Crisisaanpak 2013-2014 Horizon Technisch Vakmanschap Gebouwde omgeving Provincie Brabant
24 mei 2013 2462/bouw/139 Franka van Lieshout Senior-adviseur PSW Stationsplein 4 Postbus 1228 5200 BG ‘s-Hertogenbosch telefoon : (073) 612 43 25 telefax : (073) 612 85 75 e-mail :
[email protected]
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
2
Inleiding Met het Brabantse Arbeidsmarktakkoord heeft de Provincie Brabant het middellange en lange termijn perspectief van een beter functionerende arbeidsmarkt in Brabant weer op de agenda gezet. Tegelijk is echter de crisis, die eind 2008 is ingezet, dieper en hardnekkiger dan eerder voorzien, staat het Brabantse bedrijfsleven onder druk, neemt de werkloosheid toe en zijn er groepen die buiten de boot vallen. Om die reden is de Provincie gestart met een crisisaanpak. Deze crisisaanpak omvat projecten en activiteiten waarvoor draagvlak en commitment bestaat bij de partners van Pact Brabant (www.pactbrabant.nl). Het betreft inspanningen die binnen 1 jaar leiden tot nieuwe werkgelegenheid of van werk-naar-werk arrangementen of tot het ontzorgen van MKB bedrijven. De focus ligt bij jongeren (-27 jaar), 55+ers, zzp’ers en mensen met een beperking. Onderhavig voorstel is een uitwerking van een crisisaanpak in de bouw en richt zich vooral op behoud van leerwerkplekken en scholingscapaciteit voor jongeren in de gebouwde omgeving. Dit voorstel wordt gedragen door de gezamenlijke opleidingsbedrijven in de gebouwde omgeving (te weten: bouw, schilderen/stukadoors, installatie- en elektrotechniek) in Brabant. Op 17 april 2013 hebben deze opleidingsbedrijven overeenstemming bereikt over voorbereiden en indienen van dit voorstel. PSW heeft in opdracht van de Brabantse opleidingsbedrijven dit uitgewerkt. De ureninzet is gefinancierd vanuit het provinciale uitvoeringsprogramma van PSW.
1.
Achtergrond Onze economie heeft goed opgeleide vakmensen nodig. In de sector Techniek is hiervoor een unieke en effectieve opleidingsstructuur ontwikkeld. Als vertegenwoordiger van de lidbedrijven (aannemers, installateurs, schilders etc.) verzorgen opleidingsbedrijven in ‘de gebouwde omgeving’ in samenwerking met de ROC’s een belangrijk deel van het Human Resource Management en invulling van Human Capital Agenda van deze sector. De bouw is zonder twijfel het meest getroffen door de huidige (en voorgaande..)crisis. Alle leeftijdsgroepen, maar jongeren in het bijzonder, zijn diep getroffen door de malaise in de bouw door het gebrek aan stage en (leerwerk)banen. Opleidingsbedrijven in ‘de gebouwde omgeving’ zijn een belangrijke graadmeter voor de huidige toestand op de arbeidsmarkt voor jongeren. Zij vertegenwoordigen 90% van het MKB in de sector en constateren direct het gebrek aan ‘inleencapaciteit’ van de vertegenwoordigende bedrijven. Typerend voor de sector bouw is dat er op MBO-niveau meer BBL- dan BOL-leerlingen zijn. De belangrijkste reden is dat het gaat om jongeren die praktijkgericht willen leren en de mogelijkheid om al bij aanvang van de opleiding in loondienst te treden op basis van een leerwerkdienstverband. Mede als gevolg daarvan is de instroom van jongeren in de bouw erg gevoelig voor economische schommelingen. Dat wordt nog eens versterkt door de caoafspraken in de bouw en de verdere flexibilisering van de bouwarbeidsmarkt. Hadden de Brabantse opleidingsbedrijven (zie bijlage 1) voor de crisis maar liefst 2235 BBL’ers in dienst. Op dit moment (2012-2013) zijn dat er 1222. Dat is een verschil van maar liefst 1013 BBLleerlingen (45% minder). Wegens het gebrek aan inleencapaciteit slagen de opleidingsbedrijven ook voor deze BBL jongeren er lang niet altijd in om ze bij een bedrijf uit te plaatsen en een inleenvergoeding te realiseren (leegloop van 10 %). Daarmee staat de financiering van de opleidingsbedrijven ernstig onder druk. Om anticyclisch op te kunnen blijven leiden bieden sommige opleidingsbedrijven jongeren als alternatief op een BBL-contract een stage aan waarbij er alles aan wordt gedaan om de leeromgeving zo praktijkgericht mogelijk te maken
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
3
(de zgn. omgekeerde leerroute). Via deze route volgen er in Brabant op dit moment nog eens 387 jongeren hun opleiding tot vakman in de Gebouwde omgeving. Zonder extra middelen voor financiering van deze stage-constructie (zoals in het verleden de inzet van middelen uit de regionale actieplannen jeugdwerkloosheid en/of re-integratiemiddelen) is ook deze constructie voor de opleidingsbedrijven financieel echter niet lang meer vol te houden. Kortom: Nu al worden er in Brabant 600 jongeren minder opgeleid tot vakman in de gebouwde omgeving, dan voor de crisis. Daarnaast staat door gebrek aan inleencapaciteit en de extra kosten die gemaakt worden bij een stage-construct de financiering van de opleidingsbedrijven ernstig onder druk. Reserves raken langzaam op. Zonder ingrijpen zal het aantal leerwerk- en stageplekken in de gebouwde omgeving in Brabant het komende jaar nog eens met 500 plekken afnemen. Het huidige onderwijs- en verdienmodel van de opleidingsbedrijf is immers niet meer betaalbaar. Om deze afname te voorkomen en vernieuwing te realiseren willen de Brabantse opleidingsbedrijven een transitie maken naar een nieuw onderwijs- en verdienmodel. Niet enkel de crisis maar ook andere inhoudelijke en financiële redenen maken dat een versnelling in deze transitie wenselijk is. Te noemen zijn: • De verandering van werkzaamheden op de bouwwerkplaats (meer onderhoud en renovatie, meer integraal, meer klantgericht werken en samenwerking in de keten). • Realiseren van een betere aansluiting tussen VMBO en MBO (doorlopende leerlijn in de techniek). • Het verbeteren van inhoud en kwaliteit van het opleidingsprogramma. • Financiering door bedrijfsleven naar prestatie van leerlingen. Binnen huidige BBL moeten leerlingen direct al volgens cao worden betaald. Is niet realistisch (zeker niet in crisis). • De afname van opleidingsmogelijkheden door verdere flexibilisering en uitbesteding aan onderaannemers (deze zijn niet gewend op te leiden). • Het bieden van een aantrekkelijk (meerjarig) perspectief voor leerlingen (en ouders) om te leren en werken in de gebouwde omgeving. Daardoor zijn de opleidingen beter ‘verkoopbaar’ en kan meer instroom worden gegenereerd. • Het dreigend wegvallen van de WVA (per 1 januari 2014) waardoor, in combinatie met de dure cao, het inlenen van leerlingen door bedrijven in de toekomt nog meer onbetaalbaar wordt. Onderliggend plan biedt niet enkel een concreet antwoord op de stijgende jeugdwerkloosheid maar geeft ook antwoord op de vraag hoe nu en in de toekomst het aanbod aan stageplekken en leerwerkbanen voor jongeren (en zij-instromers) in ‘de gebouwde omgeving’ en de kwaliteit van opleiden kan worden gegarandeerd. Nu ook Bouwend Nederland, die via VNO/NCW betrokken is bij het onlangs tot stand gekomen Techniekpact 2020, het belang van alternatieve opleidingsroutes (BOL/BBL) onderschrijft is ruimte ontstaan om een versnelling aan te brengen aan deze transitie (zie ook: EB rapport in opdracht van Bouwend Nederland). Met behulp van middelen uit de crisisaanpak kunnen de Brabantse opleidingsbedrijven deze versnelling realiseren (op tijd) en tevens (gedurende deze verbouwing) voldoende leerwerkplekken behouden en creëren.
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
2.
4
Doelstelling Het doel van onderhavige aanpak is drieledig: 1. Behoud van leerwerkplekken en scholingscapaciteit in de gebouwde omgeving (anticyclisch opleiden) in schooljaar 2013-2014. 2. Groei van het aantal leerwerkplekken en scholingscapaciteit in de gebouwde omgeving in schooljaar 2014-2015. 3. Versnellen van de transitie die opleidingsbedrijven in de gebouwde omgeving moeten realiseren om te komen tot een duurzamere, minder conjunctuurgevoelige en verbrede (meer arbeidsmarktrelevante) 3-jarige vakopleiding (vernieuwen en verduurzamen).
3.
Resultaten Met de aanpak worden de volgende resultaten bereikt: 1. Ten aanzien van behoud van leerwerkplekken en scholingscapaciteit gebouwde omgeving in schooljaar 2013-2014: − Handhaven van de huidige 1600 leerwerkplekken voor Brabantse jongeren in de gebouwde omgeving in het toekomstige schooljaar (2013-2014). − Binnen deze 1600 leerwerkplekken groeit het aandeel stagiaires van 24% nu (387 leerlingen) tot 31% (500 leerlingen) in schooljaar 2013-2014. 2. Extra instroom realiseren van 600 jongeren in nieuwe driejarige vakopleiding per leerjaar 2014-2015. 1 3. De start van een nieuwe verbrede 3 jarige vakopleiding in 7 Brabantse sub-regio’s in september 2014.
4.
Toelichting onderwijsconcept voor Bouwtechnisch vakmanschap gebouwde omgeving (Horizon technisch Vakmanschap) De opdracht die de gezamenlijke opleidingsbedrijven in de provincie Brabant zich stellen is om te werken aan vernieuwing van het opleidingsmodel naar een brede Bedrijfsschool/Vakopleiding (Bouw)Techniek voor de provincie Brabant. Dit naar voorbeeld van de samenwerking ‘De Technische’ _ ROC Nijmegen (zie bijlage: samenwerking De TechnischeROC Nijmegen) en als doorontwikkeling op de omgekeerde leerroute waarmee twee opleidingsbedrijven in Brabant bij de start van de crisis in 2009 al zijn gestart. Het gaat om de ontwikkeling van een nieuwe Beroeps Geleidende Leerweg (BGL) in een Techniek brede bedrijfsschool in de provincie Brabant waarin ook een Stimuleringsfonds Leren en Werken gebouwde omgeving (www.stifo-lerenwerken.nl) is opgenomen. Dit nieuwe model leidt ertoe dat het opleiden van leerlingen op termijn minder conjunctuurgevoelig is (duurzaam) en leerlingen door verbreding van de vakopleiding beter voorbereid zijn op de werkzaamheden die de toekomstige bouwarbeidsmarkt vraagt (vernieuwing). Het realiseert een betere aansluiting tussen VMBO (breed) en MBO (smal) en sluit aan bij de wens van de overheid het MBO te verkorten tot een driejarige opleiding. Ook ondervangt het model de afstand tussen de productiviteit van de leerlingen en de kosten (nu dure leeftijdsonafhankelij1
Te weten: regio ‘s-Hertogenbosch, regio Oss-Uden-Veghel, Land van Cuijk, regio Tilburg, regio Eindhoven/Veldhoven, regio Helmond/Peelland, regio Breda en regio Bergen op Zoom
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
5
ke cao) van leerlingen en kunnen naast bedrijfsfinanciering ook OCW-middelen worden ingezet om leerlingen op te leiden. Tot slot kan worden vastgehouden aan het bieden van – voor deze jongeren zo wenselijke – praktijkgerichte leeromgeving. Hoofdelementen van deze vakopleiding zijn: Een leerwerkomgeving die opleidt tot landelijke diploma’s. ● Een leerwerkomgeving die qua onderwijsfilosofie, leeromgeving en infrastructuur aansluit bij de leerstijlen van veelal praktisch ingestelde jongeren. ● Een leerwerkomgeving die volledig aansluit bij de (toekomstige) behoefte van de werkgevers. ● Geen BBL maar BGL (beroep geleidende leerweg > is geen formele leerweg) in de eerste drie jaar van opleiden. Daarmee worden leerlingen voor bedrijven goedkoper (betaald naar niveau van de leerling, in plaats van cao-conform). ● De leerling start in de BOL gefinancierde opleiding en naarmate de leerling meer kennis en kunde heeft opgedaan krijgt de leerling meer stagevergoeding (loon naar presteren) ● Als opleidingsbedrijven gaat men gezamenlijk opleiden (installatie, bouw en schilders en elektro, kan worden uitgebreid met meubel, metaal etc.) waardoor jongeren verbreed als vakman kunnen worden opgeleid en pas later hoeven te specificeren en breder inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Jongeren kiezen pas tot 3 maanden na start opleiding. ● Betere aansluiting tussen VMBO (breed) en MBO (smal) een daarmee ontwikkelen van aantrekkelijker techniekonderwijs. ● Werkgarantie van 2 jaar, na drie jaar voor alle BBL-leerlingen op niveau 3 (perspectief van 5 jaar). Tevens de mogelijkheid om door te groeien naar niveau 4. ● Gedurende het gehele opleidingstraject lopen er geïntegreerde projecten tussen de sectoren, waardoor leerlingen al in de opleiding met andere sectoren leren samenwerken integraal werken/verbrede vakopleiding). ● Grote betrokkenheid en invloed van het bedrijfsleven op inhoud, projecten en werk. Er is tevens flexibiliteit om programmaonderdelen toe te voegen naar behoefte van bedrijven. ● Creëren van extra leerwerkplaatsen door gelijktijdige ontwikkeling van stimuleringsfonds Leren en Werken gebouwde omgeving waarin MVO-opdrachtgevers, MVOopdrachtnemers en opleidingsbedrijven gezamenlijk inzetten op beschikbaarheid van voldoende leerwerkplekken/stageplekken in de gebouwde omgeving. ●
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
In schema:
6
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
5.
7
Plan van Aanpak, kosten en dekking De Brabantse opleidingsbedrijven zetten gezamenlijk in op de drie doelstellingen. In 7 subregio’s worden werkgroepen ingericht waarin opleidingsbedrijven, ROC’s, kenniscentra en VMBO’s samen toewerken naar de transitie naar een meer toekomstbestendige 3-jarige technische vakopleiding Gebouwde Omgeving. Elke werkgroep wordt getrokken door één van de directeuren van de opleidingsbedrijven uit de regio. In de uitwerking wordt aangesloten bij regionale/sectorale initiatieven op het terrein van onderwijs en arbeidsmarkt in de techniek. Voorbeelden daarvan zijn Toptechniek in Bedrijf, Techniekpact, regionale plannen voor de bouw en techniek. Implementatie van het nieuwe meer toekomstbestendige onderwijsconcept is voorzien in het schooljaar 2014-2015. Tegelijk wordt gedurende deze ‘verbouwing’ ingezet op het behoud van het huidige aantal beschikbare leerwerkplekken voor leerlingen in het schooljaar 2013-2014 (meetpunt mei 2013). Om dat te kunnen realiseren moet een groter aandeel van de jongeren een plek krijgen binnen een stage-constructie. Dit ter voorbereiding op de implementatie van de Beroepsgeleidende Leerweg. Voor de extra kosten die dit nu voor de opleidingsbedrijven nog met zich meebrengt (stage en opleiding) doen zij een beroep op een bijdrage van € 1000 per 2 stagiaire die in de periode tussen 1 augustus 2013 en 1 oktober 2013 instroomt . Het doel is om op die manier voor 500 leerlingen een opleidingsplek te garanderen, daarmee het huidige aantal leerwerkplekken voor jongeren te handhaven en tegelijk de transitie mogelijk te maken.
5.1 1.
2.
Acties, kosten en dekking Behoud van 500 leerbanen in het nieuw schooljaar (2013-2014) Kosten 500 stagiaires x € 3.000,- is € 1.500.000 Meetpunt: instroom tussen 1 augustus 2013 en 1 oktober 2013 van de opleidingsbedrijven. Maken van transitie in 2013/2014, implementatie schooljaar 2014-2015 Kosten Organiserend vermogen € 90.000 (te weten: backoffice € 15.000, accountantskosten € 5.000, PR-kosten € 10.000, projectleiding/ondersteuning € 60.000) en ureninzet partners in 7 regio’s en een centrale proces aansturing. Kosten
2
Dekking Provincie
Cofinanciering opleidingsbedrijven
Stage 500 leerlingen
€ 1.500.000 (500 x € 3.000)
€ 500.000 (500 x € 1.000)
€ 1000.000 (500 x € 2.000)
Organisatie
€ 90.000 + uren inzet partners
€ 90.000 externe projectondersteuning
Uren inzet partners
Opmerking: er zal geen sprake zijn van dubbele financiering, mocht uit andere bronnen financiering kunnen plaatsvinden (Landelijke aanpak jeugdwerkloosheid, Brabantse leerwerkcheques) dan zal dat in vermindering worden gebracht op de claim.
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
5.2
8
Stappen
Ad. 1. Behoud leerbanen Van de totale nieuwe instroom in de periode tussen 1 augustus en 1 oktober worden 500 leerlingen geplaatst volgens het concept van de omgekeerde leerroute, een praktijkgerichte leeromgeving met een stagevergoeding. Daarmee garanderen de opleidingsbedrijven het behoud van 1.600 leerwerkplekken voor jongeren in het nieuwe schooljaar. Ad. 2. Maken van transitie ●
Inrichten van projectstructuur (provinciaal en regionaal) (periode juni-augustus 2013): − Provinciaal programmamanagement met één vertegenwoordiger uit elke subregio, zijnde één van de directeuren van een opleidingsbedrijf. Het team wordt voorgezeten door een voorzitter met kennis van het inhoudelijke en financiële onderwijsmodel, draagvlak en overtuigingskracht. Doel van het team is draagvlak realiseren bij samenwerkende partijen, kennis delen, voortgang en resultaten in de regio’s bewaken, evalueren en rapporteren aan de provincie. Het provinciale team wordt ondersteund door externe projectleiding, backoffice en PR. − Daarnaast worden er in de 7 sub-regio’s regionale werkgroepen ingericht bestaande uit directeuren van regionale opleidingsbedrijven (bouw, schilders, installatie, mogelijk uitgebreid met meubels, metaal etc.), vertegenwoordigers van ROC’s, Vertegenwoordigers van Kenniscentra en Vertegenwoordigers van VMBO. Deze werkgroep wordt voorgezeten door één van de directeuren van de opleidingsbedrijven. Doel is om in afstemming met de partners in de regio te komen tot een nadere uitwerking van het nieuwe onderwijsconcept en financieringsmodel.
Provinciaal programmamanagement
Projectleider/ondersteuning
Regionale werkgroep 's-Hertogenbosch
Regionale werkgroep Oss-Uden-Veghel en Land van Cuijk
Regionale werkgroep Tilburg
Regionale werkgroep Eindhoven/Veldhoven
Regionale werkgroep Helmond/Peelland
Regionale werkgroep Breda
Regionale werkgroep Bergen op Zoom
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
●
● ● ●
6.
Draagvlak realiseren voor nieuwe onderwijsmodel (mei – december 2013) − Presentatie van plan/model in BBO overleg van MBO-Brabant (mei - september 2013). − Brabantse bestuurlijke bijeenkomst voor ROC en VMBO (bestuur en directies), opleidingsbedrijven (bestuur en directies), brancheorganisaties (Bouwend Nederland, Uneto/VNI en NOA) en kenniscentra over inhoud en financiering van onderwijsconcept, projectstructuur en planning. De ‘Technische’ uit Nijmegen zal als voorbeeld worden gepresenteerd (september 2013). − Zoeken naar ‘early adapters’ onder ROC’s in Brabant om te gebruiken als hefboom naar andere ROC’s (gesprekken september/oktober 2013). Regionale uitwerking en implementatie nieuw onderwijsmodel (oktober 2013 – juni 2014). Presentatie resultaten in Brabantse mini-conferentie (juni 2014). Start driejarige vakopleiding in de Brabantse regio’s (september 2014).
Organisatie Aanvrager : Technisch MKB Bedrijfsleven Gebouwde Omgeving Brabant Penvoerder : Revabo/Stivako Projectleiding/ondersteuning : Extern
7.
9
Partners Er is commitment over dit plan bij: ● Besturen Brabantse opleidingsbedrijven (zie bijlage 1). ● Afdeling Bouwend Nederland Zuid. ● Bouwend Nederland. ● Uneto-VNI. ● NOA.
Bijlagen
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
11
Bijlage 1 Regio's
BoZ
Breda
Tilburg
Den Bosch
Oss/Veghel/Cuyk
Eindhoven
Mierlo
E&I
IWBZ
IWBZ
IWBZ
IWBZ
IWBZ
IWBZ
IWBZ
Bouw
SPB
Bouwschool Breda
ambachtscool
bouwopleiding 's-hertogenbosch Revabo
ambachtscool
SBRH
bos mti
bos mti
schilderscool
schilderscool
regio peelland
stuc en werken
stuc en werken
nfra
Totaal
stivako
meubel
SPTM
schilders
SPB
schilderscool
stuc
schilderscool stuc en werken
stuc en werken
bbl voor de crisis
350
326
306
333
380
355
185
bouw
210
170
160
140
200
140
100
E&I
110
100
90
65
100
75
25
70
20
infra meubel
80 30
schilders
39
39
94
50
20
stuc
17
17
34
20
20
bbl heden
265
229
139
152
187
195
55
bouw
140
110
10
0
90
10
0
E&I
80
70
60
65
70
70
15
infra
20
meubel
10
70
10
schilders
15
stuc
2.235
27 20 41
41
71
35
15
8
8
16
10
15
1.222
Crisisaanpak 2013-2014, sector Bouw, Provincie Brabant, PSW, mei 2013
Regio's
BoZ
Breda
12
Tilburg
Den Bosch
Oss/Veghel/Cuyk
Eindhoven
Mierlo
Totaal
bol heden
40
10
65
120
47
45
60
bouw
30
10
45
100
32
45
60
0
0
10
20
15
0
0
0
0
E&I
387
infra 10
meubel 10
0
0
0
120
60
75
100
72
95
40
bouw
50
20
15
0
32
25
10
E&I
40
20
30
75
40
50
10
10
10
10
10
schilders stuc extra bol per 1 okt 2013
562
infra meubel
20
schilders
10
stuc
10 15
15
15
5
5
10
extra ll nieuwe structuur 2014
90
95
110
135
102
135
30
bouw
30
20
25
50
32
35
10
E&I
30
40
50
50
50
50
10
20
0 10
infra
20
meubel
10
schilders
20
stuc
25
25
25
20
10
10
10
10
697