Stadsregio Amsterdam
Controleprotocol en Normenkader Accountantscontrole Jaarrekening 2015
Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op 21 mei 2015
Normenkader accountantscontrole jaarrekening 2015
1.
Inleiding
Het Normenkader geeft de regelgeving die de accountant gebruikt bij zijn controle van de jaarstukken. De controle bestaat uit twee hoofdpunten: 1. zijn alle financiele beheershandelingen rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatig tot stand komen betekent in overeenstemming met de geldende wetgeving en regels van de regioraad. 2. geeft de jaarrekening een getrouw beeld van: de baten en lasten de balans met de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen van de Stadsregio. In paragraaf 3 vindt u meer over de goedkeurings- en rapporteringtoleranties en vervolgens komt het geactualiseerde normenkader in paragraaf 4 aan de orde.
2.
Wettelijk kader voor de accountantscontrole.
2.1
Artikel 213 van de Gemeentewet als basis
De wettelijke basis voor de accountantscontrole is vastgelegd in artikel 213 van de Gemeentewet. Artikel 213 van de Gemeentewet geldt ook voor de Stadsregio. Het rijk kan op grond van lid 6 van artikel 213 nadere regels voor de reikwijdte van de controle geven. Die nadere regels zijn opgenomen in het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO) en bestaan uit minimumeisen voor de goedkeuring- en rapporteringtoleranties die de accountant moet aanhouden bij zijn onderzoek naar de jaarrekening. Verdere uitwerking van de eisen voor de accountantscontrole geeft de commissie Besluit Begroting en Verantwoording in de Kadernota rechtmatigheid.
2.2
Goedkeuring- en rapporteringtoleranties
De minimum percentages voor de goedkeuring in het BADO bepalen dat de accountant een goedkeurende verklaring geeft wanneer de fouten in de jaarrekening kleiner dan 1% van de totale lasten zijn en de onzekerheden kleiner dan 3%. Volgens artikel 7 lid 2 van het BADO mag de Regioraad lagere percentages vaststellen. De vastgestelde goedkeuringpercentages gelden ook voor de rapporteringtolerantie maar de Regioraad mag de lagere rapporteringtoleranties vaststellen. De rapporteringtolerantie bepaalt wanneer de accountant rapporteert in het verslag van bevindingen dat bij de accountantsverklaring wordt gegeven. Het BADO biedt dus een keuze voor de te hanteren goedkeuring- en rapporteringtoleranties die in paragraaf 3 wordt uitgewerkt.
2.3
Rechtmatigheid en normenkader
Om de rechtmatigheid te kunnen controleren moet duidelijk zijn welke wetten en regels van toepassing zijn. Dat is niet voor elke decentrale overheid gelijk omdat dit afhangt van de taken die een decentrale overheid uitvoert en de eigen verordeningen die de raad van een decentrale overheid vaststelt. Daarom is er geen landelijk voorgeschreven normenkader met wet- en regelgeving voor de accountantscontrole. De Stadsregio moet dus zelf het normenkader vaststellen. De Commissie BBV
Normenkader en Controleprotocol jaarrekening 2015
1
gaat er vanuit dat het dagelijks bestuur het normenkader opstelt en naar de raad stuurt. De raad hoeft het normenkader niet vast te stellen, kennisneming is voldoende. Het gaat erom dat de raad het normenkader kent en desgewenst kan aanvullen.
2.4
Van normenkader naar interne beheersing
Het normenkader moet worden uitgewerkt in kaders, richtlijnen en beheersmaatregelen. Dat is een taak van het Dagelijks Bestuur. Een beheersmaatregel van de Stadsregio is de Financiële Regeling waarin het Dagelijks Bestuur bepaalt binnen welke kaders de ambtelijke organisatie van de Stadsregio de begroting moet uitvoeren. Interne controle is het sluitstuk van de interne beheersing.
2.5
Programma van eisen accountantscontrole en controleprotocol
Artikel 213 van de gemeentewet bepaalt dat de Regioraad een controleverordening moet opstellen. De Stadsregio heeft voor het opstellen van haar controleverordening gebruik gemaakt van het model controleverordening die de Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft opgesteld. In de controleverordening komt het begrip programma van eisen voor de aanbesteding van de accountantscontrole voor. Dit programma van eisen bestaat uit de volgende onderwerpen: a. b. c. d. e.
de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringtoleranties) bij de controle van de jaarrekening; de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringtoleranties); de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen; de uit te voeren tussentijdse controles; de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering
en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar: f.
g.
de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende afwijkende rapporteringtoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden; de producten van de stadsregio en of organisatieonderdelen met bijbehorende afwijkende rapporteringtoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.
Het normenkader met de wet- en regelgeving is geen onderdeel van het programma van eisen. Actueel houden van het normenkader kan plaatsvinden met een besluit van het Dagelijks Bestuur dat ter kennisneming naar de Regioraad wordt gestuurd. Jaarlijkse actualisatie van het programma van eisen is hiervoor niet nodig. Alleen wanneer het Dagelijks Bestuur of de Regioraad gebruik wil maken van de mogelijkheden in punt f en g in het programma van eisen kan een jaarlijkse actualisatie aan de orde zijn.
3.
De goedkeuring- en rapporteringtoleranties
Het Dagelijks Bestuur ziet geen aanleiding om de goedkeuringtolerantie voor fouten of onzekerheden in de jaarrekening op een lager percentage vast te stellen dan de wettelijke minima. Reden is dat de wijze waarop de accountant zijn bevindingen opstelt in combinatie met het verslag van de interne controle voldoende inzicht geeft voor de regioraad over de stand van de interne beheersing. De wettelijke minima zijn:
Normenkader en Controleprotocol jaarrekening 2015
2
Goedkeuringtolerantie Stadsregio Amsterdam
melding in bevindingen
goedkeurend
onthouding
afkeuring
Fouten in de jaarrekening
n.v.t.
<= 1%
> 1% en < 3%
>= 3%
Onzekerheden in de jaarrekening
> 1% en <=3%
<= 3%
> 3% en < 10%
> 10%
4.
Het normenkader
In het overzicht van de wet en regelgeving is een onderscheid gemaakt tussen algemene regelgeving die voor elk begrotingsprogramma geldt en specifieke regelgeving die geldt voor een bepaald begrotingsprogramma. De regelgeving van hogere overheden is gemarkeerd met de letter E voor Europese regelgeving, N voor nationale regelgeving en S voor verordeningen van de Stadsregio Amsterdam. Het normenkader wordt aan de rekeningencommissie gezonden. Voor de volledigheid, in het normenkader is alleen de regelgeving opgenomen die betrekking heeft op financiële beheershandelingen. Financiële beheershandelingen zijn immers hetgeen waarop de accountant controleert. Het normenkader geeft dus niet een overzicht van alle regelgeving die voor de Stadsregio geldt.
0. Algemeen N
Wet gemeenschappelijke regelingen
N
Algemene wet bestuursrecht
N
Besluit proceskosten bestuursrecht
N
Besluit tarieven openbaarheid van bestuur
S
Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Amsterdam
S
Algemene subsidieverordening Stadsregio Amsterdam
0. Algemeen financieel N
Gemeentewet
N
Besluit begroting en verantwoording
N
Wet financiering decentrale overheden
N
Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO)
N
Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden
N
Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden
N
Wet op het BTW-compensatiefonds
N
Uitvoeringsbesluit BTW-compensatiefonds
S
Controleverordening Stadsregio Amsterdam
S
Financiële Verordening Stadsregio Amsterdam
N
Aanbestedingswet 2012
Normenkader en Controleprotocol jaarrekening 2015
3
0. Algemeen personele bepalingen N
Wet Normering Topinkomens
N
Pensioenwet
N
Pensioenreglement ABP
N
Werkloosheidswet
N
Wet kaderregeling VUT overheidspersoneel
N
Wet op de loonbelasting 1964
N
Zorgverzekeringswet
Regelgeving per programma 01. Openbaar Vervoer N
Wet Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer
N
Wet personenvervoer 2000
S
Aanbestedingsreglement openbaar vervoer Stadsregio Amsterdam
S
Regeling voor de Reizigers Advies Raad van de Stadsregio Amsterdam
S
Subsidieverordening Wet Personenvervoer 2000
02. Infrastructuur N
Wet Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer
S
Subsidieverordening Infrastructuur
03. Ruimtelijke projecten en mobiliteitsbeleid N
Wet Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer
S
Tijdelijke regeling gedragsbeïnvloeding (verkeersveiligheid)
04 .Economie N
Subsidieregeling Pieken in de delta
S
Instellingsbesluit regionale commissie winkelplanning
05. Regionale woningmarkt N
Geen specifieke regelgeving
Normenkader en Controleprotocol jaarrekening 2015
4