Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
1.
Voorwoord
Voor u ligt het jaardocument over het boekjaar 2008 van de Stichting Curium-LUMC, academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie met vestigingen in Oegstgeest en Gouda. In de verzorgingsgebieden Zuid-Holland noord en Midden-Holland voorziet Curium-LUMC in poliklinische, deelklinische en klinische diagnostiek en behandeling van kinderen en jeugdigen met een ernstig psychiatrisch probleem. Curium-LUMC is bestuurlijk verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum en geeft in dit kader mede gestalte aan de academisering van de kinder- en jeugdpsychiatrie. Het bestuur en de directie van Curium-LUMC hebben zich geconfirmeerd aan de corporate governance code. In dit jaardocument wil de stichting op een zo goed mogelijke manier haar maatschappelijke verantwoording afleggen over prestaties op het gebied van academische kinder- en jeugdpsychiatrie over het boekjaar 2008. Het jaardocument is opgesteld conform de richtlijnen van het Ministerie van VWS. Omdat Curium-LUMC zowel geestelijke gezondheidszorg uitvoert, als ook de academische kerntaken onderwijs, onderzoek, opleiding en nascholing, wordt een ruimere set prestatie-indicatoren gehanteerd. In dit jaardocument wordt de hoofdstukindeling aangehouden zoals die door de richtlijnen van het ministerie zijn voorgeschreven. Verschillende organisatieonderdelen leggen verantwoording af. Ook zijn in het jaardocument de verschillende jaarverslagen van de commissies van CuriumLUMC opgenomen. Het bestuur en de directie van Curium-LUMC wensen u veel leesplezier.
Jaardocument 2008
1
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Inhoudsopgave Pagina 1. Voorwoord 2. Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens 2.2 Bestuur en directie 2.3 Structuur Curium-LUMC 2.4 Missie en kerntaken
1 3 3 4 5 6
3. Verslagen bestuur, directie en adviesorganen 3.1 Verslag bestuur 3.2 Verslag directie 3.2.1 Verslag bedrijfsvoering 3.3 Verslag Ondernemingsraad 3.4 Verslag Cliëntenraad
7 7 7 8 9 10
4. Jaardoelen op basis van de missie
11
5. Prestaties in relatie tot de doelstellingen 5.1 Samenwerking 5.2 Patiëntenzorg, Cluster 1 5.2.1 Clusterbrede doelstellingen en prestaties 5.2.2 Prestaties afdelingen 5.2.3 Productieoverzicht Cluster 1 5.3 Patiëntenzorg, Cluster 2 5.3.1 Clusterbrede doelstellingen 5.3.2 Prestaties 5.4 Academische doelstellingen en prestaties 5.4.1 Onderwijs 5.4.2 Opleiding 5.4.3 Onderzoek 5.4.4 Nascholing 5.4.5 Academische inbreng in commissies
12 12 13 13 14 17 18 18 18 21 21 22 23 24 24
6. Kwaliteit 6.1 Algemeen kwaliteitsbeleid 6.2 Kwaliteitsbeleid patiënten en cliënten 6.2.1 Klachten 6.2.2 Patiëntenvertrouwenspersoon 6.3 Kwaliteitsbeleid zorg 6.3.1 Geneesmiddelencommissie 6.3.2 Middelen en Maatregelen 6.3.3 Meldingen Incidenten Patiëntenzorg 6.4 Kwaliteit en veiligheid 6.4.1 BHV
25 25 26 26 27 28 28 28 30 33 33
7. Ondersteunende afdelingen 7.1 Personeel en organisatie 7.1.1 Personeelsbestand 7.2 Arbo 7.3 Facilitaire Dienst 7.4 Economische en Administratieve Dienst 7.4.1 Verkorte jaarrekening 7.4.2 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 7.4.3 Accountantsverklaring
34 34 35 40 40 41 43 45 46
2
Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
2.
Profiel van de organisatie
Entree Curium-LUMC in Oegstgeest
2.1
Algemene identificatiegegevens
De hoofdvestiging van Curium-LUMC is in Oegstgeest aan de Endegeesterstraatweg 27-36. Daarnaast heeft Curium-LUMC een nevenvestiging in Gouda aan de J.P. Thijsselaan 47. De Stichting Curium-LUMC is met het nummer 41166027 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder ‘stichtingen tot algemeen nut’. Curium-LUMC heeft een erkenning als categoriaal kinderpsychiatrisch ziekenhuis en stemt haar AWBZ-taken af met het Zorgkantoor Zuid-Holland noord, ressorterend onder Zorg en Zekerheid. In 2008 is de totale financiering van Curium-LUMC nog verantwoord uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, er zijn voorbereidingen getroffen om te gaan werken met de Diagnose Behandel Combinaties (dbcsystematiek). Adressen: Endegeesterstraatweg 27 2342 AK Oegstgeest Tel. 071-5159600 Fax 071-5171414 Jac. P. Thijsselaan 47 2803 RT Gouda Tel. 0182-569569 Fax 0182-469550
Jaardocument 2008
3
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
2.2
Bestuur en Directie
Curium-LUMC heeft een stichtingstructuur met een bestuur-/directiemodel. Conform de corporate governance code houdt het bestuur toezicht en is de directie belast met de bestuurlijke uitvoering. Curium-LUMC is bestuurlijk verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), de leden van de Raad van Bestuur van het LUMC hebben zitting in het Curium-LUMC bestuur. Onder het dak van Curium-LUMC is ook de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het LUMC gevestigd. De exploitatie van deze afdeling wordt verantwoord in de jaarrekening van het LUMC en buiten dit jaardocument gehouden. Het bestuur en de directie van Curium-LUMC hebben zich gecommitteerd aan de corporate governance code zoals die voor de zorgsector is afgegeven. In het bestuur- en directiereglement zijn de taken en bevoegdheden van de onderdelen beschreven en zijn de verantwoordelijkheden toebedeeld. De leden van het Bestuur Prof. dr. F.C. Breedveld (voorzitter) Dr. ir. P.C.J. Leijh (secretaris) Ir. H.M. le Clercq (penningmeester) Prof. dr. E.C. Klasen De Directie van Curium-LUMC Prof. dr. R.R.J.M. Vermeiren (directeur patiëntenzorg en voorzitter) Drs. H.G. Boswerger (directeur bedrijfsvoering) Het bestuur en de directie van Curium-LUMC laten zich adviseren door twee officiële adviesorganen: de ondernemingsraad, bestaande uit werknemers en de cliëntenraad, bestaande uit ouders/voogden van in Curium-LUMC behandelde kinderen en jeugdigen, aangevuld met een externe huisarts. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van beide adviesorganen zijn conform de wet georganiseerd.
4
Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
2.3
Structuur van de organisatie
In onderstaand organigram is de structuur van de organisatie schematisch weergegeven. De organisatie van de zorg is opgesplitst in twee Clusters. In Cluster 1 zijn de klinische en dagklinische afdelingen ondergebracht en Cluster 2 bestaat uit poliklinische zorg en enkele dagbehandelingafdelingen. Beide Clusters worden duaal aangestuurd door een manager patiëntenzorg en een manager bedrijfsvoering. Naast de patiëntgebonden afdelingen beschikt de organisatie over twee centrale diensten. De Economische Administratieve Dienst verzorgt de financiële, salaris- en medische administratie en de automatisering. De Facilitaire Dienst is verantwoordelijk voor bouw en techniek, receptie, bewaking, schoonmaak, linnen, voeding en catering. Daarnaast wordt de organisatie ondersteund door de afdeling Personeel & Organisatie, de afdeling Communicatie, de afdeling Kwaliteit, de afdeling Medische Informatie Voorziening en de afdeling Onderzoek. Deze laatste afdeling is deels geïntegreerd in de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie die onder het financiële domein van het LUMC valt.
Jaardocument 2008
5
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
2.4
Missie en kerntaken
In de statuten van de Stichting Curium-LUMC staat de doelstelling van de stichting als volgt beschreven: ‘Ten dienste van het algemene belang curatieve en preventieve hulp te verlenen aan kinderen en jeugdigen, in het bijzonder de observatie, verpleging en behandeling van kinderen en jeugdigen voor wie de emotionele, cognitieve en/of sociale ontwikkeling en de omstandigheden waarin zij leven is vastgelopen of ernstig wordt bedreigd’. In haar statuten staat verder dat Curium-LUMC deze missie wil bereiken door: • Beheer en exploitatie van een kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum. • Scheppen van een gunstig behandel-, verzorgings-, leef- en begeleidingsklimaat voor de patiënten en een gunstig werkklimaat voor de medewerkers. • Geven van beroepsgericht onderwijs of het verlenen van medewerking aan opleidingsinstituten, bijzonder aan universitaire instellingen, voor het vervullen van coassistentschappen en stages, het volgen van een opleiding tot specialist, van cursussen en andere onderwijsactiviteiten. • Het bevorderen van een regionaal en nationaal gezondheidszorgbeleid, onder meer door samenwerking met andere instellingen op het gebied van intra- en extramurale gezondheidszorg. • Het verrichten van of medewerking verlenen aan wetenschappelijk onderzoek voor de instelling of voor de gezondheidszorg. Dit wetenschappelijk onderzoek is ten behoeve van kinderen en jeugdigen en is vaak in samenwerking met andere universitaire instellingen. • Alle andere wettige middelen. De kerntaken van Curium-LUMC zijn: 1. Patiëntenzorg 2. Onderwijs 3. Wetenschappelijk onderzoek 4. Opleiding (waaronder bij- en nascholing) Curium-LUMC behandelt kinderen en jeugdigen met een ernstige psychiatrische stoornis tot en met de leeftijd van 18 jaar. In uitzonderlijke gevallen worden een hogere leeftijdsgrens gehanteerd. Het komt af en toe voor dat een patiënt die de volwassen leeftijd heeft bereikt, maar emotioneel nog jong is, met toestemming van de zorgverzekeraar enige tijd in behandeling van de instelling blijft. Curium-LUMC heeft een categoriale erkenning als psychiatrisch ziekenhuis binnen de sector van de kinder- en jeugdpsychiatrie. Voor het verzorgingsgebied Zuid-Holland noord en MiddenHolland beschikt zij over een klinische capaciteit van 93 bedden, 24 deeltijdplaatsen en een poliklinische functie die in 2008 een omvang had van 38.000 verrichtingen waarmee 1200 patiënten zijn bediend. Op 31 december 2008 waren er 380 personen in dienst van CuriumLUMC. De exploitatie van het ziekenhuis had in 2008 een omvang van 18 miljoen euro.
6
Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
3
Verslagen bestuur, directie en adviesorganen
3.1
Verslag bestuur
Het bestuur van de Stichting Curium-LUMC is belast met het integrale toezicht op de organisatie en directie. Het toezicht omvat alle kerntaken van de instelling. Voor dit doel hebben de directie en het bestuur in 2008 vier maal volgens een vast vergaderstramien vergaderd. Ook hebben er bilaterale overleggen plaatsgevonden over de belangrijke thema’s die binnen de organisatie spelen. Het bestuur heeft in aanwezigheid van de directie overleg gevoerd met de ondernemingsraad. De auditcommissie van Curium-LUMC (bestaande uit de penningmeester van het bestuur, de directeur bedrijfsvoering en het hoofd Economische en Administratieve Dienst) heeft twee keer vergaderd ter voorbereiding op de bestuursvergaderingen. Aan de orde kwamen o.a. de resultaten, de jaarrekening, de managementletter, de begroting, de risicoparagraaf, dbcimplementatie en de AO/IC-procedures. 2008 stond voor het bestuur in het teken van consolidatie van de ingeslagen weg om de financiële draagkracht van Stichting Curium-LUMC gezond te houden en waar mogelijk te verbeteren. In turbulente tijden van de invoering van de marktwerking, de noodzakelijke groei van de instelling om aan de toenemende vraag te voldoen en de verandering van de beleidsregels in de sector (dbc’s), is de organisatie onderhevig aan veel veranderingen. Het bestuur heeft in 2008 in haar bestuursvergaderingen met de directie aandacht besteed aan het stabiliseren van de ondersteunende processen van deze veranderingen, het financiële klimaat en het sturingsmechanisme. Ook is uitgebreid aandacht besteed aan de moeilijke positie waarin de hulpverlening aan doven en slechthorenden is terechtgekomen. De veranderende maatschappelijke context heeft ervoor gezorgd dat deze unieke zorg in gedrang is gekomen en diende te worden afgebouwd. Daarnaast is toenemend aandacht besteed aan de nieuwe strategische koers en het vervullen van de kerntaken van Curium-LUMC. Met het veranderen van de stichtingnaam Curium in Curium-LUMC heeft het bestuur de academische ambities gefiatteerd. Curium-LUMC is hiermee in staat gesteld de academische taken van de instelling duidelijker te positioneren en heeft hiermee aangegeven zich te committeren aan de prestatie-indicatoren van het LUMC.
3.2
Verslag directie
De directie van Curium-LUMC is belast met het besturen van de organisatie. Ook in 2008 heeft de directie veel tijd besteed aan de veranderende omgeving waarbinnen de kinder- en jeugdpsychiatrie moet functioneren: marktwerking, DBC’s, maatschappelijke verantwoording en toenemende en veranderende vraag. In 2008 is een start gemaakt met het vormgeven van het Curium-LUMC van de toekomst. Doel is nog meer dan voorheen de patiënt centraal te stellen, door nadruk te leggen op continuïteit van zorg. Het proces van verandering moet iets worden van de hele organisatie, wat gesymboliseerd wordt in de nieuwe beleidscyclus. Tweemaal per jaar zullen verantwoordelijken van alle afdelingen samenkomen. In de eerste bijeenkomst zal worden teruggeblikt op het voorgaande jaar, in de tweede bijeenkomst zullen plannen voor de toekomst worden gepresenteerd. De bijeenkomst van november 2008 concentreerde zich op de jaarplannen van de afdelingen om daarmee tezamen de inhoud van 2009 te bepalen.
Jaardocument 2008
7
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
3.2.1 Verslag bedrijfsvoering
Voor het jaar 2008 werd gestreefd naar een licht positief resultaat om de vermogenspositie van Curium-LUMC te verbeteren. De toenemende marktwerking noopt de directie en bestuur ertoe meer reserves te hebben voor risicovollere periodes. De begroting is ingezet met een licht positief resultaat van tussen de 1 en 2% van de exploitatie. De overheid was ook in 2008 bereid additionele groeimiddelen aan de kinder- en jeugdpsychiatrie toe te delen om het grote aantal wachtenden in de kinder- en jeugdpsychiatrie te kunnen helpen. Op deze middelen heeft CuriumLUMC beroep gedaan. Over het boekjaar 2008 is een positief bedrijfsresultaat bereikt van € 229.000,-. Curium-LUMC beoogde in 2008 een lichte groei van de ambulante hulpverlening. De medewerkers zijn hierin geslaagd, terwijl de bezettingsgraad van de kliniek constant hoog is gebleven. Een gestage groei past in het scenario dat GGZ Nederland voor de kinder- en jeugdpsychiatrie heeft uitgestippeld om langzaam de wachttijden te laten verminderen en de hulpverlening te laten groeien zonder de arbeidsmarkt extreem onder druk te zetten. Het niveau van de klinische productie in 2007 is voor 2008 gehandhaafd. In 2008 is de Diagnose Behandel Combinatie (DBC) volledig als financiering ingevoerd. Bevoorschotting met maandelijkse bedragen op basis van productieafspraken in oude CTG termen werd afgeschaft. De inkomsten werden gegenereerd door afgesloten DBC’s te facturen aan de zorgverzekeraars van de patiënten. Binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie waar behandelingen gemiddeld zes tot 9 maanden duren betekende dit nieuwe systeem dat Curium-LUMC te maken kreeg met een aanzienlijke voorfinanciering van de exploitatie. Gedeeltelijk kwamen enkele zorgverzekeraars dit financieringprobleem tegemoet door met voorschotten te werken. Deze compensatie was echter niet genoeg om het financieringsgat te dichten. Curium-LUMC was derhalve in 2008 genoodzaakt aanvullende kredieten op te nemen om de exploitatie te bekostigen. Dit had voor 2008 aanvullende rentekosten tot gevolg. De implementatie van de nieuwe DBC systematiek kent voor de kinder- en jeugdpsychiatrie blijvend complicaties omdat de systematiek is toegespitst op de volwassenenpsychiatrie. Een aantal sectorspecifieke onderdelen van de kinder- en jeugdpsychiatrie kan hierdoor moeilijk in het systeem worden verwerkt. Over het algemeen is Curium-LUMC er in 2008 goed in geslaagd de dbc systematiek in te voeren, hoewel nog veel punten voor verbetering vatbaar zijn. De registratiegraad kan nog worden verbeterd, maar ook het systeem en de toepasbaarheid van de dbc’s voor de kinder- en jeugdpsychiatrie moeten in de komende periode verbeterd worden. Curium-LUMC is hiervoor afhankelijk van de productstructuur zoals het dbc onderhoudsorgaan die aanlevert en hoopt dat er in 2009 verdere stappen worden genomen door het DBC onderhoud orgaan om de productstructuur beter toepasbaar te maken voor de kinder- en jeugdpsychiatrie. Tot die tijd wordt er gewerkt aan verbetering van de registratie en een opzet om de werkwijze zo ondersteunend mogelijk te laten zijn aan het primaire proces. Met het bereiken van een positief resultaat is het weerstandsvermogen gestegen van 9,4 % naar 10,1% in 2008. In de komende jaren willen bestuur en directie deze positieve lijn verder opvoeren. Een hoger eigen vermogen is nodig om slagvaardiger in de nieuwe marktwerking te kunnen opereren.
8
Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
3.3
Verslag Ondernemingsraad – OR
‘Arbeidsomstandigheden’ is een breed begrip. De OR is blij dat er in 2008 op onderdelen
belangrijke resultaten zijn bereikt.
In november 2008 verwelkomde de organisatie de preventiemedewerker. De OR verwacht dat deze functionaris een spilfunctie in de organisatie kan krijgen en wil graag een bijdrage leveren om dit te bevorderen. Dit doet de OR via het (informele) contact met preventiemedewerker en via het arboteam waar een lid van de OR zitting in heeft. Waar nodig/wenselijk verwijst de OR medewerkers door naar arboteam, preventiemedewerker of medewerkers van de arbodienst. Enige tijd waren er problemen bij de klimaatbeheersing van de gebouwen in Oegstgeest. De OR maakte hier in 2007 een speerpunt van. In 2008 volgde een uitgebreid onderzoek naar de problemen. Hierbij kwamen enkele zaken aan het licht die verholpen konden worden. Toen de directie aangaf dat niet alle signalen onderbouwd werden door klachten van medewerkers, besloot de OR een oproep te doen aan alle medewerkers om hun klachten (nogmaals) te melden. Op deze oproep kwamen slechts enkele reacties van afdelingen, zodat de OR halverwege 2008 besloot om dit punt niet langer als speerpunt te beschouwen. Eind 2007 stelde de OR enkele voorwaarden op om in te kunnen stemmen met het herziene opleidingsbeleidsplan. In het voorjaar van 2008 werd het overleg hierover heropend. Gegevens om het beleid te kunnen toetsen, bleken om technische redenen nog niet beschikbaar gesteld te kunnen worden aan leidinggevenden en de OR. De OR besloot toch in te stemmen met het plan, zodat gestart kon worden met de uitvoering van het beleid. De voorbereidingen voor de accreditatie van het NIAZ gingen voor het grootste deel buiten het directe OR-werk om. De OR vindt het belangrijk dat de directie alle medewerkers blijft betrekken bij het kwaliteitsdenken en besprak regelmatig welke gevolgen het opzetten van het kwaliteitsbeleid voor de medewerkers heeft/kan hebben. De veranderende rol van doveninstellingen had vermindering van de doorverwijzing naar De Vlier tot gevolg. Samen met een terugloop van het aantal dove kinderen met een psychiatrische aandoening leidde dit al jarenlang tot een financieel tekort. De directie vroeg de OR in 2008 advies over inkrimping van het aanbod bij De Vlier. De OR gaf adviezen ten aanzien van een ‘spijtoptantenregeling’, het tijdpad, de bezwaarprocedure en de adviescommissie sociale begeleiding, waar de OR een lid voor voordroeg. In het najaar van 2008 verwachtte de directie een definitief besluit over het behandelaanbod te kunnen nemen. Helaas bleef de situatie dermate onzeker, dat veel medewerkers er voor kozen om een andere baan te gaan zoeken binnen of buiten Curium-LUMC. Begin 2008 besloot de directie de invoering van zorgprogrammering op een laag pitje te zetten. In het land bleken er weinig bruikbare voorbeelden van zorglijnen voor Curium-LUMC beschikbaar. De gedachtegang ging wel verder; eind 2008 ontving de OR de concept strategienota. De OR onderschreef de hierin genoemde kernproblemen en gaf, gebruik makend van het initiatiefrecht, enkele adviezen ten aanzien van de stuur- en werkgroepen, de mogelijke financiële- en personele consequenties, het management en de procedure. In 2009 zal de bespreking over de zorgprogrammering Curiumbreed verder worden gevoerd. Het OR-werk bleek ook in 2008 weer een mooie opstap in de loopbaan van veel OR-leden. Algemene oproepen en persoonlijke benadering ten spijt lijkt het er niet op dat we de smaak van verkiezingen weer snel mogen proeven. Integendeel: eind 2008 had de OR drie vacatures.
Jaardocument 2008
9
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Samenstelling ondernemingsraad per 31 december 2008: Bas van Eijk (voorzitter) Wilco Langeveld (vice-voorzitter) Arjan van Kesteren (secretaris) Joke Baars Ronald Gordijn Henny Heijkoop Ankie de Jong Vera van Houten (ambtelijk secretaris)
3.4
Verslag Cliëntenraad - CR
De cliëntenraad heeft in het boekjaar 2008 een actief jaar gehad. In een relatief stabiele samenstelling heeft de cliëntenraad veel betrokkenheid getoond bij de organisatie. Zij heeft diverse adviezen uitgebracht aan de directie van Curium-LUMC een heeft in een dialoog haar standpunt en perspectieven vanuit de patiënten verwoord. De cliëntenraad is in 2008 uitgebreid met de heer Schrader, die als huisarts uit de regio de cliëntenraad adviseert vanuit het verwijzersperspectief. De heer Schrader is huisarts te Leiden en voorzitter van CELLO, de corporatie van eerstelijns zorg in Leiden en omstreken. Activiteiten De activiteiten van de cliëntenraad bestonden in 2008 uit de volgende onderdelen: 1. Wervingsactiviteiten nieuwe cliëntenraadleden 2. Adviezen jaarverslagen, M&M- en MIP-commissie 3. Advies huisregels 4. Advies veiligheidsbeleid 5. Initiatief tot meer transparantie in de financiële verslaglegging over kerntaken 6. Verbetering informatie cliëntenraad en klachtrecht internet en intranet 7. Advies over instelling en implementatie jeugdraad binnen Curium-LUMC 8. Oriëntatie jeugdraad bij andere instellingen 9. Beheer eigen financiën 10. Advies jaardocument 2007 11. Advies opheffing specialistische eenheid voor doven en slechthorenden 12. Advies wetenschappelijk beleidsplan 13. Gesprek PVP en advies jaarverslag PVP 14. Afscheid Babette Glasbergen Samenstelling cliëntenraad in 2008: Rob Busink (voorzitter) Mea Braumuller Babette Glasbergen Peter Meijer Walter Schrader (adviserend huisarts)
10 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
4
Jaardoelen op basis van de missie
In het lopende strategisch beleidsplan van Curium-LUMC wordt de missie van de instelling zoals deze in de statuten van de stichting staan opgeschreven vertaald in jaarlijkse doelstellingen. Het huidige beleidsplan stelt o.a. de volgende doelen: Algemeen • Kenniscentrum (kennisvorming en kennisoverdracht) • Samenwerking met regionale zorgketenpartners Patiëntenzorg • Hoogst mogelijke kwaliteit van kinder- en behandeling • Werken volgens zorglijnen en zorgprogramma’s • Innovatie in de zorg • Verdere specialisatie • Uitbreiding ambulante zorg
jeugdpsychiatrische
diagnostiek
en
Onderwijs • Kennisoverdracht kinder- en jeugdpsychiatrie aan studenten Geneeskunde en studenten van FSW (Faculteit Sociale Wetenschappen) • Participeren in opleidingstraject voor sociotherapeuten • Geven van onderwijs als stimulans voor kennisvergaring Wetenschappelijk onderzoek • Nationale top en internationale positie versterken • Meer interactie onderzoek en patiëntenzorg • Verder uitwerken van de onderzoekslijnen Opleiding • Opleiden ervaren en enthousiaste kinder- en jeugdpsychiaters • Opleiding ervaren en enthousiaste GZ psychologen • Opleiden ervaren en enthousiaste klinisch psychologen • Verzorgen van regionale en landelijke nascholing kinder- en jeugdpsychiatrie In de volgende hoofdstukken worden aan de hand van deze doelstellingen de prestaties over 2008 beschreven.
Jaardocument 2008
11
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
5.
Prestaties in relatie tot de doelstellingen
5.1
Samenwerking
Curium-LUMC behandelt patiënten met een psychiatrische stoornis uit heel Nederland. De meeste patiënten komen uit de regio Zuid-Holland noord en Midden-Holland. Patiënten met een autismespectrumstoornis komen ook vanuit de omliggende provincies en als hulpverlener aan dove kinderen met een psychiatrische stoornis had Curium-LUMC in 2008 een landelijke taak. Curium-LUMC heeft als derdelijns voorziening een specialistische taak en een last resort functie. Dit betekent dat Curium-LUMC in beeld komt wanneer de psychiatrische problematiek van het kind complex is, er sprake is van co-morbiditeit en wanneer het kind bij andere hulpverleningsinstanties is vastgelopen. Dit betekent voor de kerntaak patiëntenzorg dat de samenwerking met andere zorginstellingen, die de keten van hulpverlening compleet maken, essentieel is. Continuïteit van zorg is een speerpunt van Curium-LUMC en daarom wordt getracht met relevante betrokken zorginstellingen tot goede operationele afspraken te komen zodat de patiënt niet tussen wal en schip valt. Binnen de derdelijns functie past ook het ondersteunen van andere instellingen wat betreft basale kinderpsychiatrische zorg. Curium-LUMC stelt haar expertise hiervoor ter beschikking, wat zichtbaar is door intensieve samenwerking met huisartsen wat betreft het accuraat kunnen detecteren van kinderpsychiatrische problemen in hun praktijk, en de forensische zorg in justitiële instellingen. De taken opleiding en onderwijs hebben zowel een regionaal als supra-regionaal karakter, en richten zich op de ruime interdisciplinaire groep medewerkers die binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie werkzaam zijn. Wetenschappelijk onderzoek kent uiteraard geen grenzen en samenwerking gaat dan over de landsgrenzen heen. Voor haar academische taken zoekt Curium-LUMC brede samenwerking. Zo is er traditioneel een sterke relatie met het LUMC voor de medische specialisaties en met de Universiteit Leiden op het gebied van psychologie en orthopedagogiek. Daarnaast zoekt Curium-LUMC waar mogelijk samenwerking met andere universitaire centra en (academische) instellingen die werkzaam zijn op het gebied van of raakvlakken hebben met de kinder- en jeugdpsychiatrie. Vanuit CuriumLUMC worden promovendi in regionale instellingen begeleidt (o.a. Rivierduinen kind en jeugd en De Jutters). Met verschillende academische centra zijn er samenwerkingsverbanden, die zich richten op de routine outcome monitoring (o.a. UMCG, AMC, VUMC), de forensische jeugdpsychiatrie (VUMC) en de zorg voor kinderen van volwassenen met een psychiatrische stoornis (VUMC, AMC, UMCG). Daarnaast heeft Curium-LUMC er in 2008 voor gekozen actief te participeren in de doorstart van het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Om goed maatschappelijk te kunnen ondernemen is de relatie met de zorgverzekeraar van belang. Het beleid van de overheid wordt waar relevant zo goed als mogelijk gevolgd en geïmplementeerd. Als kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum is Curium-LUMC onderdeel van de koepel GGZ Nederland. Door posities in te nemen in relevante organen poogt Curium-LUMC de belangen van het vak in functie van betere zorg aan de kinderen en jongeren met psychiatrische problemen te behartigen. Medewerkers van Curium-LUMC zetelen in de afdeling kinderpsychiatrie van de NVvP, de Erkenningscommissie Gedragsinterventies van het Ministerie van Justitie en het Forensisch Consortium Adolescenten (ForCA; www.forca.nu), en commissies van GGZ Nederland. Curium-LUMC is initiatiefnemer in de oprichting van ROMCKAP (www.romckap.org), een samenwerkingsverband van 17 instellingen die als doel heeft gezamenlijk een ROM methodiek voor de kinderpsychiatrie te ontwikkelen. De belangrijkste doelgroepen voor Curium-LUMC zijn: De patiënten en hun vertegenwoordigers, de regionale partners in de zorgketen, samenwerkende instellingen, de zorgverzekeraars, de overheid, universiteiten en andere academische instellingen.
12 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
5.2
Patiëntenzorg Cluster 1 - de kliniek
Cluster 1 is het zogeheten ‘klinisch Cluster’, de kliniek van Curium-LUMC. Het Cluster heeft twaalf verschillende afdelingen waar kinderen en jongeren voor korte of langere tijd worden behandeld en/of opgenomen. Onder Cluster 1 vallen ook de Educatieve therapie, School en Beroepstoeleiding (ESB), Vaktherapie en Begeleiding, zoals activiteitenbegeleiding, muziektherapie, beeldende therapie, educatieve therapie en psychomotorische therapie.
5.2.1 Clusterbrede doelstellingen en prestaties
2008 heeft in het teken gestaan van het optimaliseren en verder ontwikkelen van zowel patiëntenzorg als bedrijfsvoering. Er is op meerdere vlakken gewerkt aan beleidsontwikkeling. Clusterbrede speerpunten waren: Communicatie, Financieel beleid en Kwaliteit. • Communicatie In 2008 is extra aandacht besteed aan het optimaliseren van de interne communicatie en samenwerking. De overlegstructuur en het besluitvormingsproces zijn gestroomlijnd, onder andere door doelmatigheid in overlegvormen, richtlijnen voor communicatie en duidelijkheid in onderwerpstatus (ter kennisname, ter meningsvorming, ter besluitvorming). Het geheel is ondergebracht in een beleidscyclus, zodat de onderlinge aansluiting en voortgang beter kan worden bewaakt. Inhoudelijk is een kwaliteitsimpuls gegeven aan het nog meer concreet of S.M.A.R.T. formuleren van doelen, zowel in de bedrijfsvoering als in de patiëntenzorg. • Financieel beleid De aandacht voor kosten en baten is in 2008 verder aangescherpt. Door de overgang van Nza tarifering op basis van poliklinische verrichtingen, dagklinische opnamen en klinische bedden naar ZVW financiering op basis van DBC’s (en wanneer patiënten langer opgenomen zijn dan een jaar AWBZ financiering) zijn sommige procedures op het gebied van verrichtingenregistratie, bedbezetting, zorgzwaarte en indicatiestellingen herzien. Daarnaast is het concept van interne budgettering verder doorgevoerd, waarbij het centraal afgegeven financiële kader is vertaald naar deelbudgetten. Het genereren van managementinformatie in de vorm van maandelijkse exploitatiegegevens per afdeling is daarmee mogelijk geworden. • Kwaliteit Kwaliteitszorg oftewel ‘zorg voor kwaliteit’ omvat al die voorwaardenscheppende activiteiten die nodig zijn om de zorg- en dienstverlening op een toegankelijke, professionele, veilige en klantgerichte manier te kunnen laten plaatsvinden. In 2008 is extra aandacht besteed aan het zichtbaar maken van de manier waarop deze kwaliteit van zorg tot stand komt. Gewerkt is aan de verdere opbouw van het interne kwaliteitssysteem, het beschrijven van werkprocessen, het uitwerken van de kwaliteitsvisie in het kwaliteitshandboek van Cluster 1, het documentbeheer, de integratie van het INK model in de beleidscyclus, het meer S.M.A.R.T. formuleren van doelen, het intensiveren van interne audits en het transparanter maken van de ‘Plan Do Check Act’ cyclus, waarmee verbeteringen op het gebied van toegankelijkheid, professionaliteit, veiligheid en klantgerichtheid, geordend plaatsvinden. Een voorbeeld van kwaliteitsverbetering, is de verdere uitbouw van het zogenoemde Taakgericht programma, het speciale dagprogramma voor kinderen die vanwege hun problematiek niet naar school kunnen en op Curium-LUMC tijdens officiële schooltijd worden geholpen met het ontwikkelen van educatieve vaardigheden. Het werken volgens de ‘Plan do Check Act’ cyclus heeft ertoe geleid dat nu voor alle kinderen die klinisch zijn opgenomen een sluitend dagprogramma wordt opgesteld, met accenten op het gebied van pedagogiek, educatie, therapie, beroepstoeleiding en vrije tijdsbesteding.
Jaardocument 2008
13
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
5.2.2 Prestaties van de afdelingen
In het kort wordt hieronder specifiek ingegaan op enkele ontwikkelingen op afdelingsniveau. Nadrukkelijk gaat het hier om een selectie: Unit A (De Klimop), dagbehandeling jongeren met een autisme spectrumstoornis Een nieuwe ontwikkeling op deze unit is het werkplan voor alle jongeren met daarin een concreet einddoel van de behandeling. Het einddoel is onderverdeeld in werkdoelen met werkpunten, waardoor het voor iedereen duidelijk is waaraan wordt gewerkt. Ook voor ouders, die actief betrokken worden bij de behandeling. Tijdens ouderbegeleidingsgesprekken wordt het werkplan, samen met de mentor, door de jongere zelf gepresenteerd aan zijn ouders. Daarnaast zijn in maart en november ouderavonden georganiseerd waarin specifiek is ingegaan op het thema sociotherapie en het thema autisme. Voor medewerkers is in 2008 een start gemaakt met een in-service training Autisme. De opgedane kennis wordt gebruikt voor aanpassingen in het behandelaanbod, houding en aanpak (begeleidingsstijl). Van Krevelenhuis, klinische unit voor kinderen met een autisme spectrumstoornis In het Van Krevelenhuis is een aanzet gegeven om kinderen eerder, al tijdens de behandeling, voor te bereiden op de minder voorspelbare buitenwereld. Op verzoek van ouders is er regelmatig contact geweest met basisscholen van de opgenomen kinderen, waarin er met ouders en leerkrachten is gesproken over aanpak, psycho-educatie en schoolkeuze. Bij complexe gezinsproblematiek is de behandeling uitgebreid met werkbezoeken, gezinsobservaties en behandeling via non-verbale therapie. In het kader van een veilig leefklimaat is extra aandacht besteed aan afspraken, voorlichting en regels over gewenst en ongewenst gedrag bij kinderen. Dit heeft ertoe geleid dat, in combinatie met een adequate houding en aanpak van sociotherapeuten, het aantal geweldsincidenten is afgenomen. Unit B, dagbehandeling voor jongeren met een Borderline persoonlijkheidsstoornis Uitwisseling van informatie heeft op deze dagbehandeling geleid tot een meer 'modulaire opzet' van het programma, zodat behandelmethoden beter vergelijkbaar worden voor toekomstig onderzoek. Daarnaast kan er meer ‘evidence based’ worden gewerkt en de duur van de behandeling worden verkort. Een tweede ontwikkeling in 2008 is dat het complete team sociotherapeuten diepgaander is geschoold in de dialectische gedragstherapie (DGT) middels een tiendaagse verdiepingscursus. Patiënten profiteren onmiddellijk van deze scholing doordat het aanbod van met name de individuele begeleiding veel professioneler van opzet is geworden Unit C en D, klinische behandel- en observatieafdeling voor kinderen met psychiatrische stoornissen Zowel op unit C als unit D is ingezet op meer ouderparticipatie. De systeemgerichte aanpak is inmiddels gemeengoed in de kinder- en jeugdpsychiatrie, zowel klinisch als ambulant. Systeemtherapeuten nemen in veel behandelingen een duidelijke plaats in. Het gezinsgesprek is onderdeel van de intakeprocedure en de gezinsbehandeling op indicatie is onderdeel van het therapiepakket. Daarnaast is de thuisbegeleiding in 2008 verder vormgegeven. Ook is meer aandacht besteed aan de nazorg voor ouders. Enerzijds door thuisbegeleiding ook in te zetten om de overgang van een klinische opname naar wonen thuis geleidelijker te laten verlopen. Anderzijds door ouders ook na ontslag nog een aantal ouderbegeleidingsgesprekken aan te bieden. In 2008 is er in zes gezinnen thuisbegeleiding ingezet en bij vijf gezinnen gezinstherapie.
14 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Unit E, klinische behandelafdelingen voor jongeren met een autisme spectrum stoornis Op unit E zijn de dagstructuur en de dagelijkse routine verder uitgewerkt, hetgeen de sociotherapeuten en de jongeren extra duidelijkheid en structuur heeft gegeven. Om de samenwerking met ouders te intensiveren heeft unit E de communicatie met ouders verder verbeterd, o.a. door gemaakte afspraken voor ouders helder op papier te zetten. Daarnaast zijn er voor alle jongeren op vaste tijdstippen afspraken gemaakt met de ouders om, na het weekendverlof, het weekend na te bespreken. Unit F, observatie- en behandelafdeling voor jongeren met een autisme spectrum stoornis en een benedengemiddelde intelligentie Op unit F is een ouderavond georganiseerd met als doel de ouders meer inzicht te bieden in de methodiek en het behandelingsaanbod van unit F. Deze avond is vrijwel door alle ouders bezocht en als bijzonder waardevol ervaren. Om de doorplaatsing van jongeren te bevorderen en de samenwerking met verwijzende instanties te verbeteren wordt structureel overleg gevoerd met MEE en het Centrum Autisme. Om de kennis op het gebied van autisme verder te vergroten is er tweemaal een training Autisme georganiseerd waar de multidisciplinaire teams van zowel unit E als unit F aan hebben deelgenomen. Unit G, klinische observatie en behandelingsafdeling voor jongeren Unit G heeft zich in 2008 specifiek verder toegelegd op het bieden van cognitieve gedragstherapie. Het werken met feedbacksystemen, een individueel werkplan voor iedere jongere en het toepassen van beloningssystemen speelt een belangrijke rol. Unit H, behandelafdeling voor jongeren met eet-, somatoforme en internaliserende stoornissen Op unit H heeft elke klinisch en dagklinisch opgenomen jongere een eigen werkplan, waar de mentor in overleg met het multidisciplinair team, de regie over heeft. De werkplannen zijn competentiegericht geformuleerd en worden steeds bijgesteld. Iedere jongere heeft een eigen werkmap gekregen, waarin ook de weekdoelen van de doelengroep worden bijgehouden. Het gehele sociotherapeutische team is in 2008 getraind in voorbehouden verpleegtechnische handelingen. Hierop is de functie omschrijving en de functiewaardering van het team ook aangepast. Intensief Kortdurende Behandeling, klinische afdeling voor jongeren met emotionele stoornissen, psychotische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen De intern gehanteerde methodiek in individuele lijn en groepstraining, is verder aangepast door ‘emotieregulatie’ een centralere plek te geven binnen de cognitieve gedragstherapie en meer gericht te zijn op het aanleren van concrete vaardigheden. De jaarlijkse training van sociotherapeuten zal hier extra op afgestemd worden. In het verslagjaar 2008 is ook de mogelijkheid gecreëerd voor nazorg door sociotherapeuten afgestemd op behoefte van de patiënt. Patiënten en cliënten zijn zeer blij met dit aanbod en merken dat het de overstap van klinische naar ambulante begeleiding makkelijker maakt. Ook verwijzers zijn tevreden met deze extra ondersteuning. Door een groter vertrouwen en stabiliteit van de patiënt verloopt de start van hun traject beter. Gesloten opnameafdeling, klinische afdeling voor crisisinterventie bij jongeren In 2008 is ingezet op het verder terugdringen van separaties. Patiënten hebben meer mogelijkheden gekregen om zichzelf op tijd bij te sturen en makkelijker een beroep te doen op ondersteuning van de direct beschikbaar zijnde sociotherapeuten. Dit heeft zijn vorm gekregen in een ander automutilatiebeleid, meer gebruik van signaleringsplannen en een andere manier van risico inschatting. Jaardocument 2008
15
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
In 2008 is ook een aanzet gegeven tot het beter signaleren van kindermishandeling en seksueel geweld tijdens de observatie periode. Dit krijgt een vervolg in 2009. De Vlier, de landelijke behandelafdeling voor dove en slechthorende kinderen met een psychiatrische stoornis Voor De Vlier is 2008 een roerig jaar geweest. Het aantal doorverwijzingen en/of aanmeldingen voor polikliniek en kliniek nam zodanig af dat het bedrijfseconomisch niet langer verantwoord was het zorgaanbod vanuit een eigen, aparte afdeling aan te bieden. Ook de beschikbaarheid van expertise nam af, hetgeen de continuïteit van zorg bemoeilijkte. Aanvankelijk is nog gekozen de capaciteit terug te brengen van tien naar vier bedden, maar ook dat bleek onvoldoende uitkomst te bieden. Aan het einde van 2008 is ervoor gekozen de nog werkzame medewerkers te herplaatsen naar werkplekken met voldoende patiënten en wordt het voorgenomen besluit geformuleerd om de functie van De Vlier af te bouwen. 2008 is daardoor voor veel mensen een moeilijke periode geweest. Curium-LUMC blijft psychiatrische zorg en -behandeling bieden aan deze doelgroep, maar niet langer vanuit een aparte afdeling. De Springplank, klinische afdeling voor jongeren gericht op zelfstandigheid In juli 2008 is vanwege de situatie bij de Vlier en de capaciteitsvermindering aldaar, onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor behandeling van een nieuwe doelgroep. Afdeling de Springplank is daar het resultaat van. Deze afdeling biedt kortdurende vervolgbehandeling aan jongeren in de leeftijd van 14 t/m 18 jaar, bij wie sprake is van een psychiatrische stoornis. Bij opname van de jongere dient er zicht te zijn op een vervolgvoorziening óf moet er perspectief zijn naar thuisplaatsing. De jongere doorloopt een individueel traject met aandacht voor het ontwikkelen van vaardigheden die nodig zijn om in de toekomst (begeleid) zelfstandig te kunnen wonen en/of thuisplaatsing te laten slagen. De duur van de training op de Springplank is maximaal negen maanden. De onderdelen van het trainingsprogramma zijn gericht op zelfstandigheid, zelfzorg en zelfredzaamheid. De Springplank is begin 2009 van start gegaan. Educatieve therapie, School- en Beroepstoeleiding (ESB) De afdeling ESB heeft in het verslagjaar 2008 gewerkt aan de verdere ontwikkeling van modules (Werkhouding, Lezen en Spelling) en trainingen die kunnen worden toegevoegd aan de module Faalangst. Ook is ten behoeve van de school- en beroepstoeleiding en op basis van het competentiemodel aandacht besteed aan fasering en feedbackkaarten. Voor patiënten geeft de fasering aan hoe ver ze zijn in het klasseproces en geven feedbackkaarten houvast en motivatie voor leerpunten. In samenwerking met de inspectie onderwijs en de prof. dr. Leo Kannerschool zijn in 2008 de behandelingsplannen aangepast. Het nieuwe format is een eis van de onderwijsinspectie. De nieuwe handelingsplannen bevatten S.M.A.R.T. geformuleerde doelen, waardoor het voor patiënten en cliënten duidelijker is waaraan wordt gewerkt, hoe er aan wordt gewerkt en hoelang er aan gewerkt wordt. Vaktherapie en Begeleiding (V&B) In 2008 is door medewerkers van de afdelingen V&B gewerkt aan het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en missie. Diverse samenwerkingsprojecten zijn gestart, waaronder een psychomotorische- en beeldende groepstherapie ‘zelfvertrouwen en assertiviteit’ voor jongeren en een muziek- en psychomotorische groepstherapie’ voor jongeren met autisme. Voor het inzetten van vaktherapie bij ambulante zorg en nazorg is een richtlijn opgesteld, waardoor het nu mogelijk is een behandeling voort te zetten of alvast te starten als een patiënt ambulant behandeld wordt.
16 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
5.2.3 Productieoverzicht Cluster 1 Cluster 1 heeft in 2008 een productie gehaald van in totaal 100%.
KORT CIRCUIT (residentieel) Gesloten opnameafdeling IKB, afdeling voor cognitief behandeling
kortdurende therapeutische
Unit G, open observatieafdeling jeugd Unit D, open observatie afdeling kinderen SPECIALISTISCHE BEHANDELAFDELINGEN (residentieel) Van Krevelenhuis Unit E Unit F
Unit H
Unit C, behandelafdeling kinderen SPECIALISTISCHE BEHANDELAFDELINGEN (semi-residentieel & residentieel) Unit A, De Klimop (deeltijdbehandeling, daggroep en naschoolse groep) Unit B, Dagbehandeling DGT (dialectische therapie) De Vlier A en B
Jaardocument 2008
DOELGROEP
PRODUCTIECIJFER
crisisinterventie/BOPZ/gesloten opname t.b.v. diagnostiek en behandeladvies 12 – 18 jaar emotionele stoornissen, psychotische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen waar cognitieve therapie geïndiceerd is, 12 – 18 jaar t.b.v. diagnostiek en behandeladvies, kortdurende behandeling, 12 – 18 jaar t.b.v. diagnostiek en behandeladvies, kortdurende behandeling, 6 – 12 jaar
104%
autismespectrumstoornissen, 6 – 12 jaar vervolgbehandelingsunit neuropsychiatrische stoornissen, 12 – 18 jaar autismespectrumstoornissen of andere neuropsychiatrische handicap en lichte cognitieve beperking ( IQ 70-90), t.b.v. observatie en kortdurende behandeling, 12 - 18 jaar eet-, somatoforme en internaliserende stoornissen, 10 – 18 jaar
101%
diverse psychiatrische problematiek, 6 – 12 jaar
99%
autismespectrumstoornissen, 12 – 18 jaar
118%
borderline persoonlijkheidsstoornissen, 15 – 18 jaar dove en slechthorende kinderen en jongeren
104 %
106%
82% 99%
100% 91%
128%
92 %
17
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
5.3
Patiëntenzorg Cluster 2 - dagbehandeling, diagnostiek en polikliniek
5.3.1 Clusterbrede doelstellingen Clusterbrede speerpunten voor 2008 waren:
• Productie Het op een kwalitatief zo hoog mogelijk niveau nakomen van de productieafspraak met inzet van de middelen die ons ter beschikking werden gesteld. Voor 2008 is de uiteindelijke productieafspraak en de daarvoor in te zetten middelen lange tijd onzeker gebleven. Voor het eerst moest met de zorgverzekeraar worden onderhandeld over het aantal verrichtingen dat mocht worden gedaan èn over het tarief dat voor die verrichtingen zou gelden. Uiteindelijk is de productieafspraak uitgekomen op hetzelfde niveau dat ook voor 2007 gold. • Instroom en verrichtingen Het verhogen van het aantal nieuwe kinderen dat in de poliklinieken wordt gezien. Op langere termijn streven we naar een verhoging met 15%. • Inhoudelijke ontwikkelingen Om te komen tot een grotere instroom moet een nieuwe werkwijze in de polikliniek ontwikkeld worden met kortere diagnostische trajecten; kortere, duidelijk omschreven begeleidingstrajecten en kortdurende behandelingen. Mogelijke uitbreiding en verbetering van het zorgaanbod en het inspelen op inhoudelijke aanpassingen. • Organisatie Het creëren van een derde groep dagbehandeling in Oegstgeest. En het integreren van de poliklinische functie van De Vlier in de Polikliniek Oegstgeest.
5.3.2 Prestaties • Productie Het bruto aantal gerealiseerde ambulante verrichtingen in 2008 is uitgekomen op ruim 14% meer dan afgesproken voor 2008. De geldelijke waarde van de gerealiseerde verrichtingen kwam uit op iets meer dan 13% boven het op basis van productieafspraak en tarieven begrootte bedrag. De gerealiseerde productie van de deeltijdbehandelingen is bruto uitgekomen op 97,4 % van de productie afspraak. De geldelijke waarde van de gerealiseerde productie kwam, door een verschuiving in soort verrichtingen, uit op iets meer dan 3% boven het op basis van productieafspraak en tarieven begrootte bedrag. Om de resultaten te bereiken is 52,5 f.t.e. formatie ingezet (exclusief stagiaires, management en management ondersteunend personeel). Ten opzichte van 2007 is evenveel formatie ingezet. • Instroom cliënten Het aantal nieuwe ingeschreven kinderen bij de ambulante afdelingen is in 2008 is toegenomen met bijna 2%. Uit de aantallen van de verschillende verrichtingen wordt duidelijk dat het aantal diagnostische verrichtingen in totaal iets is afgenomen ten opzichte van het aantal behandelingen.
18 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
In totaal zijn in 2008 1193 voor kinderen en jeugdigen ambulante verrichtingen geregistreerd. De gemiddelde leeftijd van de behandelde kinderen / jongeren was 10,7 jr (sd=3,7 jr) hetgeen vergelijkbaar is met 2007. De meisjes (totaal 375) zijn gemiddeld significant ouder dan de jongens(totaal 818): respectievelijk 11,5 jr en 10,4 jr. Bij de dagbehandelingen ligt de verhouding jongens/ meisjes op drie jongens op één meisje. Hier verschillen de leeftijden tussen jongens en meisjes niet; in Oegstgeest zijn de kinderen gemiddeld 8,8 jaar, in Gouda 7,8 jaar oud. In de poliklinieken is de verhouding jongen / meisje twee op één). • Verrichtingen Van het totaal aantal persoonlijke contacten met patiënten en ouders is 62% van de verrichtingen in het kader van behandeling / begeleiding geweest en 38% in het kader van de diagnostiek. Het aantal individuele psychotherapiecontacten is iets afgenomen (-6%) maar blijkt over de wat langere termijn redelijk stabiel (vanaf 2004 steeds rond de 2500 contacten.) Het aantal contacten in het kader van groepstherapie en groepsbegeleiding van met name de patiënten is verder toegenomen, met circa 20%. Het aantal contacten in het kader van individuele begeleidingen (persoonlijk èn via e-mail) neemt toe. In Gouda heeft de patiëntenzorg geprofiteerd van de komst van een kinder- en jeugdpsychiater in de positie van leidinggevende en van de in 2007 ingevoerde strakkere planning van onderzoeken en flexibele inzet van seniorarts en klinisch psychologen/psychotherapeuten. De productie is met ca 6% toegenomen ten opzichte van 2007. • Inhoudelijke ontwikkelingen Grotere instroom Om te komen tot een grotere instroom hebben de gespecialiseerde teams van de polikliniek de werkwijze binnen de patiëntenzorg geëvalueerd. Er is gekeken naar: 1. Verkorting van het diagnostiektraject, 2. verruiming van het behandelaanbod en 3. meer gerichte periodieke evaluaties van behandelingen. Naar aanleiding van een gerichte opdracht heeft dit geleid tot een uitgewerkt voorstel om te komen tot minder lange behandelingen en begeleidingen. Binnen afzonderlijke teams heeft dit er concreet toe geleid dat er is geëxperimenteerd met verkorte diagnostische trajecten en directere toewijzing aan geprotocolleerde behandelingen. In enkele teams is ook het gebruik van meetinstrumenten bij de periodieke evaluaties van behandelingen geïntroduceerd, al dan niet in het kader van de routine outcome monitoring. Verruimen en verbeteren behandelaanbod Het behandelaanbod is verruimd. Zo is onder andere gestart met een identiteitsversterkende meisjesgroep en een groepsbehandeling voor jongeren met een somatoforme stoornis. In 2008 is het onderzoeksproject naar de behandeling van schoolweigering, in samenwerking met de Faculteit Sociale Wetenschappen, voortvarend doorgegaan en heeft de eerste succesvolle behandelingen kunnen afronden. Met voldoende instroom is een grote stap gemaakt op weg naar het aantal afgeronde behandelingen dat nodig is om een zorgvuldige evaluatie van de behandelingsmethode mogelijk te maken.
Jaardocument 2008
19
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Wetenschappelijk onderzoek in relatie tot behandelingen Het onderzoek gericht op de emotieregulatie bij kinderen met internaliserende stoornissen is verder uitgewerkt en zal begin 2009 kunnen starten met de eerste feitelijke onderzoeken. Binnen het eetstoornissenteam is een pilot-studie uitgevoerd met Routine Outcome Monitoring. De afdeling dyslexiebehandeling heeft de resultaten van onderzoek naar de effectiviteit van de behandeling gepresenteerd. De resultaten ondersteunden het nut van de behandeling. De implementatie van de DAWBA, het via internet af te nemen semi-gestructureerde interview is feitelijk gestart. Proefafnames zijn uitgevoerd, onder andere in de dagbehandeling. Op grotere schaal, maar wel nog in het kader van verkennend onderzoek, wordt de DAWBA nu afgenomen wordt als aanvullend onderzoeksinstrument dat kan worden ingezet door de huisarts. In samenwerking met drie grote huisartsenpraktijken in de regio worden mogelijkheden en eventuele beperkingen van het instrument als hulp bij het beslissen over al dan niet doorverwijzingen naar de GGZ, onderzocht. • Ontwikkelingen binnen de organisatie Belangrijke ontwikkeling was de integratie van medewerkers van de Vlier in de polikliniek en de dagbehandeling. Na een periode van elkaar leren kennen, wennen aan elkaars werkwijze en het verwerken van de emoties die het stoppen met het specifieke behandelaanbod met zich meebracht, is de integratie gelukt. Door de afbouw van de functie van De Vlier kon de realisering van de derde groep dagbehandeling in Oegstgeest doorgang vinden. Een interne reorganisatie, verbouwing en verhuizing waren hiervoor noodzakelijk. Desalniettemin heeft de patiëntenzorg gewoon doorgang gevonden. • Personeel en opleidingen Na een periode waarin de werving van kinder- en jeugdpsychiaters minder voorspoedig verliep, is het gelukt om twee nieuwe psychiaters aan te stellen binnen Cluster 2 en is in 2008 ook de komst van een derde psychiater voorbereid. De stageplekken voor studenten ontwikkelingspsychologie en orthopedagogiek zijn gewild. Het aantal is uitgebreid. Onder degenen die de stages en daarna hun studie hebben afgerond, waren weer goede, gemotiveerde psychologen aanwezig die op basis van tijdelijke contracten ingezet konden worden in de patiëntenzorg. Ook de stages in het kader van de psychodiagnostiek genoten een grote populariteit. • Overige ontwikkelingen en activiteiten In 2008 is met veel inzet van medewerkers en de ondersteuning van secretariaten, medewerkers van de MIV en het applicatiebeheer verder gewerkt aan het implementeren van de DBC systematiek. Dit werd in 2008 met name belangrijk omdat slechts op basis van afgesloten DBC’s financiële middelen werden verstrekt. Onder andere door regelmatige feedback en gebruikmaking van de centrale agenda is de registratiesystematiek in Cluster 2 sterk verbeterd. Om duidelijker in kaart te krijgen wie wat wanneer moet doen is in samenwerking tussen secretariaten, medewerkers MIV en management een uitvoerige werkprocedure op papier gezet op basis waarvan duidelijk is geworden wat van elke partij verwacht wordt.
20 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
5.4
Academische doelstellingen en prestaties
Zoals eerder gesteld wijst de naamsverandering van Curium naar Curium-LUMC expliciet naar haar academische status. Curium-LUMC zal deze academische status waar moeten maken voor elk van de academische taken: onderwijs, opleiding, onderzoek en nascholing. In 2008 heeft Curium-LUMC getoond op de goede weg te zijn. De academische werkzaamheden vallen onder de verantwoordelijkheid van de directeur patiëntenzorg, Prof. R. Vermeiren, die als hoogleraar tevens afdelingshoofd is van de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het LUMC. Binnen het LUMC valt de afdeling onder divisie 3, met als divisievoorzitter Prof. B. Trimbos. In 2008 heeft deze afdeling een strategisch beleidsplan moeten opmaken, dat als bijlage is toegevoegd.
5.4.1 Onderwijs Dat kinder- en jeugdpsychiatrie een multi-disciplinair vak is, blijkt duidelijk uit de onderwijsactiviteiten van Curium-LUMC. Onze medewerkers zijn betrokken bij meerdere opleidingen. Uit de in hoofdstuk 7.11 gepresenteerde overzichten wat betreft betaalde stages is te zien dat Curium-LUMC erop gericht is studenten van meerdere disciplines de noodzakelijke werkervaring bij te brengen. Daarnaast lopen vanuit het LUMC in het kader van de opleiding geneeskunde het gehele jaar door steeds twee studenten hun co-assistentschap. Verschillende studenten ontwikkelingspsychologie hebben in Curium-LUMC onderzoekservaring opgedaan in het kader van hun scriptie opdracht. En steeds meer kloppen studenten met expliciete interesse in ons vak aan voor een vrijwillige stage. In 2008 hebben veel medewerkers van Curium-LUMC meegewerkt aan onderwijs. En ook patiënten leveren hun bijdrage, namelijk door hun bereidheid te worden gefilmd tijdens het onderzoek. 2008 heeft in het teken gestaan van het vergroten van onze bereikbaarheid. Studenten zijn de toekomst, en we moeten er aldus maximaal op gericht zijn de capabele en geïnteresseerde student te motiveren voor ons vak. Om die reden zorgt Curium-LUMC ervoor voldoende zichtbaar te zijn op de LUMC onderwijswebsite (blackboard) en wordt onderwijs expliciet vermeld op de eigen website. Daarbij neemt Curium-LUMC actief deel aan de medische carrièredag die jaarlijks in het LUMC wordt georganiseerd. Ook de jaarlijkse voorlichtingsmiddag aan studenten psychologie trok veel belangstellenden. Dit alles heeft duidelijk resultaat. Zo werd prof. R. Vermeiren in 2008 gevraagd om op de jaarlijkse diësviering van de Medische Facultaire Leidse Studentenvereniging (MFLS) de keynote lecture te verzorgen. Zijn bijdrage over neurobiologie en delinquentie werd zeer positief onthaald. Op vraag van de decaan, Prof. E. Klasen, werd in 2008 samen met de afdeling volwassenenpsychiatrie een honours class ‘psychiatry over the lifespan’ gestart. Deze lezingencyclus wordt gevolgd door zestien studenten van verschillende faculteiten die zijn opgevallen omwille van hun bovengemiddeld presteren. Het was erg bemoedigend te zien dat meerderen specifieke interesse hebben in de kinderpsychiatrie. Teneinde actief mee te denken in het onderwijscurriculum en de integratie van de kinder- en jeugdpsychiatrie in de medische opleiding, participeren medewerkers van Curium-LUMC in tal van onderwijs- en blokcommissies. Dit vooral binnen de afdeling psychiatrie, maar ook in de afdeling kindergeneeskunde.
Jaardocument 2008
21
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Overzicht onderwijsinspanningen bij de Faculteit geneeskunde Jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar 4e jaar 4e jaar Coschap Coschap
Naam/type Blok psychopathologie Blok psychiatrische stoornissen Blok Kind Keuzevak angststoornissen Wetenschapsstage Co-schap psychiatrie Semi-artsstage
Verantwoordelijke Psychiatrie LUMC Psychiatrie LUMC
Prestaties 2008 1 college, 1 werkgroep (4X) 3 colleges, 2 werkgroepen (30X)
Kindergeneeskunde LUMC Curium-LUMC Curium-LUMC Psychiatrie
3 colleges, 1 werkgroep (15X) 3 weken durend, ongeveer 20 studenten 6 afgeronde scripties Continu 2, dus 17 co-schappen
Curium-LUMC
1
5.4.2 Opleiding
Qua opleidingen was 2008 een dynamisch jaar. Zowel de GZ-opleiding als de partiële opleiding kinder- en jeugdpsychiatrie werden gevisiteerd. Beide visitaties verliepen voortreffelijk, en de opleidingen werden verlengd. De partiële opleiding kinder- en jeugdpsychiatrie voor de maximale termijn van vijf jaar. In 2008 zijn verdere stappen gezet in het hervormen van de partiële opleiding kinderpsychiatrie. Er werd een dagelijks rapport ingevoerd, een tweemaandelijkse patiëntenbespreking, en een betere supervisiestructuur. Daarbij zijn eerste stappen gezet in het verder integreren van de verschillende opleidingen binnen Curium-LUMC. Ook tijdens de opleiding kunnen psychologen en artsen van elkaar leren. Ook op het vlak van opleidingen groeit de samenwerking met andere instellingen. In het kader van de opleiding tot GZ-psycholoog en klinisch psycholoog heeft de samenwerking met de partners in de regio ertoe geleid dat er uitwisseling is ontstaan. • Zo heeft een psycholoog in opleiding met een aanstelling bij de Faculteit Sociale Wetenschappen binnen de polikliniek een half jaar haar GZ-opleiding gevolgd. • Samen met de justitiële jeugdinrichting Teylingereind werd in 2008 een opleidingsplek voor een GZ-psycholoog opgestart. • In het kader van de opleiding tot klinisch psycholoog is een tijdelijke deeltijd uitwisseling voor de duur van een jaar met het Centrum Autisme gerealiseerd. • Vanuit Curium-LUMC wordt een assistent gesuperviseerd die stage kinderpsychiatrie loopt bij Rivierduinen Kind & Jeugd. De toestroom van AIOS (assistent in opleiding tot specialist) naar Curium-LUMC stijgt gestaag. In 2009 zullen drie nieuwe assistenten instromen, terwijl er één uitstroomt. Overzicht academische opleidingsplaatsen Type Gz-psycholoog Klinisch psycholoog Kinderpsychiatrie
22 Jaardocument 2008
Aantal 3 2 3
Uitstroom 2008 2 0 1
Instroom 2008 2 1 2
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
5.4.3 Onderzoek
Het onderzoeksprogramma van Curium-LUMC werd in 2008 goedgekeurd door de wetenschapscommissie van het LUMC en geregistreerd onder het nummer 31401. Volgende onderwerpen worden erin beschreven: 1. klinische epidemiologie: screening eerste lijn (child public mental health) en ROM 2. neuro-imaging: waarin deze lijn in het verlengde van vorige wordt gezien, gericht op het verbeteren van diagnostiek en behandelevaluatie middels imaging Hiernaast krijgt de onderzoeksstructuur ook binnen Curium-LUMC steeds beter vorm. In 2008 is de wetenschapscommissie kinder- en jeugdpsychiatrie opgericht, bestaande uit de hoogleraar R. Vermeiren, aangevuld met de senior onderzoekers N. van Lang, M. Markus, B. van Widenfelt en M. Fredriks. Maandelijks waren er bijeenkomsten met de promovendi en met een ruimere groep medewerkers met onderzoeksinteresse. Drie promotieonderzoeker waar een Curium-LUMC medewerker als (co)promotor bij betrokken was werden in 2008 afgerond: 1. Juliette Liber promoveerde op het onderwerp ‘Beren van de weg’ met als promotor prof. P. Treffers en onder andere B. van Widenfelt als co-promotor. 2. Sannie Hamerlynck promoveerde op het onderwerp ‘Meisjes in detentie’ aan het VUMC met onder andere R. Vermeiren als co-promotor. 3. Ingeborg Lindhout promoveerde met Monica Markus als co-promotor. In het kader van deze en andere lopende promoties en onderzoeken werden elf artikelen en hoofdstukken in nationale en internationale tijdschriften en boeken gepubliceerd. Daarnaast werden talrijke lezingen gegeven op nationale en internationale congressen. Curium-LUMC heeft een actieve rol gespeeld bij de organisatie van het congres aan het VUMC in Amsterdam van het EFCAP (European Society Forensic Child and Adolescent Psychiatry), dat werd afgesloten met de oratie van Prof. R. Vermeiren in het kader van zijn deeltijdse aanstelling als hoogleraar forensische kinder- en jeugdpsychiatrie. In de toekomst ziet Curium-LUMC een stijging van het aantal onderzoeken tegemoet. Een aantal veelbelovende onderzoeken is in 2008 ingezet dan wel gecontinueerd. Twee onderzoeken waarin Curium-LUMC participeert zijn door de medisch ethische toetsingscommissie van het LUMC goedgekeurd, beide op vlak van beeldvorming. Twaalf promovendi doen hun onderzoek in het kader van een vaste aanstelling bij Curium-LUMC dan wel in een project dat primair door CuriumLUMC wordt uitgevoerd. In 2009 hopen we minstens één promotie hiervan te mogen afronden. Externe subsidie waarmee dit onderzoek mogelijk werd gemaakt kwam van NWO, zonMW, de justitiële jeugdinrichtingen Rentray en Teylingereind, de Stichting Kinderpostzegels en uiteraard het LUMC en de Universiteit Leiden. Voor toekomstig onderzoek op vlak van Routine Outcome Monitoring werd samen met de volwassenenpsychiatrie in 2008 een drie jaar durende subsidie verkregen van het LUMC. Daarnaast is de hoogleraar als tweede promotor of co-promotor betrokken bij acht andere promoties. Financiering hiervan valt geheel ten laste van externe instellingen en subsidiegevers. De integratie van onderzoek in de klinische praktijk kreeg eveneens een impuls, waarvan enkele voorbeelden: • Binnen het @school project werden patiënten geïncludeerd voor onderzoek naar de behandeling van schoolfobie. • Routine Outcome Monitoring werd succesvol geproefdraaid en gecontinueerd op de afdeling eetstoornissen, en wordt voorbereid voor de polikliniek in Gouda • De haalbaarheid van gebruik van een innovatief web-based psychiatrisch interview (DAWBA, Development and Well-being Assessment) werd onderzocht.
Jaardocument 2008
23
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
• •
Bij clinici werd een onderzoek verricht naar de consistentie van scoren van de Child Global Assessment Scale. In de Justitiële Jeugdinrichtingen werd een pilot onderzoek omtrent psychiatrische screening succesvol afgerond en gecontinueerd.
Curium-LUMC vindt het belangrijk om binnen het LUMC bij te dragen aan de academische werkzaamheden. Dit doen we niet enkel door het uitvoeren van onderzoek en het intensief samenwerken met andere afdelingen, maar ook door participatie in commissies en samenwerkingsverbanden. Onze bijdrage betreft ondermeer deelname aan de commissie medische ethiek (N. van Lang), de academische werkplaats GGD (M. Fredriks, R. Vermeiren), het center for child health (R. Vermeiren) en het Leids Institute for Brain and Cognition.
5.4.4 Nascholing Nascholing omvat voornamelijk deelname aan de diverse specialisatieopleidingen die CuriumLUMC zelf biedt. Hieronder vallen het theoretisch onderricht voor GZ-psychologen en klinische psychologen en kinder- en jeugdpsychiaters in opleiding. Dit laatste wordt deels in samenwerking met de kinderpsychiatrie te Rotterdam (ERASMUS, Sophiaziekenhuis), de Jutters (den Haag) en de Grote Rivieren (Dordrecht) georganiseerd en deels op landelijk vlak. Daarnaast hebben Curium-LUMC medewerkers bijgedragen aan het specialisatieonderwijs voor kindergeneeskunde en in de basisopleiding voor psychiaters. Binnen het Haags Leids Opleidingsconsortium organiseert Curium-LUMC de module kinderpsychiatrie. De opleidingen tot GZ psycholoog in Noord-Holland en in de regio Leiden/Rotterdam en de opleiding tot psychotherapeut maken inmiddels gebruik van de inbreng en bijdragen van medewerkers van Curium-LUMC aan het onderwijs. In de Boerhaave commissie kinder- en jeugdpsychiatrie zetelen twee leden vanuit Curium-LUMC, waaronder de voorzitter. In 2008 werden drie avondsessies en een tweedaags symposium georganiseerd, dat zeer goed is bezocht en beoordeeld. Eind 2008 werden ook andere dan de thans deelnemende universitaire centra (Leiden en Rotterdam) betrokken bij de commissie. Hiermee zal de Boerhaave nascholingscyclus een nog groter landelijk karakter krijgen.
5.4.5 Academische inbreng in commissies
In het kader van de uitbouw van de academische werkzaamheden wordt sterk ingezet op samenwerking en op de positie van Curium-LUMC in de vele commissies en verenigingen waar een academische inbreng van belang is. Zo heeft Curium-LUMC een grote bijdrage geleverd bij de opbouw van het Forensisch Consortium Adolescenten (ForCA) en daarbij de oprichting van twee forensisch diagnostische afdelingen voor jeugd in Teylingereind. De doelstelling van ForCA, namelijk het verbeteren van de praktijk door uitwisseling tussen praktijk en wetenschap, wordt door Curium-LUMC in grote mate ondersteund. Ook heeft R. Vermeiren het lidmaatschap aanvaard in de Erkenningscommissie gedragsinterventies van het Ministerie van Justitie. In 2008 is C. Reichart voorzitter geworden van de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie van de NVvP, R. Vermeiren is bestuurslid en M. Rinne neemt zitting in de Raad voor de Beroepscode van de NVvP. Ook in de verschillende verenigingen als de VKJP, en de VGCT hebben medewerkers, al dan niet als bestuurslid, een duidelijke in breng gehad.
24 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
6
Kwaliteit
6.1
Algemeen kwaliteitsbeleid
Zoals gepland heeft op 17, 18 en 19 september de externe audit door het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ) plaatsgevonden. Een viertal auditoren van het NIAZ heeft drie dagen lang diverse medewerkers geïnterviewd en afdelingen bezocht. De eindrapportage was redelijk positief, maar er werden zeven verbeterpunten genoemd. Deze punten zijn middels een plan van aanpak opgepakt. In 2009 zal het NIAZ een definitief oordeel vellen over de accreditatie. Ontwikkelingen in 2008 In 2008 is er binnen Curium-LUMC veel gebeurd op het gebied van kwaliteit. Zo is de beleidscyclus aangepast en zijn Curiumbrede heidagen geïntroduceerd waarbij de afdelingen kunnen meedenken over de doelen voor het komend jaar. Hieronder een opsomming van enkele andere ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit. De interne auditcyclus is verscherpt. Op aanraden van het NIAZ is de nadruk meer komen te liggen op het primaire proces. Tevens is het aantal te auditen commissies uitgebreid met het CKO, de onderzoekscommissie en de commissie klachtrecht medewerker. De commissie klachtrecht medewerker bestond al langer, maar is in 2008 nieuw leven ingeblazen. Bij deze commissie kunnen medewerkers hun klachten kwijt over het werken bij Curium-LUMC. Tevens is er een nieuwe procedure geschreven voor het intern afhandelen van klachten van patiënten en cliënten, deze is als protocol opgenomen op intranet. Deze procedure bestaat naast de mogelijkheid voor patiënten en cliënten om klachten te melden bij de officiële klachtencommissie van het LUMC. De Stuurgroep Kwaliteit is vervangen door het Centraal Kwaliteitsoverleg (CKO). Het CKO bewaakt de kwaliteit binnen Curium-LUMC en heeft een signalerende functie. De voorzitter van het CKO rapporteert vier keer per jaar aan het management over de voortgang. Om overzicht te behouden over alle nieuwe protocollen en beleidsdocumenten is er een Startpagina Kwaliteit en een Startpagina Beleid ingericht op intranet. Hierop staan op onderwerp de verschillende documenten inzichtelijk weergegeven. Er zijn nieuwe protocollen geschreven en er is een vernieuwd protocollenoverzicht op intranet geplaatst waardoor de protocollen beter vindbaar zijn. De protocollencommissie is vervolgens opgeheven. Omdat alle protocollen zijn herzien is er geen noodzaak meer voor deze commissie. De beleidsadviseur kwaliteit beheert de protocollen. Ook is er een Startpagina personele zaken aangemaakt voor de personeelsregelingen. Deze wordt beheerd door de afdeling P&O. Doelen voor 2009 De doelen voor 2009 zijn het verder verbeteren van het kwaliteitssysteem, het verder professionaliseren van de interne audits en het verder uitwerken van het monitoren van de voortgang door het CKO. De kwaliteit behoudt ook in 2009 de volle aandacht.
Jaardocument 2008
25
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
6.2
Kwaliteitsbeleid patiënten en cliënten
Curium-LUMC heeft de betrokkenheid van patiënten die in Curium-LUMC worden behandeld en hun ouders en verzorgers hoog in het vaandel staan. In 2008 heeft Curium-LUMC zich tot doel gesteld ouderparticipatie vanuit de cliëntenraad te bevorderen en ouders meer te betrekken bij de behandeling van hun kind. De cliëntenraad is in 2008 zoals blijkt uit hun verslag in hoofdstuk 3.3.4 zeer actief geweest en heeft uitgebreid met de organisatie gecommuniceerd over het patiëntgebonden beleid. Op de verschillende klinische units is ook in 2008 veel aandacht besteed aan de dialoog met de ouders en het betrekken van ouders bij zaken die op de afdeling plaatsvinden. In hoofdstuk 5.2.2 geven enkele klinische units hierover meer informatie. Curium-LUMC voert regelmatig enquêtes uit onder de cliënten. Over 2007 heeft onderzoeksbureau Stratus een tevredenheidonderzoek gehouden onder ouders binnen CuriumLUMC. In juli 2008 heeft Stratus hierover verslag uitgebracht. Twintig ouders hebben een vragenlijst ingevuld waarin zij aangaven wat hun waardering was over de informatieverstrekking, inspraak, kwaliteit van de hulpverlener en van de behandeling / begeleiding. Vervolgens zijn deze gegevens vergeleken met landelijke resultaten. De ouders gaven in de enquête aan dat zij de hulpverleners zeer waarderen. De deskundigheid werd hoger gewaardeerd dan het landelijk gemiddelde. Ook de scores voor betrouwbaarheid, respect en interesse voor het kind zijn hoog. Verbeterpunten zijn vooral de informatievoorziening over de aanpak en verwachting van de behandeling / begeleiding en de inspraak in het behandelingsplan. Als rapportcijfer voor de totale behandeling / begeleiding gaven de ouders gemiddeld een 7,2.
6.2.1 Klachten In 2008 heeft de Klachtencommissie van het LUMC één formele klacht ontvangen en afgehandeld betreffende Curium-LUMC. Hieronder een overzicht uit het jaarverslag van de Klachtencommissie over de follow up van aanmerkingen door de klachtencommissie bij Curium-LUMC.
1. 2.
3. 4.
Samenvatting klacht Onvoldoende controle van diabetes tijdens opname van minderjarige in Curium. Veiligheidsborging bij Curium in die uren dat er geen of onvoldoende personeel aanwezig is om desgewenst assistentie te verlenen als een situatie dreigt te escaleren. Informatieverstrekking en communicatie met ouders tijdens opname minderjarige in Curium. Twijfel over waarschijnlijkheidsdiagnose onvoldoende door arts aan patiënt duidelijk gemaakt.
26 Jaardocument 2008
Follow-up Samenwerking met het LUMC inzake diabetesproblematiek en andere somatische aandoeningen in gang gezet. Het beleid hoe om te gaan met provocaties zal besproken worden in diverse overlegstructuren. Hierna zullen beleidsaanbevelingen richting het management volgen. Curium zal informatieverstrekking en communicatie met ouders verbeteren. Check of informatieverstrekking aan patiënt voldoende duidelijk is.
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
6.2.2 Patiëntvertrouwenspersoon (PVP)
Het jaarverslag van de Stichting Patiëntvertrouwenspersoon (PVP) over Curium-LUMC geeft weer dat het aantal vragen en klachten die cliënten (kinderen en jongeren) bij de PVP hebben ingediend in 2008 iets is verminderd ten opzichte van het jaar ervoor. In 2007 werden vier vragen gesteld en zestien klachten ingediend. In 2008 waren dat twee vragen en elf klachten. Er is in 2008 ook minder vaak contact opgenomen met de Helpdesk PVP. Niet duidelijk is wat daarvoor de reden is. Wellicht was de lokale PVP voor de cliënten goed bereikbaar. Toch zal de PVP in 2009 in zijn voorlichtingen extra aandacht geven aan de bekendheid van de Helpdesk. In 2008 heeft de PVP zeven keer bijstand verleend. In zes zaken kon worden volstaan met het geven van advies en informatie. De medewerkers van Curium-LUMC hebben in de meeste bijstandszaken op de één of andere manier aan de wens van de cliënt voldaan. Er is geen enkele formele klacht ingediend waarbij de PVP is betrokken. De medewerkers van Curium-LUMC nemen de klachten van de jongeren altijd serieus en zoeken met de cliënt en de PVP – als zij niet aan de wens van de cliënt kunnen voldoen – naar alternatieven waarin de cliënt zich kan vinden. Over het algemeen ondervindt de PVP op Curium-LUMC goede medewerking van de medewerkers. Ook als hij tijd vraagt voor een kort overleg of om iets te regelen voor een cliënt, maken de medewerkers daar ruimte voor.
Jaardocument 2008
27
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
6.3
Kwaliteit van zorg
6.3.1 Geneesmiddelencommissie Het jaar 2008 stond voor de geneesmiddelcommissie vooral in het teken van het afronden van het vernieuwde formularium van Curium-LUMC. Medio 2008 is het formularium vastgesteld en via intranet gepubliceerd. Op deze wijze kunnen aanvullingen en wijzigingen in het formularium breed ter beschikking gesteld worden. Inmiddels heeft reeds een eerste update plaatsgevonden. In 2008 werd ook de dosiscontrole door de apotheek verder geïntensiveerd, het assortiment aan geneesmiddelen geschoond en dit jaar werd ook weer een aantal procedures en werkinstructies geschreven en op intranet geplaatst. Bovendien vonden zowel een interne audit als de NIAZ audit van de geneesmiddelencommissie plaats. Naar aanleiding van deze audits zijn verschillende actiepunten geformuleerd. Zo zal onder andere een protocol voor het off label voorschrijven van geneesmiddelen geschreven worden. De Geneesmiddelencommissie bestond in 2008 uit: M. Smallenbroek (arts polikliniek) M. Rinne (kinder- en jeugdpsychiater, Clustermanager) I. de Jong (sociotherapeut gesloten afdeling) T. Roorda (secretaris) E.R. Koomen (ziekenhuisapotheker LUMC) G. Marijnissen (voorzitter, kinder- en jeugdpsychiater)
6.3.2 M&M – Middelen en Maatregelen Deze commissie heeft tot doel de kwaliteit van de toepassing van middelen en maatregelen te bewaken en te bevorderen. Middelen en maatregelen worden toegepast bij uitzonderlijke situaties bij kinderen en jongeren. De doelstellingen van de commissie voor 2008 was het terugdringen van het aantal M&M meldingen door: • het frequenter afleggen van werkbezoeken: elke unit wordt één keer per jaar bezocht • actiever optreden van de M&M commissie naar de betreffende behandelverantwoordelijke bij gevallen waarin meer dan drie keer M&M toegepast worden • het betrekken van een jurist uit het LUMC bij de commissie veiligheidsbeleid • het opdelen (in WGBO, BOPZ, nota M&M) en herschrijven van de notitie ‘Omgang met de WGBO en de wet BOPZ’ Vergaderingen en bijeenkomsten De M&M commissie is dit jaar tien keer bijeen geweest, waarbij onder meer de notitie ‘Omgang met de WGBO en wet BOPZ’ is aangepast, het reglement M&M commissie is geschreven en de eerste aanzet van de nota M&M is gemaakt. Ook zijn de registraties van kort verzet aangepast: voor jeugd valt een periode tot een half uur onder kort verzet, voor kinderen een periode tot één kwartier. En het LUMC heeft deelname van een jurist toegezegd. De Kwartaalbesprekingen M&M en MIP hebben vier keer plaatsgevonden, met als onderwerpen het ophogen van het aantal TA-ers tijdens de nacht en weekenddagen met één persoon, het aanpassen van de TA training (met name preventie) en bespreking van incidenten rond medicatieverstrekking.
28 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Het halfjaarlijks veiligheidsbeleidoverleg is twee keer bijeen geweest met als gevolg dat: • de nota veiligheidsbeleid is uitgeschreven • de BHV bezetting op orde is gebracht • het werken met signaleringsplannen in gang is gezet • de notitie voorkoming suïcide is geschreven • afstemming tussen de diverse relevante commissies plaats heeft gevonden De Landelijke M&M commissiedag is gehouden op 7 april 2008 met als thema terugdringen van dwang en drang in samenwerking met het platform ‘dwang en drang’ van GGZ Nederland. Dit was een zeer succesvolle dag met veel aandacht voor cliëntenbelangen. Er • • • •
zijn vier werkbezoeken afgelegd: Kinderobservatie unit D Dagbehandeling Oegstgeest Van Krevelenhuis Jeugdobservatie unit G
Hiervan zijn verslagen gemaakt. Het accent heeft steeds gelegen op het terugdringen van M&M, met name separaties, door het aanbieden van alternatieven en het voorkomen dat alarmacties eindigen met separaties. Meervoudige M&M incidenten werden steeds geëvalueerd. Ook kwam aan de orde welke pedagogische maatregelen wel en niet goed werken en hoe die zich verhouden tot M&M. De werkbezoeken gaven aanleiding tot het voornemen om in 2009 een aparte notitie te schrijven over ‘pedagogische maatregelen, M&M en agressiehantering in het kader van de handhaving van het dagprogramma’. Registraties van Middelen en Maatregelen
met akkoord van de patiënt •
•
Afzondering vond 131 keer plaats bij 34 kinderen (in 2007 was dit 249 keer) Separatie vond 142 keer plaats bij 22 jeugdigen, waarvan 23 keer bij één patiënt (in 2007 was dit 271 keer) Fysieke inperking vond 285 keer plaats bij 42 kinderen Bij 8 kinderen gebeurde dit meer dan tien keer (in 2007 was het totaal 365 keer)
met kort verzet • •
Bij kinderen: 131 keer Bij jeugdigen korter dan een half uur: 106 keer (in 2007 was dit totaal 82 keer)
bij nood of dwang •
Geen
Evaluatie van de doelstellingen 2008 De doelstelling om het aantal M&M terug te dringen is dit jaar ruimschoots gehaald. Het aantal keren dat separatie en afzondering nodig was, is vergeleken met 2007 tot bijna de helft teruggebracht. Hoewel dit moeilijk uit te zoeken of te bewijzen valt spelen hierin mogelijk mee: het beleid van de M&M commissie, het invoeren van signaleringsplannen binnen Curium-LUMC in 2008, de aandacht in de maatschappij voor separeren en de onwenselijkheid ervan (dit was ook het thema van de tweede Landelijke M&M commissiedag). Fysieke inperking werd met 30% teruggebracht. Daarover kan opgemerkt worden dat dit jaar opnieuw sprake is van een overrapportage, omdat veel pedagogische maatregelen waarschijnlijk als M&M zijn gerapporteerd. Dit is aanleiding om een notitie te schrijven over rapportage.
Jaardocument 2008
29
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Na de zomer van 2008 zijn de werkbezoeken op schema afgelegd en de commissie heeft herhaaldelijk overleg gepleegd met behandelverantwoordelijken over M&M die meer dan drie keer bij een jongere zijn genomen. De nota ‘Omgang met de WGBO en de wet BOPZ’ is grotendeels herschreven en zal begin 2009 klaar zijn. De toezegging van deelname van een jurist aan de M&M commissie en het veiligheidsbeleid door het LUMC heeft dit jaar nog niet tot concrete aanwezigheid van een persoon in de commissie geleid. Kortom: vrijwel alle doelstellingen voor 2008 zijn gehaald Aanbevelingen en doelstellingen 2009 • continuering van het (preventieve) beleid van de M&M commissie t.a.v. M&M • schrijven van een notitie over ‘pedagogische maatregelen, M&M en agressiehantering’ • concrete deelname van een jurist aan de M&M commissie • registreren van de keren dat na kort verzet een IBS procedure in gang is gezet en of dit daadwerkelijk tot een BOPZ maatregel heeft geleid, via een aangepast M&M registratieformulier • aanvullen van de M&M commissie met twee sociotherapeuten uit het kindercircuit en het jeugdcircuit • behandelingsverantwoordelijke en behandelingscoördinator attenderen via de beleidsvergadering dat de M&M commissie beschikbaar is voor meedenken bij moeilijke patiënten bij wie (veel) M&M dreigen. Dit ook tijdens de werkbezoeken uitdragen De • • • • • • •
commissie Middelen en Maatregelen bestond in 2008 uit: Roel Eijsberg, manager patiëntenzorg, voorzitter vanaf oktober 2008 Ben Martens, behandelcoördinator, voorzitter tot oktober 2008 Melanie Keesmaat, sociotherapeut, vanaf september 2008 behandelcoördinator André van der Graaff, behandelcoördinator Corinne Vis, sociotherapeut José van der Poel, secretariaat tot oktober 2008 Juliëtte Reitsma, secretariaat vanaf oktober 2008
6.3.3 MIP - Melding Incidenten Patiëntenzorg De commissie melding incidenten patiëntenzorg van Curium-LUMC is een kwaliteitscommissie die ongewenste gebeurtenissen in de patiëntenzorg identificeert met het oog op secundaire preventie. De commissie is belast met het toetsen van de zorgkwaliteit in de instelling aan de hand van het analyseren van incidenten en onderzoeken van de feitelijke toedracht in directe patiëntenzorg. De opzet is om laagdrempelig te melden. Daarbij doet het aanbevelingen tot preventie. De meldingen betreffen incidenten al dan niet veroorzaakt door menselijk handelen of nalaten van menselijk handelen, die verband houden met de directe patiëntenzorg en tot schadelijk gevolg leidt of had kunnen leiden op zowel fysiek als psychisch gebied. De commissie komt maandelijks bij elkaar en bespreekt de binnen gekomen meldingen. Ter vergadering wordt vastgesteld of en zo ja door wie en op welke wijze een nader onderzoek wordt ingesteld naar de feitelijke toedracht van het gebeuren. Bij ernstige gevallen informeert de commissie de door de directie gemandateerde eerste geneeskundige. Een ernstig incident is een
30 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
incident wat aantoonbare schade tot gevolg heeft en incidenten waarvan de commissie meent een rapport over op te stellen. Naar aanleiding van het bespreken van incidenten kan de commissie voorstellen doen aan het Clustermanagement of aan de door de directie gemandateerde eerste geneeskundige. Ook kan men met de betrokken afdeling, meestal met de betrokken behandelcoördinator een overleg komen ter advisering. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om het nabespreken van situaties, dit gebeurt immers in de wekelijkse teamvergaderingen op de afdelingen, maar om meer algemene zaken op het brede terrein van veiligheid en kwaliteit van interacties tussen medewerkers en patiënten. Bij geweldsincidenten kunnen er gesprekken plaatsvinden tussen een slachtoffer en een lid van de commissie in het kader van nazorg. Dit kan alleen op verzoek van de medewerker. Incidenten patiëntenzorg Aantal meldingen 139 (in 2007: 164 x) Het betrof hierbij: • 77 maal incidenten rondom medicatieverstrekking (in 2007: 93 x) • 55 maal vergeten te geven (in 2007: 80 x) • 15 maal verkeerde medicatie verstrekt (in 2007: 9 x) • 2 maal medicatie te laat verstrekt door apotheker (in 2007: 0 x) • 5 maal medicatie foutief verwerkt door apotheek (in 2007: 1 x) • 14 maal weglopen van kinderen (2007: 14 x) • 3 maal agressie van kind tegen een ander kind (2007: 4 x) • 4 maal grensoverschrijdend gedrag van een kind tegen een ander kind (2007: 4 x) • 11 maal verwonding of ongeluk (2007: 15 x) • 30 maal overige meldingen (2007: 36 x) Beschouwingen De dalende lijn in het totale aantal meldingen blijft zich voortzetten. Het aantal meldingen van incidenten nam dit jaar af met ruim 15%. Vergeleken met 2005 is er ruim een halvering van het aantal meldingen. Ook op het gebied van het aantal meldingen rondom de medicatieverstrekking is er een daling te zien (17%), maar het blijft het grootste aantal meldingen in de patiëntenzorg veroorzaken. Dit jaar is er veel aandacht besteedt aan het vinden van een oplossing t.a.v. de fouten rondom medicatieverstrekking; samen met de apotheker en tevens lid van de commissie wordt elke vergadering speciaal aandacht besteed aan de meldingen rondom medicatieverstrekking en wordt er actief gezocht naar middelen om het aantal meldingen te laten afnemen. Verder is er contact gezocht met collega instellingen om de cijfers van Curium-LUMC te vergelijken met de cijfers van deze instellingen, maar dit heeft nog niet tot een representatieve vergelijking geleid. Om het aantal meldingen verder te laten afnemen wil de MIP de volgende middelen inzetten. Vanaf 2009 krijgen de units inzicht in hun cijfers middels maandelijkse overzichten van het aantal en soort meldingen. Er wordt komend jaar vanuit de MIP aandacht gevraagd voor scholing van de sociotherapeuten op het gebied van medicatie. Vanuit de MIP blijft er constante aandacht voor verbeterpunten op het gebied van medicatieverstrekking. Conclusie aanbevelingen en jaardoel Fouten rondom met name vergeten van medicatieverstrekking blijft een punt van aandacht. Komend jaar is het speerpunt van de commissie deze fouten verder terug te dringen.
Jaardocument 2008
31
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Geweldsincidenten • Aantal meldingen was 138 (2007: 276 x). • Van het aantal meldingen eindigde 91 meldingen op fysiek gewelddadig niveau (2007: 145 x) • De tijdstippen met de meeste meldingen zijn tussen 17.00 – 18.00 uur (22 maal), tussen 11.00 – 12.00 (19 maal), tussen 09.00-10.00 uur, 15.00-16.00 uur en 16.0017.00 uur (13 maal) • De meeste incidenten vinden nog steeds plaats in de klinische units; 93 maal (2007: 176 x) • Het teamlid / de leerkracht is meestal doelwit van de agressor 77 maal (2007: 187 x) Beschouwingen In 2008 had de commissie zich tot doel gesteld om het aantal meldingen van geweldsincidenten terug te dringen. Om agressief gedrag terug te dringen moeten interventies en preventieve maatregelen al op agitatieniveau (Radartheorie) ingezet worden. Op advies van de commissie is er een incompany opleiding signaleringsplannen aangeboden aan alle medewerkers met patiëntcontacten, die werkzaam zijn in de (dag)kliniek. De achterliggende gedachte hierbij was door de patiënt te betrekken in het proces van signaleren van agressie en bedenken van interventies de kans van slagen van de interventie een stuk groter zou zijn en er vaker tot deescalatie gekomen zou kunnen worden. Het aantal meldingen van geweldsincidenten is in 2008 afgenomen met 50% in vergelijking met 2007. De incompany opleiding signaleringsplannen zal hier een rol in hebben gespeeld. Alsmede de toenemende aandacht voor de-escalatie van agressie. De doelstelling voor 2009 is een verdere afname van het aantal geweldsincidenten. De middelen die hiervoor worden ingezet zijn een verdere implementatie van het werken met signaleringsplannen en blijvende aandacht voor het de-escalerend werken. Tevens stelt de commissie voor een digitaal systeem van melden op te zetten. De huidige manier van melden en de verwerking is van deze meldingen is zeer tijdrovend voor de medewerkers en de commissie. Samenstelling De commissie MIP is ingesteld op 19-02-2002 en is samengesteld uit medewerkers van verschillende disciplines en Clusters van Curium-LUMC. De commissie bestond in 2008 uit: • Monique Geerts, sociotherapeut en TA (training agressiehantering) trainer (Cl 1) • Ronald Gordijn, sociotherapeut, coördinator TA trainer en voorzitter vanaf juni (CL 1) • Antoinette de Jong behandelcoördinator (CL1) • Kristel de Jong sociotherapeut (CL1) • Simone Lenssen psychotherapeut polikliniek (CL2) tot juni • Martijn Meijer kinder- en jeugdpsychiater (CL1) • Mieneke Norder psychomotorisch therapeut, coördinator TA en voorzitter MIC (CL1) tot juni • Else Pool sociotherapeut (CL1) • Els Koomen, apotheker LUMC
32 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
6.4
Kwaliteit en Veiligheid
De veiligheid van zowel medewerkers als patiënten binnen Curium-LUMC heeft ook in 2008 veel aandacht gekregen. In 2008 is het veiligheidsbeleid vanuit medewerkerperspectief bij CuriumLUMC uitgebreid met een veiligheidsnotitie vanuit patiëntenperspectief. Alle patiëntgebonden medewerkers krijgen binnen Curium-LUMC standaard een training agressietechniek waarbij ze zowel fysiek als mentaal geweld leren te pareren. Daarnaast is binnen het psychiatrische en pedagogisch beleid veel aandacht voor onveilige situaties. Er zijn veel patiëntgebonden protocollen die ingaan op incidenten bij patiënten en er is ook in 2008 veel aandacht besteed aan de opvang van patiënten en medewerkers bij grootschalige incidenten. Het veiligheidsbeleid vanuit patiëntenperspectief is uitgebreid besproken met de cliëntenraad. Op basis van deze discussie zal Curium-LUMC in 2009 overgaan tot integratie van het veiligheidsbeleid vanuit medewerkersperspectief en patiëntenperspectief. Een betere veiligheid voor zowel patiënten als voor medewerkers is bevorderlijk voor zowel het werk- als het behandelklimaat.
6.4.1 Bedrijfshulpverlening (BHV) De Bedrijfshulpverlening (BHV) organisatie telde in 2008 ongeveer 65 medewerkers. Gedurende het jaar werden tien oefeningen gehouden, elke keer op een andere locatie. Daarbij werd een brand, ongeval of andere calamiteit in scène gezet, zonder waarschuwing vooraf, waardoor de hulpverlening door aanwezige BHV-ers geoefend kon worden. Verslagen met aanbevelingen werden via intranet voor iedereen beschikbaar gesteld. Bovendien hielden verschillende terreinrondes oude en nieuwe BHV-ers scherp waar het de plaats van de brandhydranten of gaskraan betrof of de werking van portofoons en het snel laten zakken van de paaltjes om de brandweer toegang te geven tot het terrein. In april vond een aparte oefening met de brandweer van Oegstgeest plaats om aandacht te geven aan communicatie en afstemming met deze organisatie in de praktijk. Naast alle oefeningen gingen de BHV-ers ook weer op herhalingscursus voor BHV en EHBO. De wat moeilijk te bedienen evacuatiestoel werd omgeruild voor een eenvoudiger exemplaar en was ook weer onderwerp van oefening. De BHV-coördinatiegroep werd dit jaar versterkt met BHV sociotherapeuten van unit C en het Van Krevelenhuis en gaf uitvoering aan het beleid zoals dat elk jaar in de jaarvergadering en het jaarplan geformuleerd wordt. In september werd de BHV organisatie door het NIAZ meegenomen in de externe audit. Alles bleek prima in orde en bij het afrondend gesprek viel de BHV een pluim ten deel. Kwaliteit stond dit jaar overigens centraal, niet alleen werden takenkaarten en protocollenboek gereviseerd, maar er werd ook besloten tot een vaste format voor verslagen en het jaarplan voor 2009 werd S.M.A.R.T. geformuleerd. In een folder voor bezoekers van Curium-LUMC die in de wachtruimtes ligt, kunnen ook zij lezen wat van hen verwacht wordt in geval van een calamiteit. Via vier nieuwsbrieven en intranet werden BHV-ers en de rest van de organisatie op de hoogte gehouden van nieuwtjes op BHV gebied. Gelukkig hebben zich in 2008 geen echte incidenten voorgedaan en bleef het bij oefenen.
Jaardocument 2008
33
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
7.
Ondersteunende afdelingen
7.1
Personeel en organisatie
Ook in 2008 is Curium-LUMC er in geslaagd door goede werving en selectie hoog gekwalificeerde medewerkers aan zich te binden. Door een gezond arbeidsklimaat en veel aandacht voor de arbeidsomstandigheden is het daarnaast gelukt het zittende personeel gemotiveerd en betrokken te houden. Curium-LUMC heeft een hoog opgeleid, zeer betrokken en erg gespecialiseerd personeelsbestand. Iedere medewerker heeft bewust gekozen voor het vak van kinder- en jeugdpsychiatrie waarbinnen gewerkt wordt met een moeilijke doelgroep van kinderen met een ernstige psychiatrische handicap. De psychische belasting van het vak is groot. Bij een aantal medewerkers eist dit bij tijd en wijle zijn tol. Confrontatie met de psychische problemen van het kind en het leed van het systeem vragen veel vaardigheid van de medewerkers om er goed mee om te kunnen gaan. In 2008 is veel aandacht besteed aan preventieve activiteiten die de psychische werkdruk kunnen verlagen. In het veiligheidsbeleid is aandacht besteed aan de opvang van medewerkers na incidenten en collegiale intervisie bij problematische vraagstukken. Ethiek en integriteit staan binnen Curium-LUMC hoog in het vaandel en met de nieuwe gedragscode zijn de verwachtingen hierover met elkaar afgestemd. Met de kernbegrippen inspirerend, deskundig en concreet heeft Curium-LUMC het startsein gegeven om met maatschappelijke waarden de identiteit van CuriumLUMC als academisch centrum verder vorm te geven. In alle communicatiemiddelen, maar met name ook in het aanspreken op elkaars gedrag worden deze kernbegrippen verder tot leven gebracht. In 2008 heeft de afdeling P&O een aantal grotere veranderingen en projecten door- en uitgevoerd: Easycruit van Stepstone Solutions werd uitgerold. Een online werving- en selectieprogramma. Hiermee worden vacatures op Intranet en Internet gezet. Vervolgens komen alle sollicitanten via de vacature gesystematiseerd in een database terecht zodat deze sollicitaties allemaal via dit systeem kunnen worden afgehandeld. In januari heeft P&O dit project gestart en op 14 juni 2008 ging het systeem van start. In september 2008 is P&O gestart met het werken volgens een veldverdeling. De Personeelsadviseurs en de medewerkers van P&O werken samen in koppels voor een gedeelte van de organisatie. Ook in 2008 is er weer een verzuimtraining georganiseerd voor leidinggevenden van CuriumLUMC. Hier werden alle wetten en regels rond dit onderwerp behandeld. Ook werd er stil gestaan bij de manier waarop er met verzuim wordt omgegaan en bij de normen en waarden van CuriumLUMC ten aanzien van dit onderwerp. Samen met het management van Cluster 1 heeft P&O ondersteuning geboden aan de directie ten aanzien van de reorganisatie van De Vlier van september en bij de voorbereidingen op de tweede reorganisatie van april 2009. Net zo als andere afdelingen binnen Curium-LUMC heeft P&O in 2008 het handboek vastgesteld ten aanzien van het kwaliteitssysteem van het NIAZ.
34 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
7.1.1 Personeelsbestand
Op 31 december 2008 waren er 380 personen in dienst van Curium-LUMC (op 31 december 2007 waren dat 390 personen, op 31 december 2006 waren het er 371). Vorig jaar werkten er op 31 december 66 (17,3%) mannen en 314 (82,6%) vrouwen. Hiervan werkten er 87 (22,9%) bij de ondersteunende diensten. Functiecategorie Management Kinder- en jeugdpsychiater Medici overig Ondersteunende diensten Ouderbegeleiding Patiëntenzorg overig Psychologen GZ-psychologen Klinisch psychologen (specialisten) Sociotherapeuten Therapeuten Totaal • • •
Mannen 3 6 2 18 2 3 1 1
Vrouwen 11 6 6 69 15 14 10 12
Totaal 14 12 8 87 17 17 11 13
3 27 0 66
9 147 15 314
12 174 15 380
Medici overig zijn AIOS, ANIOS, kinderartsen, behandelend artsen etc. Onder ouderbegeleiders verstaan we ouderbegeleiders en systeemtherapeuten. Ondersteuning: mensen die werken bij de facilitaire dienst (FD), de economisch en administratieve dienst (EAD), Personeel en organisatie (P&O) en het secretariaat van de directie.
Instroom In 2008 zijn er 88 mensen bij Curium-LUMC in dienst getreden (in 2007 waren dit er 86 en in 2006 85). Hieronder vindt u de cijfers van alle nieuwe medewerkers ingedeeld naar functiecategorie. Functiecategorie Kinder- en jeugdpsychiater Management Medici overig Ondersteunende diensten Ouderbegeleider Patiëntenzorg overig Psychologen Klinisch psycholoog Sociotherapeuten Therapeuten Totaal
Jaardocument 2008
Mannen 0 1 1 2 0 2 0 0 7 0 13
Vrouwen 2 2 2 19 2 6 9 1 31 1 75
Totaal 2 3 3 21 2 8 9 1 38 1 88
35
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Uitstroom In 2008 zijn er 92 mensen uit dienst gegaan (dat waren er in 2007 73 en in 2006 74). Functiecategorie Management Medici overig Ondersteunende diensten Ouderbegeleiders Patiëntenzorg overig Psychologen Klinisch psychologen Sociotherapeuten Therapeuten / begeleiders Totaal
mannen 2 1 3 0 1 1 0 8 1 17
Vrouwen 4 5 10 4 7 7 1 34 3 75
Totaal 6 6 13 4 8 8 1 42 4 92
Het verloop was in 2008 24,2%. Bij de sociotherapeuten was het verloop 24,1%. Het verloop was in 2007 18,7%. Bij de sociotherapeuten was het verloop 20%. Het verloop was in 2006 19,9%. Bij de sociotherapeuten was dat 20,7%. In- en uitstroom in 2008 per afdeling Instroom
Uitstroom
Cluster/Afdeling
Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal
Cluster I Cluster II Directie EAD (economisch en administratieve dienst) FD (facilitaire dienst) O&O P&O Totaal
9 1 0 1 1 1 0 13
35 20 4 6 6 1 3 75
44 21 4 7 7 2 3 88
11 2 0 2 2 0 0 17
41 22 3 3 2 3 1 75
52 24 3 5 4 3 1 92
Totaal personeelsbestand op 31 december 2008 per afdeling Cluster/Afdeling Cluster I Cluster II Directie EAD (economisch en administratieve dienst) FD (facilitaire dienst) MIV (medische informatievoorziening) O&O (Onderzoek) OR P&O (personeel en organisatie) Totaal
36 Jaardocument 2008
Mannen 41 11 4 4 10 4 1 3 1 79
10,05% 2,70% 0,98% 0,98% 2,45% 0,98% 0,25% 0,74% 0,25% 19,36%
Vrouwen 172 80 6 31 28 3 0 4 5 329
42,16% 19,61% 1,47% 7,60% 6,86% 0,74% 0,00% 0,98% 1,23% 80,64%
Totaal 213 91 10 35 38 7 1 7 6 408
52,21% 22,30% 2,45% 8,58% 9,31% 1,72% 0,25% 1,72% 1,47% 100,00%
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd van de mensen die Curium-LUMC hebben verlaten was hoger (38 jaar) dan die van de nieuwkomers (32 jaar). De gemiddelde leeftijd van de Curium-LUMC medewerker is lager geworden, namelijk 38 jaar. In 2007 was dat 39. Gemiddelde leeftijden per afdeling 50
40
30
41
20
44
40
46
46
44
39
35
33
10
FD
EA D
P& O
OR
O& O
M IV
ie re ct Di
Cl
Cl us te r
us te r
I
II
0
Gemiddelde leeftijden per functiecategorie 60 50 40 30 20
43
46
50
45 36
47
52 43
37
32
38
10
Ki
nd er -
en
je ug dp sy ch ia te M r an M ag an e m ag en em t en t( KJ O nd M P) ed er st i c eu io ve ne r ig nd e di O en ud st er en be Pa g el tië ei nt di en ng zo rg ov er Ps ig y ch Ps o yc lo ho ge th n er a pe So ut cio en th er ap eu te Th n er ap eu te n
0
Jaardocument 2008
37
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Stages Hieronder vindt u de aantallen van de mensen die in 2008 begonnen zijn met een betaalde stage bij Curium-LUMC. Soort stage Vaktherapie en Begeleiding Diagnostiek Ondersteunende diensten Onderzoek Sociotherapie Overig Totaal
Mannen 1 2 1 0 0 0 4
Vrouwen 4 7 1 1 14 2 29
Totaal 5 9 2 1 14 2 33
In totaal waren er op 31 december 2008 64 personen als gastmedewerker van Curium-LUMC geregistreerd. Gastmedewerkers zijn mensen die werkzaamheden verrichten voor en of samen met Curium-LUMC maar niet in dienst zijn bij Curium-LUMC. De meesten hiervan hebben elders een arbeidsovereenkomst. Bijvoorbeeld bij het LUMC, Effatha, Universiteit Leiden of de Leo Kannerschool. Vacatures Hieronder ziet u hoeveel vacatures er per Cluster of dienst er gemeld zijn bij P&O. Aantal vacatures 45 39
40 35 30 25 20 15
8
10
4
5
5 1
1
2
1
P& O
AD FD /E
FD
EA D
ct ie
er ei n ng ij li
m /T e Cu riu
38 Jaardocument 2008
Di re
d
I st er I Cl u
Cl u
st er I
0
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Aantallen vacatures 50
47
45 40 35 30 25 20 15 9
10
5
5 0 Niet vervuld in 2008
Vervallen in 2008
Vervuld in 2008
Ziekteverzuim Afdeling Totaal Directie EAD FD Cluster 1 Cluster 2
Personeels sterkte (FTE) 257,4 12,60 23,70 18,70 146,70 55,70
Jaardocument 2008
Ziekteverzuim
Zwangerschap
Totaal
6,41 11,46 3,76 14,23 5,58 5,35
2,09 2,16 1,56 1,90 3,11
8,50 13,62 3,76 15,76 7,48 8,46
39
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
7.2
ARBO
De Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) blijft centraal staan in het werk van het Arboteam. Naast het monitoren van de voortgang van het Plan van Aanpak dat er ligt om verschillende knelpunten uit de RI&E van 2005 op te lossen, is een nieuwe opzet gemaakt voor de RI&E in 2009. In 2008 zijn verschillende werkplekonderzoeken uitgevoerd en oplossingen aangedragen in het kader van preventie, evenals de deelname aan de jaarlijkse griepprikcampagne. Klimaatbeheersing is in 2008 een groot aandachtspunt geweest binnen Curium-LUMC. De directie is onder meer geadviseerd over bedrijfsartsbezoek voor medewerkers van de Dagbehandeling Oegstgeest naar aanleiding van een klimaatonderzoek daar. Ook zijn er brieven naar de directie en naar de units gestuurd met betrekking tot de voortgang van de probleemanalyse rond klimaatproblemen bij de nieuwe units. Halverwege het jaar heeft de arbeidsinspectie Curium-LUMC bezocht. Op grond van het rapport dat zij opgesteld hebben heeft het Arboteam de directie geadviseerd. Een advies om bijvoorbeeld een aparte rustruimte te introduceren voor kolven voor jonge moeders werd door de directie afgewezen onder verwijzing van de opmerking dat leidinggevenden wanneer nodig zelf een oplossing hiervoor kunnen bedenken. Wel werd een kamerscherm aangeschaft voor meer privacy. Er werden twee bijna ongevallen gemeld die met aanbevelingen naar de directie zijn gegaan. En dit jaar werd de langverwachte preventiemedewerkster in de persoon van Joke Bruijn-de Geus in dienst genomen.
7.3
Facilitaire Dienst
Het jaar 2008 stond voor de facilitaire dienst in het teken van kwaliteit. In het voorjaar vond bij de Facilitaire Dienst een interne audit plaats, in het najaar de organisatiebrede externe audit van het NIAZ. Beide keren heeft de Facilitaire Dienst prima gescoord. Rond de zomer werd een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder kinderen, ouders, bezoekers en medewerkers. Ook daaruit bleek dat de Facilitaire Dienst goed voldeed. Verbeteren kan altijd, dus ging de dienst met de aanbevelingen aan de slag. Bij de Huishoudelijke Dienst werd de inzet van uren en taken beter op elkaar afgestemd waardoor uitvoering werd gegeven aan het beleidsmatige uitgangspunt van een evenwichtiger niveau van schoonmaak. De huishoudelijke taken van de sociotherapeuten en die van het facilitair personeel zijn duidelijker beschreven en gecommuniceerd waardoor ook op het gebied van HACCP en hygiëne beleidsmatige invulling werd gegeven. De Technische Dienst is organisatorisch gewijzigd om coördinatie en aansturing van de werkzaamheden aan te passen. Er is een nieuwe aanbesteding gedaan van het groenonderhoud, compleet met beheerplan en actuele tekeningen. De herhuisvesting van De Vlier ten behoeve van de nieuwe afdeling De Springplank en de uitbreiding van de Dagbehandeling met een derde groep kwamen bovenop de reeds in het jaarplan en begroting geplande extra werkzaamheden in 2008. Gelukkig konden ook de geplande reorganisaties doorgang vinden voor. Zo werd bijvoorbeeld het kantoor van de Dagbehandeling in Gouda gerenoveerd, werd het Van Krevelenhuis voorzien van een nieuw ventilatiesysteem en elektrische zonwering. Het entreegebouw werd verlost van een gebrek in de riolering en ten 40 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
behoeve van legionellabeheer en ICT werden de nodige (uitbreidings-) aanpassingen gedaan. Bovendien werd er veel voorbereidend werk gedaan voor het Meerjaren Onderhoud Plan, het Lange Termijn Huisvesting Plan en voor de oplossing van de problematiek van boilers en vloerverwarming in de nieuwe units. Bij de receptie is de werkdruk na het invoeren van het maken van poliafspraken opgevangen door een nieuwe vaste kracht. Naast al deze reguliere facilitaire taken, werd er in 2008 ook ruimte gevonden om een lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan: het aanleggen van een Curium-kinder-kunst collectie en het organiseren van exposities hiervan. Qua personeel hebben we ook in 2008 afscheid moeten nemen van collega’s en nieuwe in dienst genomen, maar hebben we het beleidsmatige uitgangspunt om stagiaires en personeel van sociale werkplaatsen voluit de kans te geven, kunnen waarmaken. Naast stagiaires van de Haagse Hogeschool hebben ook jongeren die in Curium-LUMC behandeld worden volop praktijkervaring kunnen opdoen en is een gedetacheerde medewerkster van de Mare groep doorgestroomd naar een reguliere baan bij de afdeling Voeding en Catering.
7.4
Economische en administratieve dienst
De medische registratie is de basis van de inkomsten van Curium-LUMC. Met het operationeel worden van de Diagnose Behandel Combinatie (DBC) facturatie ligt er derhalve een grote druk op het juist en volledig registreren van de medische activiteiten in DBC’s. Door de invoering van de DBC’s is de administratieve lastendruk bij de behandelaars en bij de ondersteunende diensten sterk toegenomen. Behandelaren dienen alle directe en indirecte behandeltijd in te vullen naast verschillende typeringen en specificaties. Omdat de productstructuur van de DBC’s en het systeem waarbinnen geregistreerd wordt nog voor verbetering vatbaar is, wordt veel aandacht besteed aan ondersteuning van deze registratielast. Niet voorkomen kan worden dat de invoering van DBC’s en daarmee een hogere administratielast als zeer ongewenst door veel medewerkers wordt gezien. Daar waar mogelijk tracht de organisatie de lasten te verdelen over disciplines. 2008 stond in het teken van de facturatie van de afgesloten DBC’s. Daarnaast is veel aandacht besteed aan het verbeteren van de administratieve processen. Het synchroniseren van de administratieve procedures tussen kliniek en polikliniek hebben daarbij extra aandacht gekregen. Binnen het kwaliteitssysteem zijn de AO/IC procedures verbeterd en wordt aandacht besteed aan het verder optimaliseren van het proces. Vanaf 2008 werd niet meer maandelijks bevoorschot door de zorgverzekeraars, maar diende de instelling inkomsten te verwerven door afgesloten en gefactureerde dbc’s. Dit betekent dat pas geld werd ontvangen als de betrokken patiënt binnen Curium-LUMC was uitbehandeld, de administratie was afgewikkeld, de factuur was opgesteld en uiteindelijk door de betreffende verzekering betaalbaar was gesteld. Dit proces betekende gemiddeld een vertraging van de inkomsten van zes tot negen maanden. In de kinder- en jeugdpsychiatrie is het immers gewoon dat de gemiddelde behandelduur van een kind of jongere zes tot negen maanden in beslag neemt. In 2008 is er derhalve veel tijd besteed aan de liquiditeitspositie van Curium-LUMC. Door vertraagde inkomsten moesten extra leningen worden afgesloten om de maandelijkse exploitatielasten te kunnen blijven dragen. Daarnaast is er veel tijd besteed aan de onderhandeling met de zorgverzekeraars om enigszins compensatie te krijgen voor deze vertraging van inkomsten en het verbeteren van de facturatie van DBC’s. Ook door technische problemen in het DBC-systeem liet het afsluiten van DBC’s op zich wachten. Dit liquiditeitsprobleem zal zich ook in 2009 voortzetten. Zorgverzekeraars zijn tot op heden niet bereid om de financiering van zorg in maandelijkse porties aan de zorginstellingen te vergoeden
Jaardocument 2008
41
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
ondanks politieke en bestuurlijke druk. Hoewel zorgverzekeraars hun premiegelden maandelijks van de verzekerden ontvangen houden zij het geld enkele maanden op alvorens bij een afgesloten dbc tot verrekening met de zorginstelling over te gaan. Hierdoor verdwijnt geld uit de noodzakelijk geachte primaire zorg die niet aan rechtstreekse patiëntenzorg kan worden besteed. Curium-LUMC acht dit een zeer ongewenste ontwikkeling en zal zich ook in 2009 sterk maken om dit probleem op te lossen en alle financiën ten goede te laten komen aan de patiëntenzorg.
42 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
7.4.1
Verkorte jaarrekening
BALANS PER 31 DECEMBER 2008 (na resultaatsbestemming) 31-dec-08 €
31-dec-07 €
0 20.097.999 1.473 20.099.472
0 20.985.209 4.425 20.989.634
Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Liquide middelen Totaal vlottende activa
4.455.027 3.842.617 2.884.883 10.370 11.192.897
0 305.195 360.808 6.969 672.972
Totaal Activa
31.292.369
21.662.606
17.547 1.921.685 55.912 1.995.144
17.547 1.692.768 55.912 1.766.227
0
0
Langlopende schulden
14.053.757
14.746.621
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Kortlopende schulden en overlopende passiva
0 15.243.468
0 5.149.758
Totaal Passiva
31.292.369
21.662.606
ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa
PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen Egalisatierekening afschrijvingen
(De volledige jaarrekening is op te vragen bij Curium-LUMC.)
Jaardocument 2008
43
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
RESULTATENREKENING OVER 2008 2008 €
2007 €
19.219.873
18.476.140
520.796
265.544
19.740.669
18.741.684
15.110.800
14.547.329
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
1.067.793
1.058.890
Overige bedrijfskosten
2.236.488
2.067.496
Som der bedrijfslasten
18.415.081
17.673.715
BEDRIJFSRESULTAAT
1.325.588
1.067.969
Financiële baten en lasten
-1.096.671
-951.551
RESULTAAT BOEKJAAR
228.917
116.418
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten
Positief
Positief
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat is als volgt verdeeld:
2008 €
2007 €
Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Onttrekking reserve studiekosten/persoonsgebonden budget Onttrekking reserve afschrijving instandhouding
293.559 0 -64.642
217.601 -24.980 -76.203
RESULTAAT
228.917
116.418
(De volledige jaarrekening is op te vragen bij Curium-LUMC.)
44 Jaardocument 2008
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
7.4.2 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening
Jaardocument 2008
45
Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
7.4.3 Accountantsverklaring
46 Jaardocument 2008