Creatief denken en handelen met kinderen. Door Irene Jansen (creatief coach en trainer)
Copyright © Juni 2016 Your Creative Nature | Irene Jansen Niets uit deze reader mag worden gekopieerd of hergebruikt zonder de bron te vermelden.
1
Inhoud Creatief denken en handelen met kinderen. .......................................................................................... 3 Creatief denken. ...................................................................................................................................... 4 Creativiteit ............................................................................................................................................... 5 Creativiteit bij kinderen. ......................................................................................................................... 6 1.Vragen beantwoorden. ...................................................................................................................... 10 2. Kinderparticipatie .............................................................................................................................. 11 3. Flexibel zijn. ....................................................................................................................................... 12 4. Leg verbindingen. .............................................................................................................................. 14 Wat kan jij doen?................................................................................................................................... 15
2
Creatief denken en handelen met kinderen. Deze reader is bedoeld voor iedere professional die met kinderen werkt. Elke dag kom je voor veel uitdagingen te staan en om deze het hoofd te bieden is creatief denken een uitstekende tool. In deze reader krijg je kort uitgelegd wat creatief denken en handelen is en hoe je dit kan toepassen in je dagelijkse werk. Aan de hand van een aantal voorbeelden krijg je inzicht hoe simpel het is creatiever te werken en handelen met kinderen.
3
Creatief denken. De basis van creatief denken is dat je de gebaande denkpaden verlaat of op nieuwe wijze bewandeld. In het bedrijfsleven gebruikt men vooral creatief denken voor het ontwikkelen van innovatieve diensten en producten. Dit doen ze doormiddel van creatief denktools in te zetten bij creatief denksessies. Je denkt out-of-the-box om vanuit een compleet nieuw perspectief een oplossing te zoeken voor je probleem. Of je denkt in-box om het probleem opnieuw vanuit bestaande perspectieven te bekijken. In deze reader gaan we vooral in op het handelen op creatieve wijze. Dat wil dus niet zeggen dat je hier allemaal creatief denktools uitgelegd krijgt die in het bedrijfsleven gebruikt worden in die creatief denksessies. Het gaat in deze reader meer om de creatieve mindset die je moet hebben en gebruiken om je werk beter te doen.
4
Creativiteit Ik schreef in een blog op mijn website het volgende over creativiteit: “Ik hou van fröbelen. Ik ben regelmatig (bijna dagelijks) met een haaknaald in de weer en soms (iets minder vaak dan ik zou willen) vind je mij ook achter de naaimachine. Men vindt mij dus enorm creatief. Ik maak mooie dingen en ik ben daar ook erg trots op. Maar mijn creativiteit uit zich niet alleen in het maken van mooie dingen. Creativiteit uit ik ook in denken en werken. Ik probeer dingen graag vanuit nieuwe perspectieven te bekijken en daar ook naar te handelen. Daarom deed ik ook de opleiding voor professioneel trainer creatief denken. Creativiteit is dus voor mij veel meer dan alleen fröbelen. Het is mijn overtuiging dat elk mens een mate van creativiteit bezit. Als iemand in mijn omgeving roept: “ik ben helemaal niet creatief!” dan vraag ik meteen wat die persoon dan met creatief bedoelt. En vaak is die persoon niet goed in fröbelen. Mijn antwoord daarop is dan: “jij bent weer creatief met …. (dit kan van alles zijn)”. Creativiteit is in mijn ogen dat je in staat bent te kunnen “spelen” met je talenten. Daar bedoel ik mee dat je een talent zodanig weet in te zetten dat het elke keer weer vernieuwend is. Vooral dat vernieuwend zijn, vereist creativiteit. Sommige mensen raken deze vorm van creativiteit deels kwijt, omdat ze hun talenten niet genoeg gebruiken. Deze mensen merken dan ook dat het werk wat ze doen vervelend gaat worden en eenzijdig. Door deze mensen weer bewust te laten worden van hun talenten en ze te leren deze weer creatief in te zetten in hun werk, zullen zij het werk weer leuk gaan vinden. Ik kom al schrijvende erachter dat creativiteit bij mij vrijwel gelijk staat aan vernieuwing. Zolang je blijft vernieuwen, ben je creatief. En tja misschien is het wel een talent dat het ene mens beter ontwikkeld heeft dan de ander. Creativiteit is een talent om vernieuwend te kunnen zijn en een talent om andere talenten tot bloei te laten komen en ermee te “spelen”. Het is voor mij het mooiste talent wat een mens kan hebben.” Creativiteit is voor mij ook flexibel zijn. Je kunt je altijd aanpassen aan de veranderende wereld. Je durft de gebaande paden te verlaten om een nieuwe oplossing te zoeken voor je probleem.
5
Creativiteit bij kinderen. Kinderen hebben het talent om creatief te zijn nog niet verspeeld of afgeleerd. Ze zijn zeer goed in staat om dingen vanuit diverse perspectieven te bekijken. Daarom zijn het ook vaak kinderen die met verrassende oplossingen voor vragen komen. Hun denkvermogen is grenzeloos en heel flexibel. Wij volwassenen noemen dat vaak fantasie, omdat wij meer gebonden zijn aan regels en grenzen. Overigens door ons zelf opgelegd. Kinderen kennen vaak deze regels en grenzen nog niet. Ze worden er dus ook niet door tegengehouden om oplossingen en antwoorden te vinden. Nou wil ik niet stellen dat fantasie niet bestaat. Maar ik zou wel willen stellen dat fantasie grenzeloos en creatief denken is. We roepen niets voor niets als we een nieuwe oplossing zoeken: “Gebruik je fantasie!” oftewel denk zonder regels en grenzen. Creatief denken werkt eigenlijk het beste als je dus grenzeloos en flexibel denkt. En dat maakt het dat het uitermate geschikt is voor kinderen. Het werkt voor kinderen vaak heel bevrijdend. Op school leren ze al snel dat er grenzen en regels zijn aan het oplossen van problemen. Terecht? Ja en nee. Ja, want er zijn wel degelijk grenzen aan het menselijk vermogen om dingen op te lossen. Nee, want deze grenzen zijn veel verder dan wij volwassenen denken. Door kinderen de ruimte te geven om zonder regels en grenzen te denken ontwikkelen ze zich breder dan we ze nu laten doen. Ze doen veel meer kennis op. Nu denk je: ach weer zo’n wereldverbeteraar die de oplossing denkt te hebben. Ik zal niet ontkennen dat ik graag de wereld wil verbeteren. Maar dan richt ik mij nu vooral op de wereld die onderwijs heet. En dan bedoel ik niet alleen de scholen, maar ook alle andere instellingen die enigszins aan schuren tegen het onderwijs zoals de kinderopvang, sportverenigingen en opvoedkundige instellingen. Deze mensen werken dagelijks met kinderen en komen daarbij ook bijna dagelijks voor uitdagingen te staan die een oplossing nodig hebben. Vaak is de oplossing snel gevonden, maar je kan je afvragen of die oplossing ook vervangen kan worden door een andere. Wij zijn vaak geneigd om dezelfde oplossingen te hergebruiken voor hetzelfde probleem. Door dat te doen kan het werk saai en geautomatiseerd aan gaan voelen. En zeker bij een baan waar je met kinderen werkt is geen enkele dag hetzelfde. En kinderen genieten optimaal als iets een keertje verrassend anders gaat dan anders. Onze kinderen moeten veel dingen leren gedurende hun schooltijd. Het is voor niet elk kind even makkelijk om alle lesstof goed onder de knie te krijgen. En je kunt jezelf de vraag stellen of dit ook echt nodig is, maar dat is een discussie die ik hier nog niet wil bespreken. Waar het mij nu om gaat is dat elk kind op zijn eigen wijze lesstof tot zich neemt. Helaas geven we te weinig ruimte aan kinderen om op hun eigen wijze te leren. En die ruimte zou juist meer gegeven moeten worden. En daar komt weer creatief denken en handelen om de hoek kijken. Niet elk kind kan kennis opnemen via een boekje en een lesje. Het ene kind heeft bijvoorbeeld meer visualisatie nodig, het andere kind juist meer uitleg in gesproken woord (auditief). Dus een rekenles over inhoud zou voor het eerste kind beter te begrijpen zijn als er met maatbekers gewerkt wordt en het tweede kind heeft een uitgebreid verhaal nodig. En deze 2
6
manieren van een rekenles invullen kunnen prima door 1 docent gegeven worden. Terwijl de 1 met de maatbekers aan het rommelen is, krijgt de andere in woord nog wat extra uitleg. Uit studie van de UMC Groningen en de Rijksuniversiteit onder basisschoolleerlingen in Drenthe en Groningen blijkt dat kinderen lesstof beter opnemen als ze erbij bewegen. Door niet alleen met de rekensom in je hoofd bezig te zijn, maar ook lichamelijk uit te beelden, blijft de stof beter beklijven. Je ziet het ook gebeuren als je ezelbruggetjes gebruikt om lesstof te onthouden. Door 2 dingen aan elkaar te verbinden, onthoud je iets beter. Wat duidelijk is, is dat iedereen op zijn eigen manier leert. Door dit beter te faciliteren zullen meer kinderen meer kennis gaan opdoen. Maar hoe kun je elke kind faciliteren in hun manier van leren? Wederom komt creatief denken en handelen om de hoek kijken. Ok toegegeven dat het voorbereiden van een les wat meer tijd gaat kosten door de meerdere lagen, maar de opbrengst is erg bevredigend. En oefening baart kunst, hoe vaker je die lagen leert aanbrengen hoe makkelijker het wordt. Maar niet alleen leren van lessen in de klas doet iedereen op zijn eigen wijze. Ook het leren van dagelijkse vaardigheden leert een kind beter door het op zijn/haar niveau aangeboden te krijgen. Het ene kind moet bij de hand genomen worden om te leren zijn cracker te smeren bij de BSO en de ander heeft aan een korte uitleg in woorden genoeg. Dus ook voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang geldt: biedt je activiteit in meerdere vormen aan zodat elk kind op zijn manier kan deelnemen. Leuk en aardig gezegd natuurlijk, maar hoe kan je die lagen/niveaus nou invullen. Zorg voor beeldmateriaal, materiaal om mee te experimenteren en een goed en duidelijk verhaal. Met die combinatie komt elke leerling aan zijn trekken om kennis op zijn/haar eigen wijze op te nemen. Het ene kind moet letterlijk het zien gebeuren om het te begrijpen, de ander hoeft alleen de theorie te horen en de laatste heeft aan een uitleg met een beeld genoeg. Dit is maar 1 kant van de medaille om creatief te werken. Daarnaast moeten professionals die met kinderen werken, zich meer ervan bewust worden dat kennis via meerdere kanalen opgedaan worden. Heb je wel eens een taart met een kind gebakken? Wat heeft een kind dan geleerd? Niet alleen een taart te bakken. Tijdens dat bakken leert een kind ook lezen en rekenen. Leren gebeurt niet alleen binnen de muren van het klaslokaal. Ik zou zelf willen stellen dat kinderen juist daar buiten nog meer leren. Vandaar ook de belangrijke rol die een kinderopvang speelt in het onderwijzen van kinderen. Het belangrijkste wat een professional kan doen is het faciliteren van leermomenten om kinderen kennis bij te brengen. En juist door niet alleen lesboeken te gebruiken, heb je een groter bereik onder kinderen. De dagelijkse dingen die een kind meemaakt zijn bij uitstek geschikt om lessen aan te verbinden. Dichter bij de belevingswereld van het kind een les geven is geen nieuws. Helaas blijkt in de praktijk nog te vaak dat dit principe niet nageleefd wordt. Of er niet de juiste invulling aan gegeven wordt. En juist daar komt weer het creatief handelen en denken om de hoek kijken. Door meer creatieve lessen (daarmee bedoel ik niet alleen de knutsellessen) te ontwikkelen die meer gericht zijn op de belevingswereld van het kind, zal een kind meer kennis opdoen en meer betrokken zijn bij die les.
7
Spreekt een les een kind aan, dan is het automatisch meer betrokken. En nu rijst te vraag: hoe maak je een les die meer aansluit bij de belevingswereld van een kind? Kijk door de ogen van dat kind. Wat houdt het bezig, waar ligt de interesse, hoe leer het en waar is het goed in? Als je al die vragen meeneemt in de ontwikkeling van je les, dan krijg je echt onderwijs op maat. En ik heb het dan nu elke keer over lessen, maar deze manier is ook prima toe te passen op activiteiten die voor de kinderopvang zijn. De eerste gedachte zal zijn, nu moet ik voor 20 tot 30 verschillende kinderen een aparte les ontwikkelen. Ik zal je proberen uit te leggen dat dit echt niet nodig is. Een paar kleine variaties in 1 les/activiteit maken het al mogelijk om aan de behoeftes van elk kind te voldoen. Daarvoor moet je rekening houden met de manier waarop kinderen denken en leren. Je kunt daarin 3 groepen en 3 subgroepen onderscheiden. Je hebt de beelddenkers, woorddenkers en geluidsdenkers. Daarnaast heb je de combinaties van die 3 groepen en dat zijn de denkers die zien en doen, denkers die lezen en schrijven en denkers die horen en spreken. Door deze groepen te erkennen in je lessen/activiteiten zal je merken dat je een grotere groep bereikt. Het vereist van jezelf natuurlijk een andere mindset en inzet, maar het resultaat is zeer bevredigend. Als voorbeeld neem ik een taalles. Het onderwerp is rijmen. Een woorddenker die ook in beelden denkt, zal zien dat woorden op elkaar rijmen. Deze groep zal met een geschreven opdracht een heel eind komen. Een beelddenker die “kijkt” met zijn oren, zal door het te horen gaan zien dat woorden rijmen. Deze groep heeft aan een gesproken uitleg die ook op papier staat genoeg. En dit geldt ook voor de groep die geluidsdenkers die ook graag lezen. Maar nog meer aan te sluiten op hun behoeftes, kan je elke groep een andere opdracht geven. De eerste groep doe je een plezier met het laten schrijven van een rijmpje. De tweede groep zal meer zien in een opdracht waarbij ze rijmwoorden visueel moeten maken, bijvoorbeeld door een rijmpje te tekenen. De laatste groep zal het beste meedoen als zij een rijmpje mogen voordragen, bijvoorbeeld door het te zingen. Over het algemeen is het voor elke les/activiteit zinvol om een diversiteit aan eindopdrachten en uitlegvormen te hebben. Het ene kind zal het fijn vinden om zijn opgedane kennis te presenteren voor de klas, de anders schrijft liever een verhaal en de laatste maakt er een beeld bij in de vorm van een filmpje of tekening. De uitleg voor de 1 is op een papier voldoende, de ander moet samen met de docent experimenteren om iets door te hebben en de laatste komt met een gesproken uitleg tot het opdoen van kennis. Het komt er dus op neer dat je een les/activiteit gefaseerd aan moet bieden. Je komt er als leerkracht of pmw’er niet mee weg om voor een groep kinderen 1 uitleg te geven en daarna te verwachten dat elk kind hetzelfde resultaat levert. Je activiteit/les heeft echt een faseerde uitleg nodig en verwacht dan ook een gefaseerde uitkomst van diverse kinderen.
8
100 jaar geleden dacht men door 50 kinderen in een klas te stoppen en allemaal hetzelfde boekje voor rekenen of taal te geven, elk kind voldoende kennis opdeed om het verder wel te redden in de maatschappij. Voor een grote groep werkte deze aanpak prima, maar helaas viel er een hele groep buiten de boot en werd school een ware hel. Gelukkig werd deze manier van onderwijs in de loop van de tijd enigszins aangepast, maar toch blijft heden ten dagen het onderwijs en het aanbieden van activiteiten vooral gericht op het gemiddelde kind. En helaas bestaat dat kind gewoonweg niet. Ik heb het nu vooral gehad over de voordelen van creatiever onderwijs en aanbieden van activiteiten voor kinderen. Ook voor leerkrachten en pmw’ers zijn er voordelen te vinden. Ik noemde al de betrokkenheid van kinderen, dit is voor iedere professional toch een prettig gegeven. Enthousiaste kinderen maken jou ook enthousiast. Ook zorgt creatief werken en handelen voor meer variatie. En variatie zorgt er dan weer voor dat je minder snel verveeld raakt en meer uitgedaagd. Je bent meer betrokken bij de kinderen in je klas of groep. Door hen te erkennen in hun kunnen, wordt de band sterker. Nu is het niet makkelijk om van vandaag op morgen het hele onderwijs en de kinderopvang op een andere manier te laten werken, maar stapje voor stapje kan je zeker een verandering inzetten.
9
1.Vragen beantwoorden. Waarom niet? Daarom niet! Wat is daarom? Herkenbaar? Je krijgt een vraag van een kind of hij iets mag. Je antwoord is nee en meteen komt die vervolgvraag: Waarom niet? Je bent druk en wil eigenlijk snel af van het gezeur en antwoord terug: Daarom niet. Dit is een antwoord waar een kind eigenlijk niets mee kan. Dus zal hij meteen vragen: wat is daarom? Je krijgt nu de neiging om echt boos te worden, maar is dat eigenlijk wel eerlijk. Zou jij wel genoegen nemen met het antwoord daarom? Dagelijks vuren kinderen duizenden vragen op ons af en verwachten van ons een antwoord. En niet zomaar een antwoord, ze willen antwoorden waar ze iets mee kunnen doen. Kennis opdoen, actie mee kunnen ondernemen en richting krijgen. Als je kinderen belemmert bij het stellen van vragen, zullen ze zich niet meer gaan ontwikkelen. Een nietszeggend antwoord is ook een belemmering. Het is dus van belang dat je elke vraag met zorg beantwoord. Nu komt de volgende vraag: hoe blijf ik gemotiveerd in het geven van antwoorden? Simpel: wees creatief. Je hoeft namelijk niet altijd zelf het antwoord te geven. Het antwoord wat je geeft hoeft niet altijd een antwoord op de vraag te zijn. Het kan ook kinderen zelf aan het denken zetten of ze iets laten doen. Jij hebt natuurlijk ook niet altijd alle kennis in pacht. Dus het is het antwoord “dat weet ik niet” best legitiem. Natuurlijk neemt een kind daar geen genoegen mee, want je bent in zijn ogen de alwetende volwassenen. Je kunt je antwoord daarom beter uitbreiden met: “maar we kunnen het samen opzoeken” of “ik denk dat het misschien zoiets kan zijn” of “misschien weet … het wel” of een favoriete van mijzelf “wat denk jij?”. Het mooie is dat zo’n antwoord vaak tot een vervolgactie leidt. Je gaat met het kind samen opzoek naar het antwoord en start daarmee waarschijnlijk een mooie speurtocht voor het kind. Je kunt ook als creatieve uitdaging voor jezelf expres een fout antwoord geven en dan kijken hoe het kind reageert. Je kan dan zomaar ontdekken dat een kind veel meer kennis in huis heeft dan je van te voren gedacht had. Het kan een signaal zijn dat ze misschien wel om iets heel anders vragen dan een antwoord op hun vraag. Of met je foute antwoord komt er een leuk gesprek opgang waarmee je samen met het kind tot een juist antwoord komt. Hoe je ook omgaat met vragen, het biedt een mooi uitgangspunt om samen met kinderen creatief te denken en te handelen. Ze voelen zich gekend in de behoefte om kennis en/of aandacht. 10
2. Kinderparticipatie Het is een mooi woord en wordt te pas en onpas geroepen in voornamelijk de kinderopvang. Wat is precies is? Kinderen laten mee denken, bepalen en doen in de dagelijkse gang van zaken. In de kinderopvang wordt het vooral gebruikt in de rol van meedenken. Kinderen mogen bijvoorbeeld meedenken over welke thema’s aan bod komen en welke activiteiten erbij gedaan gaan worden. In sommige vooruit strevende organisaties mogen kinderen zelfs meedenken over beleid. Maar helaas blijkt in veel gevallen dat het hier bij blijft. Kinderen geven input en daar wordt nauwelijks iets mee gedaan. Jammer!! Door juist de gedachtes van kinderen serieus te nemen en er echt iets mee te doen, zullen kinderen meer betrokken zijn. Neem bijvoorbeeld het bedenken van een thema en activiteiten. Als een kind de mogelijkheid krijgt om een activiteit zelf aan te bieden, zal het enorm veel moeite doen om kinderen te betrekken in zijn activiteit en er veel zorg voor dragen om het doel van een activiteit te laten behalen door de deelnemers. Maar het kan ook zijn dat er om een activiteit gevraagd wordt die zijzelf nog niet kunnen geven en daarbij dus de hulp van een professional nodig hebben. Ook dan zal de betrokkenheid groter zijn, omdat er aandacht besteedt wordt aan de interesses van het kind. Laat je kinderen meedenken over beleid, dan zal je er verbaasd over zijn dat kinderen soms geniale oplossingen bedenken voor problemen waar het hoger management geen oplossing voor leek te vinden. Oplossingen die ook voor kinderen gunstig kunnen zijn. Laat kinderen bijvoorbeeld meedenken over de inrichting van een lokaal en dus ook welke dingen hiervoor aangeschaft moeten worden, dan zal je zien dat kinderen met meer zorg omgaan met deze spullen. Maar ook bij het plannen van een dag kunnen kinderen goed meedenken. Zo krijg je een dag planning waar iedereen zich gehoord voelt en zullen kinderen makkelijker meewerken. Het belangrijkste van kinderparticipatie is vooral, neem kinderen serieus en doe iets met hun input. Dat kan zijn door ideeën in praktijk te brengen of in een ander geval goed beargumenteren waarom een idee niet mogelijk is.
11
3. Flexibel zijn. Het klinkt zo ongelooflijk simpel en om je eerlijk te zeggen is het dat ook. Mee bewegen en niet koppig 1 pad blijven volgen. Bij creatief denken en handelen is het van enorm groot belang dat je flexibel bent. De mensheid is gewend als een kudde schapen achter 1 leider aan te lopen die ons verteld hoe we iets moeten doen. Nu wil ik niet oproepen tot revolutie en beweren dat je jouw kont tegen de kribbe moet gooien, maar je moet wel je realiseren dat jij eigenaar bent van je handelen. Je kunt een gevallen kind niet op de grond laten liggen, dus handel je daar naar ook als iemand anders zegt dat niet te doen. Dus is het heel gek als een kind om een andere aanpak vraagt jij er dan niet naar handelt, omdat de methode maar 1 aanpak voorschrijft. Het gemakzuchtig werken van jou maakt het werk ook minder leuk en je zult direct merken dat dit ook zijn weerslag heeft op de kinderen. Je dag is meestal van a tot z. gepland en daar valt weinig aan te veranderen. Ik roep je op om je planning zo op te bouwen dat je diverse alternatieven hebt om zo met veranderende situaties om te gaan. Neem bijvoorbeeld een vakantieplanning voor de BSO. Die wordt voor een zomervakantie al voor de volledige 6 weken vastgelegd. Maar niets zo veranderlijk als het weer, dus is een stranddag op een regenachtige dag minder leuk als op een mooi weer dag. Hoe wel ik best ook leuke dingen kan bedenken op het strand met regen, maar dat terzijde. Waar het om gaat is dat je bij je planning er goed aan doet om alleen al rekening te houden met goed en slecht weer. Daarnaast kun je best uitje meerdere keren doen, maar elke keer met een kleine variatie waardoor het een totaal ander uitje kan zijn. Een klein voorbeeld. We gaan dus naar het strand op een prachtige zonnige dag. De meeste kinderen zijn vast wel eens op een strand geweest, dus hebben ze daar wel iets over te vertellen. Begin ’s morgens voor jullie vertrekken alvast met een kleine inventarisatie wat kinderen allemaal leuk vinden om te doen op het strand. Dit kan eventueel al dag vooraf ook gedaan worden. Met dit lijstje kun je een dagindeling maken van alle ingebrachte activiteiten en een klein parcours uitgezet worden wat alle kinderen in kleine groepjes doorlopen. Een week later gaan we weer naar het strand, want het weer is wederom zo enorm lekker. Deze keer kun je zelf een activiteit bedenken. (Het is absoluut niet verkeerd om zelf een activiteit te organiseren zonder kinderen daarin eerst te betrekken. Ook daar leren ze van.) Bijvoorbeeld strandjutten en met het gevonden materiaal de volgende dag knutselen. Je ziet dat je wat op het eerste oog hetzelfde uitje lijkt, totaal anders kan zijn met een andere activiteit op de plaatst van bestemming. Waar het uiteindelijk om gaat, is dat er variatie is. Jij vindt het ook niet leuk om elke keer exact hetzelfde te moeten doen, dus neem dat mee in het maken van je planning.
12
Flexibel zijn in het onderwijs heeft vooral zijn weerslag in het geven van lessen. Zoals al eerder gezegd, ieder kind leert op zijn eigen wijze. Dus moet jij zo flexibel zijn dat je het kind helpt op de manier waarop het kind het beste geholpen kan worden. Flexibel zijn met kinderen die wat moeilijker zijn in de omgang vereist behoorlijke creativiteit. Rust en regelmaat zijn vaak de eerste oplossingen die genoemd worden. Maar hoe je die rust en regelmaat biedt, wordt dan niet meteen bedacht. Het zou bijvoorbeeld voor een kind die regelmatig ontploft, fijn zijn om een stilte plek te hebben waar hij/zij zich kan terug trekken. Of een vast aanspreekpunt om zijn/haar verhaal te kunnen vertellen. Geef een kind de ruimte om zijn/haar routine te laten uitvoeren, ondanks dat jij met de rest van de groep een andere routine uitvoert. Ruimte geven, maar niet uitsluiten is dan dus erg belangrijk.
13
4. Leg verbindingen. Dit laatste punt is iets waar ik mij graag me bezig houd. Het wiel opnieuw uitvinden kunnen we als geen ander, maar is in vele gevallen niet nodig. Een oplossing voor het ene probleem kan soms ook gewoon voor een ander probleem gebruikt worden. Door verbindingen te leggen werk je efficiënter en daardoor maak je het jezelf een stuk makkelijker. Gooi een oplossing niet zomaar weg, hij kan misschien nog wel eens handig zijn. Leerkrachten staan bekend om enorme hoeveelheden spullen die ze in de loop van hun carrière verzamelen. Niks mis mee, maar doe het wel efficiënt. Sla dingen digitaal op. Is een les of activiteit een succes geweest? Maak een klein verslag en sla deze op. Een aanpak bij een probleemkind werkte super goed? Ook hier kan je klein verslag maken en opslaan. Deel deze kennis met anderen, want het kan zomaar zijn dat jij de oplossing hebt voor de ander zijn probleem. Ga elkaar dus nooit uit de weg als het gaat om problemen oplossen. Elk mens is een bron van informatie en daar moet je echt veel gebruik van maken.
14
Wat kan jij doen? Om op een creatievere wijze werken is ten eerste een mindset die je bij jezelf moet zien te bewerkstelligen. Wil je creatief werken dan is het van belang dat je flexibel bent en oplossingsgericht. En een goed voorbeeld doet echt volgen. Als jij op creatieve wijze gaat werken en resultaten behaalt, dan zullen collega’s zeer waarschijnlijk gaan volgen. Bespreek in vergaderingen hoe jij werkt en benoem je behaalde resultaten. Sta open voor feedback (positief en negatief) en neem deze mee om je werkwijze aan te scherpen. Werk vanuit je gevoel en blijf jezelf ontwikkelen. Maak jezelf dingen eigen en pas ze desnoods aan wat jij prettig vindt of wat beter past bij het kind. Kleur eens buiten de lijntjes van de methode waarmee je werkt. Of nog beter, gooi de methode opzij en maak je eigen les. Onderschat nooit het kunnen van een kind en neem hem/haar serieus zoals jij ook graag serieus genomen wilt worden. Vergeet niet dat jij in de ogen van een kind een voorbeeld bent en hij/zij jou in vertrouwen neemt als hij/zij met een vraag bij je komt. Hoe simpel de vraag misschien ook lijkt. Mocht je na het lezen van deze reader verdere hulp willen om daadwerkelijk creatief te werken met kinderen, neem dan contact op via
[email protected] voor een vrijblijvend gesprek en een kortlopend traject van intervisie gesprekken. In deze gesprekken kijken we samen naar jouw manier van werken en hoe deze verbeterd kan worden op het gebied van creatief denken en handelen. Ik kom dan op jouw eigen verzoek een dagje kijken in je groep/klas of als je dat liever wilt film jij jezelf tijdens een dagdeel en bespreken we de beelden samen.
15