UitvoeringsagendaUitvoeringsagenda 2020 2020 Provincie Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant
Samenvatting 1 Naar een innovatief en duurzaam agrofoodcluster Brabant wil tot de slimste en duurzaamste agrofoodregio’s van Europa behoren. Dat is onze ambitie voor de volledige keten van primaire producenten, hun toeleveranciers (genetica, uitgangsmaterialen, feed), de verwerkers van voedsel en andere agrarische producten, inclusief de verpakkingsindustrie, de logistiek en de retail. Qua omvang is dit agrofoodcluster na de hightech industrie nu de tweede economische pijler van Brabant. Met een aandeel van ruim 20% in de Nederlandse agrofood- en non food-productie staat Brabant bovendien in de top 5 van de Europese concurrentieladder. In de toekomst zal deze regio echter ook de plek zijn waar antwoord is gevonden op actuele maatschappelijke en ecologische vraagstukken. Een belangrijke drijfveer voor de genoemde ambitie vormen de ontwikkelingen in de primaire sector. De primaire sector is immers een essentiële schakel in het totale agrofoodcluster. Zo neemt Brabant ongeveer de helft van de Nederlandse markt op het gebied van de veehouderij, de bomen- en groenteteelt voor zijn rekening. De vestiging van deze bedrijven in Brabant heeft ervoor gezorgd dat er in Brabant zo’n omvangrijke en succesvolle agrofoodsector is ontstaan. Inmiddels is echter ook duidelijk dat het in de primaire sector gangbare, op kostenminimalisatie en schaalvergroting gebaseerde verdienmodel geen duurzaam perspectief biedt. De daarmee corresponderende productie in met name de veehouderij leidt tot grote maatschappelijke onrust en negatieve beeldvorming. Onze ambitie gaat uit van de mogelijkheden die het agrofoodcluster in zich heeft. Wij beseffen dat de kracht van het cluster als geheel bestaat uit de kracht van zijn afzonderlijke schakels. Dus moeten we ervoor zorgen dat er geen zwakke schakels
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
3 Organisatie en proces
tussen zitten. Wij onderschrijven het in Brabant breed gedragen pleidooi voor een koersomslag naar een zorgvuldige, duurzame en vraaggerichte landbouw. Het (her)winnen van vertrouwen en het realiseren van samenwerking beschouwen wij als zelfstandige resultaten van een proces dat uiteindelijk leidt tot een situatie, waarin boeren en burgers de dragers zijn van de productie van voedsel en van de leefbaarheid, de beleving en het beheer van het landschap.
De realisatie van de uitvoeringsagenda vergt een traject met een lange doorlooptijd en veel externe partners. De provincie speelt daarin een eigen, bescheiden rol. De meeste acties zullen door andere overheden, ondernemers, onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties moeten worden opgepakt. Daarvoor is een netwerkorganisatie nodig, zoals die zich gedeeltelijk al ontwikkelt via bijvoorbeeld het Verbond van Den Bosch, het Brabantberaad en de beoogde uitvoeringsorganisatie van het Innovatieprogramma. Over de facilitering daarvan door de provincie worden afspraken gemaakt.
2 Langs vier sporen Om vanuit de huidige situatie het geschetste toekomstbeeld te bereiken moeten we allereerst zorgen voor heldere kaders in termen van beleid en regelgeving. In nauw contact met het krachtenveld heeft de provincie een denklijn ontwikkeld om tot een zorgvuldige veehouderij te komen. Langs de weg van het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020 worden ‘koplopers’ gestimuleerd, die tot voorbeeld dienen van het ‘peloton’. ‘Achterblijvers’ worden via maatregelen in beweging gebracht. De ‘slimste en duurzaamste agrofoodregio’ van Europa kan alleen gerealiseerd worden als bedrijven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties echt samenwerken. De provincie ziet het als haar rol om samen en met ieders inzet tot afspraken te komen en de uitvoering daarvan te faciliteren. De uitvoeringsafspraken in deze agenda zijn daarvan het eerst resultaat.
Als de talrijke en verschillende partijen hun ambitie voor het agrofoodcluster gezamenlijk uitdragen, is het van belang dat zij ook samen investeren in een gezamenlijke basis voor communicatie. De provincie kan vanuit haar positie partijen verbinden aan een gezamenlijke communicatiestrategie en kernboodschap. De communicatie zelf heeft betrekking op het proces, de beeldvorming, mijlpalen in de besluitvorming, het samenwerkingsproces en de voortgang van afzonderlijke acties. Daartoe worden de communicatiemedia en -middelen van de betrokken partijen op elkaar afgestemd. Zowel de voortgang van het proces als die van de afzonderlijke acties wordt gemonitord. Over de voortgang van provinciale acties worden Provinciale Staten via de jaarlijkse P&C-cyclus geïnformeerd. Over de monitoring en evaluatie van gezamenlijke acties en de acties van andere partijen worden afspraken gemaakt. Op basis van het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020 wordt beoordeeld of het cluster zich in de gewenste richting beweegt. Ten slotte vormt het jaarlijkse Brabantberaad een moment om de brede maatschappelijke en economische ontwikkeling van de sector in Brabant en andere Europese regio’s te beoordelen.
We kunnen intussen niet voorbij gaan aan het feit dat er op dit moment sprake is van een maatschappelijk gebrek aan vertrouwen in met name de veehouderij. Dat vertrouwen kan alleen worden herwonnen door knelpunten te saneren en de huidige toestand te beheersen. Innovatie ten slotte is weliswaar primair een verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven, de overheid kan wel faciliteren. Zo kan het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020, onderdeel van het Economisch Programma Brabant, als ‘roadmap’ dienen voor de realisatie van de geschetste ambitie voor het agrofoodcluster. De actielijnen van het Innovatieprogramma zijn opgenomen in deze agenda.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
4 Acties en afspraken
Leeswijzer
De acties in deze uitvoeringsagenda zijn samengevat in twee matrices waarvan de eerste een totaaloverzicht biedt en de tweede een nadere uitwerking. De acties zijn inhoudelijk verdeeld over drie sporen: het (met kennis) stimuleren van de gewenste ontwikkeling, het bevorderen van samenwerking, en het stellen van heldere kaders en regels. Op elk van deze drie sporen haken acties aan op bestaande programma’s en ontwikkelingen. Dat betreft in de eerst plaats het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020 dat zich richt op de duurzame en innovatieve ontwikkeling van de hele agrofoodketen. Het programma kent vijf programmalijnen met ieder weer diverse actielijnen.
1 positionering van deze Uitvoeringsagenda Agrofood schetst een beeld van de mogelijkheden die het agrofoodcluster voor Brabant biedt. Daaruit vloeit de ambitie voort dat het cluster in de toekomst behoort tot de slimste en duurzaamste agrofoodregio’s van Europa. In die ontwikkeling is extra aandacht nodig voor de primaire sector, en daarbinnen met name de veehouderij, die maatschappelijk draagvlak verliest en waarvan het huidige verdienmodel geen perspectief biedt. 2 REALISATIE laat zien langs welke sporen de ambitie voor het agrofoodcluster kan worden gerealiseerd. Samenwerken is in dit verband het sleutelwoord, maar ook het scheppen van heldere kaders, het bevorderen van innovatie en het saneren van knelpunten in met name de primaire sector.
De andere programma’s en ontwikkelingen hebben betrekking op het bevorderen van een koersomslag in de primaire sector en de veehouderij in het bijzonder. Het gaat achtereenvolgens om:
3 AFSPRAKEN geeft een beeld van de wijze waarop het transitieproces georganiseerd wordt. Centraal daarin staat een netwerkorganisatie van alle betrokken partijen. Maar ook communicatie en monitoring zijn belangrijke ingrediënten in een langdurig proces met talrijke partners.
Het Verbond van Den Bosch en de Uitwerking van het advies van de Commissie van Doorn. Aansluitend hierop zijn acties opgenomen die vooral betrekking hebben op een gecoördineerde ketenaanpak, gebaseerd op een zorgvuldige bedrijfsvoering. Deze aanpak moet zorgen voor verduurzaming in de gehele voedselketen. Een lokaal inpassingsbeleid van veehouderijen moet ervoor zorgen dat burgers in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken worden bij de ontwikkelingen in hun directe omgeving en dat deze ontwikkelingen sociaal en fysiek passen in de omgeving .
4 ACTIES ten slotte presenteert de voorgenomen acties op drie eerder genoemde sporen, aanhakend op een viertal bestaande ontwikkelingen en programma’s die de transitie van het agrofoodcluster bevorderen. Daaruit resulteren twee matrices: één in de vorm van een totaaloverzicht, de ander met alle acties nader uitgewerkt.
Doordenkend op het advies van de Commissie Van Doorn is ook een aantal acties geformuleerd waarin het gedachtegoed van de commissie is verbreed naar de melkveehouderij en de glastuinbouw. Bij de behandeling van het dossier Transitie Zorgvuldige Veehouderij in maart 2013 ten slotte hebben Provinciale Staten ingestemd met een pakket maatregelen dat de balans tussen de veehouderij en de maatschappelijke omgeving moet herstellen. Ook deze acties zijn opgenomen.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Samenvatting
>
1 Naar een innovatief en duurzaam agrofoodcluster > 2 Langs vier sporen >
3 afspraken > Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020 3.1 Organisatie >
3 Organisatie en proces >
3.2 Communicatie >
4 Acties en afspraken >
3.3 Monitoring en evaluatie >
Leeswijzer >
1 positionering > Brabantse Agrofood
4 Acties > Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020
1.1 Totaalaanpak met verschillende definities en scopes >
4.1 Stimuleren van innovaties binnen de gehele
1.2 Huidige situatie >
agrofoodketen >
1.3 Ambitie en uitgangspunten >
4.2 Faciliteren en stimuleren koersomslag van de veehouderij c.q. primaire sector >
2 Realisatie > door samenwerking
Matrix 1
>
Matrix 2
>
2.1 Heldere kaders > 2.2 Samenwerking > 2.3 Sanering knelpunten en beheersing huidige toestand > 2.4 Stimulering van ontwikkelingen en innovaties > 2.5 Agenda in beweging >
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
1 positionering Brabantse Agrofood
Zoals in het PS-besluit van 22 maart 2013 al is aan gegeven, wordt het beeld over de veehouderij thans gekenmerkt door een grote maatschappelijke onrust en een negatieve beeldvorming. Recente voorvallen op het gebied van voedselveiligheid, het gebruik van antibiotica in de veehouderij, de discussie over gezondheid, de verhoogde eisen voor dierwelzijn, de discussie in met name de Peel en de Kempen over de te grote dieraantallen en de transporten van levende dieren zijn daar duidelijke voorbeelden van. Maar ook op economisch gebied bestaan de nodige discussies. Zo is het huidige verdien model voor de veehouderij, dat veelal gericht is op schaalvergroting en kostenminimalisatie, niet langer houdbaar. Hoe dan ook, de primaire sector is en blijft voor de toekomst van het Brabantse agrofoodcluster van groot belang. De sector voorziet namelijk in een omvangrijke afzet- en aanvoerstroom, die de fysieke basis vormt waarop de toeleverende en verwerkende bedrijven hun activiteiten ontwikkelen en vormt als zodanig een fundamenteel onderdeel van het agrofoodcluster. Bovendien biedt de primaire sector een vruchtbaar platform voor de ontwikkeling van innovatieve technieken en systemen, die voor een belangrijk deel het exportsucces van het cluster bepalen. Een aanzienlijke krimp en uiteindelijk minimalisering van de primaire productie in
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Nederland zou betekenen dat research & development activiteiten verder weglekken, waardoor de concurrentiekracht van het hele cluster verzwakt en de afhankelijkheid van het buitenland groter wordt. Dit cluster in stand houden en ervoor zorgen dat er geen zwakke schakels ontstaan is van groot belang. Stip aan de horizon voor 2020 en volgende jaren is dan ook een primaire sector die stevig verankerd is in het cluster, maar die wel duurzamer produceert, beter landschappelijk is ingepast en maatschappelijk wordt gewaardeerd. Dit binnen een innovatief agrofoodcluster dat in de toekomst tot de ‘duurzaamste en de slimste’ van Europa behoort.
Het cluster is breder dan de agrofoodsector. De sector bestaat uit de directe en indirecte (primaire) agrarische productie en de verwerking van producten (zie figuur 1.1, smalle definitie). De aanpak Van Doorn heeft betrekking op de veehouderij in de agrofoodsector, aangevuld met glastuinbouw en melkveehouderij (verbreding Van Doorn). Ten slotte heeft het dossier ‘Transitie naar een zorgvuldige veehouderij 2020’ uitsluitend betrekking op de veehouderij in de agrofoodsector (zie figuur 1.1, smalle definitie). Agrofoodcluster Figuur 1.1 Keten van de agrofood
1.1 Totaalaanpak met verschillende definities en scopes
Genetica Uitgangsmaterialen Veredeling
Deze stip aan de horizon wordt niet vanzelf gerealiseerd. Er is daarom gewerkt aan het opstellen van een uitvoeringsagenda Agrofood. Hierin zijn de acties opgenomen uit de aanpak van de commissie Van Doorn (inclusief verbreding naar glastuinbouw en melkveehouderij), uit de denklijn Transitie naar een zorgvuldige veehouderij 2020 (uit het PS- dossier van 22 maart 2013) en uit het Innovatie programma voor het gehele agrofoodcluster (een uitwerking van het Economisch Programma Brabant). Op die manier voorziet deze uitvoeringsagenda in een totaalbeeld aan maatregelen die nodig zijn om de in paragraaf 1.3 omschreven ambitie waar te kunnen maken.
2 Realisatie
Groot- en detailhandel
Consument eindgebruiker
Voedingsmiddelenindustrie Smalle definitie Verwaarding reststromen
Keten van de Agrofood
Bron: CBS Monitor Topsectoren; uitkomsten eerste meting 2012 (bewerking)
Complicerend voor deze totaalaanpak is dat er binnen het innovatieprogramma, de aanpak Van Doorn en de aanpak Zorgvuldige veehouderij, sprake is van verschillende definities en scopes. Zo omvat het agrofoodcluster de hele keten aan activiteiten, van ‘grond tot mond’. Het agrofoodcluster omvat ook de keten om de primaire sector en de voedingsmiddelenindustrie heen. Want ook de toeleverende industrie (waaronder genetica, uitgangsmaterialen en veredeling), logistiek en handel van voedingsmiddelen (onder andere retail en horeca) en de branches in onderzoek, advies, marketing, communicatie en financiële dienstverlening worden meegeteld. Het innovatie programma heeft betrekking op dit brede agrofoodcluster.
1 positionering
Primaire productie
De totale keten is in al zijn verscheidenheid vertegenwoordigd in Brabant. De primaire producenten, hun toeleveranciers (genetica, uitgangsmaterialen, feed) de verwerkers van voedsel en van de andere agrarische producten als ook de verpakkingsindustrie, de logistiek en de retail zitten op relatief korte afstand van elkaar en kunnen daardoor van elkaars kennis en kunde profiteren.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
1.2 Huidige situatie Economische positie agrofoodcluster Economisch heeft het Brabantse agrofoodcluster een toppositie en een sterk ontwikkeld concurrentievermogen. Het agrofoodcluster is na de hightech industrie de tweede economische pijler van Brabant. Regionale zwaartepunten binnen Brabant zijn food, health & pharma in Noordoost-Brabant met specifiek food & feed in Uden/Veghel, food & technology in Zuidoost-Brabant en agro & chemie in West-Brabant.
Als grootste agrofood producent van Nederland, is Brabant goed voor 20,6 % van de hele Nederlandse agrofood- en non food-productie. Brabant staat in relatie tot de topsector Agri&Food in de top 5 van de Europese concurrentieladder, samen met Zuid-Holland en Noord-Holland. Om de toegevoegde economische waarde van de Brabantse agrofood aan te geven, zijn de gegevens van onderstaand figuur 1.2 van belang.
17,5% van Nederlandse agrofoodexport
100.000 Fte werkgelegenheid (incl. buitenlandse grondstoffen)
75% agrofoodproductie bestemd voor buitenland waarvan 80% binnen de EU
12.200 bedrijven in de primaire sector
BRABANTS AGROFOODCLUSTER
7,5 miljard toegevoegde waarde
8 agrofoodtoppers >1 miljard euro omzet
17,5% van totale Nederlandse toegevoegde waarde in de agrofood
900 bedrijven in voedingsen genotmiddelen industrie
Figuur 1.2 Kengetallen Brabantse agrofood
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Een aantal topspelers uit het agrofoodcluster is gevestigd in Noord-Brabant. Het zijn spelers die op hun specifieke terrein tot de (wereld)top behoren. Voorbeelden zijn FrieslandCampina (zuivel), VION Food Group (vlees en ingrediënten), Nutreco (diervoeder), Agrifirm (diervoeder) en Royal Cosun (suiker). Andere belangrijke grote spelers met Brabantse ‘roots’ zijn onder andere Bavaria, Jumbo, Sligro, The Greenery, Marel (Stork), Venco Groep, Hendrix Genetics, Pigture Group, MSD Animal Health (Intervet) en Teeuwissen Group (verwaarding van dierlijke producten).
wel onder druk. Er is een duidelijke tendens dat het geld steeds minder ‘op het land’ zelf wordt verdiend en steeds meer in de technologie en verderop in de keten. Na 2005 is het agrocomplex qua verduurzaming achtergebleven bij andere sectoren. De Brabander is positief over het Brabantse buitengebied volgens het Brabantpanel PON onderzoek 2012. Daarin is onder meer aangegeven dat de waardering voor het platteland stijgt, ondanks alle onrust en verandering in het buitengebied en dat volksgezondheid als belangrijkste randvoorwaarde wordt gezien voor het bieden van ruimte aan agrariërs. Dat neemt niet weg dat in bepaalde regio’s (vooral de Peel en Kempen) de veehouderij stevig ter discussie staat. Belangrijke oorzaak is dat de voedselproductie door schaalvergroting goeddeels is losgemaakt uit zijn ecologische en sociale context, waardoor vitale relaties en interacties verloren zijn gegaan. Zorgen over gezondheid van mens en dier staan hierbij centraal. Het op kostenminimalisatie en schaalvergroting gebaseerde verdienmodel dat nog overheerst in de primaire productie is geen duurzaam perspectief, de marges worden alsmaar kleiner en kleiner. Er komen bovendien grote ontwikkelingen op de veehouderij sector af, die fors zullen ingrijpen op de sector zoals Europese en nationale normen voor milieu en dierenwelzijn, afschaffen van dierrechten en melkquotering en nieuw mestbeleid. Dit alles tegen de achtergrond van een toenemende wereldvraag naar landbouwproducten met het oog op voedselzekerheid voor 9 miljard burgers.
Economische positie primaire sector binnen agrofood Binnen de primaire productiesector is het marktaandeel van Brabant op het gebied van veehouderij, bomen- en groenteteelt bijna 50% van de Nederlandse markt. Daarmee is de primaire sector een belangrijke schakel binnen de totale keten van agrofood. Gemeten naar areaalgebruik neemt Brabant een nummer 1-positie in op het gebied van de vollegrondteelt van aardbeien, andijvie, bospeen, prei en selderij. De boomkwekerij in Brabant kan zich inmiddels meten met het traditionele centrum Boskoop. Bijna 25% van de agrarische bedrijven in Brabant houdt zich bezig met nevenactiviteiten (zoals zorg; kinderopvang; streekproducten; enz.) en het aantal biologische landbouwbedrijven groeit gestaag. Tussen 2005 en 2010 is de bijdrage van het totale agrocomplex aan de nationale toegevoegde waarde en het handelssaldo toegenomen, maar het aandeel van de primaire sector is in de loop der jaren gedaald. In de periode van 1995 tot 2010 met 2,3% per jaar.
Tijdens het Brabantberaad van 5 tot en met 7 februari 2013 hebben alle vertegenwoordigde partijen de urgentie en het belang van een koersomslag naar een zorgvuldige, duurzame en vraaggerichte landbouw onderschreven. De wens is om te komen tot een situatie, waarbij boeren en burgers de dragers zijn van de productie van voedsel, leefbaarheid, beleving en beheer van het landschap (van industrial naar community farming).
Kijkend naar de toekomstige ontwikkelingen en trends in de economie zal de Nederlandse land- en tuinbouw worden geconfronteerd met een toenemende differentiatie in de afzetmarkt naar schaalniveau en klantgroepen. Dat betekent dat keuzes moeten worden gemaakt voor welke markt(en) men wil ondernemen, maar tevens dat meerdere vormen van land- en tuinbouw tegelijkertijd naast elkaar zullen bestaan. Ruimtelijke en ecologische positie primaire sector Ruimtelijk is de landbouw als beheerder van 60% van het Brabantse grondgebied beeldbepalend voor het Brabantse landelijke gebied. Maar de primaire sector staat
1 positionering
2 Realisatie
Koploperspositie niet vanzelfsprekend De koploperspositie van Brabant is dus geen vanzelfsprekendheid. Zowel de nationale als de internationale concurrentie neemt de komende jaren sterk toe, mede als gevolg van een verdere liberalisering van het internationale handelsverkeer. Het
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
kostenniveau zal voor het agrofoodcluster structureel stijgen, terwijl de rendementsontwikkeling over de hele linie al jarenlang mager is. Mede vanwege de traditioneel lage marges, vinden er weinig private investeringen plaats op het gebied van innovatie. Zeker in vergelijking met de andere topsectoren. Naast de Brabantse traditie van coöperatief ondernemen ligt er nog een opgave om ervoor te zorgen dat bedrijven in de agro en food elkaar makkelijker weten te vinden. Toenemende vergrijzing en imagoproblemen veroorzaken tekortkomingen in de personeelsvoorziening. Het relatief oude personeelsbestand van het agrofoodcluster zal hierdoor sterk getroffen worden. Daarnaast neemt door de noodzaak van innovatie de behoefte aan hoog opgeleiden toe.
1.3 Ambitie en uitgangspunten Noord-Brabant is de grootste agrofood producent van Nederland. Onze ambitie voor 2020 is om een ontwikkeling door te maken van de grootste agrofoodproducent naar een van de meest duurzame en slimme agrofoodregio’s in Europa en een speler van wereldformaat. Naar een situatie waarbij Brabant zich niet alleen kan meten met andere toonaangevende agrofood-regio’s binnen Europa maar daarbij ook duurzame antwoorden heeft op de uitdagingen die er maatschappelijk en ecologisch zijn. Want als we dat realiseren hebben we de maatschappelijke problemen rond met name de veehouderij opgelost en kunnen alle Brabanders trots zijn op hun agrofoodcluster. Brabant blinkt dan uit met een agrofoodcluster dat kwalitatief hoogwaardige (voedsel)producten levert aan Noordwest Europa en mondiaal leidend is in duurzame (voedsel) productie. Deze ambitie kenmerkt zich als volgt: • De primaire sector is in Brabant stevig verankerd en produceert duurzaam, is landschappelijk ingepast en wordt door de samenleving gewaardeerd. • Het creëren van toegevoegde waarde en klantwaarde is het leidende principe voor producten en productie voor bedrijven in het cluster.
1 positionering
2 Realisatie
• D e Brabantse ruimte en samenleving is een proeftuin voor verbindingen tussen agrofood, innovatie en verduurzaming. Een proeftuin waarin practical excellence, traditie van coöperatief ondernemen en kwaliteit van leven kernwaarden zijn. • Brabant is binnen Nederland de meest aantrekkelijke vestigingsplaats voor internationale agrofood-bedrijven. Nationaal ondersteund door een complementaire in plaats van concurrerende positionering. • In een samenhangend innovatie-ecosysteem werken grote bedrijven, MKB, primaire sector en kennisinstellingen gemakkelijk samen in een open verhouding. • Nieuwe competitieve netwerken van bedrijven en kennisdragers vormen een broedplaats van cross-overs met andere markten, clusters en kennisdomeinen. In ieder geval rond de zwaartepunten: • biobased economy • agrofood & high tech • food, health & pharma • en voor maatschappelijke uitdagingen zoals energieopwekking en natuurbeheer. • Het cluster steunt op een professioneel toegeruste kennisinfrastructuur voor toegepast onderzoek, kennisontwikkeling en -verspreiding en is op haar beurt een aantrekkelijke werkgever voor goed opgeleide arbeidskrachten. Kansen & uitdagingen Om deze ambitie te bereiken maken we gebruik van de kansen en uitdagingen die zich op Europees en mondiaal niveau voordoen en sluiten we aan op het topsectorenbeleid van het Rijk en de Europese programma’s die er zijn en worden voorbereid. Maar zeker voor de veehouderij zullen we eerst een balans moeten vinden in het saneren van ongewenste situaties (waardoor vertrouwen in de sector wordt herwonnen), in het beheersen van de huidige toestand (waardoor ongebreidelde groei wordt tegengegaan) en in het stimuleren van ontwikkelingen en innovaties (waardoor nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden). Daarvoor zullen heldere kaders gesteld moeten worden en zal samenwerking tussen alle partijen noodzakelijk zijn. Want de provincie is niet alleen aan zet. Ook de andere actoren hebben een belangrijke rol in het mogelijk maken van de transitie.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
2 Realisatie
door samenwerking In hoofdstuk 1 is het toekomstbeeld van de agrofood geschetst en zijn de stip op de horizon en de huidige situatie aangegeven. Om van de huidige situatie naar het toekomstbeeld te komen, wordt nadrukkelijk ingezet op: • Heldere kaders (beleid en regelgeving, inclusief vereenvoudiging van wet- en regelgeving); • Samenwerking; • Sanering van knelpunten en beheersing van de huidige toestand; • Stimulering van ontwikkelingen en innovaties. Deze 4 ontwikkellijnen zullen tegelijk en in samenhang met elkaar moeten worden ingezet om tot de gewenste transitie te komen. Deze aanpak is schematisch weergegeven in figuur 2.1.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
2.1 Heldere kaders
Heldere kaders / beleid & regelgeving
Samenwerking Sanering van knelpunten en beheersing huidige toestand Stimulering van ontwikkelingen en innovaties
2013
2020
Stip op de horizon (1 POSITIONERING)
Transitie tijd
Figuur 2.1 Transitie proces schematisch weergegeven
Voor de overheid is het de uitdaging om innovaties te stimuleren en heldere kaders te bepalen waarbinnen de transitie naar de meest duurzame en innovatieve agrofood plaats kan vinden. Deze kaders zijn in de afgelopen periode vorm gegeven, maar zijn niet statisch. Zoals in het Koersdocument Stad en Platteland d.d. 9 december 2011 is aangegeven, gaan we samen met onze partners op zoek naar die stip op de horizon. Daarbij moeten oplossingen niet direct in meer regelgeving gezocht worden, maar veel meer door de kracht van participatie te benutten.
1 positionering
Kaders voor het agrofoodcluster worden niet enkel door overheden bepaald. Zaken als inkoopspecificaties die partijen elkaar binnen de keten opleggen en het wel of niet doorvertalen van een eerlijke prijs binnen de keten bepalen mede de ruimte waarbinnen bedrijven kunnen opereren. Het Verbond van Den Bosch waarbinnen de provincie als Verbondpartner opereert speelt in dat krachtenveld een belangrijke rol. De provincie heeft in de afgelopen periode met de besluitvorming naar aanleiding van het megastallendebat in maart 2010, het advies van de Commissie Van Doorn in samenhang met het Koersdocument Stad en Platteland in december 2011 en het vaststellen van de denklijn naar een zorgvuldige veehouderij op 22 maart jl. haar kaders vorm gegeven.
2 Realisatie
De beweging naar een meer duurzame sector wordt weergegeven door de in figuur 2.2 gevisualiseerde denklijn. Deze denklijn berust op 3 principes: • Koplopers stimuleren door het bieden van ontwikkelruimte als sprake is van een duurzame en vernieuwende ontwikkeling. Hiermee worden koplopers naar de volgende trede van de duurzaamheidsladder ‘getrokken’. Dit gebeurt door inzet van instrumenten als de Brabantse Zorgvuldigheidsscore, maar juist ook door het inzetten van het Innovatieprogramma. Hiermee wordt een (beperkt) deel van de sector uitgedaagd om innovatieve stappen te nemen. • Peloton meenemen in de ontwikkelingen van de koplopers. Door de ontwikkelingen van de koplopers stapsgewijs kaderstellend te laten zijn voor het peloton wordt de hele sector op termijn steeds duurzamer. Doel van het innovatieprogramma is om de koplopers goede voorbeelden te laten zijn voor het peloton. • Achterblijvers zullen via maatregelen (zoals aangescherpte inkoopspecificaties van de ketenpartijen, aangescherpte regelgeving) in beweging moeten komen. Ten slotte bevat deze agenda ook acties om te komen tot een adequate hand having en toezicht voor alle achterblijvende bedrijven.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Rode draad van de denklijn THEMA’S - Maatschappelijke legitimatie - Duurzaamheid - Waardetoevoeging
proces gericht op het stimuleren van innovaties, het bieden van heldere kaders en (komen tot) samenwerking. Het Verbond van Den Bosch, de innovatietafels, het proces in de Peelhorst en de werkconferentie van het Brabantberaad in de Ruwenberg met de slotverklaring van het Brabantberaad zijn hier voorbeelden van. Stijgingscurve ontwikkeling van de sector Individueel bedrijf
De treden zijn eisen aan de bedrijfsvoering in brede zin
2020
DEC 2011 Figuur 2.2 De rode draad van de denklijn
2.2 Samenwerking Het realiseren van de ambitie van Brabant om tot de slimste en duurzaamste agrofoodregio’s van Europa te behoren, is een veelomvattende en complexe opgave. Een opgave die alleen gerealiseerd kan worden als bedrijven, kennisinstellingen, overheden en maatschappelijke organisaties er samen voor gaan. De provincie onderkent dat de uitkomsten van het gezamenlijke proces maar in zeer bescheiden mate door de provincie worden bepaald, maar vooral door de andere betrokkenen. De provincie heeft in dit proces niet de positie om dé oplossing tot uitvoering te brengen. De rol van de provincie is dan wel bescheiden, maar toch van groot belang. Zo zorgt de provincie ervoor om in gezamenlijkheid en in samenhang met de inzet van de andere partijen tot afspraken te komen, deze te adresseren en de uitvoering daarvan te faciliteren. Hierbij ligt de nadruk op het bij elkaar brengen van belangen en het ondersteunen van het gezamenlijke proces. Daarnaast kan de provincie via haar regelgeving (ruimtelijk en milieu) ongewenste ontwikkelingen verbieden en gewenste ontwikkelingen toelaten dan wel stimuleren. De uitvoeringsafspraken in deze agenda zijn een resultante van een gezamenlijk
1 positionering
2 Realisatie
2.3 S anering knelpunten en beheersing huidige toestand De maatschappelijke onrust is het gevolg van een opeenstapeling van de in paragraaf 1.1 geschetste ontwikkelingen. Dit heeft ertoe geleid dat er maatschappelijk een gebrek aan vertrouwen in de sector is ontstaan, dat soms erg diep gaat. Burgerinitiatieven en actiegroepen zijn genoegzaam bekend. En zoals het spreekwoord zegt: vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Het vertrouwen in de sector is dus niet zo maar terug gewonnen. Draagvlak voor ruimtegevende ontwikkelingen is in de huidige situatie een dun evenwicht. Daarom zal door het saneren van knelpunten en het beheersen van de huidige toestand weer vertrouwen in de sector moeten worden opgebouwd. Eerst dan kan van de omgeving worden gevraagd mee te werken om de overstap te maken naar meer duurzame ontwikkelingen. Deze uitvoeringsagenda bevat acties om tot maatwerkoplossingen voor knelgevallen te komen.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
2.4 S timulering van ontwikkelingen en innovaties Bij innovatieprocessen is het primair de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om nieuwe marktstrategieën en verdienmodellen te ontwikkelen op een maatschappelijk verantwoorde manier. De rol van de overheid is om het bedrijfsleven hierbij te faciliteren, bijvoorbeeld op het gebied van het aanjagen van innovatie en het stimuleren van kennisontwikkeling in de bedrijfsketens en tussen sectoren onderling (cross overs). Het ondersteunen van koplopers, het stimuleren van ondernemerschap en het creëren van experimenteerruimte zijn items die hierbij van belang zijn. Daarnaast is het de rol van de overheid om te zorgen dat de ruimtelijk-fysieke basisvoorwaarden op orde zijn, zoals een aantrekkelijk vestigingsklimaat (bijv. ontwikkeling van toplocaties) en goede bereikbaarheid. Een middel dat bijdraagt om de ambitie voor Agrofood te realiseren is het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020. Dit innovatieprogramma wordt separaat van deze Uitvoeringsagenda aangeboden. In het Economisch Programma Brabant, waarvan het Innovatieprogramma een uitwerking is, is een tienpuntenplan opgenomen, dat voor elk economisch cluster geldt en wordt uitgewerkt in zogenaamde roadmaps. Het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020 geldt als de roadmap voor het agrofoodcluster. Het innovatieprogramma is in samenwerking met de Brabantse Ontwikkelmaatschappij (BOM) opgesteld waarbij externe stakeholders (binnen en buiten Brabant) nadrukkelijk zijn betrokken en waarmee blijvende samenwerking wordt gezocht/plaatsvindt. De actielijnen van het innovatieprogramma zijn opgenomen in deze agenda.
1 positionering
2 Realisatie
2.5 Agenda in beweging Het transitieproces in de landbouw kent een eigen tempo en vraagt om een lange adem, waarbij in eerste instantie waarden als ‘(her)winnen van vertrouwen’ en het ‘realiseren van samenwerking’ als zelfstandige resultaten moeten worden beschouwd. In het Koersdocument Stad en Platteland heeft de provincie vastgelegd hoe zij in dit soort transitieprocessen wil opereren. Hierbij gaat het om de onderlinge samenhang van people, planet en profit en het ondersteunen van het open planproces waarbij kaders en stip op de horizon worden bepaald, maar waarbij de stip wordt ingevuld op basis van initiatieven van derden, primair het bedrijfsleven. De praktijk en de uitvoering zijn dynamisch. De uitvoeringsagenda is dan ook geen statisch document dat nu eenmalig door de provincie wordt vastgesteld. Aan de hand van de voortgang zal de agenda regulier worden herijkt. Bovendien is het de ambitie om de gezamenlijkheid van de agenda verder vorm te geven. Van de huidige situatie waarbij de agenda nu nog door de partijen wordt onderschreven naar de situatie dat dé uitvoeringsagenda van de partijen gezamenlijk is. In hoofdstuk 3 gaan we daar verder op in.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
3 afspraken
Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020 Met de uitvoeringsagenda zetten we een eerste stap om te behoren tot de ‘slimste en duurzaamste Agrofoodregio’s van Europa’. Dat is een hoge ambitie, die vraagt om een actiegerichte en consistente uitvoering. Daarnaast is dit een traject met een lange doorlooptijd en veel externe partners. De provincie Noord-Brabant heeft daarbinnen haar eigen (bescheiden) rol. De meeste acties zullen door de partners in de 4 O’s (overheden, ondernemers, onderzoek, maatschappelijke organisaties) moeten worden opgepakt. Daarnaast is de terugkeer van het vertrouwen tussen primaire sector en inwoners een grote opgave, die niet alleen van de provincie kan komen. Dat maakt dat we ons steeds bewust moeten zijn van de rol en positie van de provincie.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
3.1 Organisatie
Maar we weten ook dat een proces van transitie grillig verloopt en niet op elk moment bij elke partner tot volledige tevredenheid zal leiden. Maar juist op zo’n moment is het van belang om elkaars hand vast te houden. Zo lang de beweging maar de goede kant uit gaat. Daarom is communicatie over de voortgang van het proces van belang.
Het uitvoeren van deze brede opgave vraagt om een netwerkorganisatie. Daarbij zijn veelvuldige (digitale) contacten tussen de uitvoerders, elkaar vasthouden op de momenten dat de stip op de horizon dreigt te vervagen en het hebben van een gezamenlijke boodschap een wezenlijk onderdeel van de op te zetten organisatie. Deze netwerkorganisatie is voor een deel in ontwikkeling, bijvoorbeeld via het Verbond van Den Bosch; het Brabantberaad en de beoogde uitvoeringsorganisatie van het Innovatieprogramma.
Een succesvolle transitie is gebaat bij duidelijkheid over de positionering van de verschillende thema’s in relatie tot de ambitie. Onduidelijkheid hierover of onvolledige kennis van de stand van zaken kunnen leiden tot onjuiste beelden of irreële verwachtingen, waardoor partijen het vertrouwen in elkaar kunnen verliezen. We kunnen de beeldvorming beïnvloeden door het publiceren en communiceren van de juiste boodschappen. Mijlpalen in de besluitvorming en het samenwerkingsproces maken we bekend met (multimediale) communicatie. Hierbij wordt een uitwisseling tot stand te gebracht tussen de communicatiemedia en -middelen van de betrokken partijen.
Om de gezamenlijke ambitie te realiseren is het belangrijk dat de verschillende netwerken zijn verbonden. De provincie wil het samenwerkingsproces faciliteren. De provincie stelt hiervoor kennis, capaciteit en procesgeld beschikbaar. Over de invulling van het ‘faciliteren’ maken we afspraken met partners. Intern wordt een uitvoeringsteam ‘Brabantse Agrofood 2020’ ingericht.
3.2 Communicatie Een transitieproces is per definitie breed en langlopend. Dat vereist veel van het aspect communicatie. Daarom zetten wij communicatie in op 2 niveaus: Communicatie over de voortgang van het proces Binnen Agrofood acteren veel partijen met diverse belangen, achterbannen en even zovele culturen en talen. De ambitie Agrofood heeft voor de verschillende partijen verschillende consequenties en kansen, dus verbindt iedere partij zich vanuit een ander perspectief aan de ambitie. Daarnaast kiest iedere partij een eigen tempo in aansluiting en in mate van betrokkenheid bij de Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020. Als de partijen de ambitie voor Agrofood gezamenlijk uitdragen, versterkt dat een succesvolle uitvoering van het beleid. Daarom is het belangrijk dat partijen zich committeren aan de Uitvoeringsagenda en investeren in een gezamenlijke communicatieve basis. De provincie speelt hierin een centrale rol; vanuit haar positie is zij in staat om de partijen te verbinden aan een gedeelde communicatiestrategie en kernboodschap.
1 positionering
2 Realisatie
Bovendien wordt een infrastructuur opgezet voor informatievoorziening en -uitwisseling, waarin gestuurd wordt op juistheid, actualiteit, toegankelijkheid en tijdigheid van informatie en wordt bijgedragen aan het opbouwen en bestendigen van vertrouwen door de samenwerking te faciliteren met activiteiten voor relatiemanagement, informatieve bijeenkomsten en (interactieve) communicatiemiddelen. Communicatie over de voortgang van de individuele acties Naast het communiceren over de voortgang van het proces (en daarmee over de voortgang van de transitie) zullen we ook communiceren over de voortgang van de in matrix 2 opgenomen individuele acties. Dat is van belang om te laten zien dat er heel veel goeds gebeurt. Korte termijn successen communiceren is ook belangrijk om de spirit te houden in het langlopende transitieproces. Bij de uitvoering van de acties wordt afgesproken wie wanneer via welke kanalen communiceert.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
3.3 Monitoring en evaluatie Wat voor communicatie geldt, geldt ook voor monitoring. Daarom zullen we zowel de voortgang van het proces als de voortgang van de individuele acties monitoren. We bespreken in het jaarlijkse Brabantberaad, hoe we op weg zijn om tot de slimste en duurzaamste Agrofoodregio’s van Europa te behoren. Hiervoor brengen we de voortgang van de acties in hoofdstuk 4 in beeld: acties die de provincie uitvoert, gezamenlijk acties en acties die anderen uitvoeren. Over de voortgang van de provinciale acties uit deze uitvoeringsagenda worden Provinciale Staten via de jaarlijkse P&C-cyclus geïnformeerd. Over de gezamenlijke acties en de acties die anderen uitvoeren zullen we met partners afspraken maken over monitoring en evaluatie. Tijdens de uitvoering van het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020 wordt periodiek beoordeeld of het cluster zich in de gewenste richting – de ‘slimste en duurzaamste Agrofoodregio’ – beweegt. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van een aantal programma-indicatoren van het innovatieprogramma. Deze indicatoren zijn afgeleid van het programma van de topsector Agri&Food en sluiten aan bij de monitor die het CBS voor de topsector verzorgt. Samen met de stakeholders zal de monitoring verder worden uitgewerkt en opgepakt. Daarnaast vormt het jaarlijkse Brabantberaad een moment om de brede maatschappelijke en economische ontwikkeling van de sector in Brabant en andere regio’s in Europa te delen. Het Brabantberaad kan leiden tot een tussentijdse bijstelling van de aanpak.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
4 Acties
Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020 In dit hoofdstuk zijn de acties en afspraken opgenomen. Voordat inhoudelijk op de uitvoeringsagenda wordt ingegaan, dienen nog enkele opmerkingen te worden gemaakt: • De uitvoeringsagenda heeft betrekking op maatregelen met verschillende definities en scopes, zoals in paragraaf 2.1 is aangegeven. Om die reden zijn in deze agenda 2 matrices opgenomen. • In de eerste matrix zijn de maatregelen summier beschreven en ingedeeld in de categorieën stimuleren & kennis, samenwerken en regels. Dit om een overzicht te krijgen in het type instrument met de daarbij behorende acties dat in deze uitvoeringsagenda wordt ingezet. De maat regelen zijn afkomstig uit verschillende dossiers. Op deze dossiers wordt in paragraaf 4.2 en 4.3 verder ingegaan. Door het bundelen van de maatregelen uit de verschillende dossiers in één uitvoeringsagenda fungeert deze uitvoeringsagenda als een soort ‘moederdossier’.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
• In de tweede matrix worden de maatregelen verder uit gewerkt. Tevens vindt een onderverdeling plaats aan de hand van vier thema’s. Deze thema’s zijn: (1) agrofood is gezond voor mens, dier en omgeving, (2) agrofood heeft toegevoegde waarde, (3) agrofood sluit kringlopen en (4) de agrofoodketen past in de omgeving. • De verschillende maatregelen in matrix 1 zijn genummerd. Deze nummers corresponderen met de nummers in de matrix 2.
4.1 S timuleren van innovaties binnen de gehele agrofoodketen
Zoals hierboven aangegeven wordt in de volgende paragrafen een nadere toelichting gegeven op de dossiers die ten grondslag liggen aan de maatregelen genoemd in beide matrices: 4.1 stimuleren van innovaties binnen de gehele agrofood keten 4.2 faciliteren en stimuleren koersomslag van de primaire sector: • Acties in het kader van het Verbond van Den Bosch/uitwerking advies Commissie van Doorn • Verbreding van het gedachtegoed van het advies van de Commissie Van Doorn naar melkveehouderij en glastuinbouw • Acties ten behoeve van de realisatie van de denklijn Transitie naar een zorgvuldige veehouderij 2020.
Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020 Om investeringen van bedrijven in vernieuwing en innovatie in de agrofoodketen te versnellen, is het Innovatieprogramma Agrofood Brabant 2020 opgesteld. Zoals gesteld, wordt het Innovatieprogramma als een separaat dossier aangeboden. Omdat het Innovatieprogramma een belangrijke pijler is om te komen tot de verduurzaming van de sector (zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven) wordt dit programma hier in hoofdlijnen uiteengezet.
1 positionering
2 Realisatie
Het innovatieprogramma is een belangrijk instrument om te komen tot de gewenste transitie en richt zich op de gehele agrofoodketen. Daarmee wijkt het af van eerder provinciaal economisch beleid. Eerder beleid binnen het agrofoodcluster richtte zich namelijk op de verwerkende en toeleverende industrie en niet op de primaire sector. De onderkenning dat een brede cross-sectorale insteek nodig is om bestaande problemen in de primaire sector op te lossen én om nieuwe kansen en verdienmodellen voor de primaire sector te ontwikkelen, leidt ertoe dat deze aparte positie van de primaire sector niet wenselijk is. Bovendien wordt door deze verbreding de landbouw behandeld als een ’gewone’ economische sector, die niet afwijkt van andere sectoren.
Doelen van het programma zijn: • De transitie van de primaire sector te ondersteunen naar een vitaal, duurzaam en maatschappelijk gewaardeerd agrofoodcluster met focus op kwaliteit en toegevoegde waarde. • De huidige economische toppositie en het concurrentievermogen van het Brabantse Agrofoodcluster te vernieuwen en te versterken.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Doelgroepen van het programma zijn: • Innovatieve starters • Bestaand innovatief mkb (individueel of collectief) • Bestaande en aspirant-koplopers – de zogenaamde aansluiters – uit de primaire sector (individueel of collectief) • Samenwerkingsverbanden, inclusief grotere bedrijven • Proeftuinen, publiek en privaat Binnen het innovatieprogramma staat een aantal programmalijnen centraal: • Klantwaarde • Ondernemen in (lokale) netwerken • Cross-over voeding & gezondheid • Cross-over duurzame technologie • Cross-over biobased economy Daarnaast biedt het innovatieprogramma ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, rondom thema’s die we nu nog niet kennen. Voor elk van de programmalijnen is een aantal actielijnen geformuleerd. Om tot succesvolle innovaties te komen binnen de programmalijnen moet aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan. De belangrijkste randvoorwaarden zijn de kennisinfrastructuur, de community building en communicatie, het human capital en de internationalisering en branding. De vernieuwing moet gerealiseerd worden door samenwerking en interactie binnen de keten, maar ook door afstemming en samenwerking met ketens uit andere clusters. Dit vraagt om een substantieel nieuwe aanpak en een goede samenwerking tussen partners en rechtvaardigt een extra en op onderdelen geïntensiveerde en op maat toegesneden inzet van instrumenten. Er is sprake van diverse relevante bestaande stimuleringsregelingen voor innovatieve projecten op het gebied van agrofood. Naast dit aanbod wordt vanaf 2015 gerekend op nieuwe Europese programma’s zoals OP-Zuid, POP, Horizon en Interreg die gebruikt kunnen worden voor financiering van projecten in het agrofoodcluster. Een aanvullend instrumentarium, specifiek gericht op de agrofood is echter wenselijk om het cluster de steun te geven die past bij het ambitieniveau.
1 positionering
2 Realisatie
4.2 Faciliteren en stimuleren koersomslag van de veehouderij c.q. primaire sector We zetten in op verschillende sporen om de transitie naar een duurzame, zorgvuldige en vraaggerichte primaire sector versneld te realiseren: Acties in het kader van het Verbond van Den Bosch/Uitwerking advies Commissie van Doorn De Commissie van Doorn heeft in september 2011 een advies gegeven over duurzame veehouderij in Brabant. De belangrijkste aspecten hieruit zijn: • Een gecoördineerde ketenaanpak gebaseerd op een zorgvuldige bedrijfsvoering. Deze aanpak moet zorgen voor verduurzaming in de gehele voedselketen. Zowel de keten zelf als de overheid moet deze werkwijze borgen: strakke handhaving, geen vrijblijvendheid. • Een lokaal inpassingsbeleid van veehouderijen. Dit geldt zowel fysiek als sociaal, waarbij burgers in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken worden bij de ontwikkelingen in hun directe omgeving. Deze twee pijlers zijn het uitgangspunt, voor de acties gericht op transitie, ook voor de andere agrosectoren. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het advies ligt primair bij de sector. De inzet van de provincie komt neer op het aanjagen en faciliteren van het totaalproces en uitvoering van de maatregelen uit het advies waar de provincie een rol/verantwoordelijkheid heeft al dan niet samen met andere partijen. (bijv. handhaving en toezicht, randvoorwaarden creëren voor duurzame mestverwerkinglocaties, stimuleren mestverwaarding en vermindering fosfaat, stimuleren lokaal inpassingsbeleid). Verbreding gedachtegoed advies Commissie Van Doorn naar melkveehouderij en glastuinbouw De Commissie Van Doorn heeft zich vooral gebogen over de (varkens)vleessector. Naar aanleiding van het besluit over de integrale uitwerking van het advies van de Commissie Van Doorn heeft de provincie samen met partijen uit de sectoren verkend of elementen uit het gedachtegoed van het advies ook toepasbaar zijn voor de glastuinbouw en melkveehouderij. Gebleken is dat deze sectoren qua
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
dynamiek, organisatie en afzetstructuur verschillen van de vleessector. De vraag ‘verbreding Van Doorn’ is daarom in breder verband bekeken: wat gebeurt er in de sector/waar liggen kansen en knelpunten/kunnen aspecten uit het advies van Van Doorn hierbij bruikbaar zijn? Uit de verkenning is gebleken dat een aantal aspecten uit het advies van Van Doorn ook actuele onderwerpen zijn binnen de melkveehouderij en glastuinbouw. Het gaat dan om keteninnovatie en samenwerking, lokale inpassing en het sluiten van kringlopen. Transitie naar een zorgvuldige veehouderij Provinciale Staten behandelden het dossier Transitie Zorgvuldige Veehouderij op 22 maart 2013. Zij hebben ingestemd met een pakket maatregelen dat de balans tussen agrarische sector en maatschappelijke omgeving moet herstellen. De Brabantse Zorgvuldigheidsscore en het opnemen van een gebiedsvisie voor met name overbelaste gebieden, zijn daar belangrijke instrumenten in. Alle in het Statenbesluit van 22 maart opgenomen maatregelen, zijn in deze uitvoerings agenda meegenomen. In een separaat dossier is een nadere uitwerking van een aantal maatregelen opgenomen.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Matrix 1
Acties in één overzicht
Stimuleren & Kennis
In de matrix 1 staan alle acties weergegeven in één overzicht. Deze laat de verbinding zien tussen de ambities die we hebben (op de verticale as) en de instrumenten die we hiervoor tot onze beschikking hebben staan (op de horizontale as. De verschillende acties in deze matrix zijn genummerd.
Deze nummers corresponderen met de nummers in de matrix 2. In deze tweede matrix wordt elke actie nader gespecificeerd; naar resultaat, rol en tijdsplanning incl. monitoring- en communicatieaspecten. Door op een actienummer in matrix 1 te klikken, gaat u automatisch naar de bijbehorende toelichting in matrix 2.
Innovatie
Van Doorn
Verbreding Van Doorn
Zorgvuldige Veehouderij
A1 Stimuleren en versnellen innovaties agrofood.
A14 Mede-financieren ondersteuning van het Verbond van Den Bosch.
A2 C ommunicatie-activiteiten en community building ontwikkelen en faciliteren.
A15 Verkenning synergiemogelijkheden mestverwerking en afvalwaterzuivering.
A16 Verkenning ontwikkelingen (melk) veehouderij met experts en mogelijkheden vervolgacties.
A24 Met de ‘One-Health’ kennisinstituten een structuur met een adviescommissie opzetten.
A17 Mogelijkheid onderzoeken om verplichte vergroening GLB in te zetten als groen blauwe diensten.
A25 Monitoren van de gezondheids beleving van de Brabander.
A3 P rofileren en branden van Brabant als agrofood provincie op weg naar de ‘slimste en duurzaamste Agrofood regio’.
A18 Verkenning ontwikkelingen glastuinbouw met experts en mogelijkheden vervolgacties.
A4 Haalbaarheidsonderzoeken van initiatieven voor versterken kennisinfrastructuur.
A19 Inzicht verkrijgen in actuele toekomst wensen en plannen ondernemers in de glastuinbouw.
A5 De randvoorwaarden voor innovatie op orde brengen en houden: vestigings klimaat optimaliseren (toplocaties en goede bereikbaarheid); kennis-, onderwijs-, en arbeids-infrastructuur.
A20 Mogelijkheden onderzoeken opzetten regionaal netwerk Brabants glastuinbouwcomplex. A21 Het onderzoeken van de mogelijkheden en kansen van de melkveehouderij in gebiedsprofilering.
A6 Inbreng ambitie agrofood bij onderhandelingen Europese programma’s (OP-Zuid, POP en INTERREG).
A26 Nagaan of het zinvol is om voor het monitoren van zoönosen gebruik te maken van bestaande meetpalen (uit Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO) ) in het gebied. A27 Onderzoeken mogelijkheden uitwisseling van kennis en expertise op het gebied van gezondheid. A28 B ijdrage aan Brabants Kennisnetwerk Zoönosen uitbreiden met werkbudget. A29 B ijdrage leveren aan het operationaliseren van het endotoxinen toetsings kader door het Rijk. Vervolg van Stimuleren & Kennis op volgende pagina >
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Innovatie
Van Doorn
Stimuleren & Kennis
A7 Investeren in stimuleringsregelingen (voor het aanjagen van projecten en proeftuinen), Europese programma’s en fondsen.
Verbreding Van Doorn
Zorgvuldige Veehouderij
A22 Mogelijkheid onderzoek nauwere samenwerking binnen sector en keten.
A30 Onderzoeken of het controleren van medewerkers van veehouderijen relevant kan zijn voor vroegtijdig ontdekken van zoönosen (vroegwaarschuwingssysteem).
A23 Mogelijkheden onderzoeken verbreden Van Doorn naar boomteelt en gemengd bedrijf.
A8 Matchen en inzetten van financieringsmogelijkheden zoals Innovatiefonds, OP-Zuid en POP. A9 B estaande makel- en schakelcapaciteit en middelen (bijv. REAP en LIB) stroomlijnen en efficiënter inzetten.
A31 Inventariseren van (te saneren) knelpunten en de aanpak hiervan op o.a. het gebied van gezondheid tussen veehouderij en omgeving. A32 Onderzoek doen naar het terugbrengen van volksgezondheidsrisico’s geiten- en schapenhouderijen en de mogelijke beleidsinstrumenten daarop.
A10 Inrichten samenwerkingsmodel voor de uitvoering van het innovatie programma.
A33 Onderzoeken van mogelijkheden om integraal emissie-reducerende technieken te verplichten.
A11 B uitenlandse missies inzetten om toegang te krijgen op buitenlandse markten en inzetten op buitenlandse investeringen in Brabant. A12 Gebruik maken van Europese Programma’s. A13 Lobby richting Brussel en Den Haag gericht op het wegnemen van de belemmeringen en het creëren van gunstige omstandigheden voor innovatie.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Innovatie
Van Doorn
B1 Samenwerking organiseren tussen partijen binnen en buiten Brabant.
B5 P articipatie in het Verbond van Den Bosch.
B2 Vraaggericht makel- en schakel capaciteit regelen.
B6 Het samen optrekken met en financieel ondersteunen van gemeenten bij Van Doorn en #ZV2020.
Samenwerken
B3 Instellen en faciliteren van een breed strategisch platform Agrofood. Dit platform bewaakt de koers van het innovatieprogramma. B4 Verbinden van agrofood met aan grenzend beleid, zoals: Brabant Uitnodigend Groen, vrijetijdseconomie, breedband, Culturele Hoofdstad 2018, etc.
Verbreding Van Doorn
B12 Ontwikkelen werkwijze cumulatieve blootstelling aan bijv. geur, fijnstof, ammoniak en/of endotoxinen. B13 Uitwerken gebiedsprofilering. B14 U itwerken maatschappelijke dialoog op bedrijfsniveau.
B7 Opzet integraal ketenkwaliteitssysteem (inclusief eerlijke vergoeding binnen de keten) en werkwijze lokale inpassing, formuleren en implemen teren inkoopspecificaties, zoveel mogelijk sluiten van de mineralenkringlopen in Europa, te beginnen bij fosfaat- en eiwitkringlopen.
B15 U itvoeren maatschappelijke dialoog op bedrijfsniveau. B16 Opzetten en inzetten van een pool begeleiders ter ondersteuning van de dialoog tussen veehouders en omgeving bij moeilijke situaties. B17 Jaarlijks organiseren van het Brabantberaad.
B8 Fosfaataanpak verankeren in het Uitvoeringsprogramma agrarische reductie van emissies.
B18 Inzet van het Brabants Kennisnetwerk Zoönosen uitbreiden met een landelijke vertegenwoordiger.
B9 Instellen klokkenluidersregeling. B10 Inzetten op sturende werking keten afspraken door overleg met Verbond van Den Bosch over eigen verantwoordelijkheid ketenpartners.
B19 Z orgen voor aansluiting tussen BZV en kwaliteitssytemen keten en retail en deze parallel opschroeven. B20 Inzetten op samenwerking bij de Uitvoeringsorganisatie Duurzame Veehouderij (UDV).
B11 De Peelhorst als pilot gebied voor de uitwerking van de adviezen van Van Doorn.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
Zorgvuldige Veehouderij
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Innovatie
Van Doorn
C1 Mogelijk maken van innovatieve ontwikkelingen (maatwerk).
Verbreding Van Doorn
Zorgvuldige Veehouderij
C2 Afwegen regelgeving inzake glastuinbouw.
C3 Opnemen verplichte maatschappelijke dialoog in Verordening Ruimte. C4 Vaststellen bovengrens omvang alle veehouderij op 1,5 hectare. C5 B egrenzen op ‘bestaande bebouwing’. C6 Creëren mogelijkheid voor maatwerk bij knelpunten bij zowel ontwikkelen als saneren. C7 Intrekken LOG’s en verwevingsgebieden. C8 Verlenging bouwstop geiten- en schapenhouderij met maximaal 1 jaar. C9 Opnemen beleid voor mestverwerking en -vergisting in Verordening Ruimte. C10 Uitwerken van het instrumentarium BZV.
Regels
C11 Uitkomsten uit het onderzoek verminderen volksgezondheidsrisico’s schapen- en geitenhouderijen zo mogelijk opnemen in regelgeving. C12 Uitwerking systeem van Staldering. C13 Inzetten op doelvoorschriften bij regels en vergunningen. C14 Zorgen voor verbeteren vergunning verlening (inhoud en proces). C15 Aanpassen Structuurvisie RO. C16 Intrekken lege milieuvergunningen. C17 Bekijken welke regelgeving moet worden aangepast (Verordening stikstof, beleid Natura 2000/PAS, PMV, activiteitenbesluit etc). C18 Zorgen voor verbeteren inzet toezicht en handhaving en deze inzet evalueren. C19 Opzet monitoring ontwikkelingen veehouderij.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Matrix 2
Acties naar resultaat, rol en tijdsplanning incl. monitoring en communicatie Communicatie voor de Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood in het geheel Actie
Rol
Tijd
Overall communicatiestrategie vaststellen
PNB samen met de partners
2013
Overall kernboodschap vaststellen
PNB samen met de partners
2013
Overall communicatiekalender voor de procesmijlpalen c.q. –resultaten vaststellen
PNB samen met partners
2013
Overall middelenmix bepalen en toolbox inrichten
PNB samen met partners
2013
Digitaal samenwerkingsplatform inrichten
PNB samen met partners
2013
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Overall acties Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A1 Stimuleren en versnellen innovaties agrofood.
Klantwaarden - De productdifferentiatie is toege nomen. - Producten uit de agrofood keten hebben een hogere toegevoegde waarde. - Het marktaandeel van de korte keten is toegenomen (bijvoorbeeld door minder schakels tussen de producent en de eindgebruiker en/ of minder afstand tussen producent en eindgebruiker).
Trekker bedrijfsleven (Innovatie is primair de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven). Waar het gaat om energie- en grondstoffenwinning uit afvalwater en technische finetuning in het waterbeheer kan ook het waterschap een trekkende rol hebben.
2013-2020
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt. In ieder geval zal een gesprekspunt daarbij zijn of gedurende de uitvoering van het innovatieprogramma of het cluster zich in de gewenste richting beweegt.
Communicatie UBA is ondersteunend aan stimulering en versnelling door bedrijfsleven. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Innovatie programma
Voeding en gezondheid - De agrofoodketen produceert gezondere voeding. - De innovaties dragen bij aan voedselveiligheid, diergezondheid en gezondheid van mensen (‘OneHealth’). - Dit leidt tot meer maatschappelijke waardering voor de primaire sector. Duurzame technologie Nieuwe slimme(re) technologieën, die leiden tot een duurzame(re) agrofood en kunnen fungeren als export product.
Participanten o.a. 5 sterrenregio NO-Br, Foodcluster Helmond, Syntens, ZLTO, BOM, Biobased cluster ZWN. Kennisinstellingen zoals HAS, Avans, Helicon en WUR. Maar ook TU/e, TNO, RUN e.v.a., Provincies (Limburg, Gelderland/ Overijssel e.a.) en hun ROM’s, waterschappen, Ministerie EZ, topteam Agri&Food, andere topteams. Banken en particuliere investeerders. Facilitator: Provincie - het innovatieprogramma is een stimulans. - PNB is schakel naar EZ, topteam Agri&Food en andere overheden. Hierbij gebruik maken van de ondernemers in Brabant die in relatie staan tot topteam - PNB gedeeltelijk financier. Via middelen voor dit innovatie programma maar ook via bijv. energie- en breedbandfonds.
Vervolg van A1Stimuleren en versnellen innovaties agrofood op volgende pagina >
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
overall acties Actie
Resultaat
Vervolg van
Biobased Economy Agrarische grondstoffen vervangen fossiele grondstoffen. Ondernemen in lokale netwerken - Groter lokaal maatschappelijk draagvlak voor de primaire producent.
A1Stimuleren en versnellen innovaties agrofood
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
Trekker: Gezamenlijk Participanten: Quadruple helix Facilitator: Provincie
2013-2020
n.v.t.
Overeenstemming over een eenduidige positionering en profilering van agrofood in Brabant is een voorwaarde voor effectieve branding en promotie. Communicatie UBA is ondersteunend aan de branding.
Innovatie programma
- Versterkt het ondernemerschap in de primaire sector. Open actielijn Andere nieuwe innovatieve producten, productiewijzen en combinaties die de economische basis verbreden, de economische structuur versterken, de ecologische duurzaamheid en/of het maatschappelijk draagvlak vergroten. A3 Profileren en branden van Brabant als agrofood provincie.
Positief beeld van Brabant als agrofood regio vergroot aantrekkingskracht op strategische partners, bij acquisitie en bij afzet producten, vermarkting van nieuwe producten en kennis.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
overall acties Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A6 Inbreng ambitie agrofood bij onderhande lingen Europese programma’s (OP-Zuid, POP en INTERREG).
Europese programma’s (POP 3, OP Zuid en Interreg) voor de periode 2014 – 2020 zijn inzetbaar voor de Brabantse agrofood ambities.
Trekker: Gezamenlijk Participanten: Quadruple helix Facilitator: Provincie
Heden tot 1 januari 2014 (of mogelijk later wanneer planning EC vertraagt).
n.v.t.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Europese programma’s
A7 Investeren in stimuleringsregelingen (voor het aanjagen van projecten en proeftuinen), Europese programma’s en fondsen.
Voldoende middelen beschikbaar voor het ondersteunen van aanjaagtrajecten, proeftuinen, R&D projecten MKB bedrijven en financiering groei bedrijven.
Trekker: Provincie en andere overheden Participanten: provincie, Rijk, EU, Topteam Agri&food Facilitator: platform uitvoerings organisatie
2013-2020
n.v.t.
Communicatie UBA is ondersteunend.
Innovatie programma
A10 Inrichten samenwerkingsmodel voor de uitvoering van de UBA.
Uitvoeringsorganisatie UBA
Trekker: Provincie Participanten: Ouadruple helix Facilitator: Provincie
2013
n.v.t.
Communicatie UBA is ondersteunend.
Samen werking
Zie ook ‘Toegevoegde waarde’ >
A12 Gebruik maken van Europese Programma’s.
Binnenhalen van middelen uit Europese programma’s om projecten e.d. op basis van ambities Brabantse agrofood te realiseren.
Maatwerk
Vanaf 1 januari 2014 (of mogelijk later wanneer planning EC vertraagt).
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt. De bedoeling is per fonds jaarlijks aan te geven wat is binnengehaald en waar aanvragen niet gehonoreerd zijn.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Europese programma’s
3 afspraken
4 Acties
Moet nog worden ingevuld met aantallen kennisvouchers, geholpen projecten, etc.
1 positionering
2 Realisatie
Matrix 1
Matrix 2
overall acties Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A13 Lobby richting Brussel en Den Haag gericht op wegnemen van de belemmeringen en het creëren van gunstige omstandig heden voor innovatie.
Beïnvloeding wet- en regelgeving op nationaal en Europees niveau om Brabantse ambities te ondersteunen ((bijvoorbeeld lobby voor goed MKB instrumentarium binnen het topsectorenbeleid rijk of lobby gericht op aanpassen wetgeving rondom toepassing reststoffen uit agrarische sector om de biobased economy te stimuleren, etc.).
Trekker: Gezamenlijk Participanten: Quadruple helix Facilitator: Provincie
Doorlopend.
n.v.t.
Public Relations en Public Affairs bieden de uitgangspunten voor de communicatie. Communicatie UBA is ondersteunend.
Internatio nalisering, profilering & branding
A14 Mede-financieren ondersteuning van het Verbond van Den Bosch.
Onafhankelijk regieorgaan is ingesteld. Partners zorgen (samen met PNB) voor de personele invulling en Financiering.
Trekker: Bedrijfsleven en provincie Participanten: Bedrijfsleven, belangenorganisaties Facilitator: Provincie
Bijdrage vanuit de provincie loopt tot 2013. Tot medio 2014: Financiering gegarandeerd de partners.
Monitoring via Verbond van Den Bosch
Communicatie UBA ondersteunt samenwerking met het Verbond van Den Bosch.
Financiën
B1 Samenwerking organiseren tussen partijen binnen en buiten Brabant.
Door samenwerking over provincieen landsgrenzen wordt innovatie versneld gerealiseerd: dit vergroot de kritische massa, bundelt inzet en verhoogt benuttinggraad faciliteiten.
Trekker: Provincie, Participanten: platform uitvoeringsorganisaties Facilitator: Provincie
2013 - 2020
n.v.t.
Communicatie UBA is ondersteunend aan het samenwerkingsproces.
Innovatie programma
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
overall acties Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
B3 Instellen en faciliteren van een breed strategisch platform Agrofood. Dit platform bewaakt de koers van de UBA.
Voortdurende monitoring en bijstelling van de UBA.
Trekker: Gezamenlijk Participanten: Quadruple helix Facilitator: Provincie
Eerste bijeenkomst zal in 2013 plaats vinden, daarna zullen bijeenkomst regulier plaats vinden.
n.v.t.
Communicatie UBA is ondersteunend.
Samen werken
n.v.t.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie van andere organisaties/ programma’s en het samenwerkingsproces communi catief ondersteunen.
Samen werken
Monitoring loopt via het regieorgaan.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie van Verbond van Den Bosch en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen.
Samen werken
Zie ook ‘Toegevoegde waarde’ >
B4 Verbinden van agrofood met aangrenzend beleid, zoals: Brabant Uitnodigend Groen, vrijetijdseconomie, breedband.
Er worden gezamenlijke projecten tot stand gebracht.
Trekker: Provincie
B5 Participatie in het Verbond van Den Bosch.
Gedragen uitvoering van het Verbond van Den Bosch.
Trekker: Onafhankelijk regie-orgaan Participanten: Verbondpartners Facilitator: Provincie
1 positionering
2 Realisatie
2012-2020
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
overall acties Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
B7 Opzet integraal ketenkwaliteitssysteem (inclusief eerlijke vergoeding binnen de keten) en werkwijze lokale inpassing, formuleren en implementeren inkoopspecificaties, zoveel mogelijk sluiten van de mineralenkringlopen in Europa, te beginnen bij fosfaat- en eiwitkring lopen.
Integraal ketenkwaliteitssysteem, werkwijze lokale inpassing, inkoopspecificaties worden opgeleverd en de mineralenkringlopen worden zoveel mogelijk gesloten.
Trekker: Verbond van Den Bosch Participanten: Ketenpartners Facilitator: Onafhankelijk regieorgaan
Eerste resultaten bekend medio 2013. Doorlopend tot 2020.
De monitoring wordt opgenomen in de uitwerking van het ketenkwaliteitssysteem. Dit loopt via het Verbond van Den Bosch.
Loopt via Verbond van Den Bosch, met uitzondering van lokale inpassing. Communicatie UBA afstemmen met communicatie VvDB en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Samen werken
Trekker: Provincie Participanten: Brabantberaad partners inclusief bedrijfsleven en innovatiepartners. Facilitator: Provincie
Loopt
De resultaten van alle acties vormen input voor het Brabantberaad.
Mijlpalen en resultaten communiceren en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen.
Samen werken
B17 Jaarlijks organiseren van het Brabant beraad.
Zie ook ‘Kringlopen’ >
PNB organiseert jaarlijks een Brabant beraad
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
overall acties Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
C13 Inzetten op doelvoorschriften bij regels en vergunningen.
Er wordt beleid en regelgeving gehanteerd die inzet op het doel (bijv. dierenwelzijn) en niet het middel (bijv. hokgrootte).
Trekker: Provincie (ook aandacht voor eigen regelgeving). Participanten: gemeenten, rijk en waterschappen. Facilitator: Provincie.
Doorlopend.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het samen werkingsproces.
Regels
C19 Opzetten monitoring ontwikkelingen veehouderij.
Er is zicht op ontwikkelingen betreffende de veehouderij als het gaat om milieubelasting, omvang veestapel, handhaving mestverwerking, ruimtelijke ontwikkeling en gezondheid. Op basis hiervan kunnen zo nodig voorstellen worden gedaan voor het maken van nieuwe afspraken tussen alle partijen. Er zijn systemen ontwikkeld voor periodieke rapportage.
Trekker: Provincie Participanten: Gemeenten onderzoeksinstituten (RIVM, LEI) Facilitator: Provincie
Jaarlijks
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt. Het betreft ook de uitwerking van de monitoring van de acties A26, A30 en C16.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD IS GEZOND VOOR MENS, DIER EN OMGEVING Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A24 Met de ‘OneHealth’ kennisinstituten een structuur met een adviescommissie opzetten.
Gebruik maken van de kennis van ‘One Health’ instituten bij ontwikkeling beleid, instrumenten en kaders.
Trekker: Provincie + gemeenten Participanten: ‘One-Health’ kennisinstituten Facilitator: Provincie, geschatte bijdrage € 50.000 in 2013
Starten in 2013 en jaarlijks verlengen tot en met in ieder geval 2020.
Adviescommissie is ingesteld en actief.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A25 Monitoren van de gezondheidsbeleving van de Brabander.
Het resultaat van de monitoring geeft richting aan het beleid. Mensen naar beleving/mening te vragen en daar acties uit te destilleren ver¬groot draagvlak.
Trekker: Gemeenten Participanten: GGD, Brabander Facilitator: Provincie, geschatte bijdrage € 100.000 per monitoring)
Opstarten 2013. Moet leiden tot 4-jaarlijkse rapportage tot en met in ieder geval 2021.
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt. Bij de uitwerking wordt aangesloten bij de gemeentelijke volwassenenmonitor zoals uitgevoerd door de GGD.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A26 Nagaan of het zinvol is om voor het monitoren van zoönosen gebruik te maken van bestaande meetpalen (uit VGO onderzoek).
Helder of meetpalen gebruikt kunnen worden voor monitoren zoönosen.
Trekker: Provincie Participanten: Rijk, gemeenten, sector, BKZ en kennisinstituten Facilitator: Provincie
Evaluatie in 2015, wanneer de resultaten van het VGO onderzoek beschikbaar zijn.
Evaluatie wordt uitgevoerd in 2015. Deze is input voor het Brabantberaad.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD IS GEZOND VOOR MENS, DIER EN OMGEVING Actie
Resultaat
Rollen
A27 Onderzoeken mogelijkheden uitwisseling van kennis en expertise op het gebied van gezondheid.
De mogelijkheden van uitwisseling van kennis en expertise op het gebied van gezondheid zijn bekend en worden toegepast.
Trekker: Provincie Participanten: ‘One-Health’ kennisinstituten, Brabants kennisnetwerk Zoönosen, burger/consument Facilitator: Rijk, Provincie
A28 Bijdrage aan Brabants Kennisnetwerk Zoönosen uitbreiden met werkbudget.
Het Brabants Kennisnetwerk Zoönosen heeft armslag voor regionale initiatieven ter aanvulling op landelijke inspanningen. Dit draagt bij aan de kwaliteit van besluiten en maatschappelijk draagvlak.
Facilitator: Provincie , geschatte bijdrage € 20.000
A29 Bijdrage leveren aan het operationaliseren van het endotoxinen toetsingskader door het Rijk.
Endotoxine wordt betrokken bij toetsing van bedrijfsontwikkelingen.
Trekker: Rijk Participanten: kennisinstituten, sector, gemeenten, Facilitator: Provincie, geschatte bijdrage: € 50.000 in 2013/2014.
1 positionering
2 Realisatie
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
n.v.t.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
Starten in 2013 en jaarlijks verlengen tot en met in ieder geval 2020.
Budget is beschikbaar
Communicatie UBA ondersteunt samenwerking met het Brabants Kennisnetwerk Zoönosen.
2013-2014
Bijdrage is geleverd.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Onderzoek, Kennis & Netwerken
Matrix 2
AGROFOOD IS GEZOND VOOR MENS, DIER EN OMGEVING Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A30 Onderzoeken of het controleren van medewerkers van veehouderijen relevant kan zijn voor vroegtijdig ontdekken van zoönosen (vroegwaarschuwingssysteem).
Uitkomsten zijn bekend of het controleren van medewerkers van veehouderijen relevant kan zijn voor vroegtijdig ontdekken van zoönosen.
Trekker: GGD/Brabants kennis netwerk Zoönosen Participanten: ‘One-Health’ kennisinstituten, ZLTO, Rijk, Facilitator: Provincie faciliteert in onderzoek naar de mogelijkheden in samen¬werking met de partners (geschatte bijdrage: € 10.000 in 2013/2014).
2013-2014
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A31 Inventariseren van (te saneren) knelpunten en de aanpak hiervan op o.a. het gebied van gezondheid tussen vee houderij en omgeving.
Knelpunten zijn geïdentificeerd. Aanpak wordt geformuleerd en de uitvoering wordt ter hand genomen.
Trekker: Gemeenten Participanten: ZLTO, Provincie, BMF en omgeving (burger/consument). Facilitator: Provincie.
Voor 2014 opgestart, uitvoering loopt door tot in ieder geval 2020.
De monitoring wordt gezamenlijk met partners uitgewerkt.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD IS GEZOND VOOR MENS, DIER EN OMGEVING Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A32 Onderzoek doen naar het terugbrengen van volks gezondheids risico’s geiten- en schapenhouderijen en de mogelijke beleidsinstrumenten daarop.
Uitkomsten zijn bekend over welke mogelijkheden er zijn op het terugbrengen van volksgezondheidsrisico’s voor geiten- en schapenhouderijen en de mogelijke beleidsinstrumenten daarop. Mogelijk input voor BZV.
Trekker: Provincie Participanten: ‘One-Health’ kennisinstituten, PRG, ZLTO, GGD Facilitator: Provincie
Voor 2014.
Rapportage voor eind 2014. Deze rapportage is input voor de BZV en het Brabantberaad.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A33 Onderzoeken van mogelijkheden om integraal emissie naar de lucht reducerende technieken te verplichten.
Uitkomsten zijn bekend over welke mogelijkheden er zijn om emmissiereducerende technieken te stimuleren.
Trekker: Provincie Participanten: ZLTO, BMF, Facilitator: Bedrijfsleven
n.v.t.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
B12 Ontwikkelen werkwijze cumulatieve blootstelling aan bijv. geur, fijnstof, ammoniak en/of endotoxinen.
Om het cumulatieve effect van geur, fijnstof, ammoniak en /of endotoxinen te kunnen laten meewegen in de beoordeling is een werkwijze ontwikkeld.
Trekker: Rijk en provincie Participanten: Belangenorganisaties Facilitator: Provincie
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces.
Samen werken
1 positionering
2 Realisatie
Vanaf 2013.
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD IS GEZOND VOOR MENS, DIER EN OMGEVING Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
B18 Inzet van het Brabants Kennisnetwerk Zoönosen uitbreiden met een landelijke vertegenwoordiger.
Een verbeterde kennisdeling tussen regionaal en landelijk niveau. Dit draagt bij aan kwaliteit van de besluiten en maatschappelijk draagvlak.
Trekker: Brabants Kennisnetwerk Zoönosen Participanten: regionale deskundigen (humaan en veterinair), landelijke ‘One-Health’ instituten, PRG Facilitator: Provincie (geschatte bijdrage € 5.000)
Starten in 2013 en jaarlijks verlengen tot en met in ieder geval 2020.
Vertegenwoordiging landelijke ‘One-Health’ deskundigheid in Brabants Kennisnetwerk Zoönose is geregeld.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkingsproces
Samen werken
B20 Inzetten op samenwerking bij de Uitvoeringsorganisatie Duurzame Veehouderij (UDV).
Gezamenlijke inzet op projectrealisatie op het gebied van verduurzaming. Praktijkvoorbeelden zijn ontwikkeld.
Trekker: Provincie Participanten: Provincies, belangenorganisaties. Facilitator: Rijk
Lopend tot 2023.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkingsproces.
Samen werken
C11 Uitkomsten uit het onderzoek verminderen volksgezondheidsrisico’s schapen- en geitenhouderijen zo mogelijk opnemen in regelgeving.
(Indien noodzakelijk gebleken) Er zijn maatregelen genomen om de volksgezondheidsrisico’s van schapen- en geitenhouderijen te beperken.
Resultaten naar verwachting eind 2013 beschikbaar. Eventuele criteria opnemen in de BZV, en eventuele maatregelen opnemen in de Verordening Ruimte.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces. Besluit communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD IS GEZOND VOOR MENS, DIER EN OMGEVING Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
C14 Zorgen voor verbeteren vergunningverlening (inhoud en proces).
Versnelde adequate uitvoering van de verlening van goed handhaafbare vergunningen.
Trekker: Provincie Participanten: Gemeenten, RUD’s, waterschappen Facilitator: RUD’s
2013-2020
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces.
Toezicht, controle en & handhaving
C16 Intrekken lege milieuvergunningen.
Er is een geactualiseerd vergunningenbestand. De gemeenten hebben alle lege vergunningen ingetrokken.
Trekker: Gemeenten Participanten: Bedrijfsleven, ZLTO, Gemeenten, RUD’s, waterschappen Facilitator: Provincie
Doorlopend
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces.
Toezicht, controle en & handhaving
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD heeft toegevoegde waarde Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A2 Communicatieactiviteiten en community building ontwikkelen en faciliteren.
Nieuwe verbindingen en nieuwe netwerken waarin bedrijven, kennisinstellingen en andere organisaties met partijen buiten hun clusterervaringen uitwisselen over actuele thema’s, trends, kennis en producten.
Trekker: platform uitvoeringsorganisaties Participanten: triple helix Facilitator: Provincie
2013-2020
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt.
Bestaande public relations activiteiten en relatiemanagement van de partners bieden vertrekpunten voor nieuwe ontmoetingen. Social media kunnen belangrijke faciliterende middelen zijn. Communicastie UBA is ondersteunend aan de communities en ontmoetingen.
Innovatie programma
A4 Haalbaarheidsonderzoeken van initiatieven voor versterken kennis infrastructuur.
(Inzicht in de mogelijkheden tot) versterking van de kennisinfra structuur.
Trekker: Provincie, platform uitvoeringsorganisaties Participanten: Triple helix Facilitator: Kennisinstellingen
Voor 2014
n.v.t.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Innovatie programma
A5 De randvoorwaarden voor innovatie op orde brengen en houden: vestigingsklimaat optimaliseren (toplocaties en goede bereikbaarheid); kennis-, onderwijs-, en arbeids-infrastructuur.
Betere vestigingsfactoren voor innovaties en voldoende goed opgeleid personeel. Optimaal vestigingsklimaat (toplocaties en goede bereikbaarheid); Optimale kennis-, onderwijs-, en arbeidsinfrastructuur.
Trekker: Maatwerk per onderwerp Participanten: Triple helix Facilitator: Maatwerk per onderwerp
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie van andere beleidsvelden, organisaties/programma’s en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen.
Innovatie programma
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD heeft toegevoegde waarde Actie
Resultaat
Rollen
A8 Matchen en inzetten van financieringsmogelijkheden zoals het Innovatiefonds, OP-Zuid en POP.
Het innovatiefonds, OP- Zuid en POP dragen bij aan de ambities op het gebied van de Brabantse Agrofood.
Trekker: Gezamenlijk Participanten: platform uitvoeringsorganisaties Facilitator: Provincie
A9 Bestaande makel- en schakelcapaciteit en middelen (bijv. REAP en LIB) stroomlijnen en efficiënter inzetten.
Efficiënte uitvoering door relevante partners. Efficiënte inzet van financiële middelen.
Trekker: Provincie Participanten: Regio’s, ZLTO, Syntens Facilitator: Provincie
A10 Inrichten samenwerkingsmodel voor de uitvoering van het innovatieprogramma.
Uitvoeringsplatform innovatieprogramma.
Trekker: Provincie Participanten: BOM, regio’s, Syntens, Topteam Agri&Food Facilitator: Provincie
A11 Buitenlandse missies inzetten om toegang te krijgen op buitenlandse markten en inzetten op buitenlandse investeringen in Brabant.
Vanuit het buitenland wordt meer geïnvesteerd in Brabant, en Brabantse bedrijven hebben betere toegang tot buitenlandse markten (grotere export). Gunstigere marktkansen voor duurzaam geproduceerde agrofoodproducten.
Trekker: Provincie, Rijk Participanten: Bedrijfsleven, ZLTO, BOM, TOM Facilitator: Provincie
1 positionering
2 Realisatie
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
n.v.t.
Communicatie UBA is ondersteunend aan het financieringsoverleg.
Innovatie programma
2013
n.v.t.
Communicatie UBA is ondersteunend aan het middelenoverleg.
Innovatie programma
2013
n.v.t.
Communicatie UBA is ondersteunend.
Innovatie programma
n.v.t.
Public Relations en Public Affairs bieden de uitgangspunten voor de communicatie. Communicatie UBA is ondersteunend.
Internatio nalisering, profilering & branding
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD heeft toegevoegde waarde Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A16 Verkenning ontwikkelingen melkveehouderij met experts en mogelijkheden vervolg acties.
Er is een actielijst opgesteld met kansrijke acties voor de melkveehouderij en er is vastgesteld welke van deze acties verder uitgevoerd/ opgepakt worden.
Trekker: Provincie Participanten: Bedrijfsleven, ZLTO, BMF, Adviseurs Facilitator: Provincie, ZLTO
Verkenning is uitgevoerd in 2013. Actielijst is klaar eind 2013.
De monitoring wordt meegenomen in de actielijst.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A18 Verkenning ontwikkelingen glastuinbouw met experts en mogelijkheden vervolgacties.
Er is een actielijst opgesteld met kansrijke acties voor de glastuinbouw en er is vastgesteld welke van deze acties verder uitgevoerd/ opgepakt worden.
Trekker: Provincie/ TOM Participanten: Bedrijfsleven, ZLTO, BMF, Adviseurs, Facilitator: Provincie, ZLTO
Verkenning is uitgevoerd in 2013. Actielijst is klaar eind 2013.
De monitoring wordt meegenomen in de actielijst.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A19 Inzicht verkrijgen in actuele toekomst wensen en plannen ondernemers in de glastuinbouw.
Er is inzicht in de actuele toekomst wensen en plannen van ondernemers in de glastuinbouw.
Trekker: ZLTO Participanten: Bedrijfsleven Facilitator: TOM/ Provincie
Nader overleg nodig. Deze vindt plaats medio 2013.
n.v.t.
Communicatie met ZLTO afstemmen.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A20 Mogelijkheden onderzoeken opzetten regionaal netwerk Brabants glastuinbouwcomplex.
Mogelijkheden en animo voor het opzetten van een regionaal netwerk Brabants glastuinbouwcomplex zijn bekend.
Trekker: LTO/ZLTO en VNO&NCW Participanten: Dienstverleningssector Facilitator: Provincie/ TOM/ Gemeenten
Nader overleg nodig. Deze vindt plaats medio 2013.
n.v.t.
Communicatie afstemmen met trekkers.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD heeft toegevoegde waarde Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A21 Het onderzoeken van de mogelijkheden en kansen van de melkveehouderij in gebiedsprofilering.
De mogelijkheden/kansen van de melkveehouderij in gebieden zijn bekend (bijvoorbeeld bij het sluiten van de kringlopen, maatschappelijke dialoog en natuurrealisatie).
Trekker: ZLTO / Gemeenten Participanten: BMF, ondernemers, agrarische natuurverenigingen, burgers, waterschappen. Facilitator: Provincie
Loopt op met uitwerking gebieds profilering (ZLTO).
n.v.t.
Communicatie afstemmen met participanten.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A23 Mogelijkheden onderzoeken verbreden Van Doorn naar boomteelt en gemengd bedrijf.
Inzicht op welke manier van Doorn kan worden verbreed naar boomteelt en gemengde bedrijfsvoering.
Trekker: Provincie Participanten: Bedrijfsleven, ZLTO Facilitator: Provincie
Verkenning naar mogelijkheden in 2014.
n.v.t.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A34 Inzet op lobby tbv realisering doelstellingen transitie zorgvuldige veehouderij.
Beïnvloeding wet en regelgeving op nationaal en Europees niveau; om doelstellingen transitie zorgvuldige veehouderij te ondersteunen. Tevens betrekken volksvertegenwoordigers en bestuurders op nationaal en Europees niveau om Brabantse ambities uit te dragen.
Trekker: Provincie Participanten: Bedrijfsleven, Belangenorganisaties, VNG, IPO Facilitator: Provincie
Doorlopend.
n.v.t.
Public Relations en Public Affairs bieden de uitgangspunten voor de communicatie. Communicatie UBA is ondersteunend.
Internatio nalisering, profilering & branding
B2 Vraaggericht makel- en schakelcapaciteit regelen.
Meer en snellere innovaties.
Trekker: Gezamenlijk Participanten: Triple helix Facilitator: Provincie en regio’s
2013 - 2020
n.v.t.
Communicatie UBA is ondersteunend aan de makel- en schakelactiviteiten.
Innovatie programma
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD heeft toegevoegde waarde Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
B3 Instellen en faciliteren van een breed strategisch platform Agrofood. Dit platform bewaakt de koers van het innovatieprogramma.
Voordurende monitoring en bijstelling van het innovatieprogramma.
Trekker: Gezamenlijk Participanten: Quadruple helix Facilitator: Provincie
Eerste bijeenkomst zal in 2013 plaats vinden, daarna zullen bijeenkomst regulier plaats vinden.
n.v.t.
De communicatie vindt plaats via de BOM. Communicatie UBA is ondersteunend.
Samen werken
C1 Mogelijk maken van innnovatieve ontwikkelingen (maatwerk).
Er is experimenteerruimte voor innovaties die voortvloeien uit het innovatieprogramma.
Trekker: Provincie Participanten: Gemeente, ZLTO, BMF Facilitator: Bedrijfsleven
Vanaf april tot in werking treden van BZV [zie C14] kan GS per initiatief besluiten wel of niet medewerking aan de ontwikkeling te verlenen middels bestaande instrumenten (als Verordening Ruimte, Natuurbeschermingswet). Overig: 2013 – 2020 (looptijd innovatie programma).
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkingsproces. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
C2 Afwegen regelgeving inzake glastuinbouw.
Instrumentarium (waaronder ruimtelijke regelgeving) bijdraagt aan de structuurversterking in Brabant.
Trekker: Provincie Participanten: ZLTO, TOM, Bedrijfsleven, Gemeenten Facilitator: Provincie
Nader overleg nodig. Deze vindt plaats medio 2013.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces.
Regels
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD sluit kringlopen Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A15 Verkenning synergiemogelijkheden mestverwerking en afvalwaterzuivering.
Vergroting potentie van gezamenlijke energieopwekking en nutriëntenterugwinning.
Trekker: ZLTO en Waterschappen Participanten: Provincie Facilitator: WUR
Lopend. Medio 2014 afgerond.
n.v.t.
Communicatie ligt bij ZLTO en Waterschappen. UBA ondersteunt het samenwerkingsproces.
Onderzoek, Kennis & Netwerken
A22 Mogelijkheid onderzoek nauwere samenwerking binnen sector en keten.
De mogelijkheden om binnen de keten nauwer te kunnen samenwerken zijn bekend.
Trekker: Verbond van Den Bosch Participanten: Bedrijfsleven Facilitator: Provincie
2013 - 2020
n.v.t.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie van Verbond van Den Bosch. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine).
Onderzoek, Kennis & Netwerken
B7 Opzet integraal ketenkwaliteitssysteem (inclusief eerlijke vergoeding binnen de keten) en werkwijze lokale inpassing, formuleren en implementeren inkoopspecificaties, zoveel mogelijk sluiten van de mineralenkring lopen in Europa, te beginnen bij fosfaat- en eiwitkringlopen.
Integraal ketenkwaliteitssysteem, werkwijze lokale inpassing, inkoopspecificaties worden opgeleverd en de mineralenkringlopen worden zoveel mogelijk gesloten.
Trekker: Verbond van Den Bosch Participanten: Ketenpartners Facilitator: Onafhankelijk regie-orgaan
Eerste resultaten bekend medio 2013. Doorlopend tot 2020.
De monitoring wordt opgenomen in de uitwerking van het ketenkwaliteitssysteem. Dit loopt via het Verbond van Den Bosch.
Loopt via Verbond van Den Bosch, met uitzondering van lokale inpassing. Communicatie UBA afstemmen met communicatie VvDB en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Samen werken
3 afspraken
4 Acties
1 positionering
2 Realisatie
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD heeft toegevoegde waarde Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
B8 Fosfaataanpak verankeren in het Uitvoeringsprogramma agrarische reductie van emissies.
Versnelling van de realisatie van water- en natuurdoelstellingen.
Trekker: Provincie, waterschappen en ZLTO Participanten: Natuurbeheer organisaties, BMF Facilitator: Provincie
Oplevering uitvoeringsplan eind 2013.
Monitoring wordt uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma.
Communicatie wordt uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma.
Samen werken
B9 Instellen klokkenluiderregeling.
Een loket waar personen (al dan niet anoniem) misstanden kunnen melden.
Trekker: Verbond van Den Bosch Participanten: Overheden, bedrijfsleven Facilitator: Provincie
Loopt, afronding verwacht in 2013.
Monitoring loopt via het Verbond van Den Bosch.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie van Verbond van Den Bosch en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen.
Samen werken
B10 Inzetten op sturende werking ketenafspraken door overleg met Verbond van Den Bosch over eigen verantwoordelijkheid ketenpartners.
Sterk sturende ketenafspraken worden gedragen door de ketenpartners.
Trekker: Verbond van Den Bosch Participanten: Overheden, bedrijfsleven Facilitator: Provincie
Loopt, afronding verwacht in 2013.
De monitoring loopt via het Verbond van Den Bosch.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie van Verbond van Den Bosch en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen.
Samen werken
C9 Opnemen beleid voor mestverwerking en –vergisting in Verordening Ruimte.
Rijksoverheid verplicht ondernemers tot verwerking van de mest. Vanuit vaststelling Van Doorn, moet PNB beleid hiertoe voldoende mogelijkheden bieden.
Trekker: Provincie Participanten: Netwerk de Peelhorst, gemeenten, ZLTO, BMF, Waterschappen Facilitator: Provincie
Wordt meegenomen in Verordening Ruimte: vaststelling februari 2014.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces. Besluit communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD Keten past in de omgeving Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
A17 Mogelijkheid onderzoeken om verplichte vergroening GLB in te zetten als groen blauwe diensten.
Mogelijk inzet verplichte ver groening als groen blauwe dienst terug laten komen in POP 3.
Trekker: Provincie Participanten: Bedrijfsleven, ZLTO, waterschappen Facilitator: Strandorganisaties en Brabantse NGO’s
Heden tot 1 januari 2014 (of mogelijk later wanneer planning EC vertraagt).
n.v.t.
Het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen. Mijlpalen en resultaten communiceren via media UBA (website, e-zine) en van partners.
Europese programma’s
B6 Het samen optrekken met en financieel ondersteunen van gemeenten bij Van Doorn en #ZV2020.
Gezamenlijk gedragen (en financieel ondersteund) proces en uitvoering bij Van Doorn en #ZV2020.
Gemeenten en provincie
Lopend tot 2020.
n.v.t.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie van Verbondpartners en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen.
Samen werken
B11 De Peelhorst als pilot gebied voor de uitwerking van de adviezen van Van Doorn.
Kennis, expertise en netwerk van De Peelhorst worden ingezet om de adviezen van Van Doorn in de praktijk te brengen.
Trekker: Netwerk de Peelhorst Participanten: Bedrijfsleven Facilitator: Verbond van Den Bosch, Provincie
Loopt
n.v.t.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie Peelhorst en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen.
Samen werken
B13 Uitwerken gebiedsprofilering.
Op die plekken waar er behoefte aan is, is een gebiedsprofiel opgesteld. Hierin is aangegeven waar voor dat gebied de kansen en de bedreigingen liggen. Dit profiel geeft ondernemers en burgers richting voor ontwikkelingen in hun omgeving.
Trekker: Gemeenten of andere lokale partijen Participanten: Omgeving (burger/ consument), ZLTO, milieu- en natuurorganisaties, Netwerk de Peelhorst Facilitator: Provincie
Start medio 2013. De komende jaren zal ervaring worden opgedaan.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het participatieproces.
Gebieds profilering
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD Keten past in de omgeving Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
B14 Uitwerken maatschappelijke dialoog op bedrijfsniveau.
Een voorstel hoe de maatschappelijke dialoog tussen ondernemer, burger en overheid gevoerd kan worden.
Trekker: Ondersteuningsteam de Peelhorst Participanten: Gemeenten, BMF, ZLTO, Provinciale Raad Gezondheid, externe deskundigen. Facilitator: Provincie
De opzet van een werkwijze is medio 2013 gereed.
n.v.t.
Communicatie via de Peelhorst en de UBA.
Dialoog
B15 Uitvoeren maatschappelijke dialoog op bedrijfsniveau.
De ondernemer is met zijn omgeving in gesprek. De acceptatie van de primaire sector wordt vergroot en leefbaarheid van het platteland wordt verbeterd.
Trekker: Bedrijfsleven, ZLTO Participanten: Gemeenten, Netwerk de Peelhorst, BMF, ZLTO, Provinciale Raad Gezondheid, externe deskundigen, omgeving (burger/consument). Facilitator: Provincie
Doorlopend.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt de dialoog.
Dialoog
B16 Opzetten en inzetten van een pool begeleiders ter ondersteuning van de dialoog tussen veehouders en omgeving bij moeilijke situaties.
Ondernemer, burger en overheid worden ondersteund om het vertrouwen te herstellen.
Trekker: Ondersteuningsteam de Peelhorst Participanten: Gemeenten, BMF, ZLTO, Provinciale Raad Gezondheid. Facilitator: Provincie
Het ondersteuningsteam voor de Peelhorst is hier actief in. Momenteel wordt gestart met het opzetten van de pool.
n.v.t.
Communicatie via de Peelhorst en de UBA.
Dialoog
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD Keten past in de omgeving Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
B19 Zorgen voor aansluiting tussen BZV en kwaliteitssytemen keten en retail en deze parallel opschroeven.
Kwaliteitssysteem in de keten en de BZV sluiten goed op elkaar aan. Dit draagt er aan bij dat de zorgvuldige veehouderij beloond wordt met een eerlijke prijs.
Trekker: Provincie Participanten: Bedrijfsleven, Verbond van Den Bosch Facilitator: Provincie
Vanaf april 2013.
n.v.t.
Communicatie UBA afstemmen met communicatie van andere organisaties/ programma’s en het samenwerkingsproces communicatief ondersteunen.
Samen werken
C3 Opnemen verplichten maatschappelijke dialoog in Verordening Ruimte.
Ondernemers en omgeving zijn in gesprek over ontwikkelingen.
Trekker: Provincie Participanten: Netwerk de Peelhorst, gemeenten, ZLTO, BMF, Waterschappen (C9, C11) Facilitator: Provincie
Wordt meegenomen in Verordening Ruimte: vaststelling februari 2014.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
C4 Vaststellen bovengrens omvang alle veehouderij op 1,5 hectare.
Voor alle veehouderijen gelden dezelfde ruimtelijke regels.
Spoedwijziging Verordening Ruimte; 1 juni 2013.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces. Besluit communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
C5 Begrenzen op ‘bestaande bebouwing’.
De ondernemer kan alleen bestaande bebouwing uitbreiden als zijn/ haar bedrijf of basis van de BZV als voldoende duurzaam wordt gekwalificeerd.
Wordt meegenomen in Verordening Ruimte: vaststelling februari 2014.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces. Besluit communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD Keten past in de omgeving Actie
Resultaat
C6 Creëren mogelijkheid voor maatwerk bij knelpunten bij zowel ontwikkelen als saneren.
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
In de relevante regelgeving zijn mogelijkheden voor maatwerk opgenomen.
Wordt (deels) meegenomen in beleidsrijke wijziging Verordening Ruimte: vaststelling februari 2014.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces. Besluit communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
C7 Intrekken LOG’s en verwevingsgebieden.
De zonering is voor LOG’s en verwevingsgebieden vervallen.
Vaststelling wijzigingsregeling door PS dd. 17 mei 2013, treedt in werking 1 juni 2013.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces. Besluit communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
C8 Verlenging bouwstop geiten- en schapenhouderij met maximaal 1 jaar.
Er is een bouwstop voor geiten- en schapenhouderijen tot de BZV voor deze sector operationeel is.
Vaststelling wijzigingsregeling door PS dd . 17 mei 2013, inwerkingtreding 1 juni 2013.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het proces. Besluit communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Regels
1 positionering
Rollen
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD Keten past in de omgeving Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
C10 Uitwerken van het instrumentarium BZV.
Een beoordelingssystematiek voor de zorgvuldigheid (duurzaamheid) van veehouderij bedrijven ten aanzien van mens, dier en fysieke leefomgeving. De systematiek bevat een norm (te behalen score) om te kunnen uitbreiden die periodiek wordt opgehoogd om zo verder gaande transitie aan te jagen. [zie ook BZV].
Trekker: Provincie Participanten: gemeenten, waterschappen, veehouderij, natuur&milieu organisaties, retail, burgers en kennisinstituten Facilitator: Provincie
April – oktober 2013: ontwikkelen BZV. September 2013 – februari 2014: uitwerken en vaststellen, zorgen voor implementatie bij gemeenten/ boeren/burgers. Februari 2014: Uitvoeringsbesluit in GS.
De monitoring wordt gezamenlijk uitgewerkt. Na in werkingtreding jaarlijks een uitvoeringsbesluit door GS om BZV bij te stellen.
Het realiseren van/aansluiten bij interactief platform tbv participatie en delen informatie. Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces. Mijlpalen en resultaten communiceren via pers, media UBA (website, e-zine) en van partners.
Brabantse zorgvuldigheidscore veehouderij
Kader wordt vastgelegd in Verordening ruimte, uitvoeringsbesluit wordt door GS genomen in februari 2014, dan is BZV operationeel.
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD Keten past in de omgeving Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
C12 Uitwerking systeem van Staldering.
Inzicht in de (on)mogelijkheden van gebieds- dan wel Brabantdekkend instrument. Er ontstaat een relatie tussen stallenbouw en mogelijkheid tot regionale sturing op overbelaste situaties (dieraantallen). Verbetering ruimtelijke kwaliteit.
Trekker: Provincie Participanten: Netwerk de Peelhorst, Gemeenten, ZLTO en BMF Facilitator: Provincie
Notitie aanpak verkenning staldering medio 2013 gereed. Mogelijke resultaten verwerking in Verordening Ruimte (vaststelling februari 2014).
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces.
Regels
C15 Aanpassen Structuurvisie RO.
De structuurvisie is aangepast aan de beleidswijzigingen nav besluit vorming 22 maart 2013.
Trekker: Provincie Participanten: Netwerk de Peelhorst, Gemeenten, ZLTO, BMF, waterschappen. Facilitator: Provincie
Vaststelling in PS februari 2014.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces.
Regels
C17 Bekijken welke regelgeving moet worden aangepast (Verordening stikstof, beleid Natura 2000/ PAS, PMV, activiteitenbesluit etc).
Inzicht in welke regelgeving aangepast moet worden en deze vervolgens ook aanpassen om de transitie (ook voor stilzitters) te versnellen.
Trekker: Provincie Participanten: Gemeenten, Rijk, waterschappen Facilitator: Provincie
Indien nodig: PS 2014.
n.v.t.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces.
Regels
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
AGROFOOD Keten past in de omgeving Actie
Resultaat
Rollen
Tijd
Monitoring
Communicatie
Instrument
C18 Zorgen voor verbeteren inzet toezicht en handhaving en deze inzet evalueren.
Verbeterde naleving van de wettelijke normen en legt de focus op achterblijvers.
Trekker: SEPH Participanten: Handhavingspartners Brabant Facilitator: Provincie
Doorlopend vanaf medio 2013
De evaluatie wordt gezamenlijk uitgewerkt.
Communicatie UBA ondersteunt het samenwerkings proces.
Toezicht, controle & handhaving
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2
Provincie Noord-Brabant Adres Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 5216 TV ’s-Hertogenbosch www.brabant.nl/agrofood
1 positionering
2 Realisatie
3 afspraken
4 Acties
Matrix 1
Matrix 2