PROCESDOEL 1 VRIJ EN ZELFSTANDIG LEREN DENKEN EN HANDELEN
Bijzondere procesdoelen 1.1. Groei naar volwassenheid 1.2. Zelfstandig denken 1.3. Zelfstandig handelen 1.4. Postconventionele instelling
1
1.1 Groei naar volwassenheid Leerinhouden De ontwikkeling van de persoonlijkheid - erfelijkheid en milieu - lichaam en geest - karakter en persoonlijkheid - zelfaanvaarding, zelfontplooiing - ontwikkelingsgebieden ° cognitief ° socio-affectief ° moreel - persoonlijkheidstheorieën - behoeftentheorieën De emotionele ontwikkeling - wat zijn emoties en gevoelens - ontstaan en ontwikkeling van gevoelens - soorten gevoelens - invloed van gevoelens De relationele en seksuele ontwikkeling algemeen - hoe gaan mensen met elkaar om (ouder /kind, leeftijdsgenoten, lk./ll.) - relaties in kleine en in grote verbanden omgaan met verschillen (jong/ oud, jongen/meisje, holebi, zwart/wit, cultuurverschillen, karakterverschillen,...) - samenlevingsvormen (soorten huishoudens, historische en antropologische duiding, partnerkeuze) - omgaan met conflicten (macht/ onmacht, geweld/geweldloos,....) - rolpatronen seksuele vorming - wat is seksualiteit? - hoe verloopt de seksuele ontwikkeling? - wat is kinder- en jongerenseksualiteit? - wat willen jongeren weten en wanneer? - seks en maatschappij, waarden en normen,... - bewustwording van de eigen seksuele gevoelens waarden en normen - respect voor seksuele gevoelens, waarden en normen van anderen,... hulpverleningsinstanties jongeren - CLB’s, JAC’s, CAW, Jongerentelefoon, vertrouwensartscentra, Bijzondere Jeugdzorg, CGSO’s,....
Vaardigheden ∗ Hebben inzicht in de denk- en socio-affectieve wereld van jongeren (weten wat jongeren boeit, waar zij mee bezig zijn).
2
∗ Herkennen en erkennen de problemen die zich kunnen voordoen in hun ontwikkeling. ∗ Verschaffen de lln. inzicht in hun eigen persoonlijkheid (helpen de lln. zichzelf ontdekken in hun relatie met anderen). ∗ Herkennen en erkennen gevoelens bij zichzelf en bij de ln., stimuleren het uiten van gevoelens, ondersteunen het spontaan meevoelen met anderen. ∗ Beschikken over voldoende relationele, en sociale vaardigheden om met kinderen om te gaan. ∗ Hebben voldoende communicatieve vaardigheden, kunnen luisteren en een open gesprek leiden. ∗ Bouwen een vertrouwensband met de lln. op en creëren een open democratische sfeer in de klas. ∗ Durven waarden en gevoelens rond seks en relaties ter discussie stellen. ∗ Evalueren en gebruiken het bestaande materiaal m.b.t. RSV op een kritische manier. ∗ Ondersteunen de leerlingen in hun groei naar volwassenheid en verwijzen hen zo nodig door naar deskundige hulpverlening.
3
1.2 Zelfstandig denken Leerinhouden Vrij onderzoek - de ontwikkeling van heteronoom / preconventioneel denken naar autonoom / postconventioneel denken - vrij onderzoek ° ondogmatisch ° onbevooroordeeld ° methodische twijfel ° beperkingen ° kritisch denken / zelfkritiek - bronnenonderzoek ° soorten bronnen ° informatie en betrouwbaarheid ° beïnvloeding :reclame propaganda sensatie - de wetenschappelijke methode ° inductie en deductie (hypothetisch en deductief denken) ° verificatie en falsificatie ° kennisprobleem: in hoeverre kunnen we de wereld kennen? wat is waarheid? de waarneming logica - minder betrouwbare methodes ° geloof, bijgeloof ° paranormale 'kennis' ° mystieke ervaringen, trance ° instincten, (voor)gevoel,..... ° kritiekloze 'verwerving' van info (media, reclame,...) - leren redeneren en inzichtelijk leren ° analyseren ° vragen stellen (filosoferen) ° argumenteren (rationeel en irrationeel) ° oordelen ° rationele en irrationele argumentatie
Vaardigheden ∗ Passen de principes van het vrij onderzoek in hun eigen lessen toe. ∗ Informeren zich en raadplegen de bronnen op een kritische manier. ∗ Snijden onbevooroordeeld een problematiek aan.
4
∗ Belichten problemen vanuit verschillende perspectieven. ∗ Beroepen zich enkel op wetenschappelijke inzichten bij het verklaren van feiten. ∗ Analyseren vakkundig morele problemen en weten welke standpunten hierover bestaan en welke de mogelijke argumenten zijn. ∗ Stimuleren het zelfstandig denken bij de lln. door bronnenonderzoek en dialoog. ∗ Stimuleren door middel van goede vraagstelling, werkvormen en methodes de lln. tot redeneren, argumenteren, eigen standpunten innemen en postconventioneel denken. ∗ Scheppen een democratische klassituatie waarin, door inspraak en luisterbereidheid, de lln. de kans krijgen hun ideeën aan die van hun klasgenoten te toetsen.
5
1.3 Zelfstandig handelen Leerinhouden Het menselijk gedrag - motieven en behoeften ° handelen op grond van informatie ° handelen op grond van overtuiging ° handelen op grond van overleg ° handelen op grond van belangen ° handelen op grond van gevoelens - vrijheid versus determinisme - factoren die ons gedrag beïnvloeden ° de situatie ° een autoriteit ° macht ° groepsdruk ° maatschappij ° cultuur ° natuur - gevolgen ° bedoelde en onbedoelde ° perspectief: ℵjezelf ℵde anderen (gezin, klas, .....) ℵde wereld, de maatschappij, milieu …
Vaardigheden ∗ Leggen samen met de lln. de motieven bloot die het handelen leiden. ∗ Maken de lln. bewust van de factoren die hun gedrag beïnvloeden. ∗ Onderzoeken samen met de lln. de consequenties van hun handelen. ∗ Sporen lln. aan zich in te leven in de gevolgen van hun handelen voor anderen en de omgeving, ∗ Zetten de lln. aan tot assertiviteit en weerbaarheid.
6
1.4 Postconventionele instelling Leerinhouden Autonomie -autonome versus heteronome moraal ° het geweten ° socialisering -vrijheid en determinering ° erfelijkheid en milieu ° in hoeverre is de mens vrij? -vrijheid en verantwoordelijkheid -de kloof tussen denken en handelen ° is goed weten, goed doen? ° is kennis, deugd? Postconventionaliteit - conventionaliteit en postconventionaliteit - eigen waarden opbouwen - de emancipatorische gedachte
Vaardigheden ∗ Stimuleren de lln. hun waarden en normen kritisch in vraag te stellen. ∗ Gaan samen met de lln. na waar hun waarden en normen vandaan komen ∗ Maken de lln. bewust dat eigen keuzes gemaakt kunnen worden (na overleg en overweging.) ∗ Leggen het verband tussen eigen keuzes, eigen waarden, autonoom gedrag en verantwoordelijkheid voor de gevolgen ervan. ∗ Zetten de lln. aan tot emancipatorisch gedrag.
7
PROCESDOEL 2 MOREEL DENKEN TEGEN ONVERSCHILLIGHEID, VOOR BETROKKENHEID
Bijzondere procesdoelen 2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden 2.2 Ontdekken van morele problemen 2.3 Ontwikkelen van morele beleving en inleving
8
2.1 Exploreren en integreren van waarden Leerinhouden Waarden - wat zijn waarden? - waardeverheldering - soorten waarden (ethische, esthetische,...) - verband tussen waarden, normen en levensbeschouwing, cultuur en maatschappij - belang en functie van waarden - eigen waarden Verschil tussen waarden en feiten - feiten en waarden - waarden en waardeoordelen - waardeoordelen vermomd als feiten - waarden herkennen: impliciete en expliciete - waardeonderzoek Fundering van waarden - godsdienst en levensbeschouwing - traditie, cultuur, maatschappij - wetenschap - relativiteit van funderingen - intersubjectieve waarden en normen - waardeconflicten - universele waarden en normen
Vaardigheden ∗ Onderscheiden waardeoordelen van feiten en oefenen de lln. om het onderscheid te maken. ∗ Onderzoeken samen met de lln. welke funderingen aan hun waarden ten grondslag liggen. ∗ Tonen de relativiteit en universaliteit van waarden aan. ∗ Ontdekken hun eigen waarden en brengen deze in verband met levensbeschouwing, cultuur, traditie en maatschappij. ∗ Bevorderen het waardebewustzijn bij de lln. ∗ Stimuleren de lln. tot morele autonomie via dialoog en zelfonderzoek.
9
2.2 Ontdekken van morele problemen Leerinhouden Wat is moraal? - verschil tussen moraal en ethiek - normatieve en descriptieve ethiek - waarden en normen - moreel, amoreel en immoreel Morele problemen herkennen in o.a.: - bio-ethiek - milieu - Noord-Zuid verhouding, - economie - oorlog en vrede - multiculturele maatschappij - relationeel en seksueel gedrag - de rechten van de mens - ideologieën - ..... Morele problemen analyseren - ontdekken, bespreken, onderzoeken van morele problemen - onderscheiden van verschillende ethische standpunten en de bijhorende argumenten - argumentaties onderzoeken, geldigheid nagaan, premissen opsporen, consequenties formuleren,... - logisch redeneren Waardeconflicten - waarden in de weegschaal, morele keuzes maken - morele dilemma's - waardehiërarchieën Moraal in de praktijk - de kloof tussen morele waarden en het morele handelen: is goed weten, goed doen? - dubbele moraal en consequent handelen - factoren die consequent handelen bemoeilijken: ° belangen ° macht en onmacht ° emoties
Vaardigheden ∗ Situeren en analyseren samen met de lln. de morele problematiek die zich in verschillende domeinen voordoet. ∗ Hebben belangstelling voor morele kwesties en zijn in staat deze op een gepaste manier aan lln. aan te bieden.
10
∗ Stimuleren de lln. door gepaste oefeningen, degelijke vraagstelling en discussietechnieken tot waardevorming, logisch denken en argumenteren. ∗ Herkennen de morele problemen die in de leefwereld van de lln. belangrijk zijn. ∗ Leggen de lln. morele dilemma's voor, waarbij zij aangezet worden tot het afwegen van waarden. ∗ Gebruiken actieve werkvormen en een projectgerichte aanpak om de kloof tussen het denken en het handelen te dichten.
11
2.3 Ethische beleving Leerinhouden Morele ontwikkeling - evolutie morele denken bij jongeren ° thuis ° op school ° de peer-group ° de maatschappij - invloed zelfbeeld en wereldbeeld op het morele denken Morele opvoeding - thuis ° voorbeeldgedrag ° waardeoverdracht - het verborgen curriculum op school ° pedagogisch project ° structuur en organisatie school ° sfeer en schoolklimaat ° lesstijl ° non-verbaal gedrag ° eigen waarden en normen lk. ° verborgen waarden in teksten en handboeken - in de peer-group ° voorbeeldgedrag ° conformisme ° zelfstandigheid - in de maatschappij ° cultuur ° media ° rolpatronen - opvoeden tot postconventioneel denken en handelen ° waardeoverdracht ° waardeverheldering ° waardeontwikkeling en perspectiefwisseling ° dilemmadiscussie ° Socratische dialoog ° handelend moraal leren
Vaardigheden * Zijn zich bewust van hun eigen waarden en deze van de leerlingen. * Herkennen en analyseren waardeconflicten bij jongeren. * Schatten het morele ontwikkelingsniveau van jongeren in. * Herkennen verborgen impliciete waarden en oefenen de lln. in deze vaardigheid.
12
* Zetten de lln. aan tot het zoeken naar alternatieve antwoorden en oplossingen voor morele conflicten * Stimuleren de morele ontwikkeling naar postconventionaliteit door: a) werkmethodes die aanzetten tot autonoom denken en handelen b) het creëren van een democratische leeromgeving in de klas en op school c) leerlingen verantwoordelijkheid laten opnemen.
13
PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN
3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren , verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken van mensenrechten 3.4 Beleven van de democratie 3.5 Oefenen in sociale verantwoordelijkheid
14
3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens Leerinhouden Wat is de mens? - biologisch wezen - rationeel wezen - emotioneel wezen - waarderend wezen - handelend wezen Erfelijkheid - wat is erfelijkheid? - de invloed van erfelijkheid op onze persoonlijkheid Milieu - voeding, hygiëne, klimaat, ... - opvoeding, onderwijs, cultuur - maatschappij (welvaart of armoede, stad of platteland, ...) - status, vrienden... - de invloed van milieufactoren op onze persoonlijkheid Persoonlijkheid - wat is persoonlijkheid? - vrijheid of determinisme? - weten, voelen, doen - waarden en normen: de mens is, als zelfbewust wezen, in staat tot kiezen
Vaardigheden * Kennen de elementaire begrippen van de erfelijkheid en weten welke invloed erfelijke factoren hebben op de ontwikkeling van de persoonlijkheid. * Hebben inzicht in de determinerende factoren van het milieu op de mens. * Erkennen dat de mens tot morele autonomie in staat is. * Stimuleren de lln. om meer inzicht te verkrijgen in zichzelf. * Streven de persoonlijkheidsontwikkeling na door zowel aandacht te besteden aan de cognitieve, de affectieve en de actieve aspecten in de leer-en opvoedingsstrategie. * Werken aan een positief zelfbeeld bij de lln.. * Passen hun lessen aan in functie van de individuele mogelijkheden en kenmerken van de lln..
15
3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens Leerinhouden Mens en natuur - de mens als onderdeel van de natuur - relatie mens en dier - relatie mens en natuurlijke omgeving - verantwoordelijkheid van de mens t.o.v. de natuur - bio-ethische problemen Mens en maatschappij - de mens als product van een maatschappij - de mens als participant aan deze samenleving - de mens gesitueerd in een cultuur - de culturele diversiteit Mens en verantwoordelijkheid - rechten en plichten t.o.v. ° zichzelf ° anderen ° de maatschappij ° de natuur
Vaardigheden * Kennen de mogelijkheden en beperkingen van de mens. * Onderzoeken op een kritische manier de wijze waarop de mens omgaat met de natuur. * Starten en begeleiden milieu-educatieve projecten. * Maken analyses van de invloed van maatschappelijke factoren op de ontwikkeling van de mens. * Zetten lln. aan tot een participerende rol in het maatschappelijk gebeuren. * Brengen de maatschappij in de klas en nemen deel aan buitenschoolse, maatschappelijk relevante evenementen. * Stimuleren een open houding t.o.v. andere culturen en oefenen in perspectiefwisseling via multiculturele activiteiten.
16
3.3. Ontdekken van mensenrechten Leerinhouden Gelijkwaardigheid en gelijkheid - rechten en plichten - verschil tussen gelijkheid en gelijkwaardigheid - solidariteit - egalitarisme - individualisme - het recht van de sterkste Universele mensenrechten - fundamentele rechten - de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) - Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens (1950) - het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989) - beperkingen en schendingen - naleving en implementatie - situatie in België en in andere landen Mensenrechtenorganisaties - Amnesty International - Hof van Straatsburg - Russell-Tribunaal - Human Rights Watch - Hof van Den Haag - Liga voor de mensenrechten -…
Vaardigheden * Kennen de universele mensenrechten en onderzoeken waar ze worden nageleefd. * Vertalen de mensenrechten naar de leefwereld van de lln.. * Tonen de leerlingen aan op welke waarden deze rechten gebaseerd zijn. * Werken aan mondiale en interculturele opvoeding * Onderzoeken vooroordelen en stereotiepen. * Laten de lln. kennismaken met andere gewoonten en andere culturen. * Kennen de organisatie en werking van de voornaamste mensenrechtenorganisaties
17
3.4 Beleven van democratie Leerinhouden Staatsvormen - dictatuur - technocratie - democratie - republiek - oligarchie - monarchie - ... Politieke en sociale systemen - sociaal-democratie - christen-democratie - marxisme - socialisme - communisme - liberalisme - kapitalisme - anarchisme - fascisme - nationalisme - ... Economische systemen - ruileconomie - markteconomie - geleide economie - ... De politieke structuur van België - de grondwet - de drie machten - de federale overheid - gemeenschappen en gewesten - provincies - gemeenten - het kiessysteem - de politieke partijen en hun ideologie De maatschappij - socialisatie - sociale klasse - groepen en sociale organisaties - drukkingsgroepen - onderwijs (structuur, netten, enz...)
18
- pluralisme en verzuiling - de interculturele samenleving Democratische vaardigheden - overleg en discussie - compromis - participatie en engagement Democratische waarden - tolerantie - respect voor minderheden - rechtvaardigheid - solidariteit - gelijkwaardigheid Niet-democratische waarden - fundamentalisme - racisme - totalitarisme - ...
Vaardigheden * Hebben inzicht in verschillende staatsvormen en politieke systemen. * Kennen de politieke structuur van ons land en kunnen deze op een eenvoudige manier aan lln. uitleggen. * Volgen de brede politieke actualiteit en engageren zich in het maatschappelijk gebeuren. * Stimuleren de maatschappelijke betrokkenheid bij de lln.. * Bevorderen democratische waarden en attitudes. * Moedigen lln. aan tot participatie op school en in de klas. * Geven op een democratische manier les. * Kennen het verschil in lesstijlen.
19
3.5 Oefenen in sociale verantwoordelijkheid Leerinhouden Vrijheid - wat is vrijheid? - vrijheid van ... - vrijheid tot ... - ik doe wat ik wil - grenzen aan vrijheid Verantwoordelijkheid - participatie - engagement - inleving en verbondenheid - individuele en collectieve verantwoordelijkheid Rechtvaardigheid - wat is rechtvaardig? - meerderheid en minderheid - regels en wetten - rechten en plichten
Vaardigheden * Zetten lln. aan tot democratisch gedrag. * Oefenen lln. in inleving en solidariteit. * Sporen de lln. aan tot meevoelen met de zwakkere. * Stimuleren de hulpvaardigheid en verbondenheid van de lln.. * Hanteren rechtvaardigheidscriteria bij de beoordeling van conflicten. * Geven lln. verantwoordelijkheden in het schoolse gebeuren. * Leren lln. op te komen voor hun rechten en deze van anderen. * Wijzen de jongeren op de relatie tussen rechten en plichten.
20
PROCESDOEL 4 VERANTWOORDELIJKHEID VOOR HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE GENERATIES
Bijzondere procesdoelen 4.1 Verantwoordelijkheid tegenover zichzelf 4.2 Eerbied voor de anderen 4.3 Zorg voor de anderen 4.4 Eerbied voor de natuur 4.5 Zorg voor de natuur 4.6 Inzichtelijke omgang met wetenschap en techniek 4.7 Inzichtelijke omgang met media
21
4.1 Verantwoordelijkheid tegenover zichzelf Leerinhouden Inzicht in de ontwikkeling van het menselijk lichaam - functies en grenzen Inzicht in de ontwikkeling van de menselijke psyche - het geweten - zelfbewustzijn Vrijheid en verantwoordelijkheid - zelfbeschikkingsrecht en verantwoordelijkheid - levenskwaliteit - zelfbepaling en maatschappij
Vaardigheden * Hebben inzicht in hun eigen zelfbeeld. * Ontwikkelen een gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Koppelen dit aan een zelfbewuste, consequente en assertieve houding. * Moedigen de lln. aan tot het ontwikkelen van een positief zelfbeeld. * Verschaffen de lln. inzicht in hun eigen denken, gevoelens, waarden en normen betreffende hun zelfbeeld. * Bieden de lln. inzicht in gedragingen die schadelijk zijn voor hun psychische en lichamelijke gezondheid. * Laten lln. nadenken over een gezonde levenswijze en hun verantwoordelijkheid hierin.
22
4.2. Eerbied voor de anderen Leerinhouden De waarde van de anderen - gelijkheid en gelijkwaardigheid - rechten en plichten - grenzen aan de individuele vrijheid - tolerantie en respect Leven met anderen - omgaan met verschillen - integratie en emancipatie - interculturaliteit - pluralisme
Vaardigheden * Hebben belangstelling, begrip en eerbied voor de specificiteit van anderen en brengen dit ook hun lln. bij. * Reageren tegen stereotiepen, vooroordelen en discriminaties. * Beschouwen alle mensen als gelijkwaardig, maar toch uniek. * Verduidelijken en analyseren voor de lln. de relaties en interacties tussen mensen. * Hebben inzicht in geweldloze conflicthantering * Stimuleren de kennis over en de kennismaking met anderen.
23
4.3. Zorg voor de anderen Leerinhouden Eerbied en zorg voor de anderen - micro-, meso- en macroniveau - het individu en de zorg voor de anderen - de maatschappij en de zorg voor de anderen - zelfbeschikkingsrecht of betutteling Maatschappelijke voorzieningen - sociale zekerheid - onderwijs - rechtspraak - gelijke kansenbeleid - asiel- en migrantenbeleid - ontwikkelingshulp - ...
Vaardigheden * Tonen aan dat de zorg voor de anderen rechtvaardig is. * Verschaffen de lln. inzicht in de zorg voor anderen op het individuele en maatschappelijke vlak. * Zetten de lln aan tot meevoelen en zich inzetten voor anderen. * Leren de lln. hoe ze voor anderen kunnen zorgen. * Laten de lln. kritisch nadenken over hun persoonlijke zorg voor anderen.
24
4.4 Eerbied voor de natuur Leerinhouden Kennis van de natuur - kosmos - evolutie mens en dier - evolutie van de natuur De natuur als waarde - de natuur als hulpbron - grenzen aan de natuur - antropocentrisme en ecocentrisme - ecologisme
Vaardigheden * Geven de lln. inzicht in de relaties van de mens met de natuur. * Tonen de waarde van de natuur aan voor de mens en de maatschappij. * Verschaffen de lln. inzicht in de diversiteit van de natuur en het natuurlijk evenwicht. * Brengen de lln. eerbied voor het milieu bij.
25
4.5 Zorg voor de natuur Leerinhouden - Eerbied voor de natuur leidt tot zorg voor de natuur - Milieubeheer - Milieuwetgeving - Preventie van milieuhinder op individueel en maatschappelijk vlak - Verantwoord omgaan met de natuur.
Vaardigheden * Organiseren en steunen milieu-educatieve projecten. * Nemen samen met de lln. hun verantwoordelijkheid op ten overstaan van de natuur. * Zetten de lln. aan tot verantwoord gedrag tegenover de natuur. * Geven voorbeelden van natuurbewust gedrag.
26
4.6 Inzichtelijke omgang met wetenschap en techniek Leerinhouden Wat is wetenschap? - historiek van de wetenschap - de wetenschappelijke methode - wetenschapsfilosofie en -kritiek - verdiensten van het wetenschappelijk denken Wetenschap en ethiek - deontologie van de wetenschap(per) - grenzen aan de wetenschap Wetenschap en maatschappij - maatschappelijke verantwoordelijkheid - gebruik en misbruik - wetenschap en economische belangen
Vaardigheden * Geven inzicht in de relaties tussen wetenschap en maatschappij. * Brengen de lln. waardering bij voor de positieve verdiensten van de wetenschap. * Stellen morele vragen bij wetenschap en techniek. * Ontdekken met de lln. de morele problemen in de nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen.
27
4.7. Inzichtelijke omgang met media Leerinhouden De media - soorten media - functies en doelstellingen - gebruik en misbruik - media en ideologie - media en economie - media en politiek - media en reclame - vrije meningsuiting, vrije nieuwsgaring en censuur Media-opvoeding - bronnenstudie - beeldvorming, stereotiepen - rolpatronen - commercialisering en globalisering - reclame - populisme versus kwaliteit
Vaardigheden * Analyseren op een kritische manier de media. * Helpen de lln. verantwoord om te gaan met de media.
28
PROCESDOEL 5 OEFENING IN ZINGEVEN
Bijzondere procesdoelen:
5.1 Erkenning van de mens als zingever 5.2 Erkennen dat de mens niet de enige zindrager is 5.3 Exploratie, verkenning en integratie van de betekening van de wereld, de mens, de anderen, de natuur (wetenschap, literatuur, kunsten) 5.4 Exploratie, verkenning en integratie van de zingeving van de wereld, de mens, de anderen, de natuur (wetenschap, literatuur, kunsten, religies) 5.5 Exploratie, verkenning en integratie van de existentiële dimensies 5.6 Exploratie, verkenning en integratie van de schoonheid en de waarheid: esthetisch gevoel, distinctie 5.7 Exploratie, verkenning en integratie van het geluk in het bestaan 5.8 Exploratie, verkenning en integratie van het wereldburgerschap
29
5.1 Erkenning van de mens als zingever Leerinhouden Proces van zingeving De mens als subject van zingeving Levensbeschouwing en zingeving Zingeving met en zonder een god Optimistische mensbeelden vs. pessimistische mensbeelden Autonome en heteronome zingeving
Vaardigheden ∗ Geven het belang van een mensbeeld aan. ∗ Onderscheiden subject en object van zingeving. ∗ Erkennen de mens als enige zingever.
30
5.2. Erkennen dat de mens niet de enige zindrager is Leerinhouden Zindragers - ik - de anderen - de natuur - .... De mens is afhankelijk: - lichaam - anderen - maatschappij - natuur - ...
Vaardigheden ∗ Herkennen verschillende zindragers. ∗ Herkennen de beperkingen van de mens.
31
5.3 Exploratie, verkenning en integratie van de betekening van de wereld, mens, anderen, natuur Leerinhouden Kenmerken van wetenschappen Kenmerken van filosofieën Kenmerken van religies Kenmerken van kunsten
Vaardigheden ∗ Geven de verschillen aan tussen wetenschappen, filosofieën, religies en kunsten.
32
5.4 Exploratie, verkenning en integratie van de zingeving van de wereld, de mens, de anderen, de natuur Leerinhouden Belang van het menselijk bestaan Belang van de wetenschappen voor de mens Belang van de filosofieën voor de mens Belang van de religies voor de mens Belang van de kunsten voor de mens
Vaardigheden ∗ Ontwikkelen een consistente levensbeschouwing. ∗ Helpen lln. vorm te geven aan hun eigen levensbeschouwing. ∗ Passen de vrijzinnige en humanistische idealen toe in hun omgang met de leerlingen. ∗ Beheersen de methodes om zingevingen op een onbevooroordeelde wijze te analyseren.
33
5.5 Exploratie, verkenning en integratie van de existentiële dimensies Leerinhouden Wat zijn existentiële vragen? Waarom stelt iemand existentiële vragen? Voorbeelden existentiële vragen: - ontstaan van mens en wereld - leven en dood - geluk en lijden - individu en mensheid - mens en dier - mens en natuur - ...
Vaardigheden ∗ Bespreken existentiële vragen met jongeren. ∗ Leren de lln. omgaan met existentiële vragen.
34
5.6 Exploratie, verkenning en integratie van de schoonheid en de waarheid Leerinhouden Beleven van schoonheid: - natuurschoon - kunstwerken - schoonheidsidealen - mens en zijn omgeving - ... Beleven van waarheid: - in het persoonlijke leven - in interpersoonlijke relaties - in de maatschappij - ...
Vaardigheden ∗ Bespreken verschillende esthetische criteria met de lln.. ∗ Schatten betrouwbare kennis naar waarde. ∗ Begeleiden de lln. in hun zoektocht naar waarheid en schoonheid.
35
5.7 Exploratie, verkenning en integratie van het geluk in het bestaan Leerinhouden Definities van geluk - onderscheid tussen echte en valse behoeften - individueel en maatschappelijk geluk Houdingen tegenover geluk - Negatieve houdingen: ° theorieën die de nadruk leggen op schuld, schaamte en zonde ° nihilisme - Positieve houdingen: ° levenskunst ° hedonisme
Vaardigheden ∗ Onderscheiden verschillende criteria voor geluk. ∗ Streven met hun leerlingen naar een evenwicht tussen het individueel en het maatschappelijk geluk.
36
5.8 Exploratie, verkenning en integratie van het wereldburgerschap Leerinhouden: De mens als wereldburger Afhankelijkheid en verbondenheid
Vaardigheden: ∗ Leren jongeren zichzelf te ervaren als een schakel in een groter geheel, als een wereldburger.
37