CONTROLEPROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENING VAN DE GEMEENTE VENRAY 2010 EN VERDER
1
Inleiding
Op grond van artikel 213 van de Gemeentewet dient er een accountantscontrole plaats te vinden van de jaarrekening op getrouwheid en rechtmatigheid. Bij de opdrachtverstrekking aan de accountant kan de gemeenteraad nadere aanwijzingen geven over de reikwijdte van de controle. Deze nadere aanwijzingen worden vastgelegd in een controleprotocol. Het laatste controleprotocol was van kracht gedurende de raadsperiode van 2006 tot en met 2009.
1.1
Doelstelling
Dit nieuwe controleprotocol voor 2010 en verder heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole.
1.2
Wettelijk kader
In artikel 213 (lid 2) van de Gemeentewet staat dat de gemeenteraad één of meer accountants aanwijst voor de controle van de jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. De gemeenteraad heeft de verordening ex artikel 213 Gemeentewet vastgesteld voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Venray. Algemene uitgangspunten voor de controle: getrouwheid en rechtmatigheid De accountantscontrole van de jaarrekening is gericht op het afgeven van een oordeel over: •
de getrouwe weergave van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten
•
het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties, in
en de activa en passiva; overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen; •
de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;
•
het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 GW (in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten);
•
de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening.
1
Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6 GW (in het BAPG) alsmede de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (NIVRA) bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden.
1.3
Uitleg begrippen
In deze paragraaf volgt een uitleg van de belangrijkste begrippen en hun betekenis. Getrouwheid Bij de controle van de getrouwheid gaat de accountant na of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten, als de grootte en samenstelling van het vermogen. Een getrouw beeld houdt in dat de uitkomsten van het gevoerde financieel beheer getrouw in de jaarrekening worden weergegeven, waarbij rekening is gehouden met het doel waarvoor de verantwoording is opgesteld. In het geval van de gemeente is het doel van de jaarrekening het afleggen van verantwoording aan de raad over de realisatie van de begroting. Een getrouw beeld impliceert dat de jaarrekening niet zodanige fouten en/of onzekerheden bevat dat het oordeel van de gebruiker (de gemeenteraad) beïnvloed wordt. Rechtmatigheid Bij rechtmatigheid gaat het erom te handelen in overeenstemming met de begroting en van toepassing zijnde wettelijke regelingen (normenkader). Om tot een gewogen oordeel te komen over de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van beheershandelingen wordt extra nadruk gelegd op toetsing op de volgende rechtmatigheidscriteria1: 1. Het begrotingscriterium; 2. Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium); 3. Het voorwaardencriterium. 1. Het begrotingscriterium Het begrotingscriterium wordt als volgt omschreven in het Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG): ‘Financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s’.
1
Voor de rechtmatigheidscontrole wordt aan negen rechtmatigheidscriteria getoetst. Dit zijn de volgende criteria: het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium, het misbruik en oneigenlijk gebruikcriterium, het calculatiecriterium, het valuteringcriterium, het adresseringscriterium, het volledigheidscriterium, het aanvaardbaarheidscriterium en het leveringscriterium. In het kader van het getrouwheidsonderzoek wordt al aandacht besteed aan de meeste van deze criteria.
2
2. Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium) kan het best uitgelegd worden door de begrippen afzonderlijk te beschrijven. Het opzettelijk niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekken van informatie betreft een bewuste misleiding om een onrechtmatig of onwettig voordeel te behalen. In een dergelijke situatie is sprake van misbruik. Misbruik van overheidsgelden kan gelijk worden gesteld met het plegen van fraude om zich onrechtmatig overheidsgelden toe te eigenen. Bij fraude passen beheersmaatregelen zoals fraudepreventie, handhaving, fraudeopsporing en sancties. Bij oneigenlijk gebruik van overheidsgelden wordt feitelijk gehandeld in overeenstemming met wet- en regelgeving. Daarmee zijn dergelijke handelingen niet onrechtmatig. Wel is sprake van het in strijd handelen met het doel en de strekking van de wet- en regelgeving. Indien de wet- en regelgeving oneigenlijk gebruik mogelijk maakt (‘de mazen van de wet’) is het blijkbaar noodzakelijk dat de wet- en regelgeving wordt aangepast en/of wordt duidelijker toegelicht. De beheersmaatregelen die daarbij passen zijn: handhaving, voorlichting, analyse toepassing en actualisering wet- en regelgeving. Misbruik is onrechtmatig, oneigenlijk gebruik niet. De gemeente Venray heeft haar beleid op het gebied van misbruik en oneigenlijk verwoord in de nota Misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen.
3. Het voorwaardencriterium Besteding en inning van gelden door een gemeente zijn aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop door de accountant moet worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wetten en regels van hogere overheden en de (eigen) gemeentelijke regelgeving, of met andere woorden: het voorwaardencriterium2. De precieze invulling verschilt per wet, regeling en verordening. Het voorwaardencriterium wordt uitgewerkt in het toetsingskader. Per verordening zijn de artikelen opgenomen die betrekking hebben op recht, hoogte en duur. Uitgangspunt daarbij is dat vooralsnog het huidige informele beleid wordt bekrachtigd en er met name jegens derden niet met terugwerkende kracht strengere normen worden toegepast. Het vaststellen van het toetsingskader gebeurt door het college van Burgemeester en Wethouders.
2
De gestelde voorwaarden hebben in het algemeen betrekking op:
- De omschrijving van de doelgroep respectievelijk het project; - De heffings- en/of declaratiegrondslag; - Normbedragen (denk aan hoogte en duur); - De bevoegdheden; - Het voeren van een administratie; - Het verkrijgen en bewaren van bewijsstukken; - Aan te houden termijnen besluitvorming, betaling, declaratie e.d..
3
2 Te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties De goedkeuringstoleranties en rapporteringstoleranties die in een controle moeten worden gehanteerd, worden door de raad vastgesteld. Uiteraard moeten deze aan de minimumeisen van het Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) voldoen. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming en de strekking van de af te geven accountantsverklaring. In de onderstaande tabel zijn de goedkeuringstoleranties opgenomen zoals door de gemeenteraad vastgesteld voor de voorgaande controlejaren (2006 tot en met 2009) en zoals voorgesteld om aan te houden voor 2010 en verder. De raad houdt zich daarmee aan de minimumeisen zoals deze zijn opgenomen in het BAPG en door de meeste gemeentes gehanteerd. Goedkeurings-
Goedkeurend
Beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
≤ 1%
>1%<3%
-
≥ 3%
≤ 3%
>3%<10%
≥ 10%
-
tolerantie Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten) Tabel: goedkeuringstoleranties In principe bepaalt de accountant de grensbedragen aan de hand van de definitief vastgestelde jaarrekening. Voor de rapporteringstolerantie geldt als maatstaf dat de accountant elke fout of onzekerheid groter dan of gelijk aan € 50.000 rapporteert. Voorgesteld wordt om deze rapporteringstolerantie aan te houden. De accountant heeft zelf ook een verantwoordelijkheid bij de weging van de invulling van de controle en de rapportage. Als een afwijking relevant is voor de oordeelsvorming en het bedrag ligt beneden de rapporteringstolerantie, dan wordt ook daarover door de accountant gerapporteerd.
4
3 Reikwijdte accountantscontrole rechtmatigheidstoetsing De accountantscontrole op rechtmatigheid is limitatief gericht op: •
de naleving van wettelijke en gemeentelijke kaders (verordeningen en andere besluiten met een kaderstellend karakter), zie hiervoor bijlage 1.
•
de programmabegroting van het betreffende jaar.
Met de dualisering is een scherpere grens getrokken tussen bevoegdheden die de raad heeft en bevoegdheden die het college toebehoren. De collegebesluiten zijn te onderscheiden in twee soorten: uitvoerend en kaderstellend. Voor de rechtmatigheidstoets betekent dit, dat de uitvoerende voorschriften (interne regelgeving), niet onder het rechtmatigheidsoordeel vallen. Deze voorschriften hebben immers betrekking op de relatie tussen college en ambtenaren. Uitvoerende besluiten vallen voor zover deze betrekking hebben op baten, lasten dan wel balansmutaties al onder de getrouwheidscontrole. Kaderstellende besluiten hebben een algemene werking voor alle nog te nemen uitvoerende besluiten. Kaderstellende collegebesluiten (betrekking hebbend op financiële beheershandelingen) kunnen verplicht zijn gesteld door hogere regelgeving of raadsbesluiten c.q. - verordeningen. Indien in deze regelgeving de verplichting tot het opstellen en nemen van een besluit is opgenomen, zal de accountant alleen onderzoeken of dit besluit ook daadwerkelijk door het college is vastgesteld. Indien ook eisen aan het collegebesluit zijn opgenomen wordt ook (alleen) gecontroleerd of het collegebesluit die bepalingen bevat. Controle van de naleving van de kaderstellende collegebesluiten hoort dus niet standaard onder de accountantscontrole. Hierop zijn echter twee uitzonderingen: 1. de eerste uitzondering betreft wettelijk verplichte kaderstellende collegebesluiten waarbij is voorgeschreven dat een rechtmatigheidstoets moet worden uitgevoerd. 2. de tweede uitzondering betreft die kaderstellende collegebesluiten inzake financiele en/of niet financiële beheershandelingen (niet vallend onder de eerste uitzondering) die de raad (aanvullend) opneemt in het normenkader. Omdat de controle van de naleving van deze kaderstellende collegebesluiten niet standaard onder de accountantscontrole valt, wordt daarvoor een afzonderlijk raadsbesluit genomen. Het raadsbesluit valt dan onder de normale rechtmatigheid.
5
4 Communicatie- en rapportagemomenten Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek overleg plaats tussen de accountant en de auditcommissie. De auditcommissie is samengesteld uit raadsleden met als adviseurs de portefeuillehouder middelen (op afroep; afhankelijk van het onderwerp), de concerncontroller, de gemeentesecretaris (op afroep; afhankelijk van het onderwerp) en de accountant. Secretaris van de commissie is de raadsgriffier.
Interim-controles In de tweede helft van 2010 wordt door de accountant de interim-controle uitgevoerd. Over de uitkomsten daarvan wordt een managementletter uitgebracht. Bestuurlijk relevante zaken worden – op grond van de overeengekomen rapportagewensen - ook aan de gemeenteraad gerapporteerd.
Rapport van bevindingen Overeenkomstig de gemeentewet wordt omtrent de controle van de jaarrekening een rapport van bevindingen uitgebracht aan de Raad en in afschrift aan het College van Burgemeester en Wethouders. In het rapport van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgen. Inhoud van rapport van bevindingen: De vraag of de inrichting van het financieel beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken. Daarnaast resterende fouten, onzekerheden of verbeteringen op het gebied van verslaglegging rekening houdend met afgesproken rapporteringstoleranties. Relatie tussen de controletolerantie ingevolge controleverordening en de feitelijke bevindingen.
Accountantsverklaring In de accountantsverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid, uitmondend in een oordeel over de jaarrekening. Deze accountantsverklaring is bestemd voor de gemeenteraad, zodat deze de door het College van Burgemeester en Wethouders opgestelde jaarrekening kan vaststellen.
6