Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
gia
Courant
Editoriaal
September 2010 Nummer 19
Terwijl de zomer ons stilaan de rug toekeerde -in het huidige geval met onaangename snelheid – was het uitkijken naar het eerste grote bierevenement: het bierfestival van de Belgische Brouwers te Brussel. We mochten er samen met enkele Zythosvrienden genieten van een ‘debat’ waarbij topman van het VBO, Pieter Timmermans, én Europees commissaris De Gucht gevraagd werden wat er kan gedaan worden om brouwerijen, en vooral de kleine, te helpen bij hun export.Veel wijzer zijn we er niet van geworden en het wekte zelfs eerder de indruk dat beide heren nog nooit van het bestaan van kleine brouwerijen gehoord hadden. Een beetje droevig… Voor de rest een mooi en luisterrijk vertoon daar in de gotische stadhuiszaal van Brussel.
Colofon De ABC Courant is een uitgave van het ‘Antwerps BierCollege’ Verantwoordelijke uitgever & contactadres: Hans Bombeke, Stadswaag 19, 2000 Antwerpen Rekeningnummer: 778-5986635-44 Internationaal: IBAN BE55 7785 9866 3544 BIC: GKCC BE BB Bestuur Antwerps BierCollege Voorzitter: Ondervoorzitter: Penningmeester : Secretaris: Hoofdredacteur: Public Relations:
Hans Bombeke Ivo Liekens Ludwig Van Schoor Ivan Derycke Peter De Weerdt Robert Dyserynck
Homepage: http://www.antwerpsbiercollege.be e-mail:
[email protected] Redactieraad: Mark Bunneghem, Peter De Weerdt, Ivan Derycke, Jan Foubert, Bruno Goffin, Ludwig Van Schoor ©: Alles uit deze Antwerpse BierCourant mag worden overgenomen op eender welke wijze, zonder voorafgaande toestemming van het ‘Antwerps BierCollege’ mits bronvermelding.
Tegelijkertijd weten we dat ook ons Antwerps BierCollege aan een nieuw werkjaar begint. Ja, ik weet het, we werken eigenlijk op kalenderjaar. Maar hoe dan ook kunnen we er niet onderuit te erkennen dat de instroom van nieuwe leden sinds enkele jaren gebald zit rond de na-vakantieperiode. De zorgen van het op reis gaan liggen achter ons, en er is hernieuwde interesse en tijd voor bierbeleving. Zonder meer heeft het lidmaatschap van ABC én Zythos menigeen voorzien van een informatiestroom (wat bier betreft!) die moeilijk te evenaren is. Mee daarom, we zijn stilaan op weg naar de 120 leden, heeft het bestuur een voorstel goedgekeurd om nieuwe leden per definitie Zythos-lid te maken.
Inhoud Colofon, inhoud & editoriaal Zythos in Antwerpen ABC goes West Down under Een bierzee in het rariteitenkabinet Bruin ABC’s eerste familiedag Jack-Op is back in town Het Kathedraalcafé En nog een La Trappe Moortgat neemt de Koninck over Antwerpse Bierhistorie 20 Activiteitenkalender
blz blz blz blz blz blz blz blz blz blz blz blz blz
01 02 03 05 06 08 10 11 13 13 13 14 16
Lid van
1
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Tenzij, natuurlijk, ze elders al een lidkaart op zak hebben. Op deze manier naderen we meer dan vlot de honderd Zythos-leden en zullen we zonder twijfel dat nu nog magische getal fluks achter ons laten. U vernam van de ‘serieuze’ pers dat ‘onze’ brouwerij De Koninck werd overgenomen door Duvel Moortgat. Welke gevoelens dit allemaal losweekte leest u verder in dit blad. ABC was bij de eersten om met het nieuws op pad te gaan! Omstreeks 17.15 u. werd het persbericht gestuurd en slechts een kwartier later werden we al gecontacteerd door het persagentschap Belga (Noblesse oblige?). Niet heel veel later werden de broers Van Den Bogaert en menig bekend Antwerpenaar al aan de tand gevoeld door een vliegende ploeg ABC reporters. Aan de kant van Duvel Moortgat kregen we nog geen gelegenheid tot een gesprek, maar het werd wel beloofd.Wel kregen we felicitaties voor het ‘objectief’ en genuanceerd actievoeren, ons Bolleke ter ere. Awel, mijnheer Michel, aan ons om u te danken, we hebben ze efkens genepen, zenne !! De komende activiteiten beloven weer voltreffers te worden. Brouwers op bezoek, bier-en-kaas, en tegen dan zijn we weer aan de Kerstbieren bezig. Bierliefhebbers hebben eigenlijk dagen van 36 uur nodig…
Bestendig deputé Inga Verhaert speelde hierop in door de initiatieven toe te lichten die de provincie Antwerpen nu onderneemt om het biertoerisme te promoten. Er worden nu allerlei bierparcours uitgewerkt en dankzij de samenwerking van de vier grote Antwerpse brouwerijen (Westmalle, Moortgat, het Anker en De Koninck) is er nu een prima portaalsite die in volle uitbouw is waarbij al deze elementen worden samengebracht. Eén en ander werd verder toegelicht door webmaster Sientje Hermans die een warm pleidooi hield voor samenwerking met bierverenigingen. Het adres van de site is: http://www.beersofantwerp.be. Ze wist ook al te melden dat ook de kleine brouwerijen in de provincie met de site wensen mee te doen. De eigenlijke vergadering behandelde een aantal technische aspecten die we hier niet behandelen. Op het einde organiseerden we een receptie met stevige boterhammen waarbij de deelnemers konden genieten van enkele speciale bieren zoals de Ommegang Abbey Ale, de Blonde Gusto, de Bangelijke en het Lentebier van het Pakhuis. Dit laatste was inderdaad een verfrissend maar toch stevig bier dat eerder neigde naar amberkleurig.
Hans ‘de Pif’ Bombeke
Zythos in Antwerpen Uw ABC had de eer en het genoegen de Confederatievergadering van Zythos te mogen organiseren en wel op 26 juni jl. Om zo’n gezelschap op een fatsoenlijk manier van accommodatie te kunnen voorzien, konden we gelukkig rekenen op de provincie die ons een aantal schitterende ruimtes in het Provinciegebouw ter beschikking stelde. Onze voorzitter, Hans Bombeke, opende de vergadering met te stellen dat tot voor kort men geen aandacht besteedde aan het rijke pallet van brouwerijen en biersmaken dat ons land kenmerkt. Dat van heinde en verre mensen naar België afzakten om bier te degusteren, als ware het een godendrank, werd niet gezien en men heeft dan ook veel kansen laten liggen. Gelukkig is het tij gekeerd.
Streng maar rechtvaardig...! Foto: Ivan Derycke vervolgens trokken we naar Bierpassie... waar we een paar nieuwigheden ontdekten. Zo is brouwerij Timmermans ook terug bezig met de productie van een sappige oude geuze en een zure oude kriek. We proefden in de tent van O’ Coole ook een Troubadour van brouwerij de Musketiers.
Lid van
2
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Biersoort Kleur Aroma Smaak Afdronk Conclusie
Troubadour Magna van 9% amber, licht koper, wit wandklevend schuim dat vrij snel weggaat. mango, passievrucht. hop, en het bovengenoemde fruit. bitter, vloeit uit. een interessant bier, maar je kan er niet veel van drinken want het komt zwaar over.
Ivan Industriële archeologie bij Van Eecke. Foto: Ivan Derycke De schrootmolen is ook al een beestje van 50 jaar oud en de brouwketels zijn tweedehands gekocht in 1958. De oude bottelarij is nog aanwezig maar, zoals gezegd, niet meer in gebruik. Enkele proefnotities: Biersoort Kapittel Blond 6,5% Kleur koperkleur, dik wit romig schuim, fijn parelend Aroma gist, lichtjes zoeterig Smaak mout Afdronk zachte tinteling op de tong, wordt pas bitterig na opwarmen
Bekomen op Bierpassie. Foto Ivan Derycke
ABC goes West... en kwam met hele bierladingen terug Daags voor de verkiezingen trok ABC met een helaas - halfvolle bus naar het Westen van Vlaanderen. Stipt om 8 u. vertrokken we aan de PIVA en stipt op het voorzien aankomstuur stonden we bij Van Eecke in Watou. De gids herhaalde voor ons niet het ganse brouwproces maar wees op de bijzonderheden. Het water wordt uit een eigen put van 138 m. diep opgepompt. Van Eecke valt onder brouwerij Leroy in Boezingen, waar afgevuld wordt aan 1200 bakken per uur. Leroy brouwt zelf ook nog met buitenlandse hop, o.m. Saaz voor de pils, maar Van Eecke gebruikt enkel en voor alle 7 bieren die zij brouwen (Hommelbieren en Kapittelbieren) Poperingse hop in pellets. Ze filteren nog met de oudste filter in België, een fraaie Meura.
Biersoort
Kapittel Tripel Abt 10%
Kleur Aroma Smaak
koperkleur, dik wit romig vlokkerig schuim, fijn parelend gist, zurig mout, volmondig, alcohol
Afdronk
ronde, meteen bittere afdronk.
Biersoort Kleur
Kapittel Prior 9% robijnrood, hevig parelend, beigecrèmekleurig stevig schuim karamout, gebrand, zoethout gebrande mout, een heel weinig zoeterig cichorei, vloeit uit
Aroma Smaak Afdronk Biersoort Kleur Aroma Lid van
Watou’s Witbier 5% troebel, geel, mooi wit wandklevend schuim citrus, koriander 3
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Smaak Afdronk
vol, citrus vloeit mooi uit in een lichte zurigheid
Biersoort Kleur
Poperings Hommelbier 7,5% koperkleur, helder, licht parelend, crème-gelig schuim melkzuur citrussmaak met lichte lactose toets lichte bitterheid
Aroma Smaak Afdronk
brouwproces. Hierbij wordt nog steeds de roerstok gehanteerd. De gebruikte gist is door de medevennoot van Glen Casteleyn, Marc, geïmporteerd uit de Auvergne. Alvinne gaat voor zeer bijzondere bieren. De belangrijkste reeks wordt gevormd door de Morpheusbieren. Merk op dat de etiketten van Alvinne zondermeer voorbeeldig mogen genoemd worden wat betreft informatie. Ziehier een paar proefnotities.
Vervolgens trokken we naar het brouwersbeeld voor de groepsfoto om daarna een stevige maaltijd tot ons te nemen in ’t Hommelhof.
Biersoort Kleur
Morpheus Extra 7,1 % Alc. 68 EBU licht troebel blond, mooi wit wandklevend vlokkerig schuim dat relatief snel plat slaat Aroma gist, duingras, kruiden Smaak hopbitter Afdronk bittere afdronk die bijt op de tong Nota: hierbij zijn Amerikaanse hopsoorten gebruikt: Chinouk en Cascoole. Biersoort
Morpheus Wild, Vlaams oud bruin, 5,9 % Alc. 16 EBU Kleur bijna zwart, wandklevend schuim dat snel plat slaat. Aroma oud bruin, gebrand, zoeterig, lichte gisttoets, zwarte bessen Smaak zoethout, bosfruit Afdronk zoute jap, stoutachtig Nota: dit bier wordt gebrouwen zonder hop.
Foto: een lokale sympathieke dame Na een bierig aperitief volgde een smakelijk biersoepje, een uit de kluiten gewassen beenham en een lekker biertaartje. Hierbij werd ons een Sint Bernardus tripel geschonken. Het was dus een goede zaak dat we een klein uurtje te rijden hadden tot Alvinne zodanig dat de meesten na een korte siesta weer fris konden beginnen aan onze tweede brouwerij.
Biersoort Kleur Aroma Smaak Afdronk
Brouwerij Alvinne bestaat als bierfirma sedert 2003. Toen werd nog gebrouwen bij De Graal. In 2004 werd in een chalet van 30 m² met een eerste eigen brouwerijtje begonnen. In 2007 volgde de verhuis naar Heule waar nu ongeveer 6 maal per week wordt gebrouwen. Streefcijfer is een productie van 500 hl. per jaar. In tegenstelling tot de meeste andere brouwerijen wordt er bij Alvinne niet gradueel gekookt, maar meteen op een vaste temperatuur van 60 tot 70° C. Het water is 4° warmer vooraleer de storting gebeurt en men voegt soms kokend water toe tijdens het
Morpheus Dark, 10,2 % Alc., 47 EBU bijna zwart maar iets lichter dan de Wild, wandklevend schuim dat snel plat slaat stout zachte stout stout, cichorei, vloeit bitter uit
Diegenen die nog nooit bij Alvinne waren geweest, keken hun ogen uit in de bierwinkel die producten bevat van ‘verwante brouwers’. Ondermeer de Nederlandse brouwerij De Molen is er goed vertegenwoordigd. Dat een aantal van onze leden zich dan ook lieten gaan, was begrijpelijk en zo geraakte onze bus toch nog goed gevuld. De afwezigen hadden écht ongelijk! Ivan Lid van
4
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Down Under: een bierimpressie
maar ook niet goed. Ze smaken niét. Je kunt het brouwers misschien niet eens kwalijk nemen. De gemiddelde Aussie schijnt te denken dat het vriespunt een prima temperatuur is voor zijn bier. Ik heb op verscheidene plaatsen letterlijk ijsvorming gezien op de tapkranen. XXXX wordt ook vaak per flesje verkocht (en uit het flesje gedronken) en om het bier koud te houden heeft men er de ‘stubby-holder’ uitgevonden, een isolerend pakje voor je bier.
Wat kan een mens zoal aan gerstenat vinden aan de andere kant van de wereld? Het was niet om dié vraag te beantwoorden dat mijn vrouw en ik naar Australië en Nieuw-Zeeland trokken, maar als je er dan toch bent, kan je evengoed eens op onderzoek gaan, nietwaar? Wat volgt is een impressie van wat we daar dronken, af en toe geholpen door het Internet voor de details.
Naast de grote merken spreekt men ook wel over ‘boutique-beers’. Lees: chiquer, meer ‘verwijfd’ bier. Deze bieren zijn beter gemaakt dan hun populairdere collega’s. Maar om ze nu de eretitel ‘speciaalbier’ te verlenen? Bij de betere kan je ongetwijfeld de bieren van brouwerij Little Creatures rekenen, die van brouwerij Cascade en Bluetongue. Meestal gaat het hier om pilsbieren, al zit er hier en daar in hun gamma ook een paleale tussen. Een speciale plaats wordt ingenomen door Coopers uit Adelaide. Deze stad is op biervlak een beetje het Antwerpen van Australië. In die zin dat ook zij trots is op een brouwerij die zich specialiseert in hoge gisting. Adelaide is dan ook de enige stad waar een hooggegist bier bestellen zeer normaal is. Hun Original Ale (het meest frequente bier) heeft zelfs hergisting op fles! Coopers Original Ale is een redelijk goed biertje, zonder echter memorabel te zijn.
Australië heeft een bierreputatie. De Aussies consumeren een respectabel aan hl per hoofd. Op de luchthaven en in elke toeristenwinkeltje ligt het vol met handleidingen voor drinkspelletjes. Wie een reisgids openslaat, wordt om de oren geslagen met verschillende termen die nodig zijn om een glas te bestellen. Welke term je gebruikt hangt af van de grootte van het glas dat je wilt, en, o ja, ook van de streek waar je bent. Zo is een ‘schooner’ in ongeveer heel Australië een Engelse pint (425 ml) behalve in Adelaide, waar een ‘schooner’ een glas van 285 ml is. In Queensland heeft men een aparte naam voor het aldaar meest frequente flesje: een ‘stubby’ , een ‘stompje’ dus. Het is een halfliterfles van het Duvel-type. Trek het u niet aan: ze verstaan ook ‘gewoon’ Engelse termen. De kritische lezer heeft het al door: de reputatie van de Aussies is gebaseerd op kwantiteit, niet op kwaliteit. Helaas. Het Australische vocht kan je drinken op café, of je kan het kopen in gespecialiseerde liquor-stores. Daar kan je drank kopen, als je er oud genoeg uit ziet. De flessen worden vervolgens in een bruine papieren zak gestoken, zodat iedereen goed kan zien dat jij drank bij hebt. Zucht. Niet dat iemand er zich iets van aantrekt: Australiërs zijn levensgenieters, maar ik word zo moe van gelijkgeschakeld te worden met zuipschuiten omdat ik graag bier proef.
Is er dan geen enkel bier geweest dat er bovenuit stak in deze woestijn? Er zijn enkele bieren te vinden die het etiket ‘goed’ verdienen. Ik werd aangenaam verrast door de producten van een klein brouwerijtje, Snowy Mountains Brewery genaamd, een paar honderd kilometer ten zuiden van Sydney. Ze hebben een prima Hefeweizen, maar het bier dat ik het meest apprecieerde was de Crackenback, een India pale ale. De ruime maat hop die aan dit bier werd toegevoegd, geeft het zeer duidelijke citrustoetsen en een heel verfrissende smaak. In Sydney heb je ook nog een ‘brouwhotel’: Lord Nelson Brewery hotel, met een heel leuk gamma van bieren in Engelse stijl, vaak met een Amerikaanse (lees: stevig gehopte) twist (toets).
Er zijn een stuk of 15 ‘grotere’ brouwerijen in Australië. Daarnaast heb je ook nog een aantal microbrouwerijen. Dit zijn vaker wel dan niet ‘brewpubs’, wiens waar je enkel in het eigen café kan gebruiken. Grappig genoeg is het bij ons bekendste Australische bier, Fosters, in het thuisland zelf maar een relatief kleine speler. De bekendste merken daar zijn VB (Victoria Bitter) en XXXX (Four X). Beiden smaken niet slecht
Conclusie: Australië bestaat grotendeels uit woestijn. Dit geven ze zelf als verklaring voor het Lid van
5
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
feit dat hun bieren niet veel smaak hebben (noch veel alcohol): mensen hebben behoefte aan een bier dat ze kunnen kappen, niet eentje dat ze moeten proeven. De leuke bieren die je er vindt, zijn meestal gebrouwen volgens Engelse stijlen, soms ook naar Duits voorbeeld. Het is een prachtig land (Ga er heen! Nu!) maar op biervlak eerder onderontwikkeld. Het is zelfs zo triestig gesteld op sommige plekken dat toen ik in Port Douglas (het tropische noorden) in een redelijk chique café vroeg naar het beste bier dat ze hadden, ze me vol trots een Stella Artois tapten. Het ergste was: ze hadden gelijk.
Voor wie echt de heel korte samenvatting wil, dit citaat van onze secretaris: “Het is allemaal niet te zuipen, maar het is wel gezellig!” Het eerste was niet voor alle bieren waar, het tweede des te meer. 1. Buitenlandse bieren •
Kirin Ichban, Japan.(onder licentie gebrouwen in Düsseldorf), 5,0% vol. Van dit bier proefden we eentje met een vervallen versheiddatum (26.01.10) en eentje die nog niet vervallen (18.12.10) was. Het verschil was duidelijk: zoetig karton bij het ‘oude’ pintje, een frisse pils met zachte hoptoetsen (en een lichte zwavelgeur) bij het ‘jonge’exemplaar. Moraal van het verhaal: Pils moet zo jong mogelijk gedronken worden. • San Miguel Pale Pilsner, Filippijnen, geen vermelding van %. Verzuurd, geen hop te bekennen, karton en karamel. Dit was het oordeel van ons select gezelschap. Opnieuw een bewijs dat pils jong moet zijn, al zal dit spul wel nooit een prijsbeest geweest zijn. • Anologe opmerkingen bij een pilsje uit Thailand: Chang, van de Cosmos Brewery, 5,0% vol. vervaldatum: 9/2009. Dit was wel iets moutiger en had een donkerdere kleur dan de andere pilsjes. • Assahi ‘Dry’, blik, Japan, 5,0% Bleekgeel, fris moutig maar verder zeer neutraal pilsje, waar door het gebruik van maïs niet al te veel neus aan zit. Het kwam uit blik, en had een bliksmaak. Volgende! • Sapporo Premium Lager, premium pils, Japan, 4,7% uit een flesje. Goudgeel, helder biertje met lichte oxidatie in de geur, een warm zoete smaak met alcoholtoetsen en rozijntjes. Mag iets meer bitter gehopt worden want dit zijn echte wintersmaken. • TsingToa Beer, China, fles 33 cl., 4,7% Bleek geel, zeer helder bier, kattenpisgeur door bleekgroene fles, hopgeur komt niet door, idem smaak, gevolgen van veroudering, zeer dun qua mondgevoel. • TsingToa Lager Beer, China, fles 33 cl., 4,7% Bleek geel zeer helder bier, duidelijk frisser dan het vorige bier, minder infectie door licht en meer hoparoma’s, hop komt sterker door in de smaak
Er is echter beterschap op komst, als we Nieuw Zeeland onder de loep nemen… Jan Foubert
Een bierzee in het rariteitenkabinet Het rariteitenkabinet dit jaar was een overweldigend succes. Voor wie het principe niet kent: de deelnemers brengen ‘rariteiten’ uit eigen kelder mee, die vervolgens gemeenschappelijk worden geproefd en beoordeeld. Veel volk betekent dan ook veel proeven…
Foto: Ivan Derycke Ik heb de vrijheid genomen om de proefnotities thematisch te schikken, in plaats van chronologisch. Reden: het was gewoon té veel. Misschien mag dat ook niet vergeten worden als je de notities leest; eigenlijk proefden we te veel bieren om alles optimaal te kunnen beoordelen.
Lid van
6
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
maar het blijft een zacht bier, frisse, droge pils met zachte hopafdronk, dun qua mondgevoel. • Struis, ’t IJ, Amsterdam, Nederland, 9% De geur van dit bier was er een van overrijp fruit. Er zat ook aardig wat zuur in de geur. De smaak was bitter, en zweemde naar pikante kaas en bloedpens. Het bier was meegebracht om te bewijzen dat Nederlanders, alle vooroordelen ten spijt, wél goed bier kunnen maken. Hoewel dat ongetwijfeld wààr is, hielp dit biertje niet echt om de vooroordelen de wereld uit te helpen… het volgende gelukkig wél! • Schans Van Vollenhoven Extra Stout, De Schans, Uithoorn, Nederland, 7% Dit zwarte bier met haar crémekleurig schuim was onze eerste stout. De geur van deze stout was zuivelig, met drop op de achtergrond. Er was ook iets wild te bespeuren. De smaak was uitgesproken mout bitter, met toetsen van chocolade en cichorei. Het bier was gortdroog. Een prima stout, dus.
biertje. De geur was er een van drop en zoethout, de smaak was puur gebrande mout. Niet mis, maar de oxidatie voorkwam dat dit bier écht goed te noemen kon worden. • Rare Vos, Ommegang, Cooperstown, VS, 6,5% Mooi amberkleurig bier, met in de geur toetsen van appelsien en koriander. De hop komt zacht naar voor in de geur, zonder te overheersen. Ook de smaak voldoet aan de eisen van de Belgische amberdrinker. Een mooi bier.
Voor wie nog niet van zijn vooroordelen afgeraakt en meent dat dit gewoon een stoutje uit de collectie van de firma Heineken is; nog een extra woordje uitleg door de milde schenker, Gyan Mathur “Dit bier werd oorspronkelijk gebrouwen door brouwerij De Gekroonde Valk in Amsterdam en was een populaire volksdrank. De brouwerij werd helaas overgenomen door Heineken, wat net zo erg is bij ons als een overname door Interbrew bij u, zodat de brouwerij gesloten werd en gesloopt. Een paar jaar geleden had een vereniging, die zich bezig hield met de geschiedenis van de wijk waar Brouwerij De Gekroonde Valk stond, het idee om dit stuk vloeibaar patrimonium weer te laten brouwen. Van Vollenhoven Stout wordt inmiddels één keer per jaar, in de winter, in opdracht van de vereniging, gebrouwen door Brouwerij De Schans, een kleinschalige brouwerij in Uithoorn, dichtbij Amsterdam. Er wordt maar een kleine hoeveelheid gebrouwen en ik heb 5 van de laatste flessen van brouwsel 2009/2010 weten te bemachtigen. Het is dus een zeldzaam bier, ook in Nederland.”
Foto: Walter Thijs 2. Oude bieren • Pa-Gijs, Boelens, Belsele, 8%, 10 jaar oud (?) Dit bier vertoonde de typische eigenschappen van verouderd bier: een madera of portosmaak, en helaas ook een muffe smaak van nat karton. De conclusie is helaas dat Pa-Gijs geen bewaarbier is… • Bieken, Boelens, Belsele, 8,5%, 10 jaar oud versus jong Dat ook het Bieken geen bewaarbier is, kwam in deze proeverij duidelijk naar voor. Ook het tien jaar oude Bieke was muffer en was redelijk verzuurd. Het moest het duidelijk afleggen tegen de hoppige frisheid, de honing en koriander toetsen de in het jonge Bieke zijn terug te vinden… • Arabier, De Dolle Brouwers, Esen, 8%, 17 jaar oud (magnumfles) Hoewel de neus van dit bier nog wel enigszins interessant was (een complexe houtigehoningachtige geur, met karameltoetsen), kan ik helaas geen smaaknotities weergeven, er lezen misschien nog kinderen mee. Conclusie: een
• Nogne O, Porter, Grimstad, Noorwegen, 7% Wat nu het verschil is tussen Porter en Stout werd niet meteen duidelijk na het drinken van dit Lid van
7
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
hoppig bier als Arabier is geen bewaarbier (jammer dat dit geen fles Oerbier was, dat was misschien wél de moeite…) • Happy Beerday, Lefebvre, Quenast, 6,5%, +/9 jaar oud Ook hier maderisatie en mufheid in de geur. Het schuim is nog aanwezig en de bittere toetsen zijn nog niet helemaal uit dit bier verdwenen. Duidelijk geen bewaarbier, maar al bij al beter dan verwacht. De verwachtingen waren dan ook zeer laag. • Brouwsel X (ongemerkte jeroboamfles, mogelijk een Liefmans Goudenband, van rond 1973…) De geur laat vermoeden dat we hier te maken hadden met een Oud Bruin. Er zijn sporen van tannines in de neus, naast vooral en overduidelijk melkzuur en oxidatie. De smaak is puur azijn, maar wel een heel interessante vorm van balsamico.
was fruitig, en de pepertoetsen waren aanwezig in het gehemelte. Kortom, tot hier toe beantwoordde het bier prima aan het profiel van een Oud Bruin. De zurigheid kwam echter te hard naar voor als azijn, in plaats van melkzuur. De aanwezige cursisten van het COOVI vertelden dat dit kwam doordat dit Oud Bruin toch niet helemaal volgens de regels van de kunst gebrouwen werd. Het bier werd namelijk bijgezuurd. Ergens logisch omdat een school a) niet genoeg tijd heeft om een écht Oud Bruin te maken en b) dit een groot risico met zich mee zou brengen, namelijk dat de melkzuurbacteriën van het Oud Bruin volgende bieren zouden infecteren. Wat niét de bedoeling is. • Bolivar Bruin, Huyghe, Melle, 7,5% Het schuim van dit fair-trade bier was wandklevend, maar sloeg snel plat. Zowel in geur als smaak waren suikers (karamel) prominent aanwezig, zonder dat dit storend werkte. Dit was zeker niet het slechtste bier van de dag, maar waarschijnlijk wel het minst ‘rare’. • Floris Apple, Huyghe, Melle, 3,5% (Magnumfles) ‘appletise’bier. De geur, kleur en smaak van dit bier worden overheerst door volledig artificiële appels. Het bier was een cadeautje/wraakneming van één van de bierklassen van Hans dit jaar. Volgende keer gewoon weer duimspijkers op zijn stoel leggen in plaats van onschuldige ABC’ers te pesten, mannen! • Junior Frambozen, Junior, Antwerpen, 6% Dit rozerode bier, inclusief schuim, toont in smaak en zeker in geur dat het werd gemaakt met échte frambozen. Een zurig, fris en natuurlijk frambozig brouwsel! • Junior Winterhoninkje, Junior; Antwerpen, 10% Een sterk winterbier, met wandkleurig schuim. De geur is kruidige en suikerig. De smaak is zoet en kruidig. De alcohol is zeer prominent aanwezig, naast toetsen van honing, kaneel en koriander. De afdronk is bitter. • De Garre Tripel, Van Steenberge, Ertvelde, 11,5% Kleur: blond , ietwat troebel wit schuim, het aroma had toetsen van een pils (Saaz?) hoppig, grassig, hooiland… De smaak werd gedomineerd door de alcohol, was daarnaast ook een beetje zurig. De afdronk echter was juist zoetig, en opnieuw gedomineerd door de alcohol.
Liefmans Goudenband was voor veel mensen de hoofdverdachte. Goudenband wordt echter met een champagnekurk afgesloten, en deze fles had een wijnkurk. Om een Goudenband te kunnen zijn, moest dus aangetoond worden dat Liefmans +/- 25 jaar geleden met wijnkurken werkte. Dit huzarenstukje was een kolfje naar de hand van Johan Van Dyck, aanwezig op de proeverij én marketingdirecteur van brouwerij Moortgat, de huidige eigenaar van Liefmans. Zijn speurwerk leverde op dat Liefmans wel degelijk met wijnkurken werkte in die periode. Hoewel we het nog steeds niet zeker kunnen weten, lijkt de identiteit van de mysterieuze fles dus gekend…
3. Zeldzame binnenlanders. •
Vlaamse Bruine, CVO COOVI, Anderlecht, 5,5%vol. Het schuim van dit bier van de brouwschool in Anderlecht trok snel weg, maar dat kan ook wel aan de glazen gelegen hebben (dit was immers een meer voorkomend probleem). De kleur was rood tot amber, de neus zoetig/zerpig met een beetje putgeur en tinten van zwavel. De smaak Lid van
8
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Bruin
• Trappist Westmalle Extra, 5% Dit huisbier van de trappisten beschikt over de fruitige geur en het bouquet van zijn grote broers. In de smaak valt hij echter toch wat door de mand. Het heeft maar weinig body, maar wel een lekkere, bittere afdronk. • Troubadour Magma, De Musketiers (De Proefbrouwerij), Ursel, 9% Mooi schuimend oranje aandoend bier. Geur en smaak worden gedomineerd door aromatische Amerikaanse hoprassen. Zeer fruitige citrustoetsen en een hoog bitterheidgehalte dus. • Junior Dubbel, Junior, Antwerpen Er was geen schuim te bekennen op dit biertje. Het had een frisse geur van karamel. De smaak was complex, maar vertoonde helaas wat brouwfoutjes… • Duvel Tripel Hop 2007, 9,5%. Johan Van Dyck kon ons mededelen dat na de door de Lambikstoempers gewonnen weddenschap, er van dit vocht een mooie hoeveelheid zal worden geproduceerd. We kijken er al naar uit want dit bier dat met Saaz, Styrian Golding en Amarillo wordt geproduceerd, was mooi blond, nog zeer aangenaam en maar licht geoxideerd. De hop had een aangenaam floraal karakter gekregen boven op het Duvelkarakter. Op drie jaar tijd was de hoppigheid redelijk hard afgenomen.
De geschiedenis van het brouwen in en rond Oudenaarde sinds 1357 Capelle, C. D/2010/10.543/1 ISBN 9789080950368 Uitgeverij Beatrijs, Oudenaarde De Oudenaardse bieren zijn bruin, Oud bruin. Overlappingen en vergelijkingen met het Vlaams rood bier zijn er legio. Het zachtzurige aspect is er slechts één van. Oud bruin behoort samen met geuze en datzelfde Vlaams rood tot dé typische bieren en gistingswijzen die vandaag wereldwijd worden gekopieerd, althans, dat tracht men!! En dat is natuurlijk geen toeval. Door tal van geschiedkundige en sociale elementen is men, ondanks, bv., de ‘nefaste’ opkomst van de pils, trouw gebleven aan die typische brouwtechnieken, waaruit die unieke bieren voorsproten die onze brouwers op de wereldkaart zetten. Ook hier weer gaat het om bedreigde biersoorten! Was er in en rond Oudenaarde enkele decennia geleden nog sprake van enkele tientallen brouwerijen, dan zijn er vandaag nog vier over. Een vleugje geschiedenis Als een boek levert wat het in ondertitel belooft, kan je als lezer allicht tevreden zijn. Met dit boek verdient historica Charlotte Capelle het toch een bijzonder mooie pluim op haar hoedje van te steken! De historici onder ons, u weet, dat zijn er wel enkele, zullen naar onze mening dit boek bijzonder waarderen. De wetenschappelijke opbouw is ronduit prima, en het voorbereidend werk (dat gigantisch moet geweest zijn) straalt er pagina na pagina op af. Het is inderdaad in de eerste plaats een geschiedenisboek over één van de meest typerende Vlaamse brouwsteden uit het verleden.
Hard labeur! Foto: Ivan Derycke
Meer!
Ook na het officiële einde van het rariteitenkabinet vielen er nog pareltjes te proeven! Ik heb er echter geen notities meer van genomen. Dat is dan ook de enige reden dat ze niet in dit verslag staan, met mijn excuses…
Maar ook niet alleen in geschiedenis geïnteresseerde lezers komen ruimschoots aan hun trekken! Om slechts één voorbeeld te geven: op basis van dit boek kan je perfect een uitstap maken in de streek en er gaan kijken hoe relicten
Jan Foubert, met redactionele aanvullingen Lid van
9
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
uit het verleden de eeuwen en decennia overleefden. Ook economische aspecten, sociale bevlogenheid en zelfs trends komen (soms vluchtig) aan bod. Waarom werd ons bier zoeter, hield de brouwer zich alleen met brouwen bezig, welke impact hadden twee wereldoorlogen, enz. Breed publiek
Ter illustratie: In een renteboek van omstreeks 1275 werd de oudste afbeelding van een ‘Oudenaardse’ herberg teruggevonden.
De wetenschappelijke onderbouw van dit boek staat aan kennismaking met en door het grote publiek dus helemaal niet in de weg.. De teksten zijn duidelijk en je wordt als lezer niet doodgemept met een amalgaam van historiografische vakterminologie. Dus nee, geen allegaartje van moeilijke woorden: helder en begrijpelijk, kortom, boeiend op papier gezet. Bovendien wordt niet alleen droge stof herkauwd, ook veel anekdotische wetenswaardigheden verrijken het leesplezier! Wie écht geen lezer is, kan dit boek ook gerust als kijkboek hanteren. Want zeer veel illustraties verluchten dit werk en wat meer is, ze zijn eerder ‘origineel’. Meermaals kom je in bierboeken wel eens dezelfde prenten tegen, welnu, dat is hier tot het minimum beperkt. Een massa foto’s en reproducties van plaatselijke documenten, gebouwen én mensen maken dit boek tot een aangename zeldzaamheid in zijn soort.
ABC’s eerste familiedag: weinig families maar wel veel sfeer Op zaterdag 21 augustus greep in de Stroopop in Halle-Zoersel de eerste familiedag plaats van ABC. Als we kijken naar de opkomst: 14 personen, waaronder nogal wat singles, dan is dat geen succes te noemen. Maar voor het overige was het een ronduit schitterende activiteit. Na een kennismakingsdrankje werden we door Daniel Leemans, natuurgids én amateurbrouwer, rondgeleid in de bossen en beemden van Halle tot aan het fort van Oelegem. Hierbij was er ruim aandacht voor de Kempische volksaard (gierig, nijverig en kotenbouwer), het landschap, fauna en flora. We kregen respect voor onze Kempische voorouders die in die arme gronden probeerden te overleven en we leerden dat brakken ook een soort bosmieren zijn, dat je een uitheemse woekerende boom die je kwijt wil niet moet afzagen maar rondom moet ontschorsen en ontbasten, dat dieren graag een afwisselend landschap hebben met stukjes bos, akkers en (ruige) weilanden en nog veel meer.
Niet te missen! Nadat de golf van kookboeken met bier wat overwaaide is er nu blijkbaar een trend om brouwerijengeschiedenis aan het papier toe te vertrouwen. (We durven het hopen!) De naaste medewerkers binnen ABC weten dat we hoopvol wachten op een omvattende Antwerpse biergeschiedenis, die week na week meer vorm krijgt. We willen uiteraard niet betweterig zijn, maar we raden (niet alleen) onze schrijvers dit boek ten zeerste als voorbeeld aan! Leesbaar en informatief en zo hoort het! Ondertussen is dit een werk dat voor al wie maar enigszins met bier bezig is absoluut niet te missen! Bierminnende lezers aller (Nederlandstalige) landen: rep u naar de boekhandel!!
Op stap in de Kempen. Foto: Ivan Derycke
Hans
Lid van
10
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Jack-Op is back in town!
Na drie uur wandelen kwamen we dorstig en hongerig terug in de Stroopop waar we ons laafden aan een reeks uitgelezen en soms zeldzame bieren, waaronder Kempisch Vuur (van het vat), Grobbendonkse tripel en Oelegems Titsenbier (in feite een Moinette blonde biologique van Dupont).
Herman Voets, Jack-Op, Werchter 1869-2010: een historisch overzicht.
[email protected] Gemeentelijk initiatief Omdat Antwerpenaars bekend staan als ‘zeurders’ zullen we het cliché maar ineens alle eer aan doen: moest Antwerpen en in het bijzonder de burgemeester het initiatief van de Rotselaarse burgemeester Dirk Claes willen navolgen, dan krijgen ze daar onze volle steun! Hé, dat lijkt helemaal niet op zeuren, dat is zelfs beloftevol!! Helaas zal ’t zo ver (nog?) niet komen. Antwerpen had heel wat meer brouwerijen, en om over allemaal een omvattend werk te schrijven zoals nu over Jack-Op één voor ons ligt, zullen we helaas op ’t Schoon Verdiep niet mogen/kunnen rekenen. Het mag al hoopvol heten dat de restauratie van ’t Brouwershuis eerstdaags definitief van start zal gaan. Van op deze bescheiden plek dus een lofzang aan de gemeente Rotselaar die heeft ingezien dat het brouwkundig erfgoed ook tot ons cultuurpatrimonium behoort !
Marc Wynant. Foto: William Roelens
Waar zijn zij die voor ’t Werchters bier…
De laatblijvers kregen van onze waard Marc Wynant nog een paar kelderrestanten van de Struise Brouwers om de smaakpapillen te laten rondflapperen van zottigheid. Over het eten, niets dan lof, de beste barbecue ooit met uitgelezen sneetjes rood vlees en varkenshaasje met lekkere warme sausen. Enfin, wie er niet bij was tijdens deze zonovergoten maar toch niet hete zomerdag moet al een bijzonder goede reden gehad hebben of zit nu met veel spijt dit artikeltje te lezen. Als u nog eens verdwaalt in de Kempen weet u waarheen en merken we tot slot op dat een aantal bewegwijzerde rondwandelingen de Stroopop passeren zodanig dat u ook zelf op verkenning kan. Kwestie van de honger en de dorst wat aan te scherpen!
Zo begint de tweede strofe van de ‘Oude Roldersklacht’, een topper uit het Vlaamse studentenrepertorium. Dit Werchters bier was Jack-Op, een verfrissend mengbier dat gebrouwen werd door brouwerij Felix van Roost, gevestigd in het centrum van Werchter. We laten een beetje in ’t midden hoe Jack-Op vroeger smaakte. De laatste die we dronken kwam uit de ketels van Belle Vue, en was overheersend zoet met ergens een vermoeden van een zuurtje. De échte student, dixit Ernest Claes, dronk er litergewijs van. En allicht niet alleen omdat het goedkoper was dan andere bieren. Het smaakte immers naar nog, en dat bracht mee dat diezelfde studenten het na hun studietijd dikwijls ook in hun thuisbasis introduceerden. Jack-Op was dermate geliefd dat de brouwerij in 1924 de zevende van het land was.
De lustige wandelaars
Lid van
11
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Neergang
Een voorbeeld van hoe je een brouwerijgeschiedenis aan papier kan toevertrouwen! Zonder twijfel is hier een jarenlange voorbereiding aan voorafgegaan, we kennen zo ook een paar ‘archiefsnuffelaars’. Ook valt het aandeel van illustraties en voorwerpen uit privéverzamelingen op, eigenlijk een ode aan de verzamelaars onder ons… Voor wie de komende dagen enkele uren tijd heeft: vlot leesbaar en daarna een puik naslagwerk: doen !
Net geen honderd jaar is van Roost geworden. Daarna ging ze op in samenwerkingsverbanden. Men deed nog wel pogingen om de Jack-Op zijn oude elan terug te geven, maar het kon niet meer baten. Na tal van ‘omzwervingen’ kwam in 1970 de merknaam Jack-Op in de portfolio van Belle Vue terecht, om daarna via Interbrew bij AB Inbev terecht te komen. Enkele jaren geleden werd dan definitief de knoop doorgehakt, Inbev stopte het brouwen ervan en kwam er een einde aan de ooit zo fameuze Jack-Op.
Hans
Heropstanding
En de redactie kreeg wel Jack-Op te pakken in de Kulminator waar ook nog een 15-jaar oude Belle Vue Jack-Op te drinken viel.
Met neus voor toeristische baten besloot het gemeentebestuur onder leiding van burgemeester Dirk Claes een oud voorstel van onder ’t stof te halen: het opnieuw brouwen van Jack-Op. Na over-en-weer gepalaver met AB Inbev kwam de toestemming dat het bier terug mocht gebrouwen worden, maar alleen voor verkoop in het Rotselaarse. Als brouwer werd Frank Boon aangezocht, wiens naam garant staat voor kwaliteit. We kregen nog geen nieuwe Jack-Op te pakken dus vooralsnog kunnen we hem ook niet bespreken. Wat we wel als een niet te missen aanrader kunnen aanprijzen, is het boek dat gelijktijdig verscheen. Op elke mogelijk manier wordt hier niet alleen de brouwerij, maar ook de sociale en culturele invloed ervan, doorgelicht.
Vooreerst de nieuwe: Schuim snel weg, onregelmatig, wit. Kleur licht amber, zeer fijne uiterst beperkte pareling. Aroma Special Belge (Palm) Smaak idem, niet droog wel astringent mondgevoel. Afdronk bitterig, vol, intens, vloeit uit. Conclusie een goede dorstlesser.
De nieuwe en de oude Jack-Op. Foto: Ivan Derycke Lid van
12
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
gerijpt op eikenhouten vaten. Ziehier wat we ervan vonden.
En dan nu de oude (1995): Schuim snel weg, onregelmatig, wit. Kleur iets donkerder, geen pareling. Aroma Curacao, vanille, oud, melkzuur Smaak korte zure smaakexplosie, melkzuur. Afdronk zuur, metalig.
Schuim Kleur Aroma Smaak
De redactie
Afdronk Conclusie
Het Kathedraalcafé
crèmekleurig stevig wandklevend schuim dat blijvend was. koperrood. alcohol, rood fruit, zoeterig. bijzonder complex, zoeterig, vanille, gloedvol. bitterig, naprikkeling op de tong. een verfijnd bier.
De redactie
Voor velen is het Kathedraalcafé een onbekende, maar als we zeggen dat dit het Elfde Gebod is op de Torfbrug, dan begint er een stevige klok te luiden waarbij de meesten de klepel goed zien hangen. Een hallucinant decor van heiligenbeeldjes en andere religieuze parafernalia wordt meteen voor de geest gehaald. En dat is niet onterecht want het is een taverne gespecialiseerd in trappist- en abdijbieren. We proefden er onlangs een Sint Bernardus tripel en een La Trappe quadrupel van het vat, alles behalve alledaags!
Moortgat neemt de Koninck over: reacties Op 5 augustus 2010 raakte bekend dat de onderhandelingen tussen de Familie Van den Bogaert (De Koninck) en de Moortgat groep geleid hadden tot een volledige overname van de brouwerij De Koninck. Die avond werd de Triple d'Anvers aan een aantal genodigden gepresenteerd. Maar uiteraard was die overname zelf het gespreksonderwerp van de avond. Onze reporter ter plaatse, Robert Dyserynck, kon volgende uitspraken noteren: Wim Van de Steen (PR brouwerij De Koninck): “Wij als personeel zijn ook maar enkele uren op de hoogte, wel tevreden dat het Moortgat is, onze eigenaars hebben niet gekozen voor het grote geld maar voor de eigenheid van de brouwerij”Dirk Martens (kaasmeester Schilde): “Pas vanmiddag vernomen, wist wel dat gesprekken aan de gang waren, heel content geeft de garantie dat De Koninck gevrijwaard blijft, is een goede zaak voor iedereen” Tim Ferket (cafe De Vagant en de Groote Witte Arend): “Echt????? daar zit potentieel in, expansie van de producten en vooral zal ons bolleke dan niet in 1 adem genoemd worden met tulpen uit.... en windmolens, nu nog de Manus hier op de markt” Luk Caals (komiek en fan van het bolleke): “Grapt: de nieuwe triple smaakt al naar Duvel :-), ben blij met deze overname blijft alles toch Antwerps, goed product met de marketing van Moortgat erachter dat gaat zeker marcheren” Guy Lauwers (Schepen): “Gevoel van dankbaarheid dat De Koninck toch Antwerps
In proefglaasjes werd ons een bockbier van La Trappe aangeboden, 7% Alc. en dit willen we u zeker niet onthouden: Schuim Fijn, zeer wandklevend schuim Kleur roodbruin. Aroma metaal, zoet, evolueert bij opwarmen naar gebrande mout Smaak bittere fondantchocolade met vanilletoetsen. Afdronk schraal, droogmetalig, cichorei. Conclusie een interessant biertje voor de liefhebbers. De adviesraad
En nog een La Trappe Het toeval wil, of misschien juist niet, dat de laatste maanden de bieren van La Trappe in Antwerpen de bezoeker van de betere biertempel kruisten en met graagte werden uitgeprobeerd. In de Kulminator kwamen we aldus als vatbier een Quercus Quadrupel van 2009 tegen, een biertje met een alcoholgehalte van 10%. Dit bier had
Lid van
13
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Antwerpse Bierhistorie 20: Antwerpse bieren in de negentiende eeuw (deel 2)
blijft, is een icoon van Antwerpen en gaat nu ook blijven”
In de vorige aflevering bespraken we wat Henri Vrancken te vertellen had over Antwerpse bieren uit de Franse en Nederlandse periode. Laten we nu dus eens bekijken wat zijn naamgenoot en professor Jean-Baptiste Vrancken weet te melden over ondermeer het toevoegen van zetgist in de Antwerpse bieren aan de vooravond van de Belgische onafhankelijkheid1. In 1829 noemt hij, wanneer hij het specifiek over de Antwerpse bieren heeft, slechts twee soorten: het witbier dat sinds onheuglijke tijden werd gebrouwen en het gerstebier dat naar zijn zeggen dan nog nieuwerwets zou zijn geweest . Voor een brouwsel van 35 tonnen gerstebier gebruikte men toen gewoonlijk een mengsel van 14 zakken gerstemout, 2 zakken tarwe en een halve zak haver, waarbij een zak 100 pond bevat. Tarwe en haver werden toegevoegd als ruwe granen. Een overmaat water gebruikt bij het aanmaken van het beslag werd na aan de kook te zijn gebracht, gebruikt voor drie opeenvolgende infusies. De bekomen wort van de eerste infusie werd drie en een half uur gekookt met de helft van de hop. De hoeveelheid gebruikte hop varieerde van 1 tot 1,5 pond per ton, afhankelijk van hoelang men het bier wilde conserveren. De tweede infusie gebeurde op de zelfde manier met de andere helft van de hop. Na afkoeling bracht men de twee bij elkaar op de afkoeler. Brouwde men in de winter- wat zelden gebeurde - dan voegde men 3 à 4 ‘litros’ gist toe, brouwde men in de herfst of de lente dan niet. De volgende dag werd reeds afgetond, maar men liet het bomgat open, om koolzuurgas en overtollig gist een uitweg te laten. Het resultaat van de derde infusie werd ten minste een kwartier gekookt met het residu van de reeds gebruikte hop. Dit gaf, zonder toevoeging van gist, het kleinbier. Vreesde men dat het gerstebier te licht van kleur zou zijn of wilde men het eerder drinken dan normaal voegde men kalk toe. Als klaringsmiddel gebruikte men
Bernard Van den Bogaert (brij De Koninck) (naast ABC-voorzitter Hans Bombeke): “Heel gelukkig met de overname voor zowel het personeel evenals de brouwerij, zie perspectief qua marketing en distributie, blijft ook nog bij de brouwerij” Marcel (dé de Koninckverzamelaar):“Tranen in de ogen bij het horen van het nieuws, kreeg krop in de keel maar wel blij dat alles Antwerps blijft, zal een goeie zaak zijn voor het personeel” Jo (Batavier) “Eerste reactie: het hing in de lucht, spijtig dat het familiale karakter van de brouwerij zal verloren gaan, zowel bij Heineken als bij Moortgat, enigzins wel blij dat de eigenheid van het bier zal bewaard blijven, na overname blijft het Antwerps”
Dominique Van den Bogaert (brij De Koninck) “heel tevreden met deze overname, zal goed zijn voor de continuiteit van de brouwerij, zal de brouwerij een nieuwe boost geven. Voor personeel en klanten zal er weinig veranderen, Moortgat heeft steeds respect getoond als ze brouwerijen overnemen”
1
Jean Baptist Vrancken, ‘Bières d’Anvers’, in Nieuwe verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, uitgegeven te Amsterdam, 1829, Deel 7, p. 203-206. J. B. Vrancken (1805 – 1871) doctor in de geneeskunde was professor in de farmacologie te Leuven van 1835 tot 1854. Lid van
14
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
in azijn opgeloste vislijm, een middel eveneens nog toegepast in de twintigste eeuw. Aan bewaarbier werd in principe niets toegevoegd. Vermits een echte brouwer een geboren versnijder is, was er dus niet één gerstebier maar een hele familie gerstebieren. Naast het kleinbier bracht men aldus op de markt : - ‘geheel gerste’: het bier van de eerste infusie, drinkbaar na zes maand dat een jaar of langer kon bewaard worden; - ‘mengel bier’: mengsel van twee delen bier van de eerste en één deel bier van de tweede infusie, meestal als tafelbier gebruikt, drinkbaar na twee maanden en houdbaar van zes maanden tot een jaar; - ‘middel bier’: mengsel van telkens één deel bier van eerste en tweede infusie. Het Antwerpse gerstebier gaf weinig schuim. Nog in het begin van de twintigste eeuw is het in de rest van het land bekend dat in Vlaanderen en dus in het Antwerpse men geen behoefte heeft aan een mooie stevige schuimkraag.2 Toen had men het o.m. in reclamefolders over dubbel gersten, extra gersten, gersten en halfgersten.
dus. Het witbier werd wel minder sterk gebrouwen, want met een storting van 1500 pond meelstoffen brouwde men 40 tonnen bier.
Illustraties, overgenomen uit G. Verdonck, Verdwenen brouwerijen in en rond Antwerpen, 1994. Welke waren nu die kunstgrepen van de Antwerpse witbierbrouwers van de eerste helft van de negentiende eeuw? Vooreerst diende het water voor het aanmaken van het beslag kouder te zijn dan dat gebruikt voor het maken van gerstebier, ‘autrement la couleur seroit trop foncée’. Men liet een uur trekken. De overmaat water, meestal twee tonnen per brouwsel, noemde men heel toepasselijk ‘melk’ en werd tijdelijk in een aparte ketel opgeslagen tot het op de afkoeler aan de voorwort (eerste aftreksel) kon word toegevoegd. Dit gebeurde op het moment dat de eerste tekenen van vergisting zichtbaar werden. Deze bijzondere maatregel werd als essentieel beschouwd voor het verkrijgen van de witheid van het witbier en voor een goede schuimvorming. Net zoals voor het gerstebier, volgde er, nadat de voorwort met kokend water afgetrokken was, nog twee afspoelingen, eveneens met kokend water. Voor het witbier werd echter alleen de voorwort gekookt onder toevoeging van de volledige hoeveelheid hop (5 ons verse of – bij voorkeur – 7 à 8 ons overjarige hop per vat). Wanneer het eerste aftreksel voldoende was afgekoeld, werd het gemengd met de twee andere en samen in het gistingsvat gebracht onder toevoeging van 4 liter gist. Nagisting had plaats op het vat. ‘A la fin on fait encore une 4o infusion, qui donne la petite bière. On mêle ces deux bières en
De ingrediënten voor het Antwerpse witbier waren – volgens J.B. Vrancken – dezelfde als voor het gerstebier. Of ook de onderlinge verhoudingen hetzelfde waren vermeldt hij niet Er werden alleen een aantal kunstgrepen toegepast om het witbier effectief wit te houden. Sommige brouwers voegden ook ‘sarazin’ toe, boekweit 2
‘En Flandre, où la bière ne doit pas mousser, on ouvre le fût par la bonde ou par le fausset pour laisser échapper l’excès d’acide carbonique, mais dans le pays de Tirlemont et aussi dans toute la Wallonie, où il faut des bières très mousseuses….’ (Petit Journal du Brasseur, nr. 1222, 30 mars 1923, p. 318.) Lid van
15
Antwerpse BierCourant – September 2010 Nummer 19
Agenda Antwerps Biercollege
diférentes rapports, pour avoir des bières de diférents prix … On est forcé de laisser les deux dernières infusions sans bouiller, pour pouvoir conserver à la bière une couleur blanche, car de la bière, dont toutes les infusions se font avec de l’eau bouillante, et dont la première bout pendant 3 heures, ne manquerait pas d’être assez brune.’ Dus ook bij het witbier had men een hele familie ondersoorten volgens de sterkte. Volgens deze auteur werd aan het witbier dus wel systematisch zetgist toegevoegd. Bij het bereiden van het witbier verkreeg men meer volume per gewichtshoeveelheid gebruikte grondstoffen en behoefde men minder brandstof te gebruiken. Logisch dus, zou men denken, dat dit bier goedkoper was dan het gerstebier en wellicht populairder moet zijn geweest in meer volkse buurten. En wat was de Antwerpse volksbuurt bij uitstek? Juist, de Seefhoek. Dus, was dit witbier waar de heren Vrancken het over hadden de fameuze Antwerpse seef....? Ten minste één van hen kende de term seef, maar gebruikte hem niet in verband met het Antwerpse witbier. Daarbij komt dat we bij seef automatisch aan een witbier in de zin van een tarwebier denken. Dat deed ook gistingstechnoloog Hendrik Verlinden, oprichter van brouwerij De drie Linden te Brasschaat en de oorspronkelijke brouwer van de Witkap. Wat de aard van dit bier betreft, scheerde hij seef over dezelfde kam als het ‘Leuvensch’. ‘Het troebelwitbier was eertijds in de Nederlanden zeer verspreid en gezocht, doch langzamerhand heeft deze soort bier het veld moeten ruimen voor de klare en alcoholrijke boven- en ondergistige, zoogenaamde gerstebieren. In de oorlogsjaren 1914-1918 is de fabrikatie van deze bieren stopgezet wegens het verbod tarwe en haver te gebruiken, en ook wegens het gemis aan andere grondstoffen. Na den oorlog is dezen tak der brouwnijverheid, om zoo te zeggen gansch verdwenen, het volk verlangde andere soort bieren.’3 Meer over die mysterieuze en zo wel schuimende seef leze men binnenkort in Antwerpen Bierstad maar men vindt nu al materiaal op de site: http://users.skynet.be/antwerpiensia!
Trilogie: "Nodig eens een brouwer uit" in Shammy's Pub te Wilrijk telkens om 20 u. Programma: Na de succesvolle avond met Nino Bacelle van brouwerij De Ranke hebben we voor u nog in petto: 15 oktober: kaasmeester Dirk Martens: foodpairing kaas en bier (max. 40 deelnemers) Prijs: 25 euro: gelieve in te schrijven voor 8 oktober via
[email protected] of GSM Hans Bombeke: 0497/817.227en te betalen op rekeningnummer: 778-5986635-44 (IBAN: BE55 7785 9866 3544, BIC: GKCCBEBB) met vermelding van naam en adres. BIJNA VOLZET! 19 november: Marc Limet van brouwerij Kerkom (max. 50 deelnemers) Prijs: 10 euro: gelieve in te schrijven voor 15 november via
[email protected] of GSM Hans Bombeke: 0497/817.227en te betalen op rekeningnummer: 778-5986635-44 (IBAN: BE55 7785 9866 3544, BIC: GKCCBEBB) met vermelding van naam en adres. Traditioneel eindigen we het jaar met een bezoek aan het Kerstbierfestival in Essen op zaterdag 18 december 2010. Nadere informatie volgt! Houd zeker zaterdag 22 januari 2011 vrij voor onze spetterende Nieuwjaarsactiviteit!
Zoals u allicht reeds weet: uw mening waarderen we zeer … Mail uw reacties of opmerkingen naar
[email protected] of stuur een briefje naar ABCourant-redactie Antwerps BierCollege, p/a. Hans Bombeke, Stadswaag 19, 2000 Antwerpen. Voelt u de onweerstaanbare drang om op speurtocht te gaan naar nieuwtjes, interessante bier(evenement)en of heeft u een schat van bierwijsheid die u kunt inbrengen, laat het ons dan ook weten.
Paul Daeleman 3
H. Verlinden, Leerboek der Gistingsnijverheid, Brasschaat 1944, p. 151-152 Lid van
16