Creatief denken ontwikkelen bij Nederlands
Talen Conferentie havo vwo 28 september 2015 Geppie Bootsma
[email protected] Naam
Datum
21e eeuwse vaardigheid: creativiteit Het bedenken van nieuwe ideeën en deze kunnen uitwerken en analyseren.
Starter https://www.youtube.com/watch?v=P7sa0jY_3M
Creatief denken Wat is het? Het vermogen om nieuwe ideeën, benaderingen, oplossingsstrategieën en inzichten buiten de gebaande paden te creëren en te optimaliseren. Met bestaande kennis en ervaringen nieuwe kennis produceren Creatief denken = motor voor vooruitgang
Wat vraagt het? • • • • • • • • • • • •
effectief en efficiënt technieken kunnen toepassen voor ideecreatie, out of the box denken iets nieuws bedenken Verbeeldingskracht toepassen samenhang zien tussen dingen die anderen onmogelijk zien buiten gebaande paden treden los durven laten van het bekende expres iets anders doen nieuwsgierig zijn onderzoekende houding hebben samenwerken door de ogen van een ander kijken
Relevantie Behoefte aan creativiteit neemt toe: toepassen van kennis. Creativiteit kan ons helpen om te gaan met de veranderende wereld en hier adequaat op te reageren. Creativiteit is nodig om opkomende BRIC-landen bij te houden resp. voor te blijven.
Creatieve vaardigheden 1. Creatief waarnemen 2. Flexibel associëren 3. Oordeel uitstellen 4. Analogieën herkennen en gebruiken 5. Alternatieven blijven zoeken 6. Verbeeldingskracht ontwikkelen
1. Creatief waarnemen Loskomen van de eigen waarneming ‘Hoe kan ik het anders zien?’
De tekenles was voorbij, maar Floor zat nog steeds met een leeg papier voor haar neus. Floors lerares boog zich over het witte papier.
De lerares pakte het papier op En keek er een hele tijd naar. “Hmmm …” Ze schoof het naar Floor toe en zei:
“Aha! Een ijsbeer in de sneeuw.” “Leuk hoor!” zei Floor. “Ik kan gewoon niet tekenen.”
“Weet je wat?” zei de lerares.
“Zet gewoon ergens een stip en kijk wat er dan gebeurt.”
Floor greep een viltstift en duwde hem stevig op het papier. “Zo!”
“Mooi. Zet nu alleen je naam er nog even onder.” Floor haalde haar schouders op. “Goed hoor. Tekenen kan ik niet, maar mijn naam schrijven wel.”
Toen Floor de week daarop het tekenlokaal binnenkwam, wist ze niet wat ze zag. Wat hing daar aan de muur? Dat was de stip die zij getekend had – HAAR STIP! In een gouden krulletjeslijst!
“Hmm! Die stip bevalt me toch niet helemaal. DAT moet beter kunnen!” Ze pakte de doos waterverf die ze nog nooit had gebruikt en ging aan het werk.
Ze schilderde en schilderde: een gele stip, een groene stip, een rode stip, een blauwe stip.
Er kwam wat blauw in het rood. Toen merkte Floor dat ze ook een PAARSE stip kon maken. Ze probeerde steeds wat nieuws en kreeg stippen in allerlei kleuren.
Maar als ik kleine stippen kan maken, kan ik ook GROTE stippen maken! Ze smeerde verf uit een grotere pot met een grotere kwast op groter papier om grotere stippen te maken.
Floor maakte zelfs een stip door GEEN stip te schilderen.
Op de tentoonstelling van school waren Floors stippen een groot succes.
Er kwam een jongen naar haar toe. “Heb jij dat gemaakt? Wat goed? Ik wou dat ik kon tekenen …” “Volgens mij kun je dat ook,” zei Floor. “Ik? Ik kan nog geen rechte lijn langs een liniaal trekken.” Floor lachte. Ze gaf de jongen een vel wit papier. “Laat maar eens zien dan!” Een beetje bibberig trok de jongen een lijn.
Floor stond een hele tijd te staren naar het krabbeltje van de jongen. Toen zei ze:
“Mooi” Nu alleen nog even je naam eronder.”
“DE STIP” Peter H. Reynolds Opgedragen aan meneer Matson, mijn wiskundeleraar van de 7e klas, die mij heeft uitgedaagd “er een punt van te maken”.
2. Flexibel associëren Associëren helpt om vaste denkpatronen te doorbreken, de oogkleppen af te werpen en nieuwe mogelijkheden te ontdekken. Vaak (kort) doen
Oefening Start met het woord ‘melk’ en associeer door zo snel mogelijk zo veel mogelijk associaties op te schrijven. Onderstreep je vijfde woord, je twaalfde woord en je laatste woord. Maak een kort verhaal (100 woorden) waarin deze 3 woorden voorkomen.
Oefening ….m….s…..k…. Maak vijf woorden Nummer ze op volgorde van mooi naar minst mooi 1 = een bloem; 2 = een dier; 3 = een spel Kies een ding uit en beschrijf dat: Hoe ziet het eruit? Wat doet het? Wat eet het? Etc.
3. Oordeel uitstellen 4 stappen in creatief proces 1. De formulering van een vraagstuk 2. Het (zonder oordeel) genereren van ideeën (divergeren) 3. Het beoordelen en selecteren van ideeën (convergeren) 4. Het uitwerken en implementeren van ideeën
Edward de Bono: 6 denkhoeden Groen denken Wit denken creativiteit, nieuwe inzichten en ideeën, groei
objectieve feiten en cijfers
Blauw denken
Geel denken waarom het wél kan: optimisme, hoop, positieve manier van denken,
organiseren van het denken
Zwart denken waarom het niet kan, negatieve aspecten, fouten
Rood denken het emotionele standpunt; angst, boosheid, verdriet,
Bruikbaar bij Brainstorm Mindmappen Voorbereiding debat/discussie Presentatie Uiteenzetting/beschouwing/betoog
4. Analogieën herkennen en gebruiken Metaforen bedenken Vergelijkingen maken Overeenkomsten zoeken
Oefening Maak een rijtje van 10 bijvoeglijke naamwoorden Maak een rijtje van 10 zelfstandige naamwoorden Maak 4 vergelijkingen door combinaties van de rijtjes: Zo (bijv.nw) al een (zelfst. nw) Kies de mooiste uit Schrijf een aantal beelden op die bij je opkomen Maak nu een gedicht
5. Alternatieven blijven zoeken Eerste ronde brainstorm: vaak ideeën die er al waren. Daarna herformulering vraagstuk en divergeren
Voorbeeld “Hoe kunnen we de lessen spannender maken?” Ronde 2: in groepen: 1: voor bejaarden; 2. voor jongens, 3. voor ouders, 4 voor meisjes. Of: Hoe kunnen we de lessen saaier maken? Hoe kunnen we de lessen sportiever maken? Hoe kunnen we de lessen gevaarlijk maken?
6. Verbeeldingskracht ontwikkelen Zeswoordenverhalen (Hemingway) Passengers, this isn’t your captain speaking Te koop aangeboden: bruidsjurk, niet gedragen
8 moments in Barcelona
Creativiteit stimuleren in uw eigen lessen
Welke aspecten wilt u stimuleren in uw lessen? Bij welke vakonderdelen? ………….
Veel plezier!