Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
Courant
Editoriaal
Januari 2007 Nummer 5
Colofon De ABC Courant is een uitgave van het ‘Antwerps BierCollege’ Verantwoordelijke uitgever & contactadres: Hans Bombeke, Stadswaag 19, 2000 Antwerpen Rekeningnummer: 778-5986635-44 Internationaal: IBAN BE55 7785 9866 3544 BIC: GKCC BE BB Bestuur Antwerps BierCollege Voorzitter: Secretaris: Penningmeester :
Hans Bombeke Ivo Liekens Ludwig Van Schoor
Het schrijven van een editoriaal is verre van gemakkelijk en daar zijn allerlei redenen voor. Je kunt zeggen dat een inhoudelijk zinvol stukje schrijven over bier en biergerelateerde zaken toch moet kunnen. Inderdaad, maar tegelijkertijd moeten we trachten actueel te blijven en het is net daar dat het schoentje wringt. De hele redactie staat telkens klaar om schrijver dezes te verbannen naar het donkerste bierloze oord, omdat ze altijd tot op het allerlaatste moment moet wachten voordat het editoriaal binnenkomt. Maar kijk nu weer, er is zo veel te melden dat het gewoon onmogelijk is daar een nabeschouwing bij te willen geven: ATV en Ben Vinken hebben een bierovereenkomst gesloten. Het bierverbruik in ons land daalt nog. In Japan werd een robot ineengeknutseld die wijn beoordeelt en noem maar op.
Homepage: http://www.antwerpsbiercollege.be e-mail:
[email protected] Redactieraad: Henk Iedema, Ivan Derycke, Peter De Weerdt, Bruno Goffin
Het afgelopen ABC-werkjaar zou eens moeten besproken worden en er moeten wensen voor volgend jaar geformuleerd worden.
©: Alles uit deze Antwerpse BierCourant mag worden overgenomen op eender welke wijze, zonder voorafgaande toestemming van het ‘Antwerps BierCollege’ mits bronvermelding.
Inhoud Colofon, inhoud & editoriaal De Proefbrouwerij tien jaar later De eerste Dagen van de Geuze Mechelen is een werkwoord De Bierboekenwurm Afscheid van een monument Antwerpse Bierhistorie deel 6 ZBF: Het grootste Bierfestival Activiteitenkalender
blz blz blz blz blz blz blz blz blz
01 02 03 04 08 09 10 11 12
Foto: Filip Coppieters
Het afgelopen jaar was een druk jaar. De Adviesraad van ABC heeft een zeer actief jaar achter de rug, ze is de motor van ons Antwerps BierCollege en bestaat uit mensen. Ha, zult ge zeggen, hij ziet ze vliegen. Nee vrienden, het feit dat ik ze zie vliegen heeft hier weinig mee te 1
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
maken. Mensen zijn het die slechts twee handen en twee benen hebben. Die feilbaar zijn en die leren met vallen en opstaan. Die moeten roeien met de riemen die ze hebben. En niet voor de eigen glorie, want die is er bij ABC niet te halen. Maar voor ABC zelf, zijn leden en zijn doelstellingen. Mensen die tijd en energie opofferen om een jaar vol activiteiten te organiseren, een proper tijdschrift bij de leden te krijgen en waar mogelijk dat alles nog op tijd ook én afgestemd op de organisaties van onze bevriende verenigingen. Bij de aanvang van dit nieuwe jaar moeten dan ook die mensen hartelijk bedankt worden die van ons College een steeds beter werkende organisatie maken. De eigen leden natuurlijk, maar in de eerste plaats de alomtegenwoordige en superactieve Adviesraad. Daarmee mag en moet gezegd zijn dat ABC nog geen perfect draaiende machine is. Er worden nog foutjes gemaakt, maar er wordt aan gewerkt en hard! Vele handen maken licht werk, dus heeft een goede verstaander niet meer woorden nodig. En dat er goede verstaanders zijn bewijst onze gestage groei. We passeerden de kaap van zestig leden en gaan traag maar zeker verder. Och ja, we horen wel eens meewarig doen van: “zestig maar?” Inderdaad, we kunnen niet ontkennen dat er een veel groter potentieel moet zijn in en om onze stad. Maar er is in onze stad ook veel meer te doen op andere vlakken dan in andere ons omringende steden en gemeenten. Veel ABC’ers zijn op diverse fronten actief en moeten hun kostbare vrije tijd in ik-weet-niet-hoeveel opsplitsen om toch ook voor ABC iets te kunnen doen. Daarom ook steeds een hernieuwde oproep aan al onze leden en al onze lezers en lezeressen: ‘de handen aan de roerstok en er is nog veel werk aan de winkel’. Vrienden, bierliefhebbers van beiderlei kunne, het Antwerps BierCollege staat weer klaar voor een nieuw inspirerend bierjaar. We wensen u daarbij, van brouwer tot consument, het allerbeste. Veel inspiratie bij het brouwen, veel nieuwe en schitterende ontdekkingen bij het proeven. Drink ze! Hans ‘de pif’ Bombeke
De Proefbrouwerij tien jaar Een goede negen jaar geleden ontmoetten we op een beurs iemand die we enkele jaren eerder hadden leren kennen als docent aan de KaHo Sint-Lieven te Gent. Dirk Naudts had zijn leerstoel gelaten voor wat hij was en startte zelf een (De Proef)brouwerij op.
In die beginjaren was hij geregeld aanwezig op festivals, maar dat viel hem door de werkdruk op den duur wat zwaar. In die dagen hadden we het geluk een aantal keer te gast te zijn in zijn brouwerij. In de aanloop van het 450-jarig bestaan van de Stadswaag (1998) hadden we immers het plan opgevat om een feestbier te laten brouwen. Daar we klein wilden beginnen (aanvankelijk deden een negental horecazaken mee) was Dirk, met zijn specialisatie in kleine brouwsels, de aangewezen man. In de loop van de jaren gingen we regelmatig een nieuw brouwsel ophalen, ook al was ’t Waagstuk ondertussen de enige zaak die de Zeppelin nog verkocht. Omdat ’t Waagstuk ondertussen zijn Zeppelin elders laat brouwen, kwam het contact met De Proefbrouwerij een beetje in de vergeethoek terecht. Dat lag niet aan Dirk en de zijnen, want als er één brouwerij sindsdien amper uit het nieuws te branden is, is het wel De Proefbrouwerij. We moeten de lijst van nieuwe bieren in de Zytholoog maar raadplegen om keer op keer vast te stellen wat een productiviteit de proefbrouwers aan de dag leggen. Och, ik weet het wel, de critici onder ons hebben tal van 2
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
opmerkingen waar misschien iets voor te zeggen valt. Feit is alleszins dat het ‘concept’ Proefbrouwerij een gat in de markt heeft gevonden en in de bierwereld een toch wel héél aparte plaats wist te veroveren. Dit alles maar om te zeggen dat we wat blij waren een uitnodiging te krijgen om naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van de Proefbrouwerij nog eens een bezoek te brengen. Tempus fugit tien jaar alweer.
moesten we dan ook goed speuren om er één uit te pikken. Welke dat was houden we natuurlijk voor ons … Hoe men het ook draait of keert, dat De Proefbrouwerij wérkt is een feit. Dat is de enige conclusie die je kunt trekken na het bezoeken van zo’n Opendeurdag. En zeg nu zelf, ondanks het hartelijk welkom is zo’n gelegenheid niet te vergelijken met een écht brouwerijbezoek. Je krijgt wel een zicht op de grote verscheidenheid aan ingrediënten die ter beschikking staan en we zien door de jaren heen welke sprong vooruit er werd gemaakt. Maar tijd voor een diepgaand gesprek is er uiteraard niet, stekelige vragen kunnen niet gesteld worden want de enige om ze te beantwoorden heeft het veel te druk. Wat niet wegneemt dat – gedreven brouwerijbezoekers die we zijn – je alleen maar onder de (positieve) indruk kan komen van deze tienjarige Proefbrouwerij. Dirk, Saskia en company, bedankt en ad multos annos! Hans
De hal waar we ons de eerste twee-drie lagertanks herinnerden staat ondertussen barstensvol, er wordt vandaag de dag maar liefst 12.000 hl bier per jaar gebrouwen in deze brouwerij. Hiervan neemt het eigen Reinaertbier slechts 200 hl in. Zowel privépersonen als andere brouwerijen vormen het klantenbestand. Steeds worden er andere bieren aangeboden, waarvan de brouwer zelf benadrukt dat ze soms heel dicht bij elkaar liggen. Analytisch echter, zijn ze steeds verschillend. Om dit te staven wijst Dirk met nadruk op het gebruik van niet minder dan achttien gisttanks. Dankzij de doorgedreven automatisatie en informatisering wordt er tot op heden ook dag en nacht gebrouwen. Daar zou nu verandering in gaan komen, omdat de productiecapaciteit zou uitgebreid worden met een brouwketel van 10 hl én een van 40 hl. In elk geval ontkent Dirk Naudts etiketbieren of kopies te leveren. Wat de klant na levering met de bieren doet, is uiteraard zijn zaak niet meer. Toegegeven, het ‘beschermen’ van het klantenbestand is voor Dirk en de zijnen een fundamenteel gegeven. Op de Opendeurdag
De eerste Dagen van de Geuze Op zaterdag vijfentwintig november gingen Ludwig, Herman en Luc op stap naar Halle voor de eerste ‘Dagen van de Geuze’, georganiseerd door de Lambikstoempers uit Lembeek. Dit festijn vond plaats in het kader van de ‘Week van de Smaak’ in het Streekproductencentrum in Halle, dat ook medeorganisator was. Het was met de trein goed bereikbaar, als je tenminste niet op de trein naar Charleroi zat, die afgeschaft werd omdat de locomotief de geest gaf. Op de bierkaart stonden bijna alle nu verkrijgbare oude geuzes, krieken en frambozenbieren. Men was er één vergeten, namelijk de ‘Mort Subite’. De zoete versies van deze bieren kon men niet proeven. Als extra kon je ook nog een lambik uitproberen van de ‘Drie Fonteinen’, maar deze viel ons tegen omdat deze nog zeer boterig smaakte. Er stond nog een nieuw bier op de kaart, namelijk ‘Servaisbier’, dit is een blond bier van 5,5 % alc. dat werd gebrouwen door ‘Brouwerij Achilles’, volgens een recept van het 3
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
‘Centrum voor volwassenenonderwijs Elishout ’, afdeling brouwerij in opdracht van Het Streekproductencentrum Halle en de Lambikstoempers. Wij vonden dit een aangenaam goed ‘blond’ bier. Deze ‘Dagen van de Geuze’ zijn de beste manier om eens een verticale proeverij te doen van alle geuzes, krieken en frambozenbieren, omdat de bieren geschonken werden in proefglaasjes van 20 cl. De nieuwe bieren die hier verkrijgbaar waren, vonden wij minder geslaagd. En wat ondergetekenden misten op deze dag, waren de lambiken. Misschien een tip voor de volgende ‘Dagen van de Geuze’.
verkopen aan die begijntjes die in de binnenstad in het ‘Krankenhuys’ werkten. Dit was een selecte groep uit de 1800 begijnen die in Mechelen aanwezig waren. Omdat Mechelen een ‘open’ begijnhof had, eigenlijk meer een open stadswijk, kon iedereen er vrij rondlopen.
Luc Snoeys, Ludwig Van Schoor en Herman Moens
Mechelen is een werkwoord: wij gooiden ons Anker uit! Indien Mechelen geen stad zou zijn, dan zou ik voorstellen dat het een werkwoord zou zijn met als betekenis: plezant bierwandelen in een plezante stad. Mechelen heeft de laatste jaren wel een transformatie ondergaan. Het stadscentrum is nu zeer verzorgd en biedt een prachtige afwisseling van oude statige gebouwen en hypermoderne architectuur. Als dan de weergoden nog meezitten, dan kan een dagje bierwandelen in Mechelen echt niet meer stuk. Wij namen de trein naar de voormalige stad van de hoofdzetel van de Belgische spoorwegen. De trein liep echter een de aanzienlijke vertraging op. Maar goed, onze gids stond ons in ‘het Anker’ op te wachten voor een zeer gedegen uitleg over de brouwerij, maar ook over de stad waarin ze groot geworden is.
Foto: Ivan Derycke
De huidige familie-eigenaars hebben van 1873 tot 1990 gebrouwen in de huidige gebouwen, maar met een oud open systeem: dit wil zeggen met een open koelschip, dat nu nog op het dak te zien is en met een open koeler. Een voorbeeld is in het museumgedeelte ondergebracht.
Het Anker Mechelen telde ooit een veertigtal brouwerijen. Het Anker is de enige die daarvan is overgebleven, het is dus een zeer respectabele oude dame. Immers, al in 1369 vermeldt een akte een ‘Jan van Brouwerij Den Ancker’. Deze brouwerij zou zich aan het Groen Water hebben bevonden, daar waar nu het aartsbisschoppelijk paleis staat. Al in 1433 blijkt ‘Den Ancker’ zich op de huidige plaats te bevinden, in de omgeving van het Begijnhof. In 1471 krijgt Mathys van ‘Den Ancker’ de toelating om Mechelschen Bruynen accijnsvrij te mogen
Foto: Ivan Derycke
Vanaf 1990 wordt een volledig gesloten systeem gehanteerd zodat de brouwprocessen nu volledig tot in detail gecontroleerd kunnen worden. Het hele systeem zal eind 2006 vervolledigd worden 4
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
wanneer de bottelinstallatie actief wordt. Nu gebeurt het afvullen van de flessen door een andere brouwerij, de vaten worden wel afgevuld in het Anker zelf. Tot 1960 werd er hoofdzakelijk licht bier gebrouwen: tafelbier en pils. Een merkwaardige uitzondering was de trappist, later onder druk van de abt van Westmalle ‘trappist Cardinal’ genoemd. Vanaf 1960 brouwt Het Anker in hoofdzaak bier van hoge gisting met een behoorlijk hoog alcoholgehalte en deze koerswijziging heeft de brouwerij geen windeieren gelegd. Het Anker exporteert nu naar 23 landen. In 1960 begon de derde generatie van de huidige brouwersfamilie met de Gouden Carolus, nu bekend als de Gouden Carolus Classic, 8,5 % alc. genoemd naar een munt, met zwart etiket. Begin jaren ’70 kwam het Anker met de Triple Toison d’Or op de markt. Nu Gouden Carolus Tripel, 9 % alc. die onlangs nog in een internationale wedstrijd in de Verenigde Staten de gouden medaille in de wacht sleepte, met geel etiket. Begin jaren 1980 werd dan de Mechelschen Bruinen gelanceerd, inmiddels, Gouden Carolus Ambrio genoemd, 8 % alc., met rood etiket. De aandachtige lezer heeft opgemerkt dat met de etiketten van de drie Carolussen een Belgische vlag kan gevormd worden en dat is geen toeval. In 1998 werd toch een speciaal pilsbier gelanceerd: de Blusser, 5,4 % alc. En dan zijn er de speciale gelegenheidsbieren: 1° Gouden Carolus Cuvée van de Keizer, wordt gebrouwen ieder jaar op 24 februari, de geboortedag van Keizer Karel V. Een donker bier van 11 % alc. 2° Gouden Carolus Easter: een donker bier voor in de paasperiode. Een bier van 10 % alc. 3° Gouden Carolus Christmas: een kerstbier van 10,5 % alc. dat in de Verenigde Staten een zilveren medaille wegkaapte. Het lijstje Ankerbieren wordt vervolledigd met twee bieren die het ganse jaar te verkrijgen zijn. Boscoulis, een bier met cassis en framboos, 6,5 % alc. en de Margriet, een blond bier van 6 % alc. dat gebrouwen wordt door de echtgenotes van respectievelijk de eigenaar van de brouwerij en de brouwer. Oorspronkelijk geconcipieerd als gelegenheidsbier, maar dat zo’n succes is dat het een blijver is geworden. Het is genoemd naar twee dames die in Mechelen een belangrijke rol hebben
gespeeld namelijk Margaretha van York (14461503), de derde vrouw van Karel de Stoute en Margaretha van Oostenrijk (1480-1530), landvoogdes van de Nederlanden. Het Anker brouwt ook nog een paar etiketbieren voor feesten en verenigingen. Men brouwt bij het Anker brouwsels van dertienduizend liter. Het proces van het koken van de wort tot het op de markt brengen van het bier neemt een zestal weken in beslag. Museum Het Anker heeft ook een interessant brouwerijmuseumpje met onder meer een oud caféetje mét zagemannetje en een overzicht van het bottelingsproces door de eeuwen heen. Tijdens het ancien régime was het niet mogelijk om bier te bottelen vanwege het feit dat men de druk op het vat onvoldoende kon opvangen. Als men een bier tapte, dan kwam er steeds een zeer grote hoeveelheid schuim mee. Daarom kon men alleen kruikenbier halen bij de herbergier of tapper.
Foto: Ivan Derycke
Het bottelen was erg stresserend omdat slecht doseren van het bier in de fles ertoe kon leiden dat een fles ontplofte, of het bier terugliep in de leiding. Pas later ging dit beter. Het museum toont een apparaat waarbij de werkman die dit klusje moest uitvoeren beschermd werd door een metalen huls 5
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
met gaatjes die tijdens het vulproces over de fles zit.
Foto: Ivan Derycke
Foto: Ivan Derycke
Er is ook nog een antieke flessenwasmachine en een droogrek te zien. Bierproeven en bierkroegen Algemeen: Ankerbieren zijn altijd herkenbaar. De vergelijking met onze Antwerpse stadsbrouwer De Koninck gaat dan ook zeker op. Een gist kan je nooit verloochenen. Ons eerste bier die dag genoten we in het gezellige restaurant van het Anker zelf waar een bijzonder pientere kelner ons goed op onze plaats zette. Hier dronken we: Gouden Carolus Ambrio van het vat, 8 %, gebaseerd op een recept uit 1421 Kleur: amber, mooi wandklevend schuim, helder, fijn parelend. Geur: kruidig, iets gebrands, zoethout Smaak: zacht, kruidig Afdronk: vloeit bitterig uit Na het witloofsoepje verorberden de meesten onder ons de Mechelse koekoek, op smaak gebracht met tripel. De kelner vond dat we hier een Blusser bij moesten drinken en wie waren wij om hem tegen te spreken?
Blusser van het vat, 5,2 % Kleur: een mooie heldere pils, fijn parelend, mooi wandklevend schuim Geur: mout, fruitig geparfumeerd, hoppig Smaak: neutrale ietwat bitterige pils, hop merkbaar Afdronk: vloeit niet uit, korte bitterigheid. Als digestiefje dronken we van grote flessen Gouden Carolus Christmas, 10,5 % Kleur: robijnrood, een tint donkerder dan de Classic, wandklevend schuim dat zeer snel plat slaat Geur: Curaçao, gebrande mout Smaak: volmondig, kruidig, zoethout, zoetig Afdronk: evolueert naar drop, vloeit enorm lang uit. En dan de beentjes strekken, de binnenstad in. Aldus kwamen we terecht op de Vismarkt 20 in café t‘Ankertje. Men zou dit een donkerbruine kroeg kunnen noemen vanwege het vele donkere hout dat onder meer in de trappen werd verwerkt. De Ankerbieren waren hier overvloedig aanwezig, ook op de tap en dus vlogen wij op: Gouden Carolus Christmas, 10,5 % maar nu van het vat De bovenstaande opmerkingen werden grotendeels bevestigd, maar het bier was zachter van smaak, zeker ook in de afdronk. Kleur: robijnrood, wandklevend schuim Geur: gebrande mout, caramel 6
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
Smaak: zet bitter aan, een zweempje kaneel, complexe smaak die moeilijk te beschrijven valt Afdronk: lichte bitterigheid, vloeit uit. Dan viel ons op de bierkaart nog een Ankerbier op waarvan we een fles met proefglaasjes lieten aanrukken. Zonnevisser 2005, volgens internetinformatie 10 % alc. en gebrouwen voor de ‘Beerbrothers’ Het etiket verhaalt over de Mechelaars die zich weer eens lieten vangen, nu door het effect van de zon op bier dat uit een leiding stroomde. Maar verder is er geen informatie beschikbaar. Kleur: troebel, caramelkleurig, weinig wandklevend schuim Geur: ruikt naar rood fruit (rode bessen, aardbei) en evolueert naar caramel Smaak: gebrand, caramel, proeft als een bier dat al wat ouderdom heeft, smaakevolutie bij het opwarmen. Afdronk: beetje bitterig.
een zeer fraaie collectie bieren en sterkere dranken, uitgebaat door een innemende waardin. De klanten vinden geen stoelen en tafels, maar slechts een twintigtal barkrukken. Het gezellige interieur wordt verder opgevrolijkt door een fraaie gietijzeren trap die, hoewel schijnbaar niet zo praktisch, ons toch wel efficiënt naar de toiletten kon brengen. Hier dronken we de Gouden Carolus Tripel, 9 % alc. van het vat Kleur: mooi blond, prachtige stevige witte schuimkraag Geur: hoppig, fruitig (sinaasappel/perzik) Smaak: complex Ankerbier maar met duidelijke tripelsmaak, mooie bitterigheid Afdronk: vloeit bitterig uit. Een ander interessant etablissement is De Hanekeef, Keizerstraat 8, een ook al niet te grote maar zeer gezellige en blijkbaar drukbeklante kroeg. Er was vroeger een restaurant bij, maar dat is nu blijkbaar een expositieruimte. Hier dronken we van het vat een Hanekeef Blond Volgens de waard zou dit een pils van De Koninck zijn. Wij waren natuurlijk zeer benieuwd naar dit mysterieuze brouwsel.
Foto: Ivan Derycke
Vervolgens trokken we voor de eerste keer naar het kleinste cafeeke van Mechelen: De Borrel-Babbel, Nieuwwerk 2, het pleintje achter de toren van de St. Romboutskathedraal. En small is inderdaad beautiful. De helft van het piepkleine gelagzaaltje wordt ingenomen door de toog met
Kleur: heldere pils met wandklevend schuim Geur: zachte hoppigheid Smaak: was het een beetje autosuggestie, maar wij proefden wel degelijk de typische De Koninckgisten. Een pils met pit dus Afdronk: vloeit bitterig uit Conclusie: een speciale pils! Nog sterkere conclusie: dit is De Koninck Blond! Deze ontdekking moesten we even verwerken door een stevige hap te gaan eten bij een Italiaan waarna we terug gingen naar de Borrel-Babbel om deze speciale dag af te sluiten. Sommigen hebben daar nog de Boscoulis geprobeerd. Een fris maar wel erg zoet bier, wellicht heel geschikt voor een zomers terras. Anderen kozen voor een
7
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
Foto: Walter Thys
een nummer (6) dat gewijd is aan de Wommelgemse brouwerij Tipsor. Dit nummer houden we later apart onder het licht. Zoals gezegd wordt zeer veel aandacht besteed aan de Westvlaamse situatie. Brouwersfamilies Houvenaghel, Nevejan, Comeyne-Vande Woude en anderen worden van in het prille begin van hun brouwactiviteiten onder de loep genomen. Hoe ze twee wereldoorlogen overleven of er aan ten onder gaan. Of hoe ze toch doorzetten, maar door de grote concurrentie en economische veranderingen niet meer meekunnen en ten slotte de deuren moeten sluiten. Een apart en zeer interessant werkje
Margriet en trokken onmiddellijk de aandacht van het aanwezige vrouwelijk schoon in dit kleine cafeetje onder de toren van de kathedraal. Vervolgens trokken we naar het station, waar de trein deze keer nog eens mooi op tijd was. Ivan
De bierboekenwurm Mout- en Brouwhuis De Snoek Fortem 40, 8690 Alveringem t & f: 058 28.96.74 Brochurereeks ‘Het Vlaams brouwbedrijf in historisch perspectief’ Vandaag eens even wat anders … In plaats van in de boekenkast naar antieke bierliteratuur te snuisteren, bespreken we een brochurereeks die recent is en nog onvoltooid. Sinds geruime tijd is immers in het Westvlaamse Alveringem het museum-van-de-dorst Mout- en Brouwhuis ‘De Snoek’ actief (www.desnoek.be). Dit privé-initiatief verzamelt alle informatie met betrekking tot de Westvlaamse mout- en brouwerijgeschiedenis. In de ledenlijst komen we tal van namen tegen van nog steeds actieve brouwerijen, maar uiteraard ook van erfgenamen van brouwerijen die al jaren geleden sloten. Naast de collectie die in het museum te Alveringem te bekijken is, geeft deze vereniging ook een brochurereeks uit over de geschiedenis van de Westvlaamse brouwerijen. We konden tot op heden beslag leggen op een zestal uitgaven, maar de reeks wordt (hopelijk) nog langer. Eén witte raaf is het vermelden waard: in dit exclusief Westvlaams gezelschap vinden we ook
Foto: Ivan Derycke
besteedt dan weer aandacht aan de brouwerijproblematiek tijdens de Tweede Wereldoorlog. De brochures zijn stuk voor stuk juweeltjes. Interessant bijvoorbeeld is vast te kunnen stellen hoe de familiale banden van de vele Westvlaamse brouwerijen tot op heden hun sporen nalieten. En er dikwijls voor zorgden dat menige brouwerij toch weer een aantal jaren kon overleven. Een situatie die vandaag de dag in de Westvlaamse brouwerijcontext nog steeds aanwezig is …Zonder enige twijfel kunnen we stellen dat deze serie voor de Westvlaamse bierliefhebber van onmisbaar belang is. Niet alleen op het vlak van de ‘pure’ geschiedenis, maar ook op vlak van de herkomst van bepaalde merknamen en/of logo’s die we -soms- vandaag nog terugvinden. We wensen dan ook de schrijvers, met de Diksmuidse stadsarchivaris Chris Vandewalle op kop, nog zéér veel inspiratie, wetende dat de lijst van te bespreken brouwerijen bijna onuitputtelijk is. Pif 8
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
Afscheid van een monument. Den Berenbak sluit zijn tap voorgoed Op donderdag 28 december, drie dagen voor de definitieve sluiting, bezocht de kernredactie van het Antwerps BierCollege één van de meest opvallende Antwerpse cafés. ABC organiseerde daar afgelopen jaar nog haar nieuwjaarsreceptie, ‘Den Berenbak’.
Foto: Ivan Derycke
Foto: Ivan Derycke
Met een uitgebreid bierassortiment en een prima eetkaart was dit etablissement voor de cultuurliefhebber die net het ‘Letterenhuis’ aan de overkant had bezocht een uitgelezen plek om op verhaal te komen. En voor het overige waren alle redenen goed. Beroemd was Den Berenbak om zijn collectie van 1200 stropdassen. Eén van onze leden had zijn studentendas overigens vele jaren geleden geschonken. De uitbaters wisten nog niet wat ze ermee gaan doen na de sluiting, maar zomaar wegdoen is geen optie. Misschien zien we er ooit een aantal terug in het Modemuseum. Het café was ook altijd een beetje kunstzinnig en fungeerde als galerij. De laatste tentoonstelling met erotisch getinte foto’s lokte diverse gevoelens uit bij de redactieleden. De laatste week werd de bierkaart langzaam maar zeker kleiner en wij hebben er deze avond nog duchtig aan meegeholpen. Zo dronken we de laatste fles oude geuze 2001-2002 van Frank Boon, dronken we trappist van Westmalle uit het laatste vat en dronken we een van de laatste flesjes Sixtus van St. Bernardus. En toen kwam de waard met een speciale afscheidstraktatie: een flesje Westvleteren prior (blauwe stop dus) van zo’n 24 jaar oud.
Visueel: in het glas verscheen een donkerrood bruin vocht. Met wat walsen kon men even schuim verkrijgen dat aan de rand nog in grote bellen even aan het glas bleef kleven. Geur: porto met nog steeds een zweempje trappist, chocolade met rozijnen, evolueert naar de zoetige notengeur van een cream-sherry. Smaak: prikkelt aan de voorkant van de tong, doet denken aan een toffee, zacht en zoetig. Afdronk: vloeit uit, karamel, alcohol. Conclusie: Westvleteren prior blijft, ook vele jaren na ‘houdbaarheidsdatum’, een interessant bier. Wij wensen de uitbaters van de voormalige Berenbak veel succes met hun nieuwe bezigheden! Bruno, Henk en Ivan
Uw mening waarderen we zeer … Stuur uw mailtje naar
[email protected] of stuur een briefje naar Redactie Antwerps Biercollege, p/a. Hans Bombeke, Stadswaag 19, 2000 Antwerpen. Voelt u de onweerstaanbare drang om mee in de redactie te komen zetelen, op speurtocht te gaan naar nieuwtjes, interessante bier(evenement)en of heeft u een schat van bierwijsheid die u kunt inbrengen, laat het ons dan ook weten.
9
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
Antwerpse Bierhistorie deel 6: de langzame industrialisatie van het brouwen1 In de vorige aflevering zagen we hoe in de achttiende eeuw de brouwerijen in de Antwerpse binnenstad meer en meer in handen kwamen van enkele gefortuneerde families. Kapitaalsaccumulatie is natuurlijk een belangrijke stap om mee de vruchten te kunnen plukken van de industriële revolutie. Nochtans is het beeld dat we, zeker nog in de eerste helft van de negentiende eeuw, van het brouwerswezen hebben er één van kleinschaligheid: in dorpsbrouwerijen werkte een drietal mensen, in stedelijke brouwerijen waren er tien tot vijftien werknemers actief. Het waren meestal familiebedrijven. Zelfs op het einde van de negentiende eeuw waren er weinig die ondergebracht waren in een Naamloze Vennootschap. Nochtans waren er aardige bierstromen te verzetten: de consumptie steeg van 114 liter per inwoner van ons Belgenland in 1831 naar 221 liter in 1900. Tevens steeg de bevolking fors. De productie moest dus wel volgen: in 1831 werd er in België 4.686.503 hl. per jaar geproduceerd, in 1913: 16.727.000 hl. De provincie Antwerpen, hoewel nog tot 1876 goed voor acht à tien procent van de Belgische productie, zou zich naar het einde van de eeuw opwerken tot een belangrijke producent. In 1851: 585.459 hl., 1912: 2.049.766 hl. per jaar. Het aantal brouwerijen nam echter niet in diezelfde mate toe, wel integendeel. In België waren er in 1843 drieduizendhonderdachtenvijftig brouwerijen, dit aantal daalde tot 1871 naar tweeduizendvijfhonderdtweeëntwintig brouwerijen om in 1912 uit te komen op drieduizenddriehonderdnegen brouwerijen. In de provincie Antwerpen waren er in 1843 tweehonderdzevenennegentig brouwerijen, in 1873 werd het dieptepunt bereikt met tweehonderdzevenendertig brouwerijen om tegen 1912 op driehonderdvijfenvijftig brouwerijen uit te komen.
1
We putten voor dit artikel voornamelijk uit: R. BAETENS, Bierbrouwerijen en stokerijen, in: R. BAETENS, e.d.: Industriële revoluties in de provincie Antwerpen, Antwerpen, 1984, p. 105-119. Voor het overige zal onze bierbrouwerijengeschiedenis zich nu baseren op G. VERDONCK, Verdwenen brouwerijen in en rond Antwerpen, Leuven, 1994.
In het eerste kwart van de negentiende eeuw waren consumptie en productie zelfs nog stevig gedaald: in 1780-1789 was jaarlijks in het latere België nog een productie bereikt van 5.363.000 hl. Pas vanaf de tweede helft van de jaren 1850 kon de productie gaan stijgen onder invloed van industrialisatie en wetenschappelijke vooruitgang. Relatief kleinere stoommachines en de elektrische motor vanaf 1873 deden met mondjesmaat hun intreden. In 1880 hadden slechts 19% van de brouwerijen een motor, in 1910 was dit gestegen tot 62%. In Merksem, aan het Kempisch kanaal, vestigden zich industriële mouterijen zoals Dandelooy. Pasteurisatie was mogelijk vanaf de jaren 1870. Nieuwe apparaten vergemakkelijkten het productieproces en zorgden er ook voor dat de kwaliteit van het bier beter gehandhaafd kon worden: in 1883 kwam er een toestel om gecontroleerd gist te gaan kweken, in 1895 vinden we de eerste roterende flessenspoelmachine terug, in 1896 kwam de koelmachine op de markt, die de houdbaarheid van het bier aanzienlijk verbeterde, in 1900 presenteerde de Doornikse firma Meura haar moutfilter. In Gent en Leuven worden resp. in 1885 en 1887 brouwerijscholen opgericht. In de stad Antwerpen waren in 1794 veertien brouwerijen actief, in 1910 twintig. In de onmiddellijke omgeving spande Wilrijk de kroon met vijf brouwerijen rond 1800. Mechelen was zeker een bierstad met veertien brouwerijen in 1817 en zestien in 1910 terwijl rond 1800 ook Boom (14) Willebroek (9), Lier (7), Bornem (6) en Puurs (5) belangrijke bierproducenten waren. Wat de productie van de Antwerpse brouwers betreft zijn volgende gegevens bekend: zij waren voor de helft nog steeds in de Nieuwstad gevestigd en waren in 1853 – 1854 goed voor een productie van 87.390 hl. en in 1883-1884 voor 173.982 hl. In de jaren 1880 waren de grootste Antwerpse brouwers: * De Leeuw (Schulte & Co) in de Coebergerstraat * De Koninck op de Mechelsesteenweg * Tivoli in de Pyckestraat * De Gebroeders Hermans op de Brouwersvliet * De Klok (Van den Bergh en Co) op de Oude Leeuwenrui die er ook een mouterij en een stokerij op nahield 10
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
* Schul & Co, in 1892 verkocht aan BavaroBelge op de Plantin en Moretuslei Meer details over onder meer deze brouwerijen en hun producten volgen in de volgende bijdragen. Eén mysterie wil ik hier nog even toelichten. Laten we Guy Verdonck aan het woord over het Seefbier: “Gaf het bier zijn naam aan de wijk Seefhoek, of was het omgekeerd? ... De auteur Domien Sleeckx was vol lof over het bier toen hij het had gedronken in herberg De Ekster in Deurne. Men tapte er een wit bier, dubbele Seef geheten, dat schuimde als champagne, naar ’t hoofd liep als porto en tien cents de liter kostte” ... Het recept van het bier is niet gekend. In ieder geval was het een blond en troebel tarwebier dat erg schuimde. Roland Baetens zegt met stelligheid dat het een wit bier was dat in Wijnegem werd gebrouwen. In dat geval komt de brouwerij ‘De Kroon’ op de Turnhoutsebaan 448 in Wijnegem in aanmerking, want Guy Verdonck signaleert dat Jules Hannes er Seef brouwde. Een wit, troebel bier, vergelijkbaar met het huidige Hoegaards bier: “Het maakte bijna driekwart van de productie uit. Het beslag was samengesteld uit één deel gerstemout, één deel tarwe en één deel boekweit. Het succes van dit Seefbier lag tevens aan de kwaliteit van het water dat werd opgepompt uit een zeven-meter diepe put en sterk ijzerhoudend was. Brouwer Baelemans daarentegen, aan de andere kant van het dorp, liet voor kapitalen putten steken doch slaagde er niet in een deugdelijke Seef af te leveren.” Door deze combinatie van gegevens durf ik hier een hypothese te stellen: is het denkbaar dat in de volkse Seefhoek dit bier zo populair was dat de men er een hele wijk naar genoemd heeft? Deze wijk werd pas op het einde van de negentiende eeuw stelselmatig volgebouwd. Via de Schijnpoort geraakte men buiten de Brialmontvesten. Van daaruit is het niet moeilijk om in Wijnegem te geraken. In die tijd was dit een traject door de velden, tussen Merksem en Deurne in. De familie Hannes kon dus rechtstreeks een hele wijk bedienen, zonder dat de collega’s uit Deurne of Merksem het wisten. Nochtans waren er in de Seefhoek en de onmiddellijke omgeving wel drie brouwerijen, maar geen enkele brouwde Seef. Had de familie Hannes een ‘gat in de markt’ gevonden in die nieuwe wijk?
ZBF: Het grootste bierfestival van België Op naar de vierde editie van Zythos Bier Festival! Het zal moeilijk worden de vorige uitgave te overtreffen. Toen waren er meer brouwers en bieren dan ooit te voren alsook een recordaantal bezoekers (ca. 8000). Het festival van 2007 vindt plaats op 3 maart 2007 (van 12.00 uur tot 00:00 uur) en op 4 maart 2007 (van 11.00 uur tot 21.00 uur) in de stadsfeestzaal van St.-Niklaas Wat mogen jullie verwachten? Eens de zaal binnen, vind je in het midden twee ‘eilanden’ van elk 24 standjes. In totaal 48 standen dus, bemand door een 60-tal brouwers die zich inschreven voor deze vierde editie van het ZBF. Hier kan je met je proefglaasje en je jetons terecht voor het proeven van één of meerdere van het 200tal Belgische bieren, die door deze brouwers geschonken worden. Kinderen hoeven niet thuis te blijven, zij zullen zich zeker amuseren in onze uitgebouwde kinderhoek. De stadsfeestzaal van Sint-Niklaas ligt op 150 meter van het NMBS-station en is ook zeer makkelijk bereikbaar met de wagen. Er is voldoende parkeergelegenheid in de nabije omgeving. Verder is ZBF vanaf 2007 rookvrij, zodat u in optimale omstandigheden kan proeven van de meer dan 200 bieren en hun rijk palet aan smaken. Bron: www.ZBF.be Heb je zin om met het ABC-festivalteam mee te helpen in Sint-Niklaas en kun je je op vrijdag 2 maart (opbouw), zaterdag 3 maart, zondag 4 maart of maandag 5 maart (afbraak) enkele uurtjes vrijmaken? Geef ons dan een seintje op
[email protected] of
[email protected] Alvast van harte bedankt!
Ivan Derycke 11
Antwerpse BierCourant – Januari 2007 Nummer 5
ABC Activiteitenkalender februari 2007 - april 2007 •
Zaterdag 17 februari 2007 : Algemene ledenvergadering van ABC vanaf 10.00 uur. Omstreeks 11.45 uur: brouwerijbezoek. Locatie: Brouwerij De Koninck, ingang via Boomgaardstraat.
•
Zaterdag 3 maart 2007: Het Antwerps BierCollege vertrekt per trein naar het Zythos BierFestival in Sint-Niklaas. Zondag 22 april 2007: ABC is van de partij bij de 6de Toer de Geuze.
•
•
•
•
Activiteitenkalender andere •
•
• •
•
Zaterdag 24 februari 2007: Open brouwdag Brouwen van Cuvée Gouden Carolus in brouwerij Het Anker, Guido Gezellelaan 49, 2800 Mechelen. Info: 015 28 71 47, http://www.hetanker.be Zaterdag 24 en zondag 25 februari 2007: De Putse Bierkliek organiseert haar 13de Dolle Dagen van het Gerstenat in de Parochiezaal van Putte Centrum (bij Mechelen) vanaf 15.00 uur. Info:
[email protected] • Zaterdag 3 maart 2007: Openbrouwdag bij Cantillon, Gheudestraat 56 te 1070 Brussel. Info: Brouwerij Cantillon, tel. 02 521 49 28 of www.cantillon.be . Zaterdag 3 maart en zondag 4 maar 2007: Zythos Bierfestival in de stadsfeestzaal van Sint-Niklaas. Info: www.zbf.be Donderdag 8 en zaterdag 10 maart 2007: Hopscheutenhappening te Poperinge. Rondrit met bus. Vertrek in Poperinge naar hopbedrijf Lemahieu, vervolgens naar Ontmoetingscentrum ‘In de Vrede’ aan de abdij van Westvleteren, verder naar Watou voor een lunch met diverse bereidingen van hopscheuten in ‘t Hommelhof. Na een wandeling in Watou wordt afgesloten in Poperinge met een stadswandeling en om 17.00 uur een afscheidsbier in het stadhuis. Prijs: € 52 p.p. Reserveren via de Dienst voor Toerisme, Grote Markt 1, 8970 Poperinge, 057 34 66 76,
[email protected] Zondag 18 maart 2007: De Deltabrouwers organiseren hun 13de bierfestival in het
•
•
Ambachtscentrum van het stadsrecreatiepark De Hollandse Hoeve te Goes. Aanvang: 13.30 uur. Info: www.deltabrouwers.nl Zaterdag 7 en zondag 8 april 2007: De Aarschotse Bierwegers stellen hun 14de Aarschotse Bierfestijn voor in Parochiezaal Bekaf te 3200 Aarschot. Zaterdag vanaf 14.00 uur, zondag vanaf 13.00 uur. Info:
[email protected] of op tel. 0498 85 10 57. Zaterdag 14 april 2007: De twaalf uur van het Bierpatrimonium in het Parochiecentrum Oosthoven, Polderstraat 85, Oosthoven – OudTurnhout. Vanaf 14.00. Toegang gratis. Info:
[email protected] Zondag 22 april 2007: 6de Toer de Geuze 8 leden van H.O.R.A.L. (HOge Raad voor Ambachtelijke Lambikbieren) stellen hun deuren open tussen 10.00 en 17.00 uur: Boon (Lembeek), De Cam (Gooik), De Troch (Wambeek), Mort Subite (Kobbegem), 3 Fonteinen (Beersel), Hanssens Artisanaal (Dworp), Timmermans (Itterbeek) en Lindemans (Vlezenbeek). Ook Oud Beersel (Beersel) doet dit jaar mee en uiteraard is ook ABC daar van de partij (zie hoger). Zaterdag 28 april 2007: De Objectieve Kaaischuimers uit Temse organiseren een Bierdag / opendeurdag in het ‘Parochiaal centrum Rozenhof’, Lefevrestraat, 9140 Temse. Info: tel. 0494 93 20 81 (Franky Van Britsom) . Zondag 29 april 2007: De Breese Beerprevers brouwen bier op de kunstenmarkt in het Ontmoetingscentrum van Bree (In samenwerking met de Cultuurdienst Bree). Info: www.breesebeerprevers.be Wenst u ook in de toekomst deze Antwerpse BierCourant te ontvangen? Schrijf dan vandaag nog uw lidgeld voor 2007 over op het rekeningnummer van ABC: 7785986635-44 met de mededeling ‘lidgeld 2007’.Vermeld ook steeds je adres aub.Voor de luttele prijs van € 15 kan je zo een jaar lang genieten van een electronische Courant. Wil je ook nog lid worden bij Zythos dan betaal je in totaal slechts € 20.
12