein cadeautje. Ouders leren we ook hoe ze hun kind kunnen belonen en dus positief kunnen benaderen.” De SoVa trainingen in Gouda staan goed bekend, veel ouders met kinderen die Pdd-nos of Asperger hebben willen graag dat hun kind een cursus volgt. Vandaar dat er wachtlijsten zijn. Ouderbegeleider Aly en psychotherapeut Marianne doen de cursus altijd samen. Volgens Aly verklaart dat voor een deel het succes.
Aly Tilders en Marianne Samson
“ Je hebt altijd iemand die heel erg vanuit de ouders meedenkt en iemand die meer kindgericht denkt. Voor ouders is dat ook erg prettig. Wij kennen beide de ouders én het kind en daardoor hebben we een totaalbeeld. Dat praat gewoon veel makkelijker.” Volgens zowel Aly als Marianne is het geven van de SoVa trainingen ook ontzettend leuk.
“Elke keer is een groep weer anders, wordt er anders gewerkt en kom je andere problemen tegen. Het blijft leuk en interessant en het is natuurlijk ook erg dankbaar werk. Een maand of 3 na de trainingen hebben we ook altijd een evaluatiegesprek met de ouders en dan zijn we altijd erg benieuwd hoe het gaat. Vaak gaat het toch wel beter met het kind omdat het beter snapt wat het doet en wat de gevolgen daarvan zijn.” Tot nu toe worden in de trainingen alleen de ouders en het kind betrokken. Regelmatig wordt gevraagd of de cursus ook uitgebreid kan worden met broertjes en zusjes. Dit is voorlopig niet aan de orde. Wat wel een mogelijkheid is, is de SoVa training voor pubers die ook bij Curium in Gouda wordt gegeven. ”Er zijn zelfs pubers die als kind aan een SoVa-training van Curium hebben meegedaan en op ‘herhaling’ komen”, aldus Marianne Samson.
Jaardocument 2006
27
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Cluster 3: De Vlier, afdeling voor doven en slechthorenden Productieoverzicht 2006 De productieafspraken voor zowel de kliniek als de polikliniek zijn in 2006 helaas niet gehaald. Vergeleken met de gerealiseerde productie in 2005 is het productieniveau in 2006 voor zowel de kliniek als de poli iets gestegen. De poliproductie laat t.o.v. 2005 een stijging van ruim 3% zien en de kliniekproductie steeg t.o.v. 2005 met 12%. Deze stijging van de productie in 2006 t.o.v. 2005 is bereikt met behulp van ca. 6% meer formatie. Er zijn diverse redenen voor het niet halen van de voor 2006 gemaakte productie afspraken. Door uiteenlopende omstandigheden kampte De Vlier in 2006 met onderbezetting van een aantal essentiële disciplines, zoals kinder- en jeugdpsychiater, creatief therapeut, psychotherapeut en ouderbegeleider. De bezetting in de kliniek was lager dan gepland en leidde tot enige zorg. Daarnaast was er een hoge doorstroom van personeel en een hoog ziekteverzuim. Daarnaast ws het aantal kinderen met een Cochleair Implantaat lager dan begroot. Ten slotte is er mogelijk sprake van een lichte onderregistratie als gevolg van de introductie van het nieuwe registratiesysteem. Dit alles overziend moet geconcludeerd worden dat er sprake is geweest van een té ambitieuze productieafspraak 2006. Alle Vliermedewerkers hebben zich in 2006 enorm ingezet om hun werk onder deze omstandigheden zo goed mogelijk te blijven doen. Inhoudelijke analyse 2006 Bij de poli zijn ruim 70 nieuwe kinderen ingeschreven. Opvallend is de toename van jonge kinderen (< 6 jaar) en een toename van kinderen met een CI (Cochleair Implantaat). Wat betreft de kliniek gaat het vooral om kinderen die (ernstig) slechthorend zijn, waarbij sprake is van ernstige stagnatie in hun ontwikkeling en met heterogene problematiek. In 2006 waren er 4 nieuwe opnames. Geconcludeerd kan worden dat de doelgroep van De Vlier in 2006 meer de richting van auditiefcommunicatief-beperkten (ACB) is opgegaan. Ontwikkelingen in 2006 Werving medewerkers Er is in 2006 veel energie besteed aan de werving van nieuwe professionals om de onderbezetting op te vullen. Gelukkig is het gelukt om goed personeel aan te trekken. Uiteraard hebben de nieuwe medewerkers inwerktijd nodig in de problematiek van doven en slechthorenden resp. om zich gebarentalige vaardigheden eigen te maken.
Onderzoek Een externe adviseur heeft op verzoek van de directie in de herfst van 2006 een onderzoek bij De Vlier uitgevoerd. De behandeleenheid heeft te lang een geïsoleerde positie ingenomen binnen Curium, hierdoor ontstonden problemen in de continuïteit van de bedrijfvoering (productie) en de personele bezetting. Het onderzoek liet zien dat er in het aanwezige potentieel van de medewerkers en de ontwikkeling van de zorgvraag voldoende garanties zijn om de hulpverlening aan doven en auditief beperkte kinderen te continueren en kwalitatief te verbeteren. Uit het onderzoek bleek verder dat de interne afstemming tussen poli en kliniek verbeterd moet worden en het cluster als organisatie-eenheid aan moet sluiten bij andere onderdelen van Curium. Sociotherapeuten Er is een start gemaakt met het invoeren van het competentiemodel binnen de kliniek. Hierdoor leren sociotherapeuten ontwikkelingsgericht denken, om duidelijke behandeldoelen te formuleren en krijgen zij meer verantwoordelijkheid. Dit alles uiteraard binnen de kaders van het Curium-professioneel reglement.
Jaardocument 2006
28
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Onderwijs Het onderwijs voor kinderen van De Vlier wordt verzorgd door de Effatha Onderwijsgroep Zoetermeer. De patiëntenzorg vindt plaats op de leefgroepen en het onderwijs krijgt, analoog aan het onderwijs elders binnen Curium, een meer externe positie (hoewel gelokaliseerd in schoollokalen op locatie van De Vlier). Helaas heeft de onderwijs-teamcoördinator voorjaar 2006 Effatha verlaten, waardoor het onderwijsteam de rest van het jaar zonder coördinator heeft moeten draaien. Daarnaast is afgesproken om een project ‘plaatsbekostiging’ te starten. Hiertoe is een samenwerkingsovereenkomst uitgewerkt waarin het bevoegde gezag voor onderwijs blijft bij Effatha en afspraken zijn gemaakt over o.a. de verantwoordelijkheidsverdeling bestuur en management, de verantwoordelijkheidsverdeling betreffende afstemming behandeling en onderwijs, de identiteit van beide instellingen, klachtrecht, jaarrooster en vakantieplanning, communicatie met ouders, gegevensuitwisseling tussen school en instelling en het medegebruik van huisvesting. Project Cochleaire Implantatie In 2006 is gestart met de ambulante psychische voor- en nazorg bij kinderen die in het LUMC een cochleaire implantatie krijgen. Het zorgkantoor heeft dit project ‘cochleaire implantatie’ goedgekeurd. De totale behandeling wordt door het LUMC, afdeling KNO, en Curium/De Vlier samen uitgevoerd. ESMHD-congres 2007 en informatievoorziening Curium/De Vlier en Rivierduinen/VIA organiseren in september 2007 het 4 jaarlijkse congres van de European Society for Mental Health and Deafness (ESMHD). Het congres vindt plaats van 11 t/m 14 september 2007 in de Philharmonie te Haarlem (www.esmhdcongress2007.com). Om kinderen en hun ouders evenals de verwijzers beter te kunnen informeren over het zorgaanbod van De Vlier is in 2006 een nieuwe folder plus elektronische nieuwsbrief ontworpen. Deze is voorjaar 2007 beschikbaar gekomen.
Stuurgroep GGZ Dovenhulpverlening Alle klinische en ambulante voorzieningen in de GGZ-zorg voor doven en slechthorenden hebben zich in een stuurgroep vertegenwoordigd: In de stuurgroep GGZ Dovenhulpverlening is zowel de klinische als ambulante zorg vertegenwoordigd, nl. GGZ Rivierduinen, Curium, de Gelderse Roos, Reinier van Arkel, Lentis (voorheen GGZ Groningen), Riagg Midden Limburg, GGZ Groep Europoort, Jellinek-Mentrum, en RIBW-Fonteynenburg. In 2006 is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld, met een drieledige doelstelling: 1. Informatie-uitwisseling over ontwikkelingen binnen de organisaties; 2. Gezamenlijke profilering over zorginho0udelijke en beleidsmatige ontwikkelingen, richting overheid, zorgverlening, inspectie en belangenorganisaties; 3. Gezamenlijk werken aan kwaliteitsverbetering van de zorg; Daarnaast onderzoekt de stuurgroep de mogelijkheden voor landelijke samenwerking tussen de GGZ Dovenhulpverlening en de grote doveninstituten ofwel de sector ACB (auditief en/of communicatief beperkten). Presentaties & lezingen In april 2006 heeft een groep van bijna 20 medewerkers van het Conrad Svendsen Senter uit Noorwegen een werkbezoek aan Rivierduinen en De Vlier gebracht. Daarbij is een toelichting gegeven op de werkwijze van De Vlier en is veel expertise uitgewisseld. In Noorwegen bestaat géén residentiele setting voor auditief beperkte kinderen met psychische problematiek. Twee psychologen hielden op de studiedag GGZ voor doven ("Planten en Oogsten") op 21 september jl. een presentatie over “Praktisch gebruik van de Vineland Adaptive Behavior Scales (VABS) voor kinderen en jongeren met een auditieve beperking.
Jaardocument 2006
29
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Uniek spraak-taalonderzoek door ‘de taaldames’ Intussen wordt er met veel meer eerbied over Claudia Blankenstijn en Annette Scheper gesproken, maar voorheen stonden ze bekend als ‘de taaldames’. Elke maandag en woensdag werken ze bij De Vlier om spraak-taalonderzoeken te doen bij dove of slechthorende kinderen. Volgens Claudia en Annette zou het goed zijn de taalonderzoeken uit te breiden naar meer kinderen binnen Curium. “Want bijna alle kinderen met psychische problemen hebben ook spraaktaalproblemen.” Claudia Blankenstijn en Annette Scheper zijn beide klinisch linguïst en in 2003 gepromoveerd op een gezamenlijk onderzoek naar spraaktaalproblemen bij kinderen die ook psychiatrische problemen hebben. Voor het onderzoek hebben ze 120 kinderen bij Curium onderzocht. In het kort komt de conclusie van het proefschrift er op neer dat de meeste kinderen met een psychiatrische stoornis óók een taalstoornis hebben. Na hun promotie zijn Claudia en Annette bij Curium in dienst gekomen en momenteel werken ze 2 dagen per week bij De Vlier. Daar doen ze bij elk kind dat binnenkomt een spraak-taalonderzoek. “Dit is een uniek onderzoek dat verder in Nederland nergens wordt gedaan. Wij kunnen door het onderzoek heel nauwkeurig aangeven hoe het staat met de taalontwikkeling van het kind en op wat voor leeftijdsniveau het communiceert. Dit is voor het vervolg van de behandeling natuurlijk erg belangrijk. Het geeft behandelaars, psychologen en ook de ouders richtlijnen om beter met het kind te communiceren. Soms hebben ouders of behandelaars het idee dat het onwil is van een kind dat het bijvoorbeeld niet goed antwoord geeft of ze denken dat het kind iets gewoon niet wíl snappen. Wij komen er dan achter dat het kind het gewoon écht niet kan. Dat opent vaak vele ogen.” Voor een spraak-taalonderzoek wordt het kind waar het om gaat samen met de ouders en eventuele broertjes en zusjes uitgenodigd. “Omdat het om dove of slechthorende kinderen gaat is de communicatie ook thuis vaak lastig. Wij willen ook weten hoe dat gaat. Het onderzoek vindt plaats in een one-way-screen kamer waardoor we goed kunnen observeren. De gesprekken worden ook opgenomen én er zit een doventolk bij. Eerst laten we het gezin 10 minuten alleen en dan gaan we kijken hoe ze onderling communiceren en of het kind dat het makkelijkst in gebaren doet of in gesproken taal. Daarna onderzoeken we of en hoe een kind een verhaal kan vertellen. Hij of zij krijgt een boek met een verhaal over een kikker die ontsnapt. Aan de hand van de plaatjes in het boek moet het kind vertellen wat het ziet. Door de manier waarop en wat het kind vertelt kunnen wij een analyse maken van het taalgebruik van het kind. Dat gaat dan om veel meer dan alleen de woordenschat en de grammatica, maar bijvoorbeeld ook om de verhaalvaardigheid van een kind en het leeftijdsniveau dat bij het taalgebruik hoort.” Na het onderzoek waar het kind bij aanwezig is, volgt een gedegen analyse door Claudia en Annette. De spontane taal van het kind wordt uitgeschreven naar aanleiding van de video. De uiteindelijke conclusie komt in de staf- of kindbespreking aan de orde en daarna volgen meestal ook adviesgesprekken met de ouders. Ook wordt een taaladvies gegeven voor een verdere behandeling van het kind. Behandelen doen Claudia en Annette binnen Curium nog nauwelijks, maar er is wel een begin gemaakt met het opnemen van een spraaktaaladvies in het behandelplan van kinderen die in de kliniek van De Vlier verblijven.
Jaardocument 2006
30
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
“Oefeningen voor het verbeteren van de taal kunnen dan opgenomen worden in een weekprogramma zodat sociotherapeuten er ook mee aan de slag kunnen.” Claudia en Annette kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk taal is voor de ontwikkeling van een kind en zeker voor een kind met psychiatrische problemen. “Taal heeft niet alleen met praten en communiceren te maken, maar bijvoorbeeld ook met leren en hoe je met andere mensen omgaat.” Zelf willen ze hun onderzoeken graag uitbreiden naar de horende kinderen van Curium en af en toe gebeurt dat ook al. “Een spraak-taalonderzoek kan heel veel zaken in de communicatieve ontwikkeling duidelijk maken, die van invloed zijn op de algemene ontwikkeling van een kind. Voordeel van dit onderzoek is ook dat een kind beter behandeld kan worden.”
Woonunit De Vlier
Jaardocument 2006
31
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Facilitaire Dienst Ook in 2006 bleek binnen Curium genoeg te doen op facilitair vlak: de nieuwbouw en de renovatieprojecten sprongen het meest in het oog. De tweede fase van de woonheden werd opgeleverd en ingericht, de laatste oude units en de fietsenberging gesloopt en de eerste werkzaamheden voor de terreinwerkzaamheden gestart. In de tweede helft van het jaar ging een lang gekoesterde wens van de afdeling ET (Educatieve Therapie) in vervulling en zijn twee tijdelijke onderkomens geplaatst onder andere voor onderwijs en beroepstoeleiding.
Nieuw onderkomen wordt geplaatst
In 2006 startte ook de renovatie van het hoofdgebouw. Geen eenvoudige klus, omdat de werkzaamheden in het gebouw ‘gewoon’ door moesten gaan. De eerste medewerkers konden in 2006 toch al genieten van nieuwe inventaris en een opgeknapte kamer. Verder is unit B verbouwd voor een tweede dagbehandelinggroep, de separeerruimtes bij de Gesloten Afdeling zijn helemaal opgeknapt en Gouda kreeg een nieuwe fietsenstalling. Organisatorisch heeft de Facilitaire Dienst zich in 2006 meer gericht op kwaliteitszorg. Bij de afdeling Voeding en Catering is een stagiaire aan de slag geweest met het verbeteren van de HACCP (hygiëne) procedure binnen de Facilitaire Dienst. Er waren in 2006 nog andere in het oog springende veranderingen. De warme maaltijden bijvoorbeeld zijn vanaf het voorjaar via een ontkoppeld kooksysteem door het LUMC geleverd. Dit betekent dat er gegeten kan worden wanneer de unit dat zelf wil, er is veel meer keus, de kosten zijn gedaald, maar vooral: het eten is een stuk smakelijker dan voorheen. De Facilitaire Dienst is in 2006 ook begonnen met het begeleiden van jongeren die als stagiair bij onze verschillende diensten werkervaring opdoen. De receptie heeft er voor gezorgd dat Curium telefonisch beter bereikbaar is.
Jaardocument 2006
32
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
BHV – Bedrijfs Hulp Verlening De BHV organisatie is in 2006 flink gegroeid naar zo’n 40 leden. Door middel van herhalingscursussen en aparte EHBO-training hield iedereen zijn kennis en vaardigheden op peil. “Minder vergaderen, meer oefenen” was in 2006 het devies. Een deel van de vergadertijd is omgezet in oefentijd. Samen met de brandweer Oegstgeest is halverwege het jaar een grote oefening gehouden in het stafgebouw. Daar is een ontruiming nagespeeld. De nieuwbouw heeft voor de BHV nogal wat consequenties gehad. Niet alleen moesten veel ontruimingsprotocollen opnieuw geschreven of aangepast worden (ook de plattegronden), ook moest de informatiefilm aangepast aan de nieuwe situatie en daardoor opnieuw opgenomen worden. Ten slotte heeft de BHV op het eind van het jaar besloten de structuur nog meer aan te passen aan het devies “minder vergaderen, meer oefenen”. In plaats van een vergadering met alle BHVers is een coördinatiegroep gevormd die beleid en uitvoering van de hulpverlening onder de loep neemt. De grootste groep BHV-ers gaat vooral oefenen, elke maand bij een andere afdeling.
Oefening BHV
Jaardocument 2006
33
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Klachten en Klachtencommissie Binnen Curium is een onafhankelijke klachtencommissie ingesteld waar patiënten, ouders en verzorgers van patiënten, hun klacht kunnen indienen over de diagnostiek en behandeling door Curium. De klachtencommissie wordt gevormd door de onafhankelijke klachtencommissie van het LUMC. Hiervoor is eind 2004 het klachtenreglement aangepast. De klachtencommissie van het LUMC kan, indien ze dat wenst, de expertise van kinder- en jeugdpsychiaters inroepen om de klachten te behandelen. In 2006 heeft de klachtencommissie van het LUMC geen klachten over Curium ontvangen. Dit wil niet zeggen dat er geen klachten zijn geweest over de diagnostiek en behandeling in Curium. In 2006 hebben ouders van patiënten twee keer hun beklag gedaan bij de directie of het management. De directie en het management reageren altijd op een dergelijke klacht met het verzoek of betrokkene een officiële klacht bij de klachtencommissie wil indienen of eerst in gesprek met het management wil gaan om te zoeken naar collectieve oplossingen. In beide gevallen is dat laatste gebeurd. De directie en het management zijn in overleg gegaan met de klager en hebben eventueel met behulp van directe betrokkenen aan een oplossing gewerkt. Beide gevallen waren voldoende bevredigend behandeld voor de klager om geen officiële klacht in te dienen. De organisatie acht de mogelijkheid tot het indienen van een klacht een belangrijk signaal om te werken aan de kwaliteit. Zij tracht hierbij zorgvuldig en met oog voor het perspectief van de patiënt de klacht te behandelen en verbeteringstrajecten in te zetten.
Cliëntenraad Curium Algemeen Het was een roerig en druk jaar voor de Cliëntenraad(CR): zowel de voorzitter als de secretaris namen dit jaar na elkaar afscheid na vele jaren actief te zijn geweest in de CR. Daarmee verdween ook veel ervaring uit de CR die uit drie leden bestond. Gelukkig hadden zich al andere ouders aangemeld om actief te worden in de CR, zodat kort na de zomer er weer een vrijwel vernieuwde CR was. De nieuwe leden van de CR konden zich meteen buigen over een nieuw reglement voor de Cliëntenraad en het uitbrengen van een advies over de Nota Veiligheidsbeleid van de directie. Activiteiten 2006 De CR heeft de volgende adviezen uitgebracht: Advies Nota veiligheidsbeleid: Op verzoek van de directie heeft de CR advies uitgebracht over de Nota Veiligheidsbeleid. De CR waardeerde het uitbrengen van de nota zeer, maar wilde graag meer duidelijkheid over de reikwijdte en de uitgangspunten van de nota. De CR miste het perspectief van de patiënten en kon om die reden geen positief advies uitbrengen. Advies Benoeming nieuwe directievoorzitter Curium: Tijdens de zomer heeft de CR een positief advies uitgebracht over de benoeming van de huidige directeur patiëntenzorg van Curium. Advies Strategisch beleidsplan Curium 2006-2007: Het uitgebrachte advies onderschrijft de mening van de directie dat de politieke kaders waarbinnen de kinder- en jeugdpsychiatrie moet opereren de komende tijd aan veel veranderingen onderhevig zijn. Deze veranderingen kunnen van invloed zijn op het functioneren van Curium, de kwaliteit van de zorg en daarmee ook het welzijn van de cliënt. De doelstellingen en missie die in het plan genoemd zijn, spreken de CR zeer aan. Vooral omdat het besteden van zorg en aandacht voor de gezinnen van de patiënten ook als onderdeel van de kwaliteit van de zorg wordt gezien. De daarbij gehanteerde sleutelwoorden “openheid en informatie” juicht de CR van harte toe. De CR heeft aangegeven zeer benieuwd te zijn welke rol voor haar daarin is weggelegd.
Jaardocument 2006
34
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Aanpassing reglement CR: De CR is door de directie gevraagd na te denken en advies uit te brengen over aanpassing van het reglement voor de CR van Curium. De voorgestelde veranderingen hebben betrekking op verruiming van het lidmaatschap van de CR (“andere personen die voeling hebben met instelling en redelijkerwijs in staat zijn om de gemeenschappelijke belangen van patiënten te kunnen behartigen”); ook kunnen ouders van ex-patiënten langer van de CR lid blijven. E.e.a. is erop gericht de continuïteit van de CR te versterken en de betrokkenheid van andere externe betrokkenen bij Curium (huisartsen, scholen) te versterken. Inmiddels heeft de CR met het voorstel, waarin de opmerkingen van de CR zijn verwerkt, ingestemd.
Met de directie is in 2006 twee keer overleg gevoerd. Tijdens één van haar vergaderingen hebben de leden kennis gemaakt met de patiëntenvertrouwenspersoon bij Curium. Hij gaf een toelichting op zijn werkzaamheden; ook werd zijn jaarverslag besproken. Plannen De nieuwe CR heeft voor de komende tijd de volgende plannen: Verbetering communicatie van de CR naar de ouders en cliënten. Te weinig mensen zijn op de hoogte van het werk van de CR. Gedacht wordt aan meer informatie op de website van Curium en een eigen e-mailadres om makkelijker voor ouders bereikbaar te zijn; Meer betrokkenheid krijgen bij Curium en haar patiënten. Ten slotte vertegenwoordigt de CR hun belangen. Samenstelling en wijziging Cliëntenraad:
Vertrokken: Dhr. J.W. Frouws, voorzitter Mw. T da Silva, secretaris Nieuwe leden: Dhr. R.L. Busink Dhr. P. Meier Mw. M. Braumuller Huidige samenstelling Cliëntenraad: Dhr. R.L. Busink, voorzitter Dhr. P. Meier, secretaris Mw. B. Glasbergen Mw. M. Braumuller
Jaardocument 2006
35
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Ondernemingsraad Curium: niet op de barricaden Arbeidsomstandigheden en communicatie, dat waren in het jaar 2006 de speerpunten van de Ondernemingsraad van Curium. Joke Baars, behandelcoördinator van de dagbehandeling in Oegstgeest, is voorzitter van de OR van Curium. Volgens haar doet Curium het nog niet zo slecht als werkgever, “maar er zijn altijd verbeterpunten”. Bijvoorbeeld de arbeidsomstandigheden. Een onderwerp waar de OR van Curium in 2006 veel tijd aan heeft besteed. Joke Baars: “We zijn heel erg blij dat het Arboteam op poten gezet is. Arbo moet wat ons betreft niet alleen over de werkomstandigheden gaan, maar ook over de psychosociale omstandigheden. Die worden vaak vergeten, arbozaken worden vaak als iets technisch gezien, maar het gaat ook om tevredenheid, werkdruk, regelingen en samenwerking. Zeker in een organisatie als de onze, waar de werknemers de grootste factor in het werkproces zijn, is het welzijn heel belangrijk. In 2006 is in Curium veel aandacht geweest voor de klimaatbeheersing in de nieuwe gebouwen. Daardoor raakte het klimaat in de oude gebouwen wat op de achtergrond, maar ook de mensen die daar werken hebben recht op een goed klimaat. We blijven het op de agenda zetten!” Waar de OR van Curium blij verrast mee was is het hoofdstuk HRM (Human Resource Management) uit het Strategisch Beleidsplan Curium. “We vinden het een bijzondere insteek en zijn blij dat er in het beleidsplan een heel hoofdstuk aan medewerkers besteed wordt.” In het hoofdstuk HRM wordt aandacht besteed aan onder meer het opleidingsbeleid, arbobeleid, mobiliteitsbeleid en aan personeelszaken. De zaken staan allemaal duidelijk op een rijtje. “De uitgangspunten zijn goed, we hopen dat de afdeling Personeelszaken genoeg mensen en tijd OR-voorzitter Joke Baars krijgt om het één en ander te realiseren.” De communicatie binnen Curium is een ander onderwerp waar de OR zich het afgelopen jaar mee bezig heeft gehouden. Zo is er onder meer een gesprek met de directie geweest over dit onderwerp. “Zonder agenda, maar gewoon om eens met elkaar van gedachten te wisselen. Wij vinden het een erg belangrijk onderwerp, communicatie kan een organisatie maken of breken. Wij merken dat er bijvoorbeeld tussen afdelingen misverstanden bestaan, omdat medewerkers niet goed op de hoogte zijn van de taken van een andere afdeling. Ook vanuit het Arboteam komt het geluid dat de communicatie binnen Curium beter kan. Wij proberen communicatie als een rode draad mee te nemen. Bij elk onderwerp vragen we ons af; wat zijn de afspraken, hoe loopt de procedure en hoe wordt er geëvalueerd.” De Ondernemingsraad van Curium hoeft volgens Joke Baars niet op de barricaden. “Veel dingen zijn bij Curium goed geregeld, het is goede werkgever. Aan het Sociaal Plan van Curium kunnen heel wat organisaties een voorbeeld nemen. Het is jammer genoeg in dit soort organisaties wel een trend dat steeds meer hoogopgeleid personeel zich slecht organiseert. Deze mensen kunnen vaak hun eigen boontjes wel doppen, denken ze, maar voor sommige zaken is het toch goed dat er een OR is waar je aan kunt kloppen.”
Jaardocument 2006
36
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Sociaal jaarverslag en kengetallen
Personeelsfeest 26 augustus: afscheid van directeur Flip Treffers
Jaardocument 2006
37
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Personeelsbestand 2006
(de cijfers geven de situatie weer van 31 december 2006 tenzij anders vermeld) Op 31 december 2006 waren er 371 personen in dienst van Curium (vorig jaar waren dat 355 en op 31 december 2004 332 personen). Dit waren 66 (17,8%) mannen en 305 (82,2%) vrouwen. Hiervan werkten er 78 (21%) bij de ondersteunende diensten. Functiecategorie Kinder- en Jeugdpsychiater (KJP’ers) Management Medici overig Ondersteuning Ouderbegeleiders Patiëntenzorg overig Psychologen Psychotherapeuten Sociotherapeuten Therapeuten Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
8 6 4 16 1 2 1 2 26 geen 66
3 12 7 62 18 14 21 8 143 17 305
11 18 11 78 19 16 22 10 169 17 371
Het aantal kinder- en jeugdpsychiaters dat in dienst is bij Curium lag op 31 december 2006 op 11. Onder management worden hiërarchisch leidinggevenden verstaan. In verband met de invoering van de derde managementlaag is er een aantal managers bijgekomen. Medici overig zijn Agio's, Agnio's, kinderartsen, behandelend artsen etc. Onder ouderbegeleiders verstaan we ouderbegeleiders en systeemtherapeuten. Ondersteuning: mensen die werken bij de facilitaire dienst (FD), de economische en administratieve dienst (EAD), personeelszaken (PZ) en het secretariaat van de directie.
Instroom 2006
In 2006 zijn er 85 mensen bij Curium in dienst getreden (in 2005 waren dit er 83). Hieronder de cijfers van alle nieuwe medewerkers ingedeeld naar functiecategorie. Dit zijn 68 (80%) vrouwen. De helft hiervan (34) kwam in dienst als sociotherapeut. In 2006 is er één kinder- en jeugdpsychiater bij Curium in dienst gekomen. Daarnaast startten negen andere medici. Functiecategorie Management Medici overig O&O Ondersteuning Ouderbegeleiders Patiëntenzorg overig Psychologen Sociotherapeuten Therapeuten Totaal
Jaardocument 2006
Mannen 3 5 4
5 17
Vrouwen 4 4 5 8 2
Totaal 7 9 5 12 2
4 2 29 10 68
4 2 34 10 85
38
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Uitstroom 2006 In 2006 zijn er 74 mensen uit dienst getreden (dat waren er in 2005 63). Er is 1 kinder- en jeugdpsychiaters uit dienst gegaan, zeven andere mensen met een geneeskundige achtergrond en 35 sociotherapeuten. Functiecategorie Kinder- en Jeugdpsychiater Management Medici overig O&O Ondersteuning Ouderbegeleiders Patiëntenzorg overig Psychologen Psychotherapeuten Sociotherapeuten Totaal
Mannen 1 1 2
Vrouwen 3 5 6 8 1 4 2 3 31 63
2 1
4 11
Totaal 1 4 7 6 10 1 5 2 3 35 74
In- en uitstroom
Cluster/Afdeling
Instroom Mannen
Vrouwen
Totaal
Uitstroom Mannen
Vrouwen
Totaal
Cluster I(kliniek) Cluster II (dagbehandeling, diagnostiek en poli) Cluster III (auditief gehandicapte kinderen en jeugdigen) Directie EAD (Economische en Administratieve Dienst) FD (Facilitaire Dienst) O&O PZ (personeelszaken) Totaal
5 2 5 1 1 3 17
26 13 15 1 4 3 5 1 68
31 15 20 2 5 6 5 1 85
4 2 2 1 1 1 11
19 15 17 1 4 2 4 1 63
23 17 19 2 5 2 4 2 74
Totaal personeelsbestand op 31 december 2006 op afdeling Afdeling Cluster I(kliniek) Cluster II (dagbehandeling, diagnostiek en poli)
Cluster III
(auditief gehandicapte kinderen
en jeugdigen)
Directie EAD (Economische en Administratieve Dienst) FD (Facilitaire Dienst) MIV (medische informatievoorziening) O&O OR (ondernemingsraad) PZ (personeelszaken) Totaal
Jaardocument 2006
Mannen 36
9,09%
Vrouwen 149
37,63%
185
46,72%
11
2,78%
62
15,66%
73
18,43%
10 1 4 9 2 1 2 1 77
2,53% 0,25% 1,01% 2,27% 0,51% 0,25% 0,51% 0,25% 19,44%
36 3 29 26 2 1 8 3 319
9,09% 0,76% 7,32% 6,57% 0,51% 0,25% 2,02% 0,76% 80,56%
46 4 33 35 4 2 10 4 396
11,62% 1,01% 8,33% 8,84% 1,01% 0,51% 2,53% 1,01% 100,00%
39
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Leeftijden 2006 De gemiddelde leeftijd van de mensen die Curium hebben verlaten lag hoger dan die van de nieuwkomers. De gemiddelde leeftijd van de Curium medewerker is desondanks niet lager geworden in 2006 en is 38 jaar gebleven. Gemiddelde leeftijden
Nieuwkomers
Curium verlaters
2006
31 jaar
34 jaar
60
Gemiddelde Leeftijden
50
50 40 30
35
42
36
41
45
46
Gemiddelde leeftijd Curium 38 jaar
47 37
42
47
49
34
40
33
45
52
49 43
20
37
38 31
30 20
10
10 0
Personeelszaken
OR
O&O
MIV
FD
EAD
Directie
Cluster 3
Cluster 2
Cluster 1
0
K
rde in
en
u Je
ps gd
e at hi yc
r
M
a an
m ge
t en M
i ed
ci
ig er ov n O
s ig en en en en er er ut ut ut id og ov le pe pe pe ol rg ra ra ge ra ch o e e e e y z h b th Th Ps ot er en ho ci nt ud yc O So tië Ps Pa
u te rs de
ng ni
Stages Curium heeft in 2006 de volgende stages gehad: Soort stage Creatieve therapie/activiteitenbegeleiding Diagnostiek Ondersteunende diensten Beweging (De Sprong) Sociotherapeut stage O&O Totaal
Mannen
1
3 4
Vrouwen
Totaal
3 10 2 1 16 1 33
3 11 2 1 19 1 37
Samenwerkingsverbanden Met een aantal organisaties werkt Curium nauw samen. Zo is er onze bestuurlijke grote broer, het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Vooral op het gebied van onderwijs en onderzoek is een aantal mensen werkzaam bij Curium die in dienst zijn bij het LUMC. Cluster 3 (De Vlier) is onze landelijke afdeling voor auditief gehandicapte kinderen en jeugdigen met een psychiatrische stoornis. De Vlier werkt ook in 2006 veel samen met Effatha (doveninstituut). Op het gebied van de Educatieve Therapie (E.T.) word veel samengewerkt met de Prof. dr. Leo Kannerschool in Oegstgeest. LUMC-personeel In 2006 is er, naast onderwijs en onderzoeksmedewerkers die al langere tijd werkzaam waren bij Curium (negen mensen), ook nog steeds een aantal kinderartsen, die dikwijls werkzaamheden verrichten voor en bij Curium. Drie personen zijn via de Universiteit Leiden werkzaam bij Curium als AIO (assistent in opleiding). Zij houden zich bezig met onderzoek en zijn hard aan het werk om bij Curium te promoveren.
Jaardocument 2006
40
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
In totaal waren er op 31 december 2006 42 personen als gastmedewerker van Curium geregistreerd. Gastmedewerkers zijn mensen die werkzaamheden verrichten voor en of samen met Curium maar niet in dienst zijn bij Curium. De meesten hiervan hebben elders een arbeidsovereenkomst. Bijvoorbeeld bij het LUMC, Effatha, Universiteit Leiden of de Leo Kannerschool). Ziekteverzuim binnen Curium Curium heeft zich in 2006 ten doel gesteld het ziekteverzuim onder het gemiddelde ziekteverzuimcijfer binnen de GGZ en bij voorkeur zelfs onder het ziekteverzuimcijfer van de GGZ kinder- en jeugdpsychiatrie te houden. Dit lukt alleen als verzuim en de begeleiding van medewerkers permanente aandacht houdt van zowel de medewerkers als de leidinggevende. Het verzuimbeleid en de verzuimcijfers worden ieder kwartaal in het MOB besproken. Verzuimgedrag wordt beïnvloed door de arbeidswaardering die een medewerker ervaart en de acceptatiegraad die de organisatie stelt. Dit heeft vervolgens effect op de aanwezigheidsmotivatie en op de keuze om zich al dan niet ziek te melden (verzuimgedrag). De -
kern van verzuimbeheersing komt hiermee neer op: adequate positieve gedragsbeïnvloeding; sturen op de balans tussen persoon en werk en; het duidelijk stellen van de acceptatiegraad.
De regie van verzuimbeheersing ligt bij de leidinggevende (lees: casemanager). De rol van de leidinggevende is dus cruciaal, tevens zijn/haar contact met de medewerker en met de bedrijfsarts. In 2006 zijn de leidinggevende van Curium getraind voor het voeren van een progressief verzuimbeleid. Daarnaast heeft collectief beleidsafstemming met de bedrijfsarts plaatsgevonden en worden regulier Sociaal Medische Teamvergaderingen gehouden waar de bedrijfsarts samen met de betrokken casemanager de actuele ziektegevallen doorneemt. Ziekteverzuim 2006 Afdeling Totaal Dir. EAD FD Cl I Cl II Cl III
Gem. pers sterkte 242.88 13.8 23.74 16.84 110.29 47.57 30.64
Ziekteverzuim
Zwangerschap
Totaal
5.09 5.18 3.57 4.37 4.55 5.17 8.57
1.69 0 2.17 0 1.11 1.41 3.33
6.78 5.18 5.74 4.37 5.66 6.58 11.90
Curium heeft, met een hoog percentage vrouwelijke en jonge medewerkers, relatief veel zwangerschapsverloven. Het ziekteverzuim, exclusief zwangerschappen is in 2006 ten opzichte van 2005 (5.31) iets gestegen. Curium is in 2006, exclusief zwangerschappen, conform de doelstelling op de landelijke GGZ norm uitgekomen.
Jaardocument 2006
41
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Medische Informatie Voorziening (MIV) voortvarend aan de slag 2006 was voor de mensen van de Medische Informatie Voorziening van Curium, de MIV, het jaar waarin belangrijke stappen zijn gezet op het gebied van een modernisering en vernieuwing van de informatieverzameling (inhoudelijk) en het verwerken van de informatie (computerprogramma’s en de techniek). Gegevens worden hierdoor makkelijker toegankelijk en beter inzetbaar voor onderzoeken. Lilian van Seggelen is één van de medewerkers van de MIV. Zij houdt zich samen met Julia Niemeijer bezig met de verwerking van de gegevens uit de in Curium ontwikkelde vragenlijsten. Binnen Curium is zo’n 15 jaar geleden al begonnen met het verzamelen en in een database opslaan van allerlei gegevens van patiënten. Het systeem van toen vormt nog steeds de basis van de gegevensverzameling van nu. “In de loop van de tijd is het systeem verder uitgebreid. Nu hebben we een heel pakket aan vragen die de ouders toegestuurd krijgen. In deze vragenlijsten staan algemene vragen over hun kind, maar ook over de gezinssamenstelling, opleiding en werk van de ouders en van broers en zussen, over ziekenhuisopnames, kortom een heel breed scala aan vragen. Daarnaast worden er vragen gesteld over de ontwikkeling van het aangemelde kind, zoals: op welke leeftijd werd uw kind zindelijk, sprak het de eerste woordjes, liep het los, hoe verliep zijn of haar schoolloopbaan enz. De ouders kunnen de lijsten op hun gemak thuis invullen. Ook is er een lijst met vragen voor de school van het kind en een lijst voor de schoolarts of het consultatiebureau.” Deze gegevens krijgen Lilian van Seggelen en haar collega Julia Niemeijer toegestuurd. Zij zorgen voor de invoer van de gegevens in het databestand en voor de bijbehorende rapportage. Deze wordt in het papieren dossier van het kind opgenomen en zo komen de gegevens ter beschikking van de behandelaars. Tijdens een gesprek met ouders en/of het kind hoeven deze gegevens dan ook niet meer verzameld te worden.
Lilian van Seggelen
Het ‘oude’ systeem functioneert al jaren naar tevredenheid, toch is de laatste jaren steeds sterker de noodzaak gevoeld het systeem meer up to date te maken. Ook wordt de behoefte aan een elektronisch patiëntendossier steeds groter en dat betekent dat de patiëntgegevens digitaal vastgelegd moeten worden, op zo’n manier dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor behandelaren. Lilian van Seggelen: “Daarnaast willen wetenschappers bij hun onderzoeken graag gebruik maken van de verzamelde informatie en ook voor het management bieden de verzamelde gegevens een schat aan informatie.
Denk bijvoorbeeld aan verschuivingen in de problematiek van de aangemelde kinderen, aan gegevens over wie er naar Curium verwijst, over de regio’s waaruit de kinderen komen enz. Daarom is er gezocht naar een nieuw systeem voor invoer en verwerking van de gegevens. De oplossing hiervoor is gevonden in SDE, een aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam ontwikkelde applicatie die gestructureerde data-invoer mogelijk maakt. Hiermee zijn elektronische vragenlijsten en andere formulieren opgebouwd die op de computer ingevuld kunnen worden. Uit de ingevoerde gegevens kan een rapportage gegenereerd worden, die door de behandelaren van het kind op hun computer in te zien is. Een eerste begin van een elektronisch patiëntendossier dus. In mei 2007 wordt gestart met het ingebruiknemen van de elektronische versie van het behandelplan, binnen enkele maanden daarna volgen de oudervragenlijsten. Ook een nieuwe ontwikkeling is het scannen van de gegevens wat in de nabije toekomst de handmatige invoer gedeeltelijk gaat vervangen.”
Jaardocument 2006
42
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Commissies Kwaliteitscommissie Charlotte van Baaren, voorzitter Roel Eijsberg Bart Siebelink Daniëlle Aldershoff Tiny Romkema Anita Hagendoorn Protocollencommissie Roel Eijsberg, voorzitter Daniëlle Aldershoff Marjo Borsje Annelies Besemer Tiny Romkema Astrid Prins Geneesmiddelencommissie Godfried Marijnissen, voorzitter Mirjam Rinne Cees van Kuik Marrie Smallenbroek Tamara Roorda Jolanda Schaart Vanuit het Diaconessenhuis: N. Zoet en A. Ledeboer, apothekers Vanuit het LUMC: J. Diepstraten en M. Oosterhuis, apothekers Middelen en maatregelen commissie Roel Eijsberg, voorzitter Linda Barnhoorn Ronald Heukels Ankie de Jong André van der Graaff Commissie Melding Incidenten Patiënten (MIC) Mieneke Norder, voorzitter Monique Geerts Ronald Gordijn Willem Hallensleben Ronald Heukels Godfried Marijnissen Else Pool Marieke Oosterhuis Arboteam Rik Boswerger, voorzitter Anita Hagendoorn, secretariaat Jelle Bender Caroline Houben Corine Sengers Florianne Schepen
Jaardocument 2006
43
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Geneesmiddelencommissie In 2006 stonden drie belangrijke veranderingen in de medicatievoorziening in Curium voor de geneesmiddelencommissie centraal: allereerst de overgang van de apotheek van het Diaconessenhuis naar de apotheek van het LUMC per 1 mei, de tijdelijke verhuizing van het depot in Curium in verband met de verbouwing en de invoering van elektronisch voorschrijven via Medicator per 1 september. Binnen de commissie is veel aandacht uitgegaan naar communicatie over bovengenoemde veranderingen en praktische advisering met de bedoeling zaken maximaal constructief en veilig te laten verlopen. De overgang van de apotheek van het Diaconessenhuis naar die van het LUMC is, op wat kleine opstartproblemen na, uitstekend verlopen. Ten behoeve van het elektronisch voorschrijven hebben alle artsen een instructie in het LUMC gekregen. Op inhoudelijk vlak is verder het volgende gerealiseerd. Marrie Smallenbroek heeft een presentatie verzorgd voor kinderpsychiaters en artsen over melatonine. Aanleiding daartoe was een bericht van de directie eind 2005, dat in Curium geen middelen mochten worden aangewend, die in Nederland niet als geneesmiddel geregistreerd zijn, zoals melatonine en dexamfetamine. Omdat deze middelen niet zonder meer uit het psychofarmacapallet verwijderd kunnen worden, is een protocol geschreven, dat bij inzet van melatonine of dexamfetamine kan worden aangewend. Er is besloten dat apotheker M. Oosterhuis gaat participeren in de MIC-vergaderingen (Medische Incidenten Patiënten) met de bedoeling het aantal medicatiefouten zo veel mogelijk terug te dringen. Eind 2006 is besloten de vergaderfrequentie van de commissie op te voeren van 3 maal per jaar naar minstens 1 maal per 2 maanden. Het actualiseren van het Curium-formularium en van het reglement van de geneesmiddelencommissie staan dan hoog op de agenda. Vanaf januari 2007 wordt de medicatie in het Curium-depot niet meer door Curiummedewerkers, maar door apothekersassistenten van het LUMC uitgezet. In 2006 hebben vijf bijeenkomsten plaatsgevonden: op 17 januari, 14 maart, 30 mei, 29 augustus en 12 december. Van deze vergaderingen zijn notulen beschikbaar.
Kwaliteitscommissie In 2006 heeft de Kwaliteitscommissie de werkzaamheden vervolgd om accreditatie bij het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ) aan te vragen. Onder leiding van de kwaliteitscommissie is in 2006 het merendeel van de afdelingen gestart met zelfevaluaties om het eigen functioneren vast te leggen en om de aanwezige kwaliteit te borgen. Daarnaast is een plan van aanpak opgesteld en is een procedure gestart om een kwaliteitsfunctionaris in dienst te nemen. Zes interne auditoren hebben een opleiding gevolgd. Het is de bedoeling dat deze auditoren afdelingen binnen Curium bezoeken om te kijken of ze voldoen aan de normen die gesteld worden aan kwaliteit en de borging ervan. Van elke audit wordt een rapport gemaakt. De eerste audits vinden plaats in het voorjaar van 2007. Met de ondertussen aangestelde kwaliteitsfunctionaris moet het in 2007 lukken een aanvraag voor de accreditatie in te dienen. In deze aanvraag kan Curium beschreven worden als een organisatie die haar huidige kwaliteit vrijwel compleet op papier heeft staan en aan kan tonen dat door interne audits ook de verbetering van die kwaliteit continu op de agenda staat.
Jaardocument 2006
44
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Protocollencommissie De protocollencommissie is verantwoordelijk voor het beheer van protocollen en werkafspraken die de gehele (of grote onderdelen van de) instelling aangaan. Dit beheer houdt in dat de documenten worden beoordeeld op of voorzien worden van titel, actuele datum, geldigheidsduur en procesverantwoordelijken. De commissie is in 2006 5 keer bijelkaar geweest. Ook kan de protocollencommissie het initiatief tot het opzetten van een nieuw protocol of werkdocument nemen dan wel een opdracht daartoe krijgen vanuit de directie of CMO (Clustermanagers). De protocollencommissie organiseert primair de procedure voor het tot stand komen van de betreffende documenten. De protocollencommissie heeft een autonome positie en adviseert de directie. De protocollencommissie besloot om in 2006 prioriteit te geven aan het beheer dan wel aanvullen van protocollen t.a.v. de directe patiëntenzorg en de veiligheid. Een kleine 80 documenten betreffende de patiëntenzorg en de interne regelgeving kliniek/polikliniek/diagnostiek, alsmede over de veiligheid werden gecorrigeerd dan wel aangevuld, deels door de protocollencommissie zelf, deels via opdracht aan projectgroepen. De samenstelling van deze projectgroepen kwam via het MT of CMO tot stand. Het papieren protocollenboek werd vervangen door een geactualiseerd, digitaal, via het intranet van Curium te bereiken protocollenboek. Voor 2007 is besloten om een passend trefwoordenregister samen te stellen dat het vinden van het juiste document zal vergemakkelijken.
Arboteam In 2006 is het arboteam van Curium elf keer bij elkaar gekomen. Het merendeel van de werkzaamheden over 2006 bestond uit het maken van het plan van aanpak op basis van de in het voorgaande jaar gemaakte risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) en de uitkomsten van de Vragenlijst Beleving en Beoordeling Arbeid (VBBA). Het arboteam heeft de uitkomsten van beide onderzoeken in 2006 vertaald in concrete plannen om de geconstateerde knelpunten op te lossen. Daarbij is een aanzet gegeven voor de oplossingsrichting, een probleemeigenaar binnen Curium benoemd en een prioriteit aan het knelpunt gegeven. Het plan van aanpak is net na de zomer van 2006 voor instemming aangeboden aan de ondernemingsraad van Curium. Na enige overleggen en op basis van aanpassingen van het plan van aanpak naar aanleiding van de adviezen van de ondernemingsraad heeft de ondernemingsraad in het najaar van 2006 akkoord gegeven op het aangepaste plan van aanpak. De komende jaren zal het arboteam onderdelen van het plan van aanpak zelf ter hand nemen en de overige delen van het plan van aanpak coördineren en monitoren. Naast de resultaten van de RI&E en de VBBA heeft het arboteam zich in 2006 gebogen over actuele knelpunten. Zo is geconstateerd dat bij ingebruikname van de nieuwe woonunits A t/m H de luchtbehandeling en verwarming in de units voor de gebruikers te wensen overliet. Het arboteam heeft de GBGD van het LUMC gevraagd een onderzoek in te stellen naar de temperatuur en de luchtvochtigheid en aanbevelingen te doen voor het verbeteren van de beleving. Eind 2006 heeft dit geresulteerd in een aantal aanbevelingen die in 2007 ter hand zullen worden genomen. Ook heeft het arboteam zich gebogen over een aantal bedrijfsongevallen, die in 2006 hebben plaatsgevonden. Ook is er een nieuwe regeling arboteam opgesteld, is de meldingenregistratie in Curium gestroomlijnd, een tilcursus georganiseerd en heeft Jelle Bender de interne werkplekdeskundigheid op zich genomen. De GBGD heeft in de loop van 2006 een advies uitgebracht over de invulling van de taken van preventiemedewerker zoals die door de Arbo-wet worden doorgeschreven. Voor een kleine, specifieke organisatie als Curium behelzen de taken van de preventiemedewerker een beperkte omvang. Het ziekteverzuimbeleid en de ziekteverzuimbegeleiding vallen binnen Curium buiten de taken van de preventiemedewerker. In de loop van 2007 zal duidelijk worden hoe Curium invulling zal geven aan deze preventietaken die vooralsnog door het arboteam worden waargenomen.
Jaardocument 2006
45
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Publicaties en voordrachten Reguliere publicaties Daenen, E.W.P.M. & van Reekum, A.C. Ambulante langerdurende psychotherapie bij patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Tijdschrift voor Psychotherapie, 32, 21-32 Liber, J. M., List, D., van Loey, N.E.E., & Kef, S. Internalizing problem behavior and family environment of children with burns: a Dutch pilot study. Burns, 32, 165-171. Maras, A., Laucht, M., Fischer, T., Wilhelm, C. & Schmidt M.H. Erniedrigte Serotoninkonzentatrionen im thrombozytenfreien Plasma bei Jugendlichen mit externalen Verhaltensproblemen. Zeitschrift für Kinder- und Jugendpsychiatrie und Psychotherapie, 34, 2935. Meijer, M. Narcistische stoornissen bij adolescenten. Handboek Kinderen & Adolescenten, B110-1 - B110-14. Houten. Bohn Stafleu Van Loghum. Rinne-Albers, M.A.W. Traumatisering in de jeugd. In: I.M. van Vliet, E.A.M. Knoppert-van der Klein, P. Kolling & C.J. Sleeboom-van Raaij (red) Vrouw & leven. Psychopathologie bij vrouwen in de diverse levensfasen, pp. 122-137. Houten, Bohn, Stafleu, van Loghum. Van Gent, T. Kinderen met een ernstige auditieve of visuele beperking. In: Th. Doreleijers, F. Boer, J. Huisman, R. Vermeiren, E. de Haan, (red.) Leerboek Psychiatrie Kinderen en Adolescenten, pp 401-407. Utrecht, De Tijdstroom. Treffers, Ph.D.A., van Widenfelt, B.M., van Lang, N.D.J., Siebelink, B.M., & de Bruijn, B.B. De Beoordeling van de Ontwikkeling en het Welzijn van het Kind (BOWK). Nederlandse bewerking van Robert Goodman: The Development and Well-Being Assessment (DAWBA). Experimentele versie. Interne publicatie ACKJP Curium, Oegstgeest. Treffers, Ph.D.A. Over de beperkte mogelijkheden van een onuitwisbaar vak. Rede uitgesproken ter gelegenheid van zijn afscheid als hoogleraar in de Kinder- en Jeugdpsychiatrie Leiden op 25 augustus 2006. Leiden, Universiteit Leiden. Treffers, Ph.D.A. (2006). De beperkte mogelijkheden van een onuitwisbaar vak. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 61, 837-853. Blankenstijn, C.J.K. & A.R. Scheper (2006) Kinderen met een psychiatrische stoornis en hun taalontwikkeling, Handboek Stem-, Spraak- en Taalpathologie, B8.1.4.6, Houten\Antwerpen: Bohn, Stafleu, van Loghum. Blankenstijn, C.J.K. & A.R. Scheper (2006) Pragmatische stoornissen, Handboek Stem-, Spraaken Taalpathologie, B12.1.4.8, Houten\Antwerpen: Bohn, Stafleu, Van Loghum. Blankenstijn, C.J.K. & A.R. Scheper (in publication) Language development in children with psychiatric impairment, Psychology of Language and Communication.
Jaardocument 2006
46
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Vakpublicaties Marijnissen, G.M. Verslag van de bijeenkomst Zwangerschap en Psychiatrie. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 61: 555-558. Treffers, Ph.D.A. Bespreking van F. Verheij e.a. (red.) (2005) Integratieve kinder- en jeugdpsychotherapie. Assen, Van Gorcum. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 150, 15971598. Treffers, Ph.D.A. Bespreking van A. Dosen (2005). Psychische stoornissen, gedragsproblemen en verstandelijke handicap. Een integratieve benadering bij kinderen en volwassenen. Assen, Van Gorcum. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 150, 1208. Eijsberg, R. De rol van de GGZ in de aanpak van kindermishandeling. Kind en Adolescent Praktijk, 120-121. In druk Lindhout, I.E., Markus, M.Th., Hoogendijk, Th.H.G., Borst, S.R., Maingay, R., Spinhoven, Ph., Dyck, R. van & Boer, F. Childrearing style of anxiety-disordered parents. Child Psychiatry and Human Development. Kallen, V.L., Tulen, J.H.M., Utens, E.M.W.J., Treffers, Ph. D.A., de Jong, F.H., & Ferdinand, R.F. Daytime salivary cortisol concentrations in children and adolescents with an anxiety disorder. Depression and Anxiety. Liber, J.M., Van der Leeden, A.J.M., Sauter, F. & Treffers, Ph.D.A. Therapeutische alliantie: de TPOCS-ANL, een observatie-codeersysteem voor het beoordelen van de band tussen cliënt en therapeut bij kinderpsychotherapie. Treffers, Ph.D.A. & Rinne, M.A.W. Schoolweigering. In: F.C. Verhulst., F. Verheij, & R.F. Ferdinand (red). Kinder- en jeugdpsychiatrie Deel 3. Behandeling. Treffers, Ph.D.A. & Rinne, M.A.W. Selectief mutisme. In: F. Verhulst., F. Verheij, & R.F. Ferdinand (red). Kinder- en jeugdpsychiatrie Deel 3. Behandeling. Treffers, Ph.D.A. & Rinne, M.A.W. Obsessieve compulsieve stoornis. In: F.C. Verhulst., F. Verheij, & R.F. Ferdinand (red). Kinder- en jeugdpsychiatrie Deel 3. Behandeling. Rinne, M.A.W. & Treffers, Ph.D.A. Posttraumatische stress stoornis. In: F.C. Verhulst., F. Verheij, & R.F. Ferdinand (red). Kinder- en jeugdpsychiatrie Deel 3. Behandeling. Voordrachten en posters van Gent, T. Slechthorende en dove kinderen met psychiatrische problematiek. Indicaties voor aanmelding, behandelmogelijkheden, uitdagingen in de naaste toekomst. Voordracht symposium KNO/audiologie LUMC, Leiden, 12 januari 2006. Rinne-Albers, M.A.W. Kinder- en jeugdpsychiatrische diagnostiek: Angststoornissen. Lezing in kader van Boerhaavecursus Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Leiden, 23 februari 2006. Maras, A. Kinder- en jeugdpsychiatrische diagnostiek: ADHD. Lezing in kader van Boerhaavecursus Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Leiden, 23 februari 2006. Treffers, Ph.D.A. Anxiety disorders: categories and dimensions. Honours Class Universiteit Leiden, 10 maart 2006.
Jaardocument 2006
47
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Maras, A. ADHD altijd? Het klinische beeld van kindertijd tot volwassenheid. Symposium Psychiatrie Transmuraal. Oegstgeest, 9 maart 2006. Treffers, Ph.D.A. Schoolweigering (schoolfobie). Lezing in kader van symposium “Actualiteiten Jeugdgezondheidszorg”. Amsterdam, 21 april 2006. Van Gent, T. The development of specialist mental health services for deaf and hard of hearing children and adolescents in Europe: Trends, pitfalls and future directions. Lezing meeting Special Interest Group on Deaf Children and Families, European Society on Mental Health and Deafness, Tenerife, September 20-23, 2006. Liber, J.M., Van Widenfelt, B.M., Ferdinand, R.F. Utens, E.M.W.J., & Treffers, Ph.D.A. Group Treatment versus Individual Treatment of Childhood Anxiety Disorders. Lezing Symposium EACBT Annual Convention, Paris, September 20-23, 2006. Eijsberg, R. De wet BOPZ in de kinder- en jeugdpsychiatrie: de visie van een kinder- en jeugdpsychiater. Voordracht tijdens symposium “Kinder- en jeugdpsychiatrie: wetten, fouten en beeldvorming. Leiden, 17 november 2006. Theil, A. Psychofarmacologie van somatoforme stoornissen. Workshop tijdens symposium “Psychofarmaca in de kinder- en jeugdpsychiatrie”. Leiden, 16 november 2006. Maras, A. Psychofarmacologie van eetstoornissen. Workshop tijdens symposium “Psychofarmaca in de kinder- en jeugdpsychiatrie”. Leiden, 16 november 2006. Meijer, M. Psychofarmacologie van persoonlijkheidsstoornissen. Workshop tijdens symposium “Psychofarmaca in de kinder- en jeugdpsychiatrie”. Leiden, 16 november 2006. Marijnissen, G.M. Psychofarmacologie van bipolaire stoornissen. Workshop tijdens symposium “Psychofarmaca in de kinder- en jeugdpsychiatrie”. Leiden, 16 november 2006. Goedhart, A.W. De factorstructuur van de SDQ bij verschillende etnische groepen. Lezing in kader van symposium “De introductie van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) en daarmee gerelateerde instrumenten in Nederland”. Leiden, 3 november 2006. van Widenfelt, B.M. Translation and adaptation of the SDQ and DAWBA in The Netherlands. Lezing in kader van symposium “De introductie van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) en daarmee gerelateerde instrumenten in Nederland”. Leiden, 3 november 2006. van Lang, N.D.J. De presentatie van de Nederlandse versie van de DAWBA. Lezing in kader van symposium “De introductie van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) en daarmee gerelateerde instrumenten in Nederland”. Leiden, 3 november 2006. Blankenstijn, C.J.K. & A.R. Scheper (2006) Similarities and differences between the acquisition of sign language and spoken language in hard of hearing and deaf children with psychiatric impairment, Interne Voordracht voor medewerkers van een Kliniek voor Dove Volwassenen uit Oslo, Noorwegen. Scheper, A.R. (2006) Taalstoornissen bij kinderpsychiatrische stoornissen: hoe vertellen kinderen met een psychiatrische stoornis een verhaal?, Alle Taal Centraal, Nationaal Congres over Kinderen met Communicatieve Stoornissen, Veldhoven.
Jaardocument 2006
48
Curium, Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Bestuurlijk onderdeel van het LUMC
Scheper, A.R. (2006) Taalstoornissen bij kinderen met een psychiatrische stoornis, Werkgroep Aangaande Gehoor- en communicatieve beperkingen (WAG), Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), Eindhoven. Scheper, A.R. (2006) Taalstoornissen bij kinderpsychiatrische stoornissen: hoe vertellen kinderen met een psychiatrische stoornis een verhaal?, Koninklijke Aurisgroep, Symposium over Communicatie, van zelfsprekend toch?, Driebergen. Blankenstijn, C.J.K.(2006) Taalstoornissen bij kinderen met een psychiatrische stoornis, Team Kinder- en Jeugdpsychiatrie, De Meerkanten, Lelystad.
Jaardocument 2006
49