PROCESDOEL 1 VRIJ EN ZELFSTANDIG LEREN DENKEN EN HANDELEN
Bijzondere procesdoelen 1.1. Groei naar volwassenheid 1.2. Zelfstandig denken 1.3. Zelfstandig handelen 1.4. Postconventionele instelling
1.1 Groei naar volwassenheid Leerinhouden De ontwikkeling van de persoonlijkheid - erfelijkheid en milieu - lichaam en geest - karakter en persoonlijkheid - zelfaanvaarding, zelfontplooiing - ontwikkelingsgebieden ° cognitief ° socio-affectief ° moreel - persoonlijkheidstheorieën - behoeftentheorieën De emotionele ontwikkeling - wat zijn emoties en gevoelens - ontstaan en ontwikkeling van gevoelens - soorten gevoelens - invloed van gevoelens De relationele en seksuele ontwikkeling algemeen - hoe gaan mensen met elkaar om (ouder /kind, leeftijdsgenoten, lk./ll.) - relaties in kleine en in grote verbanden omgaan met verschillen (jong/ oud, jongen/meisje, holebi, zwart/wit, cultuurverschillen, karakterverschillen,...) - samenlevingsvormen (soorten huishoudens, historische en antropologische duiding, partnerkeuze) - omgaan met conflicten (macht/ onmacht, geweld/geweldloos,....) - rolpatronen seksuele vorming - wat is seksualiteit? - hoe verloopt de seksuele ontwikkeling? - wat is kinder- en jongerenseksualiteit? - wat willen jongeren weten en wanneer? - seks en maatschappij, waarden en normen,... - bewustwording van de eigen seksuele gevoelens waarden en normen - respect voor seksuele gevoelens, waarden en normen van anderen,... hulpverleningsinstanties jongeren - CLB’s, JAC’s, CAW, Jongerentelefoon, vertrouwensartscentra, Bijzondere Jeugdzorg, CGSO’s,....
Vaardigheden ∗ Hebben inzicht in de denk- en socio-affectieve wereld van jongeren (weten wat jongeren boeit, waar zij mee bezig zijn).
∗ Herkennen en erkennen de problemen die zich kunnen voordoen in hun ontwikkeling. ∗ Verschaffen de lln. inzicht in hun eigen persoonlijkheid (helpen de lln. zichzelf ontdekken in hun relatie met anderen). ∗ Herkennen en erkennen gevoelens bij zichzelf en bij de ln., stimuleren het uiten van gevoelens, ondersteunen het spontaan meevoelen met anderen. ∗ Beschikken over voldoende relationele, en sociale vaardigheden om met kinderen om te gaan. ∗ Hebben voldoende communicatieve vaardigheden, kunnen luisteren en een open gesprek leiden. ∗ Bouwen een vertrouwensband met de lln. op en creëren een open democratische sfeer in de klas. ∗ Durven waarden en gevoelens rond seks en relaties ter discussie stellen. ∗ Evalueren en gebruiken het bestaande materiaal m.b.t. RSV op een kritische manier. ∗ Ondersteunen de leerlingen in hun groei naar volwassenheid en verwijzen hen zo nodig door naar deskundige hulpverlening.
1.2 Zelfstandig denken Leerinhouden Vrij onderzoek - de ontwikkeling van heteronoom / preconventioneel denken naar autonoom / postconventioneel denken - vrij onderzoek ° ondogmatisch ° onbevooroordeeld ° methodische twijfel ° beperkingen ° kritisch denken / zelfkritiek - bronnenonderzoek ° soorten bronnen ° informatie en betrouwbaarheid ° beïnvloeding :reclame propaganda sensatie - de wetenschappelijke methode ° inductie en deductie (hypothetisch en deductief denken) ° verificatie en falsificatie ° kennisprobleem: in hoeverre kunnen we de wereld kennen? wat is waarheid? de waarneming logica - minder betrouwbare methodes ° geloof, bijgeloof ° paranormale 'kennis' ° mystieke ervaringen, trance ° instincten, (voor)gevoel,..... ° kritiekloze 'verwerving' van info (media, reclame,...) - leren redeneren en inzichtelijk leren ° analyseren ° vragen stellen (filosoferen) ° argumenteren (rationeel en irrationeel) ° oordelen ° rationele en irrationele argumentatie
Vaardigheden ∗ Passen de principes van het vrij onderzoek in hun eigen lessen toe. ∗ Informeren zich en raadplegen de bronnen op een kritische manier. ∗ Snijden onbevooroordeeld een problematiek aan.
∗ Belichten problemen vanuit verschillende perspectieven. ∗ Beroepen zich enkel op wetenschappelijke inzichten bij het verklaren van feiten. ∗ Analyseren vakkundig morele problemen en weten welke standpunten hierover bestaan en welke de mogelijke argumenten zijn. ∗ Stimuleren het zelfstandig denken bij de lln. door bronnenonderzoek en dialoog. ∗ Stimuleren door middel van goede vraagstelling, werkvormen en methodes de lln. tot redeneren, argumenteren, eigen standpunten innemen en postconventioneel denken. ∗ Scheppen een democratische klassituatie waarin, door inspraak en luisterbereidheid, de lln. de kans krijgen hun ideeën aan die van hun klasgenoten te toetsen.
1.3 Zelfstandig handelen Leerinhouden Het menselijk gedrag - motieven en behoeften ° handelen op grond van informatie ° handelen op grond van overtuiging ° handelen op grond van overleg ° handelen op grond van belangen ° handelen op grond van gevoelens - vrijheid versus determinisme - factoren die ons gedrag beïnvloeden ° de situatie ° een autoriteit ° macht ° groepsdruk ° maatschappij ° cultuur ° natuur - gevolgen ° bedoelde en onbedoelde ° perspectief: ℵjezelf ℵde anderen (gezin, klas, .....) ℵde wereld, de maatschappij, milieu …
Vaardigheden ∗ Leggen samen met de lln. de motieven bloot die het handelen leiden. ∗ Maken de lln. bewust van de factoren die hun gedrag beïnvloeden. ∗ Onderzoeken samen met de lln. de consequenties van hun handelen. ∗ Sporen lln. aan zich in te leven in de gevolgen van hun handelen voor anderen en de omgeving, ∗ Zetten de lln. aan tot assertiviteit en weerbaarheid.
1.4 Postconventionele instelling Leerinhouden Autonomie -autonome versus heteronome moraal ° het geweten ° socialisering -vrijheid en determinering ° erfelijkheid en milieu ° in hoeverre is de mens vrij? -vrijheid en verantwoordelijkheid -de kloof tussen denken en handelen ° is goed weten, goed doen? ° is kennis, deugd? Postconventionaliteit - conventionaliteit en postconventionaliteit - eigen waarden opbouwen - de emancipatorische gedachte
Vaardigheden ∗ Stimuleren de lln. hun waarden en normen kritisch in vraag te stellen. ∗ Gaan samen met de lln. na waar hun waarden en normen vandaan komen ∗ Maken de lln. bewust dat eigen keuzes gemaakt kunnen worden (na overleg en overweging.) ∗ Leggen het verband tussen eigen keuzes, eigen waarden, autonoom gedrag en verantwoordelijkheid voor de gevolgen ervan. ∗ Zetten de lln. aan tot emancipatorisch gedrag.